Opmerking:
• Wanneer dit toestel geïnstalleerd is in een
voertuig zonder ACC (accessoire) stand op het
contactslot, moet de rode draad worden
verbonden met een aansluiting die de stand van
de contactsleutel kan herkennen.
Anders kan de accu leeglopen.
• Gebruik van dit toestel onder andere dan de
volgende omstandigheden kan leiden tot brand of
storingen.
— Voertuigen met een negatief geaarde 12 V
accu.
— Luidsprekers van 50 W (uitgangsvermogen)
en 4 Ohm tot 8 Ohm (impedantie).
• Om kortsluiting, oververhitting of andere
storingen te voorkomen moet u de onderstaande
instructies opvolgen.
— Koppel de negatieve pool van de accu los
voor u begint met de installatie.
— Zet alle bedrading vast met kabelklemmen of
isolatieband. Ter bescherming van de
bedrading dient u deze te omwikkelen met
isolatieband waar de bedrading met metalen
onderdelen in aanraking komt.
— Houd alle bedrading uit de buurt van
bewegende onderdelen, zoals de
versnellingspook en de stoelenrails.
— Houd de bedrading uit de buurt van zeer
warme plekken, zoals bij een
verwarmingsrooster.
— Leid de gele draad niet door een gat naar het
motorcompartiment om aan te sluiten op de
accu.
— Plak eventuele losse aansluitingen,
draadeinden of stekkers netjes af met
isolatieband.
— Maak de kabels niet korter.
— Tap in geen geval de stroomkabel voor dit
toestel af om andere apparatuur van stroom te
voorzien. Het vermogen van de draad is
beperkt.
— Gebruik een zekering met het voorgeschreven
vermogen.
— Sluit de negatieve luidsprekerdraden in geen
geval direct op aarde aan.
— Bundel de negatieve luidsprekerdraden in
geen geval samen.
• Via de blauw/witte draad wordt een stuursignaal
geproduceerd wanneer dit toestel is ingeschakeld.
Verbind deze met de systeemafstandsbediening
van een externe eindversterker, of met de
stuuraansluiting voor het relais van de antenne
van het voertuig (max. 300 mA, 12 V
gelijkstroom). Als het voertuig een ruitantenne
heeft, dient u deze draad te verbinden met de
stroomaansluiting van de
antennesignaalversterker (booster).
• Verbind de blauw/witte draad in geen geval met
de stroomaansluiting van een externe
eindversterker. Verbind deze draad ook in geen
geval met de stroomaansluiting zelf van de
antenne van de auto. Doet u dit toch, dan kan de
accu leeglopen of kunnen zich andere storingen
voordoen.
• IP-BUS stekkers zijn kleurgecodeerd. Let erop
dat u alleen stekkers van dezelfde kleur op elkaar
aansluit.
• De zwarte draad is de aarding. Deze draad en de
aardingen van andere apparatuur (in het bijzonder
producten met een hoog vermogen, zoals een
eindversterker), moeten onafhankelijk van elkaar
worden aangesloten. Doet u dit niet, dan kan er
brand ontstaan of kunnen zich storingen
voordoen wanneer de bedrading onbedoeld los
raakt.
•
De functies van de draden zijn afhankelijk
van het product waar ze bij horen, ook al
hebben ze dezelfde kleuren als andere draden.
Controleer daarom bij het aansluiten van dit
systeem alle handleidingen van de betrokken
apparatuur zodat u er zeker van kunt zijn dat
u de bedrading correct aansluit.
Geen ACC standACC stand
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
A
C
C
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
Aansluitingsschema
1. Dit product
2. Uitgang achter of subwoofer uitgang
3. Antenne-aansluiting
4. Vooruitgang
5. Zekering (10 A)
6. IP-BUS ingangsaansluiting (Blauw)
7. IP-BUS-kabel
8. Multi CD-wisselaar (los verkrijgbaar)
9. AUX aansluiting (3.5 ø)
10. Opmerking:
Gebruik een kabel met een stereo ministekker
voor het aansluiten van externe apparatuur.
11. Afstandsbediening met draad
Er kan een adapter voor een afstandsbediening
met draad worden aangesloten (los verkrijgbaar).
12. Opmerking:
Afhankelijk van het soort voertuig is het
mogelijk dat de functies van 3* en 5* verschillen.
Let er in een dergelijk geval op dat u 2* op 5* en
4* op 3* aansluit.
13. Sluit in het algemeen draden van dezelfde kleur
op elkaar aan.
14. Dop (1*)
Laat het dopje zitten wanneer de aansluiting niet
wordt gebruikt.
15. Geel (3*)
Back-up (of accessoire)
16. Geel (2*)
Verbinden met de continue 12 V stroomaansluiting.
17. Rood (5*)
Accessoire (of back-up)
18. Rood (4*)
Verbinden met een elektrische aansluiting die
aangestuurd wordt via het contactslot
(12 V gelijkstroom).
19. Zwart (chassis aarde)
Aansluiten op een schone, blank metalen plek.
20. ISO stekker
Opmerking:
In sommige voertuigen kan de ISO stekker in
twee stukken gedeeld zijn. Sluit in een dergelijk
geval beide stekkers aan.
21. Luidsprekerdraden
Wit: Links voor +
Wit/zwart: Links voor ≠
Grijs: Rechts voor +
Grijs/zwart: Rechts voor ≠
Groen: Links achter +
of subwoofer +
Groen/zwarte: Links achter ≠
of subwoofer ≠
Paars: Rechts achter +
of subwoofer +
Paars/zwarte: Rechts achter ≠
of subwoofer ≠
22. Aansluiten met RCA (tulpstekker) kabels (los
verkrijgbaar)
23. Eindversterker (los verkrijgbaar)
24. Blauw/wit
Verbinden met de systeembedieningsaansluiting
van de eindversterker (max. 300 mA 12 V
gelijkstroom).
25. Systeemafstandsbediening
26. Blauw/wit (7*)
Verbinden met de stuuraansluiting van het relais
van de antenne van het voertuig (max. 300 mA
12 V gelijkstroom).
27. Blauw/wit (6*)
28. Opmerking:
De penposities van de ISO stekker hangen mede
af van het type voertuig. Sluit 6* en 7* aan
wanneer pen 5 de antenne aanstuurt. In andere
typen voertuigen hoeft u 6* en 7* helemaal niet
aan te sluiten.
29. Voor-luidspreker
30. Links
31. Rechts
32. Achter-luidspreker of subwoofer
33. Voer deze verbindingen uit wanneer u de los
verkrijgbare versterker gebruikt.
34. Geel/zwart
Als u apparatuur met een zg. Mute functie
(geluid uit/dempen) gebruikt, dient u deze draad
te verbinden met de audio-dempingsdraad van de
betreffende apparatuur. Maakt u daarvan geen
gebruik, laat de Audio Mute
dempingsaansluniting dan vrij, zonder hierop iets
aan te sluiten.
35. Opmerkingen:
• Verander de basisinstelling van dit toestel (zie
bladzijde de Gebruiksaanwijzing). De subwoofer
weergave van dit toestel is in mono.
• Bij gebruik van een subwoofer van 70 W (2 Ω),
moet u erop letten dat u de aansluiting verricht
met de paarse en paars/zwarte draden van dit
toestel. Sluit niets aan op de groene en
groen/zwarte draden.
NEDERLANDS
Aansluiten van de toestellen
èËϘ‡ÌËÂ:
• äÓ„‰‡ ‰‡ÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡ÂÚÒfl ‚
Ú‡ÌÒÔÓÚÌÓÏ Ò‰ÒÚ‚Â ·ÂÁ ACC
(‚ÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌ˚ ÔË·Ó˚) ÔÓÎÓÊÂÌËfl ̇ Á‡ÏÍÂ
Á‡ÊË„‡ÌËfl, ͇ÒÌ˚È Í‡·Âθ ‰ÓÎÊÂÌ ·˚Ú¸
ÔÓ‰Íβ˜ÂÌ Í ÍÎÂÏÏÂ, ÍÓÚÓ‡fl ÏÓÊÂÚ
ӷ̇ÛÊËÚ¸ ‡·ÓÚÛ Á‡Ï͇ Á‡ÊË„‡ÌËfl. à̇˜Â, ‚
ÂÁÛθڇÚ ·‡Ú‡Âfl ÏÓÊÂÚ ‡Áfl‰ËÚ¸Òfl.
• àÒÔÓθÁÓ‚‡ÌË ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ‚ ËÌ˚ı, ˜ÂÏ
ÒÎÂ‰Û˛˘Ë ÛÒÎÓ‚Ëfl, ÏÓÊÂÚ ÔË‚ÂÒÚË Í
‚ÓÁ„Ó‡Ì˲ ËÎË ÌÂÔ‡‚ËθÌÓÏÛ Ò‡·‡Ú˚‚‡Ì˲.
— Ä‚ÚÓÏÓ·Ëθ ·‡Ú‡ÂÂÈ Ò 12-‚ÓÎ¸Ú Ë
ÓÚˈ‡ÚÂθÌ˚Ï Á‡ÁÂÏÎÂÌËÂÏ.
— ÑË̇ÏËÍË Ò 50 Çí(‚˚ıӉ̇fl ‚Â΢Ë̇) Ë ÓÚ 4
éå ‰Ó 8 éå (ÔÓÎÌÓÂ ÒÓÔÓÚË‚ÎÂÌËÂ).
• óÚÓ·˚ Ô‰ÓÚ‚‡ÚËÚ¸ ÍÓÓÚÍÓ Á‡Ï˚͇ÌËÂ,
Ô„‚ ËÎË ÌÂÔ‡‚ËθÌÓ ҇·‡Ú˚‚‡ÌËÂ
۷‰ËÚÂÒ¸, ˜ÚÓ ÒΉÛÂÚ Û͇Á‡ÌËflÏ ÌËÊÂ.
— éÚÒÓ‰ËÌËÚ ÓÚˈ‡ÚÂθÌÛ˛ ÍÎÂÏÏÛ ·‡Ú‡ÂË
Ô‰ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÍÓÈ.
— á‡ÍÂÔËÚ ÔÓ‚Ó‰‡ ͇·ÂθÌ˚ÏË Á‡ÊËχÏË
ËÎË ÎËÔÍÓÈ ÎÂÌÚÓÈ. ÑÎfl Á‡˘ËÚ˚ ÔÓ‚Ó‰Ó‚
ÒΉÛÂÚ Ó·ÏÓÚ‡Ú¸ Ëı ÎËÔÍÓÈ ÎÂÚÌÓÈ ‚ ÚÂı
ÏÂÒÚ‡ı, „‰Â ÓÌË ÒÓÔË͇҇˛ÚÒfl Ò
ÏÂÚ‡Î΢ÂÒÍËÏË ˜‡ÒÚflÏË.
— èÓÍ·‰˚‚‡ÈÚ ‚Ò ͇·ÂÎË ‚‰‡ÎË ÓÚ
‰‚Ë„‡˛˘ËıÒfl ˜‡ÒÚÂÈ, Ú‡ÍËı Í‡Í ˚˜‡„
ÔÂÂÍβ˜ÂÌËfl ÍÓÓ·ÍË Ô‰‡˜ ËÎË
̇ԇ‚Îfl˛˘‡fl ‰Îfl ‚˚‰‚ËÊÂÌËfl ÒˉÂ̸fl.
— èÓÍ·‰˚‚‡ÈÚ ‚Ò ͇·ÂÎË ‚‰‡ÎË ÓÚ „Ófl˜Ëı
ÏÂÒÚ, Ú‡ÍËı Í‡Í fl‰ÓÏ Ò ‚˚ÔÛÒÍÓÏ
̇„‚‡ÚÂÎfl.
— ç ÔÓÔÛÒ͇ÈÚ ÊÂÎÚ˚È Í‡·Âθ ˜ÂÂÁ
ÓÚ‚ÂÒÚË ‚ ÏÓÚÓÌÓÏ ÓÚÒÂÍÂ, ‰Îfl ÚÓ„Ó
˜ÚÓ·˚ ÔÓ‰Íβ˜ËÚ¸ Â„Ó Í ·‡Ú‡ÂÂ.
— ᇢËÚËÚ ‚Ò ÌÂÔÓ‰Íβ˜ÂÌÌ˚ ͇·ÂÎË
‡Á˙ÂχÏË Ò ËÁÓÎflˆËÓÌÌÓÈ ÎÂÌÚÓÈ.
— ç ÛÍÓ‡˜Ë‚‡ÈÚ ͇ÍËÂ-ÎË·Ó Í‡·ÂÎË.
— çËÍÓ„‰‡ Ì ӷÂÁ‡ÈÚ ËÁÓÎflˆË˛ ÔËÚ‡˛˘Â„Ó
͇·ÂÎfl ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡, ˜ÚÓ·˚
ÔÓ‰Íβ˜ËÚ¸ ÔËÚ‡ÌË ̇ ‰Û„Ó ӷÓÛ‰Ó‚‡ÌËÂ.
èÓÔÛÒÍ̇fl ÒÔÓÒÓ·ÌÓÒÚ¸ ͇·ÂÎfl Ó„‡Ì˘Â̇.
— àÒÔÓθÁÛÈÚ Ô·‚ÍËÈ Ô‰Óı‡ÌËÚÂθ
Á‡‰‡ÌÌÓ„Ó ÌÓÏË̇·.
— çËÍÓ„‰‡ Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚ ÓÚˈ‡ÚÂθÌ˚È
͇·Âθ ‰Ë̇ÏË͇ ̇ÔflÏÛ˛ Í Á‡ÁÂÏÎÂÌ˲.
— çËÍÓ„‰‡ Ì ҂flÁ˚‚‡ÈÚ ‚ÏÂÒÚ ‡Á΢Ì˚Â
ÓÚˈ‡ÚÂθÌ˚ ͇·ÂÎË ‰Ë̇ÏËÍÓ‚.
• äÓÌÚÓθÌ˚È Ò˄̇Π‚˚ıÓ‰ËÚ ÔÓ ÒËÌÂ/·ÂÎÓÏÛ
͇·Âβ, ÍÓ„‰‡ ‰‡ÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ÔÓ‰Íβ˜ÂÌÓ Í
˝ÎÂÍÚÓÔËÚ‡Ì˲. èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Â„Ó Í ÒËÒÚÂÏÂ
‰ËÒڇ̈ËÓÌÌÓ„Ó ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ‚̯ÌÂ„Ó ÛÒËÎËÚÂÎfl
ÏÓ˘ÌÓÒÚË ËÎË Í ÍÎÂÏÏ ÛÔ‡‚Îfl˛˘Â„Ó ÂÎÂ
‡‚ÚÓÏÓ·ËθÌÓÈ ‡ÌÚÂÌÌ˚ (χÍÒ. 300 ÏÄ, 12 Ç
ÔÓÒÚ. ÚÓÍ). ÖÒÎË ‡‚ÚÓÏÓ·Ëθ Ò̇·ÊÂÌ
ÒÚÂÍÎflÌÌÓÈ ‡ÌÚÂÌÌÓÈ, ÔÓ‰Íβ˜ËÚ Âfi Í
ÔËÚ‡˛˘ÂÏÛ ÚÂÏË̇ÎÛ ‡ÌÚÂÌÌÓ„Ó ÛÒËÎËÚÂÎfl.
• çËÍÓ„‰‡ Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚ ÒËÌÂ/·ÂÎ˚È Í‡·Âθ Í
ÔËÚ‡˛˘ÂÏÛ ÚÂÏË̇ÎÛ ‚̯ÌÂ„Ó ÛÒËÎËÚÂÎfl
ÏÓ˘ÌÓÒÚË. í‡Í ÊÂ, ÌËÍÓ„‰‡ Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚ „Ó
Í ÔËÚ‡˛˘ÂÏÛ ÚÂÏË̇ÎÛ ‡‚ÚÓÏÓ·ËθÌÓÈ
‡ÌÚÂÌÌ˚. à̇˜Â, ‚ ÂÁÛθڇÚ ·‡Ú‡Âfl ‡Áfl‰ËÚÒfl
ËÎË ·Û‰ÂÚ ÔÓËÒıÓ‰ËÚ¸ ÌÂÔ‡‚ËθÌÓÂ
Ò‡·‡Ú˚‚‡ÌËÂ.
• IP-BUS ÒÓ‰ËÌËÚÂÎË Ò ˆ‚ÂÚÓ‚˚Ï ÍÓ‰ËÓ‚‡ÌËÂÏ.
ÅÛ‰¸Ú ۂÂÂÌ˚, ˜ÚÓ ÒÓ‰ËÌflÂÚ ÒÓ‰ËÌËÚÂÎË
Ó‰Ë̇ÍÓ‚Ó„Ó ˆ‚ÂÚ‡ ÒÂ‰Ë ÒÓ‰ËÌËÚÂÎÂÈ Ò
ˆ‚ÂÚÓ‚˚Ï ÍÓ‰ËÓ‚‡ÌËÂÏ.
• óÂÌ˚È Í‡·Âθ – Á‡ÁÂÏÎÂÌËÂ. ùÚÓÚ Í‡·Âθ Ë
͇·ÂÎË Á‡ÁÂÏÎÂÌËfl ‰Û„Ëı ËÁ‰ÂÎËÈ (ÓÒÓ·ÂÌÌÓ,
ÒËθÌÓÚÓ˜Ì˚ ËÁ‰ÂÎËfl, Ú‡ÍËÂ Í‡Í ÛÒËÎËÚÂθ
ÏÓ˘ÌÓÒÚË) ‰ÓÎÊÌ˚ ·˚Ú¸ ÔÓÎÓÊÂÌ˚ ‡Á‰ÂθÌÓ.
à̇˜Â, ‚ ÂÁÛθڇÚ ÏÓÊÂÚ ÔÓËÁÓÈÚË ‚ÓÁ„Ó‡ÌËÂ
ËÎË ÌÂÔ‡‚ËθÌÓ ҇·‡Ú˚‚‡ÌËÂ, ÂÒÎË ÓÌË
‚ÌÂÁ‡ÔÌÓ ÓÚÒÓ‰ËÌflÚÒfl.
Äëë ÔÓÎÓÊÂÌËÂ ÌÂÚÄëë ÔÓÎÓÊÂÌËÂ
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
A
C
C
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
èÓ‰Íβ˜ÂÌË ÛÒÚÓÈÒÚ‚
PYCCKàâ
ëıÂχ ëÓ‰ËÌÂÌËÈ
1. чÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó
2. ᇉÌËÈ ‚˚ıÓ‰ ËÎË ‚˚ıÓ‰ ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌÓ„Ó
‰Ë̇ÏË͇
3. ÉÌÂÁ‰Ó ‡ÌÚÂÌÌ˚
4. è‰ÌËÈ ‚˚ıÓ‰
5. è·‚ÍËÈ Ô‰Óı‡ÌËÚÂθ (10 A)
6. ê‡Á˙ÂÏ ‰Îfl ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËfl IP-BUS („ÓÎÛ·ÓÈ)
7. 䇷Âθ IP-BUS
8. åÌÓ„Ó‰ËÒÍÓ‚˚È ÔÓË„˚‚‡ÚÂθ (ÔÓ‰‡ÂÚÒfl
ÓÚ‰ÂθÌÓ)
9. ÉÌÂÁ‰Ó AUX (3.5 ø)
10. èËϘ‡ÌËÂ:
àÒÔÓθÁÛÈÚ ÒÚÂÂÓ͇·Âθ Ò ÏËÌË-¯ÚÂÍÂÓÏ
‰Îfl ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËfl ‚ÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌÓÈ
‡ÔÔ‡‡ÚÛ˚.
11. ÑËÒڇ̈ËÓÌÌ˚È ÏÓÌÚ‡ÊÌ˚È ‚ıÓ‰
ĉ‡ÔÚ ÊÂÒÚÍÓ ÒÏÓÌÚËÓ‚‡ÌÌÓ„Ó
‰ËÒڇ̈ËÓÌÌÓ„Ó ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ÏÓÊÂÚ ·˚Ú¸
ÔÓ‰Íβ˜ÂÌ (ÔÓ‰‡ÂÚÒfl ÓÚ‰ÂθÌÓ).
12. èËϘ‡ÌËÂ:
Ç Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ÚËÔ‡ ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎfl ÙÛÌ͈ËË
3* Ë 5* ÏÓ„ÛÚ ·˚Ú¸ ‡Á΢Ì˚ÏË. Ç ˝ÚÓÏ
ÒÎÛ˜‡Â, ۷‰ËÚÂÒ¸, ˜ÚÓ 2* ÔÓ‰Íβ˜ËÎË Í 5* Ë
4* Í 3*.
13. ëÓ‰ËÌËÚ ÔÓ‚Ó‰‡ Ó‰Ë̇ÍÓ‚Ó„Ó ˆ‚ÂÚ‡ ‰Û„ Ò
‰Û„ÓÏ.
14. äÓÎÔ‡˜ÓÍ (1*)
ç ÒÌËχÈÚ ÍÓÎÔ‡˜ÓÍ, ÂÒÎË ÍÎÂÏχ ÌÂ
ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl.
15. ÜÂÎÚ˚È (3*)
ê‡Á˚‚Ì˚È (ËÎË ‚ÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌ˚È)
16. ÜÂÎÚ˚È (2*)
èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ÍÎÂÏÏ ÔÓÒÚÓflÌÌÓ ÔÓ‰‡˛˘ÂÈ
12 Ç.
17. ä‡ÒÌ˚È (5*)
ÇÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌ˚È (ËÎË ‡Á˚‚Ì˚È)
18. ä‡ÒÌ˚È (4*)
èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ÍÎÂÏÏÂ, ÍÓÌÚÓÎËÛÂÏÓÈ
Á‡ÏÍÓÏ Á‡ÊË„‡ÌËfl (12 Ç ÔÓÒÚ. ÚÓÍ).
19. óÂÌ˚È (Á‡ÁÂÏÎÂÌË ̇ χÒÒÛ)
èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ˜ËÒÚÓÏÛ, ÌÂÓ͇¯ÂÌÌÓÏÛ
ÏÂÚ‡Î΢ÂÒÍÓÏÛ Û˜‡ÒÚÍÛ.
20. ISO ‡Á˙ÂÏ
èËϘ‡ÌËÂ:
Ç ÌÂÍÓÚÓ˚ı ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎflı ISO ‡Á˙ÂÏ ÏÓÊÂÚ
·˚Ú¸ ‡Á‰ÂÎÂÌ Ì‡ ‰‚‡. Ç ˝ÚÓÏ ÒÎÛ˜‡Â
۷‰ËÚÂÒ¸, ˜ÚÓ ÔÓ‰Íβ˜ËÎË Ó·‡ ‡Á˙Âχ.
21. èÓ‚Ó‰‡ ‰Ë̇ÏËÍÓ‚:
ÅÂÎ˚È: è‰ÌËÈ Î‚˚È +
ÅÂÎ˚È/˜ÂÌ˚È: è‰ÌËÈ Î‚˚È ≠
ëÂ˚È: è‰ÌËÈ Ô‡‚˚È +
ëÂ˚È/˜ÂÌ˚È: è‰ÌËÈ Ô‡‚˚È ≠
áÂÎÂÌ˚È:
ᇉÌËÈ Î‚˚È
+
ËÎË
ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
+
áÂÎÂÌ˚È/˜ÂÌ˚È:
ᇉÌËÈ Î‚˚È
≠
ËÎË
ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
≠
îËÓÎÂÚÓ‚˚È:
ᇉÌËÈ Ô‡‚˚È
+
ËÎË
ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
+
îËÓÎÂÚÓ‚˚È/˜ÂÌ˚È:
ᇉÌËÈ Ô‡‚˚È
≠
ËÎË
ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
≠
22. ëÓ‰ËÌËÚÂ Ò Í‡·ÂÎflÏË RCA (ÔÓ‰‡˛ÚÒfl
ÓÚ‰ÂθÌÓ)
23. ìÒËÎËÚÂθ ÏÓ˘ÌÓÒÚË (ÔÓ‰‡ÂÚÒfl ÓÚ‰ÂθÌÓ)
24. ëËÌËÈ/·ÂÎ˚È
èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ÍÎÂÏÏ ÒËÒÚÂÏ˚ ÍÓÌÚÓÎfl
ÛÒËÎËÚÂÎfl ÏÓ˘ÌÓÒÚË (χÍÒ. 300 ÏÄ 12 Ç ÔÓÒÚ.
ÚÓÍ).
25. ëËÒÚÂχ ‰ËÒڇ̈ËÓÌÌÓ„Ó ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl
26. ëËÌËÈ/·ÂÎ˚È (7*)
èÓ‰Íβ˜ËÚÂ Í ÍÎÂÏÏ ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ÂÎÂ
‡‚ÚÓÏÓ·ËθÌÓÈ ‡ÌÚÂÌÌ˚ (χÍÒ. 300 ÏÄ 12 Ç
ÔÓÒÚ. ÚÓÍ).
27. ëËÌËÈ/·ÂÎ˚È (6*)
28. èËϘ‡ÌËÂ:
ê‡ÒÔÓÎÓÊÂÌË ¯Ú˚ÂÈ ISO ‡Á˙Âχ ÏÓÊÂÚ ·˚Ú¸
‡Á΢Ì˚Ï ‚ Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ÚËÔ‡ ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎfl.
ëÓ‰ËÌËÚ 6* Ë 7* ÍÓ„‰‡ ¯Ú˚¸ 5 ˝ÚÓ ¯Ú˚¸
ÚËÔ‡ ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ‡ÌÚÂÌÌ˚. Ç ‰Û„Ëı ÚËÔ‡ı
‡‚ÚÓÏÓ·ËÎÂÈ ÌËÍÓ„‰‡ Ì ÒÓ‰ËÌflÈÚ 6* Ë 7*.
29. è‰ÌËÈ ‰Ë̇ÏËÍ
30. ã‚˚È
31. 臂˚È
32. ᇉÌËÈ ‰Ë̇ÏËÍ ËÎË ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
33. Ç˚ÔÓÎÌËÚ ‰‡ÌÌ˚ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËfl, ÍÓ„‰‡
ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl ÛÒËÎËÚÂθ, ÍÓÚÓ˚È Ì ‚ıÓ‰ËÚ ‚
ÒÓÒÚ‡‚ Ó·flÁ‡ÚÂθÌÓ„Ó Ó·ÓÛ‰Ó‚‡ÌËfl.
34. ÜÂÎÚ˚È/˜ÂÌ˚È
ÖÒÎË ‚˚ ÔÓθÁÛÂÚÂÒ¸ ÛÒÚÓÈÒÚ‚ÓÏ, ̇
ÍÓÚÓÓÏ Ô‰ÛÒÏÓÚÂ̇ ÙÛÌ͈Ëfl ÓÚÍβ˜ÂÌËfl
Á‚Û͇, ÔÓ‰Íβ˜ËÚ ‰‡ÌÌ˚È ÔÓ‚Ó‰ Í ÔÓ‚Ó‰Û
ÓÚÍβ˜ÂÌËfl Á‚Û͇ ̇ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Â. Ç
ÔÓÚË‚ÌÓÏ ÒÎÛ˜‡Â, Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚ ÔÓ‚Ó‰
ÓÚÍβ˜ÂÌËfl Á‚Û͇ Í ‰Û„ËÏ ÒÓ‰ËÌÂÌËflÏ.
35. èËϘ‡ÌËÂ:
• àÁÏÂÌËÚ ËÒıÓ‰Ì˚ ̇ÒÚÓÈÍË ‰‡ÌÌÓ„Ó
ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ (ëÏ. êÛÍÓ‚Ó‰ÒÚ‚Ó ÔÓ ˝ÍÒÔÎÛ‡Ú‡ˆËË).
çËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡
Ó·ÂÒÔ˜˂‡ÂÚ ÏÓÌÓÙÓÌ˘ÂÒÍËÈ ‚˚ıÓ‰ÌÓÈ Ò˄̇Î.
• äÓ„‰‡ ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl çËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
70 ÇÚ (2 Ω), ·Û‰¸Ú ۂÂÂÌ˚, ˜ÚÓ ÒÓ‰ËÌËÎË
îËÓÎÂÚÓ‚˚È ÔÓ‚Ó‰ Ò îËÓÎÂÚÓ‚Ó/óÂÌ˚Ï
ÔÓ‚Ó‰ÓÏ ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡. çË˜Â„Ó ÌÂ
ÒÓ‰ËÌflÈÚÂ Ò áÂÎÂÌ˚Ï ÔÓ‚Ó‰ÓÏ Ë
áÂÎÂÌÓ/óÂÌ˚Ï ÔÓ‚Ó‰ÓÏ.
•
îÛÌ͈Ëfl ÔÓ‚Ó‰‡ ÏÓÊÂÚ ÓÚ΢‡Ú¸Òfl ‚
Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ËÁ‰ÂÎËfl, ‰‡Ê ÂÒÎË ˆ‚ÂÚ
ÔÓ‚Ó‰‡ Ó‰ËÌ Ë ÚÓÚ ÊÂ. äÓ„‰‡ ÒÓ‰ËÌflÂÚÂ
‰‡ÌÌÛ˛ ÒËÒÚÂÏÛ, ۷‰ËÚÂÒ¸, ÔÓ‚ÂË‚ ‚ÒÂ
Û͇Á‡ÌËfl Ë Ô‡‚ËθÌÓ ÒÓ‰ËÌË‚ ÔÓ‚Ó‰‡.