nl
é
Installatievoorschrift
Meubel voorbereiden
■ Alleen als de inbouw op deskundige wijze en conform dit
installatievoorschrift wordt uitgevoerd, is de veiligheid bij het
gebruik gegarandeerd. De monteur is aansprakelijk voor
schade als gevolg van een verkeerde inbouw.
■ Inbouwmeubels dienen bestand te zijn tegen een temperatuur
van maximaal 90 °C, aangrenzende voorzijden van meubels
tegen een temperatuur van maximaal 70 °C.
■ Alle uitsnijdingswerkzaamheden aan het meubel en het
werkblad uitvoeren voordat de apparaten worden ingebracht.
Spanen verwijderen, deze kunnen invloed hebben op de
werking van elektrische componenten.
Apparaat onder werkblad - Afbeelding 1
Voor het tussenschot van de ombouwkast is een ventilatie-
uitsnijding nodig.
Wordt de inbouwoven onder een kookplaat ingebouwd, neem
dan het installatievoorschrift voor de kookplaat in acht.
Afdichting - Afb. 2
Op het apparaat is een afdichting voorgemonteerd.
Om te voorkomen dat er vloeistof in het apparaat komt, moet er
een speciaal houten verbindingsstuk onder het werkblad
worden voorgemonteerd (Afb. 2a), zodat er geen spleet tussen
het apparaat en het verbindingsstuk zit (Afb. 2b).
Tussen het verbindingsstuk en het werkblad silicone of lijm
aanbrengen, zodat de dichtheid gewaarborgd is.
Apparaat in bovenkast - Afbeelding 3
Het apparaat kan ook in een bovenkast worden ingebouwd.
Voor de ventilatie van de oven dient er een spleet te zitten
tussen het tussenschot en de plaatsingswand.
Apparaat aansluiten.
Het apparaat voldoet aan beveiligingsklasse 1 en mag alleen
met een geaarde aansluiting worden gebruikt.
Bij alle montagewerkzaamheden moet het apparaat
spanningsloos zijn.
Het apparaat mag alleen met de meegeleverde aansluitkabel
worden aangesloten.
De bescherming tegen aanraking dient door de inbouw te zijn
gewaarborgd.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag het apparaat
aansluiten. Voor hem gelden de bepalingen van de regionale
elektriciteitsmaatschappij.
Aansluitkabel zonder geaarde stekker
De installatie dient te beschikken over een schakelaar met een
contactopening van minstens 3 mm. Fase- en neutraal ("nul-")
leider in het stopcontact identificeren. Bij een verkeerde
aansluiting kan het apparaat worden beschadigd.
Aansluiting op de nominale spanning 220-240 V. De aders van
de hoofdleiding (netaansluiting) aansluiten volgens de
kleurcodering: groen-geel = aardleiding
<, blauw = (nul)
neutraalleiding, bruin = fase (buitenleiding).
Apparaat monteren
1. Het apparaat volledig inschuiven en centrisch uitrichten.
Aanwijzing: De aansluitkabel niet knikken.
2. Ovendeur volledig openen.
3. De 4 schroeven van de bovenste afdekking losdraaien en de
afdekking verwijderen - Afb. 4.
4. Het apparaat met 4 schroeven bevestigen - Afb. 5.
5. De afdekking weer vastschroeven.
Demontage
Maak het apparaat spanningsloos. Bevestigingsschroeven
losdraaien. Het apparaat licht optillen en helemaal naar buiten
trekken.