2
-NL
WAARSCHUWING
Dit symbool wijst op belangrijke instructies.
Het negeren van deze instructies kan ernstige
verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
DEMONTEER OF WIJZIG HET TOESTEL NIET.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot een ongeval, brand
of elektrocutie.
KLEINE VOORWERPEN, ZOALS SCHROEVEN, BUITEN HET
BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Bij inslikken onmiddellijk de hulp van een
arts inroepen.
GEBRUIK DE CORRECTE AMPÈREWAARDE BIJ HET
VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot brand of elektrocutie.
BLOKKEER DE VENTILATIEOPENINGEN OF
RADIATORPANELEN NIET.
Indien u dit wel doet, kan het toestel binnenin erg warm
worden en zo brand veroorzaken.
GEBRUIK DIT PRODUCT VOOR MOBIELE
12V-TOEPASSINGEN.
Gebruik voor andere toepassingen kan leiden tot brand,
elektrocutie of andere verwondingen.
SLUIT ALLES CORRECT AAN.
Zaken verkeerd aansluiten, kan vuur of schade aan het
product veroorzaken.
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO'S MET EEN NEGATIEVE
AARDING VAN 12 V.
(Raadpleeg uw dealer als u niet zeker bent.) Indien u deze
instructie niet opvolgt, kan dit leiden tot brand, enz.
VERWIJDER DE KABEL VAN DE ACCU-MINPOOL VOOR U
HET TOESTEL AANSLUIT.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot elektrocutie of letsel
ten gevolge van kortsluitingen.
ZORG ERVOOR DAT ER GEEN KABELS VERSTRIKT RAKEN
MET VOORWERPEN IN DE BUURT.
Bevestig draden en kabels in overeenstemming met de
handleiding om hinder tijdens het rijden te voorkomen.
Kabels of draden die de beweging belemmeren van of zijn
opgehangen aan bijvoorbeeld stuurwiel, versnellingspook,
rempedalen, enz. kunnen bijzonder gevaarlijk zijn.
SPLITS GEEN ELEKTRISCHE KABELS.
Snijd nooit de kabelisolatie weg om stroom te voorzien
voor een ander apparaat. Wanneer u dit wel doet, zal de
stroomcapaciteit van de kabel overschreden worden, wat
kan leiden tot brand of elektrocutie.
BESCHADIG GEEN BUIZEN OF KABELS TIJDENS HET
BOREN VAN GATEN.
Neem voorzorgsmaatregelen tijdens het boren van gaten
in het chassis voor de installatie, zodat u geen buizen,
brandstoftoevoeren, brandstoftanks of elektrische bedradingen
raakt, beschadigt of blokkeert. Zo niet, kan dit leiden tot brand.
GEBRUIK GEEN BOUTEN OF MOEREN IN DE REM- OF
STUURINRICHTING OM EEN AARDING TE MAKEN.
Bouten of moeren die worden gebruikt in de rem- of
stuurinrichting (of een ander veiligheidssysteem) of tanks
mogen NOOIT gebruikt worden voor installaties of als
aardverbinding. Het gebruik van dergelijke onderdelen kan
leiden tot een controleverlies over de auto en brand enz.
veroorzaken.
INSTALLEER NIET OP LOCATIES WAAR HET BESTUREN
VAN UW VOERTUIG KAN WORDEN GEHINDERD, ZOALS
HET STUUR OF DE VERSNELLINGSPOOK.
Wanneer u dit doet, kan dit uw gezichtsvermogen of uw
bewegingen belemmeren met ernstige ongevallen tot gevolg.
INSTALLEER DE MONITOR NIET IN DE BUURT VAN DE
AIRBAG VOOR DE VOORPASSAGIER.
Als het toestel niet correct geïnstalleerd is, kan de airbag
niet correct werken en als de airbag wordt geactiveerd, kan
de monitor omhoog vliegen, wat een ongeval en letsel kan
veroorzaken.
OPGELET
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan verwondingen
of schade aan het product tot gevolg hebben.
LAAT DE AANSLUITING EN INSTALLATIE UITVOEREN
DOOR DESKUNDIGEN.
De aansluiting en installatie van dit toestel vereist specieke
technische kennis en ervaring. Neem altijd contact op met
de dealer waar u dit product hebt gekocht om het werk te
laten uitvoeren, om zo de veiligheid te garanderen.
GEBRUIK GESPECIFICEERDE ACCESSOIRES EN
INSTALLEER ZE OP DE JUISTE MANIER.
Zorg ervoor dat u enkel de gespecificeerde accessoires
gebruikt. Gebruik van andere dan de opgegeven onderdelen
kan interne schade veroorzaken aan dit toestel of kan ertoe
leiden dat het toestel niet goed gemonteerd is. Daardoor
kunnen onderdelen loskomen, met gevaren of storingen tot
gevolg.
BEVESTIG DE BEDRADING ZODANIG DAT ZE NIET
GEPLOOID IS OF WORDT INGEKLEMD DOOR EEN SCHERPE
METALEN RAND.
Leid de kabels en draden weg van bewegende onderdelen
(zoals de stoelrails) of scherpe of puntige uiteinden.
Zo vermijdt u knelpunten en schade aan de bedrading.
Wanneer de kabels door een metalen gat lopen, gebruik
dan een rubberen ring om te voorkomen dat de kabelisolatie
doorgesneden wordt door de metalen rand van het gat.
INSTALLEER NIET OP LOCATIES MET EEN HOGE
VOCHTIGHEIDSGRAAD OF VEEL STOF.
Vermijd installatie van het toestel op locaties met een hoge
vochtigheidsgraad of waar zich veel stof bevindt. Wanneer
er vocht of stof terechtkomt in het toestel, kan dit storingen
veroorzaken.