Bauknecht KRVA 3801 Gebruikershandleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

33
GEBRUIKSAANWIJZING
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
MILIEUTIPS
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
GEBRUIK VAN HET LAGETEMPERATUURVAK
DE KOELKAST ONTDOOIEN EN REINIGEN
REINIGING EN ONDERHOUD
STORINGEN OPSPOREN
KLANTENSERVICE
INSTALLATIE
34
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
MILIEUTIPS
Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk gebruik
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat
is het raadzaam de gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen, hierin vindt u een
beschrijving van het apparaat en adviezen
voor het conserveren van
voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand
nog eens kunt raadplegen.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat
of het niet beschadigd is en of de deur goed
sluit. Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf
de levering van het product van eventuele
schade op de hoogte te worden gesteld.
2. Het is raadzaam minstens twee uur te wachten
alvorens het apparaat in werking te stellen, om het
koelcircuit perfect te kunnen laten functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus
worden verricht overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
4. Reinig de binnenkant van het product alvorens
het in gebruik te nemen.
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100%
recyclebaar en draagt het recyclingssymbool.
Voor de verwerking moeten de plaatselijke
voorschriften worden nageleefd. Het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken
polystyreen enz.) moet buiten het bereik van
kinderen worden gehouden, omdat het een
bron van gevaar kan vormen.
2. Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan
worden gerecycled.
Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake
Afgedankte elektrische en elektronische
apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product op de
juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u
mogelijk negatieve consequenties voor het milieu
en de menselijke gezondheid te voorkomen die
anders zouden kunnen worden veroorzaakt door
onjuiste verwerking van dit product als afval.
Het symbool op het product of op de
bijbehorende documentatie geeft aan dat dit
product niet als huishoudelijk afval mag worden
behandeld. In plaats daarvan moet het worden
afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling
van elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt
afgedankt, onbruikbaar door de deuren te
verwijderen en de voedingskabel door te snijden.
Volg de plaatselijke voorschriften voor
afvalverwerking op wanneer u het apparaat
afdankt en breng het naar een speciaal
verwerkingsbedrijf. Laat het apparaat zelfs niet
voor enkele dagen onbewaakt achter, omdat
het een bron van gevaar voor kinderen is. Voor
nadere informatie over de behandeling,
terugwinning en recycling van dit product wordt
u verzocht contact op te nemen met het
stadskantoor in uw woonplaats, uw
afvalophaaldienst of de winkel waar u het
product heeft aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK (het koelcircuit
bevat R134a) of HFC (het koelcircuit bevat
R600a).
Voor apparaten met isobutaan (R600a):
isobutaan is een natuurlijk gas dat geen
schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel
ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om
te controleren of de leidingen van het koelcircuit
niet beschadigd zijn.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren
van voedingsmiddelen en is vervaardigd in
overeenstemming met de Europese Richtlijn
89/109/EEG, 90/128/EEG en 02/72/EEG.
Dit product is ontwikkeld, gefabriceerd en op
de markt gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de
Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG;
- de veiligheidsvereisten van de “EMC”-richtlijn
89/336/EEG gewijzigd door de Richtlijn
93/68/CEE;
De elektrische veiligheid is alleen
gewaarborgd wanneer het op de juiste wijze
op een efficiënte werkende installatie is
aangesloten, die volgens de wettelijke
voorschriften is geaard.
35
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
Gebruik het koelvak uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
vriesvak uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Zorg ervoor dat het product na de installatie
niet op de voedingskabel staat.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak
want deze kunnen barsten.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn
dat ze brandwonden kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de
buurt van het product of andere elektrische
huishoudelijke apparatuur. De dampen die
hieruit voortkomen kunnen brand of
explosies veroorzaken.
Laat voor een goede ventilatie een ruimte van
1 cm aan beide zijkanten en boven het
apparaat vrij.
Houd de ventilatie-openingen in de behuizing
van het apparaat of in de omkasting vrij van
enige obstructies.
Alle apparaten met ijsmakers en
waterdispensers moeten op een
waterleidingnet aangesloten worden dat
uitsluitend drinkwater levert (met een
waterleidingdruk van tussen de 1,7 en 8,1 bar
(25 en 117 PSI)). De ijsmakers en/of
waterdispensers die niet rechtstreeks op het
waterleidingnet zijn aangesloten, mogen
uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Installeer het product waterpas op een vloer
die het gewicht kan dragen en in een ruimte
die geschikt is voor de afmetingen en het
gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is
afgesteld om te werken in ruimten waarin de
temperatuur binnen de volgende waarden
ligt, die op hun beurt weer afhankelijk zijn van
de klimaatklasse die op het typeplaatje staat
aangegeven: Het is mogelijk dat het apparaat
niet goed functioneert als het voor een lange
tijd in een ruimte wordt gelaten met een
hogere of lagere temperatuur dan het
genoemde bereik.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om te voorkomen dat de vloer
beschadigd raakt (b.v. parket).
Gebruik geen mechanische systemen of
andere middelen om het ontdooiproces te
versnellen, behalve dan die door de fabrikant
zijn aanbevolen.
Beschadig het interne vloeistofcircuit van de
koelkast niet.
Gebruik geen elektrische apparaten aan de
binnenkant van de vriesvakken voor
diepvriesproducten, als die van een ander
type zijn dan aanbevolen door de fabrikant.
Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door jonge kinderen of zieke
personen zonder lichamelijke controle.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de
koelkast opgesloten raken en stikken, mag
hen niet worden toegestaan in het product te
spelen of zich erin te verstoppen.
De voedingskabel mag uitsluitend worden
vervangen door een bevoegd technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige
adapters.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de
stekker uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms
van het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (indien bijgeleverd.
Klimaatklasse Omg. temp. (°C) Omg. temp. (°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 18 tot 38 Van 64 tot 100
T Van 18 tot 43 Van 64 tot 110
36
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Ingebruikneming van het apparaat
Inschakelen van het apparaat
Afhankelijk van het model heeft het apparaat externe
bedieningen of interne bedieningen.
Steek de stekker in het stopcontact.
Voor apparaten met externe bedieningen:
De verlichting, onder het bedieningspaneel of aan de
binnenkant van het product (afhankelijk van het model),
gaat aan als de deur wordt geopend.
Het groene lampje gaat branden om aan te geven dat het
apparaat in werking is.
Voor apparaten met interne bedieningen zal, indien het
apparaat is aangesloten, de binnenverlichting gaan branden als
de koelkastdeur geopend wordt en de thermostaatknop niet
op het symbool
z
staat.
In het koelvak of op het paneel aan de voorkant van het
apparaat bevindt zich de thermostaat waarmee u de
temperatuur in het koelvak en in het lagetemperatuurvak
(indien aanwezig) kunt regelen.
Temperatuurinstelling
1. Voor een goede werking en voor een optimale
conservering van het voedsel adviseren wij de
thermostaat in te stellen volgens de aanwijzingen
die op de bijgaande kaart te vinden zijn.
2. Als u de temperatuur in het vak wilt wijzigen, draait u de
thermostaatknop:
op de lagere stand 1-2/MIN wanneer u wilt dat de
temperatuur in het vak MINDER KOUD wordt;
op de stand 3-4/MED om een GEMIDDELDE
temperatuur te bereiken;
op de hogere stand 5-7/MAX om een KOUDERE
temperatuur te bereiken.
Thermostaat op
z
: de functies van het apparaat en de
verlichting worden onderbroken.
Opmerking:
De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur
wordt geopend en de plaats van het apparaat kunnen van
invloed zijn op de binnentemperatuur van de koelkast. De
thermostaatstand dient op grond van deze factoren te
worden aangepast.
Bewaren van levensmiddelen in het koelvak
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding.
A Gekookt voedsel
B Vis, vlees
C Groente en fruit
D Flessen
EKaas
Opmerkingen:
De afstand tussen de schappen en de achterste binnenwand
van de koelkast zorgen voor een vrije luchtcirculatie.
Zet de levensmiddelen niet tegen de achterwand van het
koelvak.
Zet geen levensmiddelen in de koelkast die nog warm zijn.
Bewaar vloeistoffen in gesloten houders.
Let op
Het bewaren van groente met een hoog watergehalte
kan condensvorming veroorzaken op de glazen
schappen van de groenten- en fruitlade: dit beïnvloedt
het correct functioneren van het apparaat niet.
37
GEBRUIK VAN HET LAGETEMPERATUURVAK
Het lagetemperatuurvak heeft , of .
In de vakken met of kunnen
diepvriesproducten worden bewaard gedurende de
periode die op de verpakking vermeld wordt. Als het
lagetemperatuurvak heeft, kunnen ook verse
voedingsmiddelen worden ingevroren.
De hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan
worden ingevroren is aangegeven op het typeplaatje.
Opmerking:
Ook ingeval van stroomuitval behoudt het
lagetemperatuurvak de correcte temperatuur voor
conservering van het voedsel. Het wordt geadviseerd om
gedurende een dergelijke periode de deur van het vak niet te
openen.
Invriezen van vers voedsel (alleen in het vak )
Belangrijk
Wikkel en verzegel de in te vriezen verse levensmiddelen
in: aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic
verpakking, polyethyleen bakjes met deksel,
diepvriesbakken die geschikt zijn voor invriezen.
Zet het in te vriezen voedsel in het bovenste vak, laat
rondom de pakjes voldoende ruimte vrij, zodat de lucht
goed kan circuleren.
Draai de thermostaatknop een half teken naar de lagere
cijfers wanneer u de voedingsmiddelen in het vriesvak zet,
om een optimale invriesprocedure te bewerkstelligen.
Na 24 uur is het invriezen voltooid.
Apparaten met een vak
In de tabel hiernaast kunt u zien hoeveel maanden
verse ingevroren levensmiddelen bewaard kunnen
worden.
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
de verpakking of het pak moet onbeschadigd zijn, omdat
het product anders kan bederven. Als een pakje bol staat of
als er vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale
omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn
ontdooid.
De diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht
en in isolerende tassen worden vervoerd.
Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het
lagetemperatuurvak.
De gedeeltelijk ontdooide diepvriesproducten mogen niet
opnieuw worden ingevroren, maar moeten binnen 24 uur
worden geconsumeerd.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot
een minimum worden beperkt. De uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden
gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd.
MAANDEN VOEDSEL
38
.
DE KOELKAST ONTDOOIEN EN REINIGEN
IJsblokjes maken
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en zet het in het
lagetemperatuurvak.
Gebruik, indien het ijsbakje aan de bodem van het vriesvak
is vastgevroren, geen puntige of scherpe voorwerpen om
het los te maken.
Om de ijsblokjes eenvoudig te verwijderen, het bakje
ombuigen.
Verwijder altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel hoe dan ook het apparaat van de
stroomtoevoer af, alvorens onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden te gaan verrichten.
Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan
de binnenkant van het koelvak duidt erop dat het apparaat
bezig is automatisch te ontdooien.
Het dooiwater wordt automatisch via een afvoeropening naar
een opvangbak geleid, waar het verdampt.
Reinig regelmatig de afvoeropening van het dooiwater, met
behulp van het bijgeleverde gereedschap, om een constante
afvoer van het dooiwater zeker te stellen.
Ontdooien van het lagetemperatuurvak
Wij raden u aan het lagetemperatuurvak 1 of 2 maal
per jaar te ontdooien, of wanneer de ijsvorming te dik
is geworden.
IJsvorming is een normaal verschijnsel. De hoeveelheid
en de snelheid waarmee zich het ijs vormt, hangt af van
de omgeving waarin het apparaat zich bevindt en van
de frequentie waarmee de deur wordt geopend. De
ijsvorming is het grootst op het bovenste gedeelte van
het vak. Dit is normaal en heeft geen invloed op het
correct functioneren van het apparaat.
Het is raadzaam het vak te ontdooien wanneer u
weinig voorraad heeft.
Open de deur en haal alle levensmiddelen uit de vriezer,
wikkel ze dicht tegen elkaar in krantenpapier en bewaar ze
op een koele plaats of in een koeltas.
Laat de deur open zodat het ijs kan smelten.
Reinig de binnenkant met een vochtige spons met lauw
water en/of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen
schuurmiddelen.
Spoel goed en droog zorgvuldig af.
Plaats de levensmiddelen weer in het vak.
Sluit de deur.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Zet het apparaat aan.
39
REINIGING EN ONDERHOUD
Reinig regelmatig de ventilatieroosters en de condensator
aan de achterkant van het apparaat met een stofzuiger of
een borstel.
Reinig de buitenkant met een zachte doek.
Als u de koelkast langere tijd niet gebruikt
1. Maak de koelkast helemaal leeg.
2. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
3. Ontdooi het apparaat en reinig de binnenwanden.
4. Om te voorkomen dat er schimmel, onaangename
geuren en oxidaties ontstaan, dient de deur open te
worden gelaten wanneer het apparaat niet in werking is.
5. Het apparaat reinigen.
Reinig de binnenkant van het lagetemperatuurvak (op de
modellen waar dit aanwezig is) tijdens het ontdooien.
Reinig het koelvak geregeld met een vochtige spons met
lauw water en/of een neutraal schoonmaakmiddel. Spoel
en droog met een zachte doek. Gebruik geen
schuurmiddelen.
Reinig de buitenkant met een met water bevochtigde zachte
doek. Gebruik geen schuurpasta's of schuursponsjes, noch
vlekkenmiddelen (b.v. aceton en trichloorethyleen) of azijn.
40
STORINGEN OPSPOREN
1. Het apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld?
Is de zekering doorgebrand?
Is de voedingskabel beschadigd?
Staat de thermostaat misschien op de stand
z
(Stop)?
2. De temperatuur in de vakken is te
hoog.
Zit de deur goed dicht?
Wordt de deur bij het sluiten gehinderd door
de voedingsmiddelen?
Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
Staat de thermostaat op de goede stand?
Wordt de luchtcirculatie door de
ventilatieopeningen gehinderd?
3. De temperatuur in het koelvak is te laag.
Staat de thermostaat op de goede stand?
4. Het apparaat maakt te veel lawaai.
Is het apparaat correct geïnstalleerd?
Raken de buizen aan de achterkant elkaar of
trillen ze?
5. Er staat water op de bodem van het
koelvak.
Is de afvoer van het dooiwater misschien
verstopt?
6. Te veel ijsvorming in het
lagetemperatuurvak.
Zit de deur goed dicht?
Verhindert het voedsel dat de deur gesloten
wordt?
Opmerkingen:
Het koelcircuit kan borrelen of
expansiegeluiden maken; dat is normaal.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen
(zie “Storingen opsporen”).
2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het
ongemak is verholpen. Als dit niet het geval is,
schakel het apparaat dan opnieuw uit en
herhaal de handeling na een uur.
3. Als ook dat niet helpt, wend u dan tot onze
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het
woord SERVICE op het typeplaatje binnenin
het apparaat),
uw volledige adres,
uw telefoonnummer en netnummer.
Opmerking:
Het omkeren van de deur van het apparaat
door onze Klantenservice wordt niet
beschouwd als een ingreep die onder de
garantie valt.
41
INSTALLATIE
Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen. Installatie in een warme omgeving,
rechtstreekse blootstelling aan de zon of opstelling van het apparaat in de buurt van een warmtebron
(kachel, fornuis) verhogen het stroomverbruik en dienen te worden vermeden.
Indien dit niet mogelijk is, moeten de volgende minimumafstanden worden aangehouden:
- 30 cm vanaf fornuizen die werken op kolen of petroleum;
- 3 cm vanaf elektrische fornuizen en/of gasfornuizen.
Laat voor een optimale werking
- tenminste 5 cm vrije ruimte boven het apparaat;
- tenminste 4 cm afstand van de achterwand;
- plaats andere meubels of apparaten op een voldoende grote afstand zodat de lucht kan circuleren.
Installeer het apparaat op een droge en goed geventileerde plaats, zorg dat het op een vlakke
ondergrond staat en stel indien nodig de pootjes aan de voorkant bij.
De binnenkant schoonmaken.
Breng de bijgeleverde accessoires aan.
Elektrische aansluiting
Houdt u aan de plaatselijke voorschriften voor de elektrische aansluiting.
De gegevens met betrekking tot de spanning en het opgenomen vermogen staan op het typeplaatje in
het apparaat.
De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht. De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen, dieren of voor schade aan voorwerpen
die veroorzaakt is door het niet in
acht
nemen van deze voorschriften.
Als de stekker en het stopcontact niet van hetzelfde type zijn, laat het stopcontact dan vervangen door
een gekwalificeerd technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige adapters.
Afkoppeling van het elektriciteitsnet
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het
stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact is
geplaatst.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9

Bauknecht KRVA 3801 Gebruikershandleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor