Liebherr K 2814 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Vrijstaande koelkast met vriesvak
171214
7082860 - 00
K(sl) 2814 ... 1
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... 2
1.2 Toepassingen van het apparaat............................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Afmetingen............................................................... 3
1.5 Energie sparen......................................................... 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 4
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 4
4 In gebruik nemen................................................... 4
4.1 Apparaat transporteren............................................ 4
4.2 Apparaat opstellen................................................... 5
4.3 Draairichting deur veranderen.................................. 5
4.4 Inbouw in het keukenblok......................................... 7
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 7
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 7
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 8
5 Bediening................................................................ 8
5.1 Koelgedeelte ........................................................... 8
5.2 Vriesvak................................................................... 9
6 Onderhoud.............................................................. 9
6.1 Ontdooien................................................................ 9
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 9
6.3 Binnenverlichting vervangen.................................... 10
6.4 Technische Dienst.................................................... 10
7 Storingen................................................................ 11
8 Uitzetten.................................................................. 11
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 11
8.2 Buiten werking stellen.............................................. 11
9 Apparaat afdanken................................................ 11
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een .
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Aanwijzing
u
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
Zo werkt het apparaat energiebesparend.
u
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Behuizing thermostaat,
binnenverlichting
(9) Deuropbergvak voor hoge
flessen
(2) Schap, deelbaar (10) Groenteladen
(3) Schap, verstelbaar (11) Koudste zone
(4) Eiervakje (12) Afvoeropening
(5) Flessenrooster (13) Typeplaatje
(6) Botervak (14) Vriesvak
(7) Botervak, verstelbaar (15) Stelvoeten
(8) Flessenrek
1.2 Toepassingen van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen
van levensmiddelen in huishoudelijke of soort-
gelijke omgeving. Hiertoe behoort bijvoorbeeld
het gebruik
-
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en
andere onderkomens,
-
voor catering en soortgelijke diensten in de
groothandel.
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke
toepassingen. Alle andere toepassingen zijn
niet toegestaan.
Te voorzien verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-
het bewaren en koelen van medicijnen,
bloedplasma, laboratoriumpreparaten en
dergelijke stoffen en producten als genoemd
in de richtlijn inzake medische hulpmiddelen
2007/47/EG,
-
het gebruik in explosiegevaarlijke gebieden,
Misbruik van het apparaat kan leiden tot schade
aan bewaarde producten of tot bederf ervan.
Klimaatklassen
Het apparaat is volgens de klimaatklasse
gebouwd voor gebruik bij bepaalde omgevings-
Het apparaat in vogelvlucht
2 * afhankelijk van model en uitvoering
temperaturen. De klimaatklasse van uw appa-
raat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
u
Respecteer de opgegeven omgevingstempe-
raturen, zoniet vermindert de koelprestatie.
Klimaat-
klasse
voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
1.3 Conformiteit
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het
apparaat voldoet aan de van toepassing zijnde veiligheidsbe-
palingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, 2004/108/EG,
2009/125/EG en 2010/30/EU.
Aanwijzing voor keuringsinstituten:
De keuringen moeten worden uitgevoerd volgens de
geldende normen en richtlijnen.
De voorbereiding en keuring van de apparaten moeten met
inachtneming van de beladingsschema's van de fabri-
kant en de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
worden uitgevoerd.
1.4 Afmetingen
Fig. 2
a c c' d e e' g h
K(sl) 2814 550 560 592
1126
x
629
x
660
x
615
x
1402
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm groter (zie 4.2) .
1.5 Energie sparen
-
Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
-
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
-
Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) .
-
Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
het energieverbruik.
-
Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
vogelvlucht).
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
Rijpvorming wordt vermeden.
-
Levensmiddelen slechts zolang als nodig buiten het appa-
raat laten staat, zodat ze niet te warm worden.
-
Warme gerechten in de kast plaatsen: eerst laten afkoelen
tot kamertemperatuur.
-
Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.
-
Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat
ontdooien.
Stof doet het energieverbruik toenemen:
-
de koelmachine met warmtewisselaar -
metalen rooster aan de achterkant van
het apparaat - eens per jaar afstoffen.
2 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar
en ouder, evenals door personen met
beperkte fysische, sensorische of mentale
capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis
worden gebruikt, wanneer ze onder toezicht
staan of m.b.t. het veilige gebruik van het
apparaat instructies hebben gekregen en de
daaruit voortvloeiende gevaren begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Kinderen mogen het apparaat niet
zonder toezicht reinigen en onderhouden.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat
en het vervangen van het netsnoer alleen
laten uitvoeren door de Technische Dienst of
ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving
in de handleiding monteren, aansluiten en
afvoeren.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
en geef hem eventueel aan de volgende eige-
naar door.
-
De lampen voor speciale doeleinden (gloei-
lampen, led, TL-lampen) in het apparaat zijn
bedoeld om de binnenruimte te verlichten en
niet geschikt als kamerverlichting.
Algemene veiligheidsvoorschriften
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieu-
vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend
koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit
niet beschadigen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of
ontstekingsbronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische
apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers,
verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat
zich geen open vuur of ontstekingsbronnen
in de buurt van de lekkage bevinden.
Ruimte goed ventileren. Contact opnemen
met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhouds-
stoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektri-
sche componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vlammen uit de buurt
van het apparaat, zodat ze geen brand
veroorzaken.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre-
dende alcohol kan door elektrische compo-
nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun
of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet
meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid
en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper-
vlakken en gekoelde of ingevroren levens-
middelen vermijden of veiligheidsmaatre-
gelen treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of
ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische kachel-
tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois-
pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in
het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge-
klemd raken.
Neem de specifieke aanwijzingen in de
overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR-
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICH
TIG
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Bedienings- en controle-elementen
Fig. 3
(1) Temperatuurregelaar (2) Schakelaar Cool-Plus
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans-
port!
u
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat rechtop transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
Bedienings- en controle-elementen
4 * afhankelijk van model en uitvoering
4.2 Apparaat opstellen
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door kortsluiting!
Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander
apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar
liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat
worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het
apparaat liggen.
u
Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat
bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa-
raten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie-
openingen!
u
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
u
het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat
zetten.
q
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
q
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
vlak zijn.
q
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
q
Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusief
de meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) direct
tegen de muur plaatsen.
q
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
verschoven.
q
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
q
Hoe meer koelmiddel R 600a er in het apparaat is, des te
groter moet de ruimte zijn, waarin het apparaat staat. In te
kleine ruimtes kan bij een lek een brandbaar mengsel van
gas en lucht ontstaan. Volgens de norm EN 378 moet per
11 g koelmiddel R 600a de plaatsingsruimte ten minste 1 m
3
groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel van uw apparaat staat
op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
u
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsge-
luiden ontstaan!
LET OP
De roestvrijstalen deurenzijn voorzien van een hoogwaar-
dige oppervlaktecoating en mogen niet met het bijgevoegde
reinigingsmiddel worden behandeld.
De oppervlaktecoating wordt door dit middel aangetast.
u
De gecoate deuroppervlakken uitsluitend met een zachte
schone doek afvegen.
u
De roestvrijstalen zijwanden met een roestvrijstaalreiniger
in de slijprichting van het materiaal behandelen. De latere
reiniging wordt hierdoor makkelijker.
u
Gelakte zijwanden en gelakte deuroppervlakken uitslui-
tend met een zachte, schone doek afvegen.
u
Trek de beschermfolie van de sierlijsten.
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
Om ervoor te zorgen dat het opgegeven energieverbruik wordt
bereikt, moeten de afstandhouders worden gebruikt die bij
sommige apparaten zijn gevoegd. Hierdoor wordt de apparaat-
diepte ca. 35 mmgroter. Het apparaat functioneert zonder
gebruik van de afstandhouders goed en volledig, maar heeft
een iets hoger energieverbruik.
u
Bij een apparaat met meegeleverde wandafstandhouders
moeten deze wandafstandhouders aan de achterkant van
het apparaat links en rechts boven de compressor worden
gemonteerd.
u
Voer de verpakking af (zie 4.5) .
u
Stel het apparaat met de
meegeleverde steeksleutel en
met behulp van de stelpootjes
(A) en een waterpas stevig en
vlak op.
u
Vervolgens de deur onder-
steunen: stelvoet bij lagerbus
(B) uitdraaien tot deze op de
vloer komt, daarna 90° verder
draaien.
Aanwijzing
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
u
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
ruimte.
4.3 Draairichting deur veranderen
Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:
controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
q
Torx 25
q
Torx 15
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 5
q
schroevendraaier
q
evt. accuschroevendraaier
q
eventueel een tweede persoon voor de montage
4.3.1 Deur verwijderen
Aanwijzing
u
Verwijder levensmiddelen uit de deurvakken voordat de
deur wordt afgenomen, zodat er geen levenmiddelen uit
vallen.
Fig. 4
u
Linksonder het afstandsdeel
Fig. 4 (13)
uit de deur verwij-
deren.
Fig. 5
u
Afdekking
Fig. 5 (1)
naar voren en omhoog wegtrekken.
u
Afdekking
Fig. 5 (2)
verwijderen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Bovenste scharnierplaat
Fig. 5 (3)
losschroeven (2 keer
Torx® 25)
Fig. 5 (4)
en omhoog wegtrekken.
u
Deur naar boven wegtrekken en opzij zetten.
4.3.2 Vriesvakdeur vervangen
Fig. 6
u
Afdekking aan lagerbus
Fig. 6 (15)
wegklappen.
u
Lagerbus
Fig. 6 (15)
met de vakdeur losdraaien.
u
Sluitstuk
Fig. 6 (16)
losdraaien.
u
De vrij geworden gaten met de meegeleverde stoppen
Fig. 6 (17)
sluiten.
Fig. 7
u
Sluitstuk
Fig. 7 (16)
monteren.
u
Vakdeur boven plaatsen.
u
Lagerbus
Fig. 7 (15)
monteren en afdekking dichtklappen.
4.3.3 Onderste scharnierdelen overzetten
Fig. 8
u
Bevestigingsschroeven
Fig. 8 (21)
losschroeven.
u
Onderste scharnierplaat
Fig. 8 (23)
volledig met scharnie-
rbouten
Fig. 8 (24)
, schijf
Fig. 8 (26)
en stelvoet
Fig. 8 (22)
,
verwijderen.
u
Scharnierbouten
Fig. 8 (24)
volledig met schijf
Fig. 8 (26)
losschroeven, terugplaatsen in het tegenoverliggende opna-
megat van de scharnierplaat en weer vastschroeven.
u
Afdekplaat
Fig. 8 (25)
voorzichtig verwijderen en terug-
plaatsen op de andere zijde.
u
Onderste scharnierplaat
Fig. 8 (23)
volledig met scharnie-
rbouten
Fig. 8 (24)
, schijf
Fig. 8 (26)
en stelvoet
Fig. 8 (22)
weer op de nieuwe scharnierzijde evt. met behulp van een
accuboormachine vastschroeven (met 4 Nm).
4.3.4 Greep omzetten
u
Til de stop
Fig. 9 (30)
uit de deurlagerbus en plaats hem om.
Fig. 9
u
Monteer deurgreep
Fig. 9 (31)
, stop
Fig. 9 (32)
en druk-
platen
Fig. 9 (33)
af en monteer ze aan de tegenoverlig-
gende kant.
u
Let bij het monteren van de drukplaten aan de andere kant
op het juiste inklikken.
4.3.5 Deur monteren
u
Deur van bovenaf op de scharnierbouten
Fig. 8 (24)
plaatsen.
u
Sluit de deur.
u
Bovenste scharnierplaat
Fig. 5 (3)
op de nieuwe scharnier-
zijde in de deur plaatsen.
u
Bovenste scharnierplaat vastschroeven (met 4 Nm)(2
keer Torx® 25)
Fig. 5 (4)
. Eventueel een accuboormachine
gebruiken.
In gebruik nemen
6 * afhankelijk van model en uitvoering
u
Afdekking
Fig. 5 (1)
van buitenaf terugplaatsen op de
andere zijde en vastklikken.
u
Afdekking
Fig. 5 (2)
telkens van bovenaf terugplaatsen op
de andere zijde en vastklikken.
u
Stelvoet
Fig. 8 (22)
uit de onderste scharnierplaat
Fig. 8 (23)
draaien totdat deze op de grond ligt.
Fig. 10
u
Het afstandsdeel
Fig. 10 (13)
weer rechtsonder in de deur
plaatsen, omdat het belangrijk is voor de stabiliteit van het
apparaat.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.
Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed
koelt.
u
De lagerbussen met 4 Nm goed vastschroeven.
u
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
4.4 Inbouw in het keukenblok
Fig. 11
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast
(2) Apparaat (4) Wand
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm groter. (zie 4.2) .
Het apparaat
Fig. 11 (2)
kan worden ingebouwd in de keuken.
Om het apparaat aan de hoogte van het keukenblok aan te
passen, kunt u er een passende opbouwkast
Fig. 11 (1)
op
plaatsen.
Bij een ombouw met keukenkasten (diepte max. 580 mm) kan
het apparaat direct naast de keukenkast
Fig. 11 (3)
worden
geplaatst. Het apparaat steekt aan de zijkant 34 mm
x
en in het
midden 50 mm
x
uit ten opzichte van het keukenkastfront.
LET OP
Risico op beschadiging door oververhitting als gevolg van
onvoldoende ventilatie!
Bij te weinig ventilatie kan de compressor worden beschadigd.
u
Let op voldoende ventilatie.
u
Neem de ventilatie-eisen in acht.
Ventilatie-eisen:
-
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een
ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer.
-
De ventilatieruimte onder het plafond moet minstens
300 cm
2
bedragen.
-
Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
apparaat werkt.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 11 (4)
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken
van de deurgreep bij een geopende deur.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly-
ethyleen*
u
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
punt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
u
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
wisselstroom) of spaarstekker.
WAARSCHUWING
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard en
een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom van
de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de
stroomvoorziening van het apparaat in geval van nood snel kan
worden onderbroken. Het mag zich niet achter het apparaat
bevinden.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 7
u
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
4.7 Apparaat inschakelen
Schakel het apparaat in ongeveer 2 uur voor u er voor het eerst
diepvriesproducten in legt.
u
Temperatuurregelaar
Fig. 3 (1)
naar rechts van stand 0 naar
stand 3 draaien.
w
De binnenverlichting brandt.
5 Bediening
5.1 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan
er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de groen-
telades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin aan
de bovenkant en in de deur is het het warmste.
5.1.1 Levensmiddelen koelen
u
Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vlees-
waren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte
en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het appa-
raat in vogelvlucht)
u
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
u
Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of
afgedekt bewaren.
u
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
goed kan circuleren.
u
Flessen tegen omvallen beveiligen: de flessenhouder
verschuiven.
5.1.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is instelbaar tussen 1 (warmste temperatuur,
laagste koelvermogen) en 7 (koudste temperatuur, hoogste
koelvermogen).
Wij raden u de middelste stand aan, zodat de gemiddelde
temperatuur in de koelruimte ca. 5 °C bedraagt.
Als er diepvriesproducten worden bewaard en de lage diep-
vriestemperaturen gegarandeerd moeten zijn, is het aan te
raden de temperatuurregelaar op stand „4” tot „7” in te stellen.
Bij de instelling „7” is het mogelijk in de koudste zone van het
koelgedeelte temperaturen onder 0 °C te bereiken.
In het vriesvak is de gemiddelde temperatuur dan ca. –18 °C.
u
Temperatuurregelaar
Fig. 3 (1)
draaien.
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
- hoe vaak de deur wordt geopend
- de temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat
- soort, temperatuur en hoeveelheid ingevroren levensmid-
delen
u
Eventueel de temperatuur met de regelaar aanpassen.
5.1.3 Functie CoolPlus
Bij lage kamertemperaturen van 18 °C of minder:
u
Schakelaar Cool-Plus
Fig. 3 (2)
indrukken.
w
De lage temperaturen in het vriesvak worden gegarandeerd.
Als de kamertemperatuur weer hoger is dan 18 °C:
u
schakelaar Cool-Plus
Fig. 3 (2)
handmatig uitschakelen.
Aanwijzing
u
Bij normale ruimtetemperaturen, hoger dan 18 °C, is het
inschakelen niet nodig, de Cool-Plus-schakelaar moet dan
uitgeschakeld zijn.
5.1.4 Draagplateaus
Plateaus verplaatsen of uitnemen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
Fig. 12
u
Til het plateau op en trek het een stuk naar voren.
u
Verstel het plateau in de hoogte. Verschuif daarvoor de
uitsparingen langs de geleiders.
u
Om het plateau helemaal uit te nemen, moet het schuin
worden gezet en er naar voren toe uit worden getrokken.
u
Draagplateau inschuiven, met de aanslagrand aan de
achterzijde en naar boven toe wijzend.
Draagplateaus demonteren
u
De plateaus kunnen worden
gedemonteerd om te
worden gereinigd.
5.1.5 Deelbare draagplateau gebruiken
Fig. 13
u
De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen.
u
De glasplaat (1) met de uittrekstoppers moet vooraan
liggen, zodat de stoppers (3) naar beneden wijzen.
5.1.6 Opbergvakken
Opbergvakken verwijderen.
Fig. 14
Bediening
8 * afhankelijk van model en uitvoering
Opbergvakken demonteren
Fig. 15
u
De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
worden gereinigd.
5.2 Vriesvak
In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C en lager
diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen meerdere
maanden bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen
invriezen.
De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer
of andere meetapparatuur, kan schommelen.
5.2.1 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal 2 kg verse levensmiddelen per 24 u invriezen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen.
Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
u
Cool-Plus inschakelen: toets Cool-Plus
Fig. 3 (2)
indrukken.
w
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met maximale
koeling.
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over-
schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
u
Leg de levensmiddelen breed op de grond van het vak en
breng ze niet in aanraking met reeds bevroren producten,
zodat deze niet beginnen te dooien.
Indien de kamertemperatuur hoger is dan 18 °C:
u
Cool-Plus uitschakelen: toets Cool-Plus
Fig. 3 (2)
indrukken.
5.2.2 Bewaartijden
Richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak:
Consumptieijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood, bakkerijproducten 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vette vis 2 tot 6 maanden
Magere vis 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
Pluimgedierte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak:
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.
5.2.3 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
u
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
weer invriezen.
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien
6.1.1 Koelgedeelte ontdooien
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater
verdampt. Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en
wijzen niet op een storing.
u
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
weglopen (zie 6.2) .
6.1.2 Vriesvak ontdooien
In het vriesvak vormt zich na verloop van tijd een rijp- resp.
ijslaag. Dat is heel normaal. De rijp- resp. ijslaag wordt sneller
gevormd, indien de deur vaak wordt geopend of indien de inge-
legde levensmiddelen warm zijn. Een dikke ijslaag doet echter
het energieverbruik stijgen. Daarom moet u het apparaat regel-
matig ontdooien.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
u
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
u
Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen.
u
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit.
u
Wikkel de diepvriesproducten in krantenpapier of in een
deken en bewaar op een koele plek.
u
Laat de deur van het vak en van het apparaat open tijdens
het ontdooien.
u
Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Indien nodig neemt u het dooiwater enkele keren op met
een spons of doek.
u
Het vak reinigen (zie 6.2) .
6.2 Apparaat reinigen
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper-
vlakken beschadigen.
u
Gebruik geen stoomreinigers!
Onderhoud
* afhankelijk van model en uitvoering 9
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen bijtende, schurende, chloor- resp. oplosmiddelbevat-
tende schoonmaakproducten gebruiken.
u
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
u
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
roosters en elektrische delen terecht komen.
u
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
u
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
u
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Luchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
w
Stof verhoogt het energieverbruik.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
u
Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
schone doek worden afgeveegd. Bij hardnekkig vuil lauw-
warm water met allesreiniger gebruiken.
u
Gelakte deuroppervlakken uitsluitend met een zachte,
schone doek afvegen. Bij hardnekkig vuil een beetje water
of allesreiniger gebruiken. Naar keuze kan ook een microve-
zeldoek worden gebruikt.
LET OP
De RVS deuren zijn behandeld met een hoogwaardige opper-
vlaktecoating en mogen niet met een onderhoudsmiddel voor
RVS worden behandeld.
De oppervlaktecoating wordt door dit middel aangetast.
u
Gecoate deuroppervlakten, gelakte zijwanden en
gelakte deuroppervlakten uitsluitend met een zachte,
schone doek afvegen. Bij sterke vervuiling een beetje water
of een neutraal reinigingsmiddel gebruiken. Optioneel kan
ook een microvezeldoek worden gebruikt.
u
RVS zijwanden bij vervuiling met een in de handel verkrijg-
baar RVS-reinigingsmiddel reinigen. Aansluitend het onder-
houdsmiddel voor RVS gelijkmatig in de slijprichting
aanbrengen.
u
Afvoeropening reinigen: afzettingen
met een dun hulpmiddel, bijv. een
wattenstaafje verwijderen.
u
De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk.
u
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
middel met de hand reinigen.
Na het reinigen:
u
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
De levensmiddelen weer inleggen.
6.3 Binnenverlichting vervangen
In het apparaat is standaard een LED-lamp aangebracht voor
de verlichting van de binnenruimte.
Bij gebruik van een gloeilamp:
q
Een gloeilamp met max. 15 W en fitting E14 gebruiken.
q
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
opstelling moeten overeenkomen met de informatie op het
typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht).
Bij gebruik van een LED-lamp:
q
Uitsluitend de originele LED-lamp van de fabrikant mag
worden gebruikt. De lamp kan worden verkregen via de
klantenservice of de vakhandel (zie 6.4) .
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met de
laserklasse 1/1M.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd:
u
Niet met optische lenzen vanuit de directe nabijheid direct in
de verlichting kijken. Daarbij kunnen de ogen worden
beschadigd.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door LED-lamp!
Bij het gebruik van andere LED-lampen bestaat oververhit-
tings- resp. brandgevaar.
u
Gebruik de originele LED van de fabrikant.
Als de lamp defect is, moet deze op de volgende wijze
worden vervangen:
u
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit of schakel de
beveiliging uit.
u
Steek uw hand in het afdekkapje
van de lamp.
u
Afdekkapje volgens afbeelding,
binnen, aan de voorkant uit
elkaar drukken en zijdelings
wegtrekken.
u
De lamp vervangen.
u
Schuif het afdekkapje terug tot
het vastklikt.
6.4 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder-
houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
Onderhoud
10 * afhankelijk van model en uitvoering
u
Apparaataanduiding
Fig. 16 (1)
, service-nr.
Fig. 16 (2)
en serie-nr.
Fig. 16 (3)
van het
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
linkerkant binnen in
het apparaat.
Fig. 16
u
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
probleem, apparaataanduiding
Fig. 16 (1)
, service-nr.
Fig. 16 (2)
en serie-nr.
Fig. 16 (3)
mededelen.
w
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
u
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
w
De levensmiddelen blijven langer koel.
u
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
u
Stekker controleren.
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
u
Zekering controleren.
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-
door langer is, wordt energie bespaard.
u
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
u
Het knipperen is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende
geluiden veroorzaken.
u
Het geluid is normaal.
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
u
Het geluid is normaal.
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor).
u
Het geluid is normaal.
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij nieuw opgeslagen levensmiddelen of na lang geopende
deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.
u
Het geluid is normaal.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2)
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en
voorwerpen te trillen.
u
Stel het apparaat af m.b.v. de stelpootjes.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen.
u
Dit is normaal.
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
u
Deur van het apparaat sluiten.
Niet voldoende be- en ontluchting.
u
Luchtrooster schoonmaken.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2) .
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
u
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie Onderhoud).
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.).
u
Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
tebron.
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De verlichting (levering met LED-verlichting) is defect.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met de
laserklasse 1/1M.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd:
u
Niet met optische lenzen vanuit de directe nabijheid direct in
de verlichting kijken. Daarbij kunnen de ogen worden
beschadigd.
u
Vervang de verlichting (zie Onderhoud).
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
u
Temperatuurregelaar
Fig. 3 (1)
op 0 draaien.
8.2 Buiten werking stellen
u
Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
gename geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa-
raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig
de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Storingen
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij-
komen.
u
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
Apparaat afdanken
12 * afhankelijk van model en uitvoering
Apparaat afdanken
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Liebherr-Hausgeräte Marica EOOD * 4202 Radinovo * Bezirk Plovdiv * Bulgarien * www.liebherr.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Liebherr K 2814 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor