Pagina wordt geladen...
Gefeliciteerd met uw aankoop en welkom bij Philips AVENT! Als u volledig wilt proteren van de
ondersteuning die Philips AVENT biedt, registreer uw product dan op www.philips.com/welcome.
Philips AVENT spant zich in om zorgzame, betrouwbare producten te maken die ouders de
gerustheid geven die ze nodig hebben. Met deze Philips AVENT-babyfoon kunt u in en om het huis
uw baby horen. Dankzij de zestien verschillende kanaalopties wordt interferentie tot een minimum
beperkt en bent u zeker van een betrouwbare ontvangst, waardoor u altijd contact hebt met uw
baby.
Aan/uitknop
Nachtlampje
Aansluitopening voor kleine stekker
Adapter
Microfoon
Kleine stekker
Aan-lampje
Regelaar microfoongevoeligheid
Kanaalselectieknop
Deksel van vak voor niet-oplaadbare batterijen
Niet-oplaadbare batterijen (niet bijgeleverd)
Geluidsniveaulampjes
Luidspreker
Adapter
Kleine stekker
Oplader
Oplaadlampje
Aansluitopening voor kleine stekker
LINK-lampje
Volumeregelaar met aan/uitfunctie
Aan-lampje
Kanaalselectieknop
Deksel van vak voor accupak
Schakelaar voor verbindingsalarm
Accupak (bijgeleverd)
Riemclip
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar de
gebruiksaanwijzing om deze indien nodig te kunnen raadplegen.
- Dompel geen enkel deel van de babyfoon in water of een andere vloeistof.
- Controleer of het voltage dat is aangegeven op de adapters van de babyunit en de oplader van
de ouderunit overeenkomt met de plaatselijke netspanning voordat u de babyunit en de
oplader van de ouderunit aansluit.
- Gebruik alleen de bijgeleverde adapter om de babyunit aan te sluiten op netspanning.
- Gebruik alleen de bijgeleverde adapter en oplader om de ouderunit op te laden.
89
- De adapters bevatten een transformator. Knip de adapters niet af om deze te vervangen door
andere stekkers, omdat dit een gevaarlijke situatie oplevert.
- Indien de adapter van de babyunit beschadigd is, laat deze dan altijd vervangen door een
adapter van het oorspronkelijke type om gevaar te voorkomen. Zie hoofdstuk ‘Vervangen’ voor
het goede type.
- Indien de oplader of de adapter van de ouderunit beschadigd is, laat deze dan altijd vervangen
door een adapter van het oorspronkelijke type om gevaar te voorkomen. Zie hoofdstuk
‘Vervangen’ voor het goede type.
- Gebruik de babyfoon niet in een vochtige omgeving of nabij water.
- Maak de behuizing van de babyunit en de ouderunit niet open, behalve het vak voor de niet-
oplaadbare batterijen of het accupak, om elektrische schokken te voorkomen.
- Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met
verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens, of die gebrek aan ervaring of
kennis hebben, tenzij iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid toezicht op hen houdt
of hen heeft uitgelegd hoe het apparaat dient te worden gebruikt.
- Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
- De babyfoon heeft een bereik van 200 meter in de open lucht. Dit bereik kan, afhankelijk van de
omgeving en andere storingsfactoren, kleiner zijn (zie ‘Bereik’ in hoofdstuk ‘Het apparaat
gebruiken’).
- Gebruik en bewaar het apparaat bij een temperatuur tussen 10°C en 40°C.
- Stel de babyunit en de ouderunit niet bloot aan extreem hoge of lage temperaturen of direct
zonlicht.
- Zorg ervoor dat de babyunit en het snoer altijd buiten het bereik van de baby blijven (ten
minste 1 meter verwijderd).
- Plaats de babyunit niet in het bed of de box van de baby.
- Dek de ouderunit en de babyunit nooit af (bijvoorbeeld met een handdoek of een deken).
- Plaats altijd niet-oplaadbare batterijen van het juiste type in de babyunit.
- Plaats altijd een accupak van het juiste type in de ouderunit.
- Deze babyfoon is bedoeld als hulpmiddel. Het is geen vervanging voor verantwoordelijk en
degelijk toezicht door volwassenen en moet niet als zodanig worden gebruikt.
Dit Philips AVENT-apparaat voldoet aan alle richtlijnen met betrekking tot elektromagnetische
velden (EMV). Mits het apparaat op de juiste wijze en volgens de instructies in deze
gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, is het veilig te gebruiken volgens het nu beschikbare
wetenschappelijke bewijs.
U kunt de babyunit gebruiken door deze aan te sluiten op netspanning of door gebruik te maken
van niet-oplaadbare batterijen. Zelfs indien u van plan bent de babyunit op netspanning te laten
werken, raden we u aan niet-oplaadbare batterijen in het batterijvak te plaatsen. Hierdoor blijft de
babyunit werken wanneer de stroom uitvalt.
1 Steek de kleine stekker in de babyunit en steek de adapter in een stopcontact (g. 2).
, Het aan-lampje gaat branden.
90
De babyunit werkt op vier 1,5V R6 AA-batterijen (niet bijgeleverd). We raden u sterk aan om
Philips LR6 PowerLife-batterijen te gebruiken.
Gebruik geen oplaadbare batterijen, want de babyunit heeft geen oplaadfunctie.
Trek de stekker van de babyunit uit het stopcontact en zorg ervoor dat uw handen en de unit
droog zijn wanneer u de niet-oplaadbare batterijen plaatst.
1 Steek een munt of schroevendraaier in de gleuf van de vergrendelknop (1), draai de
vergrendelknop naar links (2) en verwijder het deksel (g. 3).
2 Plaats vier niet-oplaadbare batterijen (g. 4).
Opmerking: Zorg ervoor dat de + en - polen van de batterijen in de juiste richting wijzen.
3 Plaats het deksel terug en draai de vergrendelknop met een munt of schroevendraaier naar
rechts.
Opmerking: Als de batterijen bijna leeg zijn, gaat het aan-lampje op de babyunit rood knipperen.
De ouderunit werkt op een accupak (bijgeleverd).
Laad de ouderunit voor gebruik op als u deze voor de eerste keer gaat gebruiken of als het aan-
lampje op de ouderunit rood knippert om aan te geven dat het accupak bijna leeg is.
1 Schuif het deksel van het vak voor het accupak omlaag om het te verwijderen (g. 5).
2 Steek de stekker van het accupak in de aansluiting in het vak (1). Plaats vervolgens het
accupak in het vak (2) (g. 6).
Zorg ervoor dat uw handen en de unit droog zijn wanneer u het accupak plaatst.
3 Schuif het deksel terug op de ouderunit.
4 Plaats de ouderunit in de oplader (1), steek de kleine stekker in de oplader en steek de
adapter in een stopcontact (2) (g. 7).
, Tijdens het opladen brandt het rode oplaadlampje op de oplader ononderbroken.
5 Laat de ouderunit aangesloten op netspanning tot het accupak helemaal is opgeladen.
, Als het accupak volledig is opgeladen, dimt het oplaadlampje geleidelijk.
- Wanneer u de ouderunit voor de eerste keer oplaadt of nadat u deze een lange periode niet
hebt gebruikt, schakel de ouderunit dan uit en laat deze minimaal 14 uur ononderbroken
opladen.
- Wanneer het accupak volledig is opgeladen, kunt u de ouderunit uit de oplader nemen en deze
minstens 10 uur snoerloos gebruiken.
Opmerking: Wanneer de ouderunit voor het eerst wordt opgeladen, is de gebruikstijd minder dan 10 uur.
Het accupak bereikt zijn maximale capaciteit pas nadat het drie keer opgeladen en leeg is geweest.
Opmerking: Als het accupak bijna leeg is, knippert het aan-lampje op de ouderunit rood.
Opmerking: Wanneer het accupak geheel leeg is, schakelt de ouderunit automatisch uit en wordt het
contact met de babyunit verbroken.
Opmerking: Wanneer de ouderunit niet op netspanning is aangesloten, loopt het accupak geleidelijk leeg,
zelfs als de ouderunit is uitgeschakeld.
91
1 Plaats de twee units in dezelfde ruimte om de verbinding te testen (g. 8).
Zorg dat de beide units ten minste 1 meter uit elkaar staan.
2 Houd de aan/uitknop 3 op de babyunit ingedrukt tot het groene aan-lampje gaat
branden. (g. 9)
3 Draai aan de volumeregelaar om de ouderunit in te schakelen en om het gewenste
volumeniveau in te stellen (g. 10).
, Het groene aan-lampje gaat branden.
, Het LINK-lampje op de ouderunit knippert groen tot er verbinding is. Dit duurt maximaal 30
seconden. Daarna brandt het LINK-lampje op de ouderunit continu groen.
Opmerking: Als er geen verbinding tot stand kan worden gebracht, knippert het LINK-lampje op de
ouderunit rood.
4 Zorg dat de babyunit ten minste 1 meter van uw baby verwijderd is (g. 11).
5 Plaats de ouderunit binnen het bereik van de babyunit. Zorg ervoor dat de ouderunit ten
minste 1 meter van de babyunit verwijderd is. Zie ‘Bereik’ hieronder voor meer informatie
over het bereik (g. 12).
Het bereik van de babyfoon is 200 meter in de open lucht. Dit bereik kan, afhankelijk van de
omgeving en andere storingsfactoren, kleiner zijn.
Droge materialen Dikte van het materiaal Vermindering bereik
Hout, pleisterwerk, gipsplaat, glas
(zonder metaal, bedrading of lood)
< 30 cm 0-10%
Steen, triplex < 30 cm 5-35%
Gewapend beton < 30 cm 30-100%
Metalen roosters of stangen < 1 cm 90-100%
Metaal- of aluminiumplaten < 1 cm 100%
Voor natte en vochtige materialen kan het bereikverlies oplopen tot 100%.
De ouderunit heeft een LINK-lampje dat u continu informeert over de status van de verbinding
tussen de babyunit en de ouderunit. U kunt op de ouderunit een alarm instellen om u te
waarschuwen als de verbinding wordt verbroken. Als de verbinding wordt verbroken, piept de
ouderunit en knippert het LINK-lampje rood.
1 Schuif het deksel van het vak voor het accupak omlaag om het te verwijderen (g. 5).
2 Verwijder het accupak uit het vak (1) en haal de stekker uit de aansluiting (2) (g. 13).
3 Zet de schakelaar voor het verbindingsalarm in het vak op de stand ‘aan’ (g. 14).
- Als u het alarm wilt uitschakelen, zet u de schakelaar voor het verbindingsalarm op de stand
‘uit’ (g. 15).
4 Schuif het deksel terug op de ouderunit.
92
Met de regelaar voor de microfoongevoeligheid op de babyunit kunt u het gewenste niveau instellen
voor het geluid dat door de microfoon moet worden opgemerkt: laag, middel of hoog. Als de
microfoongevoeligheid op ‘hoog’ staat, worden alle geluiden door de babyunit opgemerkt.
Opmerking: De gevoeligheid van de babyunit kan alleen worden gewijzigd indien er verbinding is tussen
de babyunit en de ouderunit.
1 Zet de regelaar voor de microfoongevoeligheid op het gewenste niveau (g. 16).
, Het aan-lampje op de babyunit wordt geel wanneer er geluid wordt verzonden (g. 17).
Opmerking: U kunt uw eigen stem gebruiken om de microfoongevoeligheid te testen.
Opmerking: Als het microfoongevoeligheidsniveau van de babyunit op ‘hoog’ wordt ingesteld, vangt de unit
meer geluiden op en zendt deze vaker een signaal uit. Hierdoor verbruiken de units meer energie.
U kunt het volume op de ouderunit aanpassen aan uw omgeving.
1 Draai de volumeregelaar van de ouderunit naar het gewenste niveau (g. 18).
Opmerking: Als op de ouderunit een hoog volume wordt ingesteld, verbruikt deze meer stroom.
De ouderunit controleert continu het geluidsniveau in de babykamer en de geluidsniveaulampjes
laten u weten of er sprake is van enige activiteit. Wanneer uw baby huilt, gaan de
geluidsniveaulampjes op de ouderunit branden.
- Als de babyunit geen geluid opvangt, zijn alle geluidsniveaulampjes op de ouderunit uit.
- Als de babyunit geluid opvangt, gaan een of meerdere geluidsniveaulampjes op de ouderunit
branden. Het aantal lampjes dat gaat branden, is afhankelijk van de sterkte van het geluid dat de
babyunit opvangt.
- De geluidsniveaulampjes werken ook als de ouderunit op een laag volume is ingesteld.
De babyunit heeft een nachtlampje dat zacht brandt om uw baby weer in slaap te sussen.
1 Druk op het nachtlampje van de babyunit om het in en uit te schakelen (g. 19).
Zorg er altijd voor dat de kanaalselectieknoppen in de vakken van beide units op hetzelfde kanaal
staan ingesteld. Met deze kanaalselectieknoppen kunt u zestien verschillende kanaalinstellingen
kiezen. Ondervindt u storing van andere babyfoons, radio’s, TV’s enz. die hetzelfde kanaal gebruiken,
kies dan een ander kanaal.
1 Verwijder de deksels van beide units.
, Babyunit: (g. 3)
- Steek een munt of schroevendraaier in de gleuf van de vergrendelknop (1), draai de
vergrendelknop naar links (2) en verwijder het deksel.
- Als er batterijen in het vak zitten, verwijder deze dan.
, Ouderunit: (g. 5)
- Schuif het deksel omlaag om het te verwijderen.
- Verwijder het accupak uit het vak.
2 Draai met een kleine, platte schroevendraaier de kanaalselectieknop van beide units naar de
gewenste stand. Zorg ervoor dat beide units op hetzelfde kanaal zijn ingesteld (g. 20).
3 Test de verbinding.
93
Als u tijdens het testen van de verbinding geen interferentie hebt ervaren, plaatst u het accupak en
de niet-oplaadbare batterijen terug in de vakken en plaatst u de deksels terug.
Ervaart u echter wel interferentie, dan moet u de selectieknoppen van beide units op een ander
kanaal instellen en vervolgens de verbinding opnieuw testen.
Als het accupak van de ouderunit voldoende is opgeladen, kunt u de unit met de riemclip aan uw
riem bevestigen en in en om het huis bij u dragen. Zo kunt u gaan en staan waar u wilt terwijl u uw
baby in de gaten houdt.
1 Schuif het pinnetje aan de achterkant van de riemclip in de uitsparing op de achterkant van
de ouderunit (1). Draai de riemclip vervolgens naar links tot deze vastklikt (2) (g. 21).
1 Draai de riemclip naar rechts (1) en verwijder deze (2) (g. 22).
Dompel de babyunit, de ouderunit en de oplader van de ouderunit niet in water en maak deze
onderdelen niet schoon onder de kraan.
Gebruik geen reinigingsspray of vloeibare schoonmaakmiddelen.
1 Trek de stekker van de babyunit en de oplader van de ouderunit uit het stopcontact als deze
op netspanning zijn aangesloten.
2 Maak de babyunit, de ouderunit en de oplader van de ouderunit schoon met een vochtige
doek.
Zorg ervoor dat de babyunit en de oplader van de ouderunit droog zijn voordat u deze op
netspanning aansluit. Zorg ervoor dat de ouderunit droog is voordat u deze in de oplader plaatst.
3 Maak de adapters schoon met een droge doek.
Als u de babyfoon langere tijd niet gebruikt, moet u de niet-oplaadbare batterijen van de babyunit
en het accupak van de ouderunit verwijderen.
Bewaar de babyunit, de ouderunit, de oplader van de ouderunit en de adapters op een koele en
droge plaats.
Vervang de batterijen van de babyunit uitsluitend door vier niet-oplaadbare R6 AA-batterijen van
1,5V.
Opmerking: We raden u sterk aan om niet-oplaadbare batterijen van Philips te gebruiken.
Vervang de adapter van de babyunit alleen door een adapter van het oorspronkelijke type. U kunt
een nieuwe adapter bestellen bij uw Philips-dealer of een Philips-servicecentrum:
94
- TAD1-0900200E01 / SVH-005-090-020-A1 (alleen EU/SGP)
- 9VD200 (alleen AU/NZ)
Vervang de oplader van de ouderunit alleen door een oplader van hetzelfde type.
Vervang het accupak van de ontvanger alleen door een accupak van hetzelfde type.
Vervang de adapter van de ouderunit alleen door een adapter van het oorspronkelijke type. U kunt
een nieuwe adapter bestellen bij uw Philips-dealer of een Philips-servicecentrum:
- TAD1-0900200E01 / SVH-005-090-020-A1 (alleen EU/SGP)
- 9VD200 (alleen AU/NZ)
- Gooi het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet weg met het normale huisvuil, maar
lever het in op een door de overheid aangewezen inzamelpunt om het te laten recyclen. Op die
manier lever je een bijdrage aan een schonere leefomgeving (g. 23).
- Niet-oplaadbare batterijen en accupakken bevatten stoffen die schadelijk kunnen zijn voor het
milieu. Gooi niet-oplaadbare batterijen en accupakken niet weg met het normale huisafval, maar
lever deze in bij een ofcieel aangewezen inzamelpunt. Verwijder niet-oplaadbare batterijen en
accupakken altijd voordat u het apparaat afdankt en inlevert op een ofcieel inzamelpunt voor
batterijen (g. 24).
Als u service of informatie nodig hebt of als u een probleem hebt, bezoek dan de Philips AVENT-
website op , of neem contact op met het Philips Consumer Care
Centre in uw land (u vindt het telefoonnummer in het ‘worldwide guarantee’-vouwblad). Als er geen
Consumer Care Centre in uw land is, ga dan naar uw Philips-dealer.
In dit hoofdstuk vindt u de meestgestelde vragen over het apparaat. Als u het antwoord op uw
vraag niet kunt vinden, neem dan contact op met het Customer Care Centre in uw land.
Vraag Antwoord
Waarom brandt het
aan-lampje niet?
Mogelijk is de kleine stekker niet goed in de aansluiting van de babyunit
of de oplader van de ouderunit gestoken, of misschien is de adapter niet
goed in het stopcontact geplaatst.
Mogelijk bent u vergeten beide units in te schakelen. Druk op de aan/
uitknop op de babyunit en draai de volumeregelaar op de ouderunit
naar beneden om de units in te schakelen.
Mogelijk zijn de niet-oplaadbare batterijen van de babyunit bijna leeg of
is het accupak van de ouderunit bijna leeg. Vervang in dat geval de
batterijen van de babyunit of laad het accupak van de ouderunit op.
Waarom knippert het
aan-lampje rood?
Mogelijk zijn de niet-oplaadbare batterijen van de babyunit bijna leeg of
is het accupak van de ouderunit bijna leeg. Vervang in dat geval de
batterijen van de babyunit of laad het accupak van de ouderunit op.
95
Vraag Antwoord
Waarom maakt de
ouderunit een hoog
geluid?
De units staan te dicht bij elkaar. Zorg ervoor dat de ouderunit ten
minste 1 meter van de babyunit verwijderd is. Is het probleem hiermee
niet verholpen, dan staat het volume te hoog. Draai de volumeregelaar
naar een lagere stand.
Waarom komt er
geen geluid uit de
ouderunit?
Controleer of het volume hoog genoeg staat ingesteld. Als het volume te
laag is, draai dan de volumeregelaar naar een hoger volume. Controleer
ook de microfoongevoeligheid van de babyunit.
Mogelijk is de ouderunit buiten het bereik van de babyunit of bevinden
er zich te veel muren en/of plafonds tussen de twee units. Probeer een
andere locatie of verklein de afstand tussen de twee units.
Waarom knippert het
LINK-lampje rood?
Het lampje knippert rood omdat er geen verbinding is. De ouderunit
valt mogelijk buiten het bereik van de babyunit of de ouderunit staat
ingesteld op een ander kanaal dan de babyunit. Controleer of de
ouderunit en de babyunit allebei staan ingesteld op hetzelfde kanaal. Als
dit laatste het geval is, moet u de ouderunit op een andere plek
neerzetten, dichter bij de babyunit. Als dit laatste niet het geval is, moet u
beide units op hetzelfde kanaal instellen en 10-30 seconden wachten tot
de verbinding is gemaakt.
Waarom piept de
ouderunit?
Dit is het verbindingsalarm. Dit geeft aan dat er geen verbinding is tussen
de babyunit en de ouderunit. De ouderunit valt mogelijk buiten het
bereik van de babyunit of de ouderunit staat ingesteld op een ander
kanaal dan de babyunit. Controleer of de ouderunit en de babyunit
allebei staan ingesteld op hetzelfde kanaal. Als dit laatste het geval is,
moet u de ouderunit op een andere plek neerzetten, dichter bij de
babyunit. Als dit laatste niet het geval is, moet u beide units op hetzelfde
kanaal instellen en 10-30 seconden wachten tot de verbinding is
gemaakt.
Waarom reageert de
ouderunit te langzaam
op geluiden van de
baby?
Stel de microfoongevoeligheid op de babyunit in op een hoger niveau
en/of plaats de babyunit dichter bij de baby. Zorg ervoor dat de babyunit
ten minste 1 meter van de baby verwijderd is.
Waarom reageert de
ouderunit te snel op
andere geluiden?
Stel de microfoongevoeligheid op de babyunit in op een lager niveau en/
of plaats de babyunit dichter bij de baby. Zorg ervoor dat de babyunit
ten minste 1 meter van uw baby verwijderd is.
Waarom kan ik geen
verbinding maken?
Mogelijk zijn de units op verschillende kanalen ingesteld. Stel beide units
in op hetzelfde kanaal en wacht 10-30 seconden tot de verbinding is
gemaakt.
Mogelijk is de babyunit buiten het bereik van de ouderunit of er
bevinden zich te veel muren en/of plafonds tussen de twee units.
Probeer een andere locatie of verklein de afstand tussen de twee units.
Waarom valt de
verbinding nu en dan
weg?
De ouderunit zit waarschijnlijk op de rand van het bereik. Plaats de
ouderunit dichter bij de babyunit in een omgeving met een betere
ontvangst. Het duurt ongeveer 30 seconden voordat de verbinding is
hersteld als u een of beide unit(s) verplaatst.
96
Vraag Antwoord
Mogelijk is de babyunit buiten het bereik van de ouderunit of er
bevinden zich te veel muren en/of plafonds tussen de twee units.
Probeer een andere locatie of verklein de afstand tussen de twee units.
Waarom hoor ik
storing op de
ouderunit?
Er kan interferentie optreden wanneer de ouderunit buiten het bereik
van babyunit valt. De ouderunit kan ook te dicht bij een raam staan en
interferentiesignalen oppikken door het raam. Plaats de ouderunit uit de
buurt van het raam.
Interferentie kan ook optreden wanneer er zich te veel muren of
plafonds tussen de ouderunit en de babyunit bevinden. Zet de ouderunit
op een andere plek, dichter bij de babyunit. Controleer ook of de units
ver genoeg van mobiele of draadloze telefoons, radio’s of TV’s zijn
geplaatst.
Waarom hoor ik ruis
of een krassend
geluid?
Er kan interferentie zijn van een ander apparaat of een andere babyfoon.
Stel beide units in op een ander kanaal. Zorg ervoor dat beide units op
hetzelfde kanaal zijn ingesteld.
Mogelijk staat de ouderunit te dicht bij een raam, waardoor de unit
signalen van andere apparaten of babyfoons oppikt. Plaats de unit uit de
buurt van het raam.
Mogelijk is de babyunit buiten het bereik van de ouderunit of er
bevinden zich te veel muren en/of plafonds tussen de twee units.
Probeer een andere locatie of verklein de afstand tussen de twee units.
Mogelijk zijn de niet-oplaadbare batterijen van de babyunit bijna leeg of
is het accupak van de ouderunit bijna leeg. Vervang in dat geval de
batterijen van de babyunit of laad het accupak van de ouderunit op.
Waarom vangt de
ouderunit signalen op
van een andere
babyfoon?
De babyfoon staat op hetzelfde kanaal als een andere babyfoon in de
buurt. Stel beide units met de kanaalselectieknop in op een ander kanaal.
Waarom haalt de
babyfoon het
opgegeven bereik van
200 meter niet?
Het opgegeven bereik van 200 meter is alleen geldig in de open lucht.
Binnenshuis wordt het bereik minder door het aantal en type muren en/
of plafonds tussen de twee units. Verplaats een van de units of beide
units voor een beter bereik.
Wat gebeurt er als er
een stroomstoring
plaatsvindt?
Als u de babyunit zonder niet-oplaadbare batterijen gebruikt, zal de
verbinding tussen de ouderunit en de babyunit worden verbroken als er
een stroomstoring is. Als er wel batterijen in de babyunit zijn geplaatst,
maar het accupak van de ouderunit is leeg, wordt de verbinding ook
verbroken. De verbinding wordt niet verbroken als er niet-oplaadbare
batterijen in de babyunit zijn geplaatst en als het accupak van de
ouderunit is opgeladen.
Waarom wordt het
accupak van de
ouderunit niet
opgeladen?
Het accupak heeft het einde van zijn levensduur bereikt. Vervang het
accupak van de ouderunit.
97
Vraag Antwoord
De gebruikstijd van de
ouderunit zou ten
minste 10 uur moeten
zijn. Waarom is de
gebruikstijd van mijn
ouderunit korter?
Wanneer het accupak van de ouderunit voor het eerst is opgeladen, is
de gebruikstijd minder dan 10 uur. Het accupak bereikt zijn volledige
capaciteit pas als het minstens drie keer opgeladen en leeg is geweest.
Het volume van de ouderunit kan te hoog zijn ingesteld, waardoor de
ouderunit te veel energie verbruikt. Zet het volume van de ouderunit
lager.
Het microfoongevoeligheidsniveau van de babyunit kan te hoog zijn
ingesteld. Hierdoor verbruikt de ouderunit veel energie. Stel het
microfoongevoeligheidsniveau op de babyunit lager in.
Waarom brandt het
rode oplaadlampje op
de oplader van de
ouderunit
ononderbroken terwijl
het accupak volledig is
opgeladen?
Het oplaadlampje brandt altijd rood zodra de ouderunit in de op
netspanning aangesloten oplader wordt geplaatst. Het lampje dimt
geleidelijk als het accupak volledig is opgeladen, maar het blijft branden
om aan te geven dat de oplader op netspanning is aangesloten.
Waarom kan ik de
ouderunit niet meteen
inschakelen als ik deze
in de oplader heb
geplaatst?
Waarschijnlijk is het accupak helemaal leeg. Laad de ouderunit ten
minste 30 minuten op voordat u deze inschakelt. Laat de ouderunit
nadat u deze hebt ingeschakeld in de oplader staan, zodat het accupak
volledig kan worden opgeladen. Als de ouderunit is ingeschakeld, duurt
het opladen langer.
98
/
