Casio XJ-UT331X, XJ-UT311WN, XJ-UT351W, XJ-UT351WN Netwerkfunctiegids

Type
Netwerkfunctiegids
1
DATA PROJECTOR
Netwerk functiegids
Lees de “Veiligheidsvoorzorgen” en “Voorzorgen in het gebruik” in het document
“Gebruiksaanwijzing” en zorg ervoor dat u dit product correct gebruikt.
Bewaar deze handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in op kunt zoeken.
Bezoek de website hieronder voor de nieuwste versie van deze handleiding.
http://world.casio.com/manual/projector/
Reikwijdte van de inhoud van deze handleiding
De procedures in deze handleiding zijn gebaseerd op een Windows computer met Network
Connection.
Als u andere apparatuur gebruikt, moet u de gebruikersdocumentatie voor uw software raadplegen
die u kunt verkrijgen via de downloadpagina van de software in kwestie.
De inhoud van deze Gebruiksaanwijzing kan zonder kennisgeving gewijzigd worden.
Kopiëren van deze handleiding, geheel of gedeeltelijk, is verboden. U mag deze handleiding
gebruiken voor uw eigen persoonlijk gebruik. Enig ander gebruik zonder toestemming van
CASIO COMPUTER CO., LTD. is verboden.
CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige gederfde winst, of
claims van derden voortkomend uit het gebruik van dit product of deze handleiding.
CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies of gederfde
winst als gevolg van gegevensverlies veroorzaakt door een storing of onderhoud aan dit
product, noch om enige andere reden.
De voorbeeldschermen in deze handleiding zijn uitsluitend bedoeld ter illustratie en het is
daarom mogelijk dat ze niet exact overeenkomen met de beelden zoals die daadwerkelijk door
het product weergegeven worden.
De schermafbeeldingen in deze handleiding zijn allemaal afkomstig uit de Engelse versie.
Sommige termen in de uitleg zijn ook gebaseerd op de schermen uit de Engelse versie.
NL
2
Welke software u nodig heeft om de netwerkfuncties te kunnen gebruiken hangt mede af van het soort
apparaat dat via het LAN zal worden verbonden met de projector, zoals u hieronder in de tabel kunt
zien.
Ga naar de website op de onderstaande URL om de software te downloaden.
http://world.casio.com/download/projector/
Belangrijk!
Bezoek voor u de bovenstaande software op een computer gaat downloaden eerst de CASIO
website voor informatie over de minimum systeemeisen, de downloadprocedure,
gebruiksvoorwaarden en andere voorzorgen die u in acht moet nemen.
Zie voor informatie over hoe u de bovenstaande software moet installeren de downloadpagina
zelf.
Vereiste software om netwerkfuncties te kunnen
gebruiken
Apparaat Software
Computer met Windows Network Connection (voor Windows)
Computer met Mac OS Network Connection (voor Mac OS)
DLP is een gedeponeerd handelsmerk van Texas Instruments uit de Verenigde Staten.
Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
HDMI, het HDMI Logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing, LLC.
Mac OS is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Apple Inc. in de Verenigde Staten
en in andere landen.
XGA is een gedeponeerd handelsmerk van IBM Corporation uit de Verenigde Staten.
Voor PJLink is een registratie als handelsmerk aangevraagd of inmiddels verleend in Japan, de
Verenigde Staten van Amerika en andere landen en gebieden.
Crestron en Crestron Connected zijn gedeponeerde handelsmerken van Crestron Electronics,
Inc. uit de Verenigde Staten.
AMX is een gedeponeerd handelsmerk van AMX LLC uit de Verenigde Staten.
Android
TM
is een handelsmerk van Google Inc.
Andere namen van bedrijven en producten zijn mogelijk gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.
Gedeelten van dit product zijn gedeeltelijk gebaseerd op het werk van de Independent JPEG
Group.
3
Inhoudsopgave
Vereiste software om netwerkfuncties te kunnen gebruiken .................2
Projecteren van de inhoud van het
computerscherm via een LAN-verbinding.................... 5
Stroomschema van LAN-verbinding tot projectie..................................5
De draadloze adapter aansluiten op de projector..................................6
Tot stand brengen van een draadloze LAN-verbinding tussen de
projector en een computer.....................................................................6
Projector-SSID............................................................................................................. 6
Tot stand brengen van een directe draadloze LAN-verbinding
tussen de projector en een computer.......................................................................... 7
De projector aansluiten op een extern netwerk zonder een directe draadloze
LAN-verbinding met een computer af te sluiten........................................................ 10
De projector verbinden met een draadloos LAN-toegangspunt zonder de directe
draadloze LAN-verbinding met een computer af te sluiten ....................................... 10
Om een bedrade LAN-verbinding tot stand te brengen tussen
de projector en een router en tegelijk een directe draadloze verbinding
te onderhouden tussen de projector en een computer............................................. 12
Een verbinding tot stand brengen tussen de projector en een
Computer via een draadloos LAN-toegangspunt ................................13
De projector verbinden met een draadloos LAN-toegangspunt................................ 13
Een verbinding tot stand brengen tussen de projector en een Computer en
projecteren via een draadloos LAN-toegangspunt.................................................... 14
De projector aansluiten op een computer via een bedraad LAN .........15
Een LAN-kabel gebruiken om een computer direct
te verbinden met de projector ................................................................................... 16
Tot stand brengen van een bekabelde LAN-verbinding tussen
de projector en een computer via een router ............................................................ 17
4
Netwerkinstellingen van de projector ......................... 18
Gebruiken van het instelmenu van de projector ..................................18
Gebruiken van de systeembeheerderspagina’s van de projector........20
Aanmelden op de systeembeheerderspagina’s van de projector ............................. 20
Aanmelden op de Projector Admin (Beheer projector) pagina’s
via een draadloze LAN-verbinding............................................................................ 20
Aanmelden op de Projector Admin (Beheer projector) pagina’s
via een bedrade LAN-verbinding.............................................................................. 20
Handelingen op de systeembeheerderspagina’s ...................................................... 22
Control Panel (Bedieningspaneel) Pagina netwerkitems ........................................... 24
Items op de pagina met netwerkinstellingen............................................................. 25
De projector op afstand bedienen via een LAN-verbinding....................................... 26
De projector op afstand bedienen vanaf een via het LAN verbonden computer........ 26
Bediening van de Bestandszoeker (File Viewer)
van de projector ............................................................ 29
De Viewer Control (Zoeker bediening) pagina openen.........................29
De Viewer Control (Zoeker bediening) pagina weergeven via een bedrade
LAN-verbinding........................................................................................................ 29
Terugkeren naar de “CASIO Projector” toppagina vanaf de Viewer Control
(Zoeker bediening) pagina........................................................................................ 29
Mogelijke handelingen op de Viewer Control
(Zoeker bediening) pagina....................................................................30
Bijlage ............................................................................ 31
Met diverse apparaten projecteren via een draadloze
LAN-verbinding ....................................................................................31
Network Connection gebruiken om te projecteren
van een computer met Mac OS................................................................................. 31
C-Assist gebruiken om te projecteren vanaf een smartphone of soortgelijke
apparatuur ................................................................................................................. 31
Oplossen van problemen .....................................................................32
Draadloze LAN-verbinding tussen de projector en een computer ............................ 32
De systeembeheerderspagina’s van de projector ..................................................... 32
5
Projecteren van de inhoud van het computerscherm
via een LAN-verbinding
Dit gedeelte behandelt alles wat u moet weten om een draadloze LAN-verbinding tot stand te brengen
tussen de projector en een computer en om de inhoud van het computerscherm te projecteren.
Er zijn een aantal verschillende manieren waarop u een LAN-verbinding tot stand kunt brengen tussen
de projector en een computer. Het stroomschema hieronder beschrijft wat u moet doen om een
LAN-verbinding tot stand te brengen.
Stroomschema van LAN-verbinding tot projectie
Installeer Network Connection op de computer
“Vereiste software om netwerkfuncties te kunnen gebruiken” (bladzijde 2)
Breng een draadloze LAN-verbinding tot stand tussen
de projector en een computer
Breng een bedrade LAN-verbinding tot stand tussen
de projector en een computer.
“De draadloze adapter aansluiten op de projector” (bladzijde 6)
“De projector
aansluiten op een
computer via een
bedraad LAN”
(bladzijde 15)
Als u het verbindingsproces wilt
vereenvoudigen
Als u een computer wilt verbinden
zonder verbinding te maken met een
extern netwerk (Internet of Intranet)*
1
Als u een bestaand LAN-toegangspunt
wilt gebruiken (draadloze router)
Als u een computer wilt verbinden door
verbinding te maken met een extern
netwerk (Internet of Intranet)
“Tot stand brengen van een draadloze
LAN-verbinding tussen de projector en een
computer” (bladzijde 6)
“Een verbinding tot stand brengen tussen de
projector en een Computer via een draadloos
LAN-toegangspunt” (bladzijde 13)*
2
“Network Connection Gids” (aparte handleiding)
*1 Nadat u een directe draadloze LAN-verbinding tot stand heeft gebracht tussen de projector en de
computer, zal de computer verbinding kunnen maken met een extern netwerk (Internet of Intranet)
via de projector. Zie “De projector aansluiten op een extern netwerk zonder een directe draadloze
LAN-verbinding met een computer af te sluiten” (bladzijde 10) voor meer informatie.
*2 Om op deze manier verbinding te kunnen maken, moet u eerst een directe LAN-verbinding tot
stand brengen tussen de projector en de computer, waarna u de juiste instellingen moet
configureren om de projector verbinding te laten maken met het draadloze LAN-toegangspunt.
6
Sluit de CASIO draadloze adapter die gespecificeerd wordt voor uw projectormodel aan op de
USB-A-aansluiting. Zie de Gebruikershandleiding van uw projector voor gedetailleerde informatie over
de locatie van de aansluitingen.
De procedures in dit gedeelte geven uitleg over hoe u Network Connection moet gebruiken, software
die is geïnstalleerd op een computer, om de SSID die wordt uitgezonden door de projector op te
zoeken en zo een verbinding tot stand te brengen tussen de computer en de projector. Er zijn drie
verschillende projector SSID-types, die hieronder alledrie beschreven worden. Let op, want de
verbindingsmethode en de vereiste handelingen hangen mede af van het SSID-type.
De draadloze adapter aansluiten op de projector
Als “Aan” is geselecteerd voor
“Plug-and-Play” op het instelmenu,
behoort de signaalbron
automatisch overgeschakeld te
worden naar “Netwerk” wanneer u
de draadloze adapter aansluit op
de projector, en zal het
stand-byscherm voor de
LAN-verbinding worden
geprojecteerd. Als de signaalbron
niet automatisch wordt
omgeschakeld, moet u [INPUT] zo
vaak indrukken als nodig is om
“Netwerk” te selecteren en dan op
[ENTER] drukken.
Tot stand brengen van een draadloze LAN-verbinding
tussen de projector en een computer
Projector-SSID
SSID-type Beschrijving
SSID voor eenvoudige
verbinding (ingebouwd)
Dit type SSID kan alleen worden gebruikt bij verbinding met Windows Network
Connection. Namen en instellingen voor elke naam zijn ingebouwd in de projector.
Deze SSID biedt de meest eenvoudige draadloze verbinding tussen de projector en
een computer. Versleuteling is WPA-PSK AES.
Generieke SSID
(ingebouwd)
Dit type SSID vraagt om het invoeren van een wachtwoord voor het verbinden.
Namen en instellingen voor elke naam zijn ingebouwd in de projector. De
fabrieksinstelling voor de SSID van de projector is casiolpj0101. Versleuteling is
WPA-PSK AES.
Gebruikers-SSID De namen en instellingen van dit type SSID kunt u zelf naar wens configureren, dus u
moet eerst een gebruikers-SSID aanmaken voor u dut kunt gebruiken. Zie “Maak een
gebruikers-SSID aan” (bladzijde 23).
Stand-byscherm voor de LAN-verbinding
7
In dit gedeelte wordt uitleg gegeven over hoe u Network Connection kunt gebruiken om een
projector-SSID op te zoeken en een draadloze LAN-verbinding tot stand te brengen tussen de
projector en de computer. De hier beschreven handelingen brengen een draadloze LAN-verbinding tot
stand tussen de projector en de computer en beginnen meteen met het projecteren van het
computerscherm.
Opmerking
Om verbinding te kunnen maken met een gebruikers-SSID, moet u eerst een gebruikers-SSID
aanmaken. Zie “Maak een gebruikers-SSID aan” (bladzijde 23).
Bediening op de projector
1.
Sluit de draadloze adapter op de projector aan (bladzijde 6) en zet dan de
projector aan.
2.
Druk zo vaak als nodig is op de [INPUT] toets van de projector om “Netwerk” te
selecteren en druk dan op [ENTER].
De signaalbron zal automatisch worden omgeschakeld naar “Netwerk” en de projectie van het
standby-scherm voor de LAN-verbinding zal beginnen.
De stappen 3 t/m 6 zijn niet nodig als u een door uzelf aangemaakt gebruikers-SSID gebruikt.
Ga in dit geval door naar stap 7.
3.
Druk op [MENU] en selecteer het volgende: “Netwerkinstellingen” 3
“Draadloos LAN instellingen projector” 3 “SSID”. Selecteer in het
dialoogvenster dat zal verschijnen de SSID die u wilt gebruiken voor de
verbinding.
4.
Druk twee keer op [ESC] om terug te keren naar “Netwerkinstellingen”.
5.
Gebruik de [] toets om “Netwerkinstellingen bijwerken” te selecteren en druk
dan op [ENTER].
Er zal een bevestiging verschijnen of u inderdaad de netwerkinstellingen wilt bijwerken.
6.
Druk op de [] toets om “Ja” te selecteren en druk dan op [ENTER].
Hierdoor wordt de verandering van SSID toegepast op de projector en wordt het
dialoogvenster gesloten. Wacht tot het standby-scherm voor de LAN-verbinding weer wordt
geprojecteerd.
Als er in de buurt meerdere projectoren worden gebruikt, moet u voor elke projector een
aparte SSID selecteren.
Tot stand brengen van een directe draadloze LAN-verbinding
tussen de projector en een computer
Om dit type SSID te gebruiken: Selecteer dit:
SSID voor eenvoudige verbinding casiolpj0001, casiolpj0002, casiolpj0003, of casiolpj0004
Generieke SSID casiolpj0101, casiolpj0102, casiolpj0103, of casiolpj0104
Draadloze LAN-verbinding
Projector
8
Bediening op de computer
7.
Start Network Connection op.
Als het “Netwerklocatie instellen” dialoogvenster verschijnt, kunt u op [Annuleren] klikken om
het dialoogvenster te sluiten.
Het Network Connection venster zal verschijnen met de melding “Connecting”.
Als de projector niet gevonden kan worden, zal er een [Reconnect] knop verschijnen in het
Network Connection venster. Als dit gebeurt, moet u de hieronder vermelde punten
controleren en op de [Reconnect] knop klikken.
Controleer of de draadloze adapter correct is aangesloten op de projector. Zie “De
draadloze adapter aansluiten op de projector” (bladzijde 6).
Controleer of de projector aan staat en of het standby-scherm voor de LAN-verbinding
wordt geprojecteerd.
Als er meerdere projectoren gevonden worden waarmee verbinding kan worden gemaakt, zal
er een “Projector List” dialoogvenster verschijnen. Klik als dit gebeurt op de SSID van de
projector waarmee u verbinding wilt maken en klik dan op [OK].
8.
Wat u vervolgens moet doen, hangt af van het type SSID dat u bij stap 3 van deze
procedure hebt geselecteerd, zoals hieronder wordt beschreven.
Voor dit type SSID: Voert u deze handeling uit:
SSID voor eenvoudige
verbinding
Voer in het “Enter the login code.” dialoogvenster dat zal verschijnen de
gebruikersnaam*
1
en de aanmeldcode*
2
in en klik dan op [OK].
Generieke SSID 1. Voer in het “Enter the passphrase or WEP key.” dialoogvenster dat zal
verschijnen de gebruikersnaam*
1
en het wachtwoord in en klik dan op [OK].
Voer de hieronder vermelde tekens in overeenkomstig de SSID van de
projector waarmee u verbinding maakt in zowel het “Passphrase/WEP Key
Input” vak als in het “Confirm” vak.
2. Voer in het “Enter the login code.” dialoogvenster dat zal verschijnen de
aanmeldcode*
2
in en klik dan op [OK].
Gebruikers-SSID 1. Voer in het “Enter the passphrase or WEP key.” dialoogvenster dat zal
verschijnen de gebruikersnaam*
1
en het wachtwoord in en klik dan op [OK].
Voer in de invulvakken “Passphrase/WEP Key Input” en “Confirm” de
tekenreeks in die u heeft opgegeven als het wachtwoord bij het aanmaken
van de gebruikers-SSID.
2. Voer in het “Enter the login code.” dialoogvenster dat zal verschijnen de
aanmeldcode*
2
in en klik dan op [OK].
*1 In het “User Name” vak kunt u een naam van maximaal 12 tekens lang invullen. De
gebruikersnaam die u hier invult, zal als gebruikersnaam worden weergegeven op het
geprojecteerde beeld.
SSID van de projector waarmee
verbinding wordt gemaakt
In te voeren tekenreeks
(wachtwoord)
casiolpj0101 casiolpj01
casiolpj0102 casiolpj02
casiolpj0103 casiolpj03
casiolpj0104 casiolpj04
9
Wanneer de projector is verbonden met een computer via een draadloos LAN, zal er een
Network Connection venster zoals hieronder verschijnen op het computerscherm. Het beeld
op het computerscherm (hoofdscherm) zal worden geprojecteerd.
Zie voor details over handelingen in het Network Connection venster de aparte “Network
Connection Gids”.
Opmerking
(Draadloze LAN-verbinding met een generieke SSID of gebruikers-SSID)
Nadat u de bovenstaande handeling verricht heeft, zal Network Connection het wachtwoord
voor de laatst gebruikte verbinding onthouden. Daarom hoeft u het wachtwoord niet opnieuw
in te voeren als u opnieuw verbinding maakt tussen dezelfde computer en projector (zolang de
SSID niet is veranderd).
De instellingen kunnen zo worden geconfigureerd dat de aanmeldcode niet ingevoerd hoeft te
worden. Zie voor informatie over het configureren van deze instellingen “Configureer
netwerkinstellingen via de Control Panel (Bedieningspaneel) pagina” (bladzijde 22).
*2 In het “Login Code” vak moet u het getal van vier cijfers dat wordt getoond in de linker
bovenhoek van het standby-scherm voor de LAN-verbinding invoeren. De aanmeldcode
wordt telkens wanneer de projector opnieuw wordt opgestart vervangen door een nieuwe.
Telkens wanneer u de bovenstaande procedure om verbinding te maken uitvoert, moet u de
aanmeldcode op het geprojecteerde beeld controleren en de juiste aanmeldcode invoeren
voor deze sessie.
10
Wanneer er een directe draadloze LAN-verbinding bestaat tussen de projector en een computer, kan
de projector verbinding maken met een draadloos toegangspunt dat is verbonden met een extern
netwerk (Internet of Intranet) zonder de verbinding met de computer af te sluiten.
Belangrijk!
Dit type verbinding maakt het de computer mogelijk het netwerk te gebruiken (Internet of
Intranet) waarmee verbinding bestaat via het draadloze LAN-toegangspunt of de router. De
netwerkomgeving waartoe de computer toegang heeft hangt mede af van het draadloze
LAN-toegangspunt of de router in kwestie.
Dit type verbinding gaat ervan uit dat er een DHCP-server in werking is op het netwerk
waartoe het draadloze LAN-toegangspunt of de router behoort.
De projector verbinden met een draadloos LAN-toegangspunt
zonder de directe draadloze LAN-verbinding met een computer
af te sluiten
1.
Voer de procedure onder “Tot stand brengen van een directe draadloze
LAN-verbinding tussen de projector en een computer” (bladzijde 7) uit om een
draadloze LAN-verbinding tot stand te brengen tussen de projector en een
computer.
2.
Klik in het Network Connection venster op en klik vervolgens in het menu dat
zal verschijnen op [Admin Screen].
Hierdoor wordt de webbrowser van de computer opgestart en zal de toppagina van “CASIO
Projector” worden weergegeven.
3.
Klik aan de linkerkant op “Projector Admin”. Voer het wachtwoord in op het
wachtwoordscherm dat zal verschijnen.
De fabrieksinstelling voor het wachtwoord is “admin”.
4.
Klik op de [Login] knop.
Als het aanmelden normaal verloopt, zal de “System Status” pagina verschijnen.
De projector aansluiten op een extern netwerk zonder een
directe draadloze LAN-verbinding met een computer af te
sluiten
Draadloze LAN-verbinding
Draadloos LAN-toegangspunt
(of router)
Draadloze LAN-verbinding
Of bedrade LAN-verbinding
Projector
11
5.
Klik aan de linkerkant op “Network Settings”.
Hierdoor wordt de “Network Settings” pagina geopend.
De rode kaders laten zien welke invoer en instellingen hier vereist zijn. U hoeft geen andere
instellingen te veranderen.
Zie voor details over deze pagina “Configureer netwerkinstellingen via de pagina met
netwerkinstellingen” (bladzijde 23).
6.
Klik op de “Obtain an IP address automatically” knop zodat deze verandert in
.
7.
Klik op de “Auto” knop in het “DHCP Settings” gedeelte zodat deze verandert in
.
8.
Configureer de instellingen voor verbinding met een draadloos
LAN-toegangspunt vanaf de projector.
1. Klik op de “Enable” knop in het “External Access Point” gedeelte zodat deze verandert in .
2. Klik op [Scan Access Point].
“Select an access point.” verschijnt in het “External Access Point SSID” vak.
3. Klik op de [] knop rechts van het “External Access Point SSID” (SSID extern toegangspunt)
vak en selecteer de SSID waar u verbinding mee wilt maken van de lijst die zal verschijnen.
De lijst die verschijnt wanneer u op de [] knop klikt, toont toegangspunten waarvan de
signalen op dat moment gedetecteerd kunnen worden door de projector en maximaal acht
toegangspunten waarmee eerder verbinding is gemaakt.
Als u met de hand een SSID wilt invoeren, moet u de “Enter the key.” optie van de lijst
selecteren. Voer vervolgens de gewenste SSID in het “External Access Point SSID” vak in.
4. Voer in het “Passphrase/WEP Key” vak het wachtwoord of de WEP-sleutel in voor het
toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken.
U hoeft niets in te voeren als het toegangspunt dat u wilt gebruiken geen wachtwoord of
WEP-sleutel vereist.
Elk teken van het wachtwoord of de WEP-sleutel dat u invoert wordt aangegeven door een
asterisk (*) in het invoervak in kwestie. Als u wilt kunnen zien welke tekens u heeft
ingevoerd, moet u het “Hide characters” aankruisvakje leeg maken.
5. Klik op [Apply] om uw verbindingsinstellingen op te slaan.
Als het wachtwoord of de WEP-sleutel correct is, zal het normaal gesproken één tot een
paar minuten duren voor er verbinding tot stand wordt gebracht met het toegangspunt.
12
9.
Gebruik de afstandsbediening die wordt meegeleverd met de projector om te
controleren of de projector is verbonden met het draadloze LAN-toegangspunt.
1. Druk op [MENU] en selecteer dan “Netwerkinstellingen” 3 “Draadloos LAN informatie”.
2. Kruis in het “Draadloos LAN informatie” dialoogvenster dat zal verschijnen “Verbindingsstatus
extern AP” aan.
Als “Verbonden” wordt aangegeven, betekent dit dat de projector is verbonden met het
draadloze LAN-toegangspunt. Als “Niet verbonden” wordt aangegeven, moet u deze
procedure opnieuw uitvoeren vanaf stap 1.
Wanneer het externe toegangspunt functioneert als een DHCP-server, zal het afsluiten van
de verbinding het IP-adres van de projector doen veranderen in een waarde die wordt
bepaald door het externe toegangspunt.
Opmerking
Wanneer u de bovenstaande instellingen configureert en de projector verbindt met een
draadloos LAN-toegangspunt, zal de projector automatisch verbinding maken met hetzelfde
draadloze LAN-toegangspunt wanneer u de signaalbron omschakelt naar “Netwerk”. Dit zal
gebeuren zolang de projector binnen het bereik is van het draadloze LAN-toegangspunt en
zolang de instellingen van het draadloze LAN-toegangspunt en de instellingen van de
projector niet zijn veranderd.
Om een bedrade LAN-verbinding tot stand te brengen tussen
de projector en een router en tegelijk een directe draadloze
verbinding te onderhouden tussen de projector en een
computer
1.
Voer de procedure onder “Tot stand brengen van een directe draadloze
LAN-verbinding tussen de projector en een computer” uit (bladzijde 7).
2.
Gebruik een LAN-kabel (we raden u aan een afgeschermde LAN-kabel (STP) te
gebruiken) om de projector te verbinden met de router.
13
Er kan een LAN-verbinding tot stand worden gebracht tussen de projector en de computer door ze
beide te verbinden met een bestaand draadloos LAN-toegangspunt binnen een bedrijf enz.
Belangrijk!
Dit type verbinding maakt het mogelijk voor de computer om het netwerk (internet of intranet)
te gebruiken waarmee het draadloze LAN-toegangspunt is verbonden. De netwerkomgeving
waartoe de computer toegang heeft hangt mede af van het draadloze LAN-toegangspunt in
kwestie.
Dit type verbinding gaat ervan uit dat het draadloze LAN-toegangspunt functioneert als een
DHCP-server of dat er een DHCP-server aanwezig is op het netwerk waartoe het draadloze
LAN-toegangspunt behoort.
Voer in plaats van van stap 7 onder “De projector verbinden met een draadloos LAN-toegangspunt
zonder de directe draadloze LAN-verbinding met een computer af te sluiten” (bladzijde 10) de stap
hieronder uit.
7.
Klik in het “Access Point Function” gedeelte op de “Disable” knop zodat deze
verandert in .
Als er een directe draadloze LAN-verbinding is tussen de projector en een computer, zal die
verbinding worden afgesloten door in stap 8 op [Apply] te klikken.
Een verbinding tot stand brengen tussen de projector
en een Computer via een draadloos
LAN-toegangspunt
De projector verbinden met een draadloos LAN-toegangspunt
Draadloos LAN-toegangspunt
Draadloos LANDraadloos LAN
Projector
14
De onderstaande procedure gaat uit van de voorwaarden die hieronder vermeld staan.
De computer is al verbonden met het draadloze LAN-toegangspunt.
Het maakt geen verschil of de computer is verbonden via een draadloos LAN (Wi-Fi) of een bedraad
LAN (via een LAN-kabel). Als de computer is verbonden via een bedrade LAN-verbinding, moet u
ervoor zorgen dat de draadloze functie van de computer is uitgeschakeld.
De instellingen van de projector zijn al geconfigureerd via de procedure onder “De projector
verbinden met een draadloos LAN-toegangspunt” hierboven en de instellingen voor het draadloos
LAN-toegangspunt en/of de projector zijn sindsdien niet veranderd.
De projector is binnen het bereik dat wordt ondersteund door het draadloze LAN-toegangspunt.
Bediening op de projector
1.
Sluit de draadloze adapter op de projector aan (bladzijde 6) en zet dan de
projector aan.
2.
Druk zo vaak als nodig is op de [INPUT] toets van de projector om “Netwerk” te
selecteren en druk dan op [ENTER].
De signaalbron zal automatisch worden omgeschakeld naar “Netwerk” en de projectie van het
standby-scherm voor de LAN-verbinding zal beginnen.
Bediening op de computer
3.
Start Network Connection op.
Als het “Netwerklocatie instellen” dialoogvenster verschijnt, kunt u op [Annuleren] klikken om
het dialoogvenster te sluiten.
Het Network Connection venster zal verschijnen met de melding “Connecting”.
Als er meerdere projectoren gevonden worden waarmee verbinding kan worden gemaakt, zal
er een “Projector List” dialoogvenster verschijnen. Klik als dit gebeurt op het IP-adres van de
projector waarmee u verbinding wilt maken en klik dan op [OK]. Kruis voor het IP-adres van de
projector “Server IP” aan in de linker benedenhoek van het geprojecteerde beeld
(standby-scherm voor de LAN-verbinding).
4.
Voer in het “Enter the login code.” dialoogvenster dat zal verschijnen de
aanmeldcode in en klik dan op [OK].
In het “Login Code” vak moet u het getal van vier cijfers dat wordt getoond in de linker
bovenhoek van het standby-scherm voor de LAN-verbinding invoeren.
Wanneer de projector is verbonden met een computer via een draadloos LAN, zal er een
Network Connection venster zoals hieronder verschijnen op het computerscherm. Het beeld
op het computerscherm (hoofdscherm) zal worden geprojecteerd.
Zie voor details over handelingen in het Network Connection venster de aparte “Network
Connection Gids”.
Opmerking
De instellingen kunnen zo worden geconfigureerd dat de aanmeldcode niet ingevoerd hoeft te
worden. Zie voor informatie over het configureren van deze instellingen “Configureer
netwerkinstellingen via de Control Panel (Bedieningspaneel) pagina” (bladzijde 22).
Een verbinding tot stand brengen tussen de projector en een
Computer en projecteren via een draadloos
LAN-toegangspunt
15
De methode die u het beste kunt gebruiken om de projector te verbinden met een computer via een
bedraad LAN hangt ervan af of de computer tegelijkertijd ook verbonden zal zijn met een extern
netwerk.
Bedrade LAN-verbinding wanneer het niet nodig is om de computer te
verbinden met een extern netwerk.
Gebruik een LAN-kabel om de projector en de computer met elkaar te verbinden.
Zie voor informatie over hoe u dit moet doen “Een LAN-kabel gebruiken om een computer direct te
verbinden met de projector” (bladzijde 16).
Bedrade LAN-verbinding wanneer u de computer ook wilt verbinden met een
extern netwerk
Gebruik LAN-kabels om de projector en de computer te verbinden met dezelfde router. In deze
configuratie kan de computer het netwerk (Internet of infranet) gebruiken waarop de router is
aangesloten. De netwerkomgeving waartoe de computer toegang heeft hangt mede af van de router in
kwestie.
Zie voor informatie over hoe u dit moet doen “Tot stand brengen van een bekabelde LAN-verbinding
tussen de projector en een computer via een router” (bladzijde 17).
Belangrijk!
We raden u aan afgeschermde LAN-kabels (STP) te gebruiken voor een bedrade
LAN-verbinding om storing van radio’s, tv’s en andere ontvangstapparatuur te voorkomen.
De projector aansluiten op een computer via een
bedraad LAN
Bedrade LAN-verbinding
Projector
Router
Bedrade LAN-verbindingBedrade LAN-verbinding
Projector
16
1.
Verbind de computer met de projector via de LAN-kabel (we raden u aan een
afgeschermde LAN-kabel (STP) te gebruiken).
Bediening op de projector
2.
Druk op de [INPUT] toets. Hierdoor wordt het “Ingangssignaal” dialoogvenster
geopend.
3.
Gebruik de [] en [] toetsen om “Netwerk” te selecteren en druk vervolgens
op [ENTER].
4.
Controleer het IP-adres (“Server IP”) in de linker benedenhoek van het
standby-scherm voor de LAN-verbinding.
Hier zullen we als IP-adres van de projector 192.168.100.10 gebruiken (de fabrieksinstelling
van de projector).
Bediening op de computer
5.
Controleer of de instellingen geconfigureerd zijn voor het automatisch verkrijgen
van het IP-adres van de computer.
Als u het IP-adres van de computer met de hand wilt instellen, moet u dit veranderen naar
192.168.100.XXX (XXX is a waarde 1 t/m 9 of 11 t/m 254).
De stappen tot dit punt zijn bedoeld om een LAN-verbinding tot stand te brengen tussen de
projector en de computer. De stappen vanaf dit punt zijn bedoeld om het computerscherm te
projecteren.
6.
Start Network Connection op.
Als het “Netwerklocatie instellen” dialoogvenster verschijnt, kunt u op [Annuleren] klikken om
het dialoogvenster te sluiten.
Het Network Connection venster zal verschijnen met de melding “Connecting”.
7.
Voer in het “Enter the login code.” dialoogvenster dat verschijnt de vereiste
aanmeldcode in.
In het “Login Code” vak moet u het getal van vier cijfers dat wordt getoond in de linker
bovenhoek van het standby-scherm voor de LAN-verbinding invoeren.
Een LAN-kabel gebruiken om een computer direct te
verbinden met de projector
17
8.
Klik op [OK] wanneer u tevreden bent met de ingevoerde gegevens.
Hierdoor zal het Network Connection venster veranderen zoals hieronder staat aangegeven en
zal de projectie van het computerscherm (hoofdvenster) beginnen.
Zie voor details over handelingen in het Network Connection venster de aparte “Network
Connection Gids”.
Opmerking
Wanneer u het bovenstaande type verbinding gebruikt, kunnen de instellingen zo worden
geconfigureerd dat er geen aanmeldcode ingevoerd hoeft te worden. Zie voor informatie over
het configureren van deze instellingen “Configureer netwerkinstellingen via de Control Panel
(Bedieningspaneel) pagina” (bladzijde 22).
De procedure hieronder gaat ervan uit dat er een DHCP-server beschikbaar is op het netwerk waartoe
de router behoort en dat er een LAN-verbinding bestaat tussen de computer en de router.
Bediening op de projector
1.
Gebruik een LAN-kabel (we raden u aan een afgeschermde LAN-kabel (STP) te
gebruiken) om de projector aan te sluiten op de router waarmee de computer is
verbonden via het LAN.
2.
Selecteer op de projector “Automatisch” bij “IP-instellingen”.
1. Voer de volgende stappen uit om het IP-instellingen dialoogvenster te openen:
[MENU] toets 3 “Netwerkinstellingen” 3 “LAN (via bedrading) instellingen projector”.
2. Druk op de [] toets om “Automatisch” te selecteren bij “IP-instellingen”.
3. Druk op [ESC] om terug te keren naar “Netwerkinstellingen”.
4. Selecteer “Netwerkinstellingen bijwerken” en druk vervolgens op [ENTER].
5. Druk in het dialoogvenster voor het bijwerken van de netwerkinstellingen op de [] toets om
“Ja” te selecteren en druk dan op [ENTER].
Bediening op de computer
3.
Voer de handeling van stap 3 onder “Een verbinding tot stand brengen tussen de
projector en een Computer en projecteren via een draadloos
LAN-toegangspunt” (bladzijde 14) uit.
Tot stand brengen van een bekabelde LAN-verbinding tussen
de projector en een computer via een router
18
Netwerkinstellingen van de projector
Er zijn twee types netwerkinstellingen van de projector: basisinstellingen die alleen door de projector
kunnen worden geconfigureerd en meer gedetailleerde instellingen die kunnen worden geconfigureerd
met een computer die verbonden is met de projector via een LAN-verbinding en waarmee de
“Projector Admin” pagina’s van de projector kunnen worden geopend.
U kunt het “Netwerkinstellingen” hoofdmenu, een onderdeel van het instelmenu van de projector,
gebruiken om informatie over de projector en de LAN-verbinding met externe apparatuur te bekijken
en de instellingen daarvoor te configureren.
Gebruiken van het instelmenu van de projector
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
Informatie over het
bekabelde LAN weergeven
1. Druk op [MENU] en selecteer het volgende: “Netwerkinstellingen” 3 “LAN (via
bedrading) informatie”.
2. Druk op de [ENTER] toets. Hierdoor zal de informatie hieronder worden
weergegeven.
Projectornaam: De fabrieksinstelling bestaat uit de zes meest rechtse cijfers van
het MAC-adres. U kunt de naam van de projector veranderen met behulp van
de procedure onder “Configureer netwerkinstellingen via de Control Panel
(Bedieningspaneel) pagina” (bladzijde 22).
MAC-adres: Vast bedraad LAN MAC-adres toegewezen aan elke projector
IP-adres: Het IP-adres dat op dit moment is toegewezen aan de projector
DHCP: Toont de huidige functionele DHCP-serverstatus van de projector
(“Automatisch” of “Uitschakelen”).
Informatie over het
draadloze LAN weergeven
1. Druk op [MENU] en selecteer het volgende: “Netwerkinstellingen” 3 “Draadloos
LAN informatie”.
2. Druk op de [ENTER] toets. Hierdoor zal de informatie hieronder worden
weergegeven.
SSID: Toont de huidige SSID van de projector (gebruikt voor de draadloze
LAN-verbinding met externe apparatuur).
Draadloos MAC-adres: Vast draadloos LAN MAC-adres dat is toegewezen aan
de draadloze adapter.
IP-adres: Het IP-adres dat op dit moment is toegewezen aan de projector.
DHCP: Toont de huidige DHCP-serverstatus van de projector (“Automatisch” of
“Uitschakelen”).
Beveiligingsinstellingen: Toont de gebruikte versleuteling onder de huidige SSID
van de projector.
SSID extern AP: Verschijnt wanneer “Enable” is ingesteld voor “External Access
Point” op de “Network Settings” pagina. Wanneer de projector is verbonden
met een extern draadloos LAN-toegangspunt, wordt hier de SSID van dat
toegangspunt getoond. Wanneer er geen verbinding is, wordt hier “Geen
verbinding” aangegeven.
Verbindingsstatus extern AP: Verschijnt wanneer “Enable” is ingesteld voor
“External Access Point” op de “Network Settings” pagina. Wanneer de
projector is verbonden met een extern draadloos LAN-toegangspunt, wordt
hier “Verbonden” getoond. Wanneer er geen verbinding is, wordt hier “Niet
verbonden” aangegeven.
19
De SSID veranderen
Belangrijk!
Als er al een gebruikers-SSID is aangemaakt, kunt u de SSID niet
veranderen via het menu van de projector.
1. Druk op [MENU] en selecteer het volgende: “Netwerkinstellingen” 3 “Draadloos
LAN instellingen projector” 3 “SSID”.
2. Druk op de [ENTER] toets.
Hierdoor zal er een lijst met beschikbare SSID’s verschijnen.
3. Gebruik de [] en [] toetsen om de gewenste SSID te selecteren en druk dan op
[ENTER].
4. Gebruik [ESC] om terug te keren naar “Netwerkinstellingen”.
5. Gebruik de [] toets om “Netwerkinstellingen bijwerken” te selecteren en druk
dan op [ENTER].
6. Druk in het dialoogvenster dat ter bevestiging verschijnt op [] om “Ja” te
selecteren en druk dan op [ENTER].
Verander de IP-instellingen 1. Druk op [MENU] en selecteer het volgende: “Netwerkinstellingen” 3 “LAN (via
bedrading) instellingen projector” of “Netwerkinstellingen” 3 “Draadloos LAN
instellingen projector” 3 “IP-instellingen”.
2. Configureer in het “IP-instellingen” dialoogvenster dat verschijnt de onderstaande
instellingen.
Om automatische verkrijging van het IP-adres in te stellen, moet u
“Automatisch” selecteren voor “IP-instellingen”.
Om het IP-adres met de hand in te kunnen stellen, moet u “Handmatig”
instellen voor “IP-instellingen” en het IP-adres met de hand invoeren (zie
hieronder).
(1) Gebruik de [] toets om “IP-adres” te selecteren en druk dan op [ENTER].
Hierdoor wordt het “IP-adres invoeren” dialoogvenster geopend.
(2) Gebruik de [] en [] toetsen om de eerste groep (drie cijfers) van het
IP-adres in te voeren. Wanneer u klaar bent, drukt u op [].
(3) Herhaal stap (2) om de groepen twee t/m vier in te voeren.
Voor elke groep kan een waarde worden opgegeven binnen de volgende
bereiken: 1e: 1 t/m 223; 2e: 0 t/m 255; 3e: 0 t/m 255; 4e: 1 t/m 254.
(4) Wanneer u klaar bent met het invoeren van het IP-adres, drukt u op [ESC].
3. Gebruik [ESC] om terug te keren naar “Netwerkinstellingen”.
4. Gebruik de [] toets om “Netwerkinstellingen bijwerken” te selecteren en druk
dan op [ENTER].
5. Druk in het dialoogvenster dat ter bevestiging verschijnt op [] om “Ja” te
selecteren en druk dan op [ENTER].
Initialiseer de
netwerkinstellingen
1. Druk op [MENU] en selecteer het volgende: “Netwerkinstellingen” 3
“Netwerkinstellingen terugstellen”.
2. Druk op de [ENTER] toets.
3. Druk in het dialoogvenster dat ter bevestiging verschijnt op [] om “Ja” te
selecteren en druk dan op [ENTER].
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
20
Aanmelden op de Projector Admin (Beheer projector) pagina’s
via een draadloze LAN-verbinding
1.
Voer de procedure onder “Tot stand brengen van een directe draadloze
LAN-verbinding tussen de projector en een computer” (bladzijde 7) uit om een
draadloze LAN-verbinding tot stand te brengen tussen de projector en een
computer.
2.
Klik in het Network Connection venster op en klik vervolgens in het menu dat
zal verschijnen op [Admin Screen].
Hierdoor wordt de webbrowser van de computer opgestart en zal de toppagina van “CASIO
Projector” worden weergegeven.
3.
Klik aan de linkerkant op “Projector Admin”. Voer het wachtwoord in op het
wachtwoordscherm dat zal verschijnen. (De fabrieksinstelling voor het
wachtwoord is “admin”.)
4.
Klik op de [Login] knop.
Als het aanmelden normaal verloopt, zal de “System Status” pagina verschijnen.
Aanmelden op de Projector Admin (Beheer projector) pagina’s
via een bedrade LAN-verbinding
1.
Voer een van de onderstaande handelingen ((A), (B), of (C)) uit om een computer
te verbinden met de projector via een bekabelde LAN-verbinding.
(A) Een bedrade LAN-verbinding tot stand brengen tussen de projector
en een computer met het IP-adres dat automatisch is toegewezen
aan de computer
1. Gebruik een LAN-kabel (we raden u aan een afgeschermde LAN-kabel (STP) te gebruiken) om
een computer direct te verbinden met de projector.
Bediening op de projector
2. Voer de volgende stappen uit om het IP-instellingen dialoogvenster te openen: [MENU] 3
“Netwerkinstellingen” 3 “LAN (via bedrading) instellingen projector”.
3. Druk op de [] toets om “Handmatig” te selecteren bij “IP-instellingen”.
4. Druk op [ESC] om terug te keren naar “Netwerkinstellingen”.
5. Selecteer “Netwerkinstellingen bijwerken” en druk vervolgens op [ENTER].
6. Druk als respons in het dialoogvenster dat ter bevestiging verschijnt op [] om “Ja” te
selecteren en druk dan op [ENTER].
Gebruiken van de systeembeheerderspagina’s van
de projector
Aanmelden op de systeembeheerderspagina’s van de projector
21
Bediening op de computer
7. Controleer of de instellingen geconfigureerd zijn voor het automatisch verkrijgen van het
IP-adres van de computer.
Er wordt automatisch een IP-adres toegewezen aan uw computer in overeenstemming met
het IP-adres van de projector en er zal een LAN-verbinding via bedrading tot stand worden
gebracht.
(B) Het IP-adres van uw computer met de hand instellen voor een
LAN-verbinding via bedrading (wanneer het IP-adres van uw
computer vast is ingesteld)
1. Voer de stappen 1 t/m 6 van (A) hierboven uit.
Bediening op de computer
2. Geef een IP-adres voor de computer op. De cijfergroepen 1, 2, en 3 moeten hetzelfde zijn als
die van het IP-adres van de projector. Geev voor cijfergroep 4 een waarde op van 1 t/m 254
die verschilt van het IP-adres van de projector.
Als het IP-adres van de projector bijvoorbeeld 192.168.100.10 is (de fabrieksinstelling), dan
moet u voor de computer een IP-adres instellen van 192.168.100.XXX, waar XXX een
waarde is van 1 t/m 9, of 11 t/m 254.
(C)Tot stand brengen van een bekabelde LAN-verbinding tussen de
projector en een computer via een router *
1
1. Gebruik een LAN-kabel (we raden u aan een afgeschermde LAN-kabel (STP) te gebruiken) om
de projector aan te sluiten op de router waarmee de computer is verbonden via het LAN.
Bediening op de projector
2. Voer de volgende stappen uit om het IP-instellingen dialoogvenster te openen: [MENU] 3
“Netwerkinstellingen” 3 “LAN (via bedrading) instellingen projector”.
3. Druk op de [] toets om “Automatisch” te selecteren bij “IP-instellingen”.
4. Voer de stappen 4 t/m 6 van (A) hierboven uit.
Bediening op de projector
2.
Druk zo vaak als nodig is op de [INPUT] toets van de projector om “Netwerk” te
selecteren en druk dan op [ENTER].
Hierdoor zal het standby-scherm voor de LAN-verbinding worden geprojecteerd.
3.
Controleer het IP-adres (“Server IP”) in de linker benedenhoek van het
standby-scherm voor de LAN-verbinding.
Bediening op de computer
4.
Start de webbrowser van de computer op, voer “http://<IP-adres dat u bij stap 3
hierboven hebt opgezocht>” in de adresbalk in en druk dan op [Enter].
Hierdoor wordt de “CASIO Projector” toppagina geopend.
*1 Deze procedure gaat ervan uit dat er een DHCP-server wordt gebruikt op het netwerk waartoe
de router behoort en dat er een LAN-verbinding is tussen de computer en de router.
22
5.
Klik aan de linkerkant op “Projector Admin”. Voer het wachtwoord in op het
wachtwoordscherm dat zal verschijnen. (De fabrieksinstelling voor het
wachtwoord is “admin”.)
6.
Klik op [Login].
Als het aanmelden normaal verloopt, zal de “System Status” pagina verschijnen.
Voer de onderstaande handelingen uit nadat u zich hebt aangemeld op de Projector Admin pagina’s.
Zie voor informatie over de bediening tot het aanmelden “Aanmelden op de
systeembeheerderspagina’s van de projector” (bladzijde 20).
Handelingen op de systeembeheerderspagina’s
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
Laat de systeemstatus
weergeven
Klik aan de linkerkant op “System Status”. Hierdoor zal de informatie hieronder worden
weergegeven.
Firmware Version: Dit is de versie van de ingebouwde software van de projector
(firmware).
IP Address: Het IP-adres dat op dit moment is toegewezen aan de projector.
Subnet Mask: De waarde voor het subnetmasker die op dit moment is toegewezen
aan de projector.
Default Gateway: Standaard gateway die op dit moment is ingesteld voor de
projector.
MAC-adres: Vast bedraad LAN MAC-adres toegewezen aan elke projector.
Wireless MAC Address: Vast draadloos LAN MAC-adres dat is toegewezen aan de
draadloze adapter.
Projection Status:
Projection Standby: De projector staat klaar om te projecteren via een
LAN-verbinding.
Projecting: De projector is aan het projecteren via een LAN-verbinding.
Number of Users: Het aantal gebruikers dat op dit moment vanaf hun computers aan
het projecteren is via een LAN-verbinding.
Login Code: De huidige aanmeldcode van de projector.
Configureer
netwerkinstellingen via
de Control Panel
(Bedieningspaneel)
pagina
1. Klik in het linker venster op “Control Panel” om de “Control Panel” pagina weer te
geven.
De instellingen op de “Control Panel” pagina zijn verdeeld in de twee groepen die
hieronder worden weergegeven. U kunt de instellingen in een groep tegelijk
configureren.
Groep 1: Projector name, Login Code
Groep 2: Show User Name, Remote On, PJLink Authentication,
IEEE 802.11n (Wi-Fi), Channel Width
2. Ga naar de “Control Panel” pagina en configureer de instellingen van Groep 1 of
Groep 2.
Zie voor informatie over het configureren van deze instellingen “Control Panel
(Bedieningspaneel) Pagina netwerkitems” (bladzijde 24).
3. Om de instellingen voor Groep 1 toe te passen, moet u op [Apply] klikken onder
“Login Code”. Om de instellingen voor Groep 2 toe te passen, moet u op [Apply]
klikken onder “Channel Width”. Er zal een dialoogvenster verschijnen of u inderdaad
de projector opnieuw wilt opstarten.
4. Klik om de projector opnieuw op te starten en de veranderde instellingen van kracht
te laten worden op [OK].
Als u op [OK] klikt, wordt de projector opnieuw opgestart en worden de veranderde
instellingen van kracht. De LAN-verbinding tussen de projector en de computer zal
hiervoor worden verbroken.
23
Configureer
netwerkinstellingen via
de pagina met
netwerkinstellingen
1. Klik aan de linkerkant op “Network Settings”.
2. Op de “Network Settings” pagina die nu zal verschijnen, kunt u de gewenste
instellingen veranderen.
Zie voor informatie over de instellingen die u kunt configureren en de vereiste
handelingen “Items op de pagina met netwerkinstellingen” (bladzijde 25).
3. Om de veranderingen die u gemaakt heeft via de “Network Settings” pagina toe te
passen op de projector, moet u op [Apply] (Toepassen) klikken. Er zal een
dialoogvenster verschijnen of u inderdaad de projector opnieuw wilt opstarten.
4. Klik om de projector opnieuw op te starten en de veranderde instellingen van kracht
te laten worden op [OK].
Als u op [OK] klikt, wordt de projector opnieuw opgestart en worden de veranderde
instellingen van kracht. De LAN-verbinding tussen de projector en de computer zal
hiervoor worden verbroken.
Verander het wacht-
woord om aan te kun-
nen melden op de
systeembeheerderspa-
gina’s
1. Klik aan de linkerkant op “Change Passwords”.
2. Voer onder “Projector Admin” maximaal acht enkelbyte tekens in als nieuw
wachtwoord, zowel bij “New Password” als bij “Reinput Password”. Voer in beide
invoervakken hetzelfde wachtwoord in.
3. Klik op [Apply].
Maak een
gebruikers-SSID aan
1. Klik aan de linkerkant op “Network Settings”.
2. Voer in het “SSID” vak de tekenreeks in die u wilt gebruiken als gebruiker-SSID.
De uiteindelijke gebruiker-SSID ziet er als volgt uit: casiolpj0<door u ingevoerde
tekenreeks>
U kunt een gebruiker-SSID van maximaal 23 enkelbyte (geen Japans of Chinees
enz.) tekens lang invoeren. Let op want geen van de volgende reeksen kunnen
worden gebruikt als deel van de ingevoerde tekenreeks voor uw gebruiker-SSID:
001, 002, 003, 004, 101, 102, 103, of 104. Dit komt omdat deze reeksen de
gebruiker-SSID gelijk kunnen maken aan de eenvoudige SSID of generieke SSID.
3. Klik op de [] knop rechts van het “Security” vak en selecteer het gewenste
beveiligingsprotocol van de lijst die zal verschijnen.
WPA-PSK AES: Voert versleuteling van de communicatie volgens het WPA-PSK
protocol uit. WPA (Wi-Fi Protected Access) is een beveiligingsfunctie voor het
versleutelen van communicatiegegevens.
WPA2-PSK AES: Voert versleuteling van de communicatie volgens het WPA2-PSK
protocol uit. WPA2 is een nieuwe standaard voor WPA.
Disable: Schakelt de beveiliging van het draadloze LAN uit zodat de communicatie
niet meer versleuteld wordt.
Als u “Disable” hebt geselecteerd, hoeft u stap 4 niet uit te voeren.
4. Voer het wachtwoord in het “Passphrase/WEP Key Input” tekstvak in.
Voer een wachtwoord in van 8 t/m 63 enkelbytes letters en cijfers, of een
hexadecimale waarde van 64 tekens.
Elk teken van het wachtwoord dat u invoert wordt aangegeven door een asterisk (*)
in het invoervak in kwestie. Als u wilt kunnen zien welke tekens u heeft ingevoerd,
moet u het “Hide characters” aankruisvakje leeg maken.
Het wachtwoord dat u invoert zal vereist worden wanneer u de gebruiker-SSID
gebruikt om een draadloze LAN-verbinding tot stand te brengen tussen de
projector en een computer. Zorg er dus voor dat u het wachtwoord dat u heeft
ingevoerd niet vergeet.
5. Klik op [Apply] om een gebruiker-SSID aan te maken overeenkomstig uw instellingen
hierboven.
Hierdoor wordt de gebruiker-SSID aangemaakt en ingesteld op de projector.
Als de projector en de computer worden verbonden via een draadloos LAN, dan
wordt hierdoor de draadloze LAN-verbinding tussen de projector en de computer
verbroken en wordt het standby-scherm voor de LAN-verbinding geprojecteerd.
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
24
Control Panel (Bedieningspaneel) Pagina netwerkitems
Initialiseer alle instellin-
gen op de systeembe-
heerderspagina’s
1. Klik aan de linkerkant op “Initialize Settings”.
2. Klik op de “Initialize Settings” pagina die zal verschijnen op [Apply]. Er zal een
dialoogvenster verschijnen of u inderdaad de projector opnieuw wilt opstarten.
3. Klik op [OK] om de projector opnieuw op te starten en de instellingen terug te zetten
op de fabrieksinstellingen.
Als u op [OK] klikt, worden de instellingen teruggezet en wordt de projector
opnieuw opgestart. De LAN-verbinding tussen de projector en de computer zal
hiervoor worden verbroken.
Informatie invoeren voor
de verbinding met een
Crestron controller
1. Klik aan de linkerkant op “Crestron Control”.
2. Op de “Crestron Control” pagina die nu zal verschijnen, kunt u de informatie invoeren
die hieronder beschreven worden.
IP Address: Voer het IP-adres van de Crestron controller in.
IP ID: Voer het IP-ID van de Crestron controller in.
Port: Voer het poortnummer in dat moet worden gebruikt voor de communicatie met
de Crestron controller (normaal gesproken 41794).
3. Om de veranderingen die u gemaakt heeft toe te passen op de projector, moet u op
[Apply] (Toepassen) klikken.
Meld uzelf af van de
systeembeheerderspa-
gina’s
Klik in de rechter bovenhoek van het venster van de webbrowser op “Logout”.
Hierdoor keert u terug naar de “CASIO Projector” toppagina.
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
Veranderen van de naam van de projector Voer in het “Projector name” vak maximaal 16 enkelbyte
tekens (geen symbolen) in als nieuwe naam voor deze
projector.
Bepalen of er wel of niet een aanmeldcode moet
worden ingevoerd wanneer er een draadloze
LAN-verbinding tot stand wordt gebracht
Klik bij “Login Code” op “ON” (er zal worden gevraagd om
een aanmeldcode) of op “OFF” (er zal niet worden
gevraagd om een aanmeldcode).
Specificeer of de gebruikersnaam van de computer
waarvan de beelden op dit moment via een bekabeld
LAN door de projector worden geprojecteerd moet
worden weergegeven of verborgen
Klik bij “Show User Name” op “ON” (tonen) of op “OFF”
(verbergen).
Specificeer of de stroom voor de projector kan
worden ingeschakeld via het LAN wanneer de
projector uit (standby) staat
Klik in het “Remote On*
1
” gedeelte op “Enable” (Op afstand
aan zetten inschakelen) of “Disable”.
Schakel de verificatie voor een PJLink-verbinding in
of uit
Klik bij “PJLink Authentication” op “Enable” of “Disable”.
In- of uitschakelen van de draadloze LAN-standaard
IEEE802.11n
Klik bij “IEEE 802.11n (Wi-Fi)” op hetzij “Enable”, of op
“Disable”.
Bepalen of de kanaalbreedte voor draadloze
LAN-verbindingen automatisch moet worden
ingesteld of moet worden vastgezet (op 20 MHz)
Klik bij “Channel Width” op “20MHz” of “Auto”.
*1 Het stroomverbruik van de projector wanneer deze uit (standby) staat hangt er mede van af of
“Remote On” is ingeschakeld. Zie voor informatie over het stroomverbruik in de diverse standen de
“Gebruiksaanwijzing”.
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
25
Items op de pagina met netwerkinstellingen
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
Bepalen dat het IP-adres
automatisch wordt verkregen van het
externe LAN-apparaat
Klik bij “IP Settings” op “Obtain an IP address automatically”.
Geef het IP-adres met de hand op 1. Klik bij “IP Settings” op “Use the IP address below”.
2. Voer in de “IP Address” vakken de IP-adressen in die u wilt toewijzen aan
de projector (fabrieksinstelling: 192.168.100.10).
3. Voer in de “Subnet Mask” vakken een waarde in die gebruikt zal worden
om het bereik aan IP-adressen in het netwerk (subnet) waartoe de
projector behoort te bepalen (fabrieksinstelling: 255.255.255.0).
4. Voer in de “Default Gateway” vakken het IP-adres van de standaard
gateway in (fabrieksinstelling: 192.168.100.10).
Bepalen dat de projector
automatisch IP-adressen toewijst
aan computers en smartphones en
soortgelijke apparatuur
1. Klik bij “DHCP Settings” op “Auto”.
2. Geef het bereik op voor de automatisch toe te wijzen IP-adressen.
Voer bij “Starting Address” en “Ending Address” een waarde van 11
t/m 254 in voor de vierde groep.
U kunt alleen de vierde groep zelf instellen. De andere groepen
kunnen niet worden veranderd.
Bepalen dat de projector geen
IP-adressen toewijst aan computers
en smartphones en soortgelijke
apparatuur
Klik bij “DHCP Settings” op “Disable”.
Draadloze LAN-verbinding met de
projector mogelijk maken vanaf een
computer en/of smartphone of
soortgelijke apparatuur (door de
ingebouwde toegangspuntfunctie in
te schakelen)
Verander bij “Wireless Settings” de instelling “Access Point Function” naar
“Enable”.
Draadloze LAN-verbinding met de
projector onmogelijk maken vanaf
een computer en/of smartphone of
soortgelijke apparatuur (door de
ingebouwde toegangspuntfunctie uit
te schakelen)
Verander bij “Wireless Settings” de instelling “Access Point Function” naar
“Disable”.
In-/uitschakelen uitzenden SSID Selecteer bij “Wireless Settings” “Enable” of “Disable” voor “SSID
Broadcast”.
Bepalen van het kanaal dat zal
worden gebruikt voor communicatie
via het draadloze LAN.
Klik bij “Wireless Settings” op [] aan de rechterkant van het “Channel
vak. Selecteer een kanaal van 1 t/m 11 van de lijst die zal verschijnen.
Bepalen of het te gebruiken
draadloze LAN-kanaal automatisch
moet worden geselecteerd
Klik bij “Wireless Settings” op [] aan de rechterkant van het “Channel
vak. Selecteer “Auto” van de lijst die dan zal verschijnen.
De projector verbinden met een
extern draadloos toegangspunt
Klik bij “External Access Point” op “Enable” en configureer de vereiste
instellingen.
Zie voor details “De projector verbinden met een draadloos
LAN-toegangspunt zonder de directe draadloze LAN-verbinding met een
computer af te sluiten” (bladzijde 10).
De projector niet verbinden met een
extern draadloos toegangspunt
Klik bij “External Access Point” op “Disable”.
26
U kunt de procedure hieronder gebruiken om de projector te bedienen vanaf een computer of ander
extern apparaat via een LAN-verbinding.
De projector op afstand bedienen vanaf een via het LAN
verbonden computer
1.
Raadpleeg “Aanmelden op de systeembeheerderspagina’s van de projector”
(bladzijde 20) en meld uzelf aan op de systeembeheerderspagina’s.
2.
Klik aan de linkerkant op “Control Panel”.
Hierdoor wordt de “Control Panel” pagina geopend.
De rode kaders hierboven geven aan welke items van de projector op afstand bestuurd
kunnen worden. Zie “Control Panel (Bedieningspaneel) Pagina afstandsbedieningsitems” voor
gedetailleerde informatie over elk van deze items.
Zie voor informatie over andere dan de bovengenoemde items (“Network Settings” items)
(Netwerkinstellingen; items) “Configureer netwerkinstellingen via de Control Panel
(Bedieningspaneel) pagina” (bladzijde 22).
De projector op afstand bedienen via een LAN-verbinding
27
3.
Klik nadat u klaar bent met de afstandsbediening op “Logout” om uzelf af te
melden van de systeembeheerderspagina’s.
Opmerking
De projector ondersteunt de externe apparatuur en instructies die hieronder worden vermeld.
Externe apparatuur en instructies Raadpleeg:
Alle PJLink Class1 (Versie 1.00) instructies http://pjlink.jbmia.or.jp/english/
Crestron Electronics controller en software (RoomView
®
) instructies http://www.crestron.com/
AMX Device Discovery http://www.amx.com/
28
Control Panel (Bedieningspaneel) Pagina afstandsbedieningsitems
Afhankelijk van het model is het mogelijk dat bepaalde items en de bijbehorende functies niet
beschikbaar zijn op uw projector.
Groep Item Beschrijving
Refresh (Knop) Klik hierop om het scherm bij te werken met de nieuwste informatie.
Projector Status Projector Status Toont de huidige status van de projector als “ON” of “Standby”.
Error info Toont één van de volgende mogelijkheden.
No error: Toestel werkt normaal.
Temperature Error: Er is een fout opgetreden die te maken heeft met
de temperatuur.
Fan Error: Er is een fout opgetreden met de ventilator.
Light Error: Er is een fout opgetreden met de lichtbron-eenheid.
Other Error: Er is een andere soort fout dan de hierboven vermelde
soorten opgetreden.
Power Off (Knop) Klik hierop om de projector uit te schakelen.
Power On (Knop) Klik hierop om de projector in te schakelen. Deze handeling wordt alleen
ondersteund wanneer “Enable” is geselecteerd voor “Remote On”.
Projector
Control
Input Bepaalt welke signaalbron er geselecteerd moet worden.
Color Mode Bepaalt de instelling voor de kleurweergave.
Blank Als u hier “ON” selecteert, dan wordt het beeld van de signaalbron tijdelijk
geblokkeerd en niet weergegeven. “OFF” laat het beeld dat wordt
ontvangen van de signaalbron gewoon weergeven.
Aspect Ratio Verandert de beeldverhouding van het geprojecteerde beeld.
Brightness Voer een waarde in het vak in en klik dan op [Apply] (Toepassen).
Hierdoor zal de “Brightness” instelling van de projector worden
veranderd.
Contrast Voer een waarde in het vak in en klik dan op [Apply] (Toepassen).
Hierdoor zal de “Contrast” instelling van de projector worden veranderd.
Light Control Configureert de “Lichtsterkteregeling” instellingen en de
“Lichtsterkteregeling uit modus” instellingen.
Audio Volume Voer een waarde in het vak in en klik dan op [Apply] (Toepassen). De
volume-instelling zal hierdoor worden veranderd.
Mute Audio Bepaalt of de geluidsweergave moet worden uitgeschakeld. Er wordt
geluid weergegeven wanneer deze instelling “OFF” staat, terwijl de
geluidsweergave wordt uitgeschakeld wanneer “ON” wordt geselecteerd.
Audio Out Bepaalt of audiosignalen worden weergegeven via de luidspreker van de
projector of via de audio-uitgangsaansluiting.
Speaker: Audiosignalen worden weergegeven via de luidspreker.
Line: Audiosignalen worden doorgegeven via de AUDIO
OUT-aansluiting.
Audio Input Specificeert de audio-ingangsaansluiting voor de signaalbron die op dit
moment is geselecteerd op de projector.
Projector ID Specificeert de projector-ID.
Initialize (Knop) Klik hierop om alle Network Projection Control (Netwerk projectie
bediening) items, behalve “Projector Status”, terug te zetten op hun
fabrieksinstellingen.
29
Bediening van de Bestandszoeker (File Viewer) van de
projector
Dit gedeelte geeft informatie over de bediening van de File Viewer die u kunt uitvoeren in een
webbrowser.
Om een webbrowser te gebruiken om de File Viewer te bedienen, moet u eerst de Viewer Control
(Zoeker bediening) pagina openen. Let op, want de Viewer Control (Zoeker bediening) pagina kan
alleen worden gebruikt bij een bedrade LAN-verbinding.
De Viewer Control (Zoeker bediening) pagina weergeven via
een bedrade LAN-verbinding
1.
Voer de stappen 1 t/m 4 onder “Aanmelden op de Projector Admin (Beheer
projector) pagina’s via een bedrade LAN-verbinding” (bladzijde 20) uit.
2.
Klik aan de linkerkant op “Viewer Control”.
Hierdoor wordt de “Viewer Control” pagina, zoals de pagina die u hieronder ziet, weergegeven
en begint de projectie van het hoofdscherm van de Bestandszoeker (File Viewer). Zie voor
informatie over de handelingen die u op dit moment kunt verrichten “Mogelijke handelingen op
de Viewer Control (Zoeker bediening) pagina” (bladzijde 30).
Terugkeren naar de “CASIO Projector” toppagina vanaf de
Viewer Control (Zoeker bediening) pagina
Klik in de linker bovenhoek van het venster van de webbrowser op “CASIO Projector”.
De Viewer Control (Zoeker bediening) pagina openen
Wanneer de Bestandszoeker (File Viewer) wordt
geprojecteerd, voeren deze knoppen dezelfde
handelingen uit als de corresponderende knoppen
op de afstandsbediening die met de projector wordt
meegeleverd.
30
Mogelijke handelingen op de Viewer Control (Zoeker
bediening) pagina
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
Projectie van de Bestandszoeker (File
Viewer) beginnen
Klik op [Start Viewer].
De Bestandszoeker (File Viewer) op afstand
bedienen
Klik op de gewenste knoppen onder [Start Viewer] (Bestandszoeker
opstarten).
De knoppen hebben dezelfde functies als de corresponderende
toetsen op de afstandsbediening van de projector. Zie voor details
over de bediening van de File Viewer (Bestandszoeker) de aparte
gebruikershandleiding.
Sluit de Viewer Control (Zoeker bediening)
pagina af en keer terug naar de “CASIO
Projector” toppagina
Klik op [EXIT]*
1
.
*1 De Bestandszoeker (File Viewer) zal niet worden afgesloten wanneer u op [EXIT] klikt terwijl hij nog
geprojecteerd wordt.
31
Bijlage
U kunt de inhoud van het scherm van een computer met Mac OS*
1
projecteren die is verbonden met
de projector via een draadloze LAN-verbinding. Er moet worden voldaan aan de onderstaande
voorwaarden om dit te kunnen doen.
Voer op de projector de vereiste handeling uit om de SSID van de projector om te schakelen naar
een generieke SSID (casiolpj0101, casiolpj0102, casiolpj0103, casiolpj0104) of een gebruiker-SSID.
Zie “De SSID veranderen” (bladzijde 19) voor meer informatie.
Open Network Connection*
2
op de Mac OS computer en meld uzelf aan op de projector via
Network Connection.
Door C-Assist te installeren op een Android of iOS apparaat, wordt het mogelijk om deze apparatuur
beelden te laten projecteren door de projector. C-Assist maakt het ook mogelijk om de computer
waarmee de projector is verbonden te bedienen vanaf de smartphone of soortgelijke apparatuur. Er
moet worden voldaan aan de onderstaande voorwaarden om deze handelingen te kunnen uitvoeren.
Voer op de projector de vereiste handeling uit om de SSID van de projector om te schakelen naar
een generieke SSID (casiolpj0101, casiolpj0102, casiolpj0103, casiolpj0104) of een gebruiker-SSID.
Zie “De SSID veranderen” (bladzijde 19) voor meer informatie.
Start op de smartphone of soortgelijke apparatuur C-Assist op en gebruik C-Assist om uzelf aan te
melden op de projector.
Met diverse apparaten projecteren via een draadloze
LAN-verbinding
Network Connection gebruiken om te projecteren van een
computer met Mac OS
*1 Wij wijzen u erop dat functies beperkt kunnen worden door de versie van Mac OS die u gebruikt.
Bezoek de CASIO website voor de nieuwste informatie over besturingssystemen.
*2 U kunt Network Connection voor Mac OS downloaden van de CASIO Projector ondersteuningssite
op de URL hieronder. De CASIO Projector ondersteuningssite bevat ook belangrijke informatie over
de vereiste computeromgeving en details betreffende de bediening.
http://world.casio.com/download/projector/
C-Assist gebruiken om te projecteren vanaf een smartphone
of soortgelijke apparatuur
32
Oplossen van problemen
Draadloze LAN-verbinding tussen de projector en een computer
Probleem Oorzaak en vereiste handeling
Ik kan geen draadloze
LAN-verbinding tot stand
brengen tussen de
projector en een computer.
Als er andere draadloze LAN-hulpprogrammatuur open staat op de computer
naast Network Connection, sluit de andere software dan af.
Probeer de projector dichter in de buurt van de computer te brengen. Zorg er ook
voor dat er zich geen muur of ander obstakel bevindt tussen de projector en de
computer.
Als in de buurt een magnetron, Bluetooth apparatuur of andere apparatuur het
draadloze LAN-signaal stoort, zoek dan een nieuwe plek voor de storende
apparatuur.
Zet de projector aan als deze uit stond.
Als de draadloze adapter niet is aangesloten op de projector, moet u deze eerst
aansluiten (bladzijde 6).
Als de draadloze LAN-functie van de computer is uitgeschakeld, moet u deze eerst
inschakelen.
De draadloze
LAN-verbinding tussen de
projector en de computer
valt telkens uit.
Als er andere draadloze LAN-hulpprogrammatuur open staat op de computer
naast Network Connection, sluit de andere software dan af.
Probeer de projector dichter in de buurt van de computer te brengen. Zorg er ook
voor dat er zich geen muur of ander obstakel bevindt tussen de projector en de
computer.
Als in de buurt een magnetron, Bluetooth apparatuur of andere apparatuur het
draadloze LAN-signaal stoort, zoek dan een nieuwe plek voor de storende
apparatuur.
Ik kan een draadloze
LAN-verbinding tot stand
brengen tussen de
projector en de computer,
maar de inhoud van het
computerscherm wordt
niet geprojecteerd.
Als er een andere signaalbron dan “Netwerk” is geselecteerd op de projector,
gebruik dan [INPUT] om alsnog “Netwerk” te selecteren.
Als de inhoud van het computerscherm niet wordt geprojecteerd wanneer
“Netwerk” is geselecteerd als signaalbron, klik dan op (Projectie 1 scherm) in
het Network Connection venster op de computer.
Als het geprojecteerde beeld is stilgezet of onderbroken met de [FREEZE] of
[BLANK] toets op de projector, druk dan op [ESC] om het stilzetten/onderbreken
van de projectie te annuleren.
Overschakelen naar
andere geprojecteerde
beelden gaat langzaam.
Klik in het Network Connection venster op en controleer vervolgens
“Projection Setting”. Als “High-resolution” is geselecteerd, verander de instelling
dan naar “High-speed”.
Sluit op de computer alle applicaties af die u niet gebruikt.
Schakel op de computer Windows Aero
TM
uit.
Problemen met de
draadloze LAN-verbinding
wanneer er meerdere
projectoren tegelijkertijd
worden gebruikt.
Controleer of er meer dan één projector gebruik maakt van dezelfde SSID. Elke
projector moet zijn eigen unieke SSID hebben. Zie voor informatie over de vereiste
handelingen “De SSID veranderen” (bladzijde 19).
De systeembeheerderspagina’s van de projector
Probleem Oorzaak en vereiste handeling
De systeembeheerderspagina’s van de
projector verschijnen niet wanneer ik deze
probeer te openen vanuit Network
Connection.
De browser die u gebruikt is misschien ingesteld om een proxy server
te gebruiken. Omdat een configuratie met een proxy server het
openen van de systeembeheerderspagina’s van de projector kan
verhinderen, moet u de instellingen van uw browser veranderen. Voor
informatie over proxy server instellingen verwijzen we u naar de help
en andere gebruikersdocumentatie voor uw browser.
Ik ben het wachtwoord voor de aanmelding
dat ik opgegeven heb op de
systeembeheerderspagina’s van de
projector vergeten.
Voer de handeling onder “Initialiseer de netwerkinstellingen”
(bladzijde 19) uit om de netwerkinstellingen van de projector terug te
zetten op de fabrieksinstellingen.
MA1703-A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33

Casio XJ-UT331X, XJ-UT311WN, XJ-UT351W, XJ-UT351WN Netwerkfunctiegids

Type
Netwerkfunctiegids