NEDERLANDSnl
16
inzetgereedschap heeft gecontroleerd en
ingebracht, zorg er dan voor dat u en eventuele
andere personen in de buurt buiten het bereik
van het roterende inzetgereedschap blijven en
laat het apparaat een minuut lang draaien op
het hoogste toerental. In deze testperiode breekt
beschadigd inzetgereedschap meestal.
h) Draag persoonlijke beschermingsmiddelen.
Draag afhankelijk van de toepassing volledige
gezichtsbescherming, oogbescherming of een
veiligheidsbril. Draag zo nodig een stofmasker,
gehoorbescherming,
veiligheidshandschoenen of een speciale
schort, die u bescherming bieden tegen kleine
slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen
tegen rondvliegende deeltjes, die bij verschillende
toepassingen ontstaan, beschermd te worden.
Stof- of adembeschermingsmaskers dienen het
stof dat bij de toepassing ontstaat te filteren.
Wanneer u lang aan hard geluid wordt blootgesteld,
kan uw gehoor beschadigd raken.
i) Let erop dat andere personen zich op een
veilige afstand van uw werkgebied bevinden.
Iedereen die het werkgebied betreedt, dient
persoonlijke beschermingsmiddelen te
dragen. Brokstukken van het werkstuk of gebroken
inzetgereedschap kunnen wegvliegen en ook
buiten het directe werkgebied letsel veroorzaken.
j) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad.
k) Gebruik uitsluitend de voor uw beschermkap
toegestane slijpmiddelen. Slijpmiddelen die niet
bestemd zijn voor de beschermkap kunnen niet
voldoende worden afgeschermd en zijn onveilig.
l) De beschermkap dient veilig op het
elektrische gereedschap te zijn aangebracht.
Het elektrisch gereedschap altijd zo geleiden
dat het slijplichaam niet open naar de
gebruiker wijst. De beschermkap beschermt de
gebruiker tegen brokstukken, toevallig contact met
het slijplichaam en vonken, waardoor kleding vlam
kan vatten.
m) De slijpmiddelen mogen alleen worden
gebruikt voor de aanbevolen
gebruiksmogelijkheden.
3.2 Speciale veiligheidsinstructies voor het
slijpen met diamantkomschijven:
d) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in
de juiste grootte en vorm voor het door u
gekozen inzetgereedschap. Geschikte flenzen
ondersteunen het inzetgereedschap.
3.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren met zandpapier:
a) Gebruik geen schuurbladen met te grote
afmetingen, maar houd u met betrekking tot de
grootte van de schuurbladen aan de opgaven
van de fabrikant. Schuurbladen die over de
steunschijf uitsteken kunnen letsel veroorzaken en
leiden tot het blokkeren of scheuren van de
schuurbladen of een terugslag.
3.4 Overige veiligheidsinstructies:
WAARSCHUWING – Draag altijd een
veiligheidsbril.
Draag een geschikt stofmasker.
Gebruik geen gebonden schijven.
Neem de opgaven van de fabrikant van het
inzetgereedschap of de toebehoren in acht! Zorg
ervoor dat inzetgereedschap beschermd is tegen
vet en stoten!
Inzetgereedschap dient zorgvuldig, volgens de
aanwijzingen van de fabrikant, te worden bewaard
en gebruikt.
Kleine werkstukken bevestigen. Bijv. in een
bankschroef spannen.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bv. met behulp van
spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen
voldoende te worden ondersteund.
Beschadigde, onronde resp. trillende
gereedschappen mogen niet gebruikt worden.
Alleen inzetgereedschap gebruiken waar de
borstels van de beschermkap bovenuit steken.
Zorg er (bijv. met behulp van een metaaldetector)
voor dat zich op de plaats die bewerkt moet worden,
geen stroom-, water- of gasleidingen bevinden.
De stekker uit het stopcontact halen voordat er
instellings-, ombouw- of
onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Neem hierbij de gebruikershandleiding van de
betreffende haakse slijper in acht.
De stofbelasting verminderen:
Stofdeeltjes die tijdens het werken met deze
machine ontstaan, kunnen stoffen bevatten
die kanker, allergische reacties, aandoeningen aan
de luchtwegen, aangeboren afwijkingen of andere
voortplantingsproblemen kunnen veroorzaken.
Enkele voorbeelden van deze stoffen zijn: lood (in
loodhoudende verf), mineraal stof (uit bakstenen,
beton e.d.), additieven voor de behandeling van
hout (chromaat, houtbeschermingsmiddelen),
enkele houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof),
asbest.
Het risico is afhankelijk van het feit hoe lang de
gebruiker of in de buurt aanwezige personen aan de
stofbelasting worden blootgesteld.
Deze stofdeeltjes mogen niet in het lichaam
terechtkomen.
Om de belasting met deze stoffen te verminderen:
zorg voor een goede ventilatie van de werkplek en
draag geschikte beschermingsmiddelen, zoals bv.
stofmaskers die in staat zijn om de microscopisch
kleine stofdeeltjes uit de lucht te filteren.
Neem de voor uw materiaal, personeel,
toepassingsgeval en locatie geldende richtlijnen in
acht (bv. arbeidsveiligheidsbepalingen,
afvalbehandeling).