RAM PROGRAM 2000 ARL 101-K/G/01 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
19
GEBRUIKSAANWIJZING
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
MILIEUTIPS
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
GEBRUIK VAN HET
LAGETEMPERATUURVAK
ONTDOOIEN EN REINIGEN VAN HET
LAGETEMPERATUURVAK
REINIGEN VAN HET KOELVAK
REINIGING EN ONDERHOUD
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
INSTALLATIE
20
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
MILIEUTIPS
Het door u aangeschafte apparaat is
ontworpen voor huishoudelijk gebruik en ook:
- voor gebruik in keukens van werkplaatsen,
winkels en/of kantoren
- in landbouwbedrijven
- in hotels, motels, appartementen, bed &
breakfast voor gebruik door afzonderlijke
klanten.
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat
is het raadzaam de gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen, hierin vindt u een
beschrijving van het apparaat en adviezen
voor het conserveren van
voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand
nog eens kunt raadplegen.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat
of het niet beschadigd is en of de deur goed
sluit. Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf
de levering van het product van eventuele
schade op de hoogte te worden gesteld.
2. Het is raadzaam minstens twee uur te wachten
alvorens het apparaat in werking te stellen, om
het koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus
worden verricht overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
4. Reinig de binnenkant van het product alvorens
het in gebruik te nemen.
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100%
recyclebaar en draagt het recyclingsymbool.
Voor de verwerking moeten de plaatselijke
voorschriften worden nageleefd. Het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken
polystyreen enz.) moet buiten het bereik van
kinderen worden gehouden, omdat het een
bron van gevaar kan vormen.
2. Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan
worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van
het merkteken volgens de Europese richtlijn
2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor
te zorgen dat dit product op de juiste manier als
afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve
consequenties voor het milieu en de menselijke
gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de
bijbehorende documentatie geeft aan dat dit
product niet als huishoudelijk afval mag worden
behandeld. In plaats daarvan moet het worden
afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling
van elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het
wordt afgedankt onbruikbaar door de
voedingskabel door te snijden en de deuren en
schappen te verwijderen, zodat kinderen niet
gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de
plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking
en breng het naar een speciaal
afvalverwerkingscentrum, en laat het niet
onbewaakt achter, ook niet voor slechts een
paar dagen, aangezien het voor kinderen een
bron van gevaar kan opleveren. Voor nadere
informatie over de behandeling, terugwinning en
recycling van dit product wordt u verzocht
contact op te nemen met het stadskantoor in uw
woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel
waar u het product heeft aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit
bevat R134a (HFC) of R600a (HC), zie
serienummerplaatje in het apparaat.
Voor apparaten met isobutaan (R600a):
isobutaan is een natuurlijk gas dat geen
schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel
ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om
te controleren of de leidingen van het koelcircuit
niet beschadigd zijn.
Dit product kan een gefluorideerd broeikasgas
bevatten dat onder het Protocol van Kyoto valt;
het koelgas zit in een hermetisch verzegeld
systeem.
Koelgas: R134a heeft een globaal
verwarmingsvermogen (GWP) van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren
van voedingsmiddelen en is vervaardigd in
overeenstemming met de Verordening (EG)
nr. 1935/2004
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op
de markt gebracht in overeenstemming met:
veiligheidsvoorschriften van de
“Laagspanningsrichtlijn” 2006/95/EG
(die de richtlijn 73/23/EEG en latere
verordeningen vervangt);
de veiligheidsvereisten van de “EMC”-richtlijn
2004/108/EG.
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd
wanneer het op de juiste wijze op een efficiënt
werkende installatie is aangesloten, die volgens
de wettelijke voorschriften is geaard.
21
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
INSTALLATIE
Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om te voorkomen dat de vloer
beschadigd raakt (b.v. parket).
Zorg ervoor dat het product tijdens de
installatie de voedingskabel niet beschadigt.
Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron.
Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en
boven het apparaat om een goede ventilatie
te garanderen of volg de installatie-instructies.
Houd de ventilatie-openingen van het
apparaat vrij van obstakels.
Beschadig de leidingen van het koelcircuit van
de koelkast niet.
Installeer het product waterpas op een vloer
die het gewicht kan dragen en in een ruimte
die geschikt is voor de afmetingen en het
gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is
afgesteld om te werken in ruimten waarin de
temperatuur binnen de volgende waarden
ligt, die op hun beurt weer afhankelijk zijn van
de klimaatklasse die op het
serienummerplaatje staat aangegeven: het is
mogelijk dat het apparaat niet goed
functioneert als het voor een lange tijd in een
ruimte wordt gelaten met een hogere of
lagere temperatuur dan het genoemde
bereik.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
Gebruik geen enkele of meervoudige
adapters of verlengsnoeren.
Gebruik voor de aansluiting op de
waterleiding de bij het nieuwe apparaat
geleverde slang en niet die van het vorige
apparaat.
De voedingskabel mag alleen door
gekwalificeerd personeel of door de
Klantenservice worden gewijzigd of
vervangen.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de
stekker uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms
van het stopcontact is geplaatst.
VEILIGHEID
Plaats geen spuitbussen of houders die drijfgas
of brandbare stoffen bevatten in het apparaat.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de
buurt van het apparaat of van andere
elektrische huishoudelijke apparatuur.
De dampen die hieruit voortkomen kunnen
brand of explosies veroorzaken.
Gebruik geen andere mechanische,
elektrische of chemische systemen die het
ontdooiproces versnellen dan door de
fabrikant zijn aanbevolen.
Gebruik of plaats geen elektrische apparaten
in de vakken van het apparaat, als hiervoor
geen uitdrukkelijke toestemming door de
fabrikant is gegeven.
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door personen (met inbegrip van
kinderen) met beperkte fysieke, sensorische
of mentale vermogens, of zonder ervaring of
kennis van het apparaat, behalve als zij tijdens
het gebruik instructies ontvangen van of
begeleid worden door een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de
koelkast opgesloten raken en stikken, mag
hen niet worden toegestaan in het product te
spelen of zich erin te verstoppen.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (niet op alle modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn
dat ze ijsbrand kunnen veroorzaken.
GEBRUIK
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Alle apparaten met ijsmakers en
waterdispensers moeten op een
waterleidingnet aangesloten worden dat
uitsluitend drinkwater levert (met een
waterleidingdruk van tussen de 0,17 en
0,81 MPa (1,7 en 8,1 bar)). De ijsmakers en/of
waterdispensers die niet rechtstreeks op het
waterleidingnet zijn aangesloten, mogen
uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Gebruik het koelgedeelte uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
vriesgedeelte uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Bewaar geen dranken in glas in het
vriesgedeelte want deze kunnen barsten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld, indien bovenstaande adviezen en
voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn
genomen.
Klimaatklasse Omg. temp.
(°C)
Omg. temp.
(°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 16 tot 38 Van 61 tot 100
T Van 16 tot 43 Van 61 tot 110
22
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Dit is een automatische koelkast of koelkast met een
lagetemperatuurvak van ster.
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig
automatisch plaats.
De koelkast werkt in een omgevingstemperatuur van +16°C
tot +32°C.
De koelkast inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact. Met de thermostaat kunt
u de temperatuur in het koelvak instellen, zonder de condities
in het lagetemperatuurvak te veranderen.
De temperatuur instellen:
1. Voor een correcte werking en uitstekende
opslagresultaten in beide vakken, moet de thermostaat
worden ingesteld tussen stand 2 en 3.
2. Om de temperatuur in de vakken in te stellen, dient u als
volgt aan de thermostaat te draaien:
•1 - 2 voor een WARMERE TEMPERATUUR.
•3 - 4 voor een KOUDERE TEMPERATUUR.
Thermostaat ingesteld op stand : apparaat en verlichting
uitgeschakeld.
Opmerking:
De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de
deuren worden geopend en gesloten en de stand van het
apparaat, kunnen invloed hebben op de temperatuur in de
twee vakken. Stel overeenkomstig de thermostaat in.
Levensmiddelen opslaan in het koelvak
1. Berg de levensmiddelen in vak op zoals weergegeven in
de afbeelding hiernaast.
A Gekookt voedsel
B Vis en vlees
C Groente en fruit
D Flessen
EEieren
F Boter, kaas en andere zuivelproducten
Opmerkingen:
Zorg ervoor dat de lucht vrij tussen de schappen en de
achterste binnenwand van de koelkast kan circuleren.
Plaats geen levensmiddelen tegen de achterwand van het
vak.
Bewaar vloeistoffen in afgesloten houders.
Groenten die veel water bevatten (bijv. sla) kunnen tot
condensatievorming leiden in de onderste lades en/of
middelste schappen; dit heeft geen invloed op de
correcte werking van het apparaat. Desondanks is het
raadzaam om de groenten eerst in te wikkelen voordat ze
worden opgeborgen.
23
GEBRUIK VAN HET LAGETEMPERATUURVAK
ONTDOOIEN EN REINIGEN VAN HET
LAGETEMPERATUURVAK
Indien aangebracht, kan het lagetemperatuurvak
met ster worden gebruikt om ingevroren
producten op te bergen, gedurende de tijd die op de
verpakking wordt vermeld.
Als diepgevroren producten worden gekocht, dient u
het volgende te controleren:
de verpakking mag niet beschadigd zijn, aangezien het
levensmiddel bedorven kan zijn. Als het pakje bol staat of
als er vochtplekken aanwezig zijn, is het product niet
correct bewaard en kan gedeeltelijk ontdooid zijn.
Koop diepvriesproducten het laatst en gebruik een koeltas
voor transport.
Plaats de diepvriesproducten bij thuiskomst onmiddellijk in
het lagetemperatuurvak.
Gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen dienen binnen 24
uur geconsumeerd te worden.
Probeer temperatuurschommelingen zoveel mogelijk te
voorkomen. Kijk op de verpakking naar de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Lees de instructies op de verpakking over het bewaren van
diepvriesproducten.
IJsblokje maken
Vul het ijsbakje voor drievierde met water en plaats het
bakje op de bodem van het lagetemperatuurvak.
Als het ijsbakje aan de bodem is vastgevroren, gebruik
dan geen spitse of scherpe voorwerpen om het bakje
los te maken.
Voor een optimale werking dient u minstens twee maal
per jaar het lagetemperatuurvak te ontdooien of als de
ijsvorming op de wanden ongeveer 3 mm dik is geworden.
Als er niet veel producten in het vak aanwezig zijn,
dient u het vak te ontdooien.
1. Open de deur, haal alle levensmiddelen eruit, wikkel ze in
krantenpapier en bewaar ze op een koele plaats of in een
koeltas.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Laat de deur open, zodat het ijs op de wanden van het vak
kan smelten.
4. Verwijder het dooiwater met een spons.
5. Reinig het vak met een vochtige spons die gedompeld is
in lauw water met een neutraal reinigingsmiddel.
Gebruik geen schuurmiddelen.
6. Goed afspoelen en afdrogen.
Opmerking: gebruik geen spitse of scherpe
metalen voorwerpen om het ijs te verwijderen en
verwarm niet kunstmatig het lagetemperatuurvak
om herstelbare schade aan het vak te voorkomen.
24
REINIGEN VAN HET KOELVAK
REINIGING EN ONDERHOUD
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Stel het apparaat niet bloot aan warmtebronnen,
direct zonlicht, enz., aangezien hierdoor het
energieverbruik toeneemt.
Dek de ventilatieopeningen of luchtopeningen
niet af.
Plaats producten die kunnen ontdooien in het
koelvak, vanwege de lage temperatuur.
Houd de deur zo kort mogelijk open.
Plaats geen levensmiddelen in de koelkast die nog
warm zijn.
Laat de deur van het vriesvak niet openstaan.
Koelvak regelmatig reinigen.
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig
automatisch plaats.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand van
de binnenkant van het koelvak duidt erop dat de
automatische ontdooiing is ingeschakeld. Het dooiwater
loopt weg naar het afvoergat, wordt opgevangen in een bak,
waar het vervolgens verdampt. Reinig regelmatig de
afvoeropening en gebruik hiervoor het bijgeleverde
gereedschap, om een constante afvoer van het dooiwater te
waarborgen.
Trek vóór het reinigen eerst de stekker uit het stopcontact.
Gebruik een vochtige spons die gedompeld is in lauw water
en/of een neutraal reinigingsmiddel.
Spoel en droog het apparaat met een zachte doek.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Maak de ventilatieroosters regelmatig schoon met een
stofzuiger of borstel.
Reinig de buitenkant van het apparaat met een zachte
doek.
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt
1. Maak het koelvak en het lagetemperatuurvak leeg.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Ontdooi het lagetemperatuurvak, reinig en droog beide
vakken.
4. Laat de deur open om het ontstaan van onaangename
geuren te voorkomen.
25
OPSPOREN VAN STORINGEN
1. Het apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld?
Is de zekering doorgebrand?
Staat de thermostaat op stand
?
2. De temperatuur in de vakken is niet koud
genoeg.
Sluiten de deuren correct?
Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
Is de thermostaat correct ingesteld?
Wordt de luchtcirculatie belemmerd?
3. De temperatuur in het koelvak is te koud.
Is de thermostaat correct ingesteld?
4. Het water verzamelt zich op de bodem
van het koelvak.
Is het afvoergat voor het dooiwater verstopt?
5. De binnenverlichting werkt niet.
Zie eerst punt 1, en dan:
trekker de stekker van het apparaat uit het
stopcontact.
Zie de instructies en afbeeldingen op het
bijgeleverde blad, om toegang te krijgen tot het
lampje.
Controleer het lampje en vervang het zo
nodig.
(E14 type, 15W max).
6. Te veel ijsvorming in het
lagetemperatuurvak.
Is de deur van het lagetemperatuurvak
correct gesloten?
Opmerkingen:
Borrelende en sissende geluiden in het koelcircuit
zijn normaal en duiden niet op een defect.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met onze
klantenservice:
1. Probeer het probleem te verhelpen
(zie “Opsporen van storingen”).
2. Schakel het apparaat opnieuw in om te
controleren of de storing zich nog voordoet.
Schakel het apparaat uit en na een uur weer in
als de storing nog niet is opgelost.
3. Als de storing na deze handeling nog steeds niet
is opgelost, dient u contact op te nemen met de
klantenservice en de volgende gegevens te
specificeren:
de aard van de storing
het model
het servicenummer (nummer achter
SERVICE op het typeplaatje op de achterkant
van de groentelade)
uw volledige adres
uw telefoonnummer en netnummer.
Opmerking: Het door onze klantenservice
omdraaien van de deur valt niet onder de
garantiebepalingen.
INSTALLATIE
Installeer het apparaat niet in de buurt van een
warmtebron (minimale afstand: 30 cm vanaf
fornuizen die werken op vaste brandstof of gasolie
en 3 cm van elektrische ovens en kookplaten).
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte.
Dek de ventilatieopeningen niet af.
Reinig de binnenkant van het apparaat
(zie desbetreffende hoofdstukken).
Breng de accessoires aan.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Houd u aan de plaatselijke voorschriften
voor de elektrische aansluiting.
Gegevens over de spanning en het opgenomen
vermogen staan op het typeplaatje.
Het apparaat moet geaard zijn zoals
wettelijk is voorgeschreven. De fabrikant
aanvraadt geen enkele aansprakelijkheid
voor persoonlijke letsel, schade aan dieren
of materiële schade die voortvloeit uit het
niet naleven van de hierboven staande
voorschriften.
Als de stekker van het apparaat niet in het
stopcontact past, moet het stopcontact worden
vervangen door een gekwalificeerd elektricien.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
adapters.
ELEKTRISCHE LOSKOPPELING
Het moet mogelijk zijn om het apparaat van het
elektriciteitsnet los te koppelen door de stekker
uit het stopcontact te trekken of het loskoppelen
van een stroomonderbreker.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7

RAM PROGRAM 2000 ARL 101-K/G/01 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding