DeWalt DW713 Handleiding

Categorie
Cirkelzagen
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Dansk 9
Deutsch 17
English (original) 26
Español 35
Français 44
Italiano 53
Nederlands 62
Norsk 71
Português 79
Suomi 88
Svenska 96
Türkçe 104
 113
Copyright DEWALT
NEDERLANDS
62
Gefeliciteerd!
U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Door jarenlange
ervaring, voortdurende productontwikkeling en innovatie is DEWALT
één van de betrouwbaarste partners voor professionele gebruikers van
aangedreven gereedschap.
Technische gegevens
DW713/DW713XPS
Spanning V 230
Opgenomen vermogen W 1.600
Zaagbladdiameter mm 250
Max. snelheid zaagblad min
-1
5.000
Max. zaagbreedte 90° mm 162
Max. verstek 45° mm 114
Max. zaagdiepte 90° mm 90
Max. diepte afschuining 45° mm 58
Verstek (max. posities) links 50°
rechts 50°
Afschuining (max. posities) links 48°
rechts 48°
0° verstek
Eindbreedte bij max. hoogte 89 mm mm 95
Resulterende hoogte bij max. breedte162 mm mm 41
45° verstek
Eindbreedte bij max. hoogte 89 mm mm 67
Eindhoogte bij max. breedte 114 mm mm 41
45° afschuining
Eindbreedte bij max. hoogte 61 mm mm 95
Eindhoogte bij max. breedte 161 mm mm 25
31,62° verstek, 33,85° afschuining
Eindhoogte bij max. breedte 133 mm mm 20
Remtijd van zaagblad s < 10,0
Gewicht kg 14,8*
* DW713XPS met LED-werklamp
L
pA
(geluidsdruk) dB(A) 91
L
WA
(geluidsvermogen) dB(A) 102
K
pA
(meetonzekerheid geluidsdruk K) dB(A) 3,0
K
WA
(meetonzekerheid geluidsvermogen K) dB(A) 3,0
Totale trillingswaarden (triax vectorsom)
bepaald conform EN61029:
Vibratie-emissiewaarde a
h
a
h
= m/s² 3,4
Meetonzekerheid K = m/s² 1,5
Zekeringen
Europa 230 V machines 10 ampère, stroomnet
Defi nities: Veiligheidsrichtlijnen
De onderstaande definities beschrijven de risicograad voor ieder
signaalwoord. Gelieve de handleiding te lezen en op deze symbolen te
letten.
GEVAAR: Wijst op een onmiddellijke gevaarlijke situatie
die, indien ze niet wordt vermeden, zal leiden tot dood of
ernstig letsel.
WAARSCHUWING: Wijst op een mogelijk gevaarlijke
situatie die, indien ze niet wordt vermeden, kan leiden tot
dood of ernstig letsel.
VOORZICHTIG: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie
die, indien ze niet wordt vermeden, misschien zal leiden
tot lichte of middelmatige verwondingen.
VOORZICHTIG: Indien niet vergezeld van het
veiligheidsalarmsymbool wijst dit op een mogelijk gevaarlijke
situatie die, indien ze niet wordt vermeden, misschien zal
leiden tot materiële schade.
Geeft het risico op een elektrische schok aan.
Wijst op brandgevaar.
EG-verklaring van overeenstemming
DW713/DW713XPS
DEWALT verklaart dat deze producten, die worden beschreven onder
“technische gegevens”, zijn ontworpen in overeenstemming met:
98/37/EG (tot en met 28 december 2009); 2006/42/EG (vanaf 29
december 2009); 2004/108/EG; 2006/95/EG; EN 61029-1:2000 +
A11:2003 + A12:2003; EN 61029-2-9:2002; EN 55014-1; EN 55014-2;
EN 61000-3-2; EN 61000-3-3.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met DEWALT op
onderstaand adres, of kunt u de achterzijde van de handleiding
raadplegen.
Ondergetekende is verantwoordelijk voor het samenstellen van het
technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT.
Horst Grossmann
Vice President Engineering and Product Development
DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
10.10.07
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van
elektrisch gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd
houdt aan elementaire veiligheidsmaatregelen om de
kans op brand, elektrische schok en lichamelijk letsel te
verkleinen, met inbegrip van de onderstaande maatregelen.
Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en
bewaar deze instructies.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK
Algemene veiligheidsregels
1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving.
Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand.
2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek.
Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het
gereedschap niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de
werkplek goed verlicht (250 - 300 Lux). Gebruik het gereedschap
niet op plaatsen waar brand- of explosiegevaar bestaat, bijv. in de
buurt van brandbare vloeistoffen en gassen.
3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken.
Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld
pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van
het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld
hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd
enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een
scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen.
VERSTEKZAAGMACHINE DW713, DW713XPS
NEDERLANDS
63
4. Houd andere mensen uit de buurt.
Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn
betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd
ze uit de buurt van de werkplek.
5. Berg ongebruikt gereedschap op.
Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een
droge plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het
bereik van kinderen.
6. Forceer het gereedschap niet.
Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de
bedoelde wijze wordt gebruikt.
7. Maak gebruik van het juiste gereedschap.
Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines
uit te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden
waarvoor het niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet
om boomtakken of houtblokken te zagen.
8. Draag geschikte kleding.
Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast
komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn
aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen.
9. Gebruik beschermend materiaal.
Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker
bij werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen.
Draag ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet
kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een
veiligheidshelm.
10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan.
Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van
voorzieningen voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze
zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt.
11. Gebruik het snoer niet verkeerd.
Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact
te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe
randen. Draag het gereedschap nooit aan het snoer.
12. Zeker het werkstuk.
Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te
bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw
handen gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide
handen bedienen.
13. Zorg voor een veilige houding.
Zorg altijd voor een juist, stabiele houding.
14. Onderhoud gereedschap met zorg.
Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere
prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen
van hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en
laat het repareren door een bevoegde reparatieservice als het is
beschadigd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en
vrij van olie en vet.
15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact.
Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt
en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires
als bladen, boren en snijstukken verwisselt.
16. Verwijder stel- en moersleutels.
Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en
moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt.
17. Vermijd onbedoeld inschakelen.
Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg
ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor
buitengebruik.
Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die
beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt
gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik
en als zodanig zijn gemarkeerd.
19. Blijf alert.
Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het
gereedschap niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of
alcohol hebt gebruikt.
20. Controleer op beschadigde onderdelen.
Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer
zorgvuldig om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en
de bedoelde taken uitvoert. Controleer of bewegende delen
zich in de juiste positie bevinden en goed zijn bevestigd, of er
defecte onderdelen zijn, of ze juist zijn gemonteerd en of er
sprake is van andere zaken die bediening kunnen beïnvloeden.
Een beschermstuk of ander onderdeel dat is beschadigd dient
op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd door
een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders
wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte
schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/
uitschakelaar niet naar behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties
uit te voeren.
WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire
of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met
dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze
instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met
zich meebrengen.
21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon.
Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante
veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van
originele reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk
gevaar voor de gebruiker.
Overige veiligheidsvoorschriften voor
verstekzagen
Bij het apparaat wordt een speciaal geconfigureerd stroomsnoer
geleverd dat alleen kan worden vervangen door de fabrikant of
door de bevoegde reparatieservice.
Gebruik de zaag niet om ander materiaal mee te zagen dan dat
door de fabrikant wordt aanbevolen.
Gebruik het apparaat niet zonder de beschermkappen of indien de
beschermkappen niet functioneren of niet goed zijn onderhouden.
Controleer of de arm goed is bevestigd wanneer u schuin zaagt.
Houd het werkoppervlak rond het apparaat horizontaal, goed
onderhouden en verwijder rondslingerende zaken zoals snippers en
afgezaagde delen.
Gebruik op juiste wijze geslepen zaagbladen. Houd u aan de op het
zaagblad aangegeven maximale snelheid.
Controleer of alle bevestigingsschroeven en klemmen goed
vastzitten voordat u het gereedschap gebruikt.
Plaats nooit een hand in het zaaggebied wanneer de zaag op het
stroomnet is aangesloten.
Probeer nooit om een draaiende machine snel tot stilstand te
brengen door gereedschap of iets anders tegen het blad te
houden; dit kan leiden tot ernstige ongelukken.
Raadpleeg de handleiding voordat u accessoires gebruikt.
Het verkeerde gebruik van accessoires kan leiden tot schade.
Gebruik een houder of draag handschoenen bij het hanteren van
zaagbladen.
Zorg ervoor dat het zaagblad correct is aangebracht voordat u het
gebruikt.
Let erop dat het blad in de juiste richting draait.
Gebruik geen bladen met een grotere of kleinere diameter
dan aanbevolen. Zie de technische gegevens voor de juiste
zaagcapaciteiten. Gebruik alleen de bladen die in deze handleiding
worden gespecificeerd en voldoen aan EN 847-1.
Overweeg het gebruik van daartoe ontworpen geluidsbeperkende
bladen.
Gebruik geen HSS-bladen.
Gebruik geen gebarsten of beschadigde zaagbladen.
Gebruik geen slijpschijven.
Gebruik uw zaag nooit zonder de snijplaat.
NEDERLANDS
64
Licht het zaagblad uit de zaagsnede in het werkstuk voordat u de
schakelaar loslaat.
Zet geen wig tegen de ventilator om de motoras tegen te houden.
De beschermkap van het zaagblad gaat automatisch omhoog
wanneer u de arm naar beneden houdt. Deze zal omlaag over het
blad worden geplaatst wanneer de hendel voor vergrendeling van
de zaagkop (cc) wordt ingedrukt.
Breng de beschermkap van het blad nooit handmatig omhoog,
tenzij de zaag is uitgeschakeld. De beschermkap kan handmatig
omhoog worden gebracht wanneer u zaagbladen installeert of
verwijdert of wanneer u deze inspecteert.
Controleer regelmatig of de ventilatieopeningen van de motor
schoon zijn en vrij van snippers.
Vervang de sleufplaat wanneer deze is versleten.
Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat
u onderhoudswerkzaamheden verricht of wanneer u het blad
vervangt.
Voer geen schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit terwijl
de machine nog draait en de kop zich nog niet in de ruststand
bevindt.
Bevestig het apparaat, indien mogelijk, altijd aan een werkbank.
Indien u gebruik maakt van een laser om de snijlijn te markeren,
zorg dan dat de laser een klasse 2-laser is conform EN 60825-1.
Vervang een laserdiode niet door een ander type. Laat de laser
repareren door een bevoegde reparatieservice wanneer deze is
beschadigd.
• In de voorzijde van de beschermkap bevindt zich een rooster
voor een beter overzicht tijdens het zagen. Ondanks het feit dat
een rooster leidt tot aanzienlijk minder rondvliegende delen, zijn
het wel openingen in de beschermkap en een veiligheidsbril dient
altijd te worden gedragen wanneer u door het rooster kijkt.
Verbind de zaag met een apparaat voor stofopname wanneer
u hout zaagt. Denk altijd aan factoren die invloed hebben op
blootstelling aan stof, zoals:
-– het soort materiaal waarmee u werkt (spaanplaat produceert
meer stof dan hout);
-– scherpte van het zaagblad;
-– juiste instellingen van het zaagblad.
Controleer dat de afvoer ter plaatse, evenals de kappen, schermen
en trechters op juiste wijze zijn afgesteld.
Denk goed aan de volgende factoren die invloed uitoefenen op
blootstelling
aan lawaai:
-– gebruik zaagbladen die zijn ontworpen om het lawaai te
verminderen;
-– gebruik alleen goed geslepen bladen;
Onderhoud aan het apparaat dient regelmatig te worden
uitgevoerd;
Defecten aan het apparaat, met inbegrip van beschermkappen
of zaagbladen, dienen direct nadat ze zijn vastgesteld te worden
gemeld;
Zorg voor gepaste algehele of plaatselijke verlichting;
Controleer of diegene die met het apparaat werkt goed getraind is
in het gebruiken, het instellen en het bedienen van het apparaat;
Maak, wanneer het apparaat is uitgerust met een laser, GEEN
GEBRUIK van een ander type laser. Reparatiewerkzaamheden
dienen alleen te worden uitgevoerd door de laserfabrikant of een
bevoegde reparatieservice.
Overige risico’s
De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van zagen:
letsel veroorzaakt door aanraken van ronddraaiende delen
Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en de
implementatie van veiligheidsmiddelen kunnen sommige overige risico’s
niet worden vermeden. Dit zijn:
Gehoorsbeschadiging.
Risico op ongevallen veroorzaakt door onbedekte delen van het
draaiende zaagblad.
Risico op letsel bij het verwisselen van het blad.
Risico dat de vingers gekneld raken bij het openen van de
beschermkappen.
Gezondheidsrisico’s die worden veroorzaakt door het inademen
van stof dat vrijkomt bij het zagen van hout, met name eik, beuk en
MDF-platen.
Inhoud van het pakket
Het pakket bevat:
1 verstekzaag
1 bladmoersleutel in het moersleutelzakje
1 zaagblad
1 stofzak
1 LED-werklamp systeem (DW713XPS)
1 gebruiksaanwijzing
1 opengewerkte tekening
Controleer het gereedschap, onderdelen of hulpstukken op schade
die tijdens het vervoer veroorzaakt kan zijn.
Neem de tijd om voor het gebruik deze gebruiksaanwijzing
aandachtig te lezen.
Beschrijving (afb. 1, 2)
WAARSCHUWING: Breng nooit veranderingen aan het
elektrisch gereedschap of enig onderdeel daarvan aan. Dit
kan schade of lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
BEOOGD GEBRUIK
Uw DW713/DW713XPS verstekzaag is ontworpen voor het
professioneel zagen van hout, houtproducten en kunststoffen. De
belangrijkste zaagbewerkingen - afkorten, schuinzagen en verstekzagen
- kunnen zo eenvoudig, nauwkeurig en veilig worden uitgevoerd.
De DW713/DW713XPS verstekzaag is een professionele elektrisch
aangedreven machine. HOUD het werktuig uit de buurt van kinderen.
Toezicht is vereist wanneer dit gereedschap wordt gebruikt door
onervaren personen.
a. Bedieningshendel
b. Onderste beschermkap
c. Rechterzijde, parallelgeleiding
d. Tafel
e. Hendel voor verstekvergrendeling
f. Verstekschaal
g. Bodemdeel
h. Openingen voor uitbreidingskit
i. Moersleutel
j. Bevestigingsgaten voor werkbank
k. Klemschroef parallelgeleiding
l. Aan-/uitschakelaar
m. Draaghandvat
n. Stoftuit
o. Vergrendelpin
p. Klemschroef voor afschuiningsinstelling
q. Schaal voor afschuiningsinstelling
r. Handinkerving
s. Sleufplaat
t. Verstekpal
v. Linkerzijde, parallelgeleiding
w. Motorbehuizing
x. Spindelvergrendeling
y. Opening voor slot
z. Aanslag hoekstand
aa. Aanslag afstelling afschuining
bb. Aanslag afstelling verticale positie
cc. Hendel voor vergrendelen zaagkop
NEDERLANDS
65
dd. Beschermkap voor achterbenedenzijde
ee. Beschermkap bovenzijde
Optionele accessoires (afb. 3)
ff. Stofzak
gg. Klem
hh. Laser
ii. Lengteaanslag
jj. Werksteun
a1. LED werklichtsysteem
Elektrische veiligheid
De elektrische motor werd voor slechts één spanning ontworpen.
Controleer altijd of de voltage overeenstemt met de voltage op de
typeplaat.
Uw gereedschap is dubbel geïsoleerd in overeenstemming met
EN 61029; daarom is een aardleiding niet nodig.
Als het snoer moet worden vervangen, mag het gereedschap alleen
worden gerepareerd door een bevoegd onderhoudsbedrijf of door een
erkend elektricien.
Een verlengkabel gebruiken
Als een verlengkabel nodig is, maak dan gebruik van een goedgekeurde
verlengkabel, geschikt voor de stroominvoer van dit gereedschap (zie
technische gegevens).
De minimale geleidermaat is 1,5 mm
2
. Rol bij gebruik van een haspel de
kabel altijd volledig af.
Spanningsdalingen
In de uitstroming leiden tot kortstondinge spanningsdalingen. Onder
ongunstige omstandigheden in de stroomvoorziening kan andere
apparatuur beïnvloed worden. Indien de systeemimpedantie van de
stroomvoorziening lager is dan 0,25 , is het onwaarschijnlijk dat
storingen op zullen treden.
MONTAGE
WAARSCHUWING: Schakel, om het risico op letsel
te verkleinen, het werktuig uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u het verplaatst, voordat u accessoires
verwisselt of aanpassingen maakt, behalve zoals staat
aangegeven in de laseraanpassingsinstructies.
Uitpakken (afb. 1, 2, 4)
1. Haal de zaag voorzichtig uit de verpakking met behulp van het
draaghandvat (m).
2. Druk het bedieningshandvat (a) naar beneden en trek, zoals wordt
getoond, de vergrendelpin (o) los.
3. Verminder voorzichtig de benedendruk en laat de arm volledig
omhoog komen.
Bevestigen aan de werkbank (afb. 5)
1. Er bevinden zich openingen (j) in alle vier de voeten om bevestiging
aan een werkbank mogelijk te maken. Er zijn openingen van twee
verschillende groottes zodat schroeven van verschillende grootte
kunnen worden gebruikt. Gebruik een van de openingen gebruiken;
u hoeft ze niet allebei te gebruiken. Bevestig uw zaag altijd stevig
om beweging te vermijden. Om het werktuig beter draagbaar te
maken kan het worden bevestigd op een stuk triplex van 12,5
mm of meer, dat vervolgens vast kan worden geklemd aan uw
werksteun of mee kan worden genomen naar andere werklocaties
en opnieuw kan worden vastgeklemd.
2. Wanneer u uw zaag bevestigt aan een stuk triplexhout, zorg er dan
voor dat de bevestigingschroeven niet uit de onderzijde van het
hout steken. Het triplexhout dient vlak te zijn aangebracht op de
werksteun. Wanneer u de zaag vastklemt op een werkondergrond,
klem dan alleen op de klemnaven waar de openingen voor de
bevestigingsschroeven zich bevinden. Het vastklemmen op een
andere plaats zal de juiste werking van de zaag verhinderen.
3. Om klemraken en onnauwkeurigheden te vermijden is het belangrijk
dat de bevestigingsondergrond niet vervormd of op andere wijze
oneffen is. Plaats, indien de zaag beweegt op de ondergrond, een
dun stukje materiaal onder een voet van de zaag totdat de zaag
stevig op de bevestigingsondergrond is aangebracht.
Het zaagblad bevestigen (afb. 6, 7, 8, 9)
WAARSCHUWING: Zet, om het risico op letsel te
verkleinen, het werktuig uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u het verplaatst, voordat u accessoires
verwisselt of aanpassingen maakt, behalve zoals staat
aangegeven in de laseraanpassingsinstructies.
Druk nooit op de vergrendelknop van de spindel terwijl het blad
met de stroomvoorziening is verbonden of tijdens het uitlopen.
Zaag geen ijzerhoudend metaal (dat ijzer of staal bevat) of
steen- of vezelcementproducten met deze verstekzaag.
1. Druk op de hendel voor het vergrendelen van de zaagkop (cc) om
de beschermkap aan de onderzijde (b) los te maken, en breng
deze vervolgens zo ver mogelijk omhoog.
2. Draai met behulp van de Torx-bit in het uiteinde van de
handgreep van de meegeleverde moersleutel (i) de schroef van de
beschermkapbeugel (kk) voldoende los, zodat het hoekstuk (mm)
door de kop van de schroef en de beschermkap gehaald kan
worden. Nu kan de beschermkapbeugel (ll) voldoende omhoog
worden gebracht, zodat toegang tot de vergrendelschroef van het
blad (nn) mogelijk is.
3. Druk, nu de onderste beschermkap omhoog wordt gehouden
door de schroef van de beschermkapbeugel (kk), met één hand
op de vergrendelknop van de spindel (x), en gebruik vervolgens
de meegeleverde bladmoersleutel (i) met de andere hand om de
vergrendelschroef van het blad (nn), dat links schroefdraad heeft,
rechtsom los te draaien.
WAARSCHUWING: Om de spindelvergrendeling te
gebruiken drukt u op de knop zoals wordt getoond en
draait u de spindel met de hand totdat u voelt dat de
vergrendeling op haar plaats klikt. Houd de vergrendelknop
ingedrukt, zodat de spindel niet kan draaien.
4. Verwijder de vergrendelschroef van het blad (nn) en de askraag aan
de buitenzijde (pp).
5. Monteer het zaagblad (oo) op de schouder (qq) op de binnenste
askraag (rr), en zorg er daarbij voor dat de tanden aan de
onderkant van het zaagblad in de richting van de achterkant van de
zaag wijzen (weg van de gebruiker).
LET OP: Voor bladen met een bladopening van 15,88 mm, wordt de
schouder (qq) van 25,4 mm niet gebruikt.
6. Zet de buitenste askraag (pp) weer terug.
7. Draai de vergrendelschroef van het blad (nn) weer vast door deze
linksom te draaien terwijl u tegelijkertijd de spindelvergrendeling
vasthoudt met uw andere hand.
8. Beweeg de beschermkapbeugel (ll) naar beneden tot het
hoekstuk (mm) zich beneden de kop van de schroef voor de
beschermkapbeugel (kk) bevindt.
9. Draai de schroef voor de beschermkapbeugel vast.
WAARSCHUWING: Druk nooit op de spindelvergrendeling
als het blad draait. Zorg ervoor dat u de
beschermkapbeugel naar beneden houdt en draai de
schroef voor de beschermkapbeugel goed vast nadat u het
blad hebt gemonteerd.
WAARSCHUWING: De beschermkapbeugel dient
terug te worden gebracht in zijn oorspronkelijke positie
en de schroef dient te zijn vastgedraaid voordat u de
zaag activeert. Indien u dit niet doet, kan het gebeuren
dat de beschermkap in contact komt met het draaiende
zaagblad, wat kan leiden tot schade aan de zaag en ernstig
persoonlijk letsel.
Instellingen
WAARSCHUWING: Zet, om het risico op letsel te
verkleinen, het werktuig uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u het verplaatst, voordat u accessoires
verwisselt of aanpassingen maakt, behalve zoals staat
aangegeven in de laseraanpassingsinstructies.
Uw verstekzaag is in de fabriek op precieze wijze afgesteld. Indien
aanpassingen noodzakelijk zijn als gevolg van verzending, behandeling
of andere redenen, volg dan de onderstaande stappen om uw zaag
NEDERLANDS
66
aan te passen. Zodra deze zijn uitgevoerd, zouden deze aanpassingen
precies moeten blijven.
CONTROLEREN EN AFSTELLEN VAN DE VERSTEKSCHAAL (AFB. 10, 11)
1. Maak de hendel voor verstekvergrendeling (e) los en draai de
verstekarm totdat de grendel deze vindt op de verstekinstelling van
0°. Vergrendel de hendel voor verstekvergrendeling (e) niet.
2. Trek de zaagkop naar beneden totdat het blad net de zaagsnede
(s) binnenkomt.
3. Plaats een winkelhaak (tt) tegen de linkerzijde van de
parallelgeleiding (v) en het blad (oo) (afb. 10)
WAARSCHUWING: Raak de bovenzijde van de
zaagtanden niet aan met de winkelhaak.
Indien aanpassingen noodzakelijk zijn, gaat u als volgt te werk:
4. Draai de drie schroeven los (ss) en beweeg de schaal/verstekarm
naar links of rechts totdat het blad haaks staat ten opzichte van de
parallelgeleiding zoals wordt opgemeten met de winkelhaak.
5. Draai de drie schroeven (ss) opnieuw vast. U hoeft op dit
moment geen aandacht te besteden aan de aflezing van de
verstekaanwijzer.
AANPASSEN VAN DE VERSTEKAANWIJZER (AFB. 10–12)
1. Maak de hendel voor verstekvergrendeling (e) los en druk op de
verstekpal (t) om de verstekarm los te maken (a1).
2. Beweeg de verstekarm om de verstekaanwijzer (uu) af te stellen op
de nul-stand, zoals wordt getoond in afbeelding 12.
3. Laat, nu de verstekhendel los is, de verstekgrendel op zijn plaats
klikken terwijl u de verstekarm voorbij nul draait.
4. Kijk naar de aanwijzer (uu) en de verstekschaal (f). Als de aanwijzer
niet precies nul aangeeft, draait u de schroef (a2) los, beweegt u de
aanwijzer zodat deze op 0° staat en draait u de schroef vast.
AANPASSEN VAN DE VERSTEKVERGRENDELINGSSTANG (AFB. 22)
Als de onderzijde van de zaag kan worden bewogen terwijl de
hendel voor verstekvergrendeling (e) is vergrendeld, dient de
verstekvergrendelingsstang te worden aangepast.
1. Ontgrendel de hendel voor verstekvergrendeling (e).
2. Plaats de hendel voor verstekvergrendeling (e) omhoog.
3. Draai met behulp van een zeskantige moersleutel de
afstelschroef (v v) op de borgpin los.
LET OP: Sommige modellen hebben deze stelschroef niet: ga
verder naar stap 4.
4. Stel de verstekvergrendelingsstang rechtsom draaiend af in delen
van 45˚ om de sterkte van de vergrendeling toe te laten nemen.
5. Zorg ervoor dat de tafel niet beweegt wanneer de hendel (e) is
vergrendeld op
een willekeurige (niet vooraf ingestelde) hoek.
6. Draai de afstelschroef vast (v v).
CONTROLEREN EN AANPASSEN VAN HET BLAD TEN OPZICHTE VAN DE TAFEL
(AFB. 13–18)
1. Draai de klem voor afschuiningsinstelling (p) los.
2. Druk de verstekarm naar rechts om ervoor te zorgen dat deze
volledig verticaal is ten opzichte van de hoekstandaanslag (z), die
zich bevindt tegen de afstellingsaanslag voor verticale positie (bb),
en draai de klem voor afschuiningsinstelling vast.
3. Trek de zaagkop naar beneden totdat het blad net de zaagsnede
(s) binnenkomt.
4. Plaats een winkelhaak (tt) op de tafel en tegen het zaagblad (oo)
(afb. 15).
WAARSCHUWING: Raak de bovenzijde van de
zaagtanden niet aan met de winkelhaak.
Indien aanpassingen noodzakelijk zijn gaat u als volgt te werk:
5. Draai de vergrendelmoer (ww) enkele slagen los, en terwijl u er
tegelijkertijd voor zorgt dat de stopschroef (bb) stevig in contact
is met de hoekpositieaanslag (z) draait u de stopschroef voor het
instellen van verticale positie (bb) naar binnen of buiten totdat
het zaagblad zich in een hoek van 90º ten opzichte van de tafel
bevindt, zoals aangegeven door de winkelhaak.
6. Draai de vergrendelmoer (ww) stevig vast terwijl u de stopschroef
(bb) stil houdt.
7. Indien de afschuiningsaanwijzer (xx) geen nul aangeeft op de schaal
voor afschuiningsinstelling (q), draai dan de schroef (yy) los die de
aanwijzer vastzet en beweeg de aanwijzer zoals nodig.
AANPASSEN VAN DE PARALLELGELEIDING (AFB. 19)
Het bovendeel van de parallelgeleiding kan worden aangepast om een
opening te creëren, zodat de zaag zowel naar rechts als links tot aan
48° gekanteld kan worden.
Om de linker parallelgeleiding (v) aan te passen:
1. Draai de plastic knop (k) los en duw de parallelgeleiding naar links.
2. Draai het blad van de zaag zonder werkstuk terwijl de zaag
uitstaat en controleer of de zaag niet wordt geblokkeerd. Pas de
parallelgeleiding zodanig aan dat deze zo dichtbij het blad is als
mogelijk, voor een maximale ondersteuning van het werkstuk,
zonder dat dit de op- en neerwaartse beweging van de arm
belemmert.
3. Draai de knop stevig vast.
Om de rechter parallelgeleiding aan te passen (c):
4. Draai de plastic knop (k) los en duw de parallelgeleiding naar
rechts.
5. Ga op identieke wijze te werk als bij het aanpassen van de linker
parallelgeleiding.
WAARSCHUWING: De geleidingsgroeven (zz) kunnen
vol raken met zaagsel. Gebruik een stokje of wat perslucht
(lage druk) om de geleidingsgroeven vrij te maken.
CONTROLEREN EN AANPASSEN VAN DE AFSCHUINHOEK (AFB. 19, 20)
1. Draai de klemschroef van de linker parallelgeleiding (k) los en duw
de bovenzijde van de linker parallelgeleiding zo ver mogelijk naar
links.
2. Draai de afschuinklemhendel (p) los en beweeg de zaagarm naar
links totdat de hoekpositieaanslag (z) rust op de afstellingsaanslag
van de afschuinpositie (aa). Dit is de 45° afschuinpositie.
Indien aanpassingen noodzakelijk zijn, gaat u als volgt te werk:
3. Draai de vergrendelmoer (ww) een aantal slagen los en draai
de stopschroef voor instellen van de afschuinpositie (aa) naar
binnen of buiten totdat de aanwijzer (xx) 45° aangeeft en de
hoekpositieaanslag (z) rust op de instellingsaanslag van de
afschuinpositie.
4. Draai de vergrendelmoer (ww) stevig vast terwijl u de stopschroef
(aa) stil houdt.
5. Om een rechterafschuining van 3° of een linkerafschuining van 48°
te krijgen dienen de twee instellingsschroeven te worden aangepast
zodat de zaagarm zoveel als nodig bewogen kan worden.
BEDIENING EN ZICHTBAARHEID VAN BESCHERMKAP
De beschermkap van het blad is zodanig ontworpen dat deze
automatisch omhoog komt wanneer de arm naar beneden wordt
gebracht en omlaag gaat over het zaagblad wanneer de arm omhoog
wordt gedaan.
De beschermkap kan handmatig omhoog worden gebracht wanneer
u zaagbladen installeert of verwijdert of wanneer u deze inspecteert.
BRENG DE BESCHERMKAP VAN HET BLAD NOOIT HANDMATIG
OMHOOG TENZIJ DE ZAAGMACHINE UITGESCHAKELD IS.
LET OP: Voor het uitvoeren van bepaalde bijzondere zaaghandelingen
is het noodzakelijk dat u de beschermkap handmatig omhoog doet. Zie
de paragraaf over het zagen van basislijstwerk tot aan 88,9 mm hoog.
In de voorzijde van de beschermkap bevindt zich een rooster voor
een beter overzicht tijdens het zagen. Hoewel een rooster leidt tot
aanzienlijk minder rondvliegende delen, zijn het wel openingen in
de beschermkap en moet er dus altijd een veiligheidsbril worden
gedragen wanneer er door het rooster wordt gekeken.
AUTOMATISCHE ELEKTRISCHE REM
Uw zaag is uitgerust met een automatische elektrische remfunctie voor
het zaagblad, die het zaagblad tot stilstand brengt binnen 5 seconden
nadat de schakelaar is losgelaten. Dit kan niet veranderd worden.
Er kunnen zich gevallen voordoen waarbij er na het loslaten van de
schakelaar van een vertraging sprake is tot aan het activeren van de
remfunctie. In zeldzame gevallen kan het zijn dat de remfunctie helemaal
niet wordt ingeschakeld en dat het blad langzaam uitdraait.
NEDERLANDS
67
Indien er van vertraging of helemaal geen remfunctie sprake is, zet de
zaag dan 4 of 5 maal aan en uit. Indien dit het probleem niet oplost, laat
het werktuig dan nakijken door een bevoegd DEWALT-servicecentrum.
Controleer altijd goed of het zaagblad niet meer draait voordat
u het verwijdert uit de zaagsnede. De remfunctie vervangt de
beschermkappen niet, en het is voor uw eigen veiligheid belangrijk dat u
al uw aandacht besteedt aan de zaag.
BEDIENING
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING: Neem altijd de veiligheidsinstructies en
van toepassing zijnde voorschriften in acht.
We willen gebruikers in het Verenigd Koninkrijk graag wijzen op de
“woodworking machinesregulations 1974” (houtbewerkingsvoorschriften
voor apparatuur 1974) en alle hieropvolgende wijzigingen.
Voor gebruik
Breng het juiste zaagblad aan. Maak geen gebruik van bladen die
overmatig zijn versleten. Het maximale toerental van het werktuig
mag niet hoger liggen dan dat van het zaagblad.
Probeer niet om extreem kleine stukken te zagen.
Laat het blad onbelemmerd zagen. Niet forceren.
Laat de motor op volle toeren komen vooraleer u tot zagen
overgaat.
Zorg ervoor dat alle vergrendelknoppen en klemhendels goed
vastgedraaid zijn.
Zet het werkstuk goed vast.
Hoewel deze zaag hout en veel niet-ijzerhoudende metalen zaagt,
wordt in deze handleiding alleen ingegaan op het zagen van hout.
Dezelfde richtlijnen gelden voor de andere materialen. Zaag geen
ijzerhoudende (ijzer en staal) materialen of steen met deze zaag!
Gebruik geen slijpschijven!
Maak altijd gebruik van de zaagsnedeplaat. Maak geen gebruik van
het apparaat als de zaagsnede breder is dan 10 mm.
Aan- en uitzetten (afb. 21)
Er bevindt zich een opening (y) in de aan-/uitschakelaar (I) waarin u een
slot kunt steken om het werktuig mee af te sluiten.
1. Om het werktuig te gebruiken drukt u de aan-/uitschakelaar in (I).
2. Om het werktuig te stoppen, laat u de schakelaar los.
Positie van lichaam en handen
Wanneer u uw lichaam en handen correct positioneert bij gebruik van
de verstekzaag, zal het zagen eenvoudiger, preciezer en veiliger worden.
Plaats uw handen nooit in de buurt van het zaaggebied.
Plaats uw handen niet dichter bij het blad dan 150 mm.
Houd het werkstuk goed op de tafel en tegen de parallelgeleiding
bij het zagen. Houd uw handen op hun plaats totdat u de
schakelaar hebt losgelaten en totdat het blad volledig tot stilstand is
gekomen.
Draai het zaagblad altijd eerst zonder stroom voordat u overgaat tot
het daadwerkelijke zagen, zodat u de baan van het zaagblad kunt
controleren.
Kruis uw handen niet.
Blijf met beide voeten stevig op de grond staan en bewaar
zorgvuldig uw evenwicht.
Volg de zaagarm terwijl u deze naar links en rechts beweegt en sta
enigszins aan de zijkant van het zaagblad.
Kijk door het rooster van de beschermkap wanneer u een
potloodlijn volgt.
BASIS ZAAGSNEDEN
Verticale rechte afkortsnede (afb. 1, 2, 23)
LET OP: Gebruik altijd de zaagbladen van 250 mm in combinatie met
de moeropeningen van 30 mm om de gewenste zaagcapaciteiten te
verkrijgen.
1. Maak de hendel voor verstekvergrendeling (e) los en druk op de
verstelpal (t) om de verstekarm los te maken.
2. Stel de verstekgrendel in op 0° en draai de verstekhendel vast.
3. Plaats het te zagen hout tegen de parallelgeleiding (c, v).
4. Pak het bedieningshandvat (a) beet en druk de hendel voor
vergrendelen van de zaagkop (cc) in om de zaagkop de
ontgrendelen.
5. Druk de schakelaar (I) in om de motor te starten.
6. Laat de druk op de zaagkop afnemen, zodat het blad door het
hout zaagt en de kunststof zaagsnedeplaat (s) binnenkomt.
7. Nadat u het zagen hebt afgerond laat u de schakelaar los en wacht
u totdat het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u de
kop terugplaatst in de omhoogstaande ruststand.
Verticaal zagen met verstek (afb. 1, 2, 24)
1. Maak de hendel voor verstekvergrendeling (e) los en druk op
de verstekpal (t). Beweeg de zaagkop naar links of rechts in de
gewenste hoek.
2. De verstekpal zal automatisch geplaatst worden op 10º, 15º, 22,5º,
31,62º en 45º. Indien een hoek tussen bovengenoemde waarden
of een hoek van 50º nodig is, houd de zaagkop dan goed vast en
vergrendel deze door de hendel voor verstekvergrendeling vast te
zetten.
3. Zorg ervoor dat de hendel voor verstekvergrendeling altijd goed is
vergrendeld voordat u begint met zagen.
4. Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
WAARSCHUWING: Wanneer u het eind van een stuk hout
verstekzaagt en een klein deel verwijdert, positioneer het
hout dan zodanig dat het afgezaagde deel zich aan de kant
van het blad bevindt met de grotere hoek ten opzichte van
de parallelgeleiding: oftewel verstek aan de linkerzijde, deel
rechts verwijderen - verstek aan de rechterzijde, deel links
verwijderen.
Afschuinen (afb. 1, 2, 25)
Afschuinhoeken kunnen worden ingesteld vanaf 3º rechts tot aan 48°
links en kunnen worden gezaagd met de verstekarm ingesteld op
waarden tussen nul en een maximale verstekpositie van 45° rechts of
links.
1. Draai de klemschroef van de linker parallelgeleiding (k) los en duw
de bovenzijde van de linker parallelgeleiding (v) zo ver mogelijk naar
links. Draai de klemschroef voor afschuininstelling (p) los en stel de
afschuining in zoals u wilt.
2. Draai de klemschroef voor afschuininstelling (p) stevig vast.
3. Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
Kwaliteit van het zagen
De gladheid van zaagresultaten hangt af van een aantal variabelen,
bijvoorbeeld het te zagen materiaal. Wanneer zeer gladde resultaten
nodig zijn voor lijstwerk en ander precisiewerk, zullen een scherp blad
(60-tandscarbide) en een lager, gelijkblijvend toerental leiden tot de
gewenste eindresultaten.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het materiaal niet
langzaam vooruit beweegt tijdens het zagen: klem het
stevig vast. Laat het blad altijd volledig tot stilstand komen
voordat u de arm omhoog brengt. Indien kleine deeltjes
hout nog steeds aan de achterzijde van het werkstuk
springen, plak dan een stuk plakband op het hout waar
u van plan bent te zagen. Zaag door het plakband en
verwijder dit voorzichtig wanneer u klaar bent.
Het vastklemmen van het werkstuk (afb. 3)
1. Klem het hout aan de zaag indien dit mogelijk is.
2. Voor de beste resultaten gebruikt u de klem (gg) die is gemaakt
voor gebruik in combinatie met uw zaag. Klem het werkstuk tegen
de parallelgeleiding indien dit mogelijk is. U kunt beide zijden van
het zaagblad gebruiken voor vastklemmen. Vergeet niet uw klem te
plaatsen tegen een solide, vlak oppervlak van parallelgeleiding.
WAARSCHUWING: Gebruik altijd een materiaalklem
wanneer u niet-ijzerhoudende metalen zaagt.
NEDERLANDS
68
Ondersteuning voor lange stukken (afb. 3)
1. Ondersteun altijd lange stukken.
2. Voor de beste eindresultaten maakt u gebruik van de verlengsteun
(jj) om de breedte van de tafel van uw zaag uit te breiden (optioneel
verkrijgbaar bij uw dealer). Ondersteun lange werkstukken
met behulp van handige hulpmiddelen, zoals ondersteunende
constructies of gelijkaardige hulpmiddelen die het vallen van de
uiteinden voorkomen.
Het zagen van fotolijsten, overige lijsten en
andere projecten met vier zijdes (afb. 26, 27)
SIERLIJSTWERK EN ANDERE LIJSTEN
Probeer een aantal eenvoudige projecten uit met afvalhout totdat
u uw zaag goed “aanvoelt”. Uw zaag is het perfecte werktuig voor
het verstekzagen van hoeken, zoals die wordt getoond in afbeelding
26. De getoonde verbinding is gemaakt met behulp van de
afschuiningsinstellingen.
HET GEBRUIKEN VAN DE AFSCHUININGSINSTELLINGEN
Het afschuinen van de twee planken wordt ingesteld op 45° voor beide,
wat leidt tot een hoek van 90°. De verstekarm is vergrendeld in de
nulstand. Het hout is geplaatst met de brede, platte zijde tegen de tafel
en de smalle zijde tegen de parallelgeleiding.
HET GEBRUIKEN VAN DE VERSTEKINSTELLINGEN
Dezelfde snede kan worden uitgevoerd door rechts en links
verstekzagen met de brede zijde tegen de parallelgeleiding.
De twee tekeningen (afb. 26, 27) zijn alleen voor vierzijdige objecten.
Met het veranderen van het aantal zijdes, veranderen de verstek- en
afschuinhoeken eveneens. De onderstaande tabel geeft u de juiste
hoeken voor een reeks vormen, waarbij ervan wordt uitgegaan dat alle
zijdes even lang zijn. Voor een vorm die niet is opgenomen in de tabel
deelt u 180° door het aantal zijdes om de verstek- of afschuinhoek te
bepalen.
Aantal zijden Hoek van verstek of afschuinen
4 45°
5 36°
6 30°
7 25,7°
8 22,5°
9 20°
10 18°
Samengesteld verstekzagen (afb. 26-29)
Samengesteld verstekzagen gebeurt met behulp van een verstekhoek
(afb. 27) en een afschuinhoek (afb. 26) tegelijkertijd. Dit type zagen
wordt gebruikt om lijstwerk of dozen te maken met schuine zijdes, zoals
wordt getoond in
afbeelding 28.
WAARSCHUWING: Indien de zaaghoek verschilt bij
iedere keer zagen, controleer dan of de afschuinklem en de
verstekvergrendeling goed zijn vastgezet. Deze knoppen dienen
telkens wanneer verstek- of afschuininstellingen zijn gewijzigd, te
worden vastgezet.
De onderstaande kaart helpt u bij het selecteren van de
juiste afschuin- en verstekinstellingen voor veel voorkomend
samengesteld verstekzagen. Om de kaart de gebruiken selecteert
u de gewenste hoek “A” (afb. 29) van uw project en zoekt u naar
deze hoek op de desbetreffende boog in de kaart. Vanaf dat punt
volgt u de kaart recht naar beneden om de juiste afschuinhoek te
vinden en recht horizontaal om de juiste verstekhoek te vinden.
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45
5
10
15
20
25
30
35
40
45
5
10
15
20
25
30
35
40
5
10
1
5
2
0
25
30
3
5
40
45
50
5
5
60
65
7
0
75
80
85
5
10
1
5
20
25
30
35
40
4
5
5
0
55
60
6
5
7
0
75
80
85
5
1
0
1
5
20
25
30
35
40
4
5
50
5
5
6
0
65
7
0
7
5
80
85
SET THIS BEVEL ANGLE ON SAW
SET THIS MITER ANGLE ON SAW
ANGLE OF SIDE OF BOX (ANGLE"A")
SQUARE BOX
6 SIDED BOX
8 SIDED BOX
STEL DEZE VERSTEKZAAGHOEK OP DE ZAAG IN
HOEK VAN ZIJKANT VAN DE DOOS (HOEK “A”)
STEL DEZE SCHUINE HOEK OP DE ZAAG IN
6-KANTIGE DOOS
VIERZIJDIGE DOOS
8-KANTIGE
DOOS
Stel uw zaag in op de voorgeschreven hoeken en test het zagen
vooraf een aantal keren uit.
Oefen het samenvoegen van de gezagen stukken.
Bijvoorbeeld: om een doos met vier zijdes te maken met
uitwendige hoeken van 25° (hoek “A”) (afb. 29), gebruikt u de boog
aan de rechterbovenzijde. Zoek 25° op de boogschaal. Volg de
horizontale snijlijn naar de zijkant om de verstekhoekinstelling op de
zaag te vinden (23°). Op identieke wijze volgt u de verticale snijdlijn
naar de boven- of onderzijde om de afschuinhoekinstelling voor de
zaag te vinden (40°). Probeer altijd het zagen uit op wat afvalhout
om de instellingen van de zaag te controleren.
Noniusschaal (afb. 30–32)
Uw zaag is uitgerust met een noniusschaal voor extra precisie. Voor
instellingen waarbij deelgraden noodzakelijk zijn (1/4°, 1/2°, 3/4°), kunt
u met de noniusschaal op precieze wijze verstekhoeken instellen op
de dichtstbijzijnde 1/4° (15 minuten). Volg de onderstaande stappen
wanneer u gebruik wilt maken van de noniusschaal. Neem als
voorbeeld aan dat de verstekhoek die u nodig hebt 24-1/4° rechts is.
Zet de verstekzaag uit.
Stel de verstekhoek in op de door u gewenste dichtstbijzijnde hele
graad door het centrale punt van de noniusschaal op gelijke hoogte
te brengen met de hele graadwaarde die wordt aangegeven op
de verstekschaal, zoals wordt aangegeven in afbeelding 30. Bekijk
de afbeelding 31 zorgvuldig: de vertoonde instelling is een rechter
verstekhoek van 24°.
Om de bijkomende 1/4° in te stellen drukt u de
verstekarmvergrendeling in en beweegt u de arm voorzichtig
naar rechts totdat de 1/4° noniusmarkering op gelijke hoogte is
als de dichtstbijzijnde graadmarkering op de verstekschaal. In dit
voorbeeld is de dichtstbijzijnde graadmarkering op de verstekschaal
toevalligerwijs 25°. Afbeelding 32 toont een instelling van een
rechter verstekhoek van 24-1/4°.
Voor een verstekhoek naar rechts:
laat de verstekhoek toenemen door de arm zo te bewegen
dat deze op gelijke hoogte is met de desbetreffende
noniusmarkering met de dichtstbijzijnde markering op de
verstekschaal aan de rechterzijde.
laat de verstekhoek afnemen door de arm zo te bewegen
dat deze op gelijke hoogte is met de desbetreffende
noniusmarkering met de dichtstbijzijnde markering op de
verstekschaal aan de linkerzijde.
Voor een verstekhoek naar links:
laat de verstekhoek toenemen door de arm zo te bewegen
dat deze op gelijke hoogte is met de desbetreffende
noniusmarkering met de dichtstbijzijnde markering op de
verstekschaal aan de linkerzijde.
laat de verstekhoek afnemen door de arm zo te bewegen
dat deze op gelijke hoogte is met de desbetreffende
noniusmarkering met de dichtstbijzijnde markering op de
verstekschaal aan de rechterzijde.
NEDERLANDS
69
Zagen van basislijstwerk
Het zagen van basislijstwerk wordt gedaan met een afschuinhoek van
45°.
Probeer altijd eerst het zaagblad zonder stroom voordat u
daadwerkelijk begint met zagen.
Al het zagen gebeurt met de achterzijde van het lijstwerk plat op de
zaag.
BINNENHOEK
Linkerzijde
1. Plaats het lijstwerk met de top van het lijstwerk tegen de
parallelgeleiding.
2. Bewaar de linkerzijde van wat u hebt gezaagd.
Rechterzijde
1. Plaats het lijstwerk met de bodem van het lijstwerk tegen de
parallelgeleiding.
2. Bewaar de linkerzijde van wat u hebt gezaagd.
BUITENHOEK
Linkerzijde
1. Plaats het lijstwerk met de bodem van het lijstwerk tegen de
parallelgeleiding.
2. Bewaar de rechterzijde van wat u hebt gezaagd.
Rechterzijde
1. Plaats het lijstwerk met de top van het lijstwerk tegen de
parallelgeleiding.
2 Bewaar de rechterzijde van wat u hebt gezaagd.
Het zagen van kroonlijstwerk
Het zagen van kroonlijstwerk wordt gedaan met behulp van
samengesteld verstekzagen. Om optimale precisie te bereiken dient uw
zaag van tevoren afgesteld te zijn op hoeken van 31,62° verstek 33,85°
schuin. Deze instellingen zijn voor standaard kroonlijstwerk met hoeken
van 52° aan de bovenzijde en van 38° aan de onderzijde.
Test het eerst met behulp van afvalmateriaal voordat u aan het
uiteindelijke zagen begint.
Al het zagen gebeurt met een linkse afschuining en met de
achterzijde van het lijstwerk tegen het basisdeel.
BINNENHOEK
Linkerzijde
1. Bovenzijde van het lijstwerk tegen de parallelgeleiding.
2. Verstek rechts.
3. Bewaar de linkerzijde van wat u hebt gezaagd.
Rechterzijde
4. Onderzijde van het lijstwerk tegen de parallelgeleiding.
5. Verstek links.
6. Bewaar de linkerzijde van wat u hebt gezaagd.
BUITENHOEK
Linkerzijde
1. Onderzijde van het lijstwerk tegen de parallelgeleiding.
2. Verstek links.
3. Bewaar de linkerzijde van wat u hebt gezaagd.
Rechterzijde
4. Bovenzijde van het lijstwerk tegen de parallelgeleiding.
5. Verstek rechts.
6. Bewaar de rechterzijde van wat u hebt gezaagd.
Speciale zaagprojecten
Al het zagen wordt uitgevoerd met het materiaal goed op de tafel
en tegen de parallelgeleiding. Zorg ervoor dat het werkstuk goed
vastligt.
GEBOGEN MATERIAAL
Wanneer u gebogen materiaal zaagt dan plaatst u dit altijd zoals wordt
getoond in afbeelding 34 en nooit zoals wordt getoond in afbeelding
35. Het onjuist plaatsen van het materiaal zal ertoe leiden dat het
zaagblad vastloopt vlak voor de zaaghandeling is afgerond.
HET ZAGEN VAN KUNSTSTOF PIJPEN OF ANDERE RONDE MATERIALEN
Kunststof pijpen kunnen op eenvoudige wijze met uw zaag worden
gezaagd. Ze worden op identieke wijze als hout gezaagd en worden
vastgeklemd of stevig vastgehouden tegen de parallelgeleiding, zodat
ze niet wegrollen. Dit is zeer belangrijk wanneer u in een hoek zaagt.
HET ZAGEN VAN GROOT MATERIAAL
Zo nu en dan is een stuk hout te groot en past het niet onder de
beschermkap van het blad. U kunt wat extra hoogte verkrijgen door de
beschermkap weg te draaien, zoals wordt getoond in afbeelding 36.
Vermijd dit zoveel mogelijk, maar indien dit wel noodzakelijk is, zal de
zaag op juiste wijze werken en hebt u meer ruimte om te zagen. BIND
OF PLAK DE BESCHERMKAP NOOIT VAST EN HOUD DEZE NOOIT
OP EEN ANDERE WIJZE OPEN BIJ HET BEDIENEN VAN DEZE ZAAG.
Stofafvoer (Afb. 2, 3)
Breng de stofzak (ff) aan op de stoftuit (nn).
Breng een stofverzamelsysteem aan dat is ontworpen in
overeenstemming met de relevante voorschriften. De luchtsnelheid van
externe verbonden systemen dient 20 m/s ±2 m/s te zijn. De snelheid
dient te worden opgemeten in de verbindingsbuis op het punt waar
deze wordt verbonden, waarbij het werktuig wel is verbonden maar niet
aan staat.
Vervoer (afb. 4)
Aan de bovenzijde van de zaagarm is een draaghendel (a) aangebracht,
zodat u de verstekzaag gemakkelijk kunt dragen.
Duw de arm omlaag en druk op de vergrendelborgpin (o) bij het
vervoeren van de zaag.
Gebruik altijd de draaghendel (a) of de handinkepingen (r), zoals
wordt getoond in afbeelding 4, om de zaag te vervoeren.
ONDERHOUD
Uw elektrisch gereedschap van DEWALT is ontworpen om gedurende
een lange periode te werken met een minimum aan onderhoud. Een
permanente goede werking is afhankelijk van goed onderhoud en een
regelmatige reiniging van het gereedschap.
WAARSCHUWING: Om het risico van letsel te
verminderen, moet u de unit uitzetten en de stekker
van de machine uit het stopcontact halen vóór de
installatie en verwijdering van toebehoren, vóór het
aanpassen of veranderen van instellingen of als u reparaties
uitvoert. Controleer of de triggerschakelaar in de UIT-
positie staat. Een toevallige activering kan verwondingen
veroorzaken.
Smering
Dichte, vetgesloten kogellagers worden in de hele machine gebruikt.
Deze kogellagers zijn in de fabriek gevuld met voldoende smering voor
de hele gebruiksduur van de cirkelzaag.
Reinigen
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit
de behuizing, aangezien vuil zich vaak zichtbaar opstapelt
in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde
oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het
uitvoeren van deze procedure.
NEDERLANDS
70
WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of
andere ruwe chemicaliën voor het reinigen van de niet-
metalen onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën
kunnen de materialen die in deze onderdelen gebruikt
worden, verzwakken. Gebruik een doek alleen bevochtigd
met water en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in het
gereedschap lopen en dompel nooit enig deel van het
gereedschap onder in vloeistof.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te
verkleinen, regelmatig de bovenzijde van de tafel.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te
verkleinen, regelmatig het stofverzamelsysteem.
Optionele accessoires
WAARSCHUWING: Omdat hulpstukken, behalve die van
DEWALT, niet zijn getest in combinatie met dit product,
kan het gebruik van dergelijke hulpstukken gevaarlijk zijn.
Om het risico van letsel te beperken, mogen bij dit product
uitsluitend accessoires worden gebruikt die zijn aanbevolen
door DEWALT.
LASERWAARSCHUWING:
LASERSTRALING: KIJK NIET RECHTSREEKS
NAAR DE STRAAL
KLASSE 2 LASERPRODUCT
MAXIMALE STROOMVERMOGEN
<1MW @ 630 NM – 680 NM
IEC 60825-1 +A1, +A2:2002
LED WERKLICHT WAARSCHUWING:
LED STRALING: KIJK NIET RECHTSREEKS
NAAR DE STRAAL
KLASSE 2 LEDPRODUCT
MAXIMALE STROOMVERMOGEN
P = 9,2 mW:
piek
= 456 nm
IEC 60825-1:1:1993; +A1:1997; +A2:2001
Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie over de geschikte
hulpstukken en accessoires.
Milieubescherming
Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale
huishoudafval worden gegooid.
Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen
moet worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet
bij het huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden.
Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen
maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk.
Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt
milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar
grondstoffen.
Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte
inzameling voor elektrische producten, in containerparken of bij de
verkoper wanneer u een nieuw product koopt.
DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage
van DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben
bereikt. Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product
terugbrengen naar elke erkende reparateur die hem voor ons zal
inzamelen.
U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te
nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze
handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs
en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie
vinden op www.2helpU.com.
GARANTIE
30 DAGEN GEEN RISICO TEVREDENHEIDSGARANTIE
Indien uw D
EWALT-machine, om welke reden dan ook, niet
geheel aan uw verwachtingen voldoet, brengt u de machine
dan compleet zoals bij de aankoop en binnen de 30 dagen
terug naar het erkend DEWALT verkooppunt waar u het
toestel heeft gekocht, samen met uw aankoopbewijs. U
ontvangt een nieuw toestel of het aankoopbedrag wordt
terugbetaald.
EEN JAAR GRATIS SERVICECONTRACT
Als u onderhoud of service nodig hebt voor uw DEWALT
werktuig binnen de 12 maanden na uw aankoop, zal dit gratis
worden geleverd bij een bevoegde DEWALT reparateur. U
dient een aankoopbewijs voor te leggen. Dit omvat werkuren
en vervangingsonderdelen voor elektrisch gereedschap. Dit
omvat geen toebehoren.
• EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE •
Als uw DEWALT product gebreken vertoont die te wijten zijn
aan slechte materialen of vakmanschap binnen 12 maanden
na aankoop, garanderen wij dat we alle defectieve onderdelen
gratis zullen vervangen of, naar onze keuze, de eenheid gratis
zullen vervangen mits:
Het product niet verkeerd werd gebruikt.
Onbevoegde personen niet getracht hebben herstellingen
uit te voeren.
Bewijs van aankoop is geleverd. Deze garantie wordt
aangeboden als een extra voordeel en vormt een
aanvulling op de wettelijke rechten van klanten.
Voor het adres van uw dichtstbijzijnde erkende DEWALT
reparateur verwijzen we naar het telefoonnummer op de
achterzijde van deze handleiding. Of u kunt een lijst met
bevoegde DEWALT reparateurs en alle gegevens over
onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op
www.2helpU.com.

Documenttranscriptie

Dansk 9 Deutsch 17 English (original) 26 Español 35 Français 44 Italiano 53 Nederlands 62 Norsk 71 Português 79 Suomi 88 Svenska 96 Türkçe 104 Ελληνικά 113 Copyright DEWALT 2 N ED E R L A ND S VERSTEKZAAGMACHINE DW713, DW713XPS Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Door jarenlange ervaring, voortdurende productontwikkeling en innovatie is DEWALT één van de betrouwbaarste partners voor professionele gebruikers van aangedreven gereedschap. Technische gegevens Spanning Opgenomen vermogen Zaagbladdiameter Max. snelheid zaagblad Max. zaagbreedte 90° Max. verstek 45° Max. zaagdiepte 90° Max. diepte afschuining 45° Verstek (max. posities) Afschuining (max. posities) VOORZICHTIG: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, misschien zal leiden tot lichte of middelmatige verwondingen. VOORZICHTIG: Indien niet vergezeld van het veiligheidsalarmsymbool wijst dit op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, misschien zal leiden tot materiële schade. V W mm min-1 mm mm mm mm links rechts links rechts DW713/DW713XPS 230 1.600 250 5.000 162 114 90 58 50° 50° 48° 48° mm mm 95 41 Voor meer informatie kunt u contact opnemen met DEWALT op onderstaand adres, of kunt u de achterzijde van de handleiding raadplegen. mm mm 67 41 Ondergetekende is verantwoordelijk voor het samenstellen van het technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT. mm mm 95 25 mm s kg 20 < 10,0 14,8* dB(A) dB(A) dB(A) dB(A) 91 102 3,0 3,0 0° verstek Eindbreedte bij max. hoogte 89 mm Resulterende hoogte bij max. breedte162 mm 45° verstek Eindbreedte bij max. hoogte 89 mm Eindhoogte bij max. breedte 114 mm 45° afschuining Eindbreedte bij max. hoogte 61 mm Eindhoogte bij max. breedte 161 mm 31,62° verstek, 33,85° afschuining Eindhoogte bij max. breedte 133 mm Remtijd van zaagblad Gewicht * DW713XPS met LED-werklamp LpA (geluidsdruk) LWA (geluidsvermogen) KpA(meetonzekerheid geluidsdruk K) KWA(meetonzekerheid geluidsvermogen K) Totale trillingswaarden (triax vectorsom) bepaald conform EN61029: Vibratie-emissiewaarde ah ah = Meetonzekerheid K = Geeft het risico op een elektrische schok aan. Wijst op brandgevaar. EG-verklaring van overeenstemming DW713/DW713XPS DEWALT verklaart dat deze producten, die worden beschreven onder “technische gegevens”, zijn ontworpen in overeenstemming met: 98/37/EG (tot en met 28 december 2009); 2006/42/EG (vanaf 29 december 2009); 2004/108/EG; 2006/95/EG; EN 61029-1:2000 + A11:2003 + A12:2003; EN 61029-2-9:2002; EN 55014-1; EN 55014-2; EN 61000-3-2; EN 61000-3-3. Horst Grossmann Vice President Engineering and Product Development DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11, D-65510, Idstein, Duitsland 10.10.07 Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van elektrisch gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd houdt aan elementaire veiligheidsmaatregelen om de kans op brand, elektrische schok en lichamelijk letsel te verkleinen, met inbegrip van de onderstaande maatregelen. Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en bewaar deze instructies. m/s² m/s² 3,4 1,5 BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK Algemene veiligheidsregels 1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving. Zekeringen Europa Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand. 230 V machines 10 ampère, stroomnet Definities: Veiligheidsrichtlijnen De onderstaande definities beschrijven de risicograad voor ieder signaalwoord. Gelieve de handleiding te lezen en op deze symbolen te letten. GEVAAR: Wijst op een onmiddellijke gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, zal leiden tot dood of ernstig letsel. WAARSCHUWING: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, kan leiden tot dood of ernstig letsel. 62 2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek. Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de werkplek goed verlicht (250 - 300 Lux). Gebruik het gereedschap niet op plaatsen waar brand- of explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare vloeistoffen en gassen. 3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken. Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen. N EDERLANDS 4. Houd andere mensen uit de buurt. Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd ze uit de buurt van de werkplek. 5. Berg ongebruikt gereedschap op. Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een droge plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het bereik van kinderen. 6. Forceer het gereedschap niet. Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde wijze wordt gebruikt. 7. Maak gebruik van het juiste gereedschap. Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet om boomtakken of houtblokken te zagen. 8. Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen. 9. Gebruik beschermend materiaal. Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen. Draag ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm. 10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan. Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van voorzieningen voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt. 11. Gebruik het snoer niet verkeerd. Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen. Draag het gereedschap nooit aan het snoer. 12. Zeker het werkstuk. Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw handen gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide handen bedienen. 13. Zorg voor een veilige houding. Zorg altijd voor een juist, stabiele houding. 14. Onderhoud gereedschap met zorg. Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en laat het repareren door een bevoegde reparatieservice als het is beschadigd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie en vet. 15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact. Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als bladen, boren en snijstukken verwisselt. 16. Verwijder stel- en moersleutels. Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt. 17. Vermijd onbedoeld inschakelen. Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het stopcontact steekt. 18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik. Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik en als zodanig zijn gemarkeerd. 19. Blijf alert. Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of alcohol hebt gebruikt. 20. Controleer op beschadigde onderdelen. Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer zorgvuldig om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en de bedoelde taken uitvoert. Controleer of bewegende delen zich in de juiste positie bevinden en goed zijn bevestigd, of er defecte onderdelen zijn, of ze juist zijn gemonteerd en of er sprake is van andere zaken die bediening kunnen beïnvloeden. Een beschermstuk of ander onderdeel dat is beschadigd dient op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd door een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/ uitschakelaar niet naar behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties uit te voeren. WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met zich meebrengen. 21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon. Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van originele reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk gevaar voor de gebruiker. Overige veiligheidsvoorschriften voor verstekzagen • Bij het apparaat wordt een speciaal geconfigureerd stroomsnoer geleverd dat alleen kan worden vervangen door de fabrikant of door de bevoegde reparatieservice. • Gebruik de zaag niet om ander materiaal mee te zagen dan dat door de fabrikant wordt aanbevolen. • Gebruik het apparaat niet zonder de beschermkappen of indien de beschermkappen niet functioneren of niet goed zijn onderhouden. • Controleer of de arm goed is bevestigd wanneer u schuin zaagt. • Houd het werkoppervlak rond het apparaat horizontaal, goed onderhouden en verwijder rondslingerende zaken zoals snippers en afgezaagde delen. • Gebruik op juiste wijze geslepen zaagbladen. Houd u aan de op het zaagblad aangegeven maximale snelheid. • Controleer of alle bevestigingsschroeven en klemmen goed vastzitten voordat u het gereedschap gebruikt. • Plaats nooit een hand in het zaaggebied wanneer de zaag op het stroomnet is aangesloten. • Probeer nooit om een draaiende machine snel tot stilstand te brengen door gereedschap of iets anders tegen het blad te houden; dit kan leiden tot ernstige ongelukken. • Raadpleeg de handleiding voordat u accessoires gebruikt. Het verkeerde gebruik van accessoires kan leiden tot schade. • Gebruik een houder of draag handschoenen bij het hanteren van zaagbladen. • Zorg ervoor dat het zaagblad correct is aangebracht voordat u het gebruikt. • Let erop dat het blad in de juiste richting draait. • Gebruik geen bladen met een grotere of kleinere diameter dan aanbevolen. Zie de technische gegevens voor de juiste zaagcapaciteiten. Gebruik alleen de bladen die in deze handleiding worden gespecificeerd en voldoen aan EN 847-1. • Overweeg het gebruik van daartoe ontworpen geluidsbeperkende bladen. • Gebruik geen HSS-bladen. • Gebruik geen gebarsten of beschadigde zaagbladen. • Gebruik geen slijpschijven. • Gebruik uw zaag nooit zonder de snijplaat. 63 N ED E R L A ND S • Licht het zaagblad uit de zaagsnede in het werkstuk voordat u de schakelaar loslaat. • Zet geen wig tegen de ventilator om de motoras tegen te houden. • De beschermkap van het zaagblad gaat automatisch omhoog wanneer u de arm naar beneden houdt. Deze zal omlaag over het blad worden geplaatst wanneer de hendel voor vergrendeling van de zaagkop (cc) wordt ingedrukt. • Breng de beschermkap van het blad nooit handmatig omhoog, tenzij de zaag is uitgeschakeld. De beschermkap kan handmatig omhoog worden gebracht wanneer u zaagbladen installeert of verwijdert of wanneer u deze inspecteert. • Controleer regelmatig of de ventilatieopeningen van de motor schoon zijn en vrij van snippers. – Risico op letsel bij het verwisselen van het blad. – Risico dat de vingers gekneld raken bij het openen van de beschermkappen. – Gezondheidsrisico’s die worden veroorzaakt door het inademen van stof dat vrijkomt bij het zagen van hout, met name eik, beuk en MDF-platen. Inhoud van het pakket Het pakket bevat: 1 verstekzaag 1 bladmoersleutel in het moersleutelzakje 1 zaagblad • Vervang de sleufplaat wanneer deze is versleten. 1 stofzak • Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u onderhoudswerkzaamheden verricht of wanneer u het blad vervangt. 1 LED-werklamp systeem (DW713XPS) 1 gebruiksaanwijzing 1 opengewerkte tekening • Voer geen schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit terwijl de machine nog draait en de kop zich nog niet in de ruststand bevindt. • Controleer het gereedschap, onderdelen of hulpstukken op schade die tijdens het vervoer veroorzaakt kan zijn. • Bevestig het apparaat, indien mogelijk, altijd aan een werkbank. • Neem de tijd om voor het gebruik deze gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen. • Indien u gebruik maakt van een laser om de snijlijn te markeren, zorg dan dat de laser een klasse 2-laser is conform EN 60825-1. Vervang een laserdiode niet door een ander type. Laat de laser repareren door een bevoegde reparatieservice wanneer deze is beschadigd. • In de voorzijde van de beschermkap bevindt zich een rooster voor een beter overzicht tijdens het zagen. Ondanks het feit dat een rooster leidt tot aanzienlijk minder rondvliegende delen, zijn het wel openingen in de beschermkap en een veiligheidsbril dient altijd te worden gedragen wanneer u door het rooster kijkt. • Verbind de zaag met een apparaat voor stofopname wanneer u hout zaagt. Denk altijd aan factoren die invloed hebben op blootstelling aan stof, zoals: -– het soort materiaal waarmee u werkt (spaanplaat produceert meer stof dan hout); -– scherpte van het zaagblad; -– juiste instellingen van het zaagblad. Controleer dat de afvoer ter plaatse, evenals de kappen, schermen en trechters op juiste wijze zijn afgesteld. • Denk goed aan de volgende factoren die invloed uitoefenen op blootstelling aan lawaai: -– gebruik zaagbladen die zijn ontworpen om het lawaai te verminderen; -– gebruik alleen goed geslepen bladen; • Onderhoud aan het apparaat dient regelmatig te worden uitgevoerd; • Defecten aan het apparaat, met inbegrip van beschermkappen of zaagbladen, dienen direct nadat ze zijn vastgesteld te worden gemeld; • Zorg voor gepaste algehele of plaatselijke verlichting; • Controleer of diegene die met het apparaat werkt goed getraind is in het gebruiken, het instellen en het bedienen van het apparaat; • Maak, wanneer het apparaat is uitgerust met een laser, GEEN GEBRUIK van een ander type laser. Reparatiewerkzaamheden dienen alleen te worden uitgevoerd door de laserfabrikant of een bevoegde reparatieservice. Beschrijving (afb. 1, 2) WAARSCHUWING: Breng nooit veranderingen aan het elektrisch gereedschap of enig onderdeel daarvan aan. Dit kan schade of lichamelijk letsel tot gevolg hebben. BEOOGD GEBRUIK Uw DW713/DW713XPS verstekzaag is ontworpen voor het professioneel zagen van hout, houtproducten en kunststoffen. De belangrijkste zaagbewerkingen - afkorten, schuinzagen en verstekzagen - kunnen zo eenvoudig, nauwkeurig en veilig worden uitgevoerd. De DW713/DW713XPS verstekzaag is een professionele elektrisch aangedreven machine. HOUD het werktuig uit de buurt van kinderen. Toezicht is vereist wanneer dit gereedschap wordt gebruikt door onervaren personen. a. Bedieningshendel b. Onderste beschermkap c. Rechterzijde, parallelgeleiding d. Tafel e. Hendel voor verstekvergrendeling f. Verstekschaal g. Bodemdeel h. Openingen voor uitbreidingskit i. Moersleutel j. Bevestigingsgaten voor werkbank k. Klemschroef parallelgeleiding l. Aan-/uitschakelaar m. Draaghandvat n. Stoftuit o. Vergrendelpin p. Klemschroef voor afschuiningsinstelling q. Schaal voor afschuiningsinstelling r. Handinkerving s. Sleufplaat t. Verstekpal Overige risico’s v. Linkerzijde, parallelgeleiding De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van zagen: w. Motorbehuizing – letsel veroorzaakt door aanraken van ronddraaiende delen Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en de implementatie van veiligheidsmiddelen kunnen sommige overige risico’s niet worden vermeden. Dit zijn: – Gehoorsbeschadiging. – Risico op ongevallen veroorzaakt door onbedekte delen van het draaiende zaagblad. 64 x. Spindelvergrendeling y. Opening voor slot z. Aanslag hoekstand aa. Aanslag afstelling afschuining bb. Aanslag afstelling verticale positie cc. Hendel voor vergrendelen zaagkop N EDERLANDS dd. Beschermkap voor achterbenedenzijde ee. Beschermkap bovenzijde Optionele accessoires (afb. 3) ff. Stofzak gg. Klem hh. Laser ii. Lengteaanslag jj. Werksteun a1. LED werklichtsysteem Elektrische veiligheid De elektrische motor werd voor slechts één spanning ontworpen. Controleer altijd of de voltage overeenstemt met de voltage op de typeplaat. Uw gereedschap is dubbel geïsoleerd in overeenstemming met EN 61029; daarom is een aardleiding niet nodig. Als het snoer moet worden vervangen, mag het gereedschap alleen worden gerepareerd door een bevoegd onderhoudsbedrijf of door een erkend elektricien. Een verlengkabel gebruiken Als een verlengkabel nodig is, maak dan gebruik van een goedgekeurde verlengkabel, geschikt voor de stroominvoer van dit gereedschap (zie technische gegevens). De minimale geleidermaat is 1,5 mm2. Rol bij gebruik van een haspel de kabel altijd volledig af. Spanningsdalingen In de uitstroming leiden tot kortstondinge spanningsdalingen. Onder ongunstige omstandigheden in de stroomvoorziening kan andere apparatuur beïnvloed worden. Indien de systeemimpedantie van de stroomvoorziening lager is dan 0,25 , is het onwaarschijnlijk dat storingen op zullen treden. MONTAGE WAARSCHUWING: Schakel, om het risico op letsel te verkleinen, het werktuig uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het verplaatst, voordat u accessoires verwisselt of aanpassingen maakt, behalve zoals staat aangegeven in de laseraanpassingsinstructies. Uitpakken (afb. 1, 2, 4) 1. Haal de zaag voorzichtig uit de verpakking met behulp van het draaghandvat (m). dun stukje materiaal onder een voet van de zaag totdat de zaag stevig op de bevestigingsondergrond is aangebracht. Het zaagblad bevestigen (afb. 6, 7, 8, 9) WAARSCHUWING: Zet, om het risico op letsel te verkleinen, het werktuig uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het verplaatst, voordat u accessoires verwisselt of aanpassingen maakt, behalve zoals staat aangegeven in de laseraanpassingsinstructies. Druk nooit op de vergrendelknop van de spindel terwijl het blad met de stroomvoorziening is verbonden of tijdens het uitlopen. Zaag geen ijzerhoudend metaal (dat ijzer of staal bevat) of steen- of vezelcementproducten met deze verstekzaag. 1. Druk op de hendel voor het vergrendelen van de zaagkop (cc) om de beschermkap aan de onderzijde (b) los te maken, en breng deze vervolgens zo ver mogelijk omhoog. 2. Draai met behulp van de Torx-bit in het uiteinde van de handgreep van de meegeleverde moersleutel (i) de schroef van de beschermkapbeugel (kk) voldoende los, zodat het hoekstuk (mm) door de kop van de schroef en de beschermkap gehaald kan worden. Nu kan de beschermkapbeugel (ll) voldoende omhoog worden gebracht, zodat toegang tot de vergrendelschroef van het blad (nn) mogelijk is. 3. Druk, nu de onderste beschermkap omhoog wordt gehouden door de schroef van de beschermkapbeugel (kk), met één hand op de vergrendelknop van de spindel (x), en gebruik vervolgens de meegeleverde bladmoersleutel (i) met de andere hand om de vergrendelschroef van het blad (nn), dat links schroefdraad heeft, rechtsom los te draaien. WAARSCHUWING: Om de spindelvergrendeling te gebruiken drukt u op de knop zoals wordt getoond en draait u de spindel met de hand totdat u voelt dat de vergrendeling op haar plaats klikt. Houd de vergrendelknop ingedrukt, zodat de spindel niet kan draaien. 4. Verwijder de vergrendelschroef van het blad (nn) en de askraag aan de buitenzijde (pp). 5. Monteer het zaagblad (oo) op de schouder (qq) op de binnenste askraag (rr), en zorg er daarbij voor dat de tanden aan de onderkant van het zaagblad in de richting van de achterkant van de zaag wijzen (weg van de gebruiker). LET OP: Voor bladen met een bladopening van 15,88 mm, wordt de schouder (qq) van 25,4 mm niet gebruikt. 6. Zet de buitenste askraag (pp) weer terug. 7. Draai de vergrendelschroef van het blad (nn) weer vast door deze linksom te draaien terwijl u tegelijkertijd de spindelvergrendeling vasthoudt met uw andere hand. 2. Druk het bedieningshandvat (a) naar beneden en trek, zoals wordt getoond, de vergrendelpin (o) los. 8. Beweeg de beschermkapbeugel (ll) naar beneden tot het hoekstuk (mm) zich beneden de kop van de schroef voor de beschermkapbeugel (kk) bevindt. 3. Verminder voorzichtig de benedendruk en laat de arm volledig omhoog komen. 9. Draai de schroef voor de beschermkapbeugel vast. Bevestigen aan de werkbank (afb. 5) 1. Er bevinden zich openingen (j) in alle vier de voeten om bevestiging aan een werkbank mogelijk te maken. Er zijn openingen van twee verschillende groottes zodat schroeven van verschillende grootte kunnen worden gebruikt. Gebruik een van de openingen gebruiken; u hoeft ze niet allebei te gebruiken. Bevestig uw zaag altijd stevig om beweging te vermijden. Om het werktuig beter draagbaar te maken kan het worden bevestigd op een stuk triplex van 12,5 mm of meer, dat vervolgens vast kan worden geklemd aan uw werksteun of mee kan worden genomen naar andere werklocaties en opnieuw kan worden vastgeklemd. 2. Wanneer u uw zaag bevestigt aan een stuk triplexhout, zorg er dan voor dat de bevestigingschroeven niet uit de onderzijde van het hout steken. Het triplexhout dient vlak te zijn aangebracht op de werksteun. Wanneer u de zaag vastklemt op een werkondergrond, klem dan alleen op de klemnaven waar de openingen voor de bevestigingsschroeven zich bevinden. Het vastklemmen op een andere plaats zal de juiste werking van de zaag verhinderen. 3. Om klemraken en onnauwkeurigheden te vermijden is het belangrijk dat de bevestigingsondergrond niet vervormd of op andere wijze oneffen is. Plaats, indien de zaag beweegt op de ondergrond, een WAARSCHUWING: Druk nooit op de spindelvergrendeling als het blad draait. Zorg ervoor dat u de beschermkapbeugel naar beneden houdt en draai de schroef voor de beschermkapbeugel goed vast nadat u het blad hebt gemonteerd. WAARSCHUWING: De beschermkapbeugel dient terug te worden gebracht in zijn oorspronkelijke positie en de schroef dient te zijn vastgedraaid voordat u de zaag activeert. Indien u dit niet doet, kan het gebeuren dat de beschermkap in contact komt met het draaiende zaagblad, wat kan leiden tot schade aan de zaag en ernstig persoonlijk letsel. Instellingen WAARSCHUWING: Zet, om het risico op letsel te verkleinen, het werktuig uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het verplaatst, voordat u accessoires verwisselt of aanpassingen maakt, behalve zoals staat aangegeven in de laseraanpassingsinstructies. Uw verstekzaag is in de fabriek op precieze wijze afgesteld. Indien aanpassingen noodzakelijk zijn als gevolg van verzending, behandeling of andere redenen, volg dan de onderstaande stappen om uw zaag 65 N ED E R L A ND S aan te passen. Zodra deze zijn uitgevoerd, zouden deze aanpassingen precies moeten blijven. 6. Draai de vergrendelmoer (ww) stevig vast terwijl u de stopschroef (bb) stil houdt. CONTROLEREN EN AFSTELLEN VAN DE VERSTEKSCHAAL (AFB. 10, 11) 7. Indien de afschuiningsaanwijzer (xx) geen nul aangeeft op de schaal voor afschuiningsinstelling (q), draai dan de schroef (yy) los die de aanwijzer vastzet en beweeg de aanwijzer zoals nodig. 1. Maak de hendel voor verstekvergrendeling (e) los en draai de verstekarm totdat de grendel deze vindt op de verstekinstelling van 0°. Vergrendel de hendel voor verstekvergrendeling (e) niet. 2. Trek de zaagkop naar beneden totdat het blad net de zaagsnede (s) binnenkomt. 3. Plaats een winkelhaak (tt) tegen de linkerzijde van de parallelgeleiding (v) en het blad (oo) (afb. 10) WAARSCHUWING: Raak de bovenzijde van de zaagtanden niet aan met de winkelhaak. Indien aanpassingen noodzakelijk zijn, gaat u als volgt te werk: 4. Draai de drie schroeven los (ss) en beweeg de schaal/verstekarm naar links of rechts totdat het blad haaks staat ten opzichte van de parallelgeleiding zoals wordt opgemeten met de winkelhaak. 5. Draai de drie schroeven (ss) opnieuw vast. U hoeft op dit moment geen aandacht te besteden aan de aflezing van de verstekaanwijzer. AANPASSEN VAN DE VERSTEKAANWIJZER (AFB. 10–12) 1. Maak de hendel voor verstekvergrendeling (e) los en druk op de verstekpal (t) om de verstekarm los te maken (a1). 2. Beweeg de verstekarm om de verstekaanwijzer (uu) af te stellen op de nul-stand, zoals wordt getoond in afbeelding 12. 3. Laat, nu de verstekhendel los is, de verstekgrendel op zijn plaats klikken terwijl u de verstekarm voorbij nul draait. 4. Kijk naar de aanwijzer (uu) en de verstekschaal (f). Als de aanwijzer niet precies nul aangeeft, draait u de schroef (a2) los, beweegt u de aanwijzer zodat deze op 0° staat en draait u de schroef vast. AANPASSEN VAN DE VERSTEKVERGRENDELINGSSTANG (AFB. 22) Als de onderzijde van de zaag kan worden bewogen terwijl de hendel voor verstekvergrendeling (e) is vergrendeld, dient de verstekvergrendelingsstang te worden aangepast. 1. Ontgrendel de hendel voor verstekvergrendeling (e). 2. Plaats de hendel voor verstekvergrendeling (e) omhoog. 3. Draai met behulp van een zeskantige moersleutel de afstelschroef (v v) op de borgpin los. LET OP: Sommige modellen hebben deze stelschroef niet: ga verder naar stap 4. 4. Stel de verstekvergrendelingsstang rechtsom draaiend af in delen van 45˚ om de sterkte van de vergrendeling toe te laten nemen. 5. Zorg ervoor dat de tafel niet beweegt wanneer de hendel (e) is vergrendeld op een willekeurige (niet vooraf ingestelde) hoek. 6. Draai de afstelschroef vast (v v). CONTROLEREN EN AANPASSEN VAN HET BLAD TEN OPZICHTE VAN DE TAFEL (AFB. 13–18) 1. Draai de klem voor afschuiningsinstelling (p) los. 2. Druk de verstekarm naar rechts om ervoor te zorgen dat deze volledig verticaal is ten opzichte van de hoekstandaanslag (z), die zich bevindt tegen de afstellingsaanslag voor verticale positie (bb), en draai de klem voor afschuiningsinstelling vast. 3. Trek de zaagkop naar beneden totdat het blad net de zaagsnede (s) binnenkomt. 4. Plaats een winkelhaak (tt) op de tafel en tegen het zaagblad (oo) (afb. 15). WAARSCHUWING: Raak de bovenzijde van de zaagtanden niet aan met de winkelhaak. Indien aanpassingen noodzakelijk zijn gaat u als volgt te werk: 5. Draai de vergrendelmoer (ww) enkele slagen los, en terwijl u er tegelijkertijd voor zorgt dat de stopschroef (bb) stevig in contact is met de hoekpositieaanslag (z) draait u de stopschroef voor het instellen van verticale positie (bb) naar binnen of buiten totdat het zaagblad zich in een hoek van 90º ten opzichte van de tafel bevindt, zoals aangegeven door de winkelhaak. 66 AANPASSEN VAN DE PARALLELGELEIDING (AFB. 19) Het bovendeel van de parallelgeleiding kan worden aangepast om een opening te creëren, zodat de zaag zowel naar rechts als links tot aan 48° gekanteld kan worden. Om de linker parallelgeleiding (v) aan te passen: 1. Draai de plastic knop (k) los en duw de parallelgeleiding naar links. 2. Draai het blad van de zaag zonder werkstuk terwijl de zaag uitstaat en controleer of de zaag niet wordt geblokkeerd. Pas de parallelgeleiding zodanig aan dat deze zo dichtbij het blad is als mogelijk, voor een maximale ondersteuning van het werkstuk, zonder dat dit de op- en neerwaartse beweging van de arm belemmert. 3. Draai de knop stevig vast. Om de rechter parallelgeleiding aan te passen (c): 4. Draai de plastic knop (k) los en duw de parallelgeleiding naar rechts. 5. Ga op identieke wijze te werk als bij het aanpassen van de linker parallelgeleiding. WAARSCHUWING: De geleidingsgroeven (zz) kunnen vol raken met zaagsel. Gebruik een stokje of wat perslucht (lage druk) om de geleidingsgroeven vrij te maken. CONTROLEREN EN AANPASSEN VAN DE AFSCHUINHOEK (AFB. 19, 20) 1. Draai de klemschroef van de linker parallelgeleiding (k) los en duw de bovenzijde van de linker parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links. 2. Draai de afschuinklemhendel (p) los en beweeg de zaagarm naar links totdat de hoekpositieaanslag (z) rust op de afstellingsaanslag van de afschuinpositie (aa). Dit is de 45° afschuinpositie. Indien aanpassingen noodzakelijk zijn, gaat u als volgt te werk: 3. Draai de vergrendelmoer (ww) een aantal slagen los en draai de stopschroef voor instellen van de afschuinpositie (aa) naar binnen of buiten totdat de aanwijzer (xx) 45° aangeeft en de hoekpositieaanslag (z) rust op de instellingsaanslag van de afschuinpositie. 4. Draai de vergrendelmoer (ww) stevig vast terwijl u de stopschroef (aa) stil houdt. 5. Om een rechterafschuining van 3° of een linkerafschuining van 48° te krijgen dienen de twee instellingsschroeven te worden aangepast zodat de zaagarm zoveel als nodig bewogen kan worden. BEDIENING EN ZICHTBAARHEID VAN BESCHERMKAP De beschermkap van het blad is zodanig ontworpen dat deze automatisch omhoog komt wanneer de arm naar beneden wordt gebracht en omlaag gaat over het zaagblad wanneer de arm omhoog wordt gedaan. De beschermkap kan handmatig omhoog worden gebracht wanneer u zaagbladen installeert of verwijdert of wanneer u deze inspecteert. BRENG DE BESCHERMKAP VAN HET BLAD NOOIT HANDMATIG OMHOOG TENZIJ DE ZAAGMACHINE UITGESCHAKELD IS. LET OP: Voor het uitvoeren van bepaalde bijzondere zaaghandelingen is het noodzakelijk dat u de beschermkap handmatig omhoog doet. Zie de paragraaf over het zagen van basislijstwerk tot aan 88,9 mm hoog. In de voorzijde van de beschermkap bevindt zich een rooster voor een beter overzicht tijdens het zagen. Hoewel een rooster leidt tot aanzienlijk minder rondvliegende delen, zijn het wel openingen in de beschermkap en moet er dus altijd een veiligheidsbril worden gedragen wanneer er door het rooster wordt gekeken. AUTOMATISCHE ELEKTRISCHE REM Uw zaag is uitgerust met een automatische elektrische remfunctie voor het zaagblad, die het zaagblad tot stilstand brengt binnen 5 seconden nadat de schakelaar is losgelaten. Dit kan niet veranderd worden. Er kunnen zich gevallen voordoen waarbij er na het loslaten van de schakelaar van een vertraging sprake is tot aan het activeren van de remfunctie. In zeldzame gevallen kan het zijn dat de remfunctie helemaal niet wordt ingeschakeld en dat het blad langzaam uitdraait. N EDERLANDS Indien er van vertraging of helemaal geen remfunctie sprake is, zet de zaag dan 4 of 5 maal aan en uit. Indien dit het probleem niet oplost, laat het werktuig dan nakijken door een bevoegd DEWALT-servicecentrum. 1. Maak de hendel voor verstekvergrendeling (e) los en druk op de verstelpal (t) om de verstekarm los te maken. Controleer altijd goed of het zaagblad niet meer draait voordat u het verwijdert uit de zaagsnede. De remfunctie vervangt de beschermkappen niet, en het is voor uw eigen veiligheid belangrijk dat u al uw aandacht besteedt aan de zaag. 3. Plaats het te zagen hout tegen de parallelgeleiding (c, v). BEDIENING 5. Druk de schakelaar (I) in om de motor te starten. Gebruiksaanwijzing 6. Laat de druk op de zaagkop afnemen, zodat het blad door het hout zaagt en de kunststof zaagsnedeplaat (s) binnenkomt. WAARSCHUWING: Neem altijd de veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften in acht. We willen gebruikers in het Verenigd Koninkrijk graag wijzen op de “woodworking machinesregulations 1974” (houtbewerkingsvoorschriften voor apparatuur 1974) en alle hieropvolgende wijzigingen. Voor gebruik • Breng het juiste zaagblad aan. Maak geen gebruik van bladen die overmatig zijn versleten. Het maximale toerental van het werktuig mag niet hoger liggen dan dat van het zaagblad. 2. Stel de verstekgrendel in op 0° en draai de verstekhendel vast. 4. Pak het bedieningshandvat (a) beet en druk de hendel voor vergrendelen van de zaagkop (cc) in om de zaagkop de ontgrendelen. 7. Nadat u het zagen hebt afgerond laat u de schakelaar los en wacht u totdat het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u de kop terugplaatst in de omhoogstaande ruststand. Verticaal zagen met verstek (afb. 1, 2, 24) 1. Maak de hendel voor verstekvergrendeling (e) los en druk op de verstekpal (t). Beweeg de zaagkop naar links of rechts in de gewenste hoek. • Laat het blad onbelemmerd zagen. Niet forceren. 2. De verstekpal zal automatisch geplaatst worden op 10º, 15º, 22,5º, 31,62º en 45º. Indien een hoek tussen bovengenoemde waarden of een hoek van 50º nodig is, houd de zaagkop dan goed vast en vergrendel deze door de hendel voor verstekvergrendeling vast te zetten. • Laat de motor op volle toeren komen vooraleer u tot zagen overgaat. 3. Zorg ervoor dat de hendel voor verstekvergrendeling altijd goed is vergrendeld voordat u begint met zagen. • Zorg ervoor dat alle vergrendelknoppen en klemhendels goed vastgedraaid zijn. 4. Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen. • Probeer niet om extreem kleine stukken te zagen. • Zet het werkstuk goed vast. • Hoewel deze zaag hout en veel niet-ijzerhoudende metalen zaagt, wordt in deze handleiding alleen ingegaan op het zagen van hout. Dezelfde richtlijnen gelden voor de andere materialen. Zaag geen ijzerhoudende (ijzer en staal) materialen of steen met deze zaag! Gebruik geen slijpschijven! • Maak altijd gebruik van de zaagsnedeplaat. Maak geen gebruik van het apparaat als de zaagsnede breder is dan 10 mm. Aan- en uitzetten (afb. 21) Er bevindt zich een opening (y) in de aan-/uitschakelaar (I) waarin u een slot kunt steken om het werktuig mee af te sluiten. 1. Om het werktuig te gebruiken drukt u de aan-/uitschakelaar in (I). 2. Om het werktuig te stoppen, laat u de schakelaar los. WAARSCHUWING: Wanneer u het eind van een stuk hout verstekzaagt en een klein deel verwijdert, positioneer het hout dan zodanig dat het afgezaagde deel zich aan de kant van het blad bevindt met de grotere hoek ten opzichte van de parallelgeleiding: oftewel verstek aan de linkerzijde, deel rechts verwijderen - verstek aan de rechterzijde, deel links verwijderen. Afschuinen (afb. 1, 2, 25) Afschuinhoeken kunnen worden ingesteld vanaf 3º rechts tot aan 48° links en kunnen worden gezaagd met de verstekarm ingesteld op waarden tussen nul en een maximale verstekpositie van 45° rechts of links. 1. Draai de klemschroef van de linker parallelgeleiding (k) los en duw de bovenzijde van de linker parallelgeleiding (v) zo ver mogelijk naar links. Draai de klemschroef voor afschuininstelling (p) los en stel de afschuining in zoals u wilt. Positie van lichaam en handen 2. Draai de klemschroef voor afschuininstelling (p) stevig vast. Wanneer u uw lichaam en handen correct positioneert bij gebruik van de verstekzaag, zal het zagen eenvoudiger, preciezer en veiliger worden. 3. Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen. • Plaats uw handen nooit in de buurt van het zaaggebied. • Plaats uw handen niet dichter bij het blad dan 150 mm. • Houd het werkstuk goed op de tafel en tegen de parallelgeleiding bij het zagen. Houd uw handen op hun plaats totdat u de schakelaar hebt losgelaten en totdat het blad volledig tot stilstand is gekomen. • Draai het zaagblad altijd eerst zonder stroom voordat u overgaat tot het daadwerkelijke zagen, zodat u de baan van het zaagblad kunt controleren. • Kruis uw handen niet. • Blijf met beide voeten stevig op de grond staan en bewaar zorgvuldig uw evenwicht. • Volg de zaagarm terwijl u deze naar links en rechts beweegt en sta enigszins aan de zijkant van het zaagblad. • Kijk door het rooster van de beschermkap wanneer u een potloodlijn volgt. BASIS ZAAGSNEDEN Verticale rechte afkortsnede (afb. 1, 2, 23) LET OP: Gebruik altijd de zaagbladen van 250 mm in combinatie met de moeropeningen van 30 mm om de gewenste zaagcapaciteiten te verkrijgen. Kwaliteit van het zagen De gladheid van zaagresultaten hangt af van een aantal variabelen, bijvoorbeeld het te zagen materiaal. Wanneer zeer gladde resultaten nodig zijn voor lijstwerk en ander precisiewerk, zullen een scherp blad (60-tandscarbide) en een lager, gelijkblijvend toerental leiden tot de gewenste eindresultaten. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het materiaal niet langzaam vooruit beweegt tijdens het zagen: klem het stevig vast. Laat het blad altijd volledig tot stilstand komen voordat u de arm omhoog brengt. Indien kleine deeltjes hout nog steeds aan de achterzijde van het werkstuk springen, plak dan een stuk plakband op het hout waar u van plan bent te zagen. Zaag door het plakband en verwijder dit voorzichtig wanneer u klaar bent. Het vastklemmen van het werkstuk (afb. 3) 1. Klem het hout aan de zaag indien dit mogelijk is. 2. Voor de beste resultaten gebruikt u de klem (gg) die is gemaakt voor gebruik in combinatie met uw zaag. Klem het werkstuk tegen de parallelgeleiding indien dit mogelijk is. U kunt beide zijden van het zaagblad gebruiken voor vastklemmen. Vergeet niet uw klem te plaatsen tegen een solide, vlak oppervlak van parallelgeleiding. WAARSCHUWING: Gebruik altijd een materiaalklem wanneer u niet-ijzerhoudende metalen zaagt. 67 N ED E R L A ND S HET GEBRUIKEN VAN DE AFSCHUININGSINSTELLINGEN 75 20 25 30 35 40 45 VIERZIJDIGE SQUARE DOOS BOX 65 70 85 80 15 40 50 55 60 40 35 45 35 6-KANTIGE DOOS 6 SIDED BOX 40 30 35 70 75 80 85 30 30 65 25 50 20 45 70 20 25 65 85 55 60 25 55 35 50 15 15 30 40 15 25 35 10 20 40 45 Probeer een aantal eenvoudige projecten uit met afvalhout totdat u uw zaag goed “aanvoelt”. Uw zaag is het perfecte werktuig voor het verstekzagen van hoeken, zoals die wordt getoond in afbeelding 26. De getoonde verbinding is gemaakt met behulp van de afschuiningsinstellingen. 10 60 SIERLIJSTWERK EN ANDERE LIJSTEN 5 80 Het zagen van fotolijsten, overige lijsten en andere projecten met vier zijdes (afb. 26, 27) 0 75 2. Voor de beste eindresultaten maakt u gebruik van de verlengsteun (jj) om de breedte van de tafel van uw zaag uit te breiden (optioneel verkrijgbaar bij uw dealer). Ondersteun lange werkstukken met behulp van handige hulpmiddelen, zoals ondersteunende constructies of gelijkaardige hulpmiddelen die het vallen van de uiteinden voorkomen. 45 30 8-KANTIGE 8 SIDED BOX 10 15 20 15 5 10 20 25 DOOS 10 5 5 10 5 5 0 5 10 15 20 HOEK VANANGLE ZIJKANT VANOF DEBOX DOOS (HOEK “A”) OF SIDE (ANGLE"A") 1. Ondersteun altijd lange stukken. STEL DEZESET VERSTEKZAAGHOEK DE ZAAG IN THIS MITER ANGLE ONOP SAW Ondersteuning voor lange stukken (afb. 3) 25 30 35 40 45 Het afschuinen van de twee planken wordt ingesteld op 45° voor beide, wat leidt tot een hoek van 90°. De verstekarm is vergrendeld in de nulstand. Het hout is geplaatst met de brede, platte zijde tegen de tafel en de smalle zijde tegen de parallelgeleiding. • Stel uw zaag in op de voorgeschreven hoeken en test het zagen vooraf een aantal keren uit. HET GEBRUIKEN VAN DE VERSTEKINSTELLINGEN • Oefen het samenvoegen van de gezagen stukken. Dezelfde snede kan worden uitgevoerd door rechts en links verstekzagen met de brede zijde tegen de parallelgeleiding. • Bijvoorbeeld: om een doos met vier zijdes te maken met uitwendige hoeken van 25° (hoek “A”) (afb. 29), gebruikt u de boog aan de rechterbovenzijde. Zoek 25° op de boogschaal. Volg de horizontale snijlijn naar de zijkant om de verstekhoekinstelling op de zaag te vinden (23°). Op identieke wijze volgt u de verticale snijdlijn naar de boven- of onderzijde om de afschuinhoekinstelling voor de zaag te vinden (40°). Probeer altijd het zagen uit op wat afvalhout om de instellingen van de zaag te controleren. De twee tekeningen (afb. 26, 27) zijn alleen voor vierzijdige objecten. Met het veranderen van het aantal zijdes, veranderen de verstek- en afschuinhoeken eveneens. De onderstaande tabel geeft u de juiste hoeken voor een reeks vormen, waarbij ervan wordt uitgegaan dat alle zijdes even lang zijn. Voor een vorm die niet is opgenomen in de tabel deelt u 180° door het aantal zijdes om de verstek- of afschuinhoek te bepalen. Aantal zijden 4 5 6 7 8 9 10 Hoek van verstek of afschuinen 45° 36° 30° 25,7° 22,5° 20° 18° Samengesteld verstekzagen (afb. 26-29) Samengesteld verstekzagen gebeurt met behulp van een verstekhoek (afb. 27) en een afschuinhoek (afb. 26) tegelijkertijd. Dit type zagen wordt gebruikt om lijstwerk of dozen te maken met schuine zijdes, zoals wordt getoond in afbeelding 28. WAARSCHUWING: Indien de zaaghoek verschilt bij iedere keer zagen, controleer dan of de afschuinklem en de verstekvergrendeling goed zijn vastgezet. Deze knoppen dienen telkens wanneer verstek- of afschuininstellingen zijn gewijzigd, te worden vastgezet. • De onderstaande kaart helpt u bij het selecteren van de juiste afschuin- en verstekinstellingen voor veel voorkomend samengesteld verstekzagen. Om de kaart de gebruiken selecteert u de gewenste hoek “A” (afb. 29) van uw project en zoekt u naar deze hoek op de desbetreffende boog in de kaart. Vanaf dat punt volgt u de kaart recht naar beneden om de juiste afschuinhoek te vinden en recht horizontaal om de juiste verstekhoek te vinden. STEL DEZE SET SCHUINE HOEK OP DE THIS BEVEL ANGLE ONZAAG SAW IN Noniusschaal (afb. 30–32) Uw zaag is uitgerust met een noniusschaal voor extra precisie. Voor instellingen waarbij deelgraden noodzakelijk zijn (1/4°, 1/2°, 3/4°), kunt u met de noniusschaal op precieze wijze verstekhoeken instellen op de dichtstbijzijnde 1/4° (15 minuten). Volg de onderstaande stappen wanneer u gebruik wilt maken van de noniusschaal. Neem als voorbeeld aan dat de verstekhoek die u nodig hebt 24-1/4° rechts is. • Zet de verstekzaag uit. • Stel de verstekhoek in op de door u gewenste dichtstbijzijnde hele graad door het centrale punt van de noniusschaal op gelijke hoogte te brengen met de hele graadwaarde die wordt aangegeven op de verstekschaal, zoals wordt aangegeven in afbeelding 30. Bekijk de afbeelding 31 zorgvuldig: de vertoonde instelling is een rechter verstekhoek van 24°. • Om de bijkomende 1/4° in te stellen drukt u de verstekarmvergrendeling in en beweegt u de arm voorzichtig naar rechts totdat de 1/4° noniusmarkering op gelijke hoogte is als de dichtstbijzijnde graadmarkering op de verstekschaal. In dit voorbeeld is de dichtstbijzijnde graadmarkering op de verstekschaal toevalligerwijs 25°. Afbeelding 32 toont een instelling van een rechter verstekhoek van 24-1/4°. • Voor een verstekhoek naar rechts: – laat de verstekhoek toenemen door de arm zo te bewegen dat deze op gelijke hoogte is met de desbetreffende noniusmarkering met de dichtstbijzijnde markering op de verstekschaal aan de rechterzijde. – laat de verstekhoek afnemen door de arm zo te bewegen dat deze op gelijke hoogte is met de desbetreffende noniusmarkering met de dichtstbijzijnde markering op de verstekschaal aan de linkerzijde. • Voor een verstekhoek naar links: – laat de verstekhoek toenemen door de arm zo te bewegen dat deze op gelijke hoogte is met de desbetreffende noniusmarkering met de dichtstbijzijnde markering op de verstekschaal aan de linkerzijde. – laat de verstekhoek afnemen door de arm zo te bewegen dat deze op gelijke hoogte is met de desbetreffende noniusmarkering met de dichtstbijzijnde markering op de verstekschaal aan de rechterzijde. 68 N EDERLANDS Zagen van basislijstwerk GEBOGEN MATERIAAL Het zagen van basislijstwerk wordt gedaan met een afschuinhoek van 45°. Wanneer u gebogen materiaal zaagt dan plaatst u dit altijd zoals wordt getoond in afbeelding 34 en nooit zoals wordt getoond in afbeelding 35. Het onjuist plaatsen van het materiaal zal ertoe leiden dat het zaagblad vastloopt vlak voor de zaaghandeling is afgerond. • Probeer altijd eerst het zaagblad zonder stroom voordat u daadwerkelijk begint met zagen. • Al het zagen gebeurt met de achterzijde van het lijstwerk plat op de zaag. BINNENHOEK Linkerzijde 1. Plaats het lijstwerk met de top van het lijstwerk tegen de parallelgeleiding. 2. Bewaar de linkerzijde van wat u hebt gezaagd. Rechterzijde 1. Plaats het lijstwerk met de bodem van het lijstwerk tegen de parallelgeleiding. 2. Bewaar de linkerzijde van wat u hebt gezaagd. HET ZAGEN VAN KUNSTSTOF PIJPEN OF ANDERE RONDE MATERIALEN Kunststof pijpen kunnen op eenvoudige wijze met uw zaag worden gezaagd. Ze worden op identieke wijze als hout gezaagd en worden vastgeklemd of stevig vastgehouden tegen de parallelgeleiding, zodat ze niet wegrollen. Dit is zeer belangrijk wanneer u in een hoek zaagt. HET ZAGEN VAN GROOT MATERIAAL Zo nu en dan is een stuk hout te groot en past het niet onder de beschermkap van het blad. U kunt wat extra hoogte verkrijgen door de beschermkap weg te draaien, zoals wordt getoond in afbeelding 36. Vermijd dit zoveel mogelijk, maar indien dit wel noodzakelijk is, zal de zaag op juiste wijze werken en hebt u meer ruimte om te zagen. BIND OF PLAK DE BESCHERMKAP NOOIT VAST EN HOUD DEZE NOOIT OP EEN ANDERE WIJZE OPEN BIJ HET BEDIENEN VAN DEZE ZAAG. BUITENHOEK Linkerzijde 1. Plaats het lijstwerk met de bodem van het lijstwerk tegen de parallelgeleiding. 2. Bewaar de rechterzijde van wat u hebt gezaagd. Rechterzijde 1. Plaats het lijstwerk met de top van het lijstwerk tegen de parallelgeleiding. 2 Bewaar de rechterzijde van wat u hebt gezaagd. Het zagen van kroonlijstwerk Het zagen van kroonlijstwerk wordt gedaan met behulp van samengesteld verstekzagen. Om optimale precisie te bereiken dient uw zaag van tevoren afgesteld te zijn op hoeken van 31,62° verstek 33,85° schuin. Deze instellingen zijn voor standaard kroonlijstwerk met hoeken van 52° aan de bovenzijde en van 38° aan de onderzijde. • Test het eerst met behulp van afvalmateriaal voordat u aan het uiteindelijke zagen begint. • Al het zagen gebeurt met een linkse afschuining en met de achterzijde van het lijstwerk tegen het basisdeel. BINNENHOEK Linkerzijde 1. Bovenzijde van het lijstwerk tegen de parallelgeleiding. 2. Verstek rechts. Stofafvoer (Afb. 2, 3) • Breng de stofzak (ff) aan op de stoftuit (nn). Breng een stofverzamelsysteem aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante voorschriften. De luchtsnelheid van externe verbonden systemen dient 20 m/s ±2 m/s te zijn. De snelheid dient te worden opgemeten in de verbindingsbuis op het punt waar deze wordt verbonden, waarbij het werktuig wel is verbonden maar niet aan staat. Vervoer (afb. 4) Aan de bovenzijde van de zaagarm is een draaghendel (a) aangebracht, zodat u de verstekzaag gemakkelijk kunt dragen. • Duw de arm omlaag en druk op de vergrendelborgpin (o) bij het vervoeren van de zaag. • Gebruik altijd de draaghendel (a) of de handinkepingen (r), zoals wordt getoond in afbeelding 4, om de zaag te vervoeren. ONDERHOUD Uw elektrisch gereedschap van DEWALT is ontworpen om gedurende een lange periode te werken met een minimum aan onderhoud. Een permanente goede werking is afhankelijk van goed onderhoud en een regelmatige reiniging van het gereedschap. WAARSCHUWING: Om het risico van letsel te verminderen, moet u de unit uitzetten en de stekker van de machine uit het stopcontact halen vóór de installatie en verwijdering van toebehoren, vóór het aanpassen of veranderen van instellingen of als u reparaties uitvoert. Controleer of de triggerschakelaar in de UITpositie staat. Een toevallige activering kan verwondingen veroorzaken. 3. Bewaar de linkerzijde van wat u hebt gezaagd. Rechterzijde 4. Onderzijde van het lijstwerk tegen de parallelgeleiding. 5. Verstek links. 6. Bewaar de linkerzijde van wat u hebt gezaagd. BUITENHOEK Linkerzijde 1. Onderzijde van het lijstwerk tegen de parallelgeleiding. 2. Verstek links. 3. Bewaar de linkerzijde van wat u hebt gezaagd. Rechterzijde 4. Bovenzijde van het lijstwerk tegen de parallelgeleiding. Smering Dichte, vetgesloten kogellagers worden in de hele machine gebruikt. Deze kogellagers zijn in de fabriek gevuld met voldoende smering voor de hele gebruiksduur van de cirkelzaag. 5. Verstek rechts. 6. Bewaar de rechterzijde van wat u hebt gezaagd. Speciale zaagprojecten • Al het zagen wordt uitgevoerd met het materiaal goed op de tafel en tegen de parallelgeleiding. Zorg ervoor dat het werkstuk goed vastligt. Reinigen WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit de behuizing, aangezien vuil zich vaak zichtbaar opstapelt in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het uitvoeren van deze procedure. 69 N ED E R L A ND S WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere ruwe chemicaliën voor het reinigen van de nietmetalen onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën kunnen de materialen die in deze onderdelen gebruikt worden, verzwakken. Gebruik een doek alleen bevochtigd met water en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in het gereedschap lopen en dompel nooit enig deel van het gereedschap onder in vloeistof. WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig de bovenzijde van de tafel. WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig het stofverzamelsysteem. Optionele accessoires WAARSCHUWING: Omdat hulpstukken, behalve die van DEWALT, niet zijn getest in combinatie met dit product, kan het gebruik van dergelijke hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het risico van letsel te beperken, mogen bij dit product uitsluitend accessoires worden gebruikt die zijn aanbevolen door DEWALT. LASERWAARSCHUWING: LASERSTRALING: KIJK NIET RECHTSREEKS NAAR DE STRAAL KLASSE 2 LASERPRODUCT MAXIMALE STROOMVERMOGEN <1MW @ 630 NM – 680 NM IEC 60825-1 +A1, +A2:2002 LED WERKLICHT WAARSCHUWING: LED STRALING: KIJK NIET RECHTSREEKS NAAR DE STRAAL KLASSE 2 LEDPRODUCT MAXIMALE STROOMVERMOGEN P = 9,2 mW: piek = 456 nm IEC 60825-1:1:1993; +A1:1997; +A2:2001 Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie over de geschikte hulpstukken en accessoires. Milieubescherming Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale huishoudafval worden gegooid. Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden. Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen. Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling voor elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper wanneer u een nieuw product koopt. DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen. U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU.com. 70 GARANTIE • 30 DAGEN GEEN RISICO TEVREDENHEIDSGARANTIE • Indien uw DEWALT-machine, om welke reden dan ook, niet geheel aan uw verwachtingen voldoet, brengt u de machine dan compleet zoals bij de aankoop en binnen de 30 dagen terug naar het erkend DEWALT verkooppunt waar u het toestel heeft gekocht, samen met uw aankoopbewijs. U ontvangt een nieuw toestel of het aankoopbedrag wordt terugbetaald. • EEN JAAR GRATIS SERVICECONTRACT • Als u onderhoud of service nodig hebt voor uw DEWALT werktuig binnen de 12 maanden na uw aankoop, zal dit gratis worden geleverd bij een bevoegde DEWALT reparateur. U dient een aankoopbewijs voor te leggen. Dit omvat werkuren en vervangingsonderdelen voor elektrisch gereedschap. Dit omvat geen toebehoren. • EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE • Als uw DEWALT product gebreken vertoont die te wijten zijn aan slechte materialen of vakmanschap binnen 12 maanden na aankoop, garanderen wij dat we alle defectieve onderdelen gratis zullen vervangen of, naar onze keuze, de eenheid gratis zullen vervangen mits: • Het product niet verkeerd werd gebruikt. • Onbevoegde personen niet getracht hebben herstellingen uit te voeren. • Bewijs van aankoop is geleverd. Deze garantie wordt aangeboden als een extra voordeel en vormt een aanvulling op de wettelijke rechten van klanten. Voor het adres van uw dichtstbijzijnde erkende DEWALT reparateur verwijzen we naar het telefoonnummer op de achterzijde van deze handleiding. Of u kunt een lijst met bevoegde DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU.com.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128

DeWalt DW713 Handleiding

Categorie
Cirkelzagen
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor