38
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
• Zorg ervoor dat het apparaat tijdens de
installatie de voedingskabel niet beschadigt.
• Installeer het apparaat niet in de buurt van een
warmtebron.
• Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en
boven het apparaat om een goede ventilatie
te garanderen en volg de installatie-
instructies.
• Houd de ventilatie-openingen van het
apparaat vrij van obstakels.
• De voedingskabel mag alleen door
gekwalificeerd personeel worden gewijzigd of
vervangen.
• Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de
stekker uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms
van het stopcontact is geplaatst.
• Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning
• Gebruik voor de aansluiting op de
waterleiding de bij het nieuwe apparaat
geleverde slang en niet die van het vorige
apparaat.
• Installeer het apparaat waterpas op een vloer
die het gewicht kan dragen en in een ruimte
die geschikt is voor de afmetingen en het
gebruik van het product.
• Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om beschadigingen van de vloer te
voorkomen (bv. het parket).
• Gebruik geen enkele of meervoudige
adapters of verlengsnoeren.
• Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is
afgesteld om te werken in ruimten waarin de
temperatuur binnen de volgende waarden
ligt, afhankelijk van de klimaatklasse die op het
typeplaatje staat aangegeven. Het is mogelijk
dat het apparaat niet goed functioneert als het
langere tijd in een ruimte is gebleven met een
hogere of lagere temperatuur dan het
genoemde bereik.
• Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de
buurt van het apparaat of van andere
elektrische huishoudelijke apparatuur. De
dampen die hieruit voortkomen kunnen
brand of explosies veroorzaken.
• Gebruik om het ontdooiproces te versnellen
geen andere mechanische, elektrische of
chemische systemen dan die door de
fabrikant zijn aanbevolen.
• Beschadig de leidingen van het koelcircuit van
het apparaat niet.
• Gebruik of plaats geen elektrische apparaten
in de vakken van het apparaat, als hiervoor
geen uitdrukkelijke toestemming door de
fabrikant is gegeven.
• Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door jonge kinderen of zieke
personen zonder toezicht.
• Om het risico op verstikking en opsluiting in
de koelkast te vermijden, mag het kinderen
niet worden toegestaan in het apparaat te
spelen of zich erin te verstoppen.
• Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (indien bijgeleverd).
• Gebruik het koelvak uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
vriesvak uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
• Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak,
deze kunnen barsten.
• Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn
dat ze brandwonden kunnen veroorzaken.
• Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
• Alle apparaten met ijsmakers en
waterdispensers moeten op een
waterleidingnet aangesloten worden dat
uitsluitend drinkwater levert (met een
waterleidingdruk van tussen de 0,17 en 0,81
Mpascals (1,7 en 8,1 bar)). De ijsmakers en/of
waterdispensers die niet rechtstreeks op het
waterleidingnet zijn aangesloten, mogen
uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
• De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld, indien bovenstaande
adviezen en voorzorgsmaatregelen niet
in acht zijn genomen.
Klimaatklasse Omg. temp.
(°C)
Omg. temp.
(°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 16 tot 38 Van 61 tot 100
T Van 16 tot 43 Van 61 tot 110