Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
Als de bereidingsduur langer dan 30
minuten is, verlaag dan de
oventemperatuur met minimaal 3 - 10
minuten, afhankelijk van de
bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
ander eten op te warmen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als
een programma met tijdselectie Duur of
Eindtijd in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch 10%
eerder uitgeschakeld. De lamp blijft
werken.
Koken met de verlichting
uitgeschakeld
Deactiveer de verlichting tijdens de
bereiding en activeer ze enkel indien
nodig.
Eten warm houden
Kies de laagste temperatuur als u de
restwarmte wilt gebruiken om eten warm
te houden. Het display toont de
restwarmtetemperatuur.
7. MAGNETRONSTAND
7.1 Magnetron
Algemeen:
LET OP!
Stel het apparaat nooit in
werking als er zich geen
voedsel in bevindt.
• Laat het voedsel na het uitschakelen
van het apparaat enkele minuten
rusten. Zie de
magnetronbereidingstabellen: rusttijd.
• Verwijder de verpakking van
aluminiumfolie, metalen bakjes, enz.
voordat u het voedsel bereidt.
• Het wordt niet aanbevolen in de
magnetronstand meer dan een niveau
te gebruiken.
• Leg het voedsel op een bord en zet
het indien niet anders aangegeven op
de bodem van de ruimte.
• Roer, indien mogelijk, altijd het
voedsel door voor het opdienen.
Bakken:
• Kook het eten zo mogelijk bedekt met
materiaal dat geschikt is voor gebruik
in de magnetron. Bereid voedsel
slechts zonder het te bedekken als u
een korst wilt behouden.
• Zorg dat u de gerechten niet te lang
kookt, door het vermogen en de tijd te
hoog in te stellen. Het voedsel kan
uitdrogen, verbranden of op sommige
plekken hard worden.
• Gebruik het apparaat niet om eieren
in hun schaal en slakken te bereiden,
omdat ze kunnen barsten. Bij
gebakken eieren, moet u het eigeel
eerst doorprikken.
• Prik eten met 'vel' of 'schil', zoals
aardappelen, tomaten, worstjes, een
paar keer met een vork in voordat u
het in de magnetron plaatst, zodat het
eten niet barst.
• Voor gekoeld of bevroren eten is een
langere bereidingstijd nodig.
• Gerechten met saus moeten van tijd
tot tijd worden geroerd.
• Draai grotere stukken halverwege de
bereidingstijd om.
• Snij groenten zo mogelijk in stukjes
van gelijke grootte.
• Gebruik platte, brede schalen of
borden.
• Gebruik geen kookgerei gemaakt van
porselein, keramisch materiaal of
aardewerk met kleine gaatjes, bijv. op
handgrepen. Er kan vocht in de
openingen komen, waardoor het
kookgerei bij verhitting kan barsten.
Vlees, gevogelte, vis ontdooien:
• Plaats het bevroren, uitgepakte
voedsel op een klein omgekeerd bord
met een bakje eronder of op een
ontdooirek of plastic zeef, zodat de
dooivloeistof kan weglopen.
• Draai het voedsel halverwege de
ontdooitijd om. Verdeel de stukken zo
NEDERLANDS 13