D
5470 Productinformatieblad
e
tingen van kookplaat en werkblad
Nieuwe functies
Op de DISPLAY ziet u in een oogopslag de gekozen stroominstelling en desgevallend ook de gekozen functie.
Wanneer u aan één van de knoppen draait, zal de overeenkomstige opwarmzone dankzij de PANDETECTIEVOORZIE
N
automatisch in werking treden zodra u er een metalen pan of kookpot van de juiste grootte opzet.
Die pan of kookpot moet minstens 50% bedekken van de buitenste rand van de opwarmzone, zoniet wordt deze niet warm (z
i
De opwarmzone wordt automatisch door de pandetectievoorziening uitgeschakeld wanneer u de pan eraf haalt. Nada
t
van de opwarmzone verwijderd werd, schakelt de pandetectievoorziening de kookzone automatisch op “standby“ ged
u
minuut. Wanneer de pan binnen één minuut terug op de opwarmzone wordt geplaatst, wordt die door de
pandetectievoorziening automatisch weer aangeschakeld. Wanneer de pan voor meer dan één minuut van de opwarm
gehaald wordt, wordt deze automatisch uitgeschakeld. U moet de knop dan eerst weer op stand “0“ zetten om de op
w
weer te kunnen aanschakelen.
De pandetectievoorziening kan uitgeschakeld worden wanneer u met niet-metalen pannen kookt. In dit geval werken
betreffende kookzones op dezelfde manier als normale kookzones zonder pandetectie.
De ELEKTRONISCHE CONTROLE zorgt ervoor dat temperatuurverschillen van de opwarmzone tot het minimum bepe
r
zodat er altijd gelijkmatig gekookt kan worden.
De DROOGKOOKFUNCTIE detecteert abnormale situaties, zoals een pan die volledig drooggekookt is, en schakelt op d
a
automatisch de overeenkomstige kookzone uit.
Het DIAGNOSTISCH SYSTEEM controleert voortdurend of het kookoppervlak naar behoren werkt en meldt eventuel
e
Beschrijving van de display
De displays op het kookoppervlak komen overeen met de gekozen knopinstellingen en selecties die vermel
de handleiding van het kookoppervlak. Deze kunnen variëren naargelang het model.
Twee zones
Pandetec
t
uitgesch
a
Snelkoken
Automati
snelkoke
n
Gematigd
verwarmen
Warmho
u
Alfanumerieke DISPLAY
Ideaal
Max. 50%
Geen detectie Geen detecti
1. Duo kookzone (Lightronic Sense) Ø 210x120,
2100 W (binnenkant 750 W, buitenkant 1350 W)
2. Kookzone (Lightronic Sense) Ø 145x250, 1800 W
(binnenkant 1000 W, buitenkant 800 W)
3. Halo-plaat (Lightronic Sense) Ø 145, 1200 W
4. Halo-plaat (Lightronic Sense) Ø 180, 1800 W
5. Display
e
lijke meldingen aan de gebruiker
Knipperend indicatielampje: speciale functie geselecteerd.
Brandend indicatorlampje: speciale functie actief.
“U“ beweegt op en neer”: wanneer de
pandetectievoorziening geactiveerd is, geeft dit aan dat er
geen pan op de opwarmzone staat, of dat de pan er niet goed
werd opgeplaatst.
“U“ staat stil: de opwarmzone werd uitgeschakeld door de
pandetectievoorziening. De knop moet eerst terug op stand
“0“ gezet worden om de zone weer te kunnen inschakelen.
Indicator voor het verwarmingsniveau: elk nummer (van
1 tot 10) komt overeen met een stroominstelling die met de
bedieningsknop werd geselecteerd. Als het nummer op de
display knippert, is de droogkookdetectie actief.
Precieze instelling van het verwarmingsniveau: tussen de standen 1 en 2 van de
bedieningsknoppen kan een tussenliggend verwarmingsniveau (1.5) geselecteerd
worden.
Snelkoken: de boosterfunctie wordt gebruikt om snel te koken.
Waarschuwing “kookoppervlak nog warm: deze waarschuwing (“H“) blijft,
nadat de opwarmzone werd uitgeschakeld, actief tot de temperatuur laag genoeg is
gezakt.
e
r op gelijk welke display een “F” verschijnt, dient u contact te nemen met de naverkoopdienst.
Gebruik van het kookoppervlak
De ventilator werkt de hele tijd wanneer u het kookoppervlak en/of de oven gebruikt. Hij past daarbij zijn
koelvermogen aan aan de geselecteerde warmtestand.
Het is mogelijk dat de ventilator even blijft verderwerken nadat u het kookoppervlak en/of de oven heeft
u
zodat de apparaten en het aangrenzende keukenmeubilair voldoende kunnen afkoelen.
“Pandetectie aan- en uitschakelen”
De pandetectie wordt normaal gezien automatisch geactiveerd wanneer u het kookoppervlak aanzet, maar kan ook m
uitgeschakeld worden indien u dat wenst.
Uitschakelen:
1. Draai de bedieningsknop van de overeenkomstige opwarmzone op de functie “Gematigd verwarmen” .
2. Het functie-indicatorlampje begint te knipperen.
3. Draai de knop terug op stand “0”; het functie-indicatorlampje brandt nu ononderbroken. Draai de knop vervolg
e
de 5 seconden op de gewenste warmtestand of functie.
Inschakelen:
1. Om de pandetectievoorziening opnieuw in te schakelen, zet u de knop op stand “0”. Na ongeveer 5 tot 7 seconde
pandetectie opnieuw automatisch geactiveerd; de functie-indicator gaat dan uit.
Belangrijk:
het in- of uitschakelen dient voor elke opwarmzone apart te gebeuren.
• Draai de knop van de gewenste kookzone naar rechts tot de gewenste stand of tot op het symbool van de gewens
t
• Om de kookzone uit te schakelen, zet u de knop op stand “0”.
• De functies van het kookoppervlak (bvb. snelkoken) worden beschreven in het afzonderlijke productinformatie
b
het kookoppervlak.
-
1
-
2
