Documenttranscriptie
SANTO 70290-8 DT
Dubbeldeurs-koelautomaat
Combiné réfrigérateur-congélateur
Fridge freezer
Gebruiksaanwijzing
Mode d’emploi
Operating Instructions
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe
koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een
veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele
volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden
(Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op
aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist
functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-tisch
gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-mischen
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen
om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze
aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst u
te allen tijde ter beschikking.
2
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Muur-afstandshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Variable binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Ontdooiing van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
3
Veiligheid
De veiligheid van onze apparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse
normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het
koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het
maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan
de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen
is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het
koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levens-middelen gebruikt
wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen
wordt
• Controleer het apparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in
geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan
(R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen
onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen
weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het
stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwe-zige
snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt
voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken
(stikgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met
verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een
gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze
persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet
zonder toezicht in de buurt van het apparaat..
Bij dagelijks gebruik
4
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met
brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van
aanstekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de
inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit
limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak.
Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in
het vriesvak gelegd worden.
• Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond
steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en
verwondingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen
daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het
koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit
draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan
het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven
aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd
worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-staan.
Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantendienst.
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar
weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en
worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken
binnen in.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKW-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij
het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor Uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging
toe is - ook voor Uw nieuwe apparaat.
5
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken
voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen,
eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-maken. Hierdoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden
(verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Het symbool
op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet
worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het
recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het
transport beschermd.
• Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
Uw apparatuur is voorzien van blokkeringen, waardoor de platen tijdens het
transport op hun plaats blijven.
Handel als volgt om deze te
A
verwijderen:
Beweeg de blokkeringen in de
richting van de pijl, til de glasplaat
aan de achterkant op en duw deze in
de richting van de pijl tot deze los
raakt en verwijder de blokkeringen.
B
Opstellen
C
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ontworpen.
De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje dat
6
zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatcategorie behoort:
Klimaatcategorie
voor een omgevingstemperatuur van
SN
+10 tot +32 °C
N
+16 tot +32 °C
ST
+18 tot +38 °C
T
+18 tot +43 °C
100 mm
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen,
aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmteisolatieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander
koel- of diepvriesapparaat staat, is
een afstand van 5 cm aan
weerszijden aan te bevelen, zodat
zich geen condens vormt aan de
buitenkant van de apparaten.
A
B
10 mm
Om veiligheidsredenen moet de
ventilatie
zodanig
zijn
als
aangegeven in Fig.
Attentie: zorg ervoor dat de
ventilatie openingen tijdens
gebruik niet woden afgedekt.
10 mm
Uw apparaat heeft lucht nodig
NP005
Muur-afstandshouders
In het apparaat bevinden zich
twee afstandshouders die in de
bovenste hoeken aan de
achterzijde geplaatst dienen te
worden. Draai de schroeven los,
steek de afstandshouders onder
de schroefkop en draai de
schroeven weer vast.
7
Deurdraairichting
8
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar
links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurscharnieren mag het apparaat
niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het
stopcontact halen.
U gaat als volgt te werk:
Wij raden u aan met twee personen
het deurscharnier om te zetten. De
tweede persoon kan dan de deuren
van het apparaat stevig vasthouden.
- Deuren
openen,
middelste
G
scharnier (H) losschroeven en
uitnemen door het geleidelijk aan
van de koelkast weg te trekken,
terwijl u de twee deuren iets schuin
houdt. Kunststof pin onder het
scharnier verwijderen.
- Deur van de vriesruimte losnemen
door hem iets naar beneden te
trekken.
- Deur van de koelruimte losnemen
H
door hem iets naar boven te trekken.
- Bovenste kunststof pen van de
deur van de vriesruimte verwijderen
en op de tegenoverliggende kant
weer aanbrengen.
- Bovenste kunststof pen van de
deur van de koelruimte verwijderen
en op de tegenoverliggende kant
weer aanbrengen.
- Bovenste
scharnierpen
(G)
uitdraaien
en
op
de
tegenoverliggende kant weer
indraaien.
- M.b.v. gereedschap het afdekkapje
(e)
verwijderen,
onderste
scharnierpen (F) uitdraaien en op de
tegenoverliggende kant weer
indraaien.
Afdekkapje
(e)
op
de
tegenoverliggende kant weer
aanbrengen.
- Middelste scharnierpen in de
opening links op de deur van de
koelruimte aanbrengen.
- Deur van de koelruimte op de
onderste
scharnierpen
(f)
aanbrengen.
- Deur van de vriesruimte op de
bovenste scharnierpen aanbrengen,
1
de deuren iets schuin houden en de
2
middelste scharnierpen in de
opening links op de deur van de
vriesruimte aanbrengen.
- Deuren
openen,
middelste
scharnier op de linkerkant met twee
schroeven bevestigen. Vergeet niet
de kunststof pin onder het middelste
scharnier (H) te plaatsen.
- Controleren of de bovenkant van de deuren parallel loopt met het
bovenblad.
- Apparaat weer op z'n plek zetten, waterpas zetten en de stekker in het
stopcontact steken.
-Demonteer de handgrepen door de handgreepbedekking weg te
nemen en de bevestigingsschroeven aan de zijkant en in het midden
los te draaien en deze vervolden los te draaien en deze vervolgens aan
de tegengestelde kant te monteren. De niet gebruikte gaten worden
gemaskerd door kunststof dopjes die zich in het zakje met toebehoren
bevinden.
U kunt het deurscharnier ook tegen betaling door een vakman laten
omzetten. Neem dan contact op met onze service-afdeling.
.Belangrijk
Na het omkeren van de deurdraairichting moet u controleren of het
deurrubber rondom goed op de sponning sluit. In een koud vertrek (in de
winter) kan het gebeuren dat dat niet het geval is. Na enkele dagen zal het
rubber zich echter aangepast hebben. Wilt u dat bespoedigen, dan kunt u
het rubber warm maken met een föhn.
9
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde
beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd uit de
contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-kelijk
is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het
apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering,
beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een
contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van het
apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-eenkomen
met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te
staan.
Bijv.: AC 230 ... 240 V 50 Hz of
230 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 230 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het
eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
In gebruik nemen en temperatuurregeling
• U steekt de steker van de koelkast in een contactdoos met randaarde. Als u
de koelkastdeur opent, wordt de binnenverlichting ingeschakeld. De
draaiknop voor de temperatuukeuze bevindt zich rechts in de koelruimte.
Stand „0“ betekent: uit.
Stand „1“ betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling.
Stand „6“ betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de
temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
10
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.
De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden geregeld
worden.
Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u stand „6“
kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet beneden 0°C
komt en zet de temperatuurregelaar tijdig op stand „3“ of „4“ terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling
van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er voor zorgen dat
de compressor continu werkt.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand “3”
tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint het
ontdooien weer automatisch.
Interieur
Legvlakken
Naargelang het model is het
apparaat voorzien van glas
legvlakken.
Het legvlak van glas boven de
groente- en fruitbakken moet altijd
op die plaats blijven liggen, opdat
groente en fruit langer vers blijven.
D338
De overige legvlakken zijn in hoogte
verstelbaar:
Daartoe de legvlak zover naar voren trekken tot hij naar boven of onderen
bewogen kan worden en eruit gehaald kan worden.
Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten in omgekeerde volgorde
te werk gaan.
Variabele binnendeur
Naargelang de behoefte kunnen de deurvakbodems er naar boven
uitgenomen worden en op andere plaatsen gezet worden.
11
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende
eenvoudige regels in acht te nemen:
• Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte;
• dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
• plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren.
Enkele belangrijke tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven de
groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op elk
rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in
speciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook
niet in de koelkast.
Invriezenen en diepgevroren opslaan
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse
levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de
vriesruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vriesvermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur
ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter
elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid
aangegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de
levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kantenklare diepvriesproducten dient u zich beslist
aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden
tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met
brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van
aanstekers etc. in het vriesapparaat.
12
1.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte.
Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in
de vriesruimte gelegd worden.
• Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere
diepvriesproducten overgebracht wordt.
• Daardoor heeft u een beter overzicht, wordt het lang openen van de deur
voorkomen en wordt stroom bespaard.
• Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds
bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen
kunnen daaraan vast vriezen.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen op het rek in dedipevriesvak
Het maken van ijsblokjes
1.
2.
IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten
bevriezen.
Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stromend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met
spitse of scherpe voorwerpen losmaken.
Diepvrieskalender
• De symbolen geven de diverse soorten diep-vriesproducten aan.
• De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de opslagtijd in
maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven
opslagtijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de
behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een
hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.
13
Ontdooiing van het toestel
1.
2.
3.
4.
5.
Het ontdooien van de koelruimte
Het ontdooien van de koelkast heeft
automatisch plaats. Het dooiwater
wordt via een afvoerkanaaltje
opgevangen in een bakje dat zich
aan de achterkant bevindt. Hier
verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in het
afvoerkanaal regelmatig schoon te
maken.
Gebruik
voor
het
doorprikken het staafje dat zich in
D037
het gaatje bevindt.
Het ontdooien van de vriesruimte
In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen, wanneer deze een laag
van circa 4 mm vormt. Gebruik hiervoor het plastic spatel. Wanneer zich een
dikke laag ijs gevormd heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
draai de thermostaaaknop op “0” of trek de steker uit het stopcontact;
omwikkel de levensmiddelen met meerdere kranten;
laat de deur openstaan
droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig;
draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de steker weer in
het stopcontact. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesprodukten weer
terugplaatsen.
Belangrijk
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit metalen voorwerpen; u zou
uw koelkast kunnen beschadigen.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het ontdooiproces te
versnellen die niet door de fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesproducten kan hun houdbaarheids-duur
verkorten.
Apparaat uitzetten
1.
2.
3.
4.
5.
14
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0” draaien.
Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reini-ging
en onderhoud”).
Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
Reiniging en onderhoud
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrikiteits-net
aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het
apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai de
zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan
vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete
damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen
wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
– Sap van citroen– of sinaasappelschillen;
–boterzuur;
– schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere
lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”).
Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-ring
uitschakelen c.q. er uitdraaien.
Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal per
jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte
borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
Het dooiwater-afvoergat aan de achterwand van de koelruimte controleren.
Een verstopt dooiwater-afvoergat met behulp van het groene stopje dat
met het toestel is meegeleverd schoonmaken.
Als alles droog is, de levens-middelen er weer in doen en het apparaat weer
in bedrijf nemen.
15
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur
werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten
afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De koude
in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruimte gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de
achterzijde van het toestel, schoon.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die zelf u aan de hand van
de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere
werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet
verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties
kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot
onze klantendienst.
Storing
Apparaat werkt niet.
Mogelijke oorzaken
Verhelpen
Apparaat is niet aangezet.
Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het
stopcontact of zit los.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering is los of kapot.
Stopcontact is kapot.
16
Zekering controleren,eventueel
vernieuwen
Storingen in het lichtnet door
Uw elektrovakman laten
verhelpen.
Storing
Apparaat koelt te sterk.
De levensmiddelen zijn te
warm.
Binnenverlichting werkt niet.
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook aan
de deurafdichting.
Mogelijke oorzaken
Verhelpen
Temperatuur is te laag
ingesteld.
Temperatuurregelaar tij-delijk
op een hogere stand zetten.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Zie hoofdstuk “Ingebruikname”.
Deur heeft te lang
opengestaan.
In de laatste 24 uur zijn
grotere hoeveelheden warme
levensmiddelen opgeslagen.
Het apparaat staat naast een
warmtebron.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
Temperatuurregelaar op een
koudere stand zetten.
Zie hoofdstuk “Opstelplaats”.
Lamp is kapot.
Zie hoofdstuk “Lamp
verwisselen”.
Deurafdichting is lek
(eventueel na het verwisselen
van de deuraanslag).
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig met
een föhn® verwarmen (niet
heter dan ca. 50 °C).
Tegelijkertijd de verwarmde
deurafdichting met de hand zo
in vorm trekken dat hij weer
helemaal sluit.
Apparaat staat niet recht.
Stelvoetjes bijstellen.
Apparaat komt tegen de muur
of tegen andere voorwerpen Apparaat iets wegtrekken.
aan.
Ongewone geluiden.
Na het wijzigen van de
temperatuurinstelling start de
compressor niet direct.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de legvlakken.
Een onderdeel, bijv. een leiding,
aan de achterkant van het
Dit onderdeel voorzichtig
apparaat komt tegen een
wegbuigen.
ander onderdeel van het
apparaat aan of tegen de
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
De compressor start na enige
tijd automatisch.
Ontdooiwaterafvoer is
verstopt.
Zie hoofdstuk “Reiniging en
onderhoud”.
17
Lamp verwisselen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen van de
lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de
zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W
Om het apparaat uit te zetten de
temperatuurregelaar op stand „0"
draaien.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Voor het verwisselen van de lamp de
schroef die de afdekking van het
lampje bevestigt, eruit draaien.
Op de afdekking van het lampje
drukken en deze achteruit laten
glijden.
Defecte lamp verwisselen.
D411
De afdekking weer monteren en de
bevestigingsschroef aandraaien.
De koelkast aanzetten.
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de
fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de
Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), volgens de Duitse
voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG 20)
en volgens de bepalingen van de vereniging van Duitse elektotechnici (VDE).
De koudecirculatie is op dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
– 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0
– 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
18
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
© Copyright by AEG
2223 400-64
08/07
Wijzigingen voorbehouden
Sous reserve de modifications
Subject to change without notice