AVENTICS Series G3 NAMUR Input Module de handleiding

Type
de handleiding
ALGEMENE INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
G3 [ia] NAMUR-ingangmodule, ATEX-zones 0-20
NL
ALGEMEEN
Deze installatie- en onderhoudsinstructies zijn voor de G3
[ia] NAMUR-ingangmodule voor ATEX-zones 0-20.
Er zijn twee versies verkrijgbaar: Eén met 8 vijfpolige M12-
connectors en één met aansluitblok.
De M12-versie is herkenbaar aan een blauwe sticker (1) en
de aansluitblokken zijn blauw.
G3 [ia] NAMUR
(1)
Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot storingen,
schade of letsel.
Deze component is geen veiligheidsaccessoire, maar is
uitsluitend bedoeld voor gebruik als afzonderlijke component
of geïntegreerd in apparatuur, machines en installaties.
Alle montage, bediening, gebruik en onderhoud dient te
worden uitgevoerd door gekwalifi ceerd, bevoegd personeel.
Personeel dat met de componenten werkt dient vertrouwd te
zijn met de veiligheidsvoorschriften en vereisten met betrekking
tot de componenten, apparatuur, machinerie en elektrische
installaties (voor afsluiters, magneetafsluiters, elektronische
besturingsapparatuur, luchtdienstapparatuur).
Neem in geval van problemen contact op met ASCO Numatics
of een van de erkende vertegenwoordigers.
BESCHRIJVING
De G3 [ia] NAMUR ATEX-ingangmodule (hierna “apparaat”
genoemd) is een intrinsiek veilig aangesloten apparaat.
Fundamentele gezondheidsvoorschriften en veiligheidseisen:
Het apparaat is ontwikkeld overeenkomstig de richtlijnen ATEX,
CEM en de normen EN 60079-0 en EN 60079-11.
Dit apparaat is bedoeld voor installatie op een ongevaarlijke
locatie om sensoren te verbinden die zijn geïnstalleerd in
mogelijk explosieve omgevingen, veroorzaakt door gassen,
dampen of nevels van groep IIA, IIB en IIC (categorie 1G)
en stoffen (categorie 1D).
De versie met aansluitblok moet worden geïnstalleerd in een
schakelkast met beschermingsgraad IP54 (EN 60529) in
overeenstemming met de norm EN 60079-0.
Classifi catie: II (1) GD [Ex ia Ga] IIC [Ex ia Da] IIIC
Alle conformiteitscertifi caten volgens deze normen zijn
beschikbaar op www.asconumatics.eu
EG-typeonderzoek certifi caatnr.:
LCIE 11 ATEX 3093 X
Betekenis van de letter X: Zie "ELEKTRISCHE KENMER-
KEN"
INSTALLATIE
Voorbereiding
Controleer de voorbereidende opslagvoorwaarden die vereist
zijn voor de component. Deze dienen overeen te stemmen
met de productspecifi caties.
Haal de componenten voorzichtig uit de verpakking.
Schakel het apparaat, de machine of installatie waarop
de component gemonteerd dient te worden uit en laat de
overdruk ontsnappen. Controleer of aan de vereisten voor de
uitschakeling en de ontluchting is voldaan, ter bescherming
tegen ongeautoriseerde interventie.
Controleer of de eenheid, de componenten en de omgeving
schoon zijn en bescherm deze tegen beschadiging.
Verander het apparaat niet.
Het eiland moet geïnstalleerd worden in een niet-corrosieve
omgeving.
Bescherming tegen uitwendige invloeden volgens EN 60529:
IP65 (uitsluitend M12-versie)
ASCO/Numatics componenten mogen uitsluitend toegepast
worden binnen de op de naamplaat of in de documentatie
aangegeven specifi caties.
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik:
De G3 [ia] NAMUR-ingangmodule (barrière) is gerelateerd
aan de levering van sensoren die zijn gecertifi ceerd voor
gebruik in mogelijk explosieve omgevingen van groepen IIA,
IIB en IIC en die een intrinsiek veilig (IS) gecertifi ceerd in-
gangcircuit hebben. De combinatie van sensoren en barrières
moet compatibel zijn met eisen voor de intrinsieke veiligheid.
De voorwaarden die in acht genomen moeten worden, zijn:
Toegestane omgevingstemperatuur: -23°C tot +50°C
U
i
> U
o
l
i
> l
o
P
i
> P
o
L
i
+ L
l
< L
o
C
i
+ C
l
< C
o
U
i
, l
i
, P
i
, L
i
, C
i
staan voor de veiligheidsparameters van de
sensor.
U
o
, l
o
, P
o
, L
o
, C
o
staan voor de veiligheidsparameters van
de G3 [ia] NAMUR-ingangmodule.
L
l
en C
l
staan voor de zelfi nductie en de elektrische capa-
citeit van de kabel tussen de module en de sensor.
voltage (U
n
)
(maximale
rimpel 10%)
typische functionele
bereiken
omgevings-
temperatuur-
bereik (TS)
U
(MAX)
(V)
(V) (°C)
24V
50 -23 tot +50
veiligheidsparameters
U
O
= (DC)
I
O
P
O
L
O
C
O
(V) (mA) (mW) (mH) (µF)
9,6 13 31 310 3,6
Voor het vermogen moet de temperatuurklasse van de sensor
bij de maximale omgevingstemperatuur in overeenstemming
zijn met de temperatureklasse van het gas en/of de stof.
De gebruiker is verantwoordelijk voor het selecteren van de
sensor, het controleren van de veiligheidsparameters en het
maken van de aansluitingen.
Dit apparaat is ontworpen voor gebruik met NAMUR-producten
in overeenstemming met norm EN 60947-5-6 (2000). Sensoren
die erbij gebruikt worden, moeten ook in overeenstemming
zijn met deze norm.
I 2,1 mA I 1,2 mA
"0" "1"
Het apparaat moet geïnstalleerd worden onder verantwoordelijkheid
van het bedrijf dat de industriële vestiging runt.
Installeer de kabel zodat er geen torsie of buigkracht op het
apparaat wordt uitgeoefend.
Plaats alle kabels in de kabelgoten of zweefbanen voordat
u deze aan de module vastmaakt.
ALGEMENE INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
G3 [ia] NAMUR-ingangmodule, ATEX-zones 0-20
NL
COMPATIBELE SENSOREN
Sensoren die compatibel zijn met de ingangmodule moe-
ten worden besteld bij de respectievelijke fabrikanten ervan,
waarbij wordt aangegeven dat die bedoeld zijn voor gebruik
in een intrinsiek veilige circuitkring met een G3 [ia] NAMUR-
ingangmodule, II (1) GD [Ex ia] IIC.
Naar aanleiding van de omgevingen en in navolging van de
landelijke wetgeving past u de certifi ceringsprocedure toe
met betrekking tot IS-producten.
Wij accepteren geen verantwoordelijkheid voor het gebruik
van producten van andere leveranciers en de mogelijke mo-
difi caties van hun karakteristieken.
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
De bedrading moet voldoen aan de plaatselijke en nationale
voorschriften betreffende intrinsiek veilige apparatuur.
Ingangconnectoren van type M12 moeten worden gebruikt
(IEC 61076-2-101). Slechts twee pinnen zijn aangesloten.
IS-connectoren en kabel moeten duidelijk zijn aangeduid om
aansluiting van niet-IS (niet intrinsiek veilige) connectoren te
voorkomen.
Alle connectoren die op de volledige [ia] apparatuur (ingang-
module en andere modules) zijn gemonteerd, moeten strak
zitten conform IP65.
Als er geen aansluiting nodig is voor een connector, moet er
een beschermkap worden gemonteerd om strakheid conform
IP65 te garanderen.
De aansluitingsclips aan de linker- en rechteruiteinden moe-
ten ook correct zijn gemonteerd en aangebracht om strakheid
conform IP65 te garanderen.
De afbakening van de [ia] ingangen moet plaatsvinden door
gebruik te maken van de speciale verbindingsclips met de
isolatiewand en, indien nodig, door een sub-bus-kabelmodule
met de isolatiewand.
De elektrische belasting moet binnen het aangegeven bereik
vallen. De modules moeten juist zijn aangesloten en worden
gevoed om overspanning categorie II boven 50V DC te voor-
komen. De aarding moet juist zijn aangesloten.
Het niet opvolgen van deze instructies kan resulteren in scha-
de aan of voortijdige gebreken van het product en maakt de
beschermingswijze ongeldig. Hierdoor komt ook de typegoed-
keuring te vervallen.
SERVICE - ONDERHOUD
Sluit de elektrische stroom af voor iedere interventie.
Als het product makkelijk toegankelijk is, dient de installateur
te zorgen voor bescherming tegen onbedoeld contact.
Zorg ervoor dat u tijdens het demonteren of hermonteren
van de modules en sensoren niet de corresponderende en
afdichtende oppervlakken beschadigt.
Om risico's van elektrostatische lading te voorkomen, moeten
de oppervlakken van het apparaat worden gereinigd met een
vochtige doek voordat u onderhoud uitvoert. Gebruik geen
oplosmiddelen.
Reserveonderdelensets zijn verkrijgbaar (neem contact met
ons op). Neem in geval van problemen tijdens de installatie of
het onderhoud of bij onduidelijkheden contact op met ASCO
Numatics of een erkende vertegenwoordiger.
Het is niet mogelijk onderhoud binnen de module uit te voeren.
WAARSCHUWING: Het is onbevoegd personeel niet
toegestaan om de sensoren te verwijderen of het product te
demonteren (zie “ALGEMEEN”).
1312
512571-001
512571-001

Documenttranscriptie

ALGEMENE INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES NL G3 [ia] NAMUR-ingangmodule, ATEX-zones 0-20 ALGEMEEN Deze installatie- en onderhoudsinstructies zijn voor de G3 [ia] NAMUR-ingangmodule voor ATEX-zones 0-20. Er zijn twee versies verkrijgbaar: Eén met 8 vijfpolige M12connectors en één met aansluitblok. De M12-versie is herkenbaar aan een blauwe sticker (1) en de aansluitblokken zijn blauw. G3 [ia] NAMUR ELEKTRISCHE INSTALLATIE Speciale voorwaarden voor veilig gebruik: De G3 [ia] NAMUR-ingangmodule (barrière) is gerelateerd aan de levering van sensoren die zijn gecertificeerd voor gebruik in mogelijk explosieve omgevingen van groepen IIA, IIB en IIC en die een intrinsiek veilig (IS) gecertificeerd ingangcircuit hebben. De combinatie van sensoren en barrières moet compatibel zijn met eisen voor de intrinsieke veiligheid. De voorwaarden die in acht genomen moeten worden, zijn: Toegestane omgevingstemperatuur: -23°C tot +50°C Ui > Uo li > lo Pi > Po (1) Li + Ll < Lo Ci + Cl < Co Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot storingen, schade of letsel. Deze component is geen veiligheidsaccessoire, maar is uitsluitend bedoeld voor gebruik als afzonderlijke component of geïntegreerd in apparatuur, machines en installaties. Alle montage, bediening, gebruik en onderhoud dient te worden uitgevoerd door gekwalificeerd, bevoegd personeel. Personeel dat met de componenten werkt dient vertrouwd te zijn met de veiligheidsvoorschriften en vereisten met betrekking tot de componenten, apparatuur, machinerie en elektrische installaties (voor afsluiters, magneetafsluiters, elektronische besturingsapparatuur, luchtdienstapparatuur). Neem in geval van problemen contact op met ASCO Numatics of een van de erkende vertegenwoordigers. Ui, li, Pi, Li, Ci staan voor de veiligheidsparameters van de sensor. Uo, lo, Po, Lo, Co staan voor de veiligheidsparameters van de G3 [ia] NAMUR-ingangmodule. BESCHRIJVING De G3 [ia] NAMUR ATEX-ingangmodule (hierna “apparaat” genoemd) is een intrinsiek veilig aangesloten apparaat. Fundamentele gezondheidsvoorschriften en veiligheidseisen: Het apparaat is ontwikkeld overeenkomstig de richtlijnen ATEX, CEM en de normen EN 60079-0 en EN 60079-11. veiligheidsparameters UO = (DC) (V) 9,6 Dit apparaat is bedoeld voor installatie op een ongevaarlijke locatie om sensoren te verbinden die zijn geïnstalleerd in mogelijk explosieve omgevingen, veroorzaakt door gassen, dampen of nevels van groep IIA, IIB en IIC (categorie 1G) en stoffen (categorie 1D). De versie met aansluitblok moet worden geïnstalleerd in een schakelkast met beschermingsgraad IP54 (EN 60529) in overeenstemming met de norm EN 60079-0. Classificatie: Ll en Cl staan voor de zelfinductie en de elektrische capaciteit van de kabel tussen de module en de sensor. typische functionele voltage (Un) omgevingsbereiken (maximale temperatuurrimpel 10%) bereik (TS) U (MAX) (V) (°C) (V) 24V 50 -23 tot +50 II (1) GD [Ex ia Ga] IIC [Ex ia Da] IIIC Alle conformiteitscertificaten volgens deze normen zijn beschikbaar op www.asconumatics.eu EG-typeonderzoek certificaatnr.: LCIE 11 ATEX 3093 X Betekenis van de letter X: Zie "ELEKTRISCHE KENMERKEN" INSTALLATIE Voorbereiding • Controleer de voorbereidende opslagvoorwaarden die vereist zijn voor de component. Deze dienen overeen te stemmen met de productspecificaties. • Haal de componenten voorzichtig uit de verpakking. • Schakel het apparaat, de machine of installatie waarop de component gemonteerd dient te worden uit en laat de overdruk ontsnappen. Controleer of aan de vereisten voor de uitschakeling en de ontluchting is voldaan, ter bescherming tegen ongeautoriseerde interventie. • Controleer of de eenheid, de componenten en de omgeving schoon zijn en bescherm deze tegen beschadiging. • Verander het apparaat niet. • Het eiland moet geïnstalleerd worden in een niet-corrosieve omgeving. • Bescherming tegen uitwendige invloeden volgens EN 60529: IP65 (uitsluitend M12-versie) ASCO/Numatics componenten mogen uitsluitend toegepast worden binnen de op de naamplaat of in de documentatie aangegeven specificaties. 12 IO PO LO CO (mA) 13 (mW) 31 (mH) 310 (µF) 3,6 ALGEMENE INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES G3 [ia] NAMUR-ingangmodule, ATEX-zones 0-20 NL COMPATIBELE SENSOREN Sensoren die compatibel zijn met de ingangmodule moeten worden besteld bij de respectievelijke fabrikanten ervan, waarbij wordt aangegeven dat die bedoeld zijn voor gebruik in een intrinsiek veilige circuitkring met een G3 [ia] NAMURingangmodule, II (1) GD [Ex ia] IIC. Naar aanleiding van de omgevingen en in navolging van de landelijke wetgeving past u de certificeringsprocedure toe met betrekking tot IS-producten. Wij accepteren geen verantwoordelijkheid voor het gebruik van producten van andere leveranciers en de mogelijke modificaties van hun karakteristieken. ELEKTRISCHE INSTALLATIE De bedrading moet voldoen aan de plaatselijke en nationale voorschriften betreffende intrinsiek veilige apparatuur. Ingangconnectoren van type M12 moeten worden gebruikt (IEC 61076-2-101). Slechts twee pinnen zijn aangesloten. IS-connectoren en kabel moeten duidelijk zijn aangeduid om aansluiting van niet-IS (niet intrinsiek veilige) connectoren te voorkomen. Alle connectoren die op de volledige [ia] apparatuur (ingangmodule en andere modules) zijn gemonteerd, moeten strak zitten conform IP65. Als er geen aansluiting nodig is voor een connector, moet er een beschermkap worden gemonteerd om strakheid conform IP65 te garanderen. De aansluitingsclips aan de linker- en rechteruiteinden moeten ook correct zijn gemonteerd en aangebracht om strakheid conform IP65 te garanderen. De afbakening van de [ia] ingangen moet plaatsvinden door gebruik te maken van de speciale verbindingsclips met de isolatiewand en, indien nodig, door een sub-bus-kabelmodule met de isolatiewand. De elektrische belasting moet binnen het aangegeven bereik vallen. De modules moeten juist zijn aangesloten en worden gevoed om overspanning categorie II boven 50V DC te voorkomen. De aarding moet juist zijn aangesloten. Het niet opvolgen van deze instructies kan resulteren in schade aan of voortijdige gebreken van het product en maakt de beschermingswijze ongeldig. Hierdoor komt ook de typegoedkeuring te vervallen. SERVICE - ONDERHOUD Voor het vermogen moet de temperatuurklasse van de sensor bij de maximale omgevingstemperatuur in overeenstemming zijn met de temperatureklasse van het gas en/of de stof. De gebruiker is verantwoordelijk voor het selecteren van de sensor, het controleren van de veiligheidsparameters en het maken van de aansluitingen. Dit apparaat is ontworpen voor gebruik met NAMUR-producten in overeenstemming met norm EN 60947-5-6 (2000). Sensoren die erbij gebruikt worden, moeten ook in overeenstemming zijn met deze norm. I ≥ 2,1 mA I ≤ 1,2 mA "0" "1" Het apparaat moet geïnstalleerd worden onder verantwoordelijkheid van het bedrijf dat de industriële vestiging runt. Installeer de kabel zodat er geen torsie of buigkracht op het apparaat wordt uitgeoefend. Plaats alle kabels in de kabelgoten of zweefbanen voordat u deze aan de module vastmaakt. 512571-001 Sluit de elektrische stroom af voor iedere interventie. Als het product makkelijk toegankelijk is, dient de installateur te zorgen voor bescherming tegen onbedoeld contact. Zorg ervoor dat u tijdens het demonteren of hermonteren van de modules en sensoren niet de corresponderende en afdichtende oppervlakken beschadigt. Om risico's van elektrostatische lading te voorkomen, moeten de oppervlakken van het apparaat worden gereinigd met een vochtige doek voordat u onderhoud uitvoert. Gebruik geen oplosmiddelen. Reserveonderdelensets zijn verkrijgbaar (neem contact met ons op). Neem in geval van problemen tijdens de installatie of het onderhoud of bij onduidelijkheden contact op met ASCO Numatics of een erkende vertegenwoordiger. Het is niet mogelijk onderhoud binnen de module uit te voeren. WAARSCHUWING: Het is onbevoegd personeel niet toegestaan om de sensoren te verwijderen of het product te demonteren (zie “ALGEMEEN”). 13 512571-001
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

AVENTICS Series G3 NAMUR Input Module de handleiding

Type
de handleiding