Pioneer DEH-P5900MP Installatie gids

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
Installatie gids
ᇉÌ ÍÂÔÎÂÌË ÔÓ Òڇ̉‡ÚÛ DIN
1. éÚÚflÌËÚ ‚Âı Ë ÌËÁ ·ÒÚ˘ÌÓ„Ó Ó·Ó‰Í‡
̇ÛÊÛ, ˜ÚÓ·˚ ‚˚Ú‡˘ËÚ¸ „Ó. Ó„‰‡
ÔÓ‚ÚÓÌÓ ÔËÒÓ‰ËÌflÂÚ ·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ,
̇Ô‡‚¸Ú ÒÚÓÓÌÛ Ò ÊÂÎÓ·ÍÓÏ ‚ÌËÁ Ë
ÔËÒÓ‰ËÌËÚ „Ó.)
Ç˚Ú‡˘ËÚ¸ ·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ Î„˜Â, ÂÒÎË
ÔÂ‰Ìflfl Ô‡ÌÂθ ÓÔÛ˘Â̇.
2. èÓ‰·ÂËÚ ÔÓ‰ıÓ‰fl˘Â ÏÂÒÚÓ, ‰Â ÓÚ‚ÂÒÚËfl
̇ ÒÍÓ·Â Ë ÒÚÓÓÌ ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ·Û‰ÛÚ
ÒÓ‚Ô‡‰‡Ú¸.
3. á‡ÚflÌËÚ ‰‚‡ ‚ËÌÚ‡ ̇ ͇ʉÓÈ ÒÚÓÓÌÂ.
àÒÔÓθÁÛÈÚ ‚ËÌÚ˚ ÒÓ ÒÙÂ˘ÂÒÍÓÈ
„ÓÎÓ‚ÍÓÈ (5 ÏÏ × 8 ÏÏ) ËÎË ‚ËÌÚ˚ Ò
ÔÓÚ‡ÈÌÓÈ „ÓÎÓ‚ÍÓÈ (5 ÏÏ × 9 ÏÏ),
Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ÙÓÏ˚ ÓÚ‚ÂÒÚËÈ ‚ ÒÍÓ·Â.
á‡ÍÂÔÎÂÌË ÔÂ‰ÌÂÈ Ô‡ÌÂÎË
ÖÒÎË ‚˚ Ì Ô·ÌËÛÂÚ ÓÚÒÓ‰ËÌflÚ¸ ÔÂÂ‰Ì˛˛
Ô‡ÌÂθ, ÚÓ Ó̇ ÏÓÊÂÚ ·˚Ú¸ Á‡ÍÂÔÎÂ̇ Ò
ÔÓÏÓ˘¸˛ ÔÓÒÚ‡‚ÎflÂÏ˚ı ‚ËÌÚÓ‚ Ë
‰ÂʇÚÂÎÂÈ.
1. á‡ÍÂÔËÚ ‰ÂʇÚÂÎË Ò Ó·ÂËı ÒÚÓÓÌ ÔÂ‰ÌÂÈ
Ô‡ÌÂÎË.
2. èËÎÓÊËÚ ÔÂÂ‰Ì˛˛ Ô‡ÌÂθ Í ÛÒÚÓÈÒÚ‚Û.
3. èÂ‚ÂÌËÚ ‰ÂʇÚÂÎË ‚ ‚ÂÚË͇θÌÓÂ
ÔÓÎÓÊÂÌËÂ.
4. èËÍÂÔËÚ ÔÂÂ‰Ì˛˛ Ô‡ÌÂθ Í ÛÒÚÓÈÒÚ‚Û,
ËÒÔÓθÁÛfl ‚ËÌÚ˚.
èËϘ‡ÌËÂ:
èÓ‚Â¸Ú ‚Ò ÒÓ‰ËÌÂÌËfl Ë ÒËÒÚÂÏ˚ ÔÂÂ
ÓÍÓ̘‡ÚÂθÌÓÈ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÍÓÈ.
ç ËÒÔÓθÁÛÈÚ ÌÂ‡Á¯ÂÌÌ˚ ˜‡ÒÚË.
àÒÔÓθÁÓ‚‡ÌË ÌÂ‡Á¯ÂÌÌ˚ı ˜‡ÒÚÂÈ ÏÓÊÂÚ
ÒÚ‡Ú¸ Ô˘ËÌÓÈ ÌÂËÒÔ‡‚ÌÓÈ ‡·ÓÚ˚.
èÓÍÓÌÒÛθÚËÛÈÚÂÒ¸ Ò ‚‡¯ËÏ ‰ËÎÂÓÏ, ÂÒÎË
ÛÒÚ‡Ìӂ͇ Ú·ÛÂÚ ÔÓÒ‚ÂÎË‚‡ÌËfl ÓÚ‚ÂÒÚËÈ
ËÎË ‰Û„Ëı ÏÓ‰ËÙË͇ˆËÈ ‚‡¯Â„Ó
Ú‡ÌÒÔÓÚÌÓ„Ó Ò‰ÒÚ‚‡.
ç ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡ÈÚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó Ú‡Ï, ‰Â:
ÓÌÓ ÏÓÊÂÚ ÒÎÛÊËÚ¸ ÔÂÔflÚÒÚ‚ËÂÏ ‡·ÓÚ˚
Ú‡ÌÒÔÓÚÌÓ„Ó Ò‰ÒÚ‚‡.
ÓÌÓ ÏÓÊÂÚ ÒÚ‡Ú¸ Ô˘ËÌÓÈ ÔÓ‚ÂʉÂÌËfl
Ô‡ÒÒ‡ÊË‡ ‚ ÂÁÛθڇÚ ‚ÌÂÁ‡ÔÌÓÈ ÓÒÚ‡ÌÓ‚ÍË.
èÓÎÛÔÓ‚Ó‰ÌËÍÓ‚˚È Î‡ÁÂ ·Û‰ÂÚ ÔÓ‚ÂʉÂÌ,
ÂÒÎË ÓÌ ÔÂ„ÂÂÚÒfl. ìÒڇ̇‚ÎË‚‡ÈÚ ‰‡ÌÌÓÂ
ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ‚‰‡ÎË ÓÚ „Ófl˜Ëı ÏÂÒÚ, Ú‡ÍËı ͇Í
fl‰ÓÏ Ò ‚˚ÔÛÒÍÓÏ Ì‡„‚‡ÚÂÎfl.
éÔÚËχθÌÓ ËÁÓ·‡ÊÂÌË Ì ÔÓÎÛ˜‡ÂÚÒfl,
ÍÓ„‰‡ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÎÂÌÓ ÔÓ‰ Û„ÎÓÏ
ÏÂ̸¯Â ˜ÂÏ 60°.
èÂ‰ÌÂÂ/ᇉÌ ÍÂÔÎÂÌËÂ
ÔÓ Òڇ̉‡ÚÛ DIN
äÂÔÎÂÌË ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ÏÓÊÌÓ
‚˚ÔÓÎÌflÚ¸ Í‡Í “ÒÔÂ‰˔ (Òڇ̉‡ÚÌÓÂ
ÔÂ‰Ì ÍÂÔÎÂÌË DIN), Ú‡Í Ë “ÒÁ‡‰Ë”
(Á‡‰Ì ÍÂÔÎÂÌË DIN Ò ËÒÔÓθÁÓ‚‡ÌËÂÏ
ÂÁ¸·Ó‚˚ı ÓÚ‚ÂÒÚËÈ ‰Îfl ‚ËÌÚÓ‚,
‡ÒÔÓÎÓÊÂÌÌ˚ı ÔÓ ·ÓÍ‡Ï ‡Ï˚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡).
ÅÓΠÔÓ‰ӷ̇fl ËÌÙÓχˆËfl Ô˂‰Â̇ ÌËÊÂ
‚ ËÎβÒÚËÓ‚‡ÌÌÓÏ ÓÔËÒ‡ÌËË ÏÂÚÓ‰Ó‚
ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÍË.
èÂ‰Ì ÍÂÔÎÂÌË ÔÓ Òڇ̉‡ÚÛ DIN
ìÒÚ‡Ìӂ͇ Ò ÂÁËÌÓ‚ÓÈ ‚ÚÛÎÍÓÈ
1. ÇÒÚ‡‚¸Ú ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È Û͇‚ ‚ ÔÂÂ‰Ì˛˛
Ô‡ÌÂθ.
äÓ„‰‡ ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡ÂÚ Ì„ÎÛ·ÓÍÓÂ
ÔÓÒÚ‡ÌÒÚ‚Ó, ËÒÔÓθÁÛÈÚÂ
Ô‰ÛÒÏÓÚÂÌÌ˚È ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È Û͇‚. ÖÒÎË
ÔÓÁ‡‰Ë ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ËÏÂÂÚÒfl ‰ÓÒÚ‡ÚÓ˜ÌÓÂ
ÔÓÒÚ‡ÌÒÚ‚Ó, ËÒÔÓθÁÛÈÚÂ
Ô‰ÛÒÏÓÚÂÌÌ˚È Á‡‚Ó‰ÓÏ ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È
Û͇‚.
2. á‡ÍÂÔËÚ ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È Û͇‚, ËÒÔÓθÁÛ
ÓÚ‚ÂÚÍÛ, ˜ÚÓ·˚ ÒÓ„ÌÛÚ¸ ÏÂÚ‡Î΢ÂÒÍËÂ
Û¯ÍË (90°) ̇ ÏÂÒÚÓ.
3. ìÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó Í‡Í ÔÓ͇Á‡ÌÓ Ì‡
ËÎβÒÚ‡ˆËË.
쉇ÎÂÌË ìÒÚÓÈÒÚ‚‡
1. éÚÚflÌËÚ ‚Âı Ë ÌËÁ ·ÒÚ˘ÌÓ„Ó Ó·Ó‰Í‡
̇ÛÊÛ, ˜ÚÓ·˚ ‚˚Ú‡˘ËÚ¸ „Ó. Ó„‰‡
ÔÓ‚ÚÓÌÓ ÔËÒÓ‰ËÌflÂÚ ·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ,
̇Ô‡‚¸Ú ÒÚÓÓÌÛ Ò ÊÂÎÓ·ÍÓÏ ‚ÌËÁ Ë
ÔËÒÓ‰ËÌËÚ „Ó.)
Ç˚Ú‡˘ËÚ¸ ·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ Î„˜Â, ÂÒÎË
ÔÂ‰Ìflfl Ô‡ÌÂθ ÓÔÛ˘Â̇.
2. ÇÒÚ‡‚¸Ú Ô‰ÛÒÏÓÚÂÌÌ˚ Íβ˜Ë ‰Îfl
ËÁ‚ΘÂÌËfl ‚ Ó·Â ÒÚÓÓÌ˚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡, ÔÓ͇
ÓÌË Ì Á‡˘ÂÎÍÌÛÚÒfl ̇ ÏÂÒÚÓ.
3. Ç˚ÚflÌËÚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ËÁ ÔÂ‰ÌÂÈ Ô‡ÌÂÎË.
53
182
60°
ìÒÚ‡Ìӂ͇ PYCCKàâ
DIN Achter-montage
1. Buig de bovenkant en de onderkant van de
afwerkingsrand naar buiten om deze te
verwijderen. (Houd de kant met de groef naar
beneden wanneer u de afwerkingsrand weer vast
maakt.)
De afwerkingsrand is makkelijker los te
maken wanneer het voorpaneel verwijderd is.
2. Bepaal welke gaatjes in de beugel en in de
zijkant van het toestel met elkaar overeenkomen.
3. Gebruik twee schroeven aan elke kant.
Gebruik schroeven met platte kop (5 mm ×
8 mm) of verzinkbare kop (5 mm × 9 mm),
afhankelijk van de vorm van de
schroefgaatjes in de beugel.
Vastzetten van het voorpaneel
Als u het voorpaneel niet wilt kunnen
verwijderen, kunt u het vastzetten met de daartoe
meegeleverde schroeven en houders.
1. Bevestig de houders aan beide zijden van het
voorpaneel.
2. Plaats het voorpaneel weer op het toestel.
3. Klap de houders overeind.
4. Bevestig het voorpaneel met de schroeven aan
het toestel.
Opmerking:
Controleer alle aansluitingen en systemen voor
de uiteindelijke installatie.
Gebruik geen ongeautoriseerde onderdelen.
Gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen kan
leiden tot storingen.
Raadpleeg uw dealer als u voor de installatie
gaten moet boren of andere wijzigingen aan het
voertuig zelf moet aanbrengen.
Installeer dit toestel in geen geval op een locatie waar:
het de besturing van het voertuig kan
hinderen.
het een passagier zou kunnen verwonden bij
een noodstop.
De halfgeleider laser zal kapot gaan als deze
oververhit raakt. Installeer dit toestel niet in de
buurt van zeer warme plekken, zoals bij een
verwarmingsrooster.
De optimale prestaties worden verkregen
wanneer het toestel geïnstalleerd wordt onder een
hoek van minder dan 60º.
DIN Voor/achter montage
Dit toestel kan op de juiste manier worden
vastgemaakt aan de voorkant (conventionele DIN
montage) of aan de achterkant (DIN
achtermontage, met behulp van de schroefgaatjes
aan de zijkanten van het chassis van het toestel).
Voor details verwijzen we u naar de volgende
installatiemethoden.
DIN Voor-montage
Installatie met het rubber tussenstuk
1. Steek de bevestigingskraag in het dashboard.
Gebruik een andere bevestigingskraag bij
installatie op een relatief ondiepe locatie. Als
er genoeg ruimte achter het toestel is, kunt u
de standaard meegeleverde bevestigingskraag
gebruiken.
2. Zet de bevestigingskraag vast door met behulp
van een schroevendraaier de metalen lipjes te
verbuigen (90º).
3. Installeer het toestel zoals u kunt zien op de
afbeelding.
Verwijderen van het toestel
1. Buig de bovenkant en de onderkant van de
afwerkingsrand naar buiten om deze te
verwijderen. (Houd de kant met de groef naar
beneden wanneer u de afwerkingsrand weer vast
maakt.)
De afwerkingsrand is makkelijker los te
maken wanneer het voorpaneel verwijderd is.
2. Steek de meegeleverde ontgrendelingsstrips in
beide zijkanten van het toestel tot deze
vastklikken.
3. Trek het toestel uit het dashboard.
53
182
60°
Installatie NEDERLANDS
Rubber
tussenstuk
Schroef
Bevestigingskraag
Dashboard
Afwerkingsrand
Afwerkingsrand
Schroef
Dashboard of console
Fabrieksmontagebeugel of-steun voor
bevestiging radio e.d.
Schroef
êÂÁËÌÓ‚‡fl ‚ÚÛÎ͇
ÇËÌÚ
åÓÌÚ‡ÊÌ˚È Û͇‚
èÂ‰Ìflfl Ô‡ÌÂθ
ã‡ÒÚ˘Ì˚È
Ó·Ó‰ÓÍ
ã‡ÒÚ˘Ì˚È
Ó·Ó‰ÓÍ
ÇËÌÚ
èÂ‰Ìflfl Ô‡ÌÂθ ËÎË ÍÓÌÒÓθ
ᇂӉÒ͇fl ÒÍÓ·‡ ‰Îfl ÍÂÔÎÂÌËfl
‡‰ËÓÔËÂÏÌË͇
ÇËÌÚ
Houder
ÑÂʇÚÂθ
Opmerking:
Wanneer dit toestel geïnstalleerd is in een
voertuig zonder ACC (accessoire) stand op het
contactslot, moet de rode draad worden
verbonden met een aansluiting die de stand van
de contactsleutel kan herkennen.
Anders kan de accu leeglopen.
Gebruik van dit toestel onder andere dan de
volgende omstandigheden kan leiden tot brand of
storingen.
Voertuigen met een negatief geaarde 12 V
accu.
Luidsprekers van 50 W (uitgangsvermogen)
en 4 Ohm tot 8 Ohm (impedantie).
Om kortsluiting, oververhitting of andere
storingen te voorkomen moet u de onderstaande
instructies opvolgen.
Koppel de negatieve pool van de accu los
voor u begint met de installatie.
Zet alle bedrading vast met kabelklemmen of
isolatieband. Ter bescherming van de
bedrading dient u deze te omwikkelen met
isolatieband waar de bedrading met metalen
onderdelen in aanraking komt.
Houd alle bedrading uit de buurt van
bewegende onderdelen, zoals de
versnellingspook en de stoelenrails.
Houd de bedrading uit de buurt van zeer
warme plekken, zoals bij een
verwarmingsrooster.
Leid de gele draad niet door een gat naar het
motorcompartiment om aan te sluiten op de
accu.
Plak eventuele losse aansluitingen,
draadeinden of stekkers netjes af met
isolatieband.
Maak de kabels niet korter.
Tap in geen geval de stroomkabel voor dit
toestel af om andere apparatuur van stroom te
voorzien. Het vermogen van de draad is
beperkt.
Gebruik een zekering met het voorgeschreven
vermogen.
Sluit de negatieve luidsprekerdraden in geen
geval direct op aarde aan.
Bundel de negatieve luidsprekerdraden in
geen geval samen.
Via de blauw/witte draad wordt een stuursignaal
geproduceerd wanneer dit toestel is ingeschakeld.
Verbind deze met de systeemafstandsbediening
van een externe eindversterker, of met de
stuuraansluiting voor het relais van de antenne
van het voertuig (max. 300 mA, 12 V
gelijkstroom). Als het voertuig een ruitantenne
heeft, dient u deze draad te verbinden met de
stroomaansluiting van de
antennesignaalversterker (booster).
Verbind de blauw/witte draad in geen geval met
de stroomaansluiting van een externe
eindversterker. Verbind deze draad ook in geen
geval met de stroomaansluiting zelf van de
antenne van de auto. Doet u dit toch, dan kan de
accu leeglopen of kunnen zich andere storingen
voordoen.
IP-BUS stekkers zijn kleurgecodeerd. Let erop
dat u alleen stekkers van dezelfde kleur op elkaar
aansluit.
De zwarte draad is de aarding. Deze draad en de
aardingen van andere apparatuur (in het bijzonder
producten met een hoog vermogen, zoals een
eindversterker), moeten onafhankelijk van elkaar
worden aangesloten. Doet u dit niet, dan kan er
brand ontstaan of kunnen zich storingen
voordoen wanneer de bedrading onbedoeld los
raakt.
De functies van de draden zijn afhankelijk
van het product waar ze bij horen, ook al
hebben ze dezelfde kleuren als andere draden.
Controleer daarom bij het aansluiten van dit
systeem alle handleidingen van de betrokken
apparatuur zodat u er zeker van kunt zijn dat
u de bedrading correct aansluit.
Geen ACC standACC stand
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
A
C
C
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
Aansluitingsschema
1. Dit product
2. Uitgang achter of subwoofer uitgang
3. Antenne-aansluiting
4. Vooruitgang
5. Zekering (10 A)
6. IP-BUS ingangsaansluiting (Blauw)
7. IP-BUS-kabel
8. Multi CD-wisselaar (los verkrijgbaar)
9. AUX aansluiting (3.5 ø)
10. Opmerking:
Gebruik een kabel met een stereo ministekker
voor het aansluiten van externe apparatuur.
11. Afstandsbediening met draad
Er kan een adapter voor een afstandsbediening
met draad worden aangesloten (los verkrijgbaar).
12. Opmerking:
Afhankelijk van het soort voertuig is het
mogelijk dat de functies van 3* en 5* verschillen.
Let er in een dergelijk geval op dat u 2* op 5* en
4* op 3* aansluit.
13. Sluit in het algemeen draden van dezelfde kleur
op elkaar aan.
14. Dop (1*)
Laat het dopje zitten wanneer de aansluiting niet
wordt gebruikt.
15. Geel (3*)
Back-up (of accessoire)
16. Geel (2*)
Verbinden met de continue 12 V stroomaansluiting.
17. Rood (5*)
Accessoire (of back-up)
18. Rood (4*)
Verbinden met een elektrische aansluiting die
aangestuurd wordt via het contactslot
(12 V gelijkstroom).
19. Zwart (chassis aarde)
Aansluiten op een schone, blank metalen plek.
20. ISO stekker
Opmerking:
In sommige voertuigen kan de ISO stekker in
twee stukken gedeeld zijn. Sluit in een dergelijk
geval beide stekkers aan.
21. Luidsprekerdraden
Wit: Links voor +
Wit/zwart: Links voor
Grijs: Rechts voor +
Grijs/zwart: Rechts voor
Groen: Links achter +
of subwoofer +
Groen/zwarte: Links achter
of subwoofer
Paars: Rechts achter +
of subwoofer +
Paars/zwarte: Rechts achter
of subwoofer
22. Aansluiten met RCA (tulpstekker) kabels (los
verkrijgbaar)
23. Eindversterker (los verkrijgbaar)
24. Blauw/wit
Verbinden met de systeembedieningsaansluiting
van de eindversterker (max. 300 mA 12 V
gelijkstroom).
25. Systeemafstandsbediening
26. Blauw/wit (7*)
Verbinden met de stuuraansluiting van het relais
van de antenne van het voertuig (max. 300 mA
12 V gelijkstroom).
27. Blauw/wit (6*)
28. Opmerking:
De penposities van de ISO stekker hangen mede
af van het type voertuig. Sluit 6* en 7* aan
wanneer pen 5 de antenne aanstuurt. In andere
typen voertuigen hoeft u 6* en 7* helemaal niet
aan te sluiten.
29. Voor-luidspreker
30. Links
31. Rechts
32. Achter-luidspreker of subwoofer
33. Voer deze verbindingen uit wanneer u de los
verkrijgbare versterker gebruikt.
34. Geel/zwart
Als u apparatuur met een zg. Mute functie
(geluid uit/dempen) gebruikt, dient u deze draad
te verbinden met de audio-dempingsdraad van de
betreffende apparatuur. Maakt u daarvan geen
gebruik, laat de Audio Mute
dempingsaansluniting dan vrij, zonder hierop iets
aan te sluiten.
35. Opmerkingen:
Verander de basisinstelling van dit toestel (zie
bladzijde de Gebruiksaanwijzing). De subwoofer
weergave van dit toestel is in mono.
Bij gebruik van een subwoofer van 70 W (2 ),
moet u erop letten dat u de aansluiting verricht
met de paarse en paars/zwarte draden van dit
toestel. Sluit niets aan op de groene en
groen/zwarte draden.
NEDERLANDS
Aansluiten van de toestellen
èËϘ‡ÌËÂ:
äÓ„‰‡ ‰‡ÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡ÂÚÒfl
Ú‡ÌÒÔÓÚÌÓÏ Ò‰ÒÚ‚Â ·ÂÁ ACC
(‚ÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌ˚ ÔË·Ó˚) ÔÓÎÓÊÂÌËfl ̇ Á‡ÏÍÂ
Á‡ÊË„‡ÌËfl, Í‡ÒÌ˚È Í‡·Âθ ‰ÓÎÊÂÌ ·˚Ú¸
ÔÓ‰Íβ˜ÂÌ Í ÍÎÂÏÏÂ, ÍÓÚÓ‡fl ÏÓÊÂÚ
ӷ̇ÛÊËÚ¸ ‡·ÓÚÛ Á‡Ï͇ Á‡ÊË„‡ÌËfl. à̇˜Â,
ÂÁÛθڇÚ ·‡Ú‡Âfl ÏÓÊÂÚ ‡Áfl‰ËÚ¸Òfl.
àÒÔÓθÁÓ‚‡ÌË ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ‚ ËÌ˚ı, ˜ÂÏ
ÒÎÂ‰Û˛˘Ë ÛÒÎÓ‚Ëfl, ÏÓÊÂÚ ÔË‚ÂÒÚË Í
‚ÓÁ„Ó‡Ì˲ ËÎË ÌÂÔ‡‚ËθÌÓÏÛ Ò‡·‡Ú˚‚‡Ì˲.
Ä‚ÚÓÏÓ·Ëθ ·‡Ú‡ÂÂÈ Ò 12-‚ÓÎ¸Ú Ë
ÓÚˈ‡ÚÂθÌ˚Ï Á‡ÁÂÏÎÂÌËÂÏ.
ÑË̇ÏËÍË Ò 50 Çí(‚˚ıӉ̇fl ‚Â΢Ë̇) Ë ÓÚ 4
éå ‰Ó 8 éå (ÔÓÎÌÓÂ ÒÓÔÓÚË‚ÎÂÌËÂ).
óÚÓ·˚ Ô‰ÓÚ‚‡ÚËÚ¸ ÍÓÓÚÍÓ Á‡Ï˚͇ÌËÂ,
ÔÂ„‚ ËÎË ÌÂÔ‡‚ËθÌÓ Ò‡·‡Ú˚‚‡ÌËÂ
۷‰ËÚÂÒ¸, ˜ÚÓ ÒΉÛÂÚ Û͇Á‡ÌËflÏ ÌËÊÂ.
éÚÒÓ‰ËÌËÚ ÓÚˈ‡ÚÂθÌÛ˛ ÍÎÂÏÏÛ ·‡Ú‡ÂË
ÔÂÛÒÚ‡ÌÓ‚ÍÓÈ.
á‡ÍÂÔËÚ ÔÓ‚Ó‰‡ ͇·ÂθÌ˚ÏË Á‡ÊËχÏË
ËÎË ÎËÔÍÓÈ ÎÂÌÚÓÈ. ÑÎfl Á‡˘ËÚ˚ ÔÓ‚Ó‰Ó‚
ÒΉÛÂÚ Ó·ÏÓÚ‡Ú¸ Ëı ÎËÔÍÓÈ ÎÂÚÌÓÈ ‚ ÚÂı
ÏÂÒÚ‡ı, „‰Â ÓÌË ÒÓÔË͇҇˛ÚÒfl Ò
ÏÂÚ‡Î΢ÂÒÍËÏË ˜‡ÒÚflÏË.
èÓÍ·‰˚‚‡ÈÚ ‚Ò ͇·ÂÎË ‚‰‡ÎË ÓÚ
‰‚Ë„‡˛˘ËıÒfl ˜‡ÒÚÂÈ, Ú‡ÍËı Í‡Í ˚˜‡„
ÔÂÂÍβ˜ÂÌËfl ÍÓÓ·ÍË ÔÂ‰‡˜ ËÎË
̇Ô‡‚Îfl˛˘‡fl ‰Îfl ‚˚‰‚ËÊÂÌËfl ÒˉÂ̸fl.
èÓÍ·‰˚‚‡ÈÚ ‚Ò ͇·ÂÎË ‚‰‡ÎË ÓÚ „Ófl˜Ëı
ÏÂÒÚ, Ú‡ÍËı Í‡Í fl‰ÓÏ Ò ‚˚ÔÛÒÍÓÏ
̇„‚‡ÚÂÎfl.
ç ÔÓÔÛÒ͇ÈÚ ÊÂÎÚ˚È Í‡·Âθ ˜ÂÂÁ
ÓÚ‚ÂÒÚË ‚ ÏÓÚÓÌÓÏ ÓÚÒÂÍÂ, ‰Îfl ÚÓ„Ó
˜ÚÓ·˚ ÔÓ‰Íβ˜ËÚ¸ Â„Ó Í ·‡Ú‡ÂÂ.
ᇢËÚËÚ ‚Ò ÌÂÔÓ‰Íβ˜ÂÌÌ˚ ͇·ÂÎË
‡Á˙ÂχÏË Ò ËÁÓÎflˆËÓÌÌÓÈ ÎÂÌÚÓÈ.
ç ÛÍÓ‡˜Ë‚‡ÈÚ ͇ÍËÂ-ÎË·Ó Í‡·ÂÎË.
çËÍÓ„‰‡ Ì ӷÂÁ‡ÈÚ ËÁÓÎflˆË˛ ÔËÚ‡˛˘Â„Ó
͇·ÂÎfl ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡, ˜ÚÓ·˚
ÔÓ‰Íβ˜ËÚ¸ ÔËÚ‡ÌË ̇ ‰Û„Ó ӷÓÛ‰Ó‚‡ÌËÂ.
èÓÔÛÒÍ̇fl ÒÔÓÒÓ·ÌÓÒÚ¸ ͇·ÂÎfl Ó„‡Ì˘Â̇.
àÒÔÓθÁÛÈÚ Ô·‚ÍËÈ Ô‰Óı‡ÌËÚÂθ
Á‡‰‡ÌÌÓ„Ó ÌÓÏË̇·.
çËÍÓ„‰‡ Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚ ÓÚˈ‡ÚÂθÌ˚È
͇·Âθ ‰Ë̇ÏË͇ ̇ÔflÏÛ˛ Í Á‡ÁÂÏÎÂÌ˲.
çËÍÓ„‰‡ Ì ҂flÁ˚‚‡ÈÚ ‚ÏÂÒÚ ‡Á΢Ì˚Â
ÓÚˈ‡ÚÂθÌ˚ ͇·ÂÎË ‰Ë̇ÏËÍÓ‚.
äÓÌÚÓθÌ˚È Ò˄̇Π‚˚ıÓ‰ËÚ ÔÓ ÒËÌÂ/·ÂÎÓÏÛ
͇·Âβ, ÍÓ„‰‡ ‰‡ÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ÔÓ‰Íβ˜ÂÌÓ Í
˝ÎÂÍÚÓÔËÚ‡Ì˲. èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Â„Ó Í ÒËÒÚÂÏÂ
‰ËÒڇ̈ËÓÌÌÓ„Ó ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ‚̯ÌÂ„Ó ÛÒËÎËÚÂÎfl
ÏÓ˘ÌÓÒÚË ËÎË Í ÍÎÂÏÏ ÛÔ‡‚Îfl˛˘Â„Ó ÂÎÂ
‡‚ÚÓÏÓ·ËθÌÓÈ ‡ÌÚÂÌÌ˚ (χÍÒ. 300 ÏÄ, 12 Ç
ÔÓÒÚ. ÚÓÍ). ÖÒÎË ‡‚ÚÓÏÓ·Ëθ Ò̇·ÊÂÌ
ÒÚÂÍÎflÌÌÓÈ ‡ÌÚÂÌÌÓÈ, ÔÓ‰Íβ˜ËÚ Âfi Í
ÔËÚ‡˛˘ÂÏÛ ÚÂÏË̇ÎÛ ‡ÌÚÂÌÌÓ„Ó ÛÒËÎËÚÂÎfl.
çËÍÓ„‰‡ Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚ ÒËÌÂ/·ÂÎ˚È Í‡·Âθ Í
ÔËÚ‡˛˘ÂÏÛ ÚÂÏË̇ÎÛ ‚̯ÌÂ„Ó ÛÒËÎËÚÂÎfl
ÏÓ˘ÌÓÒÚË. í‡Í ÊÂ, ÌËÍÓ„‰‡ Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚ „Ó
Í ÔËÚ‡˛˘ÂÏÛ ÚÂÏË̇ÎÛ ‡‚ÚÓÏÓ·ËθÌÓÈ
‡ÌÚÂÌÌ˚. à̇˜Â, ÂÁÛθڇÚ ·‡Ú‡Âfl ‡Áfl‰ËÚÒfl
ËÎË ·Û‰ÂÚ ÔÓËÒıÓ‰ËÚ¸ ÌÂÔ‡‚ËθÌÓÂ
Ò‡·‡Ú˚‚‡ÌËÂ.
IP-BUS ÒÓ‰ËÌËÚÂÎË Ò ˆ‚ÂÚÓ‚˚Ï ÍÓ‰ËÓ‚‡ÌËÂÏ.
ÅÛ‰¸Ú ۂÂÂÌ˚, ˜ÚÓ ÒÓ‰ËÌflÂÚ ÒÓ‰ËÌËÚÂÎË
Ó‰Ë̇ÍÓ‚Ó„Ó ˆ‚ÂÚ‡ ÒÂ‰Ë ÒÓ‰ËÌËÚÂÎÂÈ Ò
ˆ‚ÂÚÓ‚˚Ï ÍÓ‰ËÓ‚‡ÌËÂÏ.
óÂÌ˚È Í‡·Âθ – Á‡ÁÂÏÎÂÌËÂ. ùÚÓÚ Í‡·Âθ Ë
͇·ÂÎË Á‡ÁÂÏÎÂÌËfl ‰Û„Ëı ËÁ‰ÂÎËÈ (ÓÒÓ·ÂÌÌÓ,
ÒËθÌÓÚÓ˜Ì˚ ËÁ‰ÂÎËfl, Ú‡ÍËÂ Í‡Í ÛÒËÎËÚÂθ
ÏÓ˘ÌÓÒÚË) ‰ÓÎÊÌ˚ ·˚Ú¸ ÔÓÎÓÊÂÌ˚ ‡Á‰ÂθÌÓ.
à̇˜Â, ‚ ÂÁÛθڇÚ ÏÓÊÂÚ ÔÓËÁÓÈÚË ‚ÓÁ„Ó‡ÌËÂ
ËÎË ÌÂÔ‡‚ËθÌÓ Ò‡·‡Ú˚‚‡ÌËÂ, ÂÒÎË ÓÌË
‚ÌÂÁ‡ÔÌÓ ÓÚÒÓ‰ËÌflÚÒfl.
Äëë ÔÓÎÓÊÂÌËÂ ÌÂÚÄëë ÔÓÎÓÊÂÌËÂ
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
A
C
C
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
èÓ‰Íβ˜ÂÌË ÛÒÚÓÈÒÚ‚
PYCCKàâ
ëıÂχ ëÓ‰ËÌÂÌËÈ
1. чÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó
2. ᇉÌËÈ ‚˚ıÓËÎË ‚˚ıÓ‰ ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌÓ„Ó
‰Ë̇ÏË͇
3. ÉÌÂÁ‰Ó ‡ÌÚÂÌÌ˚
4. èÂ‰ÌËÈ ‚˚ıÓ
5. è·‚ÍËÈ Ô‰Óı‡ÌËÚÂθ (10 A)
6. ê‡Á˙ÂÏ ‰Îfl ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËfl IP-BUS („ÓÎÛ·ÓÈ)
7. 䇷Âθ IP-BUS
8. åÌÓ„Ó‰ËÒÍÓ‚˚È ÔÓË„˚‚‡ÚÂθ (ÔÓ‰‡ÂÚÒfl
ÓÚ‰ÂθÌÓ)
9. ÉÌÂÁ‰Ó AUX (3.5 ø)
10. èËϘ‡ÌËÂ:
àÒÔÓθÁÛÈÚ ÒÚÂÂÓ͇·Âθ Ò ÏËÌË-¯ÚÂÍÂÓÏ
‰Îfl ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËfl ‚ÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌÓÈ
‡ÔÔ‡‡ÚÛ˚.
11. ÑËÒڇ̈ËÓÌÌ˚È ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È ‚ıÓ
ĉ‡ÔÚÂ ÊÂÒÚÍÓ ÒÏÓÌÚËÓ‚‡ÌÌÓ„Ó
‰ËÒڇ̈ËÓÌÌÓ„Ó ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ÏÓÊÂÚ ·˚Ú¸
ÔÓ‰Íβ˜ÂÌ (ÔÓ‰‡ÂÚÒfl ÓÚ‰ÂθÌÓ).
12. èËϘ‡ÌËÂ:
Ç Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ÚËÔ‡ ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎfl ÙÛÌ͈ËË
3* Ë 5* ÏÓ„ÛÚ ·˚Ú¸ ‡Á΢Ì˚ÏË. Ç ˝ÚÓÏ
ÒÎÛ˜‡Â, ۷‰ËÚÂÒ¸, ˜ÚÓ 2* ÔÓ‰Íβ˜ËÎË Í 5* Ë
4* Í 3*.
13. ëÓ‰ËÌËÚ ÔÓ‚Ó‰‡ Ó‰Ë̇ÍÓ‚Ó„Ó ˆ‚ÂÚ‡ ‰Û„ Ò
‰Û„ÓÏ.
14. äÓÎÔ‡˜ÓÍ (1*)
ç ÒÌËχÈÚ ÍÓÎÔ‡˜ÓÍ, ÂÒÎË ÍÎÂÏχ ÌÂ
ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl.
15. ÜÂÎÚ˚È (3*)
ê‡Á˚‚Ì˚È (ËÎË ‚ÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌ˚È)
16. ÜÂÎÚ˚È (2*)
èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ÍÎÂÏÏ ÔÓÒÚÓflÌÌÓ ÔÓ‰‡˛˘ÂÈ
12 Ç.
17. ä‡ÒÌ˚È (5*)
ÇÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌ˚È (ËÎË ‡Á˚‚Ì˚È)
18. ä‡ÒÌ˚È (4*)
èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ÍÎÂÏÏÂ, ÍÓÌÚÓÎËÛÂÏÓÈ
Á‡ÏÍÓÏ Á‡ÊË„‡ÌËfl (12 Ç ÔÓÒÚ. ÚÓÍ).
19. óÂÌ˚È (Á‡ÁÂÏÎÂÌË ̇ χÒÒÛ)
èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ˜ËÒÚÓÏÛ, ÌÂÓÍ‡¯ÂÌÌÓÏÛ
ÏÂÚ‡Î΢ÂÒÍÓÏÛ Û˜‡ÒÚÍÛ.
20. ISO ‡Á˙ÂÏ
èËϘ‡ÌËÂ:
Ç ÌÂÍÓÚÓ˚ı ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎflı ISO ‡Á˙ÂÏ ÏÓÊÂÚ
·˚Ú¸ ‡Á‰ÂÎÂÌ Ì‡ ‰‚‡. Ç ˝ÚÓÏ ÒÎÛ˜‡Â
۷‰ËÚÂÒ¸, ˜ÚÓ ÔÓ‰Íβ˜ËÎË Ó·‡ ‡Á˙Âχ.
21. èÓ‚Ó‰‡ ‰Ë̇ÏËÍÓ‚:
ÅÂÎ˚È: èÂ‰ÌËÈ Î‚˚È +
ÅÂÎ˚È/˜ÂÌ˚È: èÂ‰ÌËÈ Î‚˚È
ëÂ˚È: èÂ‰ÌËÈ Ô‡‚˚È +
ëÂ˚È/˜ÂÌ˚È: èÂ‰ÌËÈ Ô‡‚˚È
áÂÎÂÌ˚È:
ᇉÌËÈ Î‚˚È
+
ËÎË
ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
+
áÂÎÂÌ˚È/˜ÂÌ˚È:
ᇉÌËÈ Î‚˚È
ËÎË
ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
îËÓÎÂÚÓ‚˚È:
ᇉÌËÈ Ô‡‚˚È
+
ËÎË
ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
+
îËÓÎÂÚÓ‚˚È/˜ÂÌ˚È:
ᇉÌËÈ Ô‡‚˚È
ËÎË
ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
22. ëÓ‰ËÌËÚÂ Ò Í‡·ÂÎflÏË RCA (ÔÓ‰‡˛ÚÒfl
ÓÚ‰ÂθÌÓ)
23. ìÒËÎËÚÂθ ÏÓ˘ÌÓÒÚË (ÔÓ‰‡ÂÚÒfl ÓÚ‰ÂθÌÓ)
24. ëËÌËÈ/·ÂÎ˚È
èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ÍÎÂÏÏ ÒËÒÚÂÏ˚ ÍÓÌÚÓÎfl
ÛÒËÎËÚÂÎfl ÏÓ˘ÌÓÒÚË (χÍÒ. 300 ÏÄ 12 Ç ÔÓÒÚ.
ÚÓÍ).
25. ëËÒÚÂχ ‰ËÒڇ̈ËÓÌÌÓ„Ó ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl
26. ëËÌËÈ/·ÂÎ˚È (7*)
èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ÍÎÂÏÏ ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ÂÎÂ
‡‚ÚÓÏÓ·ËθÌÓÈ ‡ÌÚÂÌÌ˚ (χÍÒ. 300 ÏÄ 12 Ç
ÔÓÒÚ. ÚÓÍ).
27. ëËÌËÈ/·ÂÎ˚È (6*)
28. èËϘ‡ÌËÂ:
ê‡ÒÔÓÎÓÊÂÌË ¯Ú˚ÂÈ ISO ‡Á˙Âχ ÏÓÊÂÚ ·˚Ú¸
‡Á΢Ì˚Ï ‚ Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ÚËÔ‡ ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎfl.
ëÓ‰ËÌËÚ 6* Ë 7* ÍÓ„‰‡ ¯Ú˚¸ 5 ˝ÚÓ ¯Ú˚¸
ÚËÔ‡ ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ‡ÌÚÂÌÌ˚. Ç ‰Û„Ëı ÚËÔ‡ı
‡‚ÚÓÏÓ·ËÎÂÈ ÌËÍÓ„‰‡ Ì ÒÓ‰ËÌflÈÚ 6* Ë 7*.
29. èÂ‰ÌËÈ ‰Ë̇ÏËÍ
30. ã‚˚È
31. è‡‚˚È
32. ᇉÌËÈ ‰Ë̇ÏËÍ ËÎË ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
33. Ç˚ÔÓÎÌËÚ ‰‡ÌÌ˚ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËfl, ÍÓ„‰‡
ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl ÛÒËÎËÚÂθ, ÍÓÚÓ˚È Ì ‚ıÓ‰ËÚ
ÒÓÒÚ‡‚ Ó·flÁ‡ÚÂθÌÓ„Ó Ó·ÓÛ‰Ó‚‡ÌËfl.
34. ÜÂÎÚ˚È/˜ÂÌ˚È
ÖÒÎË ‚˚ ÔÓθÁÛÂÚÂÒ¸ ÛÒÚÓÈÒÚ‚ÓÏ, ̇
ÍÓÚÓÓÏ Ô‰ÛÒÏÓÚÂ̇ ÙÛÌ͈Ëfl ÓÚÍβ˜ÂÌËfl
Á‚Û͇, ÔÓ‰Íβ˜ËÚ ‰‡ÌÌ˚È ÔÓ‚ÓÍ ÔÓ‚Ó‰Û
ÓÚÍβ˜ÂÌËfl Á‚Û͇ ̇ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Â. Ç
ÔÓÚË‚ÌÓÏ ÒÎÛ˜‡Â, Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚ ÔÓ‚Ó
ÓÚÍβ˜ÂÌËfl Á‚Û͇ Í ‰Û„ËÏ ÒÓ‰ËÌÂÌËflÏ.
35. èËϘ‡ÌËÂ:
àÁÏÂÌËÚ ËÒıÓ‰Ì˚ ̇ÒÚÓÈÍË ‰‡ÌÌÓ„Ó
ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ (ëÏ. êÛÍÓ‚Ó‰ÒÚ‚Ó ÔÓ ˝ÍÒÔÎÛÚ‡ˆËË).
çËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡
Ó·ÂÒÔ˜˂‡ÂÚ ÏÓÌÓÙÓÌ˘ÂÒÍËÈ ‚˚ıÓ‰ÌÓÈ Ò˄̇Î.
äÓ„‰‡ ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl çËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
70 ÇÚ (2 ), ·Û‰¸Ú ۂÂÂÌ˚, ˜ÚÓ ÒÓ‰ËÌËÎË
îËÓÎÂÚÓ‚˚È ÔÓ‚ÓÒ îËÓÎÂÚÓ‚Ó/óÂÌ˚Ï
ÔÓ‚Ó‰ÓÏ ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡. çË˜Â„Ó ÌÂ
ÒÓ‰ËÌflÈÚÂ Ò áÂÎÂÌ˚Ï ÔÓ‚Ó‰ÓÏ Ë
áÂÎÂÌÓ/óÂÌ˚Ï ÔÓ‚Ó‰ÓÏ.
îÛÌ͈Ëfl ÔÓ‚Ó‰‡ ÏÓÊÂÚ ÓÚ΢‡Ú¸Òfl
Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ËÁ‰ÂÎËfl, ‰‡Ê ÂÒÎË ˆ‚ÂÚ
ÔÓ‚Ó‰‡ Ó‰ËÌ Ë ÚÓÚ ÊÂ. äÓ„‰‡ ÒÓ‰ËÌflÂÚÂ
‰‡ÌÌÛ˛ ÒËÒÚÂÏÛ, ۷‰ËÚÂÒ¸, ÔÓ‚ÂË‚ ‚ÒÂ
Û͇Á‡ÌËfl Ë Ô‡‚ËθÌÓ ÒÓ‰ËÌË‚ ÔÓ‚Ó‰‡.

Documenttranscriptie

Installatie Opmerking: • • • • • • ìÒÚ‡Ìӂ͇ NEDERLANDS Controleer alle aansluitingen en systemen voor de uiteindelijke installatie. Gebruik geen ongeautoriseerde onderdelen. Gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen kan leiden tot storingen. Raadpleeg uw dealer als u voor de installatie gaten moet boren of andere wijzigingen aan het voertuig zelf moet aanbrengen. Installeer dit toestel in geen geval op een locatie waar: — het de besturing van het voertuig kan hinderen. — het een passagier zou kunnen verwonden bij een noodstop. De halfgeleider laser zal kapot gaan als deze oververhit raakt. Installeer dit toestel niet in de buurt van zeer warme plekken, zoals bij een verwarmingsrooster. De optimale prestaties worden verkregen wanneer het toestel geïnstalleerd wordt onder een hoek van minder dan 60º. 1. Steek de bevestigingskraag in het dashboard. • Gebruik een andere bevestigingskraag bij installatie op een relatief ondiepe locatie. Als er genoeg ruimte achter het toestel is, kunt u de standaard meegeleverde bevestigingskraag gebruiken. 2. Zet de bevestigingskraag vast door met behulp van een schroevendraaier de metalen lipjes te verbuigen (90º). 3. Installeer het toestel zoals u kunt zien op de afbeelding. DIN Achter-montage Vastzetten van het voorpaneel 1. Buig de bovenkant en de onderkant van de afwerkingsrand naar buiten om deze te verwijderen. (Houd de kant met de groef naar beneden wanneer u de afwerkingsrand weer vast maakt.) • De afwerkingsrand is makkelijker los te maken wanneer het voorpaneel verwijderd is. Afwerkingsrand Als u het voorpaneel niet wilt kunnen verwijderen, kunt u het vastzetten met de daartoe meegeleverde schroeven en houders. 1. Bevestig de houders aan beide zijden van het voorpaneel. èËϘ‡ÌËÂ: • • • • Houder Verwijderen van het toestel 1. Buig de bovenkant en de onderkant van de afwerkingsrand naar buiten om deze te verwijderen. (Houd de kant met de groef naar beneden wanneer u de afwerkingsrand weer vast maakt.) • De afwerkingsrand is makkelijker los te maken wanneer het voorpaneel verwijderd is. 2. Bepaal welke gaatjes in de beugel en in de zijkant van het toestel met elkaar overeenkomen. 2. Plaats het voorpaneel weer op het toestel. • • Afwerkingsrand PYCCKàâ èÓ‚Â¸Ú ‚Ò ÒÓ‰ËÌÂÌËfl Ë ÒËÒÚÂÏ˚ ÔÂ‰ ÓÍÓ̘‡ÚÂθÌÓÈ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÍÓÈ. ç ËÒÔÓθÁÛÈÚ ÌÂ‡Á¯ÂÌÌ˚ ˜‡ÒÚË. àÒÔÓθÁÓ‚‡ÌË ÌÂ‡Á¯ÂÌÌ˚ı ˜‡ÒÚÂÈ ÏÓÊÂÚ ÒÚ‡Ú¸ Ô˘ËÌÓÈ ÌÂËÒÔ‡‚ÌÓÈ ‡·ÓÚ˚. èÓÍÓÌÒÛθÚËÛÈÚÂÒ¸ Ò ‚‡¯ËÏ ‰ËÎÂÓÏ, ÂÒÎË ÛÒÚ‡Ìӂ͇ Ú·ÛÂÚ ÔÓÒ‚ÂÎË‚‡ÌËfl ÓÚ‚ÂÒÚËÈ ËÎË ‰Û„Ëı ÏÓ‰ËÙË͇ˆËÈ ‚‡¯Â„Ó Ú‡ÌÒÔÓÚÌÓ„Ó Ò‰ÒÚ‚‡. ç ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡ÈÚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó Ú‡Ï, „‰Â: — ÓÌÓ ÏÓÊÂÚ ÒÎÛÊËÚ¸ ÔÂÔflÚÒÚ‚ËÂÏ ‡·ÓÚ˚ Ú‡ÌÒÔÓÚÌÓ„Ó Ò‰ÒÚ‚‡. — ÓÌÓ ÏÓÊÂÚ ÒÚ‡Ú¸ Ô˘ËÌÓÈ ÔÓ‚ÂʉÂÌËfl Ô‡ÒÒ‡ÊË‡ ‚ ÂÁÛθڇÚ ‚ÌÂÁ‡ÔÌÓÈ ÓÒÚ‡ÌÓ‚ÍË. èÓÎÛÔÓ‚Ó‰ÌËÍÓ‚˚È Î‡ÁÂ ·Û‰ÂÚ ÔÓ‚ÂʉÂÌ, ÂÒÎË ÓÌ ÔÂ„ÂÂÚÒfl. ìÒڇ̇‚ÎË‚‡ÈÚ ‰‡ÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ‚‰‡ÎË ÓÚ „Ófl˜Ëı ÏÂÒÚ, Ú‡ÍËı Í‡Í fl‰ÓÏ Ò ‚˚ÔÛÒÍÓÏ Ì‡„‚‡ÚÂÎfl. éÔÚËχθÌÓ ËÁÓ·‡ÊÂÌË Ì ÔÓÎÛ˜‡ÂÚÒfl, ÍÓ„‰‡ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÎÂÌÓ ÔÓ‰ Û„ÎÓÏ ÏÂ̸¯Â ˜ÂÏ 60°. 60° 60° 1. ÇÒÚ‡‚¸Ú ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È Û͇‚ ‚ ÔÂÂ‰Ì˛˛ Ô‡ÌÂθ. • äÓ„‰‡ ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡ÂÚ ‚ Ì„ÎÛ·ÓÍÓ ÔÓÒÚ‡ÌÒÚ‚Ó, ËÒÔÓθÁÛÈÚ Ô‰ÛÒÏÓÚÂÌÌ˚È ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È Û͇‚. ÖÒÎË ÔÓÁ‡‰Ë ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ËÏÂÂÚÒfl ‰ÓÒÚ‡ÚÓ˜ÌÓ ÔÓÒÚ‡ÌÒÚ‚Ó, ËÒÔÓθÁÛÈÚ Ô‰ÛÒÏÓÚÂÌÌ˚È Á‡‚Ó‰ÓÏ ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È Û͇‚. 2. á‡ÍÂÔËÚ ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È Û͇‚, ËÒÔÓθÁÛfl ÓÚ‚ÂÚÍÛ, ˜ÚÓ·˚ ÒÓ„ÌÛÚ¸ ÏÂÚ‡Î΢ÂÒÍË ۯÍË (90°) ̇ ÏÂÒÚÓ. 3. ìÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó Í‡Í ÔÓ͇Á‡ÌÓ Ì‡ ËÎβÒÚ‡ˆËË. ᇉÌ ÍÂÔÎÂÌË ÔÓ Òڇ̉‡ÚÛ DIN 1. éÚÚflÌËÚ ‚Âı Ë ÌËÁ ·ÒÚ˘ÌÓ„Ó Ó·Ó‰Í‡ ̇ÛÊÛ, ˜ÚÓ·˚ ‚˚Ú‡˘ËÚ¸ „Ó. (äÓ„‰‡ ÔÓ‚ÚÓÌÓ ÔËÒÓ‰ËÌflÂÚ ·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ, ̇Ô‡‚¸Ú ÒÚÓÓÌÛ Ò ÊÂÎÓ·ÍÓÏ ‚ÌËÁ Ë ÔËÒÓ‰ËÌËÚ „Ó.) • Ç˚Ú‡˘ËÚ¸ ·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ Î„˜Â, ÂÒÎË ÔÂ‰Ìflfl Ô‡ÌÂθ ÓÔÛ˘Â̇. DIN Voor/achter montage Dit toestel kan op de juiste manier worden vastgemaakt aan de voorkant (conventionele DIN montage) of aan de achterkant (DIN achtermontage, met behulp van de schroefgaatjes aan de zijkanten van het chassis van het toestel). Voor details verwijzen we u naar de volgende installatiemethoden. 2. Steek de meegeleverde ontgrendelingsstrips in beide zijkanten van het toestel tot deze vastklikken. 3. Trek het toestel uit het dashboard. èÂ‰ÌÂÂ/ᇉÌ ÍÂÔÎÂÌË ÔÓ Òڇ̉‡ÚÛ DIN Schroef 4. Bevestig het voorpaneel met de schroeven aan het toestel. DIN Voor-montage Schroef Installatie met het rubber tussenstuk Dashboard äÂÔÎÂÌË ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ÏÓÊÌÓ ‚˚ÔÓÎÌflÚ¸ Í‡Í “ÒÔÂ‰˔ (Òڇ̉‡ÚÌÓ ÔÂ‰Ì ÍÂÔÎÂÌË DIN), Ú‡Í Ë “ÒÁ‡‰Ë” (Á‡‰Ì ÍÂÔÎÂÌË DIN Ò ËÒÔÓθÁÓ‚‡ÌËÂÏ ÂÁ¸·Ó‚˚ı ÓÚ‚ÂÒÚËÈ ‰Îfl ‚ËÌÚÓ‚, ‡ÒÔÓÎÓÊÂÌÌ˚ı ÔÓ ·ÓÍ‡Ï ‡Ï˚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡). ÅÓΠÔÓ‰ӷ̇fl ËÌÙÓχˆËfl Ô˂‰Â̇ ÌËÊ ‚ ËÎβÒÚËÓ‚‡ÌÌÓÏ ÓÔËÒ‡ÌËË ÏÂÚÓ‰Ó‚ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÍË. Dashboard of console Rubber tussenstuk 53 Fabrieksmontagebeugel of-steun voor bevestiging radio e.d. èÂ‰Ì ÍÂÔÎÂÌË ÔÓ Òڇ̉‡ÚÛ DIN 쉇ÎÂÌË ìÒÚÓÈÒÚ‚‡ 1. éÚÚflÌËÚ ‚Âı Ë ÌËÁ ·ÒÚ˘ÌÓ„Ó Ó·Ó‰Í‡ ̇ÛÊÛ, ˜ÚÓ·˚ ‚˚Ú‡˘ËÚ¸ „Ó. (äÓ„‰‡ ÔÓ‚ÚÓÌÓ ÔËÒÓ‰ËÌflÂÚ ·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ, ̇Ô‡‚¸Ú ÒÚÓÓÌÛ Ò ÊÂÎÓ·ÍÓÏ ‚ÌËÁ Ë ÔËÒÓ‰ËÌËÚ „Ó.) • Ç˚Ú‡˘ËÚ¸ ·ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ Î„˜Â, ÂÒÎË ÔÂ‰Ìflfl Ô‡ÌÂθ ÓÔÛ˘Â̇. 2. èÓ‰·ÂËÚ ÔÓ‰ıÓ‰fl˘Â ÏÂÒÚÓ, „‰Â ÓÚ‚ÂÒÚËfl ̇ ÒÍÓ·Â Ë ÒÚÓÓÌ ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ·Û‰ÛÚ ÒÓ‚Ô‡‰‡Ú¸. Schroef åÓÌÚ‡ÊÌ˚È Û͇‚ 182 êÂÁËÌÓ‚‡fl ‚ÚÛÎ͇ 53 ÇËÌÚ 2. èËÎÓÊËÚ ÔÂÂ‰Ì˛˛ Ô‡ÌÂθ Í ÛÒÚÓÈÒÚ‚Û. ã‡ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ 2. ÇÒÚ‡‚¸Ú Ô‰ÛÒÏÓÚÂÌÌ˚ Íβ˜Ë ‰Îfl ËÁ‚ΘÂÌËfl ‚ Ó·Â ÒÚÓÓÌ˚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡, ÔÓ͇ ÓÌË Ì Á‡˘ÂÎÍÌÛÚÒfl ̇ ÏÂÒÚÓ. 3. Ç˚ÚflÌËÚ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ËÁ ÔÂ‰ÌÂÈ Ô‡ÌÂÎË. 3. á‡ÚflÌËÚ ‰‚‡ ‚ËÌÚ‡ ̇ ͇ʉÓÈ ÒÚÓÓÌÂ. • àÒÔÓθÁÛÈÚ ‚ËÌÚ˚ ÒÓ ÒÙÂ˘ÂÒÍÓÈ „ÓÎÓ‚ÍÓÈ (5 ÏÏ × 8 ÏÏ) ËÎË ‚ËÌÚ˚ Ò ÔÓÚ‡ÈÌÓÈ „ÓÎÓ‚ÍÓÈ (5 ÏÏ × 9 ÏÏ), ‚ Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ÙÓÏ˚ ÓÚ‚ÂÒÚËÈ ‚ ÒÍÓ·Â. 3. èÂ‚ÂÌËÚ ‰ÂʇÚÂÎË ‚ ‚ÂÚË͇θÌÓ ÔÓÎÓÊÂÌËÂ. ÇËÌÚ 4. èËÍÂÔËÚ ÔÂÂ‰Ì˛˛ Ô‡ÌÂθ Í ÛÒÚÓÈÒÚ‚Û, ËÒÔÓθÁÛfl ‚ËÌÚ˚. ÇËÌÚ èÂ‰Ìflfl Ô‡ÌÂθ ËÎË ÍÓÌÒÓθ ìÒÚ‡Ìӂ͇ Ò ÂÁËÌÓ‚ÓÈ ‚ÚÛÎÍÓÈ èÂ‰Ìflfl Ô‡ÌÂθ 1. á‡ÍÂÔËÚ ‰ÂʇÚÂÎË Ò Ó·ÂËı ÒÚÓÓÌ ÔÂ‰ÌÂÈ Ô‡ÌÂÎË. ÑÂʇÚÂθ Bevestigingskraag 182 ÖÒÎË ‚˚ Ì Ô·ÌËÛÂÚ ÓÚÒÓ‰ËÌflÚ¸ ÔÂÂ‰Ì˛˛ Ô‡ÌÂθ, ÚÓ Ó̇ ÏÓÊÂÚ ·˚Ú¸ Á‡ÍÂÔÎÂ̇ Ò ÔÓÏÓ˘¸˛ ÔÓÒÚ‡‚ÎflÂÏ˚ı ‚ËÌÚÓ‚ Ë ‰ÂʇÚÂÎÂÈ. ã‡ÒÚ˘Ì˚È Ó·Ó‰ÓÍ 3. Klap de houders overeind. 3. Gebruik twee schroeven aan elke kant. • Gebruik schroeven met platte kop (5 mm × 8 mm) of verzinkbare kop (5 mm × 9 mm), afhankelijk van de vorm van de schroefgaatjes in de beugel. á‡ÍÂÔÎÂÌË ÔÂ‰ÌÂÈ Ô‡ÌÂÎË á‡‚Ó‰Ò͇fl ÒÍÓ·‡ ‰Îfl ÍÂÔÎÂÌËfl ‡‰ËÓÔËÂÏÌË͇ T • • • De functies van de draden zijn afhankelijk van het product waar ze bij horen, ook al hebben ze dezelfde kleuren als andere draden. Controleer daarom bij het aansluiten van dit systeem alle handleidingen van de betrokken apparatuur zodat u er zeker van kunt zijn dat u de bedrading correct aansluit. F ACC O Äëë ÔÓÎÓÊÂÌË • • OF OF OF Gebruik van dit toestel onder andere dan de volgende omstandigheden kan leiden tot brand of storingen. — Voertuigen met een negatief geaarde 12 V accu. — Luidsprekers van 50 W (uitgangsvermogen) en 4 Ohm tot 8 Ohm (impedantie). Om kortsluiting, oververhitting of andere storingen te voorkomen moet u de onderstaande instructies opvolgen. — Koppel de negatieve pool van de accu los voor u begint met de installatie. — Zet alle bedrading vast met kabelklemmen of isolatieband. Ter bescherming van de bedrading dient u deze te omwikkelen met isolatieband waar de bedrading met metalen onderdelen in aanraking komt. — Houd alle bedrading uit de buurt van bewegende onderdelen, zoals de versnellingspook en de stoelenrails. — Houd de bedrading uit de buurt van zeer warme plekken, zoals bij een verwarmingsrooster. — Leid de gele draad niet door een gat naar het motorcompartiment om aan te sluiten op de accu. — Plak eventuele losse aansluitingen, draadeinden of stekkers netjes af met isolatieband. — Maak de kabels niet korter. — Tap in geen geval de stroomkabel voor dit toestel af om andere apparatuur van stroom te voorzien. Het vermogen van de draad is beperkt. — Gebruik een zekering met het voorgeschreven vermogen. — Sluit de negatieve luidsprekerdraden in geen geval direct op aarde aan. äÓÌÚÓθÌ˚È Ò˄̇Π‚˚ıÓ‰ËÚ ÔÓ ÒËÌÂ/·ÂÎÓÏÛ Í‡·Âβ, ÍÓ„‰‡ ‰‡ÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ÔÓ‰Íβ˜ÂÌÓ Í ˝ÎÂÍÚÓÔËÚ‡Ì˲. èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Â„Ó Í ÒËÒÚÂÏ ‰ËÒڇ̈ËÓÌÌÓ„Ó ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ‚̯ÌÂ„Ó ÛÒËÎËÚÂÎfl ÏÓ˘ÌÓÒÚË ËÎË Í ÍÎÂÏÏ ÛÔ‡‚Îfl˛˘Â„Ó ÂΠ‡‚ÚÓÏÓ·ËθÌÓÈ ‡ÌÚÂÌÌ˚ (χÍÒ. 300 ÏÄ, 12 Ç ÔÓÒÚ. ÚÓÍ). ÖÒÎË ‡‚ÚÓÏÓ·Ëθ Ò̇·ÊÂÌ ÒÚÂÍÎflÌÌÓÈ ‡ÌÚÂÌÌÓÈ, ÔÓ‰Íβ˜ËÚ Âfi Í ÔËÚ‡˛˘ÂÏÛ ÚÂÏË̇ÎÛ ‡ÌÚÂÌÌÓ„Ó ÛÒËÎËÚÂÎfl. çËÍÓ„‰‡ Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚ ÒËÌÂ/·ÂÎ˚È Í‡·Âθ Í ÔËÚ‡˛˘ÂÏÛ ÚÂÏË̇ÎÛ ‚̯ÌÂ„Ó ÛÒËÎËÚÂÎfl ÏÓ˘ÌÓÒÚË. í‡Í ÊÂ, ÌËÍÓ„‰‡ Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚÂ Â„Ó Í ÔËÚ‡˛˘ÂÏÛ ÚÂÏË̇ÎÛ ‡‚ÚÓÏÓ·ËθÌÓÈ ‡ÌÚÂÌÌ˚. à̇˜Â, ‚ ÂÁÛθڇÚ ·‡Ú‡Âfl ‡Áfl‰ËÚÒfl ËÎË ·Û‰ÂÚ ÔÓËÒıÓ‰ËÚ¸ ÌÂÔ‡‚ËθÌÓ Ò‡·‡Ú˚‚‡ÌËÂ. IP-BUS ÒÓ‰ËÌËÚÂÎË Ò ˆ‚ÂÚÓ‚˚Ï ÍÓ‰ËÓ‚‡ÌËÂÏ. ÅÛ‰¸Ú ۂÂÂÌ˚, ˜ÚÓ ÒÓ‰ËÌflÂÚ ÒÓ‰ËÌËÚÂÎË Ó‰Ë̇ÍÓ‚Ó„Ó ˆ‚ÂÚ‡ ÒÂ‰Ë ÒÓ‰ËÌËÚÂÎÂÈ Ò ˆ‚ÂÚÓ‚˚Ï ÍÓ‰ËÓ‚‡ÌËÂÏ. óÂÌ˚È Í‡·Âθ – Á‡ÁÂÏÎÂÌËÂ. ùÚÓÚ Í‡·Âθ Ë Í‡·ÂÎË Á‡ÁÂÏÎÂÌËfl ‰Û„Ëı ËÁ‰ÂÎËÈ (ÓÒÓ·ÂÌÌÓ, ÒËθÌÓÚÓ˜Ì˚ ËÁ‰ÂÎËfl, Ú‡ÍËÂ Í‡Í ÛÒËÎËÚÂθ ÏÓ˘ÌÓÒÚË) ‰ÓÎÊÌ˚ ·˚Ú¸ ÔÓÎÓÊÂÌ˚ ‡Á‰ÂθÌÓ. à̇˜Â, ‚ ÂÁÛθڇÚ ÏÓÊÂÚ ÔÓËÁÓÈÚË ‚ÓÁ„Ó‡ÌË ËÎË ÌÂÔ‡‚ËθÌÓ Ò‡·‡Ú˚‚‡ÌËÂ, ÂÒÎË ÓÌË ‚ÌÂÁ‡ÔÌÓ ÓÚÒÓ‰ËÌflÚÒfl. äÓ„‰‡ ‰‡ÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡ÂÚÒfl ‚ Ú‡ÌÒÔÓÚÌÓÏ Ò‰ÒÚ‚Â ·ÂÁ ACC (‚ÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌ˚ ÔË·Ó˚) ÔÓÎÓÊÂÌËfl ̇ Á‡ÏÍ Á‡ÊË„‡ÌËfl, Í‡ÒÌ˚È Í‡·Âθ ‰ÓÎÊÂÌ ·˚Ú¸ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌ Í ÍÎÂÏÏÂ, ÍÓÚÓ‡fl ÏÓÊÂÚ Ó·Ì‡ÛÊËÚ¸ ‡·ÓÚÛ Á‡Ï͇ Á‡ÊË„‡ÌËfl. à̇˜Â, ‚ ÂÁÛθڇÚ ·‡Ú‡Âfl ÏÓÊÂÚ ‡Áfl‰ËÚ¸Òfl. F • O STAR Geen ACC stand • èËϘ‡ÌËÂ: • PYCCKàâ N • • 1. Dit product 2. Uitgang achter of subwoofer uitgang 3. Antenne-aansluiting 4. Vooruitgang 5. Zekering (10 A) 6. IP-BUS ingangsaansluiting (Blauw) 7. IP-BUS-kabel 8. Multi CD-wisselaar (los verkrijgbaar) 9. AUX aansluiting (3.5 ø) 10. Opmerking: Gebruik een kabel met een stereo ministekker voor het aansluiten van externe apparatuur. 11. Afstandsbediening met draad Er kan een adapter voor een afstandsbediening met draad worden aangesloten (los verkrijgbaar). 12. Opmerking: Afhankelijk van het soort voertuig is het mogelijk dat de functies van 3* en 5* verschillen. Let er in een dergelijk geval op dat u 2* op 5* en 4* op 3* aansluit. 13. Sluit in het algemeen draden van dezelfde kleur op elkaar aan. 14. Dop (1*) Laat het dopje zitten wanneer de aansluiting niet wordt gebruikt. 15. Geel (3*) Back-up (of accessoire) 16. Geel (2*) Verbinden met de continue 12 V stroomaansluiting. 17. Rood (5*) Accessoire (of back-up) 18. Rood (4*) Verbinden met een elektrische aansluiting die aangestuurd wordt via het contactslot (12 V gelijkstroom). 19. Zwart (chassis aarde) Aansluiten op een schone, blank metalen plek. 20. ISO stekker Opmerking: In sommige voertuigen kan de ISO stekker in twee stukken gedeeld zijn. Sluit in een dergelijk geval beide stekkers aan. 21. Luidsprekerdraden Wit: Links voor + Wit/zwart: Links voor ≠ Grijs: Rechts voor + Grijs/zwart: Rechts voor ≠ Groen: Links achter + of subwoofer + Groen/zwarte: Links achter ≠ of subwoofer ≠ Rechts achter + of subwoofer + Paars/zwarte: Rechts achter ≠ of subwoofer ≠ 22. Aansluiten met RCA (tulpstekker) kabels (los verkrijgbaar) 23. Eindversterker (los verkrijgbaar) 24. Blauw/wit Verbinden met de systeembedieningsaansluiting van de eindversterker (max. 300 mA 12 V gelijkstroom). 25. Systeemafstandsbediening 26. Blauw/wit (7*) Verbinden met de stuuraansluiting van het relais van de antenne van het voertuig (max. 300 mA 12 V gelijkstroom). 27. Blauw/wit (6*) 28. Opmerking: De penposities van de ISO stekker hangen mede af van het type voertuig. Sluit 6* en 7* aan wanneer pen 5 de antenne aanstuurt. In andere typen voertuigen hoeft u 6* en 7* helemaal niet aan te sluiten. 29. Voor-luidspreker 30. Links 31. Rechts 32. Achter-luidspreker of subwoofer 33. Voer deze verbindingen uit wanneer u de los verkrijgbare versterker gebruikt. 34. Geel/zwart Als u apparatuur met een zg. Mute functie (geluid uit/dempen) gebruikt, dient u deze draad te verbinden met de audio-dempingsdraad van de betreffende apparatuur. Maakt u daarvan geen gebruik, laat de Audio Mute dempingsaansluniting dan vrij, zonder hierop iets aan te sluiten. 35. Opmerkingen: • Verander de basisinstelling van dit toestel (zie bladzijde de Gebruiksaanwijzing). De subwoofer weergave van dit toestel is in mono. • Bij gebruik van een subwoofer van 70 W (2 Ω), moet u erop letten dat u de aansluiting verricht met de paarse en paars/zwarte draden van dit toestel. Sluit niets aan op de groene en groen/zwarte draden. Paars: STAR • O STAR STAR ACC stand F • Aansluitingsschema N O T ACC — Bundel de negatieve luidsprekerdraden in geen geval samen. Via de blauw/witte draad wordt een stuursignaal geproduceerd wanneer dit toestel is ingeschakeld. Verbind deze met de systeemafstandsbediening van een externe eindversterker, of met de stuuraansluiting voor het relais van de antenne van het voertuig (max. 300 mA, 12 V gelijkstroom). Als het voertuig een ruitantenne heeft, dient u deze draad te verbinden met de stroomaansluiting van de antennesignaalversterker (booster). Verbind de blauw/witte draad in geen geval met de stroomaansluiting van een externe eindversterker. Verbind deze draad ook in geen geval met de stroomaansluiting zelf van de antenne van de auto. Doet u dit toch, dan kan de accu leeglopen of kunnen zich andere storingen voordoen. IP-BUS stekkers zijn kleurgecodeerd. Let erop dat u alleen stekkers van dezelfde kleur op elkaar aansluit. De zwarte draad is de aarding. Deze draad en de aardingen van andere apparatuur (in het bijzonder producten met een hoog vermogen, zoals een eindversterker), moeten onafhankelijk van elkaar worden aangesloten. Doet u dit niet, dan kan er brand ontstaan of kunnen zich storingen voordoen wanneer de bedrading onbedoeld los raakt. N F N OF Wanneer dit toestel geïnstalleerd is in een voertuig zonder ACC (accessoire) stand op het contactslot, moet de rode draad worden verbonden met een aansluiting die de stand van de contactsleutel kan herkennen. Anders kan de accu leeglopen. T Opmerking: • èÓ‰Íβ˜ÂÌË ÛÒÚÓÈÒÚ‚ NEDERLANDS T Aansluiten van de toestellen Äëë ÔÓÎÓÊÂÌË ÌÂÚ àÒÔÓθÁÓ‚‡ÌË ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ‚ ËÌ˚ı, ˜ÂÏ ÒÎÂ‰Û˛˘Ë ÛÒÎÓ‚Ëfl, ÏÓÊÂÚ ÔË‚ÂÒÚË Í ‚ÓÁ„Ó‡Ì˲ ËÎË ÌÂÔ‡‚ËθÌÓÏÛ Ò‡·‡Ú˚‚‡Ì˲. — Ä‚ÚÓÏÓ·Ëθ ·‡Ú‡ÂÂÈ Ò 12-‚ÓÎ¸Ú Ë ÓÚˈ‡ÚÂθÌ˚Ï Á‡ÁÂÏÎÂÌËÂÏ. — ÑË̇ÏËÍË Ò 50 Çí(‚˚ıӉ̇fl ‚Â΢Ë̇) Ë ÓÚ 4 éå ‰Ó 8 éå (ÔÓÎÌÓ ÒÓÔÓÚË‚ÎÂÌËÂ). óÚÓ·˚ Ô‰ÓÚ‚‡ÚËÚ¸ ÍÓÓÚÍÓ Á‡Ï˚͇ÌËÂ, ÔÂ„‚ ËÎË ÌÂÔ‡‚ËθÌÓ Ò‡·‡Ú˚‚‡ÌË ۷‰ËÚÂÒ¸, ˜ÚÓ ÒΉÛÂÚ Û͇Á‡ÌËflÏ ÌËÊÂ. — éÚÒÓ‰ËÌËÚ ÓÚˈ‡ÚÂθÌÛ˛ ÍÎÂÏÏÛ ·‡Ú‡ÂË Ô‰ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÍÓÈ. — á‡ÍÂÔËÚ ÔÓ‚Ó‰‡ ͇·ÂθÌ˚ÏË Á‡ÊËχÏË ËÎË ÎËÔÍÓÈ ÎÂÌÚÓÈ. ÑÎfl Á‡˘ËÚ˚ ÔÓ‚Ó‰Ó‚ ÒΉÛÂÚ Ó·ÏÓÚ‡Ú¸ Ëı ÎËÔÍÓÈ ÎÂÚÌÓÈ ‚ ÚÂı ÏÂÒÚ‡ı, „‰Â ÓÌË ÒÓÔË͇҇˛ÚÒfl Ò ÏÂÚ‡Î΢ÂÒÍËÏË ˜‡ÒÚflÏË. — èÓÍ·‰˚‚‡ÈÚ ‚Ò ͇·ÂÎË ‚‰‡ÎË ÓÚ ‰‚Ë„‡˛˘ËıÒfl ˜‡ÒÚÂÈ, Ú‡ÍËı Í‡Í ˚˜‡„ ÔÂÂÍβ˜ÂÌËfl ÍÓÓ·ÍË ÔÂ‰‡˜ ËÎË Ì‡Ô‡‚Îfl˛˘‡fl ‰Îfl ‚˚‰‚ËÊÂÌËfl ÒˉÂ̸fl. — èÓÍ·‰˚‚‡ÈÚ ‚Ò ͇·ÂÎË ‚‰‡ÎË ÓÚ „Ófl˜Ëı ÏÂÒÚ, Ú‡ÍËı Í‡Í fl‰ÓÏ Ò ‚˚ÔÛÒÍÓÏ Ì‡„‚‡ÚÂÎfl. — ç ÔÓÔÛÒ͇ÈÚ ÊÂÎÚ˚È Í‡·Âθ ˜ÂÂÁ ÓÚ‚ÂÒÚË ‚ ÏÓÚÓÌÓÏ ÓÚÒÂÍÂ, ‰Îfl ÚÓ„Ó ˜ÚÓ·˚ ÔÓ‰Íβ˜ËÚ¸ Â„Ó Í ·‡Ú‡ÂÂ. — ᇢËÚËÚ ‚Ò ÌÂÔÓ‰Íβ˜ÂÌÌ˚ ͇·ÂÎË ‡Á˙ÂχÏË Ò ËÁÓÎflˆËÓÌÌÓÈ ÎÂÌÚÓÈ. — ç ÛÍÓ‡˜Ë‚‡ÈÚ ͇ÍËÂ-ÎË·Ó Í‡·ÂÎË. — çËÍÓ„‰‡ Ì ӷÂÁ‡ÈÚ ËÁÓÎflˆË˛ ÔËÚ‡˛˘Â„Ó Í‡·ÂÎfl ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡, ˜ÚÓ·˚ ÔÓ‰Íβ˜ËÚ¸ ÔËÚ‡ÌË ̇ ‰Û„Ó ӷÓÛ‰Ó‚‡ÌËÂ. èÓÔÛÒÍ̇fl ÒÔÓÒÓ·ÌÓÒÚ¸ ͇·ÂÎfl Ó„‡Ì˘Â̇. — àÒÔÓθÁÛÈÚ Ô·‚ÍËÈ Ô‰Óı‡ÌËÚÂθ Á‡‰‡ÌÌÓ„Ó ÌÓÏË̇·. — çËÍÓ„‰‡ Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚ ÓÚˈ‡ÚÂθÌ˚È Í‡·Âθ ‰Ë̇ÏË͇ ̇ÔflÏÛ˛ Í Á‡ÁÂÏÎÂÌ˲. — çËÍÓ„‰‡ Ì ҂flÁ˚‚‡ÈÚ ‚ÏÂÒÚ ‡Á΢Ì˚ ÓÚˈ‡ÚÂθÌ˚ ͇·ÂÎË ‰Ë̇ÏËÍÓ‚. • • • îÛÌ͈Ëfl ÔÓ‚Ó‰‡ ÏÓÊÂÚ ÓÚ΢‡Ú¸Òfl ‚ Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ËÁ‰ÂÎËfl, ‰‡Ê ÂÒÎË ˆ‚ÂÚ ÔÓ‚Ó‰‡ Ó‰ËÌ Ë ÚÓÚ ÊÂ. äÓ„‰‡ ÒÓ‰ËÌflÂÚ ‰‡ÌÌÛ˛ ÒËÒÚÂÏÛ, ۷‰ËÚÂÒ¸, ÔÓ‚ÂË‚ ‚Ò Û͇Á‡ÌËfl Ë Ô‡‚ËθÌÓ ÒÓ‰ËÌË‚ ÔÓ‚Ó‰‡. ëıÂχ ëÓ‰ËÌÂÌËÈ 1. чÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó 2. ᇉÌËÈ ‚˚ıÓ‰ ËÎË ‚˚ıÓ‰ ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌÓ„Ó ‰Ë̇ÏË͇ 3. ÉÌÂÁ‰Ó ‡ÌÚÂÌÌ˚ 4. èÂ‰ÌËÈ ‚˚ıÓ‰ 5. è·‚ÍËÈ Ô‰Óı‡ÌËÚÂθ (10 A) 6. ê‡Á˙ÂÏ ‰Îfl ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËfl IP-BUS („ÓÎÛ·ÓÈ) 7. 䇷Âθ IP-BUS 8. åÌÓ„Ó‰ËÒÍÓ‚˚È ÔÓË„˚‚‡ÚÂθ (ÔÓ‰‡ÂÚÒfl ÓÚ‰ÂθÌÓ) 9. ÉÌÂÁ‰Ó AUX (3.5 ø) 10. èËϘ‡ÌËÂ: àÒÔÓθÁÛÈÚ ÒÚÂÂÓ͇·Âθ Ò ÏËÌË-¯ÚÂÍÂÓÏ ‰Îfl ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËfl ‚ÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌÓÈ ‡ÔÔ‡‡ÚÛ˚. 11. ÑËÒڇ̈ËÓÌÌ˚È ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È ‚ıÓ‰ ĉ‡ÔÚÂ ÊÂÒÚÍÓ ÒÏÓÌÚËÓ‚‡ÌÌÓ„Ó ‰ËÒڇ̈ËÓÌÌÓ„Ó ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ÏÓÊÂÚ ·˚Ú¸ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌ (ÔÓ‰‡ÂÚÒfl ÓÚ‰ÂθÌÓ). 12. èËϘ‡ÌËÂ: Ç Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ÚËÔ‡ ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎfl ÙÛÌ͈ËË 3* Ë 5* ÏÓ„ÛÚ ·˚Ú¸ ‡Á΢Ì˚ÏË. Ç ˝ÚÓÏ ÒÎÛ˜‡Â, ۷‰ËÚÂÒ¸, ˜ÚÓ 2* ÔÓ‰Íβ˜ËÎË Í 5* Ë 4* Í 3*. 13. ëÓ‰ËÌËÚ ÔÓ‚Ó‰‡ Ó‰Ë̇ÍÓ‚Ó„Ó ˆ‚ÂÚ‡ ‰Û„ Ò ‰Û„ÓÏ. 14. äÓÎÔ‡˜ÓÍ (1*) ç ÒÌËχÈÚ ÍÓÎÔ‡˜ÓÍ, ÂÒÎË ÍÎÂÏχ Ì ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl. 15. ÜÂÎÚ˚È (3*) ê‡Á˚‚Ì˚È (ËÎË ‚ÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌ˚È) 16. ÜÂÎÚ˚È (2*) èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ÍÎÂÏÏ ÔÓÒÚÓflÌÌÓ ÔÓ‰‡˛˘ÂÈ 12 Ç. 17. ä‡ÒÌ˚È (5*) ÇÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌ˚È (ËÎË ‡Á˚‚Ì˚È) 18. ä‡ÒÌ˚È (4*) èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ÍÎÂÏÏÂ, ÍÓÌÚÓÎËÛÂÏÓÈ Á‡ÏÍÓÏ Á‡ÊË„‡ÌËfl (12 Ç ÔÓÒÚ. ÚÓÍ). 19. óÂÌ˚È (Á‡ÁÂÏÎÂÌË ̇ χÒÒÛ) èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ˜ËÒÚÓÏÛ, ÌÂÓÍ‡¯ÂÌÌÓÏÛ ÏÂÚ‡Î΢ÂÒÍÓÏÛ Û˜‡ÒÚÍÛ. 20. ISO ‡Á˙ÂÏ èËϘ‡ÌËÂ: Ç ÌÂÍÓÚÓ˚ı ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎflı ISO ‡Á˙ÂÏ ÏÓÊÂÚ ·˚Ú¸ ‡Á‰ÂÎÂÌ Ì‡ ‰‚‡. Ç ˝ÚÓÏ ÒÎÛ˜‡Â ۷‰ËÚÂÒ¸, ˜ÚÓ ÔÓ‰Íβ˜ËÎË Ó·‡ ‡Á˙Âχ. 21. èÓ‚Ó‰‡ ‰Ë̇ÏËÍÓ‚: ÅÂÎ˚È: èÂ‰ÌËÈ Î‚˚È + ÅÂÎ˚È/˜ÂÌ˚È: èÂ‰ÌËÈ Î‚˚È ≠ ëÂ˚È: èÂ‰ÌËÈ Ô‡‚˚È + èÂ‰ÌËÈ Ô‡‚˚È ≠ ᇉÌËÈ Î‚˚È + ËÎË ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ + ᇉÌËÈ Î‚˚È ≠ ËÎË áÂÎÂÌ˚È/˜ÂÌ˚È: ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ ≠ ᇉÌËÈ Ô‡‚˚È + ËÎË îËÓÎÂÚÓ‚˚È: ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ + îËÓÎÂÚÓ‚˚È/˜ÂÌ˚È: ᇉÌËÈ Ô‡‚˚È ≠ ËÎË ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ ≠ 22. ëÓ‰ËÌËÚÂ Ò Í‡·ÂÎflÏË RCA (ÔÓ‰‡˛ÚÒfl ÓÚ‰ÂθÌÓ) 23. ìÒËÎËÚÂθ ÏÓ˘ÌÓÒÚË (ÔÓ‰‡ÂÚÒfl ÓÚ‰ÂθÌÓ) 24. ëËÌËÈ/·ÂÎ˚È èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ÍÎÂÏÏ ÒËÒÚÂÏ˚ ÍÓÌÚÓÎfl ÛÒËÎËÚÂÎfl ÏÓ˘ÌÓÒÚË (χÍÒ. 300 ÏÄ 12 Ç ÔÓÒÚ. ÚÓÍ). 25. ëËÒÚÂχ ‰ËÒڇ̈ËÓÌÌÓ„Ó ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl 26. ëËÌËÈ/·ÂÎ˚È (7*) èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ÍÎÂÏÏ ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ÂΠ‡‚ÚÓÏÓ·ËθÌÓÈ ‡ÌÚÂÌÌ˚ (χÍÒ. 300 ÏÄ 12 Ç ÔÓÒÚ. ÚÓÍ). 27. ëËÌËÈ/·ÂÎ˚È (6*) 28. èËϘ‡ÌËÂ: ê‡ÒÔÓÎÓÊÂÌË ¯Ú˚ÂÈ ISO ‡Á˙Âχ ÏÓÊÂÚ ·˚Ú¸ ‡Á΢Ì˚Ï ‚ Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ÚËÔ‡ ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎfl. ëÓ‰ËÌËÚ 6* Ë 7* ÍÓ„‰‡ ¯Ú˚¸ 5 ˝ÚÓ ¯Ú˚¸ ÚËÔ‡ ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ‡ÌÚÂÌÌ˚. Ç ‰Û„Ëı ÚËÔ‡ı ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎÂÈ ÌËÍÓ„‰‡ Ì ÒÓ‰ËÌflÈÚ 6* Ë 7*. 29. èÂ‰ÌËÈ ‰Ë̇ÏËÍ 30. ã‚˚È 31. è‡‚˚È 32. ᇉÌËÈ ‰Ë̇ÏËÍ ËÎË ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ 33. Ç˚ÔÓÎÌËÚ ‰‡ÌÌ˚ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËfl, ÍÓ„‰‡ ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl ÛÒËÎËÚÂθ, ÍÓÚÓ˚È Ì ‚ıÓ‰ËÚ ‚ ÒÓÒÚ‡‚ Ó·flÁ‡ÚÂθÌÓ„Ó Ó·ÓÛ‰Ó‚‡ÌËfl. 34. ÜÂÎÚ˚È/˜ÂÌ˚È ÖÒÎË ‚˚ ÔÓθÁÛÂÚÂÒ¸ ÛÒÚÓÈÒÚ‚ÓÏ, ̇ ÍÓÚÓÓÏ Ô‰ÛÒÏÓÚÂ̇ ÙÛÌ͈Ëfl ÓÚÍβ˜ÂÌËfl Á‚Û͇, ÔÓ‰Íβ˜ËÚ ‰‡ÌÌ˚È ÔÓ‚Ó‰ Í ÔÓ‚Ó‰Û ÓÚÍβ˜ÂÌËfl Á‚Û͇ ̇ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Â. Ç ÔÓÚË‚ÌÓÏ ÒÎÛ˜‡Â, Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚ ÔÓ‚Ó‰ ÓÚÍβ˜ÂÌËfl Á‚Û͇ Í ‰Û„ËÏ ÒÓ‰ËÌÂÌËflÏ. 35. èËϘ‡ÌËÂ: • àÁÏÂÌËÚ ËÒıÓ‰Ì˚ ̇ÒÚÓÈÍË ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ (ëÏ. êÛÍÓ‚Ó‰ÒÚ‚Ó ÔÓ ˝ÍÒÔÎÛ‡Ú‡ˆËË). çËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ Ó·ÂÒÔ˜˂‡ÂÚ ÏÓÌÓÙÓÌ˘ÂÒÍËÈ ‚˚ıÓ‰ÌÓÈ Ò˄̇Î. • äÓ„‰‡ ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl çËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ 70 ÇÚ (2 Ω), ·Û‰¸Ú ۂÂÂÌ˚, ˜ÚÓ ÒÓ‰ËÌËÎË îËÓÎÂÚÓ‚˚È ÔÓ‚Ó‰ Ò îËÓÎÂÚÓ‚Ó/óÂÌ˚Ï ÔÓ‚Ó‰ÓÏ ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡. çË˜Â„Ó Ì ÒÓ‰ËÌflÈÚÂ Ò áÂÎÂÌ˚Ï ÔÓ‚Ó‰ÓÏ Ë áÂÎÂÌÓ/óÂÌ˚Ï ÔÓ‚Ó‰ÓÏ. ëÂ˚È/˜ÂÌ˚È: áÂÎÂÌ˚È:
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Pioneer DEH-P5900MP Installatie gids

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
Installatie gids