Samsung SGH-i620 Handleiding

Categorie
Tabletten
Type
Handleiding
Gebruiksaanwijzing
SGH-i620
3
Inhoud
HOOFDSTUK 1 Aan de slag
Wat zit er in de doos? . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Uw telefoon leren kennen . . . . . . . . . . . . . 9
Installeren van de SIM-kaart . . . . . . . . . . 12
Plaatsen van de batterij. . . . . . . . . . . . . . 14
Opladen van uw toestel . . . . . . . . . . . . . . 15
Uw toestel aan of uit zetten . . . . . . . . . . . 17
HOOFDSTUK 2 Basisinformatie
Gebruik van het basisscherm . . . . . . . . . . 18
Startmenuscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Tekst invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Aanpassen van uw toestel . . . . . . . . . . . . 24
Items zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
De aanraaktoetsen blokkeren. . . . . . . . . . 39
Een optionele geheugenkaart gebruiken . . 40
Programma’s toevoegen en verwijderen . . 42
Certificaten beheren . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Uw telefoon resetten . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Online helpinformatie . . . . . . . . . . . . . . . 46
HOOFDSTUK 3 Synchronisatie
ActiveSync installeren . . . . . . . . . . . . . . . 48
Verbindingsinstellingen aanpassen . . . . . . 49
Uw toestel met een computer verbinden . . 49
Informatie synchroniseren . . . . . . . . . . . . 51
Synchronisatie-instellingen aanpassen . . . 52
Inhoud
4
HOOFDSTUK 4 Oproepfuncties
De telefoonfuncties aan- en uitzetten . . . . 55
Het belscherm gebruiken . . . . . . . . . . . . . 56
Een oproep tot stand brengen . . . . . . . . . 56
Geavanceerde oproepfuncties. . . . . . . . . . 57
Een oproep beantwoorden of weigeren . . . 60
Opties tijdens een oproep . . . . . . . . . . . . 60
Oproep-gerelateerde functies . . . . . . . . . . 63
De instellingen van uw telefoon wijzigen . . 66
HOOFDSTUK 5 Berichten, Internet en
Messenger
Berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Opera Browser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Internet Explorer . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Windows Live . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Windows Live Messenger . . . . . . . . . . . . . 94
RSS-lezer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
HOOFDSTUK 6 Organizer
Contactpersonen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
Alarm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
Afspraken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
Belangrijke datum . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Taken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114
Spraakmemo’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
Wereldklok. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117
HOOFDSTUK 7 Multimedia
Camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Windows Media Player . . . . . . . . . . . . . . 126
Podcast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Adobe Flash Lite . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Mijn items . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Inhoud
5
HOOFDSTUK 8 Extra programma’s
Entertainment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Rekenmachine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Omrekentoepassing . . . . . . . . . . . . . . . 145
Stopwatch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
Documenten viewer . . . . . . . . . . . . . . . 147
File Manager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Taakbeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
SIM Manager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
SIM Application Toolkit . . . . . . . . . . . . . 152
Google Maps . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
HOOFDSTUK 9 Verbinding maken
Verzenden met Bluetooth . . . . . . . . . . . 157
Via USB met een computer verbinden . . . 161
Internet Sharing . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161
Met het Internet of uw netwerk verbinden 163
HOOFDSTUK 10 Problemen oplossen
Algemene problemen . . . . . . . . . . . . . . 169
Oproepproblemen . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
Problemen met de batterij . . . . . . . . . . . 173
Problemen met programma’s . . . . . . . . . 175
HOOFDSTUK 11 Reglementaire notities
SAR-certificatie-informatie . . . . . . . . . . . 180
Notitie Europese Unie . . . . . . . . . . . . . . 181
Belangrijk veiligheidsinformatie . . . . . . . 182
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen voor stroomvoorziening
184
Verzorging en onderhoud. . . . . . . . . . . . 185
Microsoft Licentieovereenkomst voor eindgebruikers 187
BESCHRIJVING VAN ANDERE RECHTEN EN BEPERKINGEN.
189
6
Belangrijke veiligheidsinformatie
Lees deze voorschriften voordat u uw draadloze telefoon
gebruikt. Wanneer u zich niet aan de voorschriften houdt,
kan dit tot gevaarlijke en onrechtmatige situaties leiden.
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik uw telefoon niet tijdens het rijden, tenzij u een
handsfree kit heeft. Zo niet dan moet u eerst parkeren.
Zet de telefoon uit tijdens het tanken
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in de
buurt van plaatsen waar andere brandstoffen of
chemicaliën zijn opgeslagen.
Zet de telefoon uit aan boord van vliegtuigen
Draadloze telefoons kunnen storingen veroorzaken.
Gebruik van deze telefoon in een vliegtuig is gevaarlijk en
verboden.
Zet de telefoon uit als u in de buurt van
ziekenhuisapparatuur bent
Ziekenhuizen en andere gezondheidszorginstellingen
gebruiken apparatuur die gevoelig is voor bepaalde
radiofrequenties. Volg de geldende regels op.
Storingen
Alle mobiele telefoons zijn gevoelig voor interferentie, wat
de werking ervan kan beïnvloeden.
Houd u aan de voorschriften
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele telefoons
als die van toepassing zijn. Zet uw telefoon altijd uit op
plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden
is, of als dit storingen in apparatuur kan veroorzaken of
gevaar kan opleveren.
7
Waterdichtheid
Uw telefoon is niet waterdicht. Zorg dus dat hij droog blijft.
Gebruik de telefoon op de juiste wijze
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (bij het
oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de
telefoon aan staat.
Telefoneren in geval van nood
Geef het alarmnummer in (112 of een ander officieel
alarmnummer) en druk op .
Houd de telefoon buiten het bereik van kleine
kinderen
Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik van
kleine kinderen.
Accessoires en batterijen
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en
accessoires, zoals headsets en PC-datakabels. Gebruik van
andere accessoires kan schade aanrichten aan u en uw
telefoon en kan gevaarlijke situaties opleveren.
LET OP:
• De
telefoon
kan ontploffen als de batterij vervangen wordt
door een niet geschikt type.
•
Geef
de batterijen af volgens de geldende richtlijnen.
Deskundige technische service
Alleen gekwalificeerd servicepersoneel mag uw telefoon
installeren of repareren. Als u zich hier niet aan houdt kan
dit uw garantie ongeldig maken.
Voor uitgebreidere veiligheidsinformatie zie "Belangrijk
veiligheidsinformatie" op pagina 182.
Bij hoog volume en langdurig luisteren kan de
headset uw gehoor beschadigen.
hoofdstuk
8
1
Aan de slag
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe smartphone!
Dit hoofdstuk helpt u bij het instellen van uw telefoon, het
vervangen van de batterijen en het vertrouwd maken met
de verschillende onderdelen van uw telefoon.
Wat zit er in de doos?
Uw verpakking bevat de volgende onderdelen:
• Telefoon
• PC-datakabel
• Batterij
• Reisadapter
•CD-ROM
1
• Beknopte handleiding
Daarnaast kunt u de volgende accessoires voor uw telefoon
aanschaffen bij uw locale Samsung dealer:
Opmerking
:
De bij de telefoon meegeleverde onderdelen en de
bij de Samsung-dealer verkrijgbare accessoires
kunnen per land en per provider verschillen.
1. Deze bevat Microsoft ActiveSync software, Add-on software en
programma’s.
• Auto-oplader of -adapter • Standaardbatterij
• Reisadapter • Headset recht model
• PC-datakabel • Bluetooth USB-
donglepakket
• Bluetooth handsfree
autokit
• Oormicrofoon
• Bluetooth mono &
stereo headset
Aan de slag
9
Uw telefoon leren kennen
Vooraanzicht
De volgende illustraties laten de belangrijkste onderdelen
zien van uw telefoon:
Microfoon
4-weg navigatietoets
Luidspreker (oor)
Rechter functietoets
Einde-toets
Display
Volledig ingebouwd
toetsenbord
Voorkant cameralens
Terug / Wis toe ts
Volumetoetsen
Hometoets (kort
indrukken)/Toets
Taakbeheer (lang
indrukken)
Verzendtoets (kort
indrukken)/
Luidsprekertoets (lang
indrukken tijdens
oproep)
Middelste toets
microSDâ„¢-kaartslot
Linker functietoets
Aan de slag
10
Achteraanzicht
Toetsen van uw telefoon
Beknopte lijst (kort
indrukken)/cameratoets
(lang indrukken)
Headset/Stroomadapter/
USB of datakabelaansluiting
Batterijklepje
Achterkant
cameralens
Spiegel
AAN/UIT knop (lang
indrukken)/
Toetsblokkering (kort
indrukken)
Toets Beschrijving
• Ingedrukt houden om de telefoon aan en uit te
zetten.
• Indrukken om de aanraaktoetsen te blokkeren.
• Indrukken om over te schakelen naar het
basisscherm van een programma.
• Ingedrukt houden om Taakbeheer te openen.
Indrukken om de opdracht uit te voeren die
wordt weergegeven op het scherm direct
boven de toets.
Aan de slag
11
• Indrukken om het huidige menu te sluiten
en terug te keren naar het vorige menu of
scherm.
• Indrukken om tekens te verwijderen in een
tekstinvoerveld.
• Indrukken om door een lijst te bladeren.
• Indrukken om de cursor te verplaatsen in
een tekstinvoerveld.
Indrukken om uw keuze of ingevoerde item
te bevestigen.
• Indrukken om het belscherm te openen.
• Indrukken om zelf iemand te bellen of een
oproep aan te nemen.
• Ingedrukt houden om de functie luidspreker
tijdens een oproep te activeren.
• Indrukken om een oproep te beëindigen.
• Indrukken om het huidige menu.
~
Indrukken om cijfers, tekens en symbolen in
te geven.
Indrukken om tekens te verwijderen.
Indrukken om éénmalig tekens van de
bovenste helft van de toetsen in een
tekstinvoerveld te gebruiken.
• Indrukken om uw keuze of ingevoerde item
te bevestigen.
• Indrukken om op een nieuwe regel te
beginnen in een tekstinvoerveld.
Indrukken om tussen kleine en grote letters
te wisselen in een tekstinvoerveld.
Indrukken om van de tekstinvoerstand naar
de 123-stand en daarna terug naar de vorige
stand te schakelen.
Toets Beschrijving
Aan de slag
12
Installeren van de SIM-kaart
Als u zich abonneert op een mobiel netwerk krijgt u een
plug-in SIM-kaart met uw informatie over uw abonnement
erop, zoals uw PIN, beschikbare optionele diensten en veel
andere informatie. Voor 3G-diensten dient u een USIM
(Universal Subscriber Identity Module) kaart aan te
schaffen.
• Alle miniatuur SIM-kaarten buiten het bereik van
kinderen houden.
• De SIM-kaart en de contacten erop kunnen gemakkelijk
beschadigd raken door krassen of buigen, dus ga
voorzichtig om met de kaart.
• Let er bij het installeren van de SIM-kaart op dat de
telefoon uit staat, voordat u de batterij verwijdert.
Indrukken om de
tekstinvoerstand
te wijzigen.
• Indrukken om een spatie tussen tekens in
te voeren.
• Ingedrukt houden om een internationaal
toegangsnummer in te voegen.
Ingedrukt houden om het Stil profiel van het
basisscherm te activeren of uit te schakelen.
Indrukken om het berichtenprogramma te
openen.
• Indrukken om het geluidsvolume bij te stellen.
• Indrukken om de beltoon uit te schakelen
als er een oproep binnen komt. Ingedrukt
houden om een oproep te weigeren.
• Indrukken om het scherm Beknopte lijst te
openen.
• Ingedrukt houden om een vastgesteld
programma te openen.
Toets Beschrijving
Aan de slag
13
Plaatsen van de SIM-kaart
1. Verwijder het batterijklepje.
2. De SIM-kaart plaatsen en inschuiven zoals aangegeven,
waarbij u erop let dat de goudkleurige contacten van de
kaart naar onderen zijn gericht.
Plaats daarna de batterij. Zie volgende pagina.
Verwijderen van de SIM-kaart
U verwijdert de SIM-kaart uit de houder zoals aangegeven.
Aan de slag
14
Plaatsen van de batterij
Uw telefoon wordt gevoed door een oplaadbare Li-ion
batterij.
De batterij plaatsen
1. Verwijder het batterijklepje zonodig.
2. Plaats de batterij in het batterijvak, zoals aangegeven.
3. Plaats het batterijklepje terug.
Aan de slag
15
Verwijderen van de batterij
1. Houdt zonodig ingedrukt (aan de rechter bovenkant
van de telefoon), totdat de afbeelding "stroom uit"
verschijnt.
2. Verwijder batterijdeksel.
3. Haal de batterij uit de telefoon.
Opladen van uw toestel
Uw telefoon wordt gevoed door een oplaadbare Li-ion
batterij. Gebruik de reisadapter om de batterij op te laden
en gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen
en opladers. Gebruik van de verkeerde adapter kan uw
telefoon beschadigen en de garantie ongeldig maken.
Opmerking
: U moet de batterij volledig opladen voordat u uw
telefoon voor de eerste keer gebruikt. Een niet
opgeladen batterij laadt in ca. 150 minuten
helemaal op. U kunt de telefoon gebruiken als de
batterij oplaadt, maar de batterij laadt dan
minder snel op.
1. Steek de adapter in de opening aan de rechterkant van
de telefoon.
Aan de slag
16
Opmerking
:
De volgende afbeelding laat de correcte en
incorrecte methode zien om de adapter aan te
sluiten. Controleer voor een correcte aansluiting
of de pijl op de adapter zichtbaar is en in de
richting van de telefoon wijst. Als dit niet zo is
wordt schade veroorzaakt aan de toegangspoort
en dit maakt de garantie ongeldig.
2. Sluit de reisadapter aan op een normaal stopcontact.
Als het opladen is afgelopen, trekt u de adapter uit het
stopcontact.
3. Trek de reisadapter uit de telefoon.
Opmerking
:De batterij niet verwijderen tijdens het opladen.
Dit kan slecht functioneren en beschadigen van
de
telefoon
veroorzaken.
Aan de slag
17
Waarschuwing batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en er slechts enkele
spreekminuten overblijven, luidt er een waarschuwingstoon
en verschijnt het bericht "Hoofdbatterij bijna leeg" met
regelmatige tussenpozen op het scherm en verschijnt het
batterij-pictogram ( ). De achtergrondverlichting wordt
uitgeschakeld om de overgebleven energie te bewaren.
Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer gebruikt
kan worden, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld.
Uw toestel aan of uit zetten
Houdt ingedrukt om uw toestel aan te zetten. Het
toestel wordt aangemeld bij uw eigen netwerk en ontvangt
het signaal van het netwerk. U kunt nu zelf bellen of
oproepen beantwoorden en programma’s op het toestel
gebruiken.
Om het toestel uit te zetten, houdt u
.
ingedrukt.
Opmerking
:Uw toestel ondersteunt HSDPA (High-Speed
Downlink Packet Access)-aansluitingen. In
bepaalde landen kunnen inkomende en
uitgaande gesprekken een beperking inhouden,
totdat HSDPA-netwerken zijn opgewaardeerd.
hoofdstuk
18
2
Basisinformatie
In dit hoofdstuk vindt u de basisinformatie voor het gebruik
van uw toestel, zoals het invoeren van uw persoonlijke
instellingen en het gebruik van online help.
Gebruik van het basisscherm
Als u uw toestel aanzet, verschijnt het basisscherm, het
standby-scherm van het toestel. U kunt ook naar dit
scherm gaan door vanaf een willekeurig programma op
te drukken.
Statusbalk
Op de bovenste regel van het scherm staan pictogrammen
in de statusbalk om de huidige status van uw toestel aan te
geven. Hieronder enkele van de statuspictogrammen die u
kunt zien:
Picto-
gram
Beschrijving
Laat de sterkte van het signaal zien.
U kunt ook de volgende servicestatus bekijken:
• : u bevindt zich buiten uw servicegebied.
• : de telefoonfuncties staan uit.
Verschijnt als er een oproep wordt uitgevoerd.
Verschijnt als er een dataoproep wordt
uitgevoerd.
Verschijnt als de huidige oproep in de wacht staat.
Verschijnt als een GPRS-verbinding op het
netwerk beschikbaar is. Als er een GPRS-
verbinding actief is, verschijnt .
Basisinformatie
19
Verschijnt als u buiten het bereik van uw
servicegebied bent en aangemeld bij een ander
GPRS-netwerk.
Verschijnt als een 3G(UMTS)-verbinding op het
netwerk beschikbaar is.
Geeft de sterkte van uw batterij aan. Hoe meer
balken u ziet, des te sterker zijn de batterijen
opgeladen.
Als de batterij bijna leeg is, verschijnt .
Verschijnt als het beltype is ingesteld op
Stil
in
het huidige profiel of als de beltoon is ingesteld
op
Geen
in Geluiden. Zie voor meer informatie
pagina 27.
Verschijnt als het beltype is ingesteld op
Trillen
in het huidige profiel of als de beltoon is
ingesteld op
Trillen
in Geluiden. Zie voor meer
informatie pagina 27.
Geeft aan dat u oproepen kunt uitvoeren met
telefoonlijn 1 of 2 (netwerkdienst).
Verschijnt als u buiten het bereik van uw
servicegebied bent en aangemeld bij een ander
netwerk.
Verschijnt als Bluetooth actief is. Zie voor meer
informatie pagina 157.
Verschijnt als er een Bluetooth headset is
aangesloten op het toestel.
Verschijnt als er een fout optreedt tijdens
synchronisatie.
Verschijnt als er een tekst (SMS) of multimedia
(MMS) bericht is ontvangen.
Picto-
gram
Beschrijving
Basisinformatie
20
Naar informatie vanaf het basisscherm
Vanaf het basisscherm kunt u naar:
• servicestatus en huidige tijd en datum controleren
• gemiste of ongelezen berichten bekijken
• komende afspraken bekijken
• muziekbestanden afspelen
Naar informatie vanaf het basisscherm:
1. Vanaf het
basis
scherm, bladert u naar het item dat u
zoekt door op de navigatietoetsen te drukken en daarna
op .
Verschijnt als er een instant bericht is
ontvangen.
Verschijnt als er een nieuw voicemailbericht is
ontvangen.
• : Een nieuw voicemailbericht van lijn 1.
• : Een nieuw voicemailbericht van lijn 2.
• : Een nieuw voicemailbericht van beide
lijnen.
Verschijnt als u een oproep hebt gemist.
Verschijnt als u inkomende oproepen hebt
ingesteld op doorschakelen naar een andere
bestemming.
Picto-
gram
Beschrijving
Basisinformatie
21
2. Naar items in het geselecteerde programma door op de
navigatietoetsen te drukken of het duimwiel te
verschuiven.
Zie voor meer informatie over deze items de
desbetreffende instructies voor iedere taak in deze
handleiding.
3. Druk op of om terug te keren naar het
basisscherm.
Aanpassen van het basisscherm
U kunt het basisscherm aanpassen volgens uw persoonlijke
voorkeuren.
1. Op het
basisscherm drukt u op de
functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Display
→
Beginscherm
.
3. Druk op de navigatietoets omhoog of omlaag om naar
een optie te gaan en druk op de navigatietoets naar
links of naar rechts om de instelling te wijzigen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
•
Indeling beginscherm
: selecteer de te gebruiken
lay-out voor het basisscherm.
Opmerking:
De vormgeving
Samsung Living World
is
handig om de ingestelde tijd, signaalsterkte
en land te weten door het grafische scherm.
•
Kleurenschema
: selecteer het te gebruiken
kleurschema voor het basisscherm.
•
Achtergrondafbeelding
: selecteer een afbeelding om
als achtergrond te gebruiken voor het basisscherm.
Basisinformatie
22
•
Time-out
: geef de tijdsduur aan waarna het scherm
weer terugkeert naar het basisscherm als het niet
wordt gebruikt.
4. Als u klaar bent drukt u op de toets
Gereed
.
Startmenuscherm
Via het basismenu heeft u toegang tot alle programma’s
van uw toestel. In het basisscherm drukt u op
Start
om het
Startmenuscherm te openen.
U kunt het soort basismenu wijzigen. Druk op de
functietoets
Start
en selecteer
Instellingen
→
Display
→
Menustijl starten
. Selecteer daarna de door u gewenste
optie.
Programma’s of mappen openen
Blader naar een programma of map door op de
navigatietoetsen te drukken of het duimwiel te verschuiven, en
druk op om het te openen.
Tussen programma’s wisselen
Uw telefoon kan meerdere taken tegelijk uitvoeren. U kunt
tegelijkertijd meerdere programma’s gebruiken en
overschakelen van één programma naar het andere. Vanaf
elk programma kunt u op of drukken om naar het
basisscherm te gaan.
Basisinformatie
23
Opmerking
:
Uw toestel ondersteunt meervoudige PDP zodat u
meerdere dataverbindingen tegelijkertijd kunt
activeren. U kunt bijvoorbeeld de MMS-service
gebruiken als u op het Internet browst. Als een
netwerk echter geen meervoudige PDP ondersteunt,
moet u de huidige dataverbinding beëindigen om
een nieuwe dataverbinding te maken.
Programma’s sluiten
Met Taakbeheer kunt u programma’s sluiten die nu
geopend zijn.
1. Houd op het basisscherm ingedrukt.
2. Blader naar een programma, druk op de functietoets
Stoppen
. Om alle gebruikte programma’s te sluiten
drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert u
Alles
stoppen
.
Tekst invoeren
Uw toestel is uitgevoerd met een volledig toetsenbord ter
ondersteuning van gemakkelijke en snelle tekstinvoer. U
kunt tekst invoeren zoals met het toetsenbord van een
computer.
Op de onderste helft van de toetsen staan letters, op de
bovenste helft cijfers en tekens. Druk op de toets waarop
het door u gewenste karakter staat. Als u wilt wisselen van
hoofdletters naar kleine letters drukt u op .
U kunt de cursor verplaatsen door op de navigatietoetsen
te drukken. Om een karakter te verwijderen drukt u op .
Basisinformatie
24
Daarnaast kunt u de volgende functietoetsen gebruiken:
• : verwijdert tekens
• : begint een nieuwe regel.
• : wijzigt de tekstinvoerstand van de modus Grote
letters naar de modus Kleine letters.
• : schakelt om naar de 123-modus.
• : hiermee kunt u tekstinvoerstand wijzigen. U kunt
omschakelen tussen ABC en T9 om woorden te
vormen door op de toetsen te drukken. 123-modus
en symboolmodus zijn ook beschikbaar voor het
invoeren van nummers en symbolen. Met de optie
Talen
kunt u de taal voor de T9-modus wijzigen.
• : houd ingedrukt om naar de symboolmodus te
gaan.(Indrukken om de symboolmodus te gaan.)
Aanpassen van uw toestel
U kunt uw toestelinstellingen aanpassen aan uw manier
van werken.
Regionale instellingen
U kunt nummer, valuta en tijd en datum aanpassen voor de
desbetreffende landen.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Meer...
→
Landinstellingen
.
3. Selecteer de optie die u in elk veld wilt hebben.
4. Als u klaar bent drukt u op de toets
Gereed
.
Basisinformatie
25
5. Als u de optie Taal of
Landinstellingen
optie wijzigt,
drukt u op de functietoets
OK
.
Daarna moet u het toestel uitzetten en dan weer aan,
zodat de wijzigingen worden doorgevoerd.
Tijd- en datuminstellingen
Met de
Datum en Tijd
instelling kunt u datum, tijd en
tijdzone configureren.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Datum en tijd
.
3. Selecteer uw tijdzone en stel de huidige datum en tijd in.
4. Selecteer zonodig een modus om de huidige tijd en
datum te updaten in het veld
Tijdzone bijwerken
:
Alleen handmatig
: u kunt tijd en datum handmatig
instellen.
Eerst vragen
: het toestel vraagt u of u de
tijdinformatie wilt updaten.
Opmerking
: Als u het toestel instelt op automatisch
tijdinformatie updaten, kan de tijdzone van
uw toestel verschillen van de tijdzone waarin
u zich bevindt.
Automatisch
: uw toestel ontvangt tijdinformatie van
het netwerk en update automatisch de huidige tijd.
Deze functie is alleen beschikbaar als hij wordt
ondersteund door uw netwerk.
5. Als u klaar bent drukt u op de toets
Gereed
.
Opmerking
:u kunt tijd- en datumformaat wijzigen voor
weergave in
Landinstellingen
.
Basisinformatie
26
Energie-instellingen
U kunt ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt
door de time-out instellingen voor het scherm en het
achtergrondlicht van toetsenbord en scherm aan te passen
of de helderheid van het scherm bij te stellen.
1. Op het
basisscherm
drukt u op de toets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Energiebeheer
.
3. Selecteer de energie-instellingen:
•
Batterij
: u kunt de batterijsterkte controleren.
•
Time-out voor verlichting
: u kunt de tijdsduur
instellen dat de achtergrondverlichting van het scherm
blijft branden, als u het toestel niet meer gebruikt.
•
Time-out voor display
: hier selecteert u de tijd die het
scherm blijft branden. Tijdens stand-by gaat het toestel
na een vastgestelde tijdsduur in de slaapstand, zodat
heel weinig energie wordt gebruikt.
•
Helderheid van display
: u kunt de helderheid van
het scherm aanpassen.
•
Time-out voor toetsverlichting
: u kunt de tijdsduur
instellen dat de achtergrondverlichting van het
toetsenbord aanblijft als u het toestel niet meer
gebruikt.
•
Toetsverlichting aan
: kies uit
Altijd
of
Aangepast
.
Als u
Aangepast
hebt gekozen, geeft u de starttijd en
eindtijd in voor de verlichting van het toetsenbord.
4. Als u klaar bent drukt u op de toets
Gereed
.
Basisinformatie
27
Toegangsinstellingen
U kunt de opties configureren om de toegankelijkheid van
uw toestelfuncties te verbeteren.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Meer...
→
Toegankelijkheid
.
3. Selecteer de opties.
•
Lettertype van systeem
: u kunt het formaat van het
lettertype op uw scherm instellen.
•
Time-out
bij bevestiging
: u kunt de tijdsduur voor
een onbevestigde handeling afloopt, instellen.
•
Volume inkomende oproep
: u kunt het volume van
de alarmtoon instellen die afgaat voor als u in een
oproep zit.
4. Als u klaar bent drukt u op de toets
Gereed
.
Geluidsinstellingen
U kunt de geluidsinstellingen voor diverse gebeurtenissen
op het toestel instellen.
Instelling geluiden en Meldingen
Uw toestel herinnert u op diverse manieren als u iets moet
doen, een bericht ontvangt of op de toetsen drukt. Als u
bijvoorbeeld een afspraak hebt ingesteld, wordt u hiervan
op één van de volgende manieren op de hoogte gesteld:
• Een door u te kiezen geluid gaat af.
• Uw toestel gaat trillen.
U kunt de geluiden wijzigen door types of geluiden voor
iedere gebeurtenis te kiezen.
Basisinformatie
28
Een beltoon voor inkomende oproepen kiezen:
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Geluiden
→
Beltoon
.
3. Selecteer de beltoon die u wilt horen.
4. Druk op de functietoets
Gereed
.
Een berichtmelding kiezen:
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Geluiden
→
Melding
.
3. Selecteer een melding voor elk berichttype.
4. Druk op de functietoets
Gereed
.
Herinneringstypes en geluiden kiezen:
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Geluiden
→
Systeemgeluid
.
3. Selecteer de gebeurtenis waarvoor u een geluid wilt
vaststellen.
4. Selecteer herinneringstype of beltoon
5. Als u klaar bent drukt u op de toets
Gereed
.
Een toetsenbordtoon kiezen:
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Geluiden
→
Toetstoon
.
3. Selecteer een toetsenbordtoon.
4. Druk op de functietoets
Gereed
.
Basisinformatie
29
Opmerkingen
:
• U kunt verbinding maken met het Internet en de beltonen
downloaden van de formaten .wav of .mid.
• Als u een .mp3 of .wma bestand als beltoon wilt gebruiken,
moet deze worden opgeslagen in een map Geheugen of
Geheugenkaarten.
Het geluidsprofiel veranderen
Door gebruik te maken van Profielen kunt u de tonen van
de telefoon aan verschillende gebeurtenissen of
omgevingen aanpassen en daarna de instelling als groep
toepassen. De huidige geselecteerde profielen verschijnen
op het basisscherm.
De profielen wijzigen:
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Profielen
. De lijst met
profielen gaat open.
3. Selecteer het gewenste profiel.
Opmerkingen
:
• U kunt het profiel snel wijzigen. Druk op en selecteer het
gewenste profiel van de Beknopte Lijst.
• van het basisscherm ingedrukt houden om snel het Stil
profiel te activeren of uit te schakelen.
Profielen aanpassen:
1. Op het scherm Profielen bladert u naar het gewenste
profiel.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Bewerken
.
Basisinformatie
30
3.
Wijzig de instellingen in elk veld. Beschikbare opties kunnen
verschillen afhankelijk van het geselecteerde profiel
.
4. Als u klaar bent drukt u op de toets
Gereed
.
Opmerking
:Als u alle profielen wil wijzigen in de
fabrieksinstelling, drukt u op de
functietoets
Menu
van de profiellijst en selecteert u
Standaardwaarden
.
Instelling Informatie eigenaar
Informatie eigenaar identificeert de eigenaar of gebruiker
van het toestel. Geef uw contactinformatie in voor het
geval u het toestel verliest.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Meer...
→
Info
over eigenaar
.
3. Elk invoerveld invullen.
4. Als u klaar bent drukt u op de toets
Gereed
.
Basisinformatie
31
Instelling Fout rapporteren
Uw toestel beschikt over de functie Foutenrapportage die u
informeert over fouten in een programma die het systeem
van het toestel kunnen laten vastlopen. U kunt deze functie
activeren of uitschakelen.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Meer...
→
Meer...
→
Foutrapportage
.
3. Selecteer
Inschakelen
of
Uitschakelen
en druk op de
functietoets
Gereed
.
Beveiligingsinstellingen
Met de opties in Beveiliging kunt u uw toestel en SIM-kaart
beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik.
Het toestel blokkeren
U kunt uw telefoon blokkeren met de functie
Telefoonblokkering. Zodra de functie is geactiveerd, wordt
uw toestel automatisch geblokkeerd na de vastgestelde
periode van inactiviteit.
Opmerking
:Als het
toestel
is geblokkeerd, kunt u wel
oproepen ontvangen.
Basisinformatie
32
Het toestel blokkeren:
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Beveiliging
→
Apparaatblokkering
.
3. Selecteer
Bericht indien apparaat niet gebruikt
gedurende
niet is gebruikt en selecteer een tijdsduur
waarna het toestel blokkeert als het niet gebruikt wordt.
4. Blader naar het veld
Type wachtwoord
en selecteer
een wachtwoordtype.
•
Eenvoudige pincode
: gebruik een numeriek
wachtwoord. Een wachtwoord moet uit meer dan 4
tekens
bestaan
.
•
Sterk alfanumeriek
: gebruik een alfanumeriek
wachtwoord. Een wachtwoord moet uit meer dan
7 tekens bestaan en minimaal uit 3 grote en kleine
letters, cijfers of interpunctietekens.
Basisinformatie
33
5. Geef een wachtwoord in in het veld
Wachtwoord
.
6. Geef hetzelfde wachtwoord ter bevestiging opnieuw in in
het veld
Bevestig wachtwoord
.
7. Druk op de functietoets
Gereed
.
8. Druk op de functietoets
Ja
.
Het toestel deblokkeren:
1. Op het basisscherm drukt u op de
functietoets
Ontgrendelen
.
2. Geef het wachtwoord in en druk op de functietoets
Ontgrendelen
.
Basisinformatie
34
De SIM PIN activeren
Als de SIM PIN is geactiveerd, moet u telkens wanneer u
uw toestel aanzet uw PIN ingeven. Zo kan iemand die uw
PIN niet kent uw toestel niet zonder uw toestemming
gebruiken.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Beveiliging
→
SIM-pincode inschakelen
.
3. Geef de PIN in en druk op de functietoets
Gereed
.
De SIM-kaart blokkeren
Als SIM blokkering is geactiveerd werkt uw telefoon alleen
met de huidige SIM-kaart. Als u een andere SIM-kaart
gebruikt, moet u het wachtwoord voor de SIM-blokkering
invoeren.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Beveiliging
→
SIM-blokkering inschakelen
.
3. Geef het wachtwoord voor uw SIM-kaart in en druk op
de functietoets
Gereed
.
4. Geef het wachtwoord ter bevestiging in en druk op de
functietoets
Gereed
.
Basisinformatie
35
PIN2 wijzigen
Een PIN2 wordt gebruikt voor bepaalde functies die door de
SIM-kaart worden ondersteund. U kunt de PIN2 die met uw
SIM-kaart wordt meegeleverd wijzigen.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Beveiliging
→
Pincode 2 wijzigen
.
3.
Geef
de huidige PIN2 in het
Oude pincode
veld in, daarna
een nieuwe PIN in het
Nieuwe pincode
veld, en geef de
nieuwe PIN nogmaals in het veld
Bevestig de nieuwe
pincode
in.
4. Druk op de functietoets
Gereed
.
Het wachtwoord voor het blokkeren van oproepen
wijzigen
U kunt het standaard wachtwoord voor oproepblokkering,
dat u van uw provider hebt gekregen, wijzigen.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Beveiliging
→
Blokkeerwachtwoord wijzigen
.
3. Geef het oude wachtwoord in en daarna een nieuw
wachtwoord en
geef
het nieuwe nogmaals in ter
bevestiging.
4. Druk op de functietoets
Gereed
.
Basisinformatie
36
Codering
Bij mobiele codering wordt voor codering en decodering
gebruikgemaakt van een symmetrischesleutelalgoritme.
Dit houdt in dat voor beide processen een en dezelfde
sleutel wordt gebruikt. De sleutel wordt gemaakt op het
moment dat er een harde reset op het apparaat wordt
uitgevoerd en is alleen beschikbaar voor de toepassing die
in voorkeursmodus wordt uitgevoerd. Mocht de sleutel
beschadigd raken of verloren gaan (bij een harde reset van
het apparaat), dan kunnen geen van de bestanden meer
worden gedecodeerd en bent u uw gevoelige informatie
kwijt.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Beveiliging
→
Codering
.
Instelling zijtoets
U kunt de functie die is toegewezen aan de toets op de
zijkant, , desgewenst wijzigen.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Toetsinstellingen
→
Instellingen voor zijtoetsen
.
3. Selecteer de gewenste functie.
4. Druk op de functietoets
Gereed
.
Basisinformatie
37
Menu sneltoets-instellingen
Als u de stijl van het startmenu hebt ingesteld op
Lijst
, dan
kunnen de cijfertoetsen worden gebruikt als sneltoetsen
om direct naar specifieke programma’s te gaan die in het
startmenu voorkomen.
Opmerking
:
U kunt in Contactpersonen ook telefoonnummers,
e-mailadressen of webpagina’s als
snelkiesnummers aan cijfertoetsen toewijzen. Voor
details over instelling van de snelkieslijst, zie
pagina 63.
Een snelkoppeling aan een toets toewijzen
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2.
Blader
naar het programma dat u aan een toets wilt
toewijzen.
3. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Snelkeuzenummer toev.
.
4. Zonodig geeft u de naam van uw keuze in het veld
Naam
in.
5. Selecteer een locatie in het veld
Toewijz. toetsenblok
en druk op de functietoets
Gereed
.
Naar een menu gaan via de sneltoets
Gebruik op het basisscherm één van de volgende
manieren:
• Voor een 1-cijferige sneltoets houdt u de cijfertoets
ingedrukt.
• Voor 2-cijferige sneltoetsen drukt u de eerste cijfertoets
in en daarna de laatste toets die u ingedrukt houdt.
Basisinformatie
38
Items zoeken
Uw toestel beschikt over een zoekprogramma, Smart Search,
waarmee u gemakkelijk gegevens- of mediabestanden in uw
toestel kunt zoeken en naar deze bestanden kunt gaan.
Een item zoeken
1. In het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Mijn applicaties
→
Bureau-accessoires
→
Smart Search
.
3.
Geef
de eerste paar letters van een itemnaam in in het veld
Zoeken
en selecteer een itemtype in het veld
Type
.
4. Selecteer
Ident. hoofd-/kleine letters
en/of
Hele
woorden
zodat het toestel de overeenkomende items
sneller kan zoeken.
5. Druk op de functietoets
Ga naar
. Het toestel zoekt de
bestandsdirectory’s of programma’s en zet alle
overeenkomende bestanden in een lijst.
6.
Blader
naar het gewenste item en druk op de
functietoets
Openen
.
De zoekopties instellen
U kunt de zoekopties wijzigen voor ieder itemtype om het
toestel meer specifieke informatie te geven en de
zoekitems te vernauwen.
1. Vanaf het scherm Smart Search drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Opties
.
Basisinformatie
39
2. Selecteer het gewenste itemtype en stel iedere optie in.
•
Contactpersoon
: selecteer de soorten contactinformatie
die u in uw zoekopdracht wilt opnemen.
•
Afspraak
: selecteer of u notities wilt opnemen of een
datum wilt instellen zodat het toestel afspraken gaat
opzoeken.
•
Taak
: selecteer of u notities in uw zoekopdracht
wilt
opnemen.
•
SMS/MMS
: selecteer de soorten berichtinformatie die u
wilt opnemen in uw zoekopdracht of stel een datum in
zodat het toestel tekstberichten kan opzoeken.
•
E-mail
: selecteer de soorten e-mailinformatie die u
wilt opnemen in uw zoekopdracht of stel een datum in
zodat het toestel e-mailberichten kan opzoeken.
•
Tel. Oproep
: selecteer de soorten oproepen die u in
uw zoekopdracht wilt opnemen.
•
Bestandsnaam
: selecteer de opslaglocaties die u in
uw zoekopdracht wilt opnemen.
3. Als u klaar bent, drukt u op de toets
Gereed
.
De aanraaktoetsen blokkeren
U kunt de aanraaktoetsen van het toestel blokkeren om te
voorkomen dat u per ongeluk op een toets drukt, waardoor
een programma wordt gestart of het toestel wordt aan- of
uitgezet.
• Om het toetsenbord te blokkeren drukt u op .
• Om de aanraaktoetsen te deblokkeren drukt u op een
willekeurige toets behalve op de aanraaktoetsen, drukt u
op .
Basisinformatie
40
Een optionele geheugenkaart
gebruiken
Uw toestel heeft een uitbreidingsslot dat compatibel is met
microSD geheugenkaarten, die vooral worden gebruikt om
een back-up van bestanden en gegevens te maken of deze
te verplaatsen.
Opmerking
:
Gebruik alleen compatibele geheugenkaarten bij uw
telefoon. Het gebruik van niet-compatibele
geheugenkaarten, zoals Secure Digital (SD) kaarten,
kan de kaart en ook het toestel en gegevens die op
de kaart zijn opgeslagen beschadigen.
Plaatsen van de geheugenkaart
Duw de geheugenkaart in de slot met de labelzijde naar
beneden totdat deze vastklikt. De kaart zit goed als hij niet
uit het toestel steekt.
Basisinformatie
41
Verwijderen van de geheugenkaart
Duw de geheugenkaart in zodat hij loskomt. Trek de kaart
daarna uit het toestel.
Formatteren van de geheugenkaart
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Meer...
→
Geheugeninformatie
.
3. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Geheugenkaart formatteren
.
4. Druk op de functietoets
Ja
om het formatteren te
bevestigen.
Basisinformatie
42
Programma’s toevoegen en
verwijderen
U kunt ieder programma dat voor uw toestel is gemaakt
installeren, zolang het toestel voldoende geheugen heeft.
De meest populaire plek waar u software voor uw toestel
kunt vinden is de Microsoft website
Programma’s toevoegen die ActiveSync
gebruiken
U kunt programma’s installeren die u hebt gedownload van
het Internet of inbegrepen zijn bij de meegeleverde
software CD-ROM door synchronisatie uit te voeren tussen
uw toestel en uw computer.
Eerst moet u vaststellen wat uw toestel en processortype
is, zodat u weet welke versie van de software u moet
installeren.
1. In het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert
Instellingen
→
Meer...
→
Meer...
→
Info
.
Controleer de versie van uw toestel.
2. Download een programma naar uw computer van het
Internet of steek de CD-ROM met het programma in uw
computer.
Let erop dat u het programma selecteert dat geschikt is
voor uw telefoon en het processortype van uw telefoon.
3. Lees de installatie-instructies, Leesmij-bestanden of
documentatie bij het programma.
4. Sluit uw telefoon aan op uw computer en zorg ervoor
dat de ActiveSync draait.
Voor meer informatie over ActiveSync zie pagina 47.
5. Dubbelklik op het *.exe bestand op de computer.
Basisinformatie
43
Als het een installatiebestand is, start u de installatiewizard.
Volg de instructies op het scherm. Zodra de software is
geïnstalleerd, zet het installatiebestand de software
automatisch op uw toestel.
Als het geen installatiebestand is, verschijnt er een
foutmelding. U moet het bestand naar uw toestel
verplaatsen door middel van ActiveSync Explore om het
programmabestand naar de map
Windows
\
Startmenu
op uw toestel te kopiëren.
Zodra de installatie is voltooid, kunt u het programma
bekijken en openen door naar het
Start
menu te gaan.
Een programma meteen van het Internet
installeren
Eerst moet u vaststellen wat uw telefoon en processortype
is, zodat u weet welke versie van de software u moet
installeren.
1. In het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert
Instellingen
→
Meer...
→
Meer...
→
Info
.
Controleer de versie van uw telefoon.
2. Download het programma met Opera browser direct van
het Internet op uw toestel.
Let erop dat u het programma selecteert dat geschikt is
voor uw telefoon en het processortype van uw telefoon.
3. Lees de installatie-instructies, Leesmij-bestanden of
documentatie bij het programma.
4. Selecteer het bestand, zoals een *.xip of *.exe bestand.
De installatiewizard gaat beginnen.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Basisinformatie
44
Zodra de installatie is voltooid, kunt u het programma
bekijken en openen door naar het
Start
menu te gaan.
Programma’s verwijderen
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Programma’s
verwijderen
.
3.
Blader
naar het programma dat u wilt verwijderen.
4. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Verwijderen
.
5. Druk op de functietoets
Ja
om de verwijdering te
bevestigen.
6. Als u klaar bent, drukt u op de functietoets
OK
.
Certificaten beheren
U kunt publieke toetscertificaten toevoegen en verwijderen
op uw toestel. U kunt de volgende twee soorten certificaten
op uw toestel opslaan.
•
Persoonlijk
: helpt uw identiteit vaststellen, wanneer u
inlogt op een beveiligd netwerk, bijvoorbeeld een
bedrijfsnetwerk.
•
Basis
: helpt de identiteit vaststellen van servers waarmee u
zich verbindt. Dit helpt voorkomen dat ongeautoriseerde
gebruikers toegang hebben tot uw telefoon en tot uw
informatie.
Basisinformatie
45
Certificaten bekijken
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Beveiliging
→
Certificaten
→
een certificaattype.
3. Selecteer het certificaat om meer details te bekijken.
Een certificaat verwijderen
1.
Blader
naar het gewenste certificaat op de lijst.
2. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Wissen
.
3. Druk op de
functietoets
Ja
om de verwijdering te bevestigen.
Uw telefoon resetten
U kunt de instellingen van uw toestel resetten en alle
toegevoegde gegevens van het geheugen wissen.
De telefoon resetten
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Beveiliging
→
Meer...
→
Op nul zetten
.
3. Geef het resetwachtwoord in en druk op de functietoets
Gereed
. Het standaardwachtwoord is "1234".
4. Druk op de functietoets
Ja
om de reset te bevestigen.
5. Druk op de functietoets
Ja
om de verwijdering van de
DRM-bestanden te bevestigen. Het toestel reset en
herstart vanzelf.
Basisinformatie
46
Het resetwachtwoord wijzigen
U kunt het resetwachtwoord wijzigen om te voorkomen dat
het toestel door ongeautoriseerde personen wordt gereset.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Beveiliging
→
Meer...
→
Wachtwoord wijzigen
.
3. Geef het oude wachtwoord en daarna een nieuw
wachtwoord in en geef het nieuwe ter bevestiging
nogmaals in.
4. Druk op de functietoets
Gereed
.
Online helpinformatie
Uw toestel wordt ondersteund door aanvullende informatie die
online of op de CD-ROM die meegeleverd is, beschikbaar is.
Voor informatie over:
zie:
extra programma’s die
op u
w
toestel kunnen
worden geïnstalleerd,
de meegeleverde CD-ROM.
met een PC verbinden en
synchroniseren,
Hoofdstuk 3 in deze
Gebruiksaanwijzing of ActiveSync
Help op uw PC. Om de ActiveSync
Help te bekijken, klikt u op het
pictogram ActiveSync op de
taakbalk in Windows.
hoofdstuk
47
3
Synchronisatie
Met Microsoft
®
ActiveSync
®
kunt u gegevens van uw pc
synchroniseren met de gegevens op uw telefoon.
Synchronisatie vergelijkt de gegevens van uw telefoon met
die van uw pc en werkt zowel de telefoon als de computer
bij met de laatste gegevens.
Met ActiveSync kunt u:
• gegevens van Contactpersonen, Agenda, Taken of
Postvak In up-to-date houden door uw telefoon te
synchroniseren met gegevens van Outlook op uw pc.
• Bestanden kopiëren (i.p.v. synchroniseren) tussen uw
telefoon en pc.
• Het moment waarop de synchronisatie wordt uitgevoerd
bepalen door een synchronisatiemodus te kiezen.
• Gegevenstypen selecteren die moeten worden
gesynchroniseerd en de hoeveelheid gesynchroniseerde
gegevens bepalen.
WAARSCHUWING!
• ActiveSync synchroniseert twee apparaten met de laatste
gegevens. Dus als u bepaalde specifieke gegevens na
synchronisatie van uw
toestel
verwijdert en daarna opnieuw
een synchronisatie uitvoert, worden deze gegevens ook op
de computer verwijderd. Let erop dat u geen belangrijke
gegevens kwijtraakt.
• Als u het
toestel
uitzet na het kopiëren van bestanden naar
willekeurige mappen, behalve naar de map Geheugen, met
ActiveSync, worden alle bestanden in deze map verwijderd.
Sla belangrijke bestanden op in de map Geheugen om te
voorkomen dat deze worden verwijderd.
Synchronisatie
48
ActiveSync installeren
Voordat u begint met synchroniseren, moet u ActiveSync
installeren op uw pc met behulp van de meegeleverde CD-
ROM. U kunt ook de laatste versie van ActiveSync
downloaden van de website van Microsoft
1. Steek de CD-ROM in het CD-ROM-station van uw pc. Of
u dubbelklikt op de gedownloade ActiveSync installer.
2. Volg de instructies op het scherm om Microsoft
ActiveSync te installeren.
Als de installatie is voltooid, helpt de installatiewizard
van Synchronisatie u uw toestel te verbinden met uw pc
om een partnership in te stellen.
3. Volg de instructies op het scherm.
Opmerking
:Zie pagina 49 voor meer informatie over het
verbinden van de
telefoon
met een computer.
Uw eerste synchronisatieproces begint automatisch als uw
toestel is verbonden met de computer. Na de eerste
synchronisatie kijkt u naar Contactpersonen, Agenda en
Taken op uw toestel. U zult zien dat de informatie naar uw
telefoon is gekopieerd.
Synchronisatie
49
Verbindingsinstellingen aanpassen
Om een verbinding tot stand te brengen tussen uw
computer en de telefoon moet u de verbindingen die u wilt
gebruiken in het ActiveSync-programma activeren.
Standaard zijn alle verbindingen geactiveerd.
1. Van het ActiveSync-venster op uw computer selecteert u
Bestand
→
Verbindingsinstellingen...
2. De verbindingsinstellingen wijzigen.
3. Klik op
OK
.
Uw toestel met een computer
verbinden
Als u uw toestel met uw computer verbindt, kunt u één van
de volgende manieren kiezen:
• een PC-datakabel gebruiken
• een Bluetooth-verbinding gebruiken
Met een PC-datakabel aansluiten
Sluit het ene uiteinde van de PC-gegevenskabel aan op de
aansluiting aan de rechterzijde van het apparaat en het
andere uiteinde op de USB-poort van de computer.
Opmerking
:USB-modus van uw
toestel
moet zijn ingesteld
voor ActiveSync. Druk op de
functietoets
Start
en selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Verbindingen
→
USB
. Selecteer daarna
ActiveSync
.
Synchronisatie
50
De verbinding wordt tot stand gebracht en het Microsoft
ActiveSync venster verschijnt. De synchronisatie begint
automatisch.
Opmerkingen
:
• Als er een fout optreedt met een USB-verbinding, activeert u
de DHCP client service of deactiveert u de firewall of VPN-
omgeving.
• USB-hubs en dockingstations van laptops bieden geen
constante stabiliteit met Windows Mobile-gestuurde
toestellen en ActiveSync. U kunt het toestel via een USB-hub
of dockingstation aansluiten op de USB-poorten van de PC,
als u merkt dat de verbinding slecht of onmogelijk is.
Via Bluetooth verbinden
1. In het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2.
Mijn applicaties
→
ActiveSync
selecteren.
3. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Verbinden
via Bluetooth
.
4. Druk op de functietoets
Ja
, als u voor de eerste keer
met een computer verbindt via Bluetooth.
5. Selecteer
Nieuw app. toevoegen...
om nieuwe
Bluetooth-compatibele apparaten te zoeken.
6. Selecteer uw Bluetooth-compatibele computer om het
toestel aan te sluiten op de computer.
Synchronisatie
51
7. Geef een Bluetooth-wachtwoord in en druk op de
functietoets
Volgende
. Dit wachtwoord wordt slechts
eenmaal gebruikt en u hoeft het niet te onthouden.
Als u hetzelfde wachtwoord invoert op uw computer is
de koppeling voltooid.
8. Geef een displaynaam in voor de computer en druk op
de functietoets
Volgende
.
9. Controleer de services die u wilt gebruiken en druk op
de functietoets
Gereed
.
Opmerking
:
ActiveSync
moet worden gecontroleerd op
de servicelijst. Als Serieel echter beschikbaar
is op de lijst, selecteer dit dan en let erop dat
er een correcte Bluetooth COM-poort is
geselecteerd in Verbindingsinstellingen van
de PC ActiveSync. De Bluetooth-software op
de PC moet de juiste instellingen hebben.
10. Druk op de functietoets
Gereed
.
Informatie synchroniseren
Begin met de synchronisatie door uw toestel op de
computer aan te sluiten. Voor meer informatie over het
verbinden van uw telefoon met de computer, zie pagina 49.
Het Microsoft ActiveSync venster op uw computer
verschijnt automatisch en de synchronisatie begint.
Zodra de synchronisatie is voltooid, blijft het toestel met de
computer verbonden. Als er wijzigingen zijn uitgevoerd,
begint ActiveSync automatisch met synchroniseren. Om
met synchroniseren te beginnen, drukt u op de functietoets
Sync
in ActiveSync op uw toestel.
Synchronisatie
52
U kunt de bestandsdirectory van het toestel openen door
op
Verkennen
te drukken van het Microsoft ActiveSync
venster. U kunt nu de bestanden snel en gemakkelijk
kopiëren van het toestel naar de computer of vice versa.
Opmerking
:Om Bluetooth-toestellen met een compatibele
computer te synchroniseren, moet de computer
over de Bluetooth-stack voor Windows XP
Service Pack 2 beschikken.
Synchronisatie-instellingen
aanpassen
U kunt diverse instellingsopties configureren voor
synchronisatie met een computer en een server en de
synchronisatieplanning instellen.
Eerst moet u de verbinding verbreken tussen uw toestel en
uw computer. Trek de PC-datakabel eruit of verwijder het
toestel uit het Bluetooth-bereik.
PC-instellingen wijzigen
1. In ActiveSync op uw telefoon drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert
Opties
.
2. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Instellingen
.
3. Wijzig de computernaam, stel in hoe een
gegevensconflict tussen uw toestel en computer moet
worden behandeld en stel een event logging type in.
4. Druk op de functietoets
Gereed
.
5. Selecteer de te synchroniseren gegevenstypes.
Synchronisatie
53
6. Druk op de functietoets
Gereed
.
Opmerking
:Voor meer informatie over de voorwaarden
waaraan moet worden voldaan op de computer
en hoe de synchronisatie-opties moeten worden
gewijzigd, zie ActiveSync Help.
Server-synchronisatie instellen
U kunt informatie automatisch synchroniseren, omdat
items alleen aankomen als uw bedrijf Microsoft Exchange
Server met Exchange ActiveSync gebruikt.
Een Exchange Server verbinding configureren
1. In ActiveSync op uw toestel drukt u op de functietoets
Menu
en selecteer
Serverbron toevoegen
.
2. Geef het serveradres in en selecteer
Deze server
vereist een beveiligde (SSL)-verbinding
vereist om
een SSL-protocol voor servertoegang te gebruiken.
3. Druk op de functietoets
Volgende
.
4. Geef uw gebruikersnaam, wachtwoord en domeinnaam
van Microsoft Exchange in.
Om het wachtwoord op te slaan voor toegang in de
toekomst, selecteert u
Wachtwoord opslaan
.
5. Druk op de functietoets
Volgende
.
6. Selecteer de te synchroniseren gegevenstypes.
7. Druk op de functietoets
Menu
om naar de volgende
opties te gaan:
•
Instellingen
: u kunt de opties voor het behandelen
van gegevens opslaan voor elk gegevenstype.
Synchronisatie
54
•
Geavanceerd
: u kunt instellen hoe een
gegevensconflict tussen uw toestel en computer moet
worden behandeld en een event logging type instellen.
•
Vorige
: u kunt terugkeren naar de vorige stap.
8. Als u klaar bent, drukt u op de
functietoets
Voltooien
.
De synchronisatieplanning wijzigen
U kunt synchronisatie op twee verschillende tijden met de
Microsoft Exchange Server plannen. Gebruik de
spitsurenplanner om tijdens werkuren en andere tijden waarop
u grote hoeveelheden mail binnenkrijgt te synchroniseren.
Gebruik de dalurenplanner om tijdens werkuren en andere
tijden waarop u kleine hoeveelheden mail binnenkrijgt te
synchroniseren.
1. In ActiveSync op uw toestel drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert
Schema
.
2. Stel elke optie in:
• Om een periodieke synchronisatie uit te voeren tijdens
spitsuren, selecteert u een synchronisatiefrequentie in
het veld
Piektijden
.
• Om een periodieke synchronisatie uit te voeren tijdens
daluren, selecteert u een synchronisatiefrequentie in
het veld
Buiten piektijden
.
• Om de spits- en dalureninstelling te gebruiken in het
buitenland, selecteert u
Gebruik deze instellingen
tijdens het roamen
.
• Om de dagen en uren in te stellen voor spitstijden drukt u
op de
functietoets
Menu
en selecteert
Piektijden
.
3. Als u klaar bent drukt u op de toets
Gereed
.
hoofdstuk
55
4
Oproepfuncties
Dit hoofdstuk beschrijft alle oproepfuncties die uw toestel biedt.
De telefoonfuncties aan- en
uitzetten
U kunt er op elk moment voor kiezen de telefoonfuncties
aan en uit te zetten en alleen de PDA-functies te gebruiken
en daarna weer aan te zetten als u dat wenst.
Opmerking
:In veel landen bent u wettelijk verplicht de
telefoonfuncties tijdens een vlucht uit te zetten.
Als u het scherm van uw
telefoon
uitzet,
betekent dat niet dat u ook de telefoonfuncties
uitzet. U moet uw draadloze verbinding met het
netwerk van uw provider verbreken.
Om de telefoonfuncties uit te zetten, drukt u op en
selecteert
Draadloos beheer
. Dan selecteert u
Telefoon
om deze in te stellen op
Uit
. Het pictogram verschijnt in
de rechter bovenhoek van het scherm.
Om de telefoonfuncties weer aan te zetten, selecteert u
Telefoon
en zet hem op
Aan
vanaf het scherm Wireless
Manager.
Opmerking
:U kunt ook naar het scherm Wireless Manager
gaan door te drukken op de
functietoets
Start
en
Instellingen
→
Meer...
te selecteren.
→
Verbindingen
→
Draadloos beheer
.
Oproepfuncties
56
Het belscherm gebruiken
Als u op drukt, wordt het belscherm. U kunt de meest
recente gekozen, ontvangen en gemiste oproepen op het
scherm bekijken.
Als u een cijfer invoert, geeft het belscherm een lijst in
Contactpersonen en Oproephistorie van alle nummers die
het ingevoerde cijfer bevatten, plus het telefoonnummer
dat is toegewezen aan de desbetreffende snelkiestoets.
Een oproep tot stand brengen
U kunt met behulp van de cijfertoetsen een nummer bellen.
Naast normale spraakoproepen, kunt u een telefonische
vergaderoproep per video in een 3G (UMTS) netwerk tot
stand brengen.
Een video-oproep tot stand brengen:
1. Op het basisscherm geeft u een nummer inclusief
kengetal in.
Opmerking
:Als u op
, , , , , , of
drukt, verschijnen op het
toestel
de namen
van contactpersonen volgens het alfabet.
2. Druk om een oproep te doen.
Als de verbinding wordt gemaakt, verschijnt de oproepduur.
Tijdens een oproep kunt u diverse oproepopties gebruiken.
Zie voor meer informatie pagina 60.
Om het geluidsvolume tijdens een oproep aan te passen,
drukt u of om het volumeniveau te verhogen of te
verlagen.
3. Druk om de oproep te beëindigen.
Oproepfuncties
57
Een video-oproep maken:
1. Op het basisscherm geeft u een nummer in met een
kengetal.
2. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Video oproep
.
Geavanceerde oproepfuncties
U kunt een oproep maken vanaf Contactpersonen,
Snelkiezen en Oproephistorie.
Een oproep maken vanaf Contactpersonen
1. U kunt ook op de functietoets
Start
drukken en
Contacten
selecteren.
2. Selecteer een contactkaart vanaf de lijst Contactpersonen.
3.
Blader
naar het gewenste nummer.
4. Druk op voor een spraakoproep, of druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Video oproep
voor een
video-oproep.
Een oproep tot stand brengen vanaf
Snelkiezen
Snelkiezen is een lijst die u kunt maken van nummers die u
vaak kiest. Gedetailleerde informatie over een nummer
toevoegen aan Snelkiezen vindt u op pagina 63.
Door de positie op de Snelkieslijst te onthouden, kunt u het
nummer kiezen door dat nummer van de snelkiestoets
gewoon in te drukken. Het aan de toets toegewezen
telefoonnummer verschijnt op het kiesscherm.
Oproepfuncties
58
Als u de plaats van een nummer niet meer weet kunt u ook
naar de snelkieslijst gaan:
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Mijn applicaties
→
Bureau-accessoires
→
Snelkeuze
.
3.
Blader
naar het gewenste nummer.
4. Druk op voor een spraakoproep, of op de
functietoets
Menu
en selecteer
Video oproep
voor een
video-oproep.
Een oproep tot stand brengen vanaf
Oproephistorie
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Oproepen
. De recente oproeplijst verschijnt.
Opmerking
: is voor inkomende spraakoproepen, is
voor uitgaande spraakoproepen, is voor
gemiste spraakoproepen, is voor
inkomende video-oproepen, is voor
uitgaande video-oproepen en is voor
gemiste video-oproepen.
Om de oproepen gesorteerd per oproeptype te bekijken
drukt u op de functietoets
Menu
, selecteert u
Filter
en
daarna een categorie van de popup-lijst.
3.
Blader
naar het gewenste nummer.
4. Druk op voor een spraakoproep, of op de
functietoets
Menu
en selecteer
Video oproep
voor een
video-oproep.
Oproepfuncties
59
Internationale oproepen
1. Houd ingedrukt tot het
+
teken verschijnt. De
+
vervangt de internationale toegangscode.
2. Geef het volledige telefoonnummer in dat u wilt bellen.
Het omvat landcode, kengetal (zonder beginnul) en
telefoonnummer.
3. Druk op voor een spraakoproep of druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Video oproep
voor een
video-oproep.
Opmerking
:U kunt instellen dat landcode of kengetal voor
het nummer worden toegevoegd tijdens het
kiezen. Zie pagina 68.
Een noodoproep plaatsen
In uw toestel is standaard als alarmnummer
112
ingesteld.
Dit nummer kan normaal worden gebruikt om een
noodoproep in een willekeurig land te doen, met of zonder
SIM-kaart, als u zich binnen een mobiel telefoonnetwerk
bevindt.
Geef het alarmnummer in
112
en druk op .
Opmerkingen
:
• Sommige serviceproviders vereisen dat er een SIM-kaart in
de telefoon zit en in sommige gevallen ook dat de PIN wordt
ingevoerd.
• In sommige gevallen zijn ook andere alarmnummers
toegankelijk. Uw serviceprovider kan ook andere locale
alarmnummers op de SIM-kaart opslaan.
Oproepfuncties
60
Een oproep beantwoorden of
weigeren
Als er een oproep binnenkomt en het toestel belt of trilt,
afhankelijk van de belinstelling:
• Druk op de functietoets
Opnemen
of om de oproep
te beantwoorden.
• Druk op de functietoets
Weiger
of druk op om de
oproep te weigeren. U kunt ook ingedrukt houden of
om de oproep te weigeren.
Opmerking
: Als u een oproep weigert, wordt de bezettoon
uitgezonden. Afhankelijk van uw
serviceprovider, kan de beller met uw
voicemailserver worden doorverbonden.
• Druk op of om de beltoon uit te zetten.
Opties tijdens een oproep
Uw toestel biedt een aantal bedieningsfuncties, die u kunt
gebruiken als u al met iemand aan het bellen bent.
Een tweede oproep beantwoorden
Als iemand u probeert te bellen, Terwijl u in gesprek bent,
verschijnt een mededelingenvenster.
1. Druk op de functietoets
Beantwoorden
of om een
tweede oproep te beantwoorden en de eerste in de
wacht te zetten.
2. Om heen en weer te schakelen tussen de twee
oproepers drukt u op de functietoets
Wisselen
.
Oproepfuncties
61
3. Om de tweede oproep te beëindigen en terug te gaan
naar de eerste drukt op .
Opties tijdens een gesprek gebruiken
Tijdens een oproep hebt u toegang tot diverse opties door
op
Menu
te drukken.
Voor een spraakoproep zijn de volgende opties beschikbaar:
•
In de wacht
: plaatst de huidige oproep in de wacht.
•
Fluisterstand aan/uit
: zet de fluisterstand aan of uit.
De fluisterstand verhoogt automatisch de gevoeligheid
van het Microfoon zodat de andere persoon u kan horen
terwijl u fluistert.
•
Wisselen
: schakelt heen en weer tussen de twee
gesprekken.
•
Microfoon uit
/
Microfoon aan
: schakelt de microfoon
uit zodat de persoon met wie u spreekt u niet kan horen,
of schakelt deze weer in.
•
Luidspreker aan/uit
: hiermee zet u de externe
luidspreker aan, zodat u ook op korte afstand van de
telefoon kunt bellen.
•
Telefonisch vergaderen
: brengt een telefonische
vergadering tot stand als u een actieve oproep en een
oproep in de wacht hebt. U kunt een gesprek voeren met
maximaal 5 mensen tegelijkertijd.
•
Privé
: hiermee kunt u een privé gesprek voeren met de
geselecteerde deelnemer aan de telefonische
vergadering.
•
Handsfree inschakelen/uitschakelen
: zet de huidige
oproep over naar de verbonden Bluetooth handsfree
autokit van de headset of zet de oproep weer terug naar
het toestel.
Oproepfuncties
62
•
Opslaan in Contactpersonen
: slaat het telefoonnummer of
de persoon met wie u spreekt op.
•
Contactpersonen
: opent de contactgegevens, indien het
gekozen nummer wordt opgeslagen in Contactpersonen.
• Agenda bekijken: opent de agenda.
•
Vorige gesprekken
: opent oproephistorielijst.
•
DTMF zenden
: verzendt DTMF (Dual tone multi-
frequency) tonen van een specifiek nummer als een
groep. Deze optie is handig voor het invoeren van een
wachtwoord of een rekeningnummer, als u een
geautomatiseerd systeem belt, zoals een bankservice.
•
Toetstonen uit
: zet de toetstonen uit of aan.
•
Doorverbinden
: brengt de huidige actieve oproep over naar
een
beller
in de wacht. De twee oproepers kunnen met
elkaar spreken, maar de verbinding met u wordt verbroken.
•
Alle gesprekken beëindigen
: alle oproepen verbreken.
Voor een video-oproep zijn de volgende opties beschikbaar:
•
Microfoon uit
/
Microfoon aan
: zet de microfoon uit of
weer aan.
•
Luidspreker uit
/
aan
: zet de externe luidspreker uit of aan.
•
Omschakelen naar BT-headset
/
Omschakelen naar
telefoon
: schakelt de huidige oproep over naar de
aangesloten Bluetooth-headset of schakelt terug naar de
telefoon. Voor meer informatie over Bluetooth-
verbindingen, zie pagina 159.
•
Opslaan in Contactpersonen
: slaat het
telefoonnummer of de persoon met wie u spreekt op.
•
Display
: hiermee kunt u het effect of de kwaliteit van
het camerabeeld wijzigen.
•
Geavanceerd
: hiermee kunt u de DTMF-tonen van
nummers of een bestand verzenden naar de persoon met
wie u spreekt.
Oproepfuncties
63
•
Omschakelen naar spraakoproep
: zet de camera uit
en schakelt de oproep om naar een spraakoproep.
•
Opties
: hiermee kunt u de opties voor video-oproepen
wijzigen. Zie voor meer informatie pagina 72.
Oproep-gerelateerde functies
Uw voicemail controleren
De eerste snelkieslocatie is standaard toegewezen aan uw
voicemailbox. Als u uw SIM-kaart in het toestel steekt,
detecteert deze automatisch het nummer van de
voicemailcentrale van uw mobiele serviceprovider en stelt
dit als standaard in.
Om uw voicemail te controleren houdt u ingedrukt vanaf
het kiesscherm.
Opmerking
:U kunt het nummer van de voicemailcentrale
controleren en wijzigen. Zie pagina 68.
De snelkieslijst beheren
U kunt vaak gebruikte telefoonnummers, e-mailadressen of
webpagina’s in Contactpersonen toewijzen aan
snelkieslocatie 2 t/m 99. De locatie 0 en 1 op de
snelkieslijst worden vooraf ingesteld. Ze zijn
achtereenvolgens voor de internationale toegangscode en
het nummer van de voicemailcentrale.
Oproepfuncties
64
Een contactpersoon toevoegen aan de snelkieslijst
1. U kunt ook op de functietoets
Start
drukken en
Contacten
selecteren.
2. Selecteer een contactkaart vanaf de lijst.
3.
Blader
naar een nummer, e-mailadres of webpagina-
adres.
4. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Toevoegen
aan snelkiezen
.
5. Zonodig geeft u de gewenste naam in.
6. In het veld
Toewijz. toetsenblok
, selecteert u een
locatie.
7. Druk op de functietoets
Gereed
.
Snelkiestoewijzingen verwijderen
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Mijn applicaties
→
Bureau-accessoires
→
Snelkeuze
.
3. Op de Snelkieslijst bladert u naar een item.
4. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Verwijderen
.
5. Druk op de functietoets
Ja
om de verwijdering te
bevestigen.
Oproepfuncties
65
Oproephistorie beheren
Oproephistorie geeft de details van alle inkomende,
uitgaande en gemiste oproepen, en biedt ook een
samenvatting van alle oproepen. Er staat ook in wanneer
een oproep werd geïnitialiseerd en hoe lang hij duurde.
Oproephistorie openen:
In het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert
Oproepen
Een lijst met alle oproepen
verschijnt.
Zonodig selecteert u de categorie van de weer te geven
oproephistorie door op
Menu
te drukken en
Filter
te
selecteren.
Details van oproepen bekijken
• Om de duur van een uitgaande of ontvangen oproep, en
tijd en datum te bekijken, bladert u naar de oproep die u
wilt bekijken en drukt u op .
• Om het telefoonnummer van een oproep in
Contactpersonen op te slaan, bladert u naar de gewenste
oproep en drukt u op de functietoets
Opslaan
.
• Om contactinformatie te bekijken drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Contact zoeken
.
• Om een SMS-bericht te verzenden drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
SMS-bericht
verzenden
.
• Om een e-mailbericht te verzenden drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
E-mail
.
• Om een individuele oproep te verwijderen drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u daarna
Verwijderen
.
Om alle oproepen te verwijderen, selecteert u
Lijst
wissen
.
Oproepfuncties
66
• Om een MMS-bericht te verzenden drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
MMS sturen
.
Oproeptimers bekijken
In Oproephistorie kunt u de duur van uw oproepen bekijken.
Deze optie is handig om uw gebruik in te schatten.
1. Op het scherm Oproephistorie drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert u
Timers weergeven
.
U kunt de duur van alle oproepen, die van de laatste
oproep en de duur van alle ontvangen en uitgaande
oproepen, inclusief roaming-oproepen en data-
oproepen, plus een levensduurteller zien. U kunt ook de
tijd bekijken waarop u de oproeptijd reset.
2. Druk op de functietoets
Gereed
.
Om de oproeptijdrecords te wissen, met uitzondering van
Oproepgeschiedenis
, drukt u op de functietoets
Menu
,
selecteert
Timers opn. inst.
en drukt daarna op de
functietoets
Ja
.
De instellingen van uw telefoon
wijzigen
U kunt de instellingen van de telefoon, de diensten
waarvan uw gebruik maakt en het netwerk waarmee u
verbonden bent aan uw wensen aanpassen.
Naar de optie Telefooninstellingen
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Telefoon
.
Oproepfuncties
67
3. Selecteer een instellingsmenu en stel daarna elke optie in.
4. Als u klaar bent drukt u op de toets
Gereed
.
Beschikbare instellingsopties
Alle oproepen
•
Bandkeuze
: met deze optie kunt u de netwerkband
waarin uw toestel moet werken, selecteren.
•
Gesprekskosten
: met deze netwerkfunctie kunt u de
kosten van oproepen bekijken. Oproepkosten bekijken is
mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van speciale SIM-
kaarten. Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met uw serviceprovider.
Kosten laatste gesprek
: geeft de kosten van de laatst
gemaakte oproep.
Totale kosten
: geeft de totale kosten van alle gemaakte
oproepen vanaf het moment dat de kostenteller is
gereset. Als de totale kosten de maximum kosten die zijn
ingesteld in de optie
Kostenlimiet wijzigen
hebben
bereikt, kunt u pas weer bellen als u de teller weer op nul
hebt gezet.
Kostenlimiet
: geeft de maximum kosten die zijn
ingesteld in de optie
Kostenlimiet wijzigen
.
Gesprekskosten op nul zetten
: hiermee kunt u de
kostenteller op nul zetten.
Kostenlimiet wijzigen
: hiermee kunt u de maximum
kosten die u zich toestaat voor uw oproepen, instellen.
U kunt oproepen tot stand brengen zolang de vooraf
ingestelde maximum kosten niet zijn overschreden.
Prijs per eenheid
: hiermee kunt u de kosten van één
eenheid instellen. Deze prijs per eenheid wordt gebruikt
als berekening voor de kosten van uw oproepen.
Oproepfuncties
68
•
Gespreksopties
: U kunt instellingen m.b.t.
oproepfuncties aanpassen, zoals een antwoordoptie,
voicemail, SMS-toegangsnummers en automatische
kiescodes.
Beantwoorden met een willekeurige toets
: als deze
optie is geactiveerd, kunt u inkomende oproepen
beantwoorden door een willekeurige toets in te drukken,
m.u.v. , , , , en .
SIM-contacten weergeven
: als deze optie is
geactiveerd, worden de contactkaarten die zijn
opgeslagen op de SIM-kaart weergegeven in de lijst
Contactpersonen.
Telefoonnummer
: controleer uw telefoonnummer.
Voicemailnummer
: als u uw SIM-kaart in uw toestel
steekt, detecteert het toestel automatisch het standaard
toegangsnummer van uw voicemail. Zo niet dan kunt u
handmatig het van uw serviceprovider verkregen
nummer invoeren.
Servicecentrum SMS-berichten
: als u uw SIM-kaart in
uw toestel steekt, detecteert het toestel automatisch uw
standaard SMS-toegangsnummer. Zo niet dan kunt u
handmatig het van uw serviceprovider verkregen
nummer invoeren.
Landnummer
: u kunt een landcode invoeren. De code
wordt automatisch toegevoegd voor een telefoonnummer
als u dit kiest.
Netnummer
: u kunt een kengetal invoeren. De code
wordt automatisch toegevoegd voor een telefoonnummer
als u dit kiest.
•
Nummerweergave
: als u iemand belt, kan uw
telefoonnummer worden weergegeven of verborgen voor de
persoon met wie u belt. Met deze optie kunt u de
nummerweergave in- of uitschakelen.
Oproepfuncties
69
•
Kanalen
: met deze optie kunt u de ontvangst van een
infobericht toestaan en uitzendkanalen van welke u
infoberichten wilt ontvangen, instellen.
Kanalen inschakelen
: hiermee schakelt u de ontvangst
van ontvangst van infoberichten.
Kanaallijst ontvangen
: selecteert het ontvangen van
een lijst van alle beschikbare uitzendkanalen van de
netwerk.
Taal
: selecteert de weergave van uw favoriete talen in
infoberichten.
Om de kanalenlijst te bewerken drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Kanalen bewerken
.
Dan drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert u de
opties voor het toevoegen of bewerken van kanalen.
•
Vaste nummers
: als deze optie is geactiveerd, kan uw
toestel uitgaande oproepen alleen uitvoeren naar een
beperkte groep telefoonnummers. U kunt alleen de nummers
oproepen die in de FDN-lijst staan of die beginnen met
hetzelfde cijfer(s) als een telefoonnummer uit de lijst.
•
Netwerken
: u kunt het toestel op ‘automatisch netwerk
selecteren’ instellen als u buiten uw servicegebied bent,
of een bepaald netwerk zoekt en selecteert.
Druk op de functietoets
Menu
om naar de volgende
opties te gaan:
Nieuw netwerk zoeken
: alle beschikbare netwerken
zoeken. U kunt het zoeken starten als het toestel zich
buiten uw servicegebied bevindt.
Netwerk selecteren
: selecteert een netwerk vanaf de
beschikbare netwerken.
Voorkeursnetwerken
: stelt een lijst van uw favoriete
netwerken samen. U kunt prioriteit instellen voor de
netwerken of netwerken handmatig toevoegen door ze
vanaf de vooraf ingestelde netwerklijst te selecteren of
hun service-ID codes in te voeren.
Oproepfuncties
70
Annuleren
: het
Netwerk
menu verlaten.
•
Gesloten gebruikersgroep
: met deze optie kunt u
inkomende en uitgaande oproepen instellen voor een
beperkte geselecteerde gebruikersgroep. Voor meer
informatie over hoe u een gesloten gebruikersgroep
(CUG) aanmaakt, neemt u contact op met uw
serviceprovider.
Gebruikersgroep gebruiken
: hiermee kunt u de
gesloten gebruikersgroep-functie inschakelen.
Buiten groep
: maakt oproepen mogelijk naar nummers
die niet in de gesloten gebruikersgroep voorkomen. Deze
functie is afhankelijk van de aard van uw CUG-
abonnement.
Standaardgroep
: maakt gebruik van een standaard
gebruikersgroep mogelijk, als u er één hebt ingesteld bij
uw serviceprovider. Als u een oproep maakt, krijgt u de
optie uw standaard CUG te gebruiken in plaats van er één
te selecteren van de lijst.
Groepsindex
: stelt het indexnummer van de
gebruikersgroep in.
Gesprek
•
Gesprek in wachtstand
: met deze service kunt u een
oproep ontvangen terwijl u al telefonisch met iemand in
gesprek bent. Selecteer
Wisselgesprek inschakelen
om deze service te activeren.
•
Oproepen blokkeren
: met deze netwerk kunt u uw
inkomende of uitgaande oproepen beperken. Om deze
service in te stellen moet u het oproepblokkeringswachtwoord
invoeren dat u verkregen hebt van uw serviceprovider.
Voor inkomende oproepblokkering zijn de volgende
opties beschikbaar:
Alle oproepen
: u kunt geen oproepen ontvangen.
Oproepfuncties
71
Indien roaming
: oproepen kunnen niet worden ontvangen
als uw toestel zich buiten uw eigen servicegebied bevindt.
Uit
: oproepblokkering wordt uitgeschakeld; alle
oproepen kunnen normaal worden ontvangen.
Voor uitgaande oproepblokkering zijn de volgende opties
beschikbaar:
Alle oproepen
: u kunt geen oproepen maken.
Internationale oproepen
: internationale oproepen
kunnen niet worden gemaakt.
Internationaal behalve thuisland
: als u in het
buitenland bent, kunt u alleen oproepen maken naar
nummers binnen het land waar u bent en naar uw eigen
land.
Uit
: oproepblokkering wordt uitgeschakeld; alle
oproepen kunnen normaal worden gemaakt.
•
Oproep doorschakelen
: met deze netwerkservice kunt
u uw inkomende oproepen doorschakelen naar een ander
telefoonnummer.
Altijd doorschakelen
: alle oproepen worden
doorgeschakeld.
Geen antwoord
: oproepen worden
doorgeschakeld
, als u
ze niet beantwoordt.
Bezet
: oproepen worden
doorgeschakeld
, als u in gesprek
bent.
Niet beschikbaar
: oproepen worden
doorgeschakeld
, als
uw toestel uit staat of zich buiten uw servicegebied
bevindt.
Gegevensoproepen
: alle data-oproepen worden
doorgeschakeld
.
Faxoproepen
: alle fax-oproepen worden
doorgeschakeld
.
Oproepfuncties
72
Video-oproepen
•
Uitgaand beeld
: u kunt instellen of u de camera-
afbeelding wilt laten zien aan de persoon met wie u
spreekt, of een afbeelding selecteren die u in plaats van
de cameraweergave wilt laten zien.
Inkomende video-oproep
: geeft u weer via de camera
aan de voorzijde.
Verbergopties
: selecteert een scherm voor weergave
op de telefoon van de ander.
Mijn beeld
: stelt een afbeelding in voor weergave op de
telefoon van de ander als u
Mijn beeld
in het veld
Verbergopties
selecteert.
•
Opties mislukte oproep
: selecteert hoe u een mislukte
video-oproep opnieuw kunt proberen te starten.
•
Oproepen blokkeren
: met deze netwerkservice kunt u
uw inkomende of uitgaande oproepen beperken. Zie voor
meer informatie pagina 70.
•
Oproep doorsturen
: met deze netwerkservice kunt u
uw inkomende oproepen doorschakelen naar een ander
telefoonnummer. Zie voor meer informatie pagina 71.
hoofdstuk
73
5
Berichten, Internet en
Messenger
Berichten
In Berichten kunt u berichten maken, verzenden,
ontvangen, bekijken, bewerken en organiseren:
• Tekstberichten (SMS)
• Multimediaberichten (MMS)
•E-mailberichten
Berichten openen:
In het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert
Berichten
.
Met SMS- of MMS-berichten werken
U kunt een SMS-bericht van maximaal 160 tekens
schrijven. Als u meer dan 160 tekens invoert, wordt de
tekst automatisch over meerdere berichten verdeeld.
U kunt ook multimediaberichten (MMS) verzenden of
ontvangen. Naast de bekende tekstinhoud van tekstberichten,
kunnen multimediaberichten afbeeldingen, videoclips,
audioclips en combinaties hiervan op meer dan één pagina
bevatten.
MMS ondersteunt ook e-mailadressering, zodat berichten
kunnen worden verzonden van toestel naar e-mail en vice
versa.
Berichten, Internet en Messenger
74
Een SMS-bericht maken en verzenden
Opmerking
:U kunt uw favoriete netwerktype selecteren om
SMS-berichten te verzenden. Druk op de
functietoets
Start
en selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Meer...
→
SMS-opties worden
verzonden
. Selecteer daarna de door u
gewenste optie.
1. Op het Berichtenscherm selecteert u
SMS/MMS
.
2. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Nieuw
→
SMS
.
3. In het veld
Aan
geeft u de telefoonnummers van de
ontvangers in, gescheiden door een puntkomma.
U kunt nummers ophalen van de contactlijst door op de
functietoets
Menu
te drukken en
Geadresseerde
toevoegen
te selecteren.
4. Druk op de navigatietoets omlaag en geef het bericht in.
Om vooraf ingestelde zinnen in te voeren drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Mijn tekst
→
een zin.
5. Als u het bericht hebt samengesteld,
drukt u op de
functietoets
Verzenden
.
Opmerking
:Om te weten of uw bericht naar de ontvanger(s)
is verzonden drukt u in het Berichtenscherm op
de toets
Menu
en selecteert u
Instellingen
→
Bezorgingsbevestiging vragen
.
Berichten, Internet en Messenger
75
Een MMS-bericht maken en verzenden
1. Op het Berichtenscherm selecteert u
SMS/MMS
.
2. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Nieuw
→
MMS
.
3. In het veld
Aan
,
CC
, of
BCC
geeft
u de telefoonnummers
en adressen van de ontvangers in, gescheiden door een
puntkomma.
Opmerking
:De velden
CC
en
BCC
bevinden zich boven
het veld
Aan
.
U kunt ook nummers of adressen ophalen van de lijst
Contactpersonen of van de berichten die u verzonden
hebt, door op de functietoets
Menu
te drukken en
Ontvangers toevoegen
te selecteren.
4. Druk op de navigatietoets omlaag om naar het veld
Onderwerp
te gaan en geef het berichtonderwerp in.
5. Druk op de navigatietoets omlaag en geef het bericht in.
6. Druk op de functietoets
Menu
om naar de volgende
opties te gaan en een bericht samen te stellen:
•
Voorbeeld
: geeft het multimediabericht weer dat u
hebt gemaakt.
•
Ontvangers toevoegen
: hiermee kunt u nummers
en adressen van ontvangers toevoegen.
•
Item wijzigen
: hiermee kunt u het geselecteerde
item bewerken.
•
Toevoegen
: hiermee kunt u een mediabestand
toevoegen.
Berichten, Internet en Messenger
76
•
Bijvoegen
: hiermee kunt u een contactkaart of
agenda-item als een databestand of als een
mediabestand bijvoegen:
•
Pagina wijzigen
: hiermee kunt u pagina’s toevoegen
of verwijderen, de tekststijl wijzigen of de
paginavolgorde of –duur instellen.
•
Opslaan in
: hiermee kunt u het bericht opslaan als
een concept of als een standaard MMS-bericht.
•
Bericht annuleren
: annuleert het verzenden van een
bericht.
•
Verzendopties
: hiermee kunt u de opties voor het
verzenden van MMS-berichten wijzigen. Zie pagina 79.
7. Als u het bericht hebt samengesteld, drukt u op de
functietoets
Verzenden
.
SMS- of MMS-berichten bekijken
Als u een nieuw SMS- of MMS-bericht ontvangt, verschijnt
het pictogram Nieuw bericht ( ) op de bovenste regel van
het scherm.
U kunt ook berichten bekijken die u hebt ontvangen,
verzonden of samengesteld maar nog niet verzonden door
naar de berichtmappen te gaan.
Om de berichtmappen te openen:
Op het SMS/MMS-scherm drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert
Mappen
. De volgende standaardmappen
verschijnen:
•
Concepten
: bevat conceptberichten die niet zijn verzonden.
•
Postvak IN
: bevat ontvangen berichten. Ontvangen
serverberichten en distributieberichten worden ook in
deze map opgeslagen.
Berichten, Internet en Messenger
77
•
Postvak UIT
: bevat berichten die klaar staan om te
worden verzonden.
•
Verwijderde items
: bevat berichten die uit elke map
zijn verwijderd.
•
Verzonden items
: bevat de berichten die zijn verzonden.
Een bericht bekijken:
1. Open de gewenste berichtenmap.
De pictogrammen op de berichtenlijst geven het
berichttype aan.
• : SMS-bericht
• : MMS-bericht
Opmerking
: U kunt de standaardinstellingen voor het
bekijken van een bericht wijzigen. Van elke
berichtenmap drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert
Extra
→
Opties
→
Weergave
.
2. Selecteer het bericht dat u wilt bekijken.
Als u een serverbericht opent vanaf een WAP-server,
drukt u op de functietoets
Doorgaan
om naar de in het
bericht gespecificeerde URL te gaan.
3. Druk op de linker of rechter navigatietoets om andere
berichten te bekijken.
Naar berichtopties gaan:
Van elke berichtenmap kunt u naar de volgende opties
gaan door op de functietoets
Menu
te drukken. Afhankelijk
van de geselecteerde map kunnen de beschikbare opties
verschillen:
Berichten, Internet en Messenger
78
•
Nieuw
: hiermee kunt u een nieuw SMS- of MMS-bericht
samenstellen.
•
Beantwoorden
: verzendt een antwoord aan de
verzender en/of andere ontvangers, of stuurt het bericht
door naar anderen.
•
Markeren als ongelezen
/
Markeren als gelezen
:
hiermee kunt u het bericht als ongelezen of gelezen
markeren. Ongelezen berichten zijn vetgedrukt in de
berichtenlijst.
•
Mappen
: hiermee kunt u naar ander mappen gaan.
•
Verplaatsen
: hiermee kunt u het bericht naar andere
mappen verplaatsen.
•
Naar SIM-kaart kopiëren
/
Naar Postvak In
kopiëren
: kopieert het bericht naar de SIM-kaart of het
geheugen van het toestel. Deze optie is alleen
beschikbaar voor SMS-berichten.
•
Extra
: hiermee kunt u omschakelen naar een ander
berichtaccount, alle verwijderde berichten verwijderen of
de opties voor Berichten wijzigen.
•
Verzenden/ontvangen
: verzendt of ontvangt berichten.
•
MMS-opties
: hiermee kunt u de opties voor MMS-
berichten wijzigen. Zie pagina 79.
Berichten op de SIM-kaart bekijken
Soms kunnen tekstberichten op de SIM-kaart worden
opgeslagen, afhankelijk van hun specificaties.
Berichten, Internet en Messenger
79
1. In het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Mijn applicaties
→
Bureau-accessoires
→
SIM Manager
.
3. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
SMS Tool
.
4.
Blader
naar het bericht dat u wilt bekijken, en druk op
de functietoets
Menu
en selecteer
SMS tonen
.
MMS-instellingen configureren
U kunt de standaard MMS-instellingen wijzigen. Van elke
berichtenmap drukt u op de functietoets
Menu
en
selecteert
MMS-opties
. De volgende opties zijn
beschikbaar:
•
Verzendopties
: hiermee kunt u de instellingen voor het
verzenden van MMS-berichten wijzigen.
Prioriteit
: u kunt het prioriteitenniveau van uw
berichten selecteren.
Vervalt
: u kunt de tijdsduur dat uw berichten in het
berichtencentrum worden opgeslagen nadat ze zijn
verzonden, selecteren.
Afleveringstijd
: u kunt de tijdsduur selecteren voordat
de berichten worden verzonden.
Adres verbergen
: u kunt uw nummerweergave
instellen op verbergen voor uitgaande berichten.
Ontvangstbevestiging vragen
: als deze optie is
geactiveerd, informeert het netwerk u of uw bericht is
verzonden of niet.
Leesbevestiging vragen
: als deze optie is geactiveerd,
verzendt uw telefoon een verzoek om een
leesbevestiging mee met uw bericht aan de ontvanger.
Kopie bewaren
: u kunt kopieën van uw berichten in de
map
Verzonden items
achterlaten na het verzenden.
Berichten, Internet en Messenger
80
Berichtklasse
: u kunt het maximale berichtformaat
selecteren.
Aanmaakmodus
: u kunt instellen of de telefoon de
aanmaak van MMS-berichten toestaat met niet-
ondersteunde bestanden. De beschikbaarheid van deze
optie is afhankelijk van het land waar u zich bevindt.
•
Ontvangstopties
: hiermee kunt u de instellingen voor
het ontvangen van MMS-berichten wijzigen.
Eigen netwerk
: instellen hoe u nieuwe berichten kunt
ophalen van de server terwijl u in uw thuisnetwerk zit.
Netwerk voor het buitenland
: instellen hoe u nieuwe
berichten kunt ophalen van de server terwijl u in een
ander netwerk roamt.
Leveringsbevestiging verzenden
: als deze optie is
geactiveerd, informeert het netwerk de verzender of het
bericht is verzonden of niet.
Leesbevestiging verzenden
: als deze optie is
geactiveerd, beantwoordt uw telefoon de leesbevestiging
die met berichten wordt meegestuurd.
Onbekende afzenders weigeren
: berichten van
onbekende verzenders weigeren.
Reclame toestaan
: reclame accepteren.
Informatie toestaan
: informatie accepteren.
•
Profielen
: hiermee kunt u MMS-profielen instellen en
activeren. Dit zijn sets MMS-parameters die nodig zijn
om MMS-berichten te verzenden of ontvangen. Om een
profiel te activeren, selecteert u het uit de profielenlijst.
Om een profiel te bewerken drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert
Weergeven/wijzigen
. U kunt de
volgende opties wijzigen:
Profielnaam
: geeft een profielnaam in.
MMSC URL
:
geeft
het URL-adres van het MMS-centrale in.
Berichten, Internet en Messenger
81
Proxy-instellingen
: de proxyserver activeren of
uitschakelen. Als deze optie is geactiveerd, worden de
IP-adres-
en
Poort
opties geactiveerd.
IP-adres
: geeft het IP-adres van de gateway in.
Poort
: geeft het poortnummer van de gateway in.
Verbonden met
: selecteert een netwerktype.
•
Standaardopmaak
: hiermee kunt u tekststijl,
tekstkleur, achtergrondkleur en paginaduur wijzigen.
•
Info
: geeft versie en copyright-informatie weer.
Werken met e-mailberichten
U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen op één
van de volgende manieren:
• E-mailberichten synchroniseren met Microsoft Exchange
of Microsoft Outlook op uw PC.
• E-mailberichten verzenden en ontvangen door direct te
verbinden met een e-mailserver via Internet Service
Provider (ISP) of een netwerk.
E-mailberichten synchroniseren:
Gebruik de
Outlook E-mail
account om e-mailberichten te
verzenden en te ontvangen door e-mailberichten te
synchroniseren met Microsoft Exchange of Microsoft
Outlook op uw PC. U moet Postvak In synchronisatie in
ActiveSync activeren.
Tijdens synchronisatie
• Berichten worden gekopieerd van e-mailmappen van
Exchange of Outlook op uw PC naar de
Outlook E-mail
mappen op uw toestel.
Berichten, Internet en Messenger
82
• E-mailberichten in
Outlook E-mail
op uw telefoon
worden overgebracht naar Exchange of Outlook en darna
vanaf deze programma’s verzonden.
Direct verbinden met een e-mailserver
U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen door u
met een e-mailserver te verbinden. U moet een externe
verbinding naar een netwerk of een ISP en een verbinding
met uw e-mailserver installeren.
Als u verbinding maakt met een
e-mailserver
, worden nieuwe
berichten gedownload naar de map Postvak In van de telefoon.
Ook worden berichten in de map Postvak Uit verzonden en
berichten die zijn verwijderd op de
e-mailserver
verwijderd
van de berichtenmappen van de telefoon.
Berichten, Internet en Messenger
83
Mapgedrag met directe verbinding naar een e-
mailserver
Het gedrag van de mappen die u aanmaakt hangt af van of
u POP3 of IMAP4 gebruikt.
• Als u POP3 gebruikt en uw e-mailberichten naar een map
verplaatst, wordt de link tussen de berichten op het
toestel en hun kopieën op de mailserver verbroken. De
volgende keer dat u verbinding maakt, ziet de mailserver
dat de berichten ontbreken op de telefoon en verwijdert
ze. Dit voorkomt dat u kopieën van een bericht moet
dupliceren, maar het betekent ook dat u niet langer
toegang hebt tot berichten die u verplaatst naar mappen
die niet op de telefoon zijn aangemaakt.
• Als u IMAP4 gebruikt, worden de mappen die u hebt
aangemaakt en de e-mailberichten die u hebt verplaatst,
gespiegeld op de server. Daarom zijn berichten, steeds
wanneer u zich verbindt met uw mailserver, beschikbaar.
Deze synchronisatie van mappen treedt op als u verbinding
maakt met uw mailserver; nieuwe mappen aanmaakt of
mappen hernoemt/verwijdert als u verbonden bent.
Een e-mailaccount aanmaken
U moet een nieuw account aanmaken als u e-mailberichten
ophaalt of verzendt.
Opmerking
:U kunt een nieuw account instellen met E-mail
Wizard. Op het basisscherm drukt u op de
functietoets
Start
→
Mijn applicaties
→
Bureau-accessoires
en selecteert
Wizard E-
mail
.
Berichten, Internet en Messenger
84
Een nieuw account aanmaken:
1. Vanaf het Berichtenscherm selecteert u
Nieuwe e-
mailaccount
.
2. Voer uw e-mailadres in en druk op de functietoets
Volgende
.
Als u uw account automatisch van het Internet wilt
instellen, selecteert u
Proberen emailinstellingen
automatisch van internet op te halen
.
3. Selecteer uw e-mailserviceprovider. Als u
internetmailaccounts wilt toevoegen, selecteert u
Internetmail
en drukt u op de functietoets
Volgende
.
4. Voer uw naam en accountweergavenaam in en druk op
de functietoets
Volgende
.
5. Voer uw server voor inkomende e-mailberichten in,
selecteer het accounttype (POP3 of IMAP4) en druk op
de functietoets
Volgende
.
6. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en druk op
de functietoets
Volgende
.
7. Voer uw server voor uitgaande e-mail (SMTP) in en
druk op de functietoets
Volgende
.
Als u geavanceerde instellingen wilt opgeven, zoals SSL-
of internetverbindingsinstellingen, selecteert u
Geavanceerde serverinstellingen
.
8. Selecteer hoe vaak uw telefoon automatisch verbinding
maakt met de server en controleer op inkomende e-
mailberichten, druk daarna op de functietoets
Volt.
.
Berichten, Internet en Messenger
85
Een account bewerken:
1. Vanaf het Berichtenscherm bladert u naar de gewenste
account.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Instellingen
.
3. Wijzig de accountinstellingen zoals u zou doen als u
hem aanmaakt.
Een e-mailbericht aanmaken en verzenden
1. Op het Berichtenscherm selecteert u de e-mailaccount
waarmee u wilt verzenden.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Nieuw
.
3. In het veld
Aan
,
CC
of
BCC
geeft u de e-mailadressen
van de ontvangers in, gescheiden door een
puntkomma.
Opmerking
: de velden
CC
en
BCC
bevinden zich boven
het veld
Aan
.
U kunt adressen ophalen van de lijst Contactpersonen
door op de functietoets
Menu
te drukken en
Geadresseerde toevoegen
te selecteren.
4. Druk op de navigatietoets omlaag om naar het veld
Onderwerp
te gaan en geef het onderwerp van uw e-
mail in.
5. Druk op de navigatietoets omlaag en geef de tekst van
uw e-mail in.
Om vooraf ingestelde zinnen in te voeren drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Mijn tekst
→
een zin.
Berichten, Internet en Messenger
86
U kunt een afbeelding of spraakmemo als bijlage
toevoegen door op de functietoets
Menu
te drukken en
Invoegen
→
gewenste item te selecteren.
6. Als u het bericht hebt samengesteld, drukt u op de
functietoets
Verzenden
.
7. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Verzenden/Ontvangen
om verbinding te maken met
het netwerk en verzend het bericht.
E-mailberichten bekijken
U kunt ook berichten bekijken die u hebt ontvangen,
verzonden of samengesteld maar nog niet verzonden door
naar de berichtmappen te gaan.
Berichtmappen openen:
Op het Berichtenscherm gaat u naar de gewenste e-
mailaccount, drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert
u
Mappen
.
De volgende standaardmappen verschijnen:
•
Concepten
: bevat conceptberichten die niet zijn verzonden.
•
Postvak IN
: bevat ontvangen berichten.
•
Postvak UIT
: is een tijdelijke opslagplaats voor
berichten die klaar staan om verzonden te worden.
•
Verwijderde items
: bevat berichten die van uw
telefoon zijn verwijderd.
•
Verzonden items
: bevat de berichten die zijn verzonden.
Een e-mailbericht bekijken:
1. Op het Berichtenscherm selecteert u de e-mail account
waarvan u e-mail berichten wilt ontvangen.
Berichten, Internet en Messenger
87
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Verzenden/Ontvangen
.
Het toestel maakt verbinding met uw e-mailserver en
ontvangt inkomende e-mailberichten of verzendt e-
mailberichten in Postvak Uit.
3. Selecteer het bericht dat u wilt bekijken.
Naar berichtopties gaan:
Vanaf elke berichtenmap hebt u toegang tot de volgende
opties door op de functietoets
Menu
te drukken:
•
Nieuw
: hiermee kunt u een nieuw e-mailbericht
samenstellen.
•
Beantwoorden
: verzendt een antwoord aan de
verzender en/of andere ontvangers, of stuurt het bericht
door naar anderen.
•
Markeren als ongelezen
/
Markeren als gelezen
:
hiermee kunt u het bericht als ongelezen of gelezen
markeren. Ongelezen berichten zijn vetgedrukt in de
berichtenlijst.
•
Verplaatsen
: hiermee kunt u het bericht naar andere
mappen verplaatsen.
•
Mappen
: hiermee kunt u naar andere mappen gaan.
•
Extra
: hiermee kunt u overschakelen naar een ander
berichtenaccount, alle verwijderde berichten verwijderen
of de opties voor e-mail wijzigen.
•
Verzenden/Ontvangen
: verzendt of ontvangt e-
mailberichten.
Berichten, Internet en Messenger
88
Download-opties instellen
U kunt uw downloadvoorkeuren vaststellen als u de
account instelt of uw synchronisatie-opties selecteert.
• Wijzig opties voor Postvak In synchronisatie op uw
computer met ActiveSync. Zie voor meer informatie
"ActiveSync Help".
• Wijzig opties voor directe e-mailserver-verbindingen in
Postvak In op uw toestel. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Instellingen
. Wijzig daarna de instellingen
voor de geselecteerde account.
E-mailbijlagen bekijken
Om een bijlage te downloaden selecteert u
Volledige
bericht ontvangen met bijlagen
in een open bericht, of
drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert u
bericht
downloaden
. Het wordt gedownload als u de volgende
keer synchroniseert of verbinding maakt met uw e-
mailserver. Om een bijlage te bekijken selecteert u de
bijlage in een open bericht.
Berichten, Internet en Messenger
89
Handtekeningen invoegen in berichten.
U kunt een handtekening aangeven die automatisch in
SMS-, MMS- of e-mailberichten die u verzendt, wordt
ingevoegd.
Een handtekening specificeren:
1. Van elke berichtenmap drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert
Extra
→
Opties
→
Handtekeningen
.
2. Selecteer de account waarvoor u een handtekening wilt
specificeren vanuit het veld
Account selecteren
.
3. Selecteer
Handtekening gebruiken
.
4. Om een handtekening in elk bericht in te voegen, ook
als u het bericht beantwoordt of doorstuurt, selecteert u
Toevoegen bij beant./doorsturen
.
5. Geef een handtekening in die moet worden ingevoegd
en druk op de functietoets
Gereed
.
Opera Browser
Gebruik Opera MobileTM om al uw favoriete webpagina's op
uw toestel te bekijken.
Opera Browser openen:
In het startscherm drukt u op de functietoets Start en
selecteert u
Internet
services
→
Opera Browser
.
Verbinding maken met een website
1. Druk op de functietoets
Actie
en selecteer
Ga naar
.
Berichten, Internet en Messenger
90
2. Voer het webadres in dat u wilt bezoeken of selecteer
een pagina uit de favoriet of historielijst.
3. Druk op de functietoets
OK
op de browser om de
gekoppelde webpagina te openen.
Met Opera Browser navigeren
Vanaf webpagina's kunt u de volgende opties gebruiken:
De Favorietenlijst gebruiken
U kunt uw favoriete links opslaan terwijl u de Opera
Browser gebruikt en daar later gemakkelijk naartoe gaan.
Door ze te categoriseren kunt u ze gemakkelijker vinden.
Naar Druk op
Blader door de browser-
items
De navigatietoetsen.
Selecteer een browser-item .
Keer terug naar de vorige
pagina
.
Vernieuw de verbinding De functietoets
Actie
en
selecteer
Herladen
.
Wijzig de display-opties De functietoets
Menu
,
selecteer
Weergave
en
daarna de gewenste optie.
Bekijk informatie op de
webpagina
De functietoets
Menu
en
selecteer
Extra
→
Informatie pagina
.
Berichten, Internet en Messenger
91
Een webpagina aan de Favorietenlijst toevoegen
1. Ga naar de pagina die u wilt toevoegen, druk op de
functietoets
Actie
en selecteer
Bladwijzer toevoegen
.
2. Wijzig zonodig de naam voor de favoriete link.
3. Selecteer een categorie waaronder u de favoriete link
van het veld
Map
wilt opslaan.
U kunt ook een nieuwe categorie aanmaken. Zie
"Favoriete categorieën beheren."
4. Druk op de functietoets
Ok
.
Een link openen via de Favorietenlijst
1. Op het scherm van de Opera Browser drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Extras
→
Bladwijzers beheren
.
2. Ga naar de gewenste link.
Als de gewenste link in een bepaalde map zit, opent u
de map en bladert u naar de link.
3. Druk op de functietoets
Openen
.
Favoriete categorieën beheren
U kunt een nieuwe categorie aanmaken om favoriete
webpagina's op te slaan en de aangemaakte categorieën
hernoemen of verwijderen.
Een categorie toevoegen:
1. Op het scherm van de Opera Browser drukt u op de
functietoets Menu en selecteert u
Extras
→
Bladwijzers beheren
.
Berichten, Internet en Messenger
92
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Map
aanmaken
.
3. Voer een categorienaam in en druk op de functietoets
OK
.
De categorieën bewerken:
Blader naar de gewenste categorie, druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Bewerken
of
Verwijderen
om de
geselecteerde categorie te hernoemen of te verwijderen.
De opties van Opera Browser wijzigen
U kunt webbrowser-opties aanpassen, de
verbindingsinstellingen wijzigen en geheugen wissen. Op
het scherm van de Opera Browser drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Extra
→
Instellingen
.
De volgende opties zijn beschikbaar:
•
Algemeen
: u kunt de startpagina van de Opera Browser
instellen en de popup-vensters blokkeren. U kunt ook een
minimum tekengrootte selecteren.
•
Geschiedenis
: u kunt de historie van de bezochte
webpagina's verwijderen en de cache wissen. U kunt ook
cookies wissen.
•
Netwerk
: u kunt beveiligingsprotocols selecteren.
•
Verbindingen
: u kunt een netwerk selecteren om te
verbinden met Opera Browser Als u
Automatisch
instellingen vinden
selecteert, detecteert uw toestel
automatisch netwerkinstellingen van uw serviceprovider.
•
Diversen
: u kunt aanvullende instellingen configureren
voor de Opera Browser.
Berichten, Internet en Messenger
93
Internet Explorer
Gebruik Microsoft
®
Pocket Internet Explorer om Web HTML,
cHTML en WAP-pagina’s te bekijken. U kunt door
verbinding te maken met een Internet Service Provider
(ISP) of netwerk over het Web browsen. Hiervoor moet u
eerst een verbinding maken, zoals beschreven op
pagina 163.
Als u verbonden bent met een ISP of netwerk, kunt u ook
bestanden en programma’s downloaden van het Internet.
Internet Explorer openen:
In het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert u
Internet
services
→
Internet Explorer
.
Windows Live
Windows Liveâ„¢ is een nieuwe set Internet software en
services ontwikkeld voor een naadloze samenwerking,
zodat u de informatie, persoonlijke verbindingen en andere
punten die voor u van belang zijn kunt beheren. Windows
Live maakt het gemakkelijker voor u in contact te blijven
met uw wrienden en informatie die u nodig hebt snel en
veiliger te vinden.
Windows Live openen:
Op het basisscherm drukt u op de schermtoets
Start
.
Selecteer u
Internet
services
→
Windows Live
.
Berichten, Internet en Messenger
94
Windows Live Messenger
Windows Live Messenger biedt een ‘always-on’ ervaring
waarmee u beschikbaar kunt blijven voor andere online
gebruikers en altijd up-to-date bent met email, instant
messaging (IM) en andere online services zonder
voortdurend met het netwerk van uw telefoon te zijn
verbonden.
De verbinding wordt hersteld als er een nieuw bericht
aankomt of als u de service nodig hebt. Daarnaast
ontvangen abonnees alleen updates of wijzigingen voor
hun contactpersonen en Postvak In - in plaats van hele
lijsten - als zij in verbinding staan met de service.
U hebt via één klik toegang tot MSN Hotmail
®
en Windows
Live Messenger.
Naast ‘always-on’ services hebt u offline toegang tot
Hotmail-berichten, die u kunt samenstellen en
beantwoorden, zodat de tijd wordt gemaximaliseerd als
mobiele verbindingen niet beschikbaar zijn.
Naar Windows Live Messenger:
In het basisscherm drukt u op de schermtoets
Start
en
selecteert u
Internet
services
→
Windows Live
Messenger
.
Inschrijving
Om de Windows Live Messenger service te gebruiken, moet
u een Microsoft Passportâ„¢ account of Hotmail-account of
een Microsoft Exchange email-account hebben. Als u een
Hotmail-
®
of MSN-account hebt, hebt u al een Passport.
Zodra u een Microsoft Passport of een Microsoft Exchange
account hebt, kunt u uw account aanmaken.
Berichten, Internet en Messenger
95
Opmerking
:Inschrijven voor een Microsoft Passport account
bij http://www.passport.com. U krijgt een gratis
Microsoft Hotmail email adres bij http://
www.hotmail.com.
Inschrijven bij de Windows Live Messenger service:
1. Op het scherm Windows Live Messenger drukt u op de
schermtoets
Aanmelden
.
2. Voer het emailadres en het wachtwoord in van uw
Microsoft Passport en Hotmail-account.
3. Druk op de schermtoets
Volgende
.
Windows Live Messenger gebruiken
Windows Live Messenger op uw telefoon is een instant
berichtenprogramma waarmee u kunt:
• zien wie online is.
• instant berichten verzenden en ontvangen.
• instant berichtgesprekken voeren met groepen
contactpersonen.
Met contactpersonen werken
Het scherm Windows Live Messenger geeft al uw
messenger-contactpersonen in één oogopslag weer,
verdeeld in
Online
en
Offline
categorieën. Vanuit dit
overzicht kunt u, als u bent verbonden, beginnen met
chatten.
• Om een contactpersoon toe te voegen drukt u op de
schermtoets
Menu
en selecteert
Nwe contactp.
toevoegen
.
Berichten, Internet en Messenger
96
• Om een contactpersoon te verwijderen drukt u op de
schermtoets
Menu
en selecteert
Opties voor
contactpers.
→
Contactpersoon verwijderen
.
• Om de eigenschappen van een contactpersoon te
bekijken drukt u op de schermtoets
Menu
en selecteert
Opties voor contactpers.
→
Info contactpersoon
bekijken
.
• Om een contactpersoon te blokkeren om met u te
chatten drukt u op de schermtoets
Menu
en selecteert
Opties voor contactpers.
→
Contactpersoon
blokkeren
.
Met contactpersonen chatten
1. Om een chatvenster te openen scrolt u naar de
contactpersoon met wie u wilt chatten.
2. Druk op de schermtoets
IM verzenden
.
3. Voer een bericht in in het tekstvak onderaan het scherm
of druk op de schermtoets
Menu
en selecteer
Emoticon
toevoegen
om een emoticon toe te voegen.
4. Druk op de schermtoets
Verzenden
om het bericht te
verzenden.
5. Herhaal de stappen 3 en 4 om met de contactpersoon te
chatten.
Tijdens het chatten:
• Om een mediabestand te verzenden drukt u op de
schermtoets
Menu
en selecteert
Verzenden
→
een
type
→
een mediabestand.
Berichten, Internet en Messenger
97
• Om een andere contactpersoon uit te nodigen voor
een a multi-gebruiker-chat drukt u op de schermtoets
Menu
, selecteert
Opties
→
Deelnemer toevoegen
en selecteert de contactpersoon die u wilt uitnodigen.
• Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op
de navigatietoets. Om terug te keren naar het
chatvenster drukt u op de navigatietoets en selecteert
de persoon met wie u aan het chatten was.
• Om de deelnemers van de huidige chat te bekijken
drukt u op de schermtoets
Menu
en selecteert
Opties
→
Deelnemers bekijken
.
• Om een voiceclip op te nemen en te verzenden drukt u
op de schermtoets
Voiceclip
.
6. Om de chat te beeindigen drukt u op de schermtoets
Menu
en selecteert
Gesprek beëindigen
.
Windows Live Messenger instellingen aanpassen
Om de instellingen voor de Windows Live Messenger te
wijzigen drukt u op de schermtoets
Menu
en selecteert
Weergave wijzigen
. U kunt uw displaynaam of afbeelding
wijzigen.
De Hotmail-service gebruiken
U kunt emailberichten op het toestel verzenden en lezen
via de Microsoft Hotmail service.
Een email samenstellen en verzenden
1. Scrol naar de contactpersoon aan wie u een emailbericht
wilt verzenden.
Berichten, Internet en Messenger
98
2. Druk op de schermtoets
Email verzenden
.
3. Stel een emailbericht samen zoals in het
Berichtenprogramma.
Emailbericht bekijken
Terwijl u de emailberichtenlijst bekijkt, selecteert u de
email die u wilt bekijken.
RSS-lezer
Met RSS-lezer hebt u snel en gemakkelijk toegang tot
actueel nieuws, nieuwskoppen en meer. Het verzamelt
nieuws van diverse websites en geeft dit aan u in een
eenvoudige vorm.
Hiervoor moet u eerst een verbinding maken, zoals
beschreven op pagina 163.
RSS-lezer openen:
In het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert u
Internet
services
→
RSS-lezer
.
Het laatste nieuws lezen
1. Op de nieuwslijst drukt u op de
functietoets
Bijwerken
. De
telefoon maakt verbinding met het netwerk en werkt de
nieuwslijst bij met het laatste nieuws.
2. Druk op de functietoets
Gereed
om terug te keren naar
de nieuwslijst.
3. Selecteer een andere nieuwsbron.
Berichten, Internet en Messenger
99
4. Selecteer een nieuwskop die u interesseert. De Internet
Explorer start en u kunt naar de overeenkomstige
nieuwswebsite gaan.
Nieuwe rapporten zoeken
U kunt nieuwe rapporten zoeken door een sleutelwoord in te
voeren voor de onderwerpen waarin u bent geïnteresseerd
.
1. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Feed zoeken
.
2. Geef een sleutelwoord in en druk op de functietoets
Zoeken
. Uw telefoon zoekt naar gerelateerde rapporten
op het Internet en geeft de resultaten weer.
3. Selecteer de gewenste kop.
Bronnen exporteren of importeren
U kunt een bron exporteren als een OPML (Offline
Processor Markup Language) bestandformaat of OPML-
bestanden van andere bronnen importeren.
Een bron exporteren:
1.
Blader
naar een bron van de lijst.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
OPML
→
Exporteren
.
3. Selecteer de bestandsmap waarin u het bestand wilt
opslaan.
4.
Geef
een bestandsnaam in en druk op de
functietoets
OK
.
5. Druk op de functietoets
OK
.
Berichten, Internet en Messenger
100
Een bron importeren:
1.
Blader
naar de map waarheen u een bron wilt
importeren.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
OPML
→
Importeren
.
3. Kies
OPML-bestand selecteren
om een bron te
importeren van een OPML-bestand of
OPML-URL
invoeren
om een bron van een website te importeren.
4. Selecteer het te importeren bestand of geef een URL-
adres in en druk op de functietoets
OK
.
RSS-lezer instellingen wijzigen
Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Opties
om naar
de volgende opties te gaan:
•
Update-instelling voor feed/map
: u kunt de
instellingen van feed/map
•
Update-instelling voor alles
: u kunt de instellingen
voor updates van alle onderdelen van RSS-lezer wijzigen.
•
Paginaoptie
: u kunt de optie selecteren om verlopen
pagina’s te verwijderen en het maximum aantal verlopen
pagina’s dat u wilt opslaan, instellen. Als het aantal
pagina’s de grens bereikt wordt de oudste pagina
automatisch verwijderd.
•
Proxy
: u kunt het adres en poortnummer van de
proxyserver instellen om RSS-inhoud van het netwerk op
te halen.
•
Info
: u kunt versie en copyright-informatie bekijken.
hoofdstuk
102
6
Organizer
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de Personal Information
Management (PIM) programma’s kunt gebruiken om
contactpersonen en afspraken bij te houden en een lijst te
maken van taken die u moet uitvoeren.
Contactpersonen
Contactpersonen houdt een lijst bij van uw vrienden en
collega’s, zodat u gemakkelijk de informatie kunt vinden die
u wilt opzoeken , of u nu thuis bent of onderweg.
Contactpersonen openen:
U kunt ook op de functietoets
Start
drukken en
Contacten
selecteren. Vervolgens kunt u de lijst contactkaarten
bekijken die u hebt aangemaakt.
Een contactkaart aanmaken
U kunt een nieuwe contactkaart in het geheugen van de
telefoon of op de SIM-kaart opslaan.
Een contactkaart aanmaken in het geheugen van
de telefoon
1. Op de lijst contactpersonen drukt u op de
functietoets
Nieuw
en selecteert u
Outlook-contact
.
2. Geef een naam en andere contactinformatie in.
U kunt een persoonlijke beltoon aan een contactkaart
toevoegen.
Blader
naar het veld
Aangepaste beltoon
en selecteer de gewenste belmelodie.
Organizer
103
Selecteer het veld
Afbeelding
om een afbeelding toe te
voegen voor de ID-afbeelding van de beller. Om een
toegevoegde afbeelding te verwijderen drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert
Afbeelding
verwijderen
.
Om de contactkaart aan een categorie toe te kennen
bladert u naar het veld
Categorieën
en selecteert u een
categorie.
3. Als u klaar bent drukt u op de toets
Gereed
.
Een contactkaart op de SIM-kaart aanmaken
1. Op de lijst contactpersonen drukt u op de functietoets
Nieuw
en selecteert u
SIM-contact
.
2. Geef de naam van de persoon in die u wilt toevoegen.
3. Geef het nummer in dat u wilt opslaan.
4. Druk op de functietoets
Gereed
.
Een contactkaart aanmaken vanaf het kiesscherm
1. Op het basisscherm geeft u het telefoonnummer in en
drukt u op de functietoets
Opslaan
.
2. Selecteer
<Nieuw contact>
om een nieuwe
contactkaart aan te maken.
Om een telefoonnummer toe te voegen aan een bestaande
contactkaart selecteert u de contactkaart van de lijst.
3. Selecteert een type.
4. Vul de andere velden in en druk op de functietoets
Opslaan
.
Organizer
104
Een contactkaart bekijken en bewerken
Als u naar Contactpersonen gaat, geeft de lijst contactpersonen
de namen van uw contactpersonen in alfabetische volgorde
weer, samen met een afkorting voor het primaire
contactnummer of
e-mailadres
, zoals het telefoonnummer op
het werk van die persoon (
w
) of het mobiele telefoonnummer
(
m
).
De volgende tabel toont mogelijke afkortingen die worden
weergegeven op de lijst contactpersonen en hun verklaring:
Een contactkaart openen:
1. Op de lijst contactpersonen selecteert u de contactkaart
die u wilt bekijken.
2. Op het samenvattingscherm:
• Om de contactinformatie te bewerken drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert
Bewerken
.
Afkorting Verklaring
w/w2 telefoon werk/telefoon werk2
h/h2 telefoon thuis /telefoon
thuis2
m mobiele telefoon
co bedrijfstelefoon
pgr semafoon
car autotelefoon
ast assistent-telefoon
rdo radiotelefoon
e/e2/e3 e-mail/e-mail2/e-mail3
im/im2/im3 IM/IM2/IM3
web webpagina
Organizer
105
• Om een SMS-bericht te verzenden drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u daarna
SMS-
bericht verzenden
.
• Om een nummer te kiezen selecteert u het nummer of
drukt u op de functietoets
Oproepen
. Om een video-
oproep te maken drukt u op de functietoets
Menu
en
selecteert u daarna
Video oproep
.
• Om een e-mail te verzenden selecteert u het
e-mailadres
.
• Om naar een webpagina te gaan selecteert u de
webpagina.
Een contactkaart zoeken
U kunt een contactkaart zoeken in Contactpersonen door
de hieraan gekoppelde naam in te voeren. U kunt het
zoeken direct van de lijst contactpersonen starten of door
het Smart Search programma te gebruiken.
Zoeken vanaf de lijst contactpersonen
1. Op de lijst contactpersonen, drukt u op alfanumerieke
toetsen die overeenkomen met de letters van de
gewenste naam.
Het toestel markeert de eerste contactkaart die
overeenkomt met uw invoer.
2. Druk op om de contactkaart te openen of druk op
om een nummer in de contactkaart te kiezen.
Zoeken d.m.v. Smart Search
Voor meer informatie over het gebruik van het Smart
Search programma, zie pagina 38.
Organizer
106
Een nummer of adres toevoegen aan de
Snelkieslijst
U kunt een snelkiesnummer aan een telefoonnummer
toekennen om snel een nummer te kiezen of aan een e-
mail of URL-adres om snel toegang te krijgen.
1. Op de lijst contactpersonen, selecteert u de gewenste
contactkaart.
2.
Blader
naar het gewenste nummer of adres.
3. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Toevoegen
aan snelkeuze
.
4. Zonodig wijzigt u de naam en selecteert u een
toetsenbordlocatie.
5. Druk op de functietoets
Gereed
.
Items kopiëren tussen SIM-kaart en
Contactpersonen
U kunt de contactkaart of alle contactitems in een specifieke
categorie naar de SIM-kaart kopiëren of vice versa.
Kopiëren vanaf Contactpersonen naar de SIM-kaart
1. Op de lijst contactpersonen, selecteert u de contactkaart
die is opgeslagen in het geheugen van het toestel.
2.
Blader
naar het te kopiëren telefoonnummer.
3. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Toevoegen
aan snelkeuze
.
4. Wijzig zonodig de contactnaam.
5. Druk op de functietoets
Gereed
.
Organizer
107
Kopiëren vanaf de SIM-kaart naar Contactpersonen
1. Op de lijst contactpersonen, selecteert u de contactkaart
die is opgeslagen op de SIM-kaart.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Opslaan in
contacten
.
3. Wijzig zonodig de contactnaam.
4. Vul de andere velden in en druk op de
functietoets
Gereed
om de wijzigingen op te slaan.
Alle contactpersonen kopiëren
Om alle contactpersonen tussen het geheugen van het
toestel en de SIM-kaart te kopiëren, drukt u, op de lijst
contactpersonen, op de functietoets
Menu
en selecteert u
Alles kopiëren
→
een kopietype.
Een contactkaart verzenden
U kunt een contactkaart in Contactpersonen naar een
ander toestel verzenden via SMS, MMS, of een actieve
Bluetooth-verbinding.
Op de lijst contactpersonen of op het samenvattingscherm
drukt u op de functietoets
Menu
.
• Om via SMS te verzenden selecteert u
Contact
verzenden
→
SMS/MMS
. Zie voor meer informatie
pagina 74.
• Om via Bluetooth te verzenden selecteert u
Contact
verzenden
→
Uitstralen
. Zie voor meer informatie
pagina 160.
Organizer
108
Een contactkaart verwijderen
1. Op de lijst contactpersonen, selecteert u een contactkaart.
2. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Contact
verwijderen
of
SIM-contact verwijderen
.
3. Druk op de functietoets
Ja
om de contactkaart
permanent te verwijderen.
Alarm
U kunt de alarmklok gebruiken om een wekker of een
alarm in te stellen om u aan een afspraak te herinneren.
Alarm openen:
Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteer
Mijn applicaties
→
Organizer
→
Alarm
.
Een wekker instellen
1. Op het Alarmscherm selecteert u
Wekker
.
2. Vink aan, geef de tijd in waarop de wekker moet afgaan
en selecteer de dagen waarop de wekker moet afgaan in
de weekweergave.
Gebruik de navigatietoetsen om u door elk veld te
verplaatsen. U kunt de wekker op 3 verschillende tijden
instellen.
3. Selecteer een melodie voor het alarm in het veld
Toon
.
4. Selecteer een tijdsinterval om het alarm in het veld
Sluimeren
te plaatsen.
5. Druk op de functietoets
Gereed
.
Organizer
109
Een alarm instellen
1. Op het alarmscherm selecteert u er één van
Alarm 1
tot
Alarm 6
.
2. Elke alarmoptie instellen.
3. Druk op de functietoets
Gereed
.
Een alarm stopzetten
• Als een alarm afgaat, drukt u op de
functietoets
Negeren
om het af te zetten of op de
functietoets
Sluimeren
als u wilt dat het alarm na een
vastgestelde sluimertijd weer afgaat.
• Om een alarm uit te schakelen selecteert u het gewenste
alarm vanaf het alarmscherm en selecteert
Uit
op de
regel
Alarm inschakelen
.
Afspraken
U kunt de Agenda gebruiken om uw afspraken bij te
houden, met inbegrip van vergaderingen en andere
gebeurtenissen. U kunt uw afspraken controleren in één
van de beschikbare weergaven (Agenda, Week en Maand).
Kalender openen:
Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert
Mijn applicaties
→
Agenda
. U kunt de lijsten
met afspraken die u voor de huidige dag hebt aangemaakt
bekijken.
Organizer
110
Een afspraak maken
1. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Nieuwe
afspraak
.
2. Vul elk veld in.
Vanaf het veld
Herinnering
kunt u een herinnering
instellen om u op een vastgestelde tijd te attenderen op
de afspraak.
Vanaf het veld
Gevoeligheid
kunt u een
gevoeligheidsklasse instellen volgens welke Microsoft
Exchange Server de afspraak behandelt.
3. Als u klaar bent, drukt u op de functietoets
Gereed
.
Een afspraak bekijken en bewerken
Op het Kalenderscherm kunt u uw afspraken bekijken en
bewerken via de verschillende weergaven: Agenda, Week
of Maand. Standaard verschijnt de kalender eerst in de
afspraken, die de meest gedetailleerde informatie geeft
over uw afspraak.
De weergavenmodus omschakelen
U kunt de weergavenmodus van de kalender veranderen
door bladeren door de agenda-, week-, en
maandweergave. In elke weergave drukt u op
Week
,
Maand
of
Agenda
.
•
Agendaweergave
:
geeft de afspraken voor de
geselecteerde dag weer.
Organizer
111
•
Weekweergave
: geeft de weekkalender van uw
afspraken weer.
Tijdcellen met geprogrammeerde items zijn aangegeven
met kleuren (marineblauw: bezet, paars: niet aanwezig,
wit: vrij, hemelsblauw: poging).
•
Maandweergave
: hiermee kunt u uw maandplanning
bijhouden en zien welke dagen u afspraken hebt gepland
( : ochtendafspraak, : middagafspraak, : ochtend-/
middagafspraak, : De hele dag afspraken).
Een afspraak bekijken
1. Selecteer de kalenderweergave door op
Week
,
Maand
,
of
Agenda
te drukken.
2. In elke weergave selecteert u de gewenste datum. In
agendaweergave kunt u naar andere gegevens gaan
door op de linker en rechter navigatietoets te drukken.
Om naar de datum van vandaag te gaan drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Ga naar vandaag
.
Om naar een bepaalde datum te gaan drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Ga naar datum
.
Geef de datum in en druk op de functietoets
Gereed
.
3. Selecteer de afspraak die u wilt bekijken.
Een afspraak bewerken
1. Vanaf een willekeurige weergavenmodus selecteert u de
afspraak die u wilt bekijken.
2. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Bewerken
.
3. Bewerk de afspraakinformatie en druk op de
functietoets
Gereed
om de wijzigingen van de afspraak op
te slaan.
Organizer
112
Een afspraak verzenden
U kunt een afspraak-item als een vCalendar-bestand naar
een ander toestel verzenden via een actieve Bluetooth-
verbinding.
Om via Bluetooth te verzenden opent u de gewenste
afspraak, drukt op de functietoets
Menu
en selecteert
Afspraak uitstralen
. Zie voor meer informatie
pagina 160.
Een afspraak verwijderen
1. Op het kalenderscherm opent u de te verwijderen
afspraak.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Verwijderen
.
3. Druk op de functietoets
Ja
om de afspraak permanent
te verwijderen.
Opties kalenderinstellingen
Vanaf een willekeurige weergave drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert u
Extra
→
Opties
. De volgende opties
zijn beschikbaar:
•
Beginnen in
: u kunt selecteren in welke weergavevorm
de kalender start.
•
Eerste dag van de week
: u kunt selecteren met welke
dag de kalender start.
•
Weekweergave
: u kunt een weekweergave selecteren.
•
Maandweergave
: u kunt de maandweergave instellen
met het huidige weeknummer.
Organizer
113
•
Herinneringen instellen
: u kunt de standaard
geplande alarmtijd selecteren.
•
Reageren op vergaderingen via
: u kunt de
mailingservice zo instellen dat de persoon die de afspraak
maakt een antwoord ontvangt.
Belangrijke datum
In Belangrijke datum kunt u berekenen hoeveel dagen er
resteren of zijn verlopen na een bepaalde gebeurtenis.
Belangrijke data openen:
Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert
Mijn applicaties
→
Organizer
→
Belangrijke
datum
.
Opmerking
:Afhankelijk van de taalinstelling geeft uw toestel
mogelijk sommige teksten niet weer.
Een Belangrijke datumteller aanmaken
1. Druk op de functietoets
Nieuw
.
2. Stel in elk veld opties in.
3. Als u klaar bent, drukt u op de toets
Gereed
.
De teller wordt toegevoegd aan de lijst en laat zien
hoeveel dagen er over zijn of verlopen zijn.
Belangrijke datumcategorieën bewerken
U kunt de namen en pictogrammen van Belangrijke
datumcategorieën wijzigen.
Organizer
114
1. Vanaf de tellerlijst drukt u op de functietoets
Menu
en
selecteert u
Categorie wijzigen
.
2.
Blader
naar de gewenste categorie.
3. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Naam
wijzigen
.
4. Geef een nieuwe naam in en druk op de
functietoets
Gereed
.
5. Druk op de linker of rechter navigatietoets om de
categoriepictogram te wijzigen.
6. Druk op de functietoets
Gereed
om de wijzigingen op te
slaan.
Een Belangrijke datumteller verwijderen
1.
Blader
naar de gewenste teller.
2. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Wissen
.
3. Druk op de functietoets
Ja
om de verwijdering te
bevestigen.
Taken
Taken is een geschikte plaats om taakherinneringen aan te
maken. U kunt een taak als voltooid markeren of een taak
verwijderen.
Taken openen:
Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert
Mijn applicaties
→
Taken
.
Organizer
115
Een taaknotitie aanmaken
1. Druk op de navigatietoets omhoog.
2. Geef uw taakinformatie in het veld
Voer hier nieuwe
taak in
.
3. Als u klaar bent drukt u op .
Een taak voltooien
Als een taak is voltooid, markeert u dit om aan te geven
dat de taak is gedaan. Om dit te markeren bladert u naar
de voltooide taak en drukt op de functietoets
Voltooid
.
Om de markering te verwijderen drukt u op de functietoets
Inschakelen
.
Een taaknotitie verzenden
U kunt een taaknotitie naar een ander toestel verzenden
via een actieve Bluetooth-verbinding.
Op de takenlijst bladert u naar de gewenste taak. Druk op
de functietoets
Menu
en selecteer
Taak uitstralen
. Zie
voor meer informatie pagina 160.
Een taak verwijderen
1. Op de takenlijst bladert u naar de taak.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Taak
verwijderen
.
3. Druk op de functietoets
Ja
om de verwijdering te
bevestigen.
Organizer
116
Spraakmemo’s
In elk programma waarin u Tekst vast kunt leggen, kunt u
ook snel gedachten, herinneringen en telefoonnummers
vastleggen door een bericht op te nemen. Met
Spraakmemo’s kunt u een opname maken.
Spraakmemo’s openen:
Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert
Mijn applicaties
→
Organizer
→
Spraaknotities
.
Een spraakmemo opnemen
1. Houd de microfoon van uw toestel vlakbij uw mond of
andere geluidsbron.
2. Druk op de functietoets
Opnemen
om uw opname te
starten.
3. Druk op de
functietoets
Stoppen
om de opname te
stoppen.
Een spraakmemo afspelen
Op de spraakmemolijst selecteert u de memo die u wilt
afspelen. De opname wordt afgespeeld. Tijdens het
afspelen kunt u het geluidsvolume aanpassen door op of
te drukken.
Een spraakmemo instellen als beltoon
1. Op de spraakmemolijst bladert u naar een spraakmemo.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Instellen
als beltoon
.
Organizer
117
3. Druk op de functietoets
OK
.
Een spraakmemo verwijderen
1. Op de spraakmemolijst bladert u naar een spraakmemo.
2. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Verwijderen
.
3. Druk op de functietoets
Ja
om de verwijdering te
bevestigen.
Wereldklok
U kunt de wereldklok instellen met de door u gewenste
tijdzones en daarna op ieder tijdstip de huidige tijd vinden
van de stad die u nodig hebt.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Mijn applicaties
→
Organizer
→
Wereldklok
.
Om wereldkaartweergave te zien drukt u op
Wereldkaart
.
3.
Blader
naar de door u gewenste klok.
4. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Toewijzen
.
Selecteer het land en de stad.
5. Druk op de functietoets
Gereed
om de geselecteerde
tijdzone op te slaan.
Organizer
118
Op het scherm Wereldklok drukt u op de
functietoets
Menu
.
De volgende opties zijn beschikbaar:
•
Wissen
: hiermee kunt u een toegewezen tijdzone
verwijderen.
•
Toewijzen
: wijst een nieuwe tijdzone toe.
•
Bekijken
: hiermee kunt u een kloktype wijzigen.
•
Als huidige tijd instellen
: hiermee kunt u de tijdzone
als uw huidige datum en tijd instellen.
hoofdstuk
119
7
Multimedia
Camera
Met de geïntegreerde camera van uw toestel kunt u onderweg
foto’s nemen of video’s van mensen of gebeurtenissen
opnemen. Uw toestel maakt JPEG-foto’s en 3GP-video’s.
Camera openen:
Vanaf het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert u
Entertainment
→
Camera
of houdt u
ingedrukt.
Foto’s nemen
Als u naar de camerastand gaat wordt de weergave als
zoeker geactiveerd.
1. Pas de te nemen foto aan.
• Druk op de navigatietoets omhoog/omlaag om in of uit
te zoomen.
• Druk op de linker of rechter navigatietoets om de
helderheid van het beeld aan te passen.
• Druk op de functietoets
Menu
om naar camera-opties
te gaan. Zie pagina 120.
• Gebruik het cijfertoetsenbord om het beeld snel aan te
passen. Zie pagina 122.
2. Druk op of om een foto te nemen.
3. Druk op de functietoets
Opslaan
, of om de foto
op te slaan.
De foto wordt opgeslagen in de locatie die is vastgesteld in
de optie
Standaard
opslaglocatie
. Na het opslaan van de
foto keert de camera automatisch terug naar Fotovoorbeeld.
Multimedia
120
Opmerking
: het aantal beschikbare foto's kan verschillen
afhankelijk van het onderwerp dat u neemt.
Camera-opties instellen
U kunt de camera-instellingen aanpassen. Zodra u de camera-
instellingen wijzigt, verschijnen de overeenkomstige
pictogrammen boven aan het fotovoorbeeldscherm.
Op het camera-voorbeeldscherm drukt u op de
functietoets
Menu
.
•
Camcorder
: schakelt om naar de camcorderstand.
•
Fotostand
: wijzigt de camera-fotostand.
Een opname
: neemt een normale enkele opname.
Multi-opname
: neemt een serie foto’s. U kunt het
standaard aantal foto’s selecteren dat de camera maakt
in het
Camera
menu in
Opties
.
Mozaiekopname
: neemt een serie foto’s en slaat deze
op in één kader. U kunt de standaard lay-out selecteren
in het
Camera
menu in
Opties
.
•
Grootte
: hiermee kunt u een afbeeldingformaat selecteren.
•
Kwaliteit
: hiermee kunt u een beeldkwaliteitinstelling
selecteren.
Multimedia
121
•
Witbalans
: hiermee kunt u de witbalans selecteren om
de kleurbalans van foto’s aan te passen.
•
Zelfontspanner
: selecteert de vertragingstijd van de
camera om een foto met vertraging te nemen.
•
Effect
: wijzigt de kleurtoon voor foto’s of past een
speciaal effect op foto’s toe.
•
Kader
: hier kunt u een decoratief kader selecteren.
•
Nachtmodus aan
/
Nachtmodus uit
: als er te weinig
licht is en een langere belichtingstijd nodig is om een foto
van goede kwaliteit te verkrijgen, kunt u de nachtstand
inschakelen.
•
Opties
: hiermee kunt u de standaardinstellingen voor
Camera wijzigen. Zie pagina 125.
Multimedia
122
De sneltoetsen van het toetsenbord gebruiken
U kunt het toetsenbord gebruiken om uw camera-instellingen
aan te passen als u in het fotovoorbeeldscherm bent.
• , : schakelt om naar de camcorderstand.
• , : wijzigt de fotostand door het aantal foto’s of de
lay-out te wijzigen.
• , : wijzigt het afbeeldingformaat.
• , : wijzigt de afbeeldingkwaliteit.
• , : wijzigt de witbalans.
• , : selecteer de vertragingstijd voordat u een foto
neemt.
• , : hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of een
speciaal effect toepassen.
• , : hiermee kunt u een decoratief kader aan de foto
toevoegen.
• : geeft toegang tot camera-instellingopties.
Foto’s bekijken
Om foto’s die u hebt genomen te bekijken, drukt u op de
functietoets
Album
in de camerastand. De lijst foto’s in het
huidig geselecteerde geheugen verschijnt. Voor meer
informatie, zie pagina 138.
Videoclips opnemen
1. Vanaf de camerastand drukt u op of om over te
schakelen naar de camcorderstand.
2. Het op te nemen beeld aanpassen.
• Druk op de navigatietoets omhoog/omlaag om in en
uit te zoomen op uw onderwerp.
Multimedia
123
• Druk op de linker of rechter navigatietoets om de
helderheid van het beeld aan te passen.
• Druk op de functietoets
Menu
om naar de camcorder-
opties te gaan. Zie pagina 123.
• Gebruik het cijfertoetsenbord om het beeld snel aan te
passen. Zie pagina 124.
3. Druk op of om de opname te starten. De timer
aan de linkerbovenkant van het scherm geeft de
verstreken tijd weer.
Druk op de functietoets
Pauze
of
Hervatten
om de
opname tijdelijk te onderbreken of te hervatten.
4. Druk op of om de opname te stoppen.
5. Druk op de functietoets
Opslaan
om de videoclip op te
slaan.
De videoclip wordt opgeslagen in de locatie die is
vastgesteld in de optie
Standaard opslaglocatie
. Na
het opslaan van de video keert de camcorder
automatisch terug naar de modus Videovoorbeeld.
Camcorder-opties instellen
U kunt de camcorder-instellingen aanpassen. Zodra u de
video-instellingen wijzigt, verschijnen de overeenkomstige
pictogrammen bovenaan het videovoorbeeldscherm.
Op het videovoorbeeldscherm drukt u op de
functietoets
Menu
.
•
Camera
: schakelt om naar de camerastand.
•
Opnamestand
: hier kunt u een video-opnamestand
selecteren. Selecteert
Limiet voor MMS
om een video
op te nemen die geschikt is voor een MMS- of e-
mailbericht. Selecteer
Normaal
om een video op te
nemen binnen de limiet van het huidig beschikbare
geheugen.
Multimedia
124
•
Grootte
: hiermee kunt u een videokader-formaat
selecteren.
•
Kwaliteit
: hiermee kunt u een beeldkwaliteitinstelling
selecteren.
•
Witbalans
: hiermee kunt u de witbalans instellen om de
kleurbalans van video’s aan te passen.
•
Zelfontspanner
: selecteert de vertragingstijd voor het
toestel om een video-opname vertraagd op te nemen.
•
Effect
: wijzigt de kleurtoon voor video’s of past een
speciaal effect toe op video’s.
•
Audio-opname uit
/
Audio-opname aan
: selecteer of u
een video met geluid opneemt of niet.
•
Opties
: hiermee kunt u de standaardinstellingen voor
Camera wijzigen. Zie pagina 125.
De sneltoetsen van het toetsenbord gebruiken
U kunt het toetsenbord gebruiken om uw video-instellingen
aan te passen als u op het videovoorbeeldscherm bent.
• , : schakelt om naar de camerastand.
• , : wijzigt de opnamemodus.
• , : wijzigt het kaderformaat.
• , : wijzigt de afbeeldingkwaliteit.
• , : wijzigt de witbalans.
• , : selecteer de vertragingstijd voor het starten van
een video-opname.
• , : hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of een
speciaal effect toepassen.
• , : schakelt geluid uit of aan.
• : geeft toegang tot camera-instellingopties.
Multimedia
125
Videoclips afspelen
Om de videoclips die u hebt opgenomen te bekijken drukt u
op de functietoets
Album
in de camcorderstand. De lijst
videoclips in het huidig geselecteerde geheugen verschijnt.
Voor meer informatie, zie pagina 138.
De standaardcamera-instellingen wijzigen
Om de standaardcamera-instellingen aan te passen, drukt
u op de functietoets
Menu
en selecteert
Opties
.
De volgende opties zijn beschikbaar:
•
Algemeen
: u kunt de algemene instellingen aanpassen
voor het Camera-programma.
Zoeker
: hiermee kunt u de camera instellen op
pictogramweergave op het voorbeeldscherm.
Automatisch opslaan
: hiermee kunt u de camera
instellen om een foto of video na opname op te slaan.
Standaard opslaglocatie
: hiermee kunt u selecteren
waar u uw foto’s of videoclips wilt opslaan.
•
Camera
: u kunt de instellingen voor de camerastand
aanpassen.
Multi-opname
: hiermee kunt u het aantal foto’s
instellen.
Mozaiekopname
: hiermee kunt u de lay-out en de
sluitertijd selecteren.
Standaardprefix
: hiermee kunt u de
standaardbenaming van fotonamen wijzigen.
Geluid
: hiermee kunt u geluiden selecteren voor de
sluitertijd-, zoom- en helderheidaanpassingen.
•
Camcorder
: u kunt de instellingen voor de
camcorderstand aanpassen.
Multimedia
126
Standaardprefix
: hiermee kunt u de
standaardbenaming van videonamen wijzigen.
Geluid
: hiermee kunt u het geluidseffect bij het begin of
einde van de opname aan- en uitzetten.
•
Shortcut
: u kunt de functies die zijn toegewezen aan de
toetsen in de camerastand of de camcorderstand
bekijken en controleren.
Windows Media Player
Uw toestel is uitgerust met Microsoft Windows Media
Player 10. Met Windows Media Player kunt u Windows
Media Audio, Windows Media Video en MP3 audiobestanden
afspelen die op uw telefoon, op een geheugenkaart of op
het Web zijn opgeslagen.
Windows Media Player openen:
Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
,en
selecteert
Entertainment
→
Windows Media
.
Mediabestanden voorbereiden
U kunt mediabestanden vanaf uw pc naar het toestel
kopiëren met Windows Media Player of ActiveSync. U kunt
ook mediabestanden kopiëren met een geheugenkaart.
Multimedia
127
Opmerking
:Als u te veel bestanden in het geheugen hebt
opgeslagen, neemt de werkingssnelheid van het
systeem af. Het gebruik van een optionele
geheugenkaart helpt u dit probleem op te lossen
en zorgt ervoor dat u van meer muziekbestanden
kunt genieten.
Over DRM, licenties en beschermde bestanden
Sommige digitale mediabestanden, zoals melodieën die zijn
gedownload vanaf online winkels, worden versleuteld om te
voorkomen dat de bestanden onrechtmatig worden verspreid
of gekopieerd. Content providers gebruiken een technologie
genaamd Digital Rights Management (DRM) om de bestanden
te versleutelen. Tijdens het encryptieproces maakt de content
provider een licentie aan die bepaalt hoe en wanneer het
bestand kan worden gebruikt.
Een content provider kan bijvoorbeeld een licentie
aanmaken waarmee u een bepaald bestand op uw
computer kunt afspelen, maar niet op uw toestel. Of een
licentie waarmee u een bepaald bestand op uw toestel kunt
afspelen, maar alleen voor een maand of misschien alleen
een bepaald aantal keren. Bestanden waaraan licenties zijn
gekoppeld worden beschermde bestanden genoemd.
Mediabestanden kopiëren met ActiveSync
1. Sluit uw toestel aan op een computer en start
synchronisatie met verwijzing naar pagina 47.
2. Open de bestandsdirectory op het toestel door op
Verkennen
te klikken vanaf het venster Microsoft
ActiveSync.
3. Sleep de media bestanden die u wilt kopiëren naar een
map.
Multimedia
128
Windows Media Player haalt automatisch de
mediabestanden uit de map waar de bestanden zijn
gekopieerd en u kunt deze vanaf het bibliotheekscherm
vinden. Als de mediabestanden niet in de bibliotheek
verschijnen, werkt u de bibliotheek bij door op de
functietoets
Menu
te drukken en selecteert u
Bibliotheek bijwerken
.
Mediabestanden kopiëren met het Windows Media
Player-programma op uw computer
U kunt Windows Media Player op uw pc gebruiken om
mediabestanden te kopiëren. Het gebruik van Windows
Media Player zorgt ervoor dat licenties met beschermde
bestanden worden meegekopieerd.
Zorg ervoor dat u Windows Media Player 10 of een latere
versie op uw pc hebt. Afhankelijk van de versie van uw
Windows Media Player, kan de procedure om bestanden te
kopiëren verschillen.
1. Sluit uw toestel aan op de pc en start de synchronisatie.
2. Open Windows Media Player op de computer.
3. Klik op het tabblad
Sync
.
4. Klik op
Afspeellijst bewerken
.
5. Selecteer de mediabestanden die u wilt synchroniseren
vanaf het linkergedeelte van uw venster.
6. Klik op
OK
.
7. Selecteer de geheugenlocatie van het rechter gedeelte
van het Windows Media Player venster.
8. Klik op om het gewenste kwaliteitsniveau te
selecteren en klik op
OK
.
Multimedia
129
9. Klik op
Start Sync
.
De geselecteerde bestanden worden geconverteerd en
gekopieerd naar de locatie die u hebt geselecteerd in
stap 7.
Bibliotheken gebruiken
Een bibliotheek is een bestandenlijst geleverd door
Windows Media Player om mediabestanden in het
geheugen van het toestel op te halen. Om naar de
bibliotheken te gaan, drukt u op de functietoets
Menu
vanaf de spelerscherm en selecteert u
Bibliotheek
.
De bibliotheek bevat categorieën, zoals Mijn Muziek, Mijn
Video’s, Mijn TV, Mijn Afspeellijsten en Nu afspelen. Vanaf
het bibliotheekscherm kunt u uw inhoud per criterium
sorteren, zoals naam artiest, albumtitel of genre.
Op het bibliotheekscherm kunt u de volgende opties
gebruiken door op de functietoets
Menu
te drukken:
•
Omhoog in wachtrij
: voegt het geselecteerde bestand
toe aan het einde van de huidige afspeellijst.
•
Verwijderen uit bibliotheek
: verwijdert het
geselecteerde bestand uit de bibliotheek.
•
Afspelen
: opent de huidige afspeellijst.
•
Bibliotheek
: hiermee kunt u de bibliotheek selecteren
die u wilt bekijken; bijvoorbeeld, de bibliotheek van
bestanden die zijn opgeslagen in uw telefoon of op een
geheugenkaart.
•
Bibliotheek bijwerken
: voegt nieuwe bestanden toe
aan de bibliotheek door in uw telefoon of geheugenkaart
te zoeken.
Multimedia
130
•
Bestand openen
: hiermee kunt u bestanden die op uw
toestel of geheugenkaart zijn opgeslagen vinden en
afspelen. Deze bevinden zich niet in de bibliotheek.
•
URL openen
: hiermee kunt u een URL-adres voor een
streaming-service omschrijven.
•
Eigenschappen
: geeft informatie weer over het
geselecteerde bestand.
•
Speler
: sluit het bibliotheekscherm en geeft het
spelerscherm weer.
Muziek- en videobestanden afspelen
Als u mediabestanden naar het geheugen van uw toestel of
geheugenkaart hebt gekopieerd, kunt u deze afspelen
vanaf Windows Media Player.
Opmerking
:Als u mediabestanden afspeelt met de Bluetooth
stereo-headset, kan een onderbreking optreden
als u naar de andere menufuncties gaat.
Mediabestanden vanaf een bibliotheek afspelen
1. Op het bibliotheekscherm drukt u zonodig op de
functietoets
Menu
, selecteert u
Bibliotheek
, en daarna
het geheugen via welk u bestanden wilt ophalen.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Bibliotheek
bijwerken
.
3. Als bibliotheken zijn bijgewerkt, drukt u op de
functietoets
Gereed
.
4. Selecteer een categorie.
Multimedia
131
5.
Blader
naar de bibliotheek die u wilt afspelen en druk op
de functietoets
Afspelen
.
Het spelerscherm verschijnt en het geselecteerde
bestand wordt afgespeeld.
Gebruik de volgende opties tijdens afspelen:
• Om het volume van Windows Media af te stellen, drukt u
op de navigatietoets omhoog/omlaag. U kunt het
volumeniveau op het scherm bekijken.
• Om het volume aan te passen drukt u op of .
• Om terug te gaan in een bestand houdt u de linker
navigatietoets ingedrukt.
• Om vooruit te gaan in een bestand houdt u de rechter
navigatietoets ingedrukt.
• Om naar het volgende bestand te gaan drukt u op de
rechter navigatietoets.
• Om naar het vorige bestand drukt u op de linker
navigatietoets.
• Om het afspelen tijdelijk te onderbreken of te hervatten
drukt u op of .
• Om de bestanden op de afspeellijst in willekeurige
volgorde of herhaald af te spelen, drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u de optie
Willek.
volgorde/herh.
→
een optie.
• Om de video op een volledig scherm te bekijken, drukt u
op de functietoets
Menu
en selecteert u
Volledig
scherm
.
• Om het afspelen te stoppen, drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert u
Stoppen
.
Multimedia
132
Mediabestanden op een netwerk afspelen
1. Op het bibliotheekscherm drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert u
URL openen
.
2. Geef een URL-adres in in het veld
URL
, of scrol naar één
of de URL-adressen die u hebt gebruikt vanaf het veld
Geschiedenis
.
3. Druk op de functietoets
OK
.
Opmerking
:Om streaming-media af te spelen moet u
aangesloten zijn op een netwerk. Voor meer
informatie over het maken van een verbinding op
afstand tussen uw
toestel
en een netwerk, zie
pagina 163
.
Een afspeellijst instellen
U kunt mediabestanden toevoegen op het bibliotheekscherm
aan een tijdelijke afspeellijst. Dit is een lijst van het op dit
moment afgespeelde bestand, en alle bestanden die in de
wacht zijn gezet om daarna te worden afgespeeld.
Een afspeellijst maken
1. Op het bibliotheekscherm selecteert u de gewenste
categorie en bladert naar het bestand dat u wilt
afspelen.
Als het bestand niet verschijnt op de lijst, drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Bibliotheek
bijwerken
.
Multimedia
133
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteert
Omhoog in
wachtrij
om het bestand toe te voegen aan de
afspeellijst.
3. Herhaal stap 1 en 2 om meer bestanden toe te voegen.
4. Druk op of
Menu
en selecteer
Speler
om naar het
spelerscherm terug te keren.
5. Druk op of om het afspelen van de bestanden te
starten.
6. Om de afspeellijst op te slaan, drukt u op de functietoets
Afspelen
en daarna op de functietoets
Menu
, en
selecteert u
Afspeellijst opslaan
.
7. Geef de datum in en druk op de functietoets
Gereed
.
De lijst is opgeslagen in de bibliotheek Mijn
Afspeellijsten.
De afspeellijst openen
Op het spelerscherm drukt u op de
functietoets
Afspelen
. U
kunt diverse opties gebruiken door op de
functietoets
Menu
te
drukken.
De afspeellijst bewerken
• Om de afspeelvolgorde te wijzigen drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Omhoog
of
Omlaag
.
• Om de geselecteerde bestanden te verwijderen drukt u
op de functietoets
Menu
en selecteert u
Verwijderen
uit afspeellijst
.
• Om de afspeellijst te wissen, drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert u
Huidige lijst wissen
.
Multimedia
134
De Windows Media Player instellingen
wijzigen
U kunt het uiterlijk en de functionaliteit van Windows Media
Player aanpassen. Op het spelerscherm drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Opties
.
U kunt de volgende opties gebruiken:
•
Afspelen
: selecteer de opties voor het afspelen. U kunt
selecteren op welke manier de tijd op het spelerscherm
wordt weergegeven, en of u het afspelen tijdelijk wilt
onderbreken, als u een ander programma start en het
afspelen wilt hervatten na een telefoongesprek.
•
Audio-/videogegevens
: selecteer de kijkopties voor
het afspelen van video’s op een volledig scherm.
Opmerking
: Als er een probleem is tijdens het afspelen
van MP4-bestanden, deselecteert u het
venster
Aanpassen aan venster
. Het
probleem treedt op, omdat de grootte van het
bestand is gewijzigd.
•
Netwerk
: overdrachtsnelheid en protocol wijzigen voor
het afspelen van muziek en streaming-video.
•
Bibliotheek
: selecteert of het spelerscherm of
bibliotheekscherm wordt weergegeven als u Windows
Media Player opent.
•
Weergaven
: wijzigt het uiterlijk van het spelerscherm
door een nieuwe skin te selecteren.
•
Knoppen
: wijst Windows Media Player functies toe aan
de toetsen op uw telefoon om het afspelen snel te
kunnen bedienen zonder de menu’s te gebruiken.
Multimedia
135
Podcast
In Podcast heeft u toegang tot online audio- en
videoservices en kunt u uw eigen afspeellijsten maken.
Hiertoe moet u eerst de verbinding maken, zoals
beschreven op pagina 163.
Podcast openen:
Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert u
Internet
services
→
Podcast
.
Abonneren op de Podcast-service
Vanaf het Podcast-scherm bladert u naar
Podcast
, drukt
op de functietoets
Menu
en selecteert u
Abonneren op
podcast
. Als u bent verbonden met de desbetreffende
website, volgt u de instructies op het scherm om de
inschrijving te voltooien.
Naar audio- en videoservices
Vanaf het Podcast scherm selecteert u
Podcast
. U wordt
verbonden met de desbetreffende website waarmee u de
gewenste online services kunt kiezen.
Om de audio- en videobibliotheek en afspeellijsten met
nieuwe bestanden bij te werken, drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert u
Bibliotheek bijwerken
.
Een afspeellijst maken
U kunt uw eigen afspeellijsten maken met uw favoriete
audio- of videobestanden of afspeellijstwizard, die audio- of
videobestanden filtert volgens uw voorkeuren.
Multimedia
136
1. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Nieuw
→
Nieuwe afspeellijst
of
Wizard Nieuwe afspeellijst
.
2. Geef een titel in voor de afspeellijst.
Voor een afspeellijstwizard drukt u op de functietoets
Menu
en voegt u beperkende regels toe voor het
filteren van audio- of videobestanden.
3. Druk op de functietoets
OK
of
Gereed
.
4. Zonodig bestanden toevoegen.
Podcast-instellingen wijzigen
Om de eigenschappen van Podcast te wijzigen drukt u op
de functietoets
Menu
en selecteert u
Opties
of
Eigenschappen
. U kunt informatie aangeven die moet
worden weergegeven op de afspeellijsten of eigenschappen
van de afspeellijsten in Podcast weergeven en bijwerken.
Adobe Flash Lite
Adobe Flash Lite is speciaal ontwikkeld voor mobiele
telefoons door de flash-technologie.
U kunt flash-bestanden met dit programma bekijken.
Adobe Flash Lite openen:
Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
, en
selecteert
Mij applicaties
→
Bureau-accessoires
→
Adobe Flash Lite
.
Multimedia
137
Een flash-bestand bekijken
Vanaf de lijst bestandsmappen selecteert u het bestand dat
u wilt bekijken.
Terwijl u een bestand bekijkt, kunt u de volgende opties
gebruiken:
• Om het bestand op een volledig scherm te bekijken drukt u
op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Volledig scherm
.
• Om afspelen tijdelijk te onderbreken drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert
Onderbreken
.
• Om het afspelen te hervatten drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert u
Hervatten
.
• Om het bestand terug te spoelen drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Terugspoelen
.
• Om het afspelen te stoppen drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert u
Stoppen
.
• Om het bestand herhaaldelijk af te spelen drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Herhaling
→
Aan
.
• Om het scherm te verlaten drukt u op de functietoets
Sluiten
.
Opmerking
:Adobe Flash Lite 2.1 ondersteunt inhouden die
zijn ontwikkeld voor flash 7. Afhankelijk van het
bestandsformaat en de geheugencapaciteit,
kunnen sommige flash-bestanden niet geopend
worden op uw toestel.
Multimedia
138
Mijn items
Met dit programma kunt u naar al uw afbeeldingen,
geluidsclips en videoclips gaan die zijn opgeslagen in de
directory van uw toestel of een geheugenkaart.
Inhoudbeheerder openen:
Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert
Mijn items
. De bestandmappen verschijnen.
Een afbeelding bekijken
1. Van de lijst Bestandsmappen selecteert u
Mijn
afbeeldingen
.
2. Selecteer de afbeelding die u wilt bekijken.
3. Druk op de linker of rechter navigatietoets om andere
afbeeldingen te bekijken.
Tijdens het bekijken van een afbeelding kunt u de volgende
opties gebruiken:
• Om in en uit te zoomen drukt u op om naar de Zoom-
modus om te schakelen en daarna op de functietoets
+
of
-
.
• Om de afbeelding te bewerken drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert u
Afbeelding bewerken
. U kunt
daarna naar de opties bewerk-tools gaan door op de
functietoets
Menu
te drukken.
• Om de afbeelding als achtergrond voor het basisscherm
of als afbeelding van de beller-ID voor een contactkaart
in te stellen, drukt u op de functietoets
Menu
en
selecteert u
Instellen als
→
een optie.
Multimedia
139
Afbeeldingen als een diavoorstelling
bekijken
U kunt al uw afbeeldingen als een diavoorstelling, een
opeenvolgende presentatie van de losse afbeeldingen in
het huidige album, bekijken.
Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Diapresentatie afspelen
. De diavoorstelling begint op
een volledig scherm.
• Om de diavoorstelling tijdelijk te onderbreken of te
hervatten drukt u op .
• Om handmatig door de afbeeldingen te bladeren drukt u
op de linker of rechter navigatietoets.
• Om de diavoorstelling te stoppen en terug te keren naar
het vorige scherm drukt u op .
Een geluid of videoclip afspelen
1. Van de lijst Bestandsmappen selecteert u
Notities
,
Mijn geluiden
of
Mijn video’s
. In
Notities
kunt u naar
uw spraakopnames gaan.
2. Selecteer de gewenste audio- of videoclips. Het bestand
wordt afgespeeld in Windows Media.
Een bestand zoeken
U kunt snel een bestand zoeken door de naam in te voeren.
1. Van de lijst Bestandsmappen selecteert u een map.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Zoeken
.
3. Geef de bestandsnaam in en selecteer het bestandstype
en -locatie.
Multimedia
140
4. Druk op de functietoets
Zoeken
. Het toestel zoekt de
bestandsmappen en zet alle overeenkomende
bestanden in een lijst.
5. Druk op de functietoets
Openen
om naar het bestand te
gaan.
Een bestand verzenden
U kunt een bestand naar een ander toestel verzenden via
MMS of een actieve Bluetooth-verbinding.
Zonodig een map openen en naar het gewenste bestand
bladeren.
• Om via MMS te verzenden drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert
Zenden
→
als MMS
. Zie voor meer informatie
pagina 75.
• Om via Bluetooth te verzenden drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert
Zenden
→
via Bluetooth
. Zie voor
meer informatie pagina 160. U kunt slechts één bestand per
poging verzenden.
Een bestand afdrukken
U kunt bestanden afdrukken via een Bluetooth-verbinding.
1. Activeer de Bluetooth-functie en maak een verbinding
met een Bluetooth-printer. Zie pagina 159.
2. Van de lijst bestandsmappen opent u de gewenste map
en selecteert het gewenste bestand.
3. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Afdrukken
via Bluetooth
.
4. De afdrukopties instellen.
5. Druk op de functietoets
Afdrukken
om het bestand af
te drukken.
Multimedia
141
Een bestand kopiëren of verplaatsen
1. Vanaf de lijst bestandsmappen opent u de gewenste
map en bladert naar het gewenste bestand.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Wijzigen
→
Kopiëren
/
verplaatsen
.
3. Selecteer de map waarnaar u het bestand wilt kopiëren
of verplaatsen.
Een bestand verwijderen
1. Vanaf de lijst bestandsmappen opent u de gewenste
map en bladert naar het gewenste bestand.
2. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Wissen
.
3. Druk op de functietoets
Ja
om de verwijdering te
bevestigen.
Multimedia
142
Een zipbestand maken
U kunt een bestand omzetten naar een zipbestand om het
formaat te comprimeren. Dit is handig als u bestanden via
Bluetooth verzendt of als bijlage verzendt bij een MMS-bericht.
1. Open de gewenste map en scrol naar het gewenste
bestand.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Wijzigen
→
Zip
.
3. Geef een bestandsnaam in en selecteer de locatie waar
u het bestand wilt opslaan.
4. Druk op de functietoets
Zip
.
Instellingen inhoudbeheerder aanpassen
Van de bestandslijst drukt u op de functietoets
Menu
en
selecteert u
Opties
om naar de volgende opties te gaan:
•
Weergaven
: hiermee kunt u een weergavevorm van
bestanden selecteren.
•
Diavertoning
: hiermee kunt u eigenschappen van een
diavoorstelling instellen.
•
Shortcut
: toont sneltoetsen die beschikbaar zijn in
Inhoudbeheerder.
•
Info
: geeft copyright-informatie weer.
hoofdstuk
143
8
Extra programma’s
Entertainment
Uw toestel bevat
games
, zoals Bubble Breaker en Solitaire.
U kunt nieuwe Java-spelletjes in de Java-map downloaden
en spelen.
Games openen:
Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert u
Entertainment
.
Bubble Breaker
Het doel van Bubble Breaker is alle ballen te verwijderen.
De regel is dat u alleen aangrenzende ballen van dezelfde
kleur mag verwijderen. De score is afhankelijk van het
verwijderde aantal ballen.
Een spel spelen
1. Op het spelscherm selecteert u
Bubble Breaker
.
2. Navigeer naar de bal die u wilt verwijderen en druk op .
De groep wordt gemarkeerd en de score voor die
selectie wordt weergegeven.
3. Druk op om die selectie te accepteren. De
geselecteerde ballen worden verwijderd.
Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Statistieken
om de informatiestatistieken van het spel te bekijken.
U kunt de spelopties, zoals speelgeluiden, spelstijl of
balkleur aanpassen door op de functietoets
Menu
te
drukken en
Opties
te selecteren.
Extra programma’s
144
Patience
Het doel van Patience is alle kaarten van het spel te
gebruiken om vier stapels van de verschillende
kaartkleuren in oplopende volgorde op te bouwen, te
beginnen met de azen.
Een spel spelen
1. Op het spelscherm selecteert u
Patience
.
2. Verplaats de azen naar de zeven stapels op de vier
kaartvakken aan de linkerkant van het scherm en voer
daarna alle andere mogelijke spelmogelijkheden uit.
Om kaarten te verplaatsen, drukt u op het nummer of
letter van de te verplaatsen kaart en druk u daarna op
het nummer of de letter van de stapel waarnaar u de
kaart wilt verplaatsen.
3. Als u alle spelmogelijkheden hebt benut, drukt u op de
functietoets
Delen
om kaarten om te draaien.
Rekenmachine
Met rekenmachine kunt u algemene rekenfuncties uitvoeren,
zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Een berekening uitvoeren
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Mijn applicaties
→
Bureau-accessoires
→
Calculator
.
3. Geef de nummers en handelingen in (+, -, /, of ).
Extra programma’s
145
Om geavanceerde handelingen uit te voeren, zoals
percentages (%), kwadraten (Xn), en wortels (
√
) drukt
u op de functietoets
Menu
en selecteert u een optie.
4. Druk op om de berekening uit te voeren.
U kunt de berekeningsresultaten gebruiken voor volgende
berekeningen door op de functietoets
Menu
te drukken en
Resultaat kopieren
. Om de gekopieerde waarde in het
invoerveld te voegen drukt u op de functietoets
Menu
en
selecteert u
Resultaat plakken
.
De rekenmachine-instellingen wijzigen
Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Opties
om naar
de volgende opties te gaan:
•
Cijfergroeperingssymbool weergeven
: stelt in of de
rekenmachine een cijfergroeperingssymbool weergeeft
voor getallen.
•
Berekeningen bewaren
: stelt in of de berekening op
het scherm blijft voor verdere berekeningen.
Omrekentoepassing
Met de Omrekentoepassing kunt u eenheden omrekenen.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Mijn applicaties
→
Bureau-accessoires
→
Omrekentoe...(Omrekentoepassing)
.
3. Selecteer een omrekentype.
4. Selecteer een originele eenheid en voer de om te
rekenen waarde in het bovenste eenheden veld in.
Extra programma’s
146
Druk op om een decimaalteken toe te voegen. Uw
toestel kan slechts maximaal 6 cijfers na het
decimaalteken weergeven.
In de temperatuuromrekenaar drukt u op om de
temperatuur te wijzigen tot onder nul.
5. Selecteer een doeleenheid van het onderste eenheden
veld. De gelijke waarde verschijnt.
Opmerkingen
:
• Om de eenhedenvelden om te keren voor continu
omrekeningen drukt u op de
functietoets
Menu
en
selecteert u
Omkeren
.
• Voor de valuta-omrekenaar moet u mogelijk de
valutakoersen wijzigen. Druk op de
functietoets
Menu
en
Koersen weergeven
.
Stopwatch
U kunt de verstreken tijd meten.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Mijn applicaties
→
Bureau-accessoires
.
3. Selecteer
Stopwatch
.
4. Druk op de functietoets
Starten
om de timer te starten.
5. Druk op de functietoets
Opnemen
om de tussentijd op
te nemen.
6. Druk op de functietoets
Stoppen
om de stopwatch te
stoppen.
Extra programma’s
147
Documenten viewer
Uw toestel biedt diverse viewerprogramma's waarmee u
documenten in het toestel kunt openen zonder
bestandconversie of verlies van inhoud.
Een document openen
Op het startscherm drukt u op de functietoets
Start
.
Selecteer
Mijn applicaties
→
Documenten viewer
en
selecteer daarna
ClearVue PDF
,
ClearVue Presentation
,
ClearVue Worksheet
.
In elk programma worden de volgende bestandformaten
ondersteund:
• ClearVue Document: .doc, .rtf
•ClearVue PDF: .pdf
• ClearVue Presentation: .ppt (gemaakt in Microsoft
PowerPoint 97, 2000, 2002(XP), en 2003)
• ClearVue Worksheet: .xls (gemaakt in Excel 97, 2000,
2002(XP), en 2003)
Een document bekijken
1. Na opening van het viewerprogramma voor het
document dat u wilt openen, drukt u op de functietoets
Bestand
en selecteert u
Open
.
2. Selecteer het document.
Opties in een documentweergave gebruiken
Van een documentweergave kunt u de volgende functies
gebruiken.
Afhankelijk van de gebruikte viewer kunnen de beschikbare
functies verschillen:
Extra programma’s
148
• Om in en uit te zoomen drukt u op de functietoets
In-/
uitzoomen
en selecteert u een optie of drukt u op de
functietoets
Bekijken
en selecteert u
Schaal
→
een
optie.
• Om tussen pagina's of dia's te verplaatsen drukt u op de
linker of rechter navigatietoetsen.
• Om een diavoorstelling in CV Presentation te tonen drukt u
op de functietoets
Bekijken
en selecteert u
Show
Bezichtigen
. U kunt de eigenschappen van de
diavoorstelling wijzigen door
Show opstellen
of
Aangepaste Show
te selecteren.
• Om de afmetingen van het hoofdvenster in CV
Presentation aan te passen drukt u op de functietoets
Bekijken
en selecteert u
Windowoppervlak
veranderen
.
Druk daarna op de navigatietoetsen omhoog/omlaag om
het venster bij te stellen.
File Manager
Met het programma File Manager kunt u een
verkennervenster openen dat lijkt op het venster dat
binnen Windows-systemen voor de pc wordt gebruikt. Met
het verkennervenster kunt u navigeren door uw telefoon
om de gewenste mappen en bestanden te vinden. U kunt
ook snel bestanden en mappen op uw telefoon beheren,
verwijderen, kopiëren of bewerken.
Opmerking
:Als u de
telefoon
uitzet nadat u een paar
bestanden in mappen, behalve in de map
Geheugen
, hebt opgeslagen met ActiveSync
zullen alle bestanden in deze mappen worden
verwijderd. Sla belangrijke bestanden op in de
map
Geheugen
om te voorkomen dat ze worden
verwijderd.
Extra programma’s
149
Naar bestanden gaan
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Mijn applicaties
→
File Manager
. De lijst
met mappen in het geheugen van de telefoon wordt
weergegeven.
3.
Blader
naar de map die u wilt bekijken.
Druk op om terug te keren naar het vorige directory-
niveau.
4.
Blader
naar een item en druk op om het te openen.
Bestandbeheeropties gebruiken
Van de bestandsdirectory drukt op de functietoets
Menu
om naar de volgende opties te gaan:
•
Zoeken
: een bestand zoeken door de naam in te voeren.
•
Favorieten
: voeg het geselecteerde bestand of de
geselecteerde map toe aan de map Favorietenlijst.
•
Zenden
: een bestand verzenden via MMS of Bluetooth.
•
Tonen
: de weergavevorm wijzigen of de sorteervolgorde
van de File Manager wijzigen.
•
Scrollen
: scrol naar bestand of map.
•
Selectie
: selecteer het bestand of alle bestanden.
•
Info
: versie en copyright-informatie weergeven.
•
Afsluiten
: de File Manager verlaten.
Vanuit de bestandsdirectory drukt u op de
functietoets
Wijzigen
om naar de bestandbewerkingsopties te gaan, zoals
Knippen
,
Kopiëren
,
Plakken
en
Wissen
. U kunt ook
Naam
wijzigen
,
Nieuwe map
,
Eigenaar
en
Zip
gebruiken.
Extra programma’s
150
Taakbeheer
U kunt met uw telefoon meerdere taken tegelijkertijd
uitvoeren en daardoor kunnen er diverse programma’s
tegelijk openstaan. Dit kan echter wel tot een onvoorzien
stoppen of vastlopen van een programma,
geheugenproblemen en een hoger energieverbruik leiden.
Ter voorkoming van deze problemen kunt u programma’s
die u niet nodig hebt afsluiten met Taakbeheer.
File Manager openen:
Houd op het basisscherm ingedrukt. U kunt ook op de
functietoets
Start
drukken en
Mijn applicaties
→
Bureau-accessoires
selecteren.
Selecteer
Taakbeheer
.
De lijst met alle programma’s die op dat moment open
staan verschijnt.
Openstaande programma’s beheren
• Om een programma te activeren drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Inschakelen
.
• Blader naar een programma en druk op de functietoets
Stoppen
. Om alle programma’s te sluiten drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Alles stoppen
.
• Om de programmalijst te vernieuwen drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Verversen
.
De batterijstatus controleren
U kunt de resterende batterijsterkte controleren. Druk op
de functietoets
Menu
en selecteer
batterij
.
Extra programma’s
151
Het opgeslagen geheugen controleren
U kunt het geheugen dat wordt gebruikt voor de opslag van
bestanden en geopende programma’ s op uw toestel of op
een geheugenkaart controleren. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Geheugeninformatie
.
SIM Manager
Met de toepassing SIM Manager kunt u de op de SIM-kaart
opgeslagen contactpersonen aanmaken of bekijken.
SIM-contactpersonen gebruiken
U kunt naar de contactpersonen gaan die zijn opgeslagen
op de SIM-kaart en deze naar de lijst contactpersonen op
uw geheugen van de telefoon kopiëren of verplaatsen.
Een SIM-contactpersoon aanmaken
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Mijn applicaties
→
Bureau-accessoires
→
SIM Manager
.
3. Druk op de functietoets
Nieuw
.
4. Geef contactinformatie in en druk op de
functietoets
Gereed
.
SIM-contactpersonen bewerken
1. Op het SIM Manager scherm bladert u naar de gewenste
contactpersoon.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
SIM Tool
→
Wijzigen
.
Extra programma’s
152
3. Bewerk contactinformatie en druk op de
functietoets
Gereed
.
Uw eigen nummer bekijken
U kunt uw telefoonnummers met afzonderlijke
beschrijvende namen opslaan. Wijzigingen die met deze
optie worden aangebracht hebben geen invloed op het
telefoonnummer van uw SIM-kaart.
Op het scherm SIM Manager drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert u
Eigen nummer
.
SIM Application Toolkit
Dit menu is beschikbaar als u een SIM AT-kaart gebruikt
die de menu’s SIM Application Toolkit extra diensten biedt,
zoals nieuws, weerberichten, sport, amusement en
plaatsbepaling. Beschikbare diensten verschillen
afhankelijk van de opzet van uw serviceprovider.
Raadpleeg voor meer informatie de instructies van uw SIM-
kaart of neem contact op met uw serviceprovider.
Google Maps
Met Google Maps kunt u online kaarten zoeken van straten,
steden of landen. Google Maps biedt u ook routes naar
vastgestelde bestemmingen of stelt u in staat lokale
bedrijfsinformatie, waaronder locatie en contactinformatie,
te bekijken.
Extra programma’s
153
Naar Google Maps:
Op het startscherm drukt u op de functietoets
Start
en
selecteert u
Internet services
→
Google Maps
. Druk op
de functietoets
Accepteren (Accept)
als het scherm
Algemene Voorwaarden verschijnt om de online-kaart te
laden.
Op kaarten zoeken
Druk op de navigatietoetsen om door de kaart te bladeren
en druk op om in te zoomen op de gewenste locatie.
Om uit te zoemen drukt u op de functietoets
Zoom-
.
Herhaal dit tot u de plaats die u zoekt hebt gevonden.
Van de kaart kunt u de volgende functies gebruiken:
• Om de weergavenstand te wijzigen in satellietbeeld met
boven elkaar liggende kaartgegevens, drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Weergave wijzigen
→
Satelliet
.
• Om de real-time verkeersomstandigheden te controleren
drukt u op of op de functietoets
Menu
en selecteert u
Verkeer weergeven
. Elke kleur geeft aan hoe snel het
verkeer beweegt:
Groen: meer dan 80 km per uur
Geel: 40 - 80 km per uur
Rood: minder dan 40 km per uur
Grijs: op het ogenblik geen gegevens beschikbaar
• Om met een externe GPS-ontvanger te verbinden drukt u
op de functietoets
Menu
en selecteert u
Volg positie
.
Extra programma’s
154
Een vastgestelde locatie zoeken
1. Op de kaart drukt u op de functietoets
Menu
en
selecteert u
Locatie zoeken...
.
2. Voer het adres in van de plaats die u zoekt en druk op
de functietoets
OK
.
U kunt een adres dat op een contactkaart is opgeslagen
gebruiken om op de kaart op te zoeken. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Opties
→
contact
opzoeken...
. Selecteer daarna een contactkaart het
gewenste adres.
Bedrijven opzoeken
1. Beweeg op de kaart naar de gewenste positie.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Bedrijven
zoeken…
.
3. Voer de categorie in van het bedrijf dat u zoekt en druk
op de functietoets
OK
.
Het toestel zoekt de locaties van de bedrijven in de
buurt van de geselecteerde positie en geeft de naam
van het dichtst bijzijnde bedrijf weer.
4. Druk op de cijfertoetsen om meer resultaten weer te
geven.
5. Druk nogmaals op de overeenkomstige cijfertoets om
de details van het geselecteerde bedrijf weer te geven.
6. Druk op de functietoets
Opties
om de route naar het
bedrijf te controleren of het bedrijf te bellen.
7. Om de informatie op de kaart te wissen drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Kaart wissen
.
Extra programma’s
155
Routes vinden naar een vastgestelde
bestemming
U kunt routes vinden van de ene naar de andere locatie
door elke locatie op de kaart te markeren of het adres van
elke locatie handmatig in te voeren, indien u de adressen
precies kent.
De locaties op de kaart markeren
1. Druk op op een startlocatie en selecteer
Vertrekpunt markeren
.
2. Beweeg naar een eindlocatie, druk op en selecteer
Bestemming markeren
.
Het toestel geeft de afstand en de rijtijd tussen de
vastgestelde locaties aan.
3. Druk op de functietoets
OK
.
4. Druk op om de rijroutes naar de bestemming te
controleren. Om terug te keren naar de vorige weg
drukt u op .
5. Om de informatie op de kaart te wissen drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Kaart wissen
.
Adressen van de locaties invoeren
1. Op de kaart drukt u op de functietoets
Menu
en
selecteert u
Route...
.
2. Voer het adres van de startlocatie in en druk op de
navigatietoets omlaag.
3. Voer het adres van de eindlocatie in en druk op de
functietoets
OK
.
Het toestel geeft de afstand aan en de rijtijd tussen de
aangegeven locaties.
4. Druk op de functietoets
OK
.
Extra programma’s
156
5. Druk op om de rijroutes naar de bestemming te
controleren. Om terug te keren naar de vorige weg
drukt u op .
6. Om de informatie op de kaart te wissen drukt u op de
functietoets
Menu
en selecteert u
Kaart wissen
.
Google Maps terugzetten
U kunt alle opgezochte gegevens wissen door Google Maps
terug te zetten. Uw toestel wist de historie van uw
zoekacties en cache van kaartbeelden, verwijdert cookies,
en zet alle instellingen van de kaart terug.
1. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Opties
→
Google Maps herstellen
.
2. Druk op de functietoets
Herstellen
.
hoofdstuk
157
9
Verbinding maken
U kunt uw telefoon gebruiken om informatie uit te wisselen
met andere mobiele telefoons en ook met uw pc, een
netwerk of het Internet. U hebt de volgende
verbindingsopties:
• Informatie uitwisselen tussen toestellen met Bluetooth-
mogelijkheden zonder fysieke verbinding.
• Het toestel met uw computer verbinden via een USB-
aansluiting om het als modem, data sync apparaat of
extern geheugen te gebruiken.
• Met uw Internet serviceprovider (ISP) of het netwerk van
uw bedrijf. Zodra u verbonden bent, kunt u e-
mailberichten en expresberichten verzenden en
ontvangen en door Internet of intranet browsen.
Verzenden met Bluetooth
Bluetooth is draadloze communicatie
technologie met kort
bereik. Telefoons met Bluetooth kunnen gegevens
uitwisselen over een afstand van ca. 10 meter zonder
fysieke verbinding.
U hoeft de telefoon niet af te stemmen op een ander toestel
om informatie te verzenden met Bluetooth.
Bluetooth-modus activeren
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Verbindingen
→
Draadloos beheer
.
3. Druk op om de Bluetooth-functie te activeren.
4. Druk op de functietoets
Gereed
.
Verbinding maken
158
Bluetooth-profilelen instellen
U kunt de instellingen wijzigen voor elk Bluetooth profiel
dat beschikbaar is op uw telefoon.
Op het basisscherm drukt op de functietoets
Start
en
selecteert
Instellingen
→
Meer...
→
Verbindingen
→
Bluetooth
. De volgende opties zijn beschikbaar:
•
Headset
: verbinden en de verbinding verbreken met een
handsfree autokit of headset.
•
BPP
: verbinden met een Bluetooth printer. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Instellen als
standaardprinter
om te verbinden.
•
OBEX
: de instellingen voor een profiel wijzigen voor
verbinding met een Bluetooth-bestandsserver.
Bluetooth-verificatie
: bepaalt of het toestel u vraagt
verbinding toe te staan als andere telefoons proberen
verbinding te maken met de uwe.
Schrijven mogelijk
: bepaalt of andere telefoons naar
uw toestel mogen schrijven.
Map downloaden
: selecteer de download-map.
•
Mijn informatie
: Geef de naam voor uw telefoon in en
controleert de adresinformatie.
Verbinding maken
159
Zoeken naar en koppelen met een
Bluetooth-telefoon
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Verbindingen
→
Bluetooth
→
Algemeen
.
3. Om een nieuw toestel te zoeken selecteert u
Nieuw
app. toevoegen...
.
4. Wacht tot de telefoon Bluetooth-telefoons heeft
gevonden.
5. Selecteer een telefoon waarmee verbinding wilt maken.
6. Geef een Bluetooth-wachtwoord in en druk op de
functietoets
Volgende
. Dit wachtwoord wordt slechts
één keer gebruikt en u hoeft het niet te onthouden.
Als de eigenaar van de andere telefoon hetzelfde
wachtwoord invoert, is de koppeling voltooid.
Opmerking
: Sommige telefoons, vooral headsets van
hands-free autokits, hebben een vast
Bluetooth
wachtwoord
, bijvoorbeeld
0000
.
Als de andere telefoon zo’n wachtwoord heeft,
moet u de code invoeren.
7. Druk op de
functietoets
OK
, als de verbinding is gemaakt.
8. Geef een naam in voor het andere toestel en druk op de
functietoets
Volgende
.
9. Controleer de services die u wilt gebruiken en druk op
de functietoets
Gereed
.
Verbinding maken
160
De telefoonopties gebruiken
Als u op de functietoets
Menu
drukt vanaf de lijst met
apparaten, kunt u naar de volgende opties gaan:
•
Bewerken
: hiermee kunt u de naam of van de telefoon
waarmee u zich kunt verbinden, wijzigen.
•
Verwijderen
: hiermee kunt u het toestel verwijderen.
•
Bluetooth inschakelen/uitschakelen
: hiermee kunt u
de Bluetooth-functie uitschakelen/inschakelen.
•
Zichtbaarheid inschakelen/uitschakelen
: hiermee
kunnen andere telefoons uw toestel detecteren.
•
COM-poorten
: hiermee kunt u een COM-poort voor
verzenden of ontvangen van gegevens selecteren.
Gegevens met Bluetooth verzenden
1. Lokaliseer een item in een programma dat u wilt
verzenden, zoals Kalender, Contactpersonen, Taken, File
Manager of Inhoudbeheerder.
2.
Blader
naar het item dat u wilt verzenden.
U kunt slechts één item per poging verzenden.
3. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer een
Bluetooth-verzendoptie, afhankelijk van het programma
waar u naartoe bent gegaan.
4. Het toestel zoeken en ermee koppelen.
Het toestel zoekt naar telefoons binnen het bereik en
geeft een lijst met beschikbare telefoons weer.
Verbinding maken
161
Als er veel telefoons op de lijst staan, krijgt u mogelijk
geen toestemming naar meer telefoons te zoeken. Druk
op de functietoets
Menu
en selecteer
Wissen
om het
toestel van de lijst te verwijderen.
5. Selecteer een toestel waarnaar u gegevens wilt
beginnen te verzenden.
6. Druk op de
functietoets
OK
, als het verzenden is voltooid.
Via USB met een computer verbinden
U kunt selecteren hoe de toestel werkt, als het via de USB-
poort met een computer is verbonden.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Verbindingen
→
USB
.
3. Selecteer één van de volgende functies voor USB-
verbindingen:
•
Massaopslag
: het toestel wordt waargenomen als
een extern geheugenapparaat. U moet een
geheugenkaart in de telefoon steken.
•
ActiveSync
: het toestel communiceert met een
computer via ActiveSync.
4. Druk op de functietoets
Gereed
.
Internet Sharing
Als u Internet Sharing gebruikt, kunt u uw telefoon
instellen om als extern modem voor een ander toestel of
computer te worden gebruikt, als dit is aangesloten via de
USB-poort of Bluetooth.
Verbinding maken
162
Opmerking
:Als u een actieve GPRS-verbinding hebt,
bijvoorbeeld een WAP-verbinding, moet u eerst
de verbinding beëindigen, voordat u probeert
Internet-toegang te krijgen via Internet Sharing.
1. Voor een USB-verbinding, plugt u de PC-datakabel in het
toestel en de USB-poort in uw computer.
2. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
3. Selecteer
Mijn applicaties
→
Bureau-accessoires
→
Gedeeld Internet
.
4. Selecteer de PC-verbinding- en
netwerkverbindingstypen.
5. Druk op de functietoets
Verbinden
om Internet Sharing
te activeren.
6. Voor een Bluetooth PAN-verbinding zoekt u naar een
compatibele computer en verbindt u de telefoon met de
computer.
Opmerkingen
:
• Als Internet Sharing is geactiveerd kunt u ActiveSync
gebruiken.
• Als Windows Service Pack 2 wordt gebruikt, is de
Internetverbinding met Internet Sharing stabieler.
• Als u een Bluetooth PAN-verbinding gebruikt, moet de
telefoon of computer die met uw telefoon is verbonden het
PAN-profiel ondersteunen.
• Als u voor Gedeeld Internet een WAP-verbinding gebruikt,
dient u uw computer in te stellen met de proxyinstellingen
die uw provider heeft geleverd.
Verbinding maken
163
Met het Internet of uw netwerk
verbinden
U kunt de instellingen
Verbindingen
gebruiken om GPRS-,
proxy- en Virtual Private Network (VPN)-verbindingen te
maken zodat u verbinding kunt maken met het Internet of
uw bedrijfsnetwerk. Als u een dataverbinding gebruikt,
kunt u door het Internet browsen, e-mailberichten
downloaden, chatten met MSN
®
Messenger of extern
synchroniseren met een Exchange Server. Controleer via
uw serviceprovider of er al een dataverbinding is
geïnstalleerd voor u en of draadloze configuratie wordt
ondersteund.
Als u klaar bent met het gebruik van de 3G- en HSDPA-
verbinding dient u de gegevensverbinding te verbreken om
de batterij te sparen. u verbreekt de gegevensverbinding
als volgt: Druk op en selecteer
Draadloos beheer
in de
Snelle lijst. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Verbinding verbreken
.
Een GPRS-verbinding aanmaken
Als u zich abonneert op General Packet Radio Services
(GPRS) u kunt een GPRS-verbinding instellen om toegang
te krijgen tot uw bedrijfsnetwerk of het Internet.
U kunt uw telefoon ook gebruiken als een GPRS-modem
voor een pc.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Verbindingen
→
GPRS
.
Verbinding maken
164
3. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Toevoegen
.
4. Geef de vereiste informatie in.
•
Beschrijving
: voer een naam in voor de verbinding.
•
Maakt verbinding met
: selecteer een netwerktype
waarvoor de verbinding wordt gebruikt.
•
Toegangspunt
: voer de informatie in die u is
verschaft door uw systeembeheerder.
•
Gebruikersnaam
: voer uw gebruikersnaam in voor
het GPRS-netwerk.
•
Wachtwoord
: voer uw wachtwoord in.
•
Verificatietype
: selecteer een verificatietype.
•
Primaire DNS
: voer het primaire DNS-adres in.
•
Secondaire DNS
: voer het secondaire DNS-adres in.
•
IP-adres
: voer het Internet Protocol (IP) adres in.
Opmerking
: Als u niet zeker bent over de in te voeren
informatie, raadpleegt u uw
netwerkbeheerder.
5. Als u klaar bent, drukt u op de toets
Gereed
.
Een proxy-verbinding aanmaken
U kunt een proxy-verbinding gebruiken om toegang te
krijgen tot het Internet via een bestaande verbinding naar
uw bedrijfsnetwerk.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
Verbinding maken
165
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Verbindingen
→
Proxy
.
3. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Toevoegen
.
4. Geef de vereiste informatie in.
•
Beschrijving
: voer een naam in voor de verbinding.
•
Maakt verbinding vanaf
: selecteer het netwerktype
waarvan u verbinding wilt maken.
•
Maakt verbinding met
: selecteer het netwerktype
waarmee u verbinding wilt maken.
•
Proxy (naam:poort)
: voer de naam en het
poortnummer van de proxyserver in het formulier in.
•
Type
: selecteer een netwerktype waarvoor de proxy-
verbinding wordt gebruikt.
•
Gebruikersnaam
: voer uw gebruikersnaam in voor
het netwerk waarmee u verbinding wilt maken.
•
Wachtwoord
: voer uw wachtwoord in.
Opmerking
: Als u niet zeker bent over de in te voeren
informatie, vraagt u het aan uw
serviceprovider.
5. Als u klaar bent drukt u op de toets
Gereed
.
Een VPN-verbinding aanmaken
Als uw bedrijf een VPN heeft geïnstalleerd, kunt u een VPN-
verbinding maken om toegang te krijgen tot uw
bedrijfsnetwerk d.m.v. een Internetverbinding.
1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets
Start
.
Verbinding maken
166
2. Selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Verbindingen
→
VPN
.
3. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Toevoegen
.
4. Geef de vereiste informatie in.
•
Beschrijving
: voer een naam in voor de verbinding.
•
VPN-type
: selecteer het type VPN.
•
Server
: voer de VPN-servernaam in.
•
Maakt verbinding vanaf
: selecteer het netwerktype
waarvan u de verbinding maakt met VPN (meestal
Internet
).
•
Maakt verbinding met
: selecteer het netwerktype
waarmee u verbinding wilt maken (meestal
Werk
).
•
Gebruikersnaam
: voer uw gebruikersnaam voor de
VPN in.
•
Wachtwoord
: voer uw wachtwoord in.
•
Domein
: voer de domeinnaam in, als dit vereist is.
•
IPSec-verificatie
:
Als u
IPSec/L2TP
hebt
geselecteerd voor
VPN-type
, selecteert u het type
verificatie.
•
IPSec Vooraf gedeelde sleutel
: als u
Vooraf
gedeelde sleutel
voor
IPSec-verificatie
hebt
geselecteerd, geeft u de gedeelde sleutel in.
Opmerking
:Als u niet zeker bent over de in te voeren
informatie, vraagt u het aan uw
netwerkbeheerder.
5. Als u klaar bent, drukt u op de toets
Gereed
.
Verbinding maken
167
Dataverbindingen installeren
Na het aanmaken van verbindingsprofielen kunt u een
profiel aan elk netwerktype toewijzen.
1. Op het spelerscherm drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert
Geavanceerd
.
2. Selecteer een verbindingsprofiel in elk netwerk.
3. Druk op de functietoets
Gereed
.
Een URL-uitzondering toevoegen
Sommige URL-adressen voor webpagina’s op uw
bedrijfsintranet gebruiken mogelijk punten, bijvoorbeeld:
intranet.companyname.com. Om deze pagina’s in Internet
Explorer te bekijken, moet u een URL-uitzondering
aanmaken.
Opmerking
:U hoeft geen URL-uitzonderingen aan te maken
voor Internet URL-adressen.
Verbinding maken
168
1. Op het spelerscherm drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert
Geavanceerd
.
2. Druk op de functietoets
Menu
en selecteer
Bedrijfs-
URL-uitzondering
.
3. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Toevoegen
.
4. Geef het URL-patroon in en druk op de functietoets
Gereed
. Scheidt meerdere URL patronen met een
puntkomma.
De dataverbindingsopties wijzigen
Op het geavanceerde scherm drukt u op de functietoets
Menu
en selecteert
Opties
om naar de volgende opties te
gaan:
•
Kiespogingen
: selecteer de herkiespoging om u met het
Internet of uw netwerk te verbinden na een niet
geslaagde verbinding.
•
Mijn bureaublad is verb. met
: selecteer het
netwerktype waarmee uw pc verbinding maakt.
hoofdstuk
169
10
Problemen oplossen
Algemene problemen
Probleem Beschrijving & Oplossing
"De SIM-kaart
ontbreekt of is
ongeldig. U kunt
nog noodoproepen
maken, als uw
serviceprovider dit
ondersteunt."
verschijnt
Controleer of de SIM-kaart correct is
geplaatst.
"Geen
netwerkdekking,"
"Fout: verbinding
maken
onmogelijk. Geen
netwerkdekking."
of "Uw
tekstbericht kan
niet worden
verzonden."
verschijnt
• De netwerkverbinding is verbroken.
U bent mogelijk in een gebied met
zwak signaal (in een tunnel of in
een omgeving met hoge
gebouwen). Verplaats u en probeer
het nog een keer.
• U probeert een optie waarvoor u
geen abonnement hebt bij uw
serviceprovider. Neem contact op
met de serviceprovider voor meer
informatie.
De balken naast
verdwijnen
• Als u uw toestel net hebt aangezet,
wacht u ca. 2 minuten tot het het
netwerk heeft gevonden en een
signaal ontvangt van het netwerk.
• Als u in een tunnel of een lift bent, kan
de telefoon waarschijnlijk geen goed
signaal ontvangen. Ga naar een open
ruimte.
• Dit kan verschijnen als u van het ene
servicegebied in het andere komt. Het
is normaal.
Problemen oplossen
170
De weergave is
niet duidelijk
In direct zonlicht kunt u mogelijk het
scherm niet goed zien. Als u naar een
plaats gaat met minder licht kan dit
het probleem oplossen.
Er verschijnen
witte lijnen op het
scherm
Dit kan gebeuren als u de telefoon
aanzet nadat u hem lang niet hebt
gebruikt of nadat u de batterij hebt
verwijderd zonder het toestel af te
zetten. Dit houdt geen verband met
de levensduur van de telefoon. Het
scherm moet zichzelf snel corrigeren.
"PIN-code"
verschijnt
• U gebruikt uw toestel voor de eerste
keer. U moet de met de SIM-kaart
meegeleverde PIN-code invoeren.
• De PIN controlefunctie is geactiveerd.
Steeds wanneer u het toestel uitzet,
moet u de PIN invoeren. Als u deze
functie wilt uitschakelen, drukt u op
de
functietoets
Start
, selecteer
Instellingen
→
Meer...
→
Beveiliging
→
SIM-pincode
uitschakelen
en de PIN invoeren.
"PUK vereist"
verschijnt
De PIN-code is drie keer incorrect
ingevoerd en de SIM-kaart is nu
geblokkeerd. Geef de door uw
serviceprovider verleende PUK in.
Probleem Beschrijving & Oplossing
Problemen oplossen
171
Oproepproblemen
Ik ben
wachtwoord, PIN,
reset-wachtwoord
of PUK-codes
vergeten
Als u het wachtwoord van de telefoon
vergeet of kwijtraakt, neem dan contact
op met de leverancier. Als u een PIN- of
PUK-code bent vergeten of kwijtgeraakt
of als u zo’n code niet hebt ontvangen,
neem dan contact op met uw
netwerkprovider. Voor informatie over
wachtwoorden neemt u contact op met
uw toegangspuntprovider, bijvoorbeeld
een commerciële Internet Service
Provider (ISP), serviceprovider of
netwerkoperator.
Probleem Beschrijving & Oplossing
Ik heb een
nummer
ingevoerd, maar
het werd niet
gekozen
• Hebt u wel gedrukt ?
• Controleer of uw draadloze
verbinding met uw mobiele
serviceprovider aan staat en het
signaal van het netwerk niet is
gestoord.
• U hebt misschien een blokkering
voor uitgaande oproepen ingesteld.
Probleem Beschrijving & Oplossing
Problemen oplossen
172
De persoon die
mij probeert te
bellen kan mij niet
bereiken
• Zorg ervoor dat uw toestel aan staat
( langer dan één seconde
ingedrukt).
• Controleer of uw draadloze verbinding
met uw mobiele serviceprovider aan
staat en het signaal van het netwerk
niet is gestoord.
• U hebt misschien een blokkering voor
inkomende oproepen ingesteld.
De persoon die
mij probeert te
bellen kan me niet
horen spreken
• Hebt u het mondstuk aangezet?
• Let erop dat het toestel dicht genoeg
bij uw mond is. Het mondstuk bevindt
zich aan de onderkant van het toestel.
De
geluidskwaliteit
van de oproep is
slecht
• Pas het spraakvolume aan door op
of te drukken.
• Controleer de signaalsterkte-indicator
op het scherm ( ); het aantal balken
geeft de signaalsterkte aan, van sterk
tot zwak.
• Houd de telefoon in een iets andere
stand of ga dichter bij een raam staan,
als u zich in een gebouw bevindt.
De verbinding met
oproepen van of
naar de telefoon
wordt niet goed
gemaakt en snel
verbroken
• Signalen van het netwerk zijn zwak.
Verplaats u.
• Aanraken van de antenne bovenop het
toestel kan de oproepkwaliteit
verslechteren. Let op dat u de antenne
niet raakt als u het toestel gebruikt.
Probleem Beschrijving & Oplossing
Problemen oplossen
173
Problemen met de batterij
Probleem Beschrijving & Oplossing
Het toestel werkt
niet goed of
helemaal niet
Verwijder de batterij en vervang hem.
Zet het toestel aan. Als het probleem
blijft bestaan, neem dan contact op met
een Samsung servicecenter.
De standby-tijd
van de batterij is
korter dan
verwacht
• Batterijen slijten. De standby-tijd
wordt op den duur korter.
• Als u een volledig opgeladen batterij
langdurig op een koude of warme
plaats bewaart, kan dit de levensduur
van de batterij verkorten.
• De standby-tijd is afhankelijk van waar
u de telefoon gebruikt. De tijd kan
verschillen van de specificaties op de
batterij.
Is het goed als de
telefoon met het
stroomnet
verbonden blijft
nadat hij volledig
is opgeladen
Wij adviseren u het toestel uit de
adapter te halen of de adapter uit het
stopcontact te halen.
Het toestel wordt
warm
Dit kan voorkomen als u langdurig
telefoneert of programma’s gebruikt,
zoals
Games
, Internet, mediaspeler of
camera, omdat het toestel dan meer
stroom verbruikt. Stop met deze
programma’s te gebruiken tot het toestel
is afgekoeld.
Problemen oplossen
174
Problemen met programma’s
Het batterijniveau
lijkt voldoende,
maar het toestel
gaat niet aan
• Haal de batterij uit het toestel en
plaats hem opnieuw. Zet daarna het
toestel aan.
• Reinig de metalen contacten, zowel op
de batterij als op het toestel. Plaats de
batterij opnieuw en zet het toestel aan.
Het toestel gaat
uit als de adapter
is aangesloten
Stof op de contacten kan onverwachte
oplaadonderbrekingen veroorzaken.
Reinig de metalen contacten, zowel op
de batterij als op het toestel.
Probleem Beschrijving & Oplossing
"Niet genoeg
geheugen om de
handeling uit te
voeren. Verwijder
bepaalde
gegevens eerst."
of "Geheugen
bijna vol.
Verwijder
bepaalde
gegevens."
verschijnt
Om te bekijken welk soort gegevens u
hebt en hoeveel geheugen de
gegevensgroepen in beslag nemen drukt
u op de
functietoets
Start
en selecteert
Mijn applicaties
→
Bureau-
accessoires
→
Taakbeheer
. Druk op
de
functietoets
Menu
en selecteer
Geheugeninformatie
. Verwijder oude
items van programma’s. Zonodig maakt
u een reservekopie van uw gegevens
d.m.v. ActiveSync of de geheugenkaart.
Probleem Beschrijving & Oplossing
Problemen oplossen
175
Opera-browser
"Kan geen
netwerkverbindin-
ding krijen.
Controleer uw
verbindingsinstel-
lingen." verschijnt
Geef
juiste browser-instellingen in.
Neem contact op met uw serviceprovider
voor nadere aanwijzigen.
Internet Explorer
"Uw Internet-
verbinding is niet
juist
geconfigureerd.
Controleer uw
instellingen in
Verbindingen."
verschijnt
Geef
juiste browser-instellingen in.
Neem contact op met uw serviceprovider
voor nadere aanwijzigen.
Het toestel maakt
geen verbinding
met het Internet
• Controleer of u een Internet
serviceprovider hebt geïnstalleerd en
daarmee verbonden ben.
• Controleer of uw draadloze verbinding
met uw mobiele serviceprovider aan
staat en het signaal van het GPRS-
netwerk niet is gestoord.
• Controleer met uw serviceprovider of
uw gebruikersnaam en wachtwoord
correct zijn.
• Controleer met uw Internet service-
provider of het netwerk waarmee u
verbinding probeert te maken
beschikbaar is of probeer verbinding te
maken vanaf een andere PC.
Probleem Beschrijving & Oplossing
Problemen oplossen
176
Camera
Afbeeldingen
lijken vlekkerig
Controleer of het beschermvenster van
de cameralens schoon is.
Contactpersonen
Er wordt geen
nummer gekozen
als u een
contactkaart
terugbelt
• Controleer of er een nummer in de
contactkaart is opgeslagen.
• Sla zonodig het nummer opnieuw op.
Bluetooth
Ik kan een
Bluetooth-
verbinding niet
beëindigen
Als een ander toestel met uw toestel is
verbonden, kunt u de verbinding
verbreken door Bluetooth uit te
schakelen. Ga naar
Draadloos beheer
en deselecteer
Bluetooth
.
Ik kan het
Bluetooth-
geactiveerde
toestel van mijn
vriend niet vinden
• Verifieer of beide Bluetooth zijn
geactiveerd.
• Let erop dat de afstand tussen de twee
telefoons niet meer dan 10 meter is en
dat er zich geen muren of andere
hindernissen tussen de telefoons
bevinden.
• Let erop dat de andere telefoon in de
vindbare stand staat.
• Let erop dat de telefoons compatibel
zijn.
Probleem Beschrijving & Oplossing
Problemen oplossen
177
Ik kan de externe
Bluetooth-
stereoheadset
niet ontdekken
• Let erop dat de Bluetooth-functie op
het toestel aan staat.
• Let erop dat de externe Bluetooth-
stereoheadset in de vindbare stand
staat.
• Let erop dat de externe Bluetooth-
telefoon de mogelijkheid heeft als
stereoheadset te fungeren.
Ik kan geen
verbinding maken
met de externe
Bluetooth-
stereoheadset
Zorg ervoor dat de correcte
toegangscode op de telefoon is
ingevoerd tijdens de verbinding met de
headset. De meeste Bluetooth-headsets
hebben een vaste toegangscode die
vermeld moet staan in de
gebruiksaanwijzing. U moet de
toegangscode invoeren als u verbinding
maakt met de headset.
Ik kan niet naar
muziek luisteren
met de externe
Bluetooth-
stereoheadset
• Zorg ervoor dat u verbonden bent met
de Bluetooth-stereoheadset.
• Zorg ervoor dat de melodie die u
afspeelt één of de ondersteunde
formaten heeft.
• Controleer de batterijniveaus op de
Bluetooth-stereoheadset.
• Zorg ervoor dat toestel en headset
binnen elkaars bereik zijn. De
maximum afstand tussen de twee mag
niet meer zijn dan 10 meter.
Probleem Beschrijving & Oplossing
Problemen oplossen
178
Er zijn
onderbrekingen in
de afgespeelde
muziek op de
externe
Bluetooth-
stereoheadset
Er kunnen zich onderbrekingen voordoen
als de telefoon en de Bluetooth-
stereoheadset gescheiden worden door
muren.
Ik kan geen
oproep met de
Bluetooth-
stereoheadset
maken, als ik naar
muziek luister.
Een Bluetooth-verbinding beëindigen en
opnieuw verbinding maken met de
headset via het handsfree-profiel.
Oproephistorie
De oproephistorie
is leeg
U hebt mogelijk een filter geactiveerd en
er zijn geen
communicatiegebeurtenissen die aan de
filtercriteria voldoen. Als u alle
gebeurtenissen wilt bekijken, drukt u op
de
functietoets
Start
en selecteer
Oproepen
. Druk op de
functietoets
Menu
en selecteer
Filter
→
Geen filter
.
Berichten
Ik kan geen
contactkaart
selecteren als ik
een bericht schrijf.
Als de contactkaart geen
telefoonnummer of
e-mailadres
bevat,
kunt u deze niet selecteren. Voeg de
ontbrekende informatie toe aan de
contactkaart in Contactpersonen.
Probleem Beschrijving & Oplossing
Problemen oplossen
179
Als de aanwijzingen hierboven uw probleem niet kunnen
oplossen, noteer dan:
• het model en serienummer van uw toestel
• uw garantie-informatie
• een duidelijke beschrijving van het probleem
Neem daarna contact op met uw locale leverancier of
Samsung klantenservice.
PC-connectiviteit
Problemen treden
op als de telefoon
wordt verbonden
met een PC
Zorg ervoor dat ActiveSync is
geïnstalleerd en open staat op uw PC.
Zie de gebruiksaanwijzing voor
ActiveSync op de CD-ROM. Voor meer
informatie over ActiveSync, zie de
helpfunctie van ActiveSync of ga naar
www.microsoft.com.
Probleem Beschrijving & Oplossing
hoofdstuk
180
11
Reglementaire notities
SAR-certificatie-informatie
Deze telefoon voldoet aan de eisen van de Europese Unie
(EU) m.b.t. blootstelling aan radiogolven.
Uw mobiele telefoon verzendt en ontvangt radiosignalen.
Het toestel is zo ontworpen en gefabriceerd dat de limieten
voor blootstelling aan radiofrequentie-energie (RF), zoals
aanbevolen door de EU-raad, niet worden overschreden.
Deze limieten maken deel uit van de uitgebreide richtlijnen
en stellen toegestane niveaus van RF-energie vast voor de
bevolking. De richtlijnen zijn ontwikkeld door
onafhankelijke wetenschappelijke organisaties via
periodieke en grondige evaluatie van wetenschappelijke
studies. De limieten houden een substantiële
veiligheidsmarge in die is vastgesteld om de veiligheid van
iedereen te garanderen, ongeacht leeftijd en gezondheid.
De blootstellingstandaard voor mobiele telefoons gebruikt
de meeteenheid SAR (Specific Absorption Rate). De SAR-
limiet die wordt aanbevolen door de EU-raad is 2.0 W/Kg.
1
De hoogste SAR-waarde voor deze modeltelefoon was
0.383 W/Kg.
1. De SAR-limiet voor mobiele telefoons die in het algemeen worden gebruikt is
2.0 watts/kilogram (W/kg) gemiddeld voor tien gram lichaamsweefsel. De limiet
omvat een substantiële veiligheidsmarge om extra bescherming te geven aan het
publiek en rekening te houden met meetvariaties. De SAR-waarden kunnen
verschillen afhankelijk van nationale rapportage-eisen en de netwerkband.
Reglementaire notities
181
SAR tests worden uitgevoerd met standaardbedieningsposities
waarbij de telefoon uitzendt op het hoogste gecertificeerde
vermogensniveau in alle geteste frequentiebanden. Hoewel de
SAR is vastgesteld op het hoogste gecertificeerde
vermogensniveau, kan het werkelijke SAR-niveau van de
telefoon bij gebruik aanmerkelijk lager zijn dan de maximum
waarde. Dit komt omdat de telefoon zo is ontworpen dat deze
werkt op verschillende vermogensniveaus, zodat alleen het
vermogen gebruikt wordt dat nodig is om het netwerk te
bereiken. Over het algemeen geldt hoe dichter u bij een
basisstation bent, hoe geringer het geleverde vermogen is.
Voordat er een nieuw telefoonmodel op de markt komt,
dient bewijs te worden overlegd van conformiteit met de
Europese R&TTE-richtlijn. Deze richtlijn bevat één
essentiële eis, de bescherming van de gezondheid en
veiligheid van de gebruiker en van derden.
Notitie Europese Unie
Producten met CE-markering voldoen aan de R&TTE-
richtlijn (99/5/EC), de EMC-richtlijn (89/336/EEC) en de
Richtlijn "Laagspanning" (73/23/EEC) uitgegeven door de
Commissie van de Europese Gemeenschap.
Voldoen aan met deze richtlijnen houdt conformiteit in met
de volgende Europese Normen (tussen haakjes de
equivalente internationale standaards):
• EN 60950 (IEC 60950) - Safety of Information
Technology Equipment
• ETS 300 342-1 (June 1997) - Electromagnetic compatibility
and Radio spectrum Matters (ERM); ElectroMagnetic
Compatibility (EMC) for European digital cellular
telecommunications system (GSM 900 MHz, GSM 1800 MHz,
and GSM 1900 MHz); Part 1: Mobiele en draagbare radio en
hulpuitrusting
Reglementaire notities
182
•GSM11.10
• ANSI/IEEE C.95.1-1992- specifiek absorptietempo in
uitzendvoorwaarden van mobiele telefoons voor
lichamelijke gezondheid
• FCC deel15 en deel 24
• prENV50166-2, 1995 for SAR
• SAR: 0.383
W/kg
Belangrijk veiligheidsinformatie
Bewaar en volg alle productveiligheid en bedieningsinstructies
op. Neem alle waarschuwingsberichten op het product en in de
bedieningsinstructies in acht.
Om het risico van lichamelijk letsel, elektrische schokken,
brand, en/of schade aan de apparatuur te voorkomen dient
u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen:
Algemene voorzorgsmaatregels
Belangrijke informatie inzake service/onderhoud
:
pleeg nooit zelf onderhoud of reparaties aan de producten,
tenzij dit elders in de bedienings- of servicedocumentatie
aangegeven. Onderhoud aan onderdelen binnen deze
compartimenten moet worden uitgevoerd door erkend
onderhoudspersoneel van de provider.
Reparatie van schade
: trek de stekker van het apparaat
uit het stopcontact en laat de reparatie over aan een door
Samsung erkend servicecenter of de provider, als sprake is
van één van de volgende situaties:
• Er is vloeistof of een voorwerp in het apparaat terecht
gekomen.
Reglementaire notities
183
• Het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
• Het apparaat is gevallen of beschadigd.
• Er zijn zichtbare tekenen van oververhitting.
• Het apparaat werkt niet goed als u de
bedieningsinstructies opvolgt.
Warme zones vermijden
: het apparaat moeten niet in de
buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren,
warmteroosters, kachels of andere apparaten (incl.
versterkers) die hitte produceren, worden neergezet.
Natte zones vermijden
: gebruik het apparaat nooit op
een natte locatie.
Duw geen voorwerpen in het apparaat
: duw nooit
voorwerpen in gleuven of andere openingen in de apparaat.
Gleuven en andere openingen dienen voor de ventilatie.
Deze openingen moeten niet afgesloten of bedekt worden.
Bevestigingsaccessoires
: gebruik dit apparaat niet op
een onstabiele tafel, wagen, stand, driepoot of beugel. Bij
montage van het apparaat moet u de instructies van de
fabrikant opvolgen en een door de fabrikant aanbevolen
montagekit gebruiken.
Onstabiele ondergrond vermijden
: plaats het apparaat
niet op een onstabiele ondergrond.
Gebruik goedgekeurde onderdelen voor het
apparaat
: dit toestel moet altijd gebruikt worden samen
met PC’s en andere apparatuur die als geschikt voor
gebruik ermee zijn aangemerkt.
Het volume aanpassen
: zet het volume af voordat u een
koptelefoon of andere audio-apparaten gebruikt.
Reglementaire notities
184
Reinigen
: trek de stekker van het apparaat uit het
stopcontact voordat u het reinigt. Gebruik geen vloeibare
schoonmaakmiddelen of sprays. Gebruik een vochtige doek
voor het reinigen, maar gebruik NOOIT water om een LCD-
scherm te reinigen.
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
voor stroomvoorziening
Gebruik de juiste externe energiebron: het apparaat mag
alleen worden gevoed vanaf de energiebronnen die zijn
aangegeven op het elektrisch typeplaatje. Als u niet zeker weet
welke stroombron is vereist, neem dan contact op met uw
erkende serviceprovider of locale energiebedrijf. Voor een
apparaat dat op batterij-energie of een andere stroombron
werkt, raadpleegt u de bedieningsinstructies die bij het
apparaat is meegeleverd. Ga voorzichtig om met batterijen: dit
apparaat bevat een lithium polymeer batterij.
Er bestaat gevaar voor brand en brandwonden als de
batterij niet correct wordt behandeld. Probeer de
batterijdoos niet te openen of te repareren. Korte externe
contacten of circuits niet uit elkaar halen, plat drukken of
doorsteken, niet afvoeren in vuur of water of een
batterijdoos blootstellen aan temperaturen van meer dan
60° C.
Opmerking
:Er bestaat explosiegevaar als de batterij
incorrect is vervangen. Alleen vervangen door
aanbevolen batterijen. Voer gebruikte batterijen
af volgens de locale regels of referentiegids bij
uw apparaat.
Reglementaire notities
185
Verzorging en onderhoud
Uw telefoon is een apparaat van superieur ontwerp en
vakmanschap en dient met zorg behandeld te worden. De
suggesties hieronder helpen u te voldoen aan
garantieverplichtingen en jarenlang van dit apparaat te
genieten.
• Houd de telefoon en alle onderdelen ervan buiten het
bereik van kleine kinderen en huisdieren. Zij kunnen
deze spullen onopzettelijk beschadigen of kleine
onderdelen inslikken.
• Zorg dat de telefoon droog blijft. Neerslag, vocht en
vloeistoffen bevatten mineralen die elektronische circuits
kunnen aantasten.
• Gebruik de telefoon nooit met een natte hand. Als u dit
wel doet, kan dit een elektrische schok of schade aan de
telefoon veroorzaken.
• Berg de telefoon niet op in stoffige, vuile plaatsen, omdat
hierdoor de bewegende delen kunnen worden beschadigd.
• Berg de telefoon niet op warme plaatsen op. Hoge
temperaturen kunnen de levensduur van elektronische
apparaten verkorten, batterijen beschadigen en bepaalde
plasticsoorten krombuigen of smelten.
• Berg de telefoon niet op koude plaatsen op. Als de
telefoon warmer wordt dan de normale
bedieningstemperatuur, kan zich vocht vormen in de
telefoon, waardoor de elektronische printplaten van de
telefoon kunnen worden beschadigd.
• Laat de telefoon niet vallen en stoot of schud hem niet.
Ruwe behandeling kan breuk van interne printplaten
teweeg brengen.
Reglementaire notities
186
• Gebruik geen bijtende chemicaliën, oplosmiddelen of
sterke reinigingsmiddelen om de telefoon te reinigen.
Veeg af met een zachte doek.
• De telefoon niet verven. Verf kan de bewegende delen van
het toestel vastzetten en de goede werking verhinderen.
• Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparaten,
zoals magnetron, kachel of radiator. De telefoon kan
ontploffen als hij oververhit raakt.
• Als de telefoon of batterij nat wordt, wijzigt het label dat
waterschade in de telefoon aangeeft van kleur. In dit
geval vallen telefoonreparaties niet langer onder de
gewaarborgde garantie van de fabrikant, zelfs als de
garantie van uw telefoon niet is verlopen.
• Als uw telefoon een flitser of lamp heeft, gebruik deze
dan niet te dicht bij de ogen van mensen en dieren. Het
kan schade aan de ogen toebrengen.
• Gebruik alleen een meegeleverde of goedgekleurde
vervangende antenne. Niet goedgekeurde antennes of
gewijzigde accessoires brengen mogelijk schade toe aan
de telefoon en schenden regels voor radio-apparatuur.
• Als de telefoon, batterij, oplader of andere accessoire
niet goed werkt, breng deze dan bij het dichtstbijzijnde
servicecentrum. Het personeel zal u behulpzaam zijn en
zonodig, voor reparatie zorgen.
Reglementaire notities
187
Microsoft Licentieovereenkomst
voor eindgebruikers
• U hebt een telefoon ("TELEFOON") die software bevat
onder licentie van Samsung Electronics Co., Ltd. van een
bij Microsoft Corporation ("MS") aangesloten bedrijf.
Deze geïnstalleerde software onderdelen van MS, de
gekoppelde media, gedrukt en "online" materiaal of
elektronische documentatie ("SOFTWARE") zijn
beschermd door internationale intellectuele
eigendomswetten en -verdragen. De SOFTWARE wordt
gelicenceerd, niet verkocht. Alle rechten voorbehouden.
• ALS U NIET AKKOORD GAAT MET DEZE LICENTIE-
OVEREENKOMST VOOR EINDGEBRUIKERS ("EULA"),
GEBRUIK HET TOESTEL DAN NIET EN KOPIEER DE
SOFTWARE NIET. NEEM IN PLAATS DAARVAN METEEN
CONTACT OP MET SAMSUNG ELECTRONICS CO., LTD.
VOOR INSTRUCTIES OVER RETOURNEREN VAN DE
ONGEBRUIKTE TELEFOON(S) MET TERUGBETALING.
ELK
GEBRUIK VAN DE SOFTWARE, INCLUSIEF MAAR
NIET BEPERKT TOT DE TELEFOON, IS VERVAT IN
UW OVEREENKOMST VOOR DEZE EULA (OF
BEKRACHTIGING VAN EEN EERDERE
OVEREENKOMST).
• SOFTWARE bevat een reeds op de telefoon geïnstalleerde
software ("TELEFOONSOFTWARE") en MS-software op de
CD-ROM-disk ("Companion CD").
VERLENING VAN SOFTWARE-LICENTIE.
Deze EULA verleent u de volgende licentie:
TELEFOONSOFTWARE.
U mag de TELEFOONSOFTWARE
die op het toestel is geïnstalleerd, gebruiken.
Reglementaire notities
188
Companion CD.
een Companion CD wordt meegeleverd bij uw
TOESTEL, en u mag de Microsoft
®
ActiveSync
®
component op
één (1) of meer PC’s installeren en gebruiken om informatie uit
te wisselen met één (1) of meer computers die een
compatibele versie van het besturingssysteem Microsoft
®
Windows Mobile
TM
Versie 5.0 bevatten. Andere software-
component(en) op de Companion CD mag u alleen installeren
en gebruiken conform de voorwaarden van de afgedrukte of
online licentieovereenkomst(en) voor eindgebruikers die met
dergelijke component(en) worden meegeleverd. Als er geen
licentieovereenkomst voor eindgebruikers voor een of
meerdere component(en) van de Companion CD aanwezig is,
mag u slechts één (1) kopie van deze component(en) op de
TELEFOON of op één PC waarmee u de TELEFOON wilt
gebruiken installeren en gebruiken.
Telefoonfuncties.
Als de software van de TELEFOON
telefoonfuncties bevat, is mogelijk een deel of alle software van
de TELEFOON buiten werking als u GEEN serviceaccount hebt
bij een geschikte draadloze telecommunicatiebedrijf aan wie
Samsung Electronice Co., Ltd. zijn TELEFOONS ("Mobile
Operator") kan distribueren, of als de netwerkfaciliteiten van de
Mobile Operator niet werken of geconfigureerd zijn om met het
toestel te werken.
Microsoft® Outlook®.
Als Microsoft Outlook bij uw
TELEFOON is meegeleverd, gelden de volgende voorwaarden
voor uw gebruik van Microsoft Outlook: (i) ongeacht de
informatie in de paragraaf "Software-installatie en -gebruik"
van de online EULA mag u één (1) kopie van Microsoft Outlook
op één (1) PC installeren om te gebruiken, gegevens uit te
wisselen, gegevens te delen, toegang te hebben tot de telefoon
en hier mee interactie te hebben en (ii) de EULA voor Microsoft
Outlook is aangegaan tussen Samsung Electronics Co., Ltd. en
de eindgebruiker - niet tussen de PC-fabrikant en
eindgebruiker.
Reglementaire notities
189
BESCHRIJVING VAN ANDERE
RECHTEN EN BEPERKINGEN.
•
Spraak-/handschriftherkenning.
Als de software van de
TELEFOON spraak- en/of handschriftherkennings-
component(en) bevat, wordt hieronder verstaan dat spraak-
en handschriftherkenning inherente statistieke processen zijn
en dat er fouten kunnen optreden in de herkenning van uw
handschrift en de uiteindelijke conversie in tekst. Samsung
Electronics Co., Ltd. of zijn leveranciers kunnen niet
aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade
veroorzaakt door fouten in het spraak- en
handschriftherkenningsproces.
• BEPERKINGEN op reverse engineering,
decompilatie en disassemblering.
U mag geen
reverse enginering, decompilatie of disassemblering
toerpassen op de SOFTWARE, behalve en alleen in de
mate waarin een dergelijke activiteit uitdrukkelijk is
toegestaan door de toepasselijke wet niettegenstaande
deze beperking.
• Enkelvoudige EULA.
Het pakket van de TELEFOON kan
meerdere versies van deze EULA bevatten, zoals
meerdere vertalingen en/of meerdere mediaversies (bijv.
in gebruikersdocumentatie en software). Zelfs als u
meerdere versies van de EULA ontvangt, hebt u slechts
de licentie één (1) kopie van de software van de
TELEFOON te gebruiken.
Reglementaire notities
190
• OPMERKING M.B.T. DE VISUELE STANDAARD VAN
MPEG-4.
De TELEFOONSOFTWARE kan een visuele
decodeertechnologie voor MPEG-4 bevatten. MPEG LA,
L.L.C. vereist de volgende opmerking:
GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE IN EEN VORM DIE
OVEREENKOMT MET DE MPEG-4 VISUELE STANDAARD IS
VERBODEN, BEHALVE VOOR GEBRUIK DIRECT
VERBONDEN MET (A) INFORMATIEGEGEVENS (i)
GEGENEREERD DOOR EN VERKREGEN ZONDER KOSTEN
VAN EEN EINDGEBRUIKER DIE NIET BETROKKEN IS BIJ
EEN ZAKELIJKE ONDERNEMING, EN (ii) ALLEEN VOOR
PERSOONLIJK GEBRUIK; EN (B) ANDER GEBRUIK
WAARVOOR SPECIFIEK EN APART LICENTIE IS
VERLEEND DOOR MPEG LA, L.L.C.
Als u vragen hebt m.b.t. deze Mededeling, neem dan
contact op met MPEG LA, L.L.C., 250 Steele Street, Suite
300, Denver, Colorade 80206; telefoon 303 331.1880;
fax 303 331.1879
•
Geen huur /commerciële hosting.
U mag de
SOFTWARE niet aan andere verhuren, leasen of uitlenen
of commerciële hostdiensten verlenen aan anderen met
de SOFTWARE.
Reglementaire notities
191
•
SOFTWARE als component van de telefoon-
software-overdracht.
De TELEFOONSOFTWARE die in
ROM (alleen lezen) is geïnstalleerd op de TELEFOON kan
alleen worden gebruikt als deel van de telefoon. De
onderdelen ervan kunnen niet worden gescheiden voor
gebruik op meer dan één telefoon, tenzij uitdrukkelijk
vermeld in deze EULA. U kunt al uw rechten van deze
EULA alleen als deel van een verkoop of overdracht van
het toestel permanent overdragen, mits u geen kopieën
bewaart. U dient alle SOFTWARE (inclusief alle
onderdelen, mediamateriaal en afgedrukt materiaal,
upgrades, deze EULA en, indien van toepassing, de
Echtheidsverklaring(en)) over te dragen en de ontvanger
dient akkoord te gaan met de voorwaarden van deze
EULA. Als de SOFTWARE een upgrade is, moet de
overdracht alle voorgaande versies van de SOFTWARE
bevatten.
Als de TELEFOONSOFTWARE telefoonfuncties bevat, mag
u geen rechten onder deze EULA m.b.t. de
TELEFOONSOFTWARE van de Companion CD permanent
overdragen, tenzij dit is toegestaan door de
desbetreffende mobiele operator. In het geval dat de
mobiele operator een dergelijke overdracht toestaat,
mag u al uw rechten onder deze EULA alleen als deel van
een verkoop of overdracht van het toestel permanent
overdragen, mits u geen kopieën behoudt. U dient alle
SOFTWARE (inclusief alle onderdelen, mediamateriaal en
gedrukt materiaal, upgrades, deze EULA en, indien van
toepassing, de Echtheidsverklaring(en)) permanent
overdragen en de ontvanger akkoord gaat met de
voorwaarden van deze EULA. Als de SOFTWARE een
upgrade is, moet de overdracht alle voorgaande versies
van de SOFTWARE bevatten.
Reglementaire notities
192
•
Beëindiging.
Onverlet andere rechten kan Samsung
Electronics Co., Ltd. of MS deze EULA beëindigen als u
zich niet houdt aan de voorwaarden van deze EULA. In
dat geval dient u alle kopieën van de SOFTWARE en alle
onderdelen ervan te vernietigen.
•
Beveiligingsupdates/digitale rechtenbeheer.
Content providers gebruiken digital rights management
technologie ("DRM") die zich in uw TOESTEL bevindt om
de integriteit van hun inhoud ("Secure Content") te
beschermen zodat hun intellectueel eigendom, inclusief
copyright, in dergelijke inhoud niet wordt vervreemd.
Delen van de TELEFOONSOFTWARE en toepassingen van
derden, zoals mediaspelers, gebruiken DRM om Secure
Content ("DRM Software") af te spelen. Als de beveiliging
van de DRM-software in gevaar is gekomen, kunnen
eigenaren van Secure Content ("Secure Content
Owners") eisen dat MS het DRM-licentieservers en PC’s
niet langer toestaat nieuwe licenties af te geven die het
een des betreffende TELEFOON mogelijk maakt Secure
Content af te spelen. Deze handeling verandert niets aan
de mogelijkheid van DRM software onbeschermde inhoud
af te spelen.
Een lijst ingetrokken DRM-software wordt naar uw
TELEFOON verzonden als u een licentie voor Secure
Content vanaf het Internet of vanaf uw PC downloadt. U
gaat er daarom mee akkoord dat MS, samen met een
dergelijke licentie, ook lijsten van ingetrokken software
downloadt op uw TELEFOON namens eigenaren van
Secure Content. MS haalt geen persoonlijke
identificeerbare informatie, of enige andere informatie,
van uw TELEFOON op bij het downloaden van dergelijke
lijsten van ingetrokken software.
Reglementaire notities
193
•
Toestemming voor gebruik van gegevens.
U gaat ermee
akkoord dat MS, Microsoft Corporation,
dochterondernemingen en/of hun aangewezen agent
technische informatie die op enige wijze als deel van de
telefoonondersteuningsservices m.b.t. de SOFTWARE is
verzameld, gebruikt. MS, Microsoft Corporation,
dochterondernemingen en/of aangewezen agent kunnen
deze informatie alleen gebruiken om hun producten te
verbeteren of om persoonlijke services of technologieën aan
u te verlenen. MS, Microsoft Corporation,
dochterondernemingen en/of aangewezen agent kunnen
deze informatie aan anderen bekendmaken, maar niet in een
vorm waarbij persoonlijke gegevens van u vrijkomen.
•
Internet Gaming/Updatefuncties.
Als de
TELEFOONSOFTWARE Internet gaming of updatefuncties
aanbiedt, en u ervoor kiest ze te gebruiken, moet u
computersysteem, hardware, en software-informatie
gebruiken om de functies toe te passen. Door deze functies
te gebruiken, geeft u MS, Microsoft Corporation en/of hun
aangewezen agent uitdrukkelijk toestemming deze
informatie alleen te gebruiken om hun producten te
verbeteren of persoonlijke services of technologieën aan u te
leveren. MS of Microsoft Corporation kunnen deze informatie
openbaar maken aan anderen, maar niet in een vorm waarbij
persoonlijke gegevens van u vrijkomen.
•
Internet-gebaseerde serviceonderdelen.
De
TELEFOONSOFTWARE kan componenten bevatten die het
gebruik van bepaalde Internet-gebaseerde services mogelijk
maakt en faciliteert. Het is u bekend en u gaat ermee
akkoord dat MS, Microsoft Corporation, hun
dochterondernemingen en/of aangewezen agent
automatisch de versie van de TELEFOONSOFTWARE en/of de
componenten ervan die u gebruikt, kunnen controleren en
upgrades of supplementen van de TELEFOONSOFTWARE
kunnen leveren die automatisch op uw TELEFON kunnen
worden gedownload.
Reglementaire notities
194
•
Extra software/services
. De TELEFOONSOFTWARE
kan het Samsung Electronics Co., Ltd., MS, Microsoft
Corporation, hun dochterondernemingen en/of hun
aangewezen agent toestaan SOFTWARE-updates,
supplementen, add-on-componenten, of Internet-
gebaseerde servicecomponenten van de SOFTWARE te
leveren en aan u beschikbaar te stellen, na de datum
waarop u uw eerste kopie van de SOFTWARE
("Supplemental Components") verkrijgt.
• Als Samsung Electronics Co., Ltd. aanvullende
componenten aan u levert of beschikbaar stelt en geen
andere EULA-voorwaarden worden geleverd bij deze
aanvullende componenten, dan zijn de voorwaarden van
deze EULA van toepassing.
• Als MS, Microsoft Corporation, hun dochterondernemingen
en/of aangewezen agent aanvullende componenten
beschikbaar stelt en geen andere EULA-voorwaarden worden
gesteld, dan zijn de voorwaarden van deze EULA van
toepassing, met het verschil dat de MS, Microsoft
Corporation of dochteronderneming die de aanvullende
componenten levert de licentiegever van de aanvullende
componenten is.
• Samsung Electronics Co., Ltd., MS, Microsoft Corporation,
hun dochterondernemingen en/of aangewezen agent
behouden zich het recht voor enige Internet-gebaseerde
services die aan u worden verleend of beschikbaar
gesteld door het gebruik van de TELEFOONSOFTWARE te
onderbreken.
Reglementaire notities
195
•
Links naar sites van derden.
De TELEFOONSOFTWARE
kan u de mogelijkheid bieden u te linken met sites van
derden door het gebruik van de TELEFOONSOFTWARE.
De sites van derden vallen niet onder de controle van MS,
Microsoft Corporation, hun dochterondernemingen en/of
aangewezen agent. Noch MS, Microsoft Corporation, hun
dochterondernemingen of aangewezen agenten zijn
verantwoordelijk voor (i) de inhouden van sites van
derden, links in sites van derden of wijzigingen of
updates naar sites van derden of (ii) webcasting of enige
andere overdrachtsvorm ontvangen van een site van
derden. Als de TELEFOONSOFTWARE links biedt naar
sites van derden, worden deze links alleen aan u
aangeboden voor uw gemak, en de aanwezigheid van
een link betekent niet de goedkeuring van de site van
derden door MS, Microsoft Corporation, hun
dochterondernemingen en/of aangewezen agenten.
UPGRADES en HERSTELMEDIA.
•
TELEFOONSOFTWARE.
Als de TELEFOONSOFTWARE
door Samsung Electronics Co., Ltd. los van de TELEFOON
wordt geleverd op media, zoals een ROM-chip, CD ROM
disk(s) of via webdownload of andere middelen en
gelabeld is "Alleen voor upgradedoeleinden" mag u één
(1) kopie van dergelijke TELEFOONSOFTWARE op de
TELEFOON installeren als vervangende kopie voor de
bestaande TELEFOONSOFTWARE en deze gebruiken
conform deze EULA, inclusief extra EULA-voorwaarden
die meegeleverd worden met de upgrade van de
TELEFOONSOFTWARE.
Reglementaire notities
196
• CONPANION CD. Als enige softwarecomponent(en) door
Samsung Electronics Co., Ltd. Los van de telefoon
worden geleverd op CD ROM disk(s) of via webdownload
of andere middelen en gelabeld is "Alleen voor
upgradedoeleinden", mag u (i) één (1) kopie van
dergelijke component(en) installeren en gebruiken op de
computer(s) die u gebruikt om gegevens uit te wisselen
met de telefoon als een vervangende kopie voor de
bestaande Companion CD component(en).
•
HERSTELMEDIA.
Als SOFTWARE door Samsung
Electronics Co., Ltd. wordt geleverd op afzonderlijke
media gelabeld "Herstelmedia" mag u de herstelmedia
alleen gebruiken om de oorspronkelijk op uw TELEFOON
geïnstalleerde SOFTWARE te herstellen of opnieuw te
installeren.
Reglementaire notities
197
INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN.
Alle algemene en intellectuele eigendomsrechten met
betrekking tot de SOFTWARE (inclusief maar niet beperkt
tot afbeeldingen, foto’s, animaties, video, audio, muziek,
tekst en "applets," die zijn opgenomen in de SOFTWARE),
het bijgaande gedrukte materiaal en eventuele kopieën van
de SOFTWARE, zijn het eigendom van MS of zijn
leveranciers (inclusief Microsoft Corporation).
U heeft de
SOFTWARE niet gekocht, maar hierop uitsluitend een
gebruiksrecht ontvangen.
U mag de gedrukte
materialen bij de SOFTWARE niet kopiëren. Alle algemene
en intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de
inhoud waartoe u toegang kunt krijgen via het gebruik van
de SOFTWARE is eigendom van de betreffende eigenaar en
kan worden beschermd door toepasselijk copyright of
andere intellectuele eigendomswetten en -verdragen. Deze
EULA verleent u geen rechten deze inhoud te gebruiken.
Alle rechten die niet specifiek zijn verleend onder deze
EULA zijn voorbehouden door MS en zijn leveranciers
(inclusief Microsoft Corporation). Gebruik van online-
services waartoe u toegang kunt hebben via de SOFTWARE
kunnen onder de betreffende gebruiksvoorwaarden vallen
die betrekking hebben op dergelijke services. Als deze
SOFTWARE documentatie bevat die alleen in elektronische
vorm wordt gegeven, mag u één kopie van deze
elektronische documentatie afdrukken.
HANDELSMERKEN.
Deze EULA verleent u geen rechten
m.b.t. handelsmerken of servicemerken van Samsung
Electronics Co., Ltd., MS, Microsoft Corporation, hun
dochterondernemingen of leveranciers.
Reglementaire notities
198
EXPORTBEPERKINGEN.
Het is u bekend dat de
SOFTWARE onderworpen is aan de exportwetgeving van de
U.S. en de Europese Unie. U gaat ermee akkoord te
voldoen aan alle toepasselijke internationale en nationale
wetten die van toepassing zijn op de SOFTWARE, inclusief
de U.S.
Export Administration Regulations, zowel als eindgebruiker,
eindgebruiker en bestemmingsbeperkingen uitgegeven
door de U.S. en andere overheden. Voor extra informatie,
zie http://www.microsoft.com/exporting/.
PRODUCTONDERSTEUNING.
Productondersteuning voor
de SOFTWARE wordt niet geboden door MS, Microsoft
Corporation of hun dochterondernemingen. Voor
productondersteuning dient u het ondersteuningsnummer
van Samsung Electronics Co., Ltd. te bellen dat zich in de
documentatie bij de TELEFOON bevindt. Mocht u vragen
hebben omtrent deze EULA, of contact willen opnemen met
Samsung Electronics Co., Ltd. voor een andere reden, dan
verwijzen wij naar het adres dat in de documentatie voor
de TELEFOON staat.
BEPERKT GEBRUIK.
de SOFTWARE is niet ontworpen of
bedoeld voor gebruik of doorverkoop in gevaarlijke
omgevingen die faalveiligheid vereisen, zoals gebruik in
nucleaire voorzieningen, bij vliegtuignavigatie of
communicatiesystemen, luchtverkeerscontrole of andere
apparaten of systemen waarbij slecht functioneren van de
SOFTWARE kan leiden tot voorzienbaar risico, lichamelijk
letsel of dood van de gebruiker van het toestel of systeem
of aan derden.
Reglementaire notities
199
GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR BEPAALDE
SCHADES.
BEHALVE ALS DIT BIJ WET IS VASTGELEGD
ZIJN MS, MICROSOFT CORPORATION EN HUN
DOCHTERONDERNEMINGEN NIET AANSPRAKELIJK VOOR
ENIGE INDIRECT, SPECIALE, VOORTVLOEIENDE OF
INCIDENTELE SCHADE DIE HET GEVOLG IS OF
SAMENHANGT MET GEBRUIK OF PRESTATIE VAN DE
SOFTWARE. DEZE BEPERKING IS ZELFS VAN TOEPASSING
ALS VAN EEN HULPMIDDEL WORDT VASTGESTELD DAT
HET NIET HET BEOOGDE DOEL HEEFT BEREIKT.
IN GEEN
GEVAL IS MS AANSPRAKELIJK VOOR EEN BEDRAG
HOGER DAN TWEE HONDERD VIJFTIG U.S. DOLLARS
(U.S $250)
VOOR GELDENDE BEPERKTE GARANTIES (INDIEN
AANWEZIG) EN SPECIALE VOORZIENINGEN DIE
RELEVANT ZIJN VOOR UW SPECIFIEKE
RECHTSGEBIED, VERWIJZEN WIJ U NAAR UW
GARANTIEBOEKJE (INDIEN AANWEZIG) DAT IN
GEDRUKTE OF ELEKTRONISCHE VORM BIJ DE
SOFTWARE IS GELEVERD.
Reglementaire notities
200
DE SOFTWARE WORDT GELEVERD "ZOALS DEZE IS"
EN INCLUSIEF MOGELIJKE GEBREKEN. HET RISICO
INZAKE EEN BEVREDIGENDE KWALITEIT, JUISTE
WERKING EN PRESTATIES (INCLUSIEF HET
ONTBREKEN DAARVAN) LIGT VOLLEDIG BIJ DE
GEBRUIKER. ER GELDEN GEEN EXPLICIETE,
IMPLICIETE OF WETTELIJKE GARANTIES OF
VOORWAARDEN, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT
TOT VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL, ONTBREKEN VAN VIRUSSEN,
INBREUK OP RECHTEN VAN ANDEREN OF GARANTIE
INZAKE DE BESCHIKBAARHEID VAN DE SOFTWARE,
WELKE BIJ DEZE UITDRUKKELIJK WORDEN
UITGESLOTEN. MOCHT U VIA EEN GARANTIEBOEKJE
OF ANDERSZINS ENIGE GARANTIE INZAKE DIT
TOESTEL OF DE SOFTWARE HEBBEN ONTVANGEN,
DAN IS DEZE NIET AFKOMSTIG VAN MS, MICROSOFT
CORPORATION OF EEN HIERAAN VERBONDEN
BEDRIJF EN MS, MICROSOFT CORPORATION OF HET
HIERAAN VERBONDEN BEDRIJF ZIJN NIET HIERAAN
GEBONDEN.
Conformiteitsverklaring (R&TTE)
Voor het volgende toestel:
GSM900/GSM1800/GSM1900 met Bluetooth
Draagbare telefoon
(Product beschrijving)
SGH-i620V
(Modelnaam)
Gefabriceerd bij:
- Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1 Imsoo-Dong, Gumi City, Kyung Buk, Korea 730-350*
(fabrieksnaam, adres)
waaraan deze verklaring refereert voldoet aan de volgende standaards en/of andere normdocumenten.
Veiligheid: EN 60950-1:2001 +A11:2004
EMC : EN 301 489-01 v1.5.1 (11-2004)
EN 301 489-07 v1.2.1 (08-2002)
EN 301 489-17 v1.2.1 (08-2002)
EN 301 489-24 v1.2.1 (11-2002)
SAR : EN 50360:2001
EN 50361:2001
Netwerk : EN 301 511 v9.0.2 (03-2003)
EN 300 328 v1.6.1 (11-2004)
EN 301 908-1 v2.2.1 (10-2003)
EN 301 908-2 v2.2.1 (10-2003)
Wij verklaren hierbij dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat] bovenvermelde toestel conform is
met alle essentiële eisen of Richtlijn 1999/5/EC.
De conformiteitsbeoordelingprocedure waaraan verwezen in Artikel 10 en gedetailleerd in Aanhangsel [IV]
van Richtlijn 1999/5/EC is uitgevoerd in samenwerking met volgende aangemelde orgaan/organen:
BABT, Balfour House, Churchfield Road,
Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK
Identificatiekenmerk: 0168
De technische documentatie wordt bewaard bij:
Samsung Electronics QA Lab.
deze is op verzoek beschikbaar.
(Vertegenwoordiger in de EU)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK
2007.06.12
Yong-Sang Park / S. Manager
(plaats en datum van uitgave)(naam en handtekening van gemachtigd persoon)
* Dit is niet het adres van het Samsung servicecentrum. Voor adres of telefoonnummer van Samsung servicecentrum, zie de
garantiekaart of neem contact op met de leverancier bij wie u uw telefoon hebt gekocht.
* Afhankelijk van de geïnstalleerde software of uw serviceprovider of land, is het mogelijk
dat sommige beschrijvingen in deze handleiding niet precies met uw telefoon
overeenkomen.
* Afhankelijk van uw land, kunnen telefoon en accessoires er anders uitzien dan op de
illustraties in deze handleiding.
* Bluetooth QD ID: 012693
Dutch. 09/2007. Rev. 1.0

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing SGH-i620 Inhoud HOOFDSTUK 1 Aan de slag Wat zit er in de doos? . . . . . Uw telefoon leren kennen . . Installeren van de SIM-kaart Plaatsen van de batterij. . . . Opladen van uw toestel . . . . Uw toestel aan of uit zetten . HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 . 9 12 14 15 17 Gebruik van het basisscherm . . . . . . . . Startmenuscherm . . . . . . . . . . . . . . . . Tekst invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aanpassen van uw toestel . . . . . . . . . . Items zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De aanraaktoetsen blokkeren . . . . . . . . Een optionele geheugenkaart gebruiken Programma’s toevoegen en verwijderen Certificaten beheren . . . . . . . . . . . . . . Uw telefoon resetten . . . . . . . . . . . . . . Online helpinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 22 23 24 38 39 40 42 44 45 46 . . . . . . . . . . 48 49 49 51 52 Basisinformatie Synchronisatie ActiveSync installeren . . . . . . . . . . . . . Verbindingsinstellingen aanpassen . . . . Uw toestel met een computer verbinden Informatie synchroniseren . . . . . . . . . . Synchronisatie-instellingen aanpassen . 3 Inhoud HOOFDSTUK 4 Oproepfuncties De telefoonfuncties aan- en uitzetten . . Het belscherm gebruiken . . . . . . . . . . . Een oproep tot stand brengen . . . . . . . Geavanceerde oproepfuncties. . . . . . . . Een oproep beantwoorden of weigeren . Opties tijdens een oproep . . . . . . . . . . Oproep-gerelateerde functies . . . . . . . . De instellingen van uw telefoon wijzigen HOOFDSTUK 5 55 56 56 57 60 60 63 66 . . . . . . 73 89 93 93 94 98 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Organizer Contactpersonen. . Alarm . . . . . . . . . Afspraken . . . . . . Belangrijke datum Taken . . . . . . . . . Spraakmemo’s . . . Wereldklok. . . . . . HOOFDSTUK 7 . . . . . . . . Berichten, Internet en Messenger Berichten . . . . . . . . . . . . Opera Browser . . . . . . . . Internet Explorer . . . . . . Windows Live . . . . . . . . . Windows Live Messenger . RSS-lezer . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 6 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 108 109 113 114 116 117 Camera . . . . . . . . . . . Windows Media Player . Podcast . . . . . . . . . . . Adobe Flash Lite . . . . . Mijn items . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119 126 135 136 138 Multimedia 4 Inhoud HOOFDSTUK 8 Extra programma’s Entertainment . . . . . . Rekenmachine . . . . . . Omrekentoepassing . . Stopwatch . . . . . . . . . Documenten viewer . . File Manager . . . . . . . Taakbeheer . . . . . . . . SIM Manager . . . . . . . SIM Application Toolkit Google Maps . . . . . . . HOOFDSTUK 9 HOOFDSTUK 10 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143 144 145 146 147 148 150 151 152 152 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verzenden met Bluetooth . . . . . . . . . . . Via USB met een computer verbinden . . . Internet Sharing . . . . . . . . . . . . . . . . . . Met het Internet of uw netwerk verbinden 157 161 161 163 Verbinding maken Problemen oplossen Algemene problemen . . . . . . Oproepproblemen . . . . . . . . . Problemen met de batterij . . . Problemen met programma’s . HOOFDSTUK 11 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169 171 173 175 Reglementaire notities SAR-certificatie-informatie . . . . . . . . . . . 180 Notitie Europese Unie . . . . . . . . . . . . . . 181 Belangrijk veiligheidsinformatie . . . . . . . 182 Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen voor stroomvoorziening 184 Verzorging en onderhoud. . . . . . . . . . . . 185 Microsoft Licentieovereenkomst voor eindgebruikers 187 BESCHRIJVING VAN ANDERE RECHTEN EN BEPERKINGEN. 189 5 Belangrijke veiligheidsinformatie Lees deze voorschriften voordat u uw draadloze telefoon gebruikt. Wanneer u zich niet aan de voorschriften houdt, kan dit tot gevaarlijke en onrechtmatige situaties leiden. Verkeersveiligheid voor alles Gebruik uw telefoon niet tijdens het rijden, tenzij u een handsfree kit heeft. Zo niet dan moet u eerst parkeren. Zet de telefoon uit tijdens het tanken Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in de buurt van plaatsen waar andere brandstoffen of chemicaliën zijn opgeslagen. Zet de telefoon uit aan boord van vliegtuigen Draadloze telefoons kunnen storingen veroorzaken. Gebruik van deze telefoon in een vliegtuig is gevaarlijk en verboden. Zet de telefoon uit als u in de buurt van ziekenhuisapparatuur bent Ziekenhuizen en andere gezondheidszorginstellingen gebruiken apparatuur die gevoelig is voor bepaalde radiofrequenties. Volg de geldende regels op. Storingen Alle mobiele telefoons zijn gevoelig voor interferentie, wat de werking ervan kan beïnvloeden. Houd u aan de voorschriften Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele telefoons als die van toepassing zijn. Zet uw telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren. 6 Waterdichtheid Uw telefoon is niet waterdicht. Zorg dus dat hij droog blijft. Gebruik de telefoon op de juiste wijze Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (bij het oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de telefoon aan staat. Telefoneren in geval van nood Geef het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer) en druk op . Houd de telefoon buiten het bereik van kleine kinderen Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen. Accessoires en batterijen Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en accessoires, zoals headsets en PC-datakabels. Gebruik van andere accessoires kan schade aanrichten aan u en uw telefoon en kan gevaarlijke situaties opleveren. LET OP: • De telefoon kan ontploffen als de batterij vervangen wordt door een niet geschikt type. • Geef de batterijen af volgens de geldende richtlijnen. Bij hoog volume en langdurig luisteren kan de headset uw gehoor beschadigen. Deskundige technische service Alleen gekwalificeerd servicepersoneel mag uw telefoon installeren of repareren. Als u zich hier niet aan houdt kan dit uw garantie ongeldig maken. 7 Voor uitgebreidere veiligheidsinformatie zie "Belangrijk veiligheidsinformatie" op pagina 182. hoofdstuk 1 Aan de slag Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe smartphone! Dit hoofdstuk helpt u bij het instellen van uw telefoon, het vervangen van de batterijen en het vertrouwd maken met de verschillende onderdelen van uw telefoon. Wat zit er in de doos? Uw verpakking bevat de volgende onderdelen: • Telefoon • PC-datakabel • Batterij • Reisadapter • CD-ROM1 • Beknopte handleiding Daarnaast kunt u de volgende accessoires voor uw telefoon aanschaffen bij uw locale Samsung dealer: • Auto-oplader of -adapter • Standaardbatterij • Reisadapter • Headset recht model • PC-datakabel • Bluetooth USBdonglepakket • Bluetooth handsfree autokit • Oormicrofoon • Bluetooth mono & stereo headset Opmerking:De bij de telefoon meegeleverde onderdelen en de bij de Samsung-dealer verkrijgbare accessoires kunnen per land en per provider verschillen. 1. Deze bevat Microsoft ActiveSync software, Add-on software en programma’s. 8 Aan de slag Uw telefoon leren kennen Vooraanzicht De volgende illustraties laten de belangrijkste onderdelen zien van uw telefoon: Voorkant cameralens Luidspreker (oor) Display 4-weg navigatietoets Linker functietoets Rechter functietoets Terug/Wistoets microSD™-kaartslot Einde-toets Hometoets (kort indrukken)/Toets Taakbeheer (lang indrukken) Volumetoetsen Middelste toets Volledig ingebouwd toetsenbord Verzendtoets (kort indrukken)/ Luidsprekertoets (lang indrukken tijdens oproep) Microfoon 9 Aan de slag Achteraanzicht Achterkant cameralens Spiegel AAN/UIT knop (lang indrukken)/ Toetsblokkering (kort indrukken) Headset/Stroomadapter/ USB of datakabelaansluiting Batterijklepje Beknopte lijst (kort indrukken)/cameratoets (lang indrukken) Toetsen van uw telefoon Toets Beschrijving • Ingedrukt houden om de telefoon aan en uit te zetten. • Indrukken om de aanraaktoetsen te blokkeren. • Indrukken om over te schakelen naar het basisscherm van een programma. • Ingedrukt houden om Taakbeheer te openen. Indrukken om de opdracht uit te voeren die wordt weergegeven op het scherm direct boven de toets. 10 Aan de slag Toets Beschrijving • Indrukken om het huidige menu te sluiten en terug te keren naar het vorige menu of scherm. • Indrukken om tekens te verwijderen in een tekstinvoerveld. • Indrukken om door een lijst te bladeren. • Indrukken om de cursor te verplaatsen in een tekstinvoerveld. Indrukken om uw keuze of ingevoerde item te bevestigen. • Indrukken om het belscherm te openen. • Indrukken om zelf iemand te bellen of een oproep aan te nemen. • Ingedrukt houden om de functie luidspreker tijdens een oproep te activeren. • Indrukken om een oproep te beëindigen. • Indrukken om het huidige menu. ~ Indrukken om cijfers, tekens en symbolen in te geven. Indrukken om tekens te verwijderen. Indrukken om éénmalig tekens van de bovenste helft van de toetsen in een tekstinvoerveld te gebruiken. • Indrukken om uw keuze of ingevoerde item te bevestigen. • Indrukken om op een nieuwe regel te beginnen in een tekstinvoerveld. Indrukken om tussen kleine en grote letters te wisselen in een tekstinvoerveld. Indrukken om van de tekstinvoerstand naar de 123-stand en daarna terug naar de vorige stand te schakelen. 11 Aan de slag Toets Beschrijving Indrukken om de tekstinvoerstand te wijzigen. • Indrukken om een spatie tussen tekens in te voeren. • Ingedrukt houden om een internationaal toegangsnummer in te voegen. Ingedrukt houden om het Stil profiel van het basisscherm te activeren of uit te schakelen. Indrukken om het berichtenprogramma te openen. • Indrukken om het geluidsvolume bij te stellen. • Indrukken om de beltoon uit te schakelen als er een oproep binnen komt. Ingedrukt houden om een oproep te weigeren. • Indrukken om het scherm Beknopte lijst te openen. • Ingedrukt houden om een vastgesteld programma te openen. Installeren van de SIM-kaart Als u zich abonneert op een mobiel netwerk krijgt u een plug-in SIM-kaart met uw informatie over uw abonnement erop, zoals uw PIN, beschikbare optionele diensten en veel andere informatie. Voor 3G-diensten dient u een USIM (Universal Subscriber Identity Module) kaart aan te schaffen. • Alle miniatuur SIM-kaarten buiten het bereik van kinderen houden. • De SIM-kaart en de contacten erop kunnen gemakkelijk beschadigd raken door krassen of buigen, dus ga voorzichtig om met de kaart. • Let er bij het installeren van de SIM-kaart op dat de telefoon uit staat, voordat u de batterij verwijdert. 12 Aan de slag Plaatsen van de SIM-kaart 1. Verwijder het batterijklepje. 2. De SIM-kaart plaatsen en inschuiven zoals aangegeven, waarbij u erop let dat de goudkleurige contacten van de kaart naar onderen zijn gericht. Plaats daarna de batterij. Zie volgende pagina. Verwijderen van de SIM-kaart U verwijdert de SIM-kaart uit de houder zoals aangegeven. 13 Aan de slag Plaatsen van de batterij Uw telefoon wordt gevoed door een oplaadbare Li-ion batterij. De batterij plaatsen 1. Verwijder het batterijklepje zonodig. 2. Plaats de batterij in het batterijvak, zoals aangegeven. 3. Plaats het batterijklepje terug. 14 Aan de slag Verwijderen van de batterij 1. Houdt zonodig ingedrukt (aan de rechter bovenkant van de telefoon), totdat de afbeelding "stroom uit" verschijnt. 2. Verwijder batterijdeksel. 3. Haal de batterij uit de telefoon. Opladen van uw toestel Uw telefoon wordt gevoed door een oplaadbare Li-ion batterij. Gebruik de reisadapter om de batterij op te laden en gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en opladers. Gebruik van de verkeerde adapter kan uw telefoon beschadigen en de garantie ongeldig maken. Opmerking: U moet de batterij volledig opladen voordat u uw telefoon voor de eerste keer gebruikt. Een niet opgeladen batterij laadt in ca. 150 minuten helemaal op. U kunt de telefoon gebruiken als de batterij oplaadt, maar de batterij laadt dan minder snel op. 1. Steek de adapter in de opening aan de rechterkant van de telefoon. 15 Aan de slag Opmerking: De volgende afbeelding laat de correcte en incorrecte methode zien om de adapter aan te sluiten. Controleer voor een correcte aansluiting of de pijl op de adapter zichtbaar is en in de richting van de telefoon wijst. Als dit niet zo is wordt schade veroorzaakt aan de toegangspoort en dit maakt de garantie ongeldig. 2. Sluit de reisadapter aan op een normaal stopcontact. Als het opladen is afgelopen, trekt u de adapter uit het stopcontact. 3. Trek de reisadapter uit de telefoon. Opmerking:De batterij niet verwijderen tijdens het opladen. Dit kan slecht functioneren en beschadigen van de telefoon veroorzaken. 16 Aan de slag Waarschuwing batterij bijna leeg Als de batterij bijna leeg is en er slechts enkele spreekminuten overblijven, luidt er een waarschuwingstoon en verschijnt het bericht "Hoofdbatterij bijna leeg" met regelmatige tussenpozen op het scherm en verschijnt het batterij-pictogram ( ). De achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld om de overgebleven energie te bewaren. Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld. Uw toestel aan of uit zetten Houdt ingedrukt om uw toestel aan te zetten. Het toestel wordt aangemeld bij uw eigen netwerk en ontvangt het signaal van het netwerk. U kunt nu zelf bellen of oproepen beantwoorden en programma’s op het toestel gebruiken. Om het toestel uit te zetten, houdt u . ingedrukt. Opmerking:Uw toestel ondersteunt HSDPA (High-Speed Downlink Packet Access)-aansluitingen. In bepaalde landen kunnen inkomende en uitgaande gesprekken een beperking inhouden, totdat HSDPA-netwerken zijn opgewaardeerd. 17 hoofdstuk 2 Basisinformatie In dit hoofdstuk vindt u de basisinformatie voor het gebruik van uw toestel, zoals het invoeren van uw persoonlijke instellingen en het gebruik van online help. Gebruik van het basisscherm Als u uw toestel aanzet, verschijnt het basisscherm, het standby-scherm van het toestel. U kunt ook naar dit scherm gaan door vanaf een willekeurig programma op te drukken. Statusbalk Op de bovenste regel van het scherm staan pictogrammen in de statusbalk om de huidige status van uw toestel aan te geven. Hieronder enkele van de statuspictogrammen die u kunt zien: Pictogram Beschrijving Laat de sterkte van het signaal zien. U kunt ook de volgende servicestatus bekijken: • : u bevindt zich buiten uw servicegebied. • : de telefoonfuncties staan uit. Verschijnt als er een oproep wordt uitgevoerd. Verschijnt als er een dataoproep wordt uitgevoerd. Verschijnt als de huidige oproep in de wacht staat. Verschijnt als een GPRS-verbinding op het netwerk beschikbaar is. Als er een GPRSverbinding actief is, verschijnt . 18 Basisinformatie Pictogram Beschrijving Verschijnt als u buiten het bereik van uw servicegebied bent en aangemeld bij een ander GPRS-netwerk. Verschijnt als een 3G(UMTS)-verbinding op het netwerk beschikbaar is. Geeft de sterkte van uw batterij aan. Hoe meer balken u ziet, des te sterker zijn de batterijen opgeladen. Als de batterij bijna leeg is, verschijnt . Verschijnt als het beltype is ingesteld op Stil in het huidige profiel of als de beltoon is ingesteld op Geen in Geluiden. Zie voor meer informatie pagina 27. Verschijnt als het beltype is ingesteld op Trillen in het huidige profiel of als de beltoon is ingesteld op Trillen in Geluiden. Zie voor meer informatie pagina 27. Geeft aan dat u oproepen kunt uitvoeren met telefoonlijn 1 of 2 (netwerkdienst). Verschijnt als u buiten het bereik van uw servicegebied bent en aangemeld bij een ander netwerk. Verschijnt als Bluetooth actief is. Zie voor meer informatie pagina 157. Verschijnt als er een Bluetooth headset is aangesloten op het toestel. Verschijnt als er een fout optreedt tijdens synchronisatie. Verschijnt als er een tekst (SMS) of multimedia (MMS) bericht is ontvangen. 19 Basisinformatie Pictogram Beschrijving Verschijnt als er een instant bericht is ontvangen. Verschijnt als er een nieuw voicemailbericht is ontvangen. • : Een nieuw voicemailbericht van lijn 1. • : Een nieuw voicemailbericht van lijn 2. • : Een nieuw voicemailbericht van beide lijnen. Verschijnt als u een oproep hebt gemist. Verschijnt als u inkomende oproepen hebt ingesteld op doorschakelen naar een andere bestemming. Naar informatie vanaf het basisscherm Vanaf het basisscherm kunt u naar: • servicestatus en huidige tijd en datum controleren • gemiste of ongelezen berichten bekijken • komende afspraken bekijken • muziekbestanden afspelen Naar informatie vanaf het basisscherm: 1. Vanaf het basis scherm, bladert u naar het item dat u zoekt door op de navigatietoetsen te drukken en daarna op . 20 Basisinformatie 2. Naar items in het geselecteerde programma door op de navigatietoetsen te drukken of het duimwiel te verschuiven. Zie voor meer informatie over deze items de desbetreffende instructies voor iedere taak in deze handleiding. 3. Druk op of basisscherm. om terug te keren naar het Aanpassen van het basisscherm U kunt het basisscherm aanpassen volgens uw persoonlijke voorkeuren. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Display → Beginscherm. 3. Druk op de navigatietoets omhoog of omlaag om naar een optie te gaan en druk op de navigatietoets naar links of naar rechts om de instelling te wijzigen. De volgende opties zijn beschikbaar: • Indeling beginscherm: selecteer de te gebruiken lay-out voor het basisscherm. Opmerking: De vormgeving Samsung Living World is handig om de ingestelde tijd, signaalsterkte en land te weten door het grafische scherm. • Kleurenschema: selecteer het te gebruiken kleurschema voor het basisscherm. • Achtergrondafbeelding: selecteer een afbeelding om als achtergrond te gebruiken voor het basisscherm. 21 Basisinformatie • Time-out: geef de tijdsduur aan waarna het scherm weer terugkeert naar het basisscherm als het niet wordt gebruikt. 4. Als u klaar bent drukt u op de toets Gereed. Startmenuscherm Via het basismenu heeft u toegang tot alle programma’s van uw toestel. In het basisscherm drukt u op Start om het Startmenuscherm te openen. U kunt het soort basismenu wijzigen. Druk op de functietoets Start en selecteer Instellingen → Display → Menustijl starten. Selecteer daarna de door u gewenste optie. Programma’s of mappen openen Blader naar een programma of map door op de navigatietoetsen te drukken of het duimwiel te verschuiven, en druk op om het te openen. Tussen programma’s wisselen Uw telefoon kan meerdere taken tegelijk uitvoeren. U kunt tegelijkertijd meerdere programma’s gebruiken en overschakelen van één programma naar het andere. Vanaf elk programma kunt u op of drukken om naar het basisscherm te gaan. 22 Basisinformatie Opmerking:Uw toestel ondersteunt meervoudige PDP zodat u meerdere dataverbindingen tegelijkertijd kunt activeren. U kunt bijvoorbeeld de MMS-service gebruiken als u op het Internet browst. Als een netwerk echter geen meervoudige PDP ondersteunt, moet u de huidige dataverbinding beëindigen om een nieuwe dataverbinding te maken. Programma’s sluiten Met Taakbeheer kunt u programma’s sluiten die nu geopend zijn. 1. Houd op het basisscherm ingedrukt. 2. Blader naar een programma, druk op de functietoets Stoppen. Om alle gebruikte programma’s te sluiten drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Alles stoppen. Tekst invoeren Uw toestel is uitgevoerd met een volledig toetsenbord ter ondersteuning van gemakkelijke en snelle tekstinvoer. U kunt tekst invoeren zoals met het toetsenbord van een computer. Op de onderste helft van de toetsen staan letters, op de bovenste helft cijfers en tekens. Druk op de toets waarop het door u gewenste karakter staat. Als u wilt wisselen van hoofdletters naar kleine letters drukt u op . U kunt de cursor verplaatsen door op de navigatietoetsen te drukken. Om een karakter te verwijderen drukt u op . 23 Basisinformatie Daarnaast kunt u de volgende functietoetsen gebruiken: • : verwijdert tekens • : begint een nieuwe regel. • : wijzigt de tekstinvoerstand van de modus Grote letters naar de modus Kleine letters. • : schakelt om naar de 123-modus. • : hiermee kunt u tekstinvoerstand wijzigen. U kunt omschakelen tussen ABC en T9 om woorden te vormen door op de toetsen te drukken. 123-modus en symboolmodus zijn ook beschikbaar voor het invoeren van nummers en symbolen. Met de optie Talen kunt u de taal voor de T9-modus wijzigen. • : houd ingedrukt om naar de symboolmodus te gaan.(Indrukken om de symboolmodus te gaan.) Aanpassen van uw toestel U kunt uw toestelinstellingen aanpassen aan uw manier van werken. Regionale instellingen U kunt nummer, valuta en tijd en datum aanpassen voor de desbetreffende landen. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Meer... → Landinstellingen. 3. Selecteer de optie die u in elk veld wilt hebben. 4. Als u klaar bent drukt u op de toets Gereed. 24 Basisinformatie 5. Als u de optie Taal of Landinstellingen optie wijzigt, drukt u op de functietoets OK. Daarna moet u het toestel uitzetten en dan weer aan, zodat de wijzigingen worden doorgevoerd. Tijd- en datuminstellingen Met de Datum en Tijd instelling kunt u datum, tijd en tijdzone configureren. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Datum en tijd. 3. Selecteer uw tijdzone en stel de huidige datum en tijd in. 4. Selecteer zonodig een modus om de huidige tijd en datum te updaten in het veld Tijdzone bijwerken: Alleen handmatig: u kunt tijd en datum handmatig instellen. Eerst vragen: het toestel vraagt u of u de tijdinformatie wilt updaten. Opmerking: Als u het toestel instelt op automatisch tijdinformatie updaten, kan de tijdzone van uw toestel verschillen van de tijdzone waarin u zich bevindt. Automatisch: uw toestel ontvangt tijdinformatie van het netwerk en update automatisch de huidige tijd. Deze functie is alleen beschikbaar als hij wordt ondersteund door uw netwerk. 5. Als u klaar bent drukt u op de toets Gereed. Opmerking:u kunt tijd- en datumformaat wijzigen voor weergave in Landinstellingen. 25 Basisinformatie Energie-instellingen U kunt ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt door de time-out instellingen voor het scherm en het achtergrondlicht van toetsenbord en scherm aan te passen of de helderheid van het scherm bij te stellen. 1. Op het basisscherm drukt u op de toets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Energiebeheer. 3. Selecteer de energie-instellingen: • Batterij: u kunt de batterijsterkte controleren. • Time-out voor verlichting: u kunt de tijdsduur instellen dat de achtergrondverlichting van het scherm blijft branden, als u het toestel niet meer gebruikt. • Time-out voor display: hier selecteert u de tijd die het scherm blijft branden. Tijdens stand-by gaat het toestel na een vastgestelde tijdsduur in de slaapstand, zodat heel weinig energie wordt gebruikt. • Helderheid van display: u kunt de helderheid van het scherm aanpassen. • Time-out voor toetsverlichting: u kunt de tijdsduur instellen dat de achtergrondverlichting van het toetsenbord aanblijft als u het toestel niet meer gebruikt. • Toetsverlichting aan: kies uit Altijd of Aangepast. Als u Aangepast hebt gekozen, geeft u de starttijd en eindtijd in voor de verlichting van het toetsenbord. 4. Als u klaar bent drukt u op de toets Gereed. 26 Basisinformatie Toegangsinstellingen U kunt de opties configureren om de toegankelijkheid van uw toestelfuncties te verbeteren. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Meer... → Toegankelijkheid. 3. Selecteer de opties. • Lettertype van systeem: u kunt het formaat van het lettertype op uw scherm instellen. • Time-out bij bevestiging: u kunt de tijdsduur voor een onbevestigde handeling afloopt, instellen. • Volume inkomende oproep: u kunt het volume van de alarmtoon instellen die afgaat voor als u in een oproep zit. 4. Als u klaar bent drukt u op de toets Gereed. Geluidsinstellingen U kunt de geluidsinstellingen voor diverse gebeurtenissen op het toestel instellen. Instelling geluiden en Meldingen Uw toestel herinnert u op diverse manieren als u iets moet doen, een bericht ontvangt of op de toetsen drukt. Als u bijvoorbeeld een afspraak hebt ingesteld, wordt u hiervan op één van de volgende manieren op de hoogte gesteld: • Een door u te kiezen geluid gaat af. • Uw toestel gaat trillen. U kunt de geluiden wijzigen door types of geluiden voor iedere gebeurtenis te kiezen. 27 Basisinformatie Een beltoon voor inkomende oproepen kiezen: 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Geluiden → Beltoon. 3. Selecteer de beltoon die u wilt horen. 4. Druk op de functietoets Gereed. Een berichtmelding kiezen: 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Geluiden → Melding. 3. Selecteer een melding voor elk berichttype. 4. Druk op de functietoets Gereed. Herinneringstypes en geluiden kiezen: 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Geluiden → Systeemgeluid. 3. Selecteer de gebeurtenis waarvoor u een geluid wilt vaststellen. 4. Selecteer herinneringstype of beltoon 5. Als u klaar bent drukt u op de toets Gereed. Een toetsenbordtoon kiezen: 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Geluiden → Toetstoon. 3. Selecteer een toetsenbordtoon. 4. Druk op de functietoets Gereed. 28 Basisinformatie Opmerkingen: • U kunt verbinding maken met het Internet en de beltonen downloaden van de formaten .wav of .mid. • Als u een .mp3 of .wma bestand als beltoon wilt gebruiken, moet deze worden opgeslagen in een map Geheugen of Geheugenkaarten. Het geluidsprofiel veranderen Door gebruik te maken van Profielen kunt u de tonen van de telefoon aan verschillende gebeurtenissen of omgevingen aanpassen en daarna de instelling als groep toepassen. De huidige geselecteerde profielen verschijnen op het basisscherm. De profielen wijzigen: 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Profielen. De lijst met profielen gaat open. 3. Selecteer het gewenste profiel. Opmerkingen: • U kunt het profiel snel wijzigen. Druk op en selecteer het gewenste profiel van de Beknopte Lijst. • van het basisscherm ingedrukt houden om snel het Stil profiel te activeren of uit te schakelen. Profielen aanpassen: 1. Op het scherm Profielen bladert u naar het gewenste profiel. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Bewerken. 29 Basisinformatie 3. Wijzig de instellingen in elk veld. Beschikbare opties kunnen verschillen afhankelijk van het geselecteerde profiel. 4. Als u klaar bent drukt u op de toets Gereed. Opmerking:Als u alle profielen wil wijzigen in de fabrieksinstelling, drukt u op de functietoets Menu van de profiellijst en selecteert u Standaardwaarden. Instelling Informatie eigenaar Informatie eigenaar identificeert de eigenaar of gebruiker van het toestel. Geef uw contactinformatie in voor het geval u het toestel verliest. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Meer... → Info over eigenaar. 3. Elk invoerveld invullen. 4. Als u klaar bent drukt u op de toets Gereed. 30 Basisinformatie Instelling Fout rapporteren Uw toestel beschikt over de functie Foutenrapportage die u informeert over fouten in een programma die het systeem van het toestel kunnen laten vastlopen. U kunt deze functie activeren of uitschakelen. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Meer... → Meer... → Foutrapportage. 3. Selecteer Inschakelen of Uitschakelen en druk op de functietoets Gereed. Beveiligingsinstellingen Met de opties in Beveiliging kunt u uw toestel en SIM-kaart beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik. Het toestel blokkeren U kunt uw telefoon blokkeren met de functie Telefoonblokkering. Zodra de functie is geactiveerd, wordt uw toestel automatisch geblokkeerd na de vastgestelde periode van inactiviteit. Opmerking:Als het toestel is geblokkeerd, kunt u wel oproepen ontvangen. 31 Basisinformatie Het toestel blokkeren: 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Beveiliging → Apparaatblokkering. 3. Selecteer Bericht indien apparaat niet gebruikt gedurende niet is gebruikt en selecteer een tijdsduur waarna het toestel blokkeert als het niet gebruikt wordt. 4. Blader naar het veld Type wachtwoord en selecteer een wachtwoordtype. • Eenvoudige pincode: gebruik een numeriek wachtwoord. Een wachtwoord moet uit meer dan 4 tekens bestaan. • Sterk alfanumeriek: gebruik een alfanumeriek wachtwoord. Een wachtwoord moet uit meer dan 7 tekens bestaan en minimaal uit 3 grote en kleine letters, cijfers of interpunctietekens. 32 Basisinformatie 5. Geef een wachtwoord in in het veld Wachtwoord. 6. Geef hetzelfde wachtwoord ter bevestiging opnieuw in in het veld Bevestig wachtwoord. 7. Druk op de functietoets Gereed. 8. Druk op de functietoets Ja. Het toestel deblokkeren: 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Ontgrendelen. 2. Geef het wachtwoord in en druk op de functietoets Ontgrendelen. 33 Basisinformatie De SIM PIN activeren Als de SIM PIN is geactiveerd, moet u telkens wanneer u uw toestel aanzet uw PIN ingeven. Zo kan iemand die uw PIN niet kent uw toestel niet zonder uw toestemming gebruiken. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Beveiliging → SIM-pincode inschakelen. 3. Geef de PIN in en druk op de functietoets Gereed. De SIM-kaart blokkeren Als SIM blokkering is geactiveerd werkt uw telefoon alleen met de huidige SIM-kaart. Als u een andere SIM-kaart gebruikt, moet u het wachtwoord voor de SIM-blokkering invoeren. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Beveiliging → SIM-blokkering inschakelen. 3. Geef het wachtwoord voor uw SIM-kaart in en druk op de functietoets Gereed. 4. Geef het wachtwoord ter bevestiging in en druk op de functietoets Gereed. 34 Basisinformatie PIN2 wijzigen Een PIN2 wordt gebruikt voor bepaalde functies die door de SIM-kaart worden ondersteund. U kunt de PIN2 die met uw SIM-kaart wordt meegeleverd wijzigen. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Beveiliging → Pincode 2 wijzigen. 3. Geef de huidige PIN2 in het Oude pincode veld in, daarna een nieuwe PIN in het Nieuwe pincode veld, en geef de nieuwe PIN nogmaals in het veld Bevestig de nieuwe pincode in. 4. Druk op de functietoets Gereed. Het wachtwoord voor het blokkeren van oproepen wijzigen U kunt het standaard wachtwoord voor oproepblokkering, dat u van uw provider hebt gekregen, wijzigen. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Beveiliging → Blokkeerwachtwoord wijzigen. 3. Geef het oude wachtwoord in en daarna een nieuw wachtwoord en geef het nieuwe nogmaals in ter bevestiging. 4. Druk op de functietoets Gereed. 35 Basisinformatie Codering Bij mobiele codering wordt voor codering en decodering gebruikgemaakt van een symmetrischesleutelalgoritme. Dit houdt in dat voor beide processen een en dezelfde sleutel wordt gebruikt. De sleutel wordt gemaakt op het moment dat er een harde reset op het apparaat wordt uitgevoerd en is alleen beschikbaar voor de toepassing die in voorkeursmodus wordt uitgevoerd. Mocht de sleutel beschadigd raken of verloren gaan (bij een harde reset van het apparaat), dan kunnen geen van de bestanden meer worden gedecodeerd en bent u uw gevoelige informatie kwijt. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Beveiliging → Codering. Instelling zijtoets U kunt de functie die is toegewezen aan de toets op de zijkant, , desgewenst wijzigen. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Toetsinstellingen → Instellingen voor zijtoetsen. 3. Selecteer de gewenste functie. 4. Druk op de functietoets Gereed. 36 Basisinformatie Menu sneltoets-instellingen Als u de stijl van het startmenu hebt ingesteld op Lijst, dan kunnen de cijfertoetsen worden gebruikt als sneltoetsen om direct naar specifieke programma’s te gaan die in het startmenu voorkomen. Opmerking:U kunt in Contactpersonen ook telefoonnummers, e-mailadressen of webpagina’s als snelkiesnummers aan cijfertoetsen toewijzen. Voor details over instelling van de snelkieslijst, zie pagina 63. Een snelkoppeling aan een toets toewijzen 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Blader naar het programma dat u aan een toets wilt toewijzen. 3. Druk op de functietoets Menu en selecteer Snelkeuzenummer toev.. 4. Zonodig geeft u de naam van uw keuze in het veld Naam in. 5. Selecteer een locatie in het veld Toewijz. toetsenblok en druk op de functietoets Gereed. Naar een menu gaan via de sneltoets Gebruik op het basisscherm één van de volgende manieren: • Voor een 1-cijferige sneltoets houdt u de cijfertoets ingedrukt. • Voor 2-cijferige sneltoetsen drukt u de eerste cijfertoets in en daarna de laatste toets die u ingedrukt houdt. 37 Basisinformatie Items zoeken Uw toestel beschikt over een zoekprogramma, Smart Search, waarmee u gemakkelijk gegevens- of mediabestanden in uw toestel kunt zoeken en naar deze bestanden kunt gaan. Een item zoeken 1. In het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Mijn applicaties → Bureau-accessoires → Smart Search. 3. Geef de eerste paar letters van een itemnaam in in het veld Zoeken en selecteer een itemtype in het veld Type. 4. Selecteer Ident. hoofd-/kleine letters en/of Hele woorden zodat het toestel de overeenkomende items sneller kan zoeken. 5. Druk op de functietoets Ga naar. Het toestel zoekt de bestandsdirectory’s of programma’s en zet alle overeenkomende bestanden in een lijst. 6. Blader naar het gewenste item en druk op de functietoets Openen. De zoekopties instellen U kunt de zoekopties wijzigen voor ieder itemtype om het toestel meer specifieke informatie te geven en de zoekitems te vernauwen. 1. Vanaf het scherm Smart Search drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Opties. 38 Basisinformatie 2. Selecteer het gewenste itemtype en stel iedere optie in. • Contactpersoon: selecteer de soorten contactinformatie die u in uw zoekopdracht wilt opnemen. • Afspraak: selecteer of u notities wilt opnemen of een datum wilt instellen zodat het toestel afspraken gaat opzoeken. • Taak: selecteer of u notities in uw zoekopdracht wilt opnemen. • SMS/MMS: selecteer de soorten berichtinformatie die u wilt opnemen in uw zoekopdracht of stel een datum in zodat het toestel tekstberichten kan opzoeken. • E-mail: selecteer de soorten e-mailinformatie die u wilt opnemen in uw zoekopdracht of stel een datum in zodat het toestel e-mailberichten kan opzoeken. • Tel. Oproep: selecteer de soorten oproepen die u in uw zoekopdracht wilt opnemen. • Bestandsnaam: selecteer de opslaglocaties die u in uw zoekopdracht wilt opnemen. 3. Als u klaar bent, drukt u op de toets Gereed. De aanraaktoetsen blokkeren U kunt de aanraaktoetsen van het toestel blokkeren om te voorkomen dat u per ongeluk op een toets drukt, waardoor een programma wordt gestart of het toestel wordt aan- of uitgezet. • Om het toetsenbord te blokkeren drukt u op . • Om de aanraaktoetsen te deblokkeren drukt u op een willekeurige toets behalve op de aanraaktoetsen, drukt u op . 39 Basisinformatie Een optionele geheugenkaart gebruiken Uw toestel heeft een uitbreidingsslot dat compatibel is met microSD geheugenkaarten, die vooral worden gebruikt om een back-up van bestanden en gegevens te maken of deze te verplaatsen. Opmerking:Gebruik alleen compatibele geheugenkaarten bij uw telefoon. Het gebruik van niet-compatibele geheugenkaarten, zoals Secure Digital (SD) kaarten, kan de kaart en ook het toestel en gegevens die op de kaart zijn opgeslagen beschadigen. Plaatsen van de geheugenkaart Duw de geheugenkaart in de slot met de labelzijde naar beneden totdat deze vastklikt. De kaart zit goed als hij niet uit het toestel steekt. 40 Basisinformatie Verwijderen van de geheugenkaart Duw de geheugenkaart in zodat hij loskomt. Trek de kaart daarna uit het toestel. Formatteren van de geheugenkaart 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Meer... → Geheugeninformatie. 3. Druk op de functietoets Menu en selecteer Geheugenkaart formatteren. 4. Druk op de functietoets Ja om het formatteren te bevestigen. 41 Basisinformatie Programma’s toevoegen en verwijderen U kunt ieder programma dat voor uw toestel is gemaakt installeren, zolang het toestel voldoende geheugen heeft. De meest populaire plek waar u software voor uw toestel kunt vinden is de Microsoft website Programma’s toevoegen die ActiveSync gebruiken U kunt programma’s installeren die u hebt gedownload van het Internet of inbegrepen zijn bij de meegeleverde software CD-ROM door synchronisatie uit te voeren tussen uw toestel en uw computer. Eerst moet u vaststellen wat uw toestel en processortype is, zodat u weet welke versie van de software u moet installeren. 1. In het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert Instellingen → Meer... → Meer... → Info. Controleer de versie van uw toestel. 2. Download een programma naar uw computer van het Internet of steek de CD-ROM met het programma in uw computer. Let erop dat u het programma selecteert dat geschikt is voor uw telefoon en het processortype van uw telefoon. 3. Lees de installatie-instructies, Leesmij-bestanden of documentatie bij het programma. 4. Sluit uw telefoon aan op uw computer en zorg ervoor dat de ActiveSync draait. Voor meer informatie over ActiveSync zie pagina 47. 42 5. Dubbelklik op het *.exe bestand op de computer. Basisinformatie Als het een installatiebestand is, start u de installatiewizard. Volg de instructies op het scherm. Zodra de software is geïnstalleerd, zet het installatiebestand de software automatisch op uw toestel. Als het geen installatiebestand is, verschijnt er een foutmelding. U moet het bestand naar uw toestel verplaatsen door middel van ActiveSync Explore om het programmabestand naar de map Windows\Startmenu op uw toestel te kopiëren. Zodra de installatie is voltooid, kunt u het programma bekijken en openen door naar het Start menu te gaan. Een programma meteen van het Internet installeren Eerst moet u vaststellen wat uw telefoon en processortype is, zodat u weet welke versie van de software u moet installeren. 1. In het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert Instellingen → Meer... → Meer... → Info. Controleer de versie van uw telefoon. 2. Download het programma met Opera browser direct van het Internet op uw toestel. Let erop dat u het programma selecteert dat geschikt is voor uw telefoon en het processortype van uw telefoon. 3. Lees de installatie-instructies, Leesmij-bestanden of documentatie bij het programma. 4. Selecteer het bestand, zoals een *.xip of *.exe bestand. De installatiewizard gaat beginnen. 5. Volg de aanwijzingen op het scherm. 43 Basisinformatie Zodra de installatie is voltooid, kunt u het programma bekijken en openen door naar het Start menu te gaan. Programma’s verwijderen 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Programma’s verwijderen. 3. Blader naar het programma dat u wilt verwijderen. 4. Druk op de functietoets Menu en selecteer Verwijderen. 5. Druk op de functietoets Ja om de verwijdering te bevestigen. 6. Als u klaar bent, drukt u op de functietoets OK. Certificaten beheren U kunt publieke toetscertificaten toevoegen en verwijderen op uw toestel. U kunt de volgende twee soorten certificaten op uw toestel opslaan. • Persoonlijk: helpt uw identiteit vaststellen, wanneer u inlogt op een beveiligd netwerk, bijvoorbeeld een bedrijfsnetwerk. • Basis: helpt de identiteit vaststellen van servers waarmee u zich verbindt. Dit helpt voorkomen dat ongeautoriseerde gebruikers toegang hebben tot uw telefoon en tot uw informatie. 44 Basisinformatie Certificaten bekijken 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Beveiliging → Certificaten → een certificaattype. 3. Selecteer het certificaat om meer details te bekijken. Een certificaat verwijderen 1. Blader naar het gewenste certificaat op de lijst. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Wissen. 3. Druk op de functietoets Ja om de verwijdering te bevestigen. Uw telefoon resetten U kunt de instellingen van uw toestel resetten en alle toegevoegde gegevens van het geheugen wissen. De telefoon resetten 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Beveiliging → Meer... → Op nul zetten. 3. Geef het resetwachtwoord in en druk op de functietoets Gereed. Het standaardwachtwoord is "1234". 4. Druk op de functietoets Ja om de reset te bevestigen. 5. Druk op de functietoets Ja om de verwijdering van de DRM-bestanden te bevestigen. Het toestel reset en herstart vanzelf. 45 Basisinformatie Het resetwachtwoord wijzigen U kunt het resetwachtwoord wijzigen om te voorkomen dat het toestel door ongeautoriseerde personen wordt gereset. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Beveiliging → Meer... → Wachtwoord wijzigen. 3. Geef het oude wachtwoord en daarna een nieuw wachtwoord in en geef het nieuwe ter bevestiging nogmaals in. 4. Druk op de functietoets Gereed. Online helpinformatie Uw toestel wordt ondersteund door aanvullende informatie die online of op de CD-ROM die meegeleverd is, beschikbaar is. 46 Voor informatie over: zie: extra programma’s die op uw toestel kunnen worden geïnstalleerd, de meegeleverde CD-ROM. met een PC verbinden en synchroniseren, Hoofdstuk 3 in deze Gebruiksaanwijzing of ActiveSync Help op uw PC. Om de ActiveSync Help te bekijken, klikt u op het pictogram ActiveSync op de taakbalk in Windows. hoofdstuk 3 Synchronisatie Met Microsoft® ActiveSync® kunt u gegevens van uw pc synchroniseren met de gegevens op uw telefoon. Synchronisatie vergelijkt de gegevens van uw telefoon met die van uw pc en werkt zowel de telefoon als de computer bij met de laatste gegevens. Met ActiveSync kunt u: • gegevens van Contactpersonen, Agenda, Taken of Postvak In up-to-date houden door uw telefoon te synchroniseren met gegevens van Outlook op uw pc. • Bestanden kopiëren (i.p.v. synchroniseren) tussen uw telefoon en pc. • Het moment waarop de synchronisatie wordt uitgevoerd bepalen door een synchronisatiemodus te kiezen. • Gegevenstypen selecteren die moeten worden gesynchroniseerd en de hoeveelheid gesynchroniseerde gegevens bepalen. WAARSCHUWING! • ActiveSync synchroniseert twee apparaten met de laatste gegevens. Dus als u bepaalde specifieke gegevens na synchronisatie van uw toestel verwijdert en daarna opnieuw een synchronisatie uitvoert, worden deze gegevens ook op de computer verwijderd. Let erop dat u geen belangrijke gegevens kwijtraakt. • Als u het toestel uitzet na het kopiëren van bestanden naar willekeurige mappen, behalve naar de map Geheugen, met ActiveSync, worden alle bestanden in deze map verwijderd. Sla belangrijke bestanden op in de map Geheugen om te voorkomen dat deze worden verwijderd. 47 Synchronisatie ActiveSync installeren Voordat u begint met synchroniseren, moet u ActiveSync installeren op uw pc met behulp van de meegeleverde CDROM. U kunt ook de laatste versie van ActiveSync downloaden van de website van Microsoft 1. Steek de CD-ROM in het CD-ROM-station van uw pc. Of u dubbelklikt op de gedownloade ActiveSync installer. 2. Volg de instructies op het scherm om Microsoft ActiveSync te installeren. Als de installatie is voltooid, helpt de installatiewizard van Synchronisatie u uw toestel te verbinden met uw pc om een partnership in te stellen. 3. Volg de instructies op het scherm. Opmerking:Zie pagina 49 voor meer informatie over het verbinden van de telefoon met een computer. Uw eerste synchronisatieproces begint automatisch als uw toestel is verbonden met de computer. Na de eerste synchronisatie kijkt u naar Contactpersonen, Agenda en Taken op uw toestel. U zult zien dat de informatie naar uw telefoon is gekopieerd. 48 Synchronisatie Verbindingsinstellingen aanpassen Om een verbinding tot stand te brengen tussen uw computer en de telefoon moet u de verbindingen die u wilt gebruiken in het ActiveSync-programma activeren. Standaard zijn alle verbindingen geactiveerd. 1. Van het ActiveSync-venster op uw computer selecteert u Bestand → Verbindingsinstellingen... 2. De verbindingsinstellingen wijzigen. 3. Klik op OK. Uw toestel met een computer verbinden Als u uw toestel met uw computer verbindt, kunt u één van de volgende manieren kiezen: • een PC-datakabel gebruiken • een Bluetooth-verbinding gebruiken Met een PC-datakabel aansluiten Sluit het ene uiteinde van de PC-gegevenskabel aan op de aansluiting aan de rechterzijde van het apparaat en het andere uiteinde op de USB-poort van de computer. Opmerking:USB-modus van uw toestel moet zijn ingesteld voor ActiveSync. Druk op de functietoets Start en selecteer Instellingen → Meer... → Verbindingen → USB. Selecteer daarna ActiveSync. 49 Synchronisatie De verbinding wordt tot stand gebracht en het Microsoft ActiveSync venster verschijnt. De synchronisatie begint automatisch. Opmerkingen: • Als er een fout optreedt met een USB-verbinding, activeert u de DHCP client service of deactiveert u de firewall of VPNomgeving. • USB-hubs en dockingstations van laptops bieden geen constante stabiliteit met Windows Mobile-gestuurde toestellen en ActiveSync. U kunt het toestel via een USB-hub of dockingstation aansluiten op de USB-poorten van de PC, als u merkt dat de verbinding slecht of onmogelijk is. Via Bluetooth verbinden 1. In het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Mijn applicaties → ActiveSync selecteren. 3. Druk op de functietoets Menu en selecteer Verbinden via Bluetooth. 4. Druk op de functietoets Ja, als u voor de eerste keer met een computer verbindt via Bluetooth. 5. Selecteer Nieuw app. toevoegen... om nieuwe Bluetooth-compatibele apparaten te zoeken. 6. Selecteer uw Bluetooth-compatibele computer om het toestel aan te sluiten op de computer. 50 Synchronisatie 7. Geef een Bluetooth-wachtwoord in en druk op de functietoets Volgende. Dit wachtwoord wordt slechts eenmaal gebruikt en u hoeft het niet te onthouden. Als u hetzelfde wachtwoord invoert op uw computer is de koppeling voltooid. 8. Geef een displaynaam in voor de computer en druk op de functietoets Volgende. 9. Controleer de services die u wilt gebruiken en druk op de functietoets Gereed. Opmerking: ActiveSync moet worden gecontroleerd op de servicelijst. Als Serieel echter beschikbaar is op de lijst, selecteer dit dan en let erop dat er een correcte Bluetooth COM-poort is geselecteerd in Verbindingsinstellingen van de PC ActiveSync. De Bluetooth-software op de PC moet de juiste instellingen hebben. 10. Druk op de functietoets Gereed. Informatie synchroniseren Begin met de synchronisatie door uw toestel op de computer aan te sluiten. Voor meer informatie over het verbinden van uw telefoon met de computer, zie pagina 49. Het Microsoft ActiveSync venster op uw computer verschijnt automatisch en de synchronisatie begint. Zodra de synchronisatie is voltooid, blijft het toestel met de computer verbonden. Als er wijzigingen zijn uitgevoerd, begint ActiveSync automatisch met synchroniseren. Om met synchroniseren te beginnen, drukt u op de functietoets Sync in ActiveSync op uw toestel. 51 Synchronisatie U kunt de bestandsdirectory van het toestel openen door op Verkennen te drukken van het Microsoft ActiveSync venster. U kunt nu de bestanden snel en gemakkelijk kopiëren van het toestel naar de computer of vice versa. Opmerking:Om Bluetooth-toestellen met een compatibele computer te synchroniseren, moet de computer over de Bluetooth-stack voor Windows XP Service Pack 2 beschikken. Synchronisatie-instellingen aanpassen U kunt diverse instellingsopties configureren voor synchronisatie met een computer en een server en de synchronisatieplanning instellen. Eerst moet u de verbinding verbreken tussen uw toestel en uw computer. Trek de PC-datakabel eruit of verwijder het toestel uit het Bluetooth-bereik. PC-instellingen wijzigen 1. In ActiveSync op uw telefoon drukt u op de functietoets Menu en selecteert Opties. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Instellingen. 3. Wijzig de computernaam, stel in hoe een gegevensconflict tussen uw toestel en computer moet worden behandeld en stel een event logging type in. 4. Druk op de functietoets Gereed. 5. Selecteer de te synchroniseren gegevenstypes. 52 Synchronisatie 6. Druk op de functietoets Gereed. Opmerking:Voor meer informatie over de voorwaarden waaraan moet worden voldaan op de computer en hoe de synchronisatie-opties moeten worden gewijzigd, zie ActiveSync Help. Server-synchronisatie instellen U kunt informatie automatisch synchroniseren, omdat items alleen aankomen als uw bedrijf Microsoft Exchange Server met Exchange ActiveSync gebruikt. Een Exchange Server verbinding configureren 1. In ActiveSync op uw toestel drukt u op de functietoets Menu en selecteer Serverbron toevoegen. 2. Geef het serveradres in en selecteer Deze server vereist een beveiligde (SSL)-verbinding vereist om een SSL-protocol voor servertoegang te gebruiken. 3. Druk op de functietoets Volgende. 4. Geef uw gebruikersnaam, wachtwoord en domeinnaam van Microsoft Exchange in. Om het wachtwoord op te slaan voor toegang in de toekomst, selecteert u Wachtwoord opslaan. 5. Druk op de functietoets Volgende. 6. Selecteer de te synchroniseren gegevenstypes. 7. Druk op de functietoets Menu om naar de volgende opties te gaan: • Instellingen: u kunt de opties voor het behandelen van gegevens opslaan voor elk gegevenstype. 53 Synchronisatie • Geavanceerd: u kunt instellen hoe een gegevensconflict tussen uw toestel en computer moet worden behandeld en een event logging type instellen. • Vorige: u kunt terugkeren naar de vorige stap. 8. Als u klaar bent, drukt u op de functietoets Voltooien. De synchronisatieplanning wijzigen U kunt synchronisatie op twee verschillende tijden met de Microsoft Exchange Server plannen. Gebruik de spitsurenplanner om tijdens werkuren en andere tijden waarop u grote hoeveelheden mail binnenkrijgt te synchroniseren. Gebruik de dalurenplanner om tijdens werkuren en andere tijden waarop u kleine hoeveelheden mail binnenkrijgt te synchroniseren. 1. In ActiveSync op uw toestel drukt u op de functietoets Menu en selecteert Schema. 2. Stel elke optie in: • Om een periodieke synchronisatie uit te voeren tijdens spitsuren, selecteert u een synchronisatiefrequentie in het veld Piektijden. • Om een periodieke synchronisatie uit te voeren tijdens daluren, selecteert u een synchronisatiefrequentie in het veld Buiten piektijden. • Om de spits- en dalureninstelling te gebruiken in het buitenland, selecteert u Gebruik deze instellingen tijdens het roamen. • Om de dagen en uren in te stellen voor spitstijden drukt u op de functietoets Menu en selecteert Piektijden. 3. Als u klaar bent drukt u op de toets Gereed. 54 hoofdstuk 4 Oproepfuncties Dit hoofdstuk beschrijft alle oproepfuncties die uw toestel biedt. De telefoonfuncties aan- en uitzetten U kunt er op elk moment voor kiezen de telefoonfuncties aan en uit te zetten en alleen de PDA-functies te gebruiken en daarna weer aan te zetten als u dat wenst. Opmerking:In veel landen bent u wettelijk verplicht de telefoonfuncties tijdens een vlucht uit te zetten. Als u het scherm van uw telefoon uitzet, betekent dat niet dat u ook de telefoonfuncties uitzet. U moet uw draadloze verbinding met het netwerk van uw provider verbreken. Om de telefoonfuncties uit te zetten, drukt u op en selecteert Draadloos beheer. Dan selecteert u Telefoon om deze in te stellen op Uit. Het pictogram verschijnt in de rechter bovenhoek van het scherm. Om de telefoonfuncties weer aan te zetten, selecteert u Telefoon en zet hem op Aan vanaf het scherm Wireless Manager. Opmerking:U kunt ook naar het scherm Wireless Manager gaan door te drukken op de functietoets Start en Instellingen → Meer... te selecteren. → Verbindingen → Draadloos beheer. 55 Oproepfuncties Het belscherm gebruiken Als u op drukt, wordt het belscherm. U kunt de meest recente gekozen, ontvangen en gemiste oproepen op het scherm bekijken. Als u een cijfer invoert, geeft het belscherm een lijst in Contactpersonen en Oproephistorie van alle nummers die het ingevoerde cijfer bevatten, plus het telefoonnummer dat is toegewezen aan de desbetreffende snelkiestoets. Een oproep tot stand brengen U kunt met behulp van de cijfertoetsen een nummer bellen. Naast normale spraakoproepen, kunt u een telefonische vergaderoproep per video in een 3G (UMTS) netwerk tot stand brengen. Een video-oproep tot stand brengen: 1. Op het basisscherm geeft u een nummer inclusief kengetal in. Opmerking: Als u op , , , , , , of drukt, verschijnen op het toestel de namen van contactpersonen volgens het alfabet. 2. Druk om een oproep te doen. Als de verbinding wordt gemaakt, verschijnt de oproepduur. Tijdens een oproep kunt u diverse oproepopties gebruiken. Zie voor meer informatie pagina 60. Om het geluidsvolume tijdens een oproep aan te passen, drukt u of om het volumeniveau te verhogen of te verlagen. 56 3. Druk om de oproep te beëindigen. Oproepfuncties Een video-oproep maken: 1. Op het basisscherm geeft u een nummer in met een kengetal. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Video oproep. Geavanceerde oproepfuncties U kunt een oproep maken vanaf Contactpersonen, Snelkiezen en Oproephistorie. Een oproep maken vanaf Contactpersonen 1. U kunt ook op de functietoets Start drukken en Contacten selecteren. 2. Selecteer een contactkaart vanaf de lijst Contactpersonen. 3. Blader naar het gewenste nummer. 4. Druk op voor een spraakoproep, of druk op de functietoets Menu en selecteer Video oproep voor een video-oproep. Een oproep tot stand brengen vanaf Snelkiezen Snelkiezen is een lijst die u kunt maken van nummers die u vaak kiest. Gedetailleerde informatie over een nummer toevoegen aan Snelkiezen vindt u op pagina 63. Door de positie op de Snelkieslijst te onthouden, kunt u het nummer kiezen door dat nummer van de snelkiestoets gewoon in te drukken. Het aan de toets toegewezen telefoonnummer verschijnt op het kiesscherm. 57 Oproepfuncties Als u de plaats van een nummer niet meer weet kunt u ook naar de snelkieslijst gaan: 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Mijn applicaties → Bureau-accessoires → Snelkeuze. 3. Blader naar het gewenste nummer. 4. Druk op voor een spraakoproep, of op de functietoets Menu en selecteer Video oproep voor een video-oproep. Een oproep tot stand brengen vanaf Oproephistorie 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Oproepen. De recente oproeplijst verschijnt. Opmerking: is voor inkomende spraakoproepen, is voor uitgaande spraakoproepen, is voor gemiste spraakoproepen, is voor inkomende video-oproepen, is voor uitgaande video-oproepen en is voor gemiste video-oproepen. Om de oproepen gesorteerd per oproeptype te bekijken drukt u op de functietoets Menu, selecteert u Filter en daarna een categorie van de popup-lijst. 3. Blader naar het gewenste nummer. 4. Druk op voor een spraakoproep, of op de functietoets Menu en selecteer Video oproep voor een video-oproep. 58 Oproepfuncties Internationale oproepen 1. Houd ingedrukt tot het + teken verschijnt. De + vervangt de internationale toegangscode. 2. Geef het volledige telefoonnummer in dat u wilt bellen. Het omvat landcode, kengetal (zonder beginnul) en telefoonnummer. 3. Druk op voor een spraakoproep of druk op de functietoets Menu en selecteer Video oproep voor een video-oproep. Opmerking:U kunt instellen dat landcode of kengetal voor het nummer worden toegevoegd tijdens het kiezen. Zie pagina 68. Een noodoproep plaatsen In uw toestel is standaard als alarmnummer 112 ingesteld. Dit nummer kan normaal worden gebruikt om een noodoproep in een willekeurig land te doen, met of zonder SIM-kaart, als u zich binnen een mobiel telefoonnetwerk bevindt. Geef het alarmnummer in 112 en druk op . Opmerkingen: • Sommige serviceproviders vereisen dat er een SIM-kaart in de telefoon zit en in sommige gevallen ook dat de PIN wordt ingevoerd. • In sommige gevallen zijn ook andere alarmnummers toegankelijk. Uw serviceprovider kan ook andere locale alarmnummers op de SIM-kaart opslaan. 59 Oproepfuncties Een oproep beantwoorden of weigeren Als er een oproep binnenkomt en het toestel belt of trilt, afhankelijk van de belinstelling: • Druk op de functietoets Opnemen of te beantwoorden. om de oproep om de • Druk op de functietoets Weiger of druk op oproep te weigeren. U kunt ook ingedrukt houden of om de oproep te weigeren. Opmerking: Als u een oproep weigert, wordt de bezettoon uitgezonden. Afhankelijk van uw serviceprovider, kan de beller met uw voicemailserver worden doorverbonden. • Druk op of om de beltoon uit te zetten. Opties tijdens een oproep Uw toestel biedt een aantal bedieningsfuncties, die u kunt gebruiken als u al met iemand aan het bellen bent. Een tweede oproep beantwoorden Als iemand u probeert te bellen, Terwijl u in gesprek bent, verschijnt een mededelingenvenster. om een 1. Druk op de functietoets Beantwoorden of tweede oproep te beantwoorden en de eerste in de wacht te zetten. 2. Om heen en weer te schakelen tussen de twee oproepers drukt u op de functietoets Wisselen. 60 Oproepfuncties 3. Om de tweede oproep te beëindigen en terug te gaan naar de eerste drukt op . Opties tijdens een gesprek gebruiken Tijdens een oproep hebt u toegang tot diverse opties door op Menu te drukken. Voor een spraakoproep zijn de volgende opties beschikbaar: • In de wacht: plaatst de huidige oproep in de wacht. • Fluisterstand aan/uit: zet de fluisterstand aan of uit. De fluisterstand verhoogt automatisch de gevoeligheid van het Microfoon zodat de andere persoon u kan horen terwijl u fluistert. • Wisselen: schakelt heen en weer tussen de twee gesprekken. • Microfoon uit/Microfoon aan: schakelt de microfoon uit zodat de persoon met wie u spreekt u niet kan horen, of schakelt deze weer in. • Luidspreker aan/uit: hiermee zet u de externe luidspreker aan, zodat u ook op korte afstand van de telefoon kunt bellen. • Telefonisch vergaderen: brengt een telefonische vergadering tot stand als u een actieve oproep en een oproep in de wacht hebt. U kunt een gesprek voeren met maximaal 5 mensen tegelijkertijd. • Privé: hiermee kunt u een privé gesprek voeren met de geselecteerde deelnemer aan de telefonische vergadering. • Handsfree inschakelen/uitschakelen: zet de huidige oproep over naar de verbonden Bluetooth handsfree autokit van de headset of zet de oproep weer terug naar het toestel. 61 Oproepfuncties • Opslaan in Contactpersonen: slaat het telefoonnummer of de persoon met wie u spreekt op. • Contactpersonen: opent de contactgegevens, indien het gekozen nummer wordt opgeslagen in Contactpersonen. • Agenda bekijken: opent de agenda. • Vorige gesprekken: opent oproephistorielijst. • DTMF zenden: verzendt DTMF (Dual tone multifrequency) tonen van een specifiek nummer als een groep. Deze optie is handig voor het invoeren van een wachtwoord of een rekeningnummer, als u een geautomatiseerd systeem belt, zoals een bankservice. • Toetstonen uit: zet de toetstonen uit of aan. • Doorverbinden: brengt de huidige actieve oproep over naar een beller in de wacht. De twee oproepers kunnen met elkaar spreken, maar de verbinding met u wordt verbroken. • Alle gesprekken beëindigen: alle oproepen verbreken. Voor een video-oproep zijn de volgende opties beschikbaar: • Microfoon uit/Microfoon aan: zet de microfoon uit of weer aan. • Luidspreker uit/aan: zet de externe luidspreker uit of aan. • Omschakelen naar BT-headset/Omschakelen naar telefoon: schakelt de huidige oproep over naar de aangesloten Bluetooth-headset of schakelt terug naar de telefoon. Voor meer informatie over Bluetoothverbindingen, zie pagina 159. • Opslaan in Contactpersonen: slaat het telefoonnummer of de persoon met wie u spreekt op. • Display: hiermee kunt u het effect of de kwaliteit van het camerabeeld wijzigen. 62 • Geavanceerd: hiermee kunt u de DTMF-tonen van nummers of een bestand verzenden naar de persoon met wie u spreekt. Oproepfuncties • Omschakelen naar spraakoproep: zet de camera uit en schakelt de oproep om naar een spraakoproep. • Opties: hiermee kunt u de opties voor video-oproepen wijzigen. Zie voor meer informatie pagina 72. Oproep-gerelateerde functies Uw voicemail controleren De eerste snelkieslocatie is standaard toegewezen aan uw voicemailbox. Als u uw SIM-kaart in het toestel steekt, detecteert deze automatisch het nummer van de voicemailcentrale van uw mobiele serviceprovider en stelt dit als standaard in. Om uw voicemail te controleren houdt u het kiesscherm. ingedrukt vanaf Opmerking:U kunt het nummer van de voicemailcentrale controleren en wijzigen. Zie pagina 68. De snelkieslijst beheren U kunt vaak gebruikte telefoonnummers, e-mailadressen of webpagina’s in Contactpersonen toewijzen aan snelkieslocatie 2 t/m 99. De locatie 0 en 1 op de snelkieslijst worden vooraf ingesteld. Ze zijn achtereenvolgens voor de internationale toegangscode en het nummer van de voicemailcentrale. 63 Oproepfuncties Een contactpersoon toevoegen aan de snelkieslijst 1. U kunt ook op de functietoets Start drukken en Contacten selecteren. 2. Selecteer een contactkaart vanaf de lijst. 3. Blader naar een nummer, e-mailadres of webpaginaadres. 4. Druk op de functietoets Menu en selecteer Toevoegen aan snelkiezen. 5. Zonodig geeft u de gewenste naam in. 6. In het veld Toewijz. toetsenblok, selecteert u een locatie. 7. Druk op de functietoets Gereed. Snelkiestoewijzingen verwijderen 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Mijn applicaties → Bureau-accessoires → Snelkeuze. 3. Op de Snelkieslijst bladert u naar een item. 4. Druk op de functietoets Menu en selecteer Verwijderen. 5. Druk op de functietoets Ja om de verwijdering te bevestigen. 64 Oproepfuncties Oproephistorie beheren Oproephistorie geeft de details van alle inkomende, uitgaande en gemiste oproepen, en biedt ook een samenvatting van alle oproepen. Er staat ook in wanneer een oproep werd geïnitialiseerd en hoe lang hij duurde. Oproephistorie openen: In het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert Oproepen Een lijst met alle oproepen verschijnt. Zonodig selecteert u de categorie van de weer te geven oproephistorie door op Menu te drukken en Filter te selecteren. Details van oproepen bekijken • Om de duur van een uitgaande of ontvangen oproep, en tijd en datum te bekijken, bladert u naar de oproep die u wilt bekijken en drukt u op . • Om het telefoonnummer van een oproep in Contactpersonen op te slaan, bladert u naar de gewenste oproep en drukt u op de functietoets Opslaan. • Om contactinformatie te bekijken drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Contact zoeken. • Om een SMS-bericht te verzenden drukt u op de functietoets Menu en selecteert u SMS-bericht verzenden. • Om een e-mailbericht te verzenden drukt u op de functietoets Menu en selecteert u E-mail. • Om een individuele oproep te verwijderen drukt u op de functietoets Menu en selecteert u daarna Verwijderen. Om alle oproepen te verwijderen, selecteert u Lijst wissen. 65 Oproepfuncties • Om een MMS-bericht te verzenden drukt u op de functietoets Menu en selecteert u MMS sturen. Oproeptimers bekijken In Oproephistorie kunt u de duur van uw oproepen bekijken. Deze optie is handig om uw gebruik in te schatten. 1. Op het scherm Oproephistorie drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Timers weergeven. U kunt de duur van alle oproepen, die van de laatste oproep en de duur van alle ontvangen en uitgaande oproepen, inclusief roaming-oproepen en dataoproepen, plus een levensduurteller zien. U kunt ook de tijd bekijken waarop u de oproeptijd reset. 2. Druk op de functietoets Gereed. Om de oproeptijdrecords te wissen, met uitzondering van Oproepgeschiedenis, drukt u op de functietoets Menu, selecteert Timers opn. inst. en drukt daarna op de functietoets Ja. De instellingen van uw telefoon wijzigen U kunt de instellingen van de telefoon, de diensten waarvan uw gebruik maakt en het netwerk waarmee u verbonden bent aan uw wensen aanpassen. Naar de optie Telefooninstellingen 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Telefoon. 66 Oproepfuncties 3. Selecteer een instellingsmenu en stel daarna elke optie in. 4. Als u klaar bent drukt u op de toets Gereed. Beschikbare instellingsopties Alle oproepen • Bandkeuze: met deze optie kunt u de netwerkband waarin uw toestel moet werken, selecteren. • Gesprekskosten: met deze netwerkfunctie kunt u de kosten van oproepen bekijken. Oproepkosten bekijken is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van speciale SIMkaarten. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw serviceprovider. Kosten laatste gesprek: geeft de kosten van de laatst gemaakte oproep. Totale kosten: geeft de totale kosten van alle gemaakte oproepen vanaf het moment dat de kostenteller is gereset. Als de totale kosten de maximum kosten die zijn ingesteld in de optie Kostenlimiet wijzigen hebben bereikt, kunt u pas weer bellen als u de teller weer op nul hebt gezet. Kostenlimiet: geeft de maximum kosten die zijn ingesteld in de optie Kostenlimiet wijzigen. Gesprekskosten op nul zetten: hiermee kunt u de kostenteller op nul zetten. Kostenlimiet wijzigen: hiermee kunt u de maximum kosten die u zich toestaat voor uw oproepen, instellen. U kunt oproepen tot stand brengen zolang de vooraf ingestelde maximum kosten niet zijn overschreden. Prijs per eenheid: hiermee kunt u de kosten van één eenheid instellen. Deze prijs per eenheid wordt gebruikt als berekening voor de kosten van uw oproepen. 67 Oproepfuncties • Gespreksopties: U kunt instellingen m.b.t. oproepfuncties aanpassen, zoals een antwoordoptie, voicemail, SMS-toegangsnummers en automatische kiescodes. Beantwoorden met een willekeurige toets: als deze optie is geactiveerd, kunt u inkomende oproepen beantwoorden door een willekeurige toets in te drukken, m.u.v. , , , , en . SIM-contacten weergeven: als deze optie is geactiveerd, worden de contactkaarten die zijn opgeslagen op de SIM-kaart weergegeven in de lijst Contactpersonen. Telefoonnummer: controleer uw telefoonnummer. Voicemailnummer: als u uw SIM-kaart in uw toestel steekt, detecteert het toestel automatisch het standaard toegangsnummer van uw voicemail. Zo niet dan kunt u handmatig het van uw serviceprovider verkregen nummer invoeren. Servicecentrum SMS-berichten: als u uw SIM-kaart in uw toestel steekt, detecteert het toestel automatisch uw standaard SMS-toegangsnummer. Zo niet dan kunt u handmatig het van uw serviceprovider verkregen nummer invoeren. Landnummer: u kunt een landcode invoeren. De code wordt automatisch toegevoegd voor een telefoonnummer als u dit kiest. Netnummer: u kunt een kengetal invoeren. De code wordt automatisch toegevoegd voor een telefoonnummer als u dit kiest. • Nummerweergave: als u iemand belt, kan uw telefoonnummer worden weergegeven of verborgen voor de persoon met wie u belt. Met deze optie kunt u de nummerweergave in- of uitschakelen. 68 Oproepfuncties • Kanalen: met deze optie kunt u de ontvangst van een infobericht toestaan en uitzendkanalen van welke u infoberichten wilt ontvangen, instellen. Kanalen inschakelen: hiermee schakelt u de ontvangst van ontvangst van infoberichten. Kanaallijst ontvangen: selecteert het ontvangen van een lijst van alle beschikbare uitzendkanalen van de netwerk. Taal: selecteert de weergave van uw favoriete talen in infoberichten. Om de kanalenlijst te bewerken drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Kanalen bewerken. Dan drukt u op de functietoets Menu en selecteert u de opties voor het toevoegen of bewerken van kanalen. • Vaste nummers: als deze optie is geactiveerd, kan uw toestel uitgaande oproepen alleen uitvoeren naar een beperkte groep telefoonnummers. U kunt alleen de nummers oproepen die in de FDN-lijst staan of die beginnen met hetzelfde cijfer(s) als een telefoonnummer uit de lijst. • Netwerken: u kunt het toestel op ‘automatisch netwerk selecteren’ instellen als u buiten uw servicegebied bent, of een bepaald netwerk zoekt en selecteert. Druk op de functietoets Menu om naar de volgende opties te gaan: Nieuw netwerk zoeken: alle beschikbare netwerken zoeken. U kunt het zoeken starten als het toestel zich buiten uw servicegebied bevindt. Netwerk selecteren: selecteert een netwerk vanaf de beschikbare netwerken. Voorkeursnetwerken: stelt een lijst van uw favoriete netwerken samen. U kunt prioriteit instellen voor de netwerken of netwerken handmatig toevoegen door ze vanaf de vooraf ingestelde netwerklijst te selecteren of hun service-ID codes in te voeren. 69 Oproepfuncties Annuleren: het Netwerk menu verlaten. • Gesloten gebruikersgroep: met deze optie kunt u inkomende en uitgaande oproepen instellen voor een beperkte geselecteerde gebruikersgroep. Voor meer informatie over hoe u een gesloten gebruikersgroep (CUG) aanmaakt, neemt u contact op met uw serviceprovider. Gebruikersgroep gebruiken: hiermee kunt u de gesloten gebruikersgroep-functie inschakelen. Buiten groep: maakt oproepen mogelijk naar nummers die niet in de gesloten gebruikersgroep voorkomen. Deze functie is afhankelijk van de aard van uw CUGabonnement. Standaardgroep: maakt gebruik van een standaard gebruikersgroep mogelijk, als u er één hebt ingesteld bij uw serviceprovider. Als u een oproep maakt, krijgt u de optie uw standaard CUG te gebruiken in plaats van er één te selecteren van de lijst. Groepsindex: stelt het indexnummer van de gebruikersgroep in. Gesprek • Gesprek in wachtstand: met deze service kunt u een oproep ontvangen terwijl u al telefonisch met iemand in gesprek bent. Selecteer Wisselgesprek inschakelen om deze service te activeren. • Oproepen blokkeren: met deze netwerk kunt u uw inkomende of uitgaande oproepen beperken. Om deze service in te stellen moet u het oproepblokkeringswachtwoord invoeren dat u verkregen hebt van uw serviceprovider. Voor inkomende oproepblokkering zijn de volgende opties beschikbaar: Alle oproepen: u kunt geen oproepen ontvangen. 70 Oproepfuncties Indien roaming: oproepen kunnen niet worden ontvangen als uw toestel zich buiten uw eigen servicegebied bevindt. Uit: oproepblokkering wordt uitgeschakeld; alle oproepen kunnen normaal worden ontvangen. Voor uitgaande oproepblokkering zijn de volgende opties beschikbaar: Alle oproepen: u kunt geen oproepen maken. Internationale oproepen: internationale oproepen kunnen niet worden gemaakt. Internationaal behalve thuisland: als u in het buitenland bent, kunt u alleen oproepen maken naar nummers binnen het land waar u bent en naar uw eigen land. Uit: oproepblokkering wordt uitgeschakeld; alle oproepen kunnen normaal worden gemaakt. • Oproep doorschakelen: met deze netwerkservice kunt u uw inkomende oproepen doorschakelen naar een ander telefoonnummer. Altijd doorschakelen: alle oproepen worden doorgeschakeld. Geen antwoord: oproepen worden doorgeschakeld, als u ze niet beantwoordt. Bezet: oproepen worden doorgeschakeld, als u in gesprek bent. Niet beschikbaar: oproepen worden doorgeschakeld, als uw toestel uit staat of zich buiten uw servicegebied bevindt. Gegevensoproepen: alle data-oproepen worden doorgeschakeld. Faxoproepen: alle fax-oproepen worden doorgeschakeld. 71 Oproepfuncties Video-oproepen • Uitgaand beeld: u kunt instellen of u de cameraafbeelding wilt laten zien aan de persoon met wie u spreekt, of een afbeelding selecteren die u in plaats van de cameraweergave wilt laten zien. Inkomende video-oproep: geeft u weer via de camera aan de voorzijde. Verbergopties: selecteert een scherm voor weergave op de telefoon van de ander. Mijn beeld: stelt een afbeelding in voor weergave op de telefoon van de ander als u Mijn beeld in het veld Verbergopties selecteert. • Opties mislukte oproep: selecteert hoe u een mislukte video-oproep opnieuw kunt proberen te starten. • Oproepen blokkeren: met deze netwerkservice kunt u uw inkomende of uitgaande oproepen beperken. Zie voor meer informatie pagina 70. • Oproep doorsturen: met deze netwerkservice kunt u uw inkomende oproepen doorschakelen naar een ander telefoonnummer. Zie voor meer informatie pagina 71. 72 hoofdstuk 5 Berichten, Internet en Messenger Berichten In Berichten kunt u berichten maken, verzenden, ontvangen, bekijken, bewerken en organiseren: • Tekstberichten (SMS) • Multimediaberichten (MMS) • E-mailberichten Berichten openen: In het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert Berichten. Met SMS- of MMS-berichten werken U kunt een SMS-bericht van maximaal 160 tekens schrijven. Als u meer dan 160 tekens invoert, wordt de tekst automatisch over meerdere berichten verdeeld. U kunt ook multimediaberichten (MMS) verzenden of ontvangen. Naast de bekende tekstinhoud van tekstberichten, kunnen multimediaberichten afbeeldingen, videoclips, audioclips en combinaties hiervan op meer dan één pagina bevatten. MMS ondersteunt ook e-mailadressering, zodat berichten kunnen worden verzonden van toestel naar e-mail en vice versa. 73 Berichten, Internet en Messenger Een SMS-bericht maken en verzenden Opmerking:U kunt uw favoriete netwerktype selecteren om SMS-berichten te verzenden. Druk op de functietoets Start en selecteer Instellingen → Meer... → Meer... → SMS-opties worden verzonden. Selecteer daarna de door u gewenste optie. 1. Op het Berichtenscherm selecteert u SMS/MMS. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Nieuw → SMS. 3. In het veld Aan geeft u de telefoonnummers van de ontvangers in, gescheiden door een puntkomma. U kunt nummers ophalen van de contactlijst door op de functietoets Menu te drukken en Geadresseerde toevoegen te selecteren. 4. Druk op de navigatietoets omlaag en geef het bericht in. Om vooraf ingestelde zinnen in te voeren drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Mijn tekst → een zin. 5. Als u het bericht hebt samengesteld, drukt u op de functietoets Verzenden. Opmerking:Om te weten of uw bericht naar de ontvanger(s) is verzonden drukt u in het Berichtenscherm op de toets Menu en selecteert u Instellingen → Bezorgingsbevestiging vragen. 74 Berichten, Internet en Messenger Een MMS-bericht maken en verzenden 1. Op het Berichtenscherm selecteert u SMS/MMS. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Nieuw → MMS. 3. In het veld Aan, CC, of BCC geeft u de telefoonnummers en adressen van de ontvangers in, gescheiden door een puntkomma. Opmerking: De velden CC en BCC bevinden zich boven het veld Aan. U kunt ook nummers of adressen ophalen van de lijst Contactpersonen of van de berichten die u verzonden hebt, door op de functietoets Menu te drukken en Ontvangers toevoegen te selecteren. 4. Druk op de navigatietoets omlaag om naar het veld Onderwerp te gaan en geef het berichtonderwerp in. 5. Druk op de navigatietoets omlaag en geef het bericht in. 6. Druk op de functietoets Menu om naar de volgende opties te gaan en een bericht samen te stellen: • Voorbeeld: geeft het multimediabericht weer dat u hebt gemaakt. • Ontvangers toevoegen: hiermee kunt u nummers en adressen van ontvangers toevoegen. • Item wijzigen: hiermee kunt u het geselecteerde item bewerken. • Toevoegen: hiermee kunt u een mediabestand toevoegen. 75 Berichten, Internet en Messenger • Bijvoegen: hiermee kunt u een contactkaart of agenda-item als een databestand of als een mediabestand bijvoegen: • Pagina wijzigen: hiermee kunt u pagina’s toevoegen of verwijderen, de tekststijl wijzigen of de paginavolgorde of –duur instellen. • Opslaan in: hiermee kunt u het bericht opslaan als een concept of als een standaard MMS-bericht. • Bericht annuleren: annuleert het verzenden van een bericht. • Verzendopties: hiermee kunt u de opties voor het verzenden van MMS-berichten wijzigen. Zie pagina 79. 7. Als u het bericht hebt samengesteld, drukt u op de functietoets Verzenden. SMS- of MMS-berichten bekijken Als u een nieuw SMS- of MMS-bericht ontvangt, verschijnt het pictogram Nieuw bericht ( ) op de bovenste regel van het scherm. U kunt ook berichten bekijken die u hebt ontvangen, verzonden of samengesteld maar nog niet verzonden door naar de berichtmappen te gaan. Om de berichtmappen te openen: Op het SMS/MMS-scherm drukt u op de functietoets Menu en selecteert Mappen. De volgende standaardmappen verschijnen: • Concepten: bevat conceptberichten die niet zijn verzonden. • Postvak IN: bevat ontvangen berichten. Ontvangen serverberichten en distributieberichten worden ook in deze map opgeslagen. 76 Berichten, Internet en Messenger • Postvak UIT: bevat berichten die klaar staan om te worden verzonden. • Verwijderde items: bevat berichten die uit elke map zijn verwijderd. • Verzonden items: bevat de berichten die zijn verzonden. Een bericht bekijken: 1. Open de gewenste berichtenmap. De pictogrammen op de berichtenlijst geven het berichttype aan. • : SMS-bericht • : MMS-bericht Opmerking: U kunt de standaardinstellingen voor het bekijken van een bericht wijzigen. Van elke berichtenmap drukt u op de functietoets Menu en selecteert Extra → Opties → Weergave. 2. Selecteer het bericht dat u wilt bekijken. Als u een serverbericht opent vanaf een WAP-server, drukt u op de functietoets Doorgaan om naar de in het bericht gespecificeerde URL te gaan. 3. Druk op de linker of rechter navigatietoets om andere berichten te bekijken. Naar berichtopties gaan: Van elke berichtenmap kunt u naar de volgende opties gaan door op de functietoets Menu te drukken. Afhankelijk van de geselecteerde map kunnen de beschikbare opties verschillen: 77 Berichten, Internet en Messenger • Nieuw: hiermee kunt u een nieuw SMS- of MMS-bericht samenstellen. • Beantwoorden: verzendt een antwoord aan de verzender en/of andere ontvangers, of stuurt het bericht door naar anderen. • Markeren als ongelezen/Markeren als gelezen: hiermee kunt u het bericht als ongelezen of gelezen markeren. Ongelezen berichten zijn vetgedrukt in de berichtenlijst. • Mappen: hiermee kunt u naar ander mappen gaan. • Verplaatsen: hiermee kunt u het bericht naar andere mappen verplaatsen. • Naar SIM-kaart kopiëren/Naar Postvak In kopiëren: kopieert het bericht naar de SIM-kaart of het geheugen van het toestel. Deze optie is alleen beschikbaar voor SMS-berichten. • Extra: hiermee kunt u omschakelen naar een ander berichtaccount, alle verwijderde berichten verwijderen of de opties voor Berichten wijzigen. • Verzenden/ontvangen: verzendt of ontvangt berichten. • MMS-opties: hiermee kunt u de opties voor MMSberichten wijzigen. Zie pagina 79. Berichten op de SIM-kaart bekijken Soms kunnen tekstberichten op de SIM-kaart worden opgeslagen, afhankelijk van hun specificaties. 78 Berichten, Internet en Messenger 1. In het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Mijn applicaties → Bureau-accessoires → SIM Manager. 3. Druk op de functietoets Menu en selecteer SMS Tool. 4. Blader naar het bericht dat u wilt bekijken, en druk op de functietoets Menu en selecteer SMS tonen. MMS-instellingen configureren U kunt de standaard MMS-instellingen wijzigen. Van elke berichtenmap drukt u op de functietoets Menu en selecteert MMS-opties. De volgende opties zijn beschikbaar: • Verzendopties: hiermee kunt u de instellingen voor het verzenden van MMS-berichten wijzigen. Prioriteit: u kunt het prioriteitenniveau van uw berichten selecteren. Vervalt: u kunt de tijdsduur dat uw berichten in het berichtencentrum worden opgeslagen nadat ze zijn verzonden, selecteren. Afleveringstijd: u kunt de tijdsduur selecteren voordat de berichten worden verzonden. Adres verbergen: u kunt uw nummerweergave instellen op verbergen voor uitgaande berichten. Ontvangstbevestiging vragen: als deze optie is geactiveerd, informeert het netwerk u of uw bericht is verzonden of niet. Leesbevestiging vragen: als deze optie is geactiveerd, verzendt uw telefoon een verzoek om een leesbevestiging mee met uw bericht aan de ontvanger. Kopie bewaren: u kunt kopieën van uw berichten in de map Verzonden items achterlaten na het verzenden. 79 Berichten, Internet en Messenger Berichtklasse: u kunt het maximale berichtformaat selecteren. Aanmaakmodus: u kunt instellen of de telefoon de aanmaak van MMS-berichten toestaat met nietondersteunde bestanden. De beschikbaarheid van deze optie is afhankelijk van het land waar u zich bevindt. • Ontvangstopties: hiermee kunt u de instellingen voor het ontvangen van MMS-berichten wijzigen. Eigen netwerk: instellen hoe u nieuwe berichten kunt ophalen van de server terwijl u in uw thuisnetwerk zit. Netwerk voor het buitenland: instellen hoe u nieuwe berichten kunt ophalen van de server terwijl u in een ander netwerk roamt. Leveringsbevestiging verzenden: als deze optie is geactiveerd, informeert het netwerk de verzender of het bericht is verzonden of niet. Leesbevestiging verzenden: als deze optie is geactiveerd, beantwoordt uw telefoon de leesbevestiging die met berichten wordt meegestuurd. Onbekende afzenders weigeren: berichten van onbekende verzenders weigeren. Reclame toestaan: reclame accepteren. Informatie toestaan: informatie accepteren. • Profielen: hiermee kunt u MMS-profielen instellen en activeren. Dit zijn sets MMS-parameters die nodig zijn om MMS-berichten te verzenden of ontvangen. Om een profiel te activeren, selecteert u het uit de profielenlijst. Om een profiel te bewerken drukt u op de functietoets Menu en selecteert Weergeven/wijzigen. U kunt de volgende opties wijzigen: Profielnaam: geeft een profielnaam in. MMSC URL: geeft het URL-adres van het MMS-centrale in. 80 Berichten, Internet en Messenger Proxy-instellingen: de proxyserver activeren of uitschakelen. Als deze optie is geactiveerd, worden de IP-adres- en Poort opties geactiveerd. IP-adres: geeft het IP-adres van de gateway in. Poort: geeft het poortnummer van de gateway in. Verbonden met: selecteert een netwerktype. • Standaardopmaak: hiermee kunt u tekststijl, tekstkleur, achtergrondkleur en paginaduur wijzigen. • Info: geeft versie en copyright-informatie weer. Werken met e-mailberichten U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen op één van de volgende manieren: • E-mailberichten synchroniseren met Microsoft Exchange of Microsoft Outlook op uw PC. • E-mailberichten verzenden en ontvangen door direct te verbinden met een e-mailserver via Internet Service Provider (ISP) of een netwerk. E-mailberichten synchroniseren: Gebruik de Outlook E-mail account om e-mailberichten te verzenden en te ontvangen door e-mailberichten te synchroniseren met Microsoft Exchange of Microsoft Outlook op uw PC. U moet Postvak In synchronisatie in ActiveSync activeren. Tijdens synchronisatie • Berichten worden gekopieerd van e-mailmappen van Exchange of Outlook op uw PC naar de Outlook E-mail mappen op uw toestel. 81 Berichten, Internet en Messenger • E-mailberichten in Outlook E-mail op uw telefoon worden overgebracht naar Exchange of Outlook en darna vanaf deze programma’s verzonden. Direct verbinden met een e-mailserver U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen door u met een e-mailserver te verbinden. U moet een externe verbinding naar een netwerk of een ISP en een verbinding met uw e-mailserver installeren. Als u verbinding maakt met een e-mailserver, worden nieuwe berichten gedownload naar de map Postvak In van de telefoon. Ook worden berichten in de map Postvak Uit verzonden en berichten die zijn verwijderd op de e-mailserver verwijderd van de berichtenmappen van de telefoon. 82 Berichten, Internet en Messenger Mapgedrag met directe verbinding naar een emailserver Het gedrag van de mappen die u aanmaakt hangt af van of u POP3 of IMAP4 gebruikt. • Als u POP3 gebruikt en uw e-mailberichten naar een map verplaatst, wordt de link tussen de berichten op het toestel en hun kopieën op de mailserver verbroken. De volgende keer dat u verbinding maakt, ziet de mailserver dat de berichten ontbreken op de telefoon en verwijdert ze. Dit voorkomt dat u kopieën van een bericht moet dupliceren, maar het betekent ook dat u niet langer toegang hebt tot berichten die u verplaatst naar mappen die niet op de telefoon zijn aangemaakt. • Als u IMAP4 gebruikt, worden de mappen die u hebt aangemaakt en de e-mailberichten die u hebt verplaatst, gespiegeld op de server. Daarom zijn berichten, steeds wanneer u zich verbindt met uw mailserver, beschikbaar. Deze synchronisatie van mappen treedt op als u verbinding maakt met uw mailserver; nieuwe mappen aanmaakt of mappen hernoemt/verwijdert als u verbonden bent. Een e-mailaccount aanmaken U moet een nieuw account aanmaken als u e-mailberichten ophaalt of verzendt. Opmerking:U kunt een nieuw account instellen met E-mail Wizard. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start → Mijn applicaties → Bureau-accessoires en selecteert Wizard Email. 83 Berichten, Internet en Messenger Een nieuw account aanmaken: 1. Vanaf het Berichtenscherm selecteert u Nieuwe emailaccount. 2. Voer uw e-mailadres in en druk op de functietoets Volgende. Als u uw account automatisch van het Internet wilt instellen, selecteert u Proberen emailinstellingen automatisch van internet op te halen. 3. Selecteer uw e-mailserviceprovider. Als u internetmailaccounts wilt toevoegen, selecteert u Internetmail en drukt u op de functietoets Volgende. 4. Voer uw naam en accountweergavenaam in en druk op de functietoets Volgende. 5. Voer uw server voor inkomende e-mailberichten in, selecteer het accounttype (POP3 of IMAP4) en druk op de functietoets Volgende. 6. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en druk op de functietoets Volgende. 7. Voer uw server voor uitgaande e-mail (SMTP) in en druk op de functietoets Volgende. Als u geavanceerde instellingen wilt opgeven, zoals SSLof internetverbindingsinstellingen, selecteert u Geavanceerde serverinstellingen. 8. Selecteer hoe vaak uw telefoon automatisch verbinding maakt met de server en controleer op inkomende emailberichten, druk daarna op de functietoets Volt.. 84 Berichten, Internet en Messenger Een account bewerken: 1. Vanaf het Berichtenscherm bladert u naar de gewenste account. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Instellingen. 3. Wijzig de accountinstellingen zoals u zou doen als u hem aanmaakt. Een e-mailbericht aanmaken en verzenden 1. Op het Berichtenscherm selecteert u de e-mailaccount waarmee u wilt verzenden. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Nieuw. 3. In het veld Aan, CC of BCC geeft u de e-mailadressen van de ontvangers in, gescheiden door een puntkomma. Opmerking: de velden CC en BCC bevinden zich boven het veld Aan. U kunt adressen ophalen van de lijst Contactpersonen door op de functietoets Menu te drukken en Geadresseerde toevoegen te selecteren. 4. Druk op de navigatietoets omlaag om naar het veld Onderwerp te gaan en geef het onderwerp van uw email in. 5. Druk op de navigatietoets omlaag en geef de tekst van uw e-mail in. Om vooraf ingestelde zinnen in te voeren drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Mijn tekst → een zin. 85 Berichten, Internet en Messenger U kunt een afbeelding of spraakmemo als bijlage toevoegen door op de functietoets Menu te drukken en Invoegen → gewenste item te selecteren. 6. Als u het bericht hebt samengesteld, drukt u op de functietoets Verzenden. 7. Druk op de functietoets Menu en selecteer Verzenden/Ontvangen om verbinding te maken met het netwerk en verzend het bericht. E-mailberichten bekijken U kunt ook berichten bekijken die u hebt ontvangen, verzonden of samengesteld maar nog niet verzonden door naar de berichtmappen te gaan. Berichtmappen openen: Op het Berichtenscherm gaat u naar de gewenste emailaccount, drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Mappen. De volgende standaardmappen verschijnen: • Concepten: bevat conceptberichten die niet zijn verzonden. • Postvak IN: bevat ontvangen berichten. • Postvak UIT: is een tijdelijke opslagplaats voor berichten die klaar staan om verzonden te worden. • Verwijderde items: bevat berichten die van uw telefoon zijn verwijderd. • Verzonden items: bevat de berichten die zijn verzonden. Een e-mailbericht bekijken: 1. Op het Berichtenscherm selecteert u de e-mail account waarvan u e-mail berichten wilt ontvangen. 86 Berichten, Internet en Messenger 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Verzenden/Ontvangen. Het toestel maakt verbinding met uw e-mailserver en ontvangt inkomende e-mailberichten of verzendt emailberichten in Postvak Uit. 3. Selecteer het bericht dat u wilt bekijken. Naar berichtopties gaan: Vanaf elke berichtenmap hebt u toegang tot de volgende opties door op de functietoets Menu te drukken: • Nieuw: hiermee kunt u een nieuw e-mailbericht samenstellen. • Beantwoorden: verzendt een antwoord aan de verzender en/of andere ontvangers, of stuurt het bericht door naar anderen. • Markeren als ongelezen/Markeren als gelezen: hiermee kunt u het bericht als ongelezen of gelezen markeren. Ongelezen berichten zijn vetgedrukt in de berichtenlijst. • Verplaatsen: hiermee kunt u het bericht naar andere mappen verplaatsen. • Mappen: hiermee kunt u naar andere mappen gaan. • Extra: hiermee kunt u overschakelen naar een ander berichtenaccount, alle verwijderde berichten verwijderen of de opties voor e-mail wijzigen. • Verzenden/Ontvangen: verzendt of ontvangt emailberichten. 87 Berichten, Internet en Messenger Download-opties instellen U kunt uw downloadvoorkeuren vaststellen als u de account instelt of uw synchronisatie-opties selecteert. • Wijzig opties voor Postvak In synchronisatie op uw computer met ActiveSync. Zie voor meer informatie "ActiveSync Help". • Wijzig opties voor directe e-mailserver-verbindingen in Postvak In op uw toestel. Druk op de functietoets Menu en selecteer Instellingen. Wijzig daarna de instellingen voor de geselecteerde account. E-mailbijlagen bekijken Om een bijlage te downloaden selecteert u Volledige bericht ontvangen met bijlagen in een open bericht, of drukt u op de functietoets Menu en selecteert u bericht downloaden. Het wordt gedownload als u de volgende keer synchroniseert of verbinding maakt met uw emailserver. Om een bijlage te bekijken selecteert u de bijlage in een open bericht. 88 Berichten, Internet en Messenger Handtekeningen invoegen in berichten. U kunt een handtekening aangeven die automatisch in SMS-, MMS- of e-mailberichten die u verzendt, wordt ingevoegd. Een handtekening specificeren: 1. Van elke berichtenmap drukt u op de functietoets Menu en selecteert Extra → Opties → Handtekeningen. 2. Selecteer de account waarvoor u een handtekening wilt specificeren vanuit het veld Account selecteren . 3. Selecteer Handtekening gebruiken. 4. Om een handtekening in elk bericht in te voegen, ook als u het bericht beantwoordt of doorstuurt, selecteert u Toevoegen bij beant./doorsturen. 5. Geef een handtekening in die moet worden ingevoegd en druk op de functietoets Gereed. Opera Browser Gebruik Opera MobileTM om al uw favoriete webpagina's op uw toestel te bekijken. Opera Browser openen: In het startscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert u Internet services → Opera Browser. Verbinding maken met een website 1. Druk op de functietoets Actie en selecteer Ga naar. 89 Berichten, Internet en Messenger 2. Voer het webadres in dat u wilt bezoeken of selecteer een pagina uit de favoriet of historielijst. 3. Druk op de functietoets OK op de browser om de gekoppelde webpagina te openen. Met Opera Browser navigeren Vanaf webpagina's kunt u de volgende opties gebruiken: Naar Druk op Blader door de browseritems De navigatietoetsen. Selecteer een browser-item . Keer terug naar de vorige pagina . Vernieuw de verbinding De functietoets Actie en selecteer Herladen. Wijzig de display-opties De functietoets Menu, selecteer Weergave en daarna de gewenste optie. Bekijk informatie op de webpagina De functietoets Menu en selecteer Extra → Informatie pagina. De Favorietenlijst gebruiken U kunt uw favoriete links opslaan terwijl u de Opera Browser gebruikt en daar later gemakkelijk naartoe gaan. Door ze te categoriseren kunt u ze gemakkelijker vinden. 90 Berichten, Internet en Messenger Een webpagina aan de Favorietenlijst toevoegen 1. Ga naar de pagina die u wilt toevoegen, druk op de functietoets Actie en selecteer Bladwijzer toevoegen. 2. Wijzig zonodig de naam voor de favoriete link. 3. Selecteer een categorie waaronder u de favoriete link van het veld Map wilt opslaan. U kunt ook een nieuwe categorie aanmaken. Zie "Favoriete categorieën beheren." 4. Druk op de functietoets Ok. Een link openen via de Favorietenlijst 1. Op het scherm van de Opera Browser drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Extras → Bladwijzers beheren. 2. Ga naar de gewenste link. Als de gewenste link in een bepaalde map zit, opent u de map en bladert u naar de link. 3. Druk op de functietoets Openen. Favoriete categorieën beheren U kunt een nieuwe categorie aanmaken om favoriete webpagina's op te slaan en de aangemaakte categorieën hernoemen of verwijderen. Een categorie toevoegen: 1. Op het scherm van de Opera Browser drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Extras → Bladwijzers beheren. 91 Berichten, Internet en Messenger 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Map aanmaken. 3. Voer een categorienaam in en druk op de functietoets OK. De categorieën bewerken: Blader naar de gewenste categorie, druk op de functietoets Menu en selecteer Bewerken of Verwijderen om de geselecteerde categorie te hernoemen of te verwijderen. De opties van Opera Browser wijzigen U kunt webbrowser-opties aanpassen, de verbindingsinstellingen wijzigen en geheugen wissen. Op het scherm van de Opera Browser drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Extra → Instellingen. De volgende opties zijn beschikbaar: • Algemeen: u kunt de startpagina van de Opera Browser instellen en de popup-vensters blokkeren. U kunt ook een minimum tekengrootte selecteren. • Geschiedenis: u kunt de historie van de bezochte webpagina's verwijderen en de cache wissen. U kunt ook cookies wissen. • Netwerk: u kunt beveiligingsprotocols selecteren. • Verbindingen: u kunt een netwerk selecteren om te verbinden met Opera Browser Als u Automatisch instellingen vinden selecteert, detecteert uw toestel automatisch netwerkinstellingen van uw serviceprovider. • Diversen: u kunt aanvullende instellingen configureren voor de Opera Browser. 92 Berichten, Internet en Messenger Internet Explorer Gebruik Microsoft® Pocket Internet Explorer om Web HTML, cHTML en WAP-pagina’s te bekijken. U kunt door verbinding te maken met een Internet Service Provider (ISP) of netwerk over het Web browsen. Hiervoor moet u eerst een verbinding maken, zoals beschreven op pagina 163. Als u verbonden bent met een ISP of netwerk, kunt u ook bestanden en programma’s downloaden van het Internet. Internet Explorer openen: In het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert u Internet services → Internet Explorer. Windows Live Windows Live™ is een nieuwe set Internet software en services ontwikkeld voor een naadloze samenwerking, zodat u de informatie, persoonlijke verbindingen en andere punten die voor u van belang zijn kunt beheren. Windows Live maakt het gemakkelijker voor u in contact te blijven met uw wrienden en informatie die u nodig hebt snel en veiliger te vinden. Windows Live openen: Op het basisscherm drukt u op de schermtoets Start. Selecteer u Internet services → Windows Live. 93 Berichten, Internet en Messenger Windows Live Messenger Windows Live Messenger biedt een ‘always-on’ ervaring waarmee u beschikbaar kunt blijven voor andere online gebruikers en altijd up-to-date bent met email, instant messaging (IM) en andere online services zonder voortdurend met het netwerk van uw telefoon te zijn verbonden. De verbinding wordt hersteld als er een nieuw bericht aankomt of als u de service nodig hebt. Daarnaast ontvangen abonnees alleen updates of wijzigingen voor hun contactpersonen en Postvak In - in plaats van hele lijsten - als zij in verbinding staan met de service. U hebt via één klik toegang tot MSN Hotmail® en Windows Live Messenger. Naast ‘always-on’ services hebt u offline toegang tot Hotmail-berichten, die u kunt samenstellen en beantwoorden, zodat de tijd wordt gemaximaliseerd als mobiele verbindingen niet beschikbaar zijn. Naar Windows Live Messenger: In het basisscherm drukt u op de schermtoets Start en selecteert u Internet services → Windows Live Messenger. Inschrijving Om de Windows Live Messenger service te gebruiken, moet u een Microsoft Passport™ account of Hotmail-account of een Microsoft Exchange email-account hebben. Als u een Hotmail-® of MSN-account hebt, hebt u al een Passport. Zodra u een Microsoft Passport of een Microsoft Exchange account hebt, kunt u uw account aanmaken. 94 Berichten, Internet en Messenger Opmerking:Inschrijven voor een Microsoft Passport account bij http://www.passport.com. U krijgt een gratis Microsoft Hotmail email adres bij http:// www.hotmail.com. Inschrijven bij de Windows Live Messenger service: 1. Op het scherm Windows Live Messenger drukt u op de schermtoets Aanmelden. 2. Voer het emailadres en het wachtwoord in van uw Microsoft Passport en Hotmail-account. 3. Druk op de schermtoets Volgende. Windows Live Messenger gebruiken Windows Live Messenger op uw telefoon is een instant berichtenprogramma waarmee u kunt: • zien wie online is. • instant berichten verzenden en ontvangen. • instant berichtgesprekken voeren met groepen contactpersonen. Met contactpersonen werken Het scherm Windows Live Messenger geeft al uw messenger-contactpersonen in één oogopslag weer, verdeeld in Online en Offline categorieën. Vanuit dit overzicht kunt u, als u bent verbonden, beginnen met chatten. • Om een contactpersoon toe te voegen drukt u op de schermtoets Menu en selecteert Nwe contactp. toevoegen. 95 Berichten, Internet en Messenger • Om een contactpersoon te verwijderen drukt u op de schermtoets Menu en selecteert Opties voor contactpers. → Contactpersoon verwijderen. • Om de eigenschappen van een contactpersoon te bekijken drukt u op de schermtoets Menu en selecteert Opties voor contactpers. → Info contactpersoon bekijken. • Om een contactpersoon te blokkeren om met u te chatten drukt u op de schermtoets Menu en selecteert Opties voor contactpers. → Contactpersoon blokkeren. Met contactpersonen chatten 1. Om een chatvenster te openen scrolt u naar de contactpersoon met wie u wilt chatten. 2. Druk op de schermtoets IM verzenden. 3. Voer een bericht in in het tekstvak onderaan het scherm of druk op de schermtoets Menu en selecteer Emoticon toevoegen om een emoticon toe te voegen. 4. Druk op de schermtoets Verzenden om het bericht te verzenden. 5. Herhaal de stappen 3 en 4 om met de contactpersoon te chatten. Tijdens het chatten: • Om een mediabestand te verzenden drukt u op de schermtoets Menu en selecteert Verzenden → een type → een mediabestand. 96 Berichten, Internet en Messenger • Om een andere contactpersoon uit te nodigen voor een a multi-gebruiker-chat drukt u op de schermtoets Menu, selecteert Opties → Deelnemer toevoegen en selecteert de contactpersoon die u wilt uitnodigen. • Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de navigatietoets. Om terug te keren naar het chatvenster drukt u op de navigatietoets en selecteert de persoon met wie u aan het chatten was. • Om de deelnemers van de huidige chat te bekijken drukt u op de schermtoets Menu en selecteert Opties → Deelnemers bekijken. • Om een voiceclip op te nemen en te verzenden drukt u op de schermtoets Voiceclip. 6. Om de chat te beeindigen drukt u op de schermtoets Menu en selecteert Gesprek beëindigen. Windows Live Messenger instellingen aanpassen Om de instellingen voor de Windows Live Messenger te wijzigen drukt u op de schermtoets Menu en selecteert Weergave wijzigen. U kunt uw displaynaam of afbeelding wijzigen. De Hotmail-service gebruiken U kunt emailberichten op het toestel verzenden en lezen via de Microsoft Hotmail service. Een email samenstellen en verzenden 1. Scrol naar de contactpersoon aan wie u een emailbericht wilt verzenden. 97 Berichten, Internet en Messenger 2. Druk op de schermtoets Email verzenden. 3. Stel een emailbericht samen zoals in het Berichtenprogramma. Emailbericht bekijken Terwijl u de emailberichtenlijst bekijkt, selecteert u de email die u wilt bekijken. RSS-lezer Met RSS-lezer hebt u snel en gemakkelijk toegang tot actueel nieuws, nieuwskoppen en meer. Het verzamelt nieuws van diverse websites en geeft dit aan u in een eenvoudige vorm. Hiervoor moet u eerst een verbinding maken, zoals beschreven op pagina 163. RSS-lezer openen: In het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert u Internet services → RSS-lezer. Het laatste nieuws lezen 1. Op de nieuwslijst drukt u op de functietoets Bijwerken. De telefoon maakt verbinding met het netwerk en werkt de nieuwslijst bij met het laatste nieuws. 2. Druk op de functietoets Gereed om terug te keren naar de nieuwslijst. 3. Selecteer een andere nieuwsbron. 98 Berichten, Internet en Messenger 4. Selecteer een nieuwskop die u interesseert. De Internet Explorer start en u kunt naar de overeenkomstige nieuwswebsite gaan. Nieuwe rapporten zoeken U kunt nieuwe rapporten zoeken door een sleutelwoord in te voeren voor de onderwerpen waarin u bent geïnteresseerd. 1. Druk op de functietoets Menu en selecteer Feed zoeken. 2. Geef een sleutelwoord in en druk op de functietoets Zoeken. Uw telefoon zoekt naar gerelateerde rapporten op het Internet en geeft de resultaten weer. 3. Selecteer de gewenste kop. Bronnen exporteren of importeren U kunt een bron exporteren als een OPML (Offline Processor Markup Language) bestandformaat of OPMLbestanden van andere bronnen importeren. Een bron exporteren: 1. Blader naar een bron van de lijst. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer OPML → Exporteren. 3. Selecteer de bestandsmap waarin u het bestand wilt opslaan. 4. Geef een bestandsnaam in en druk op de functietoets OK. 5. Druk op de functietoets OK. 99 Berichten, Internet en Messenger Een bron importeren: 1. Blader naar de map waarheen u een bron wilt importeren. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer OPML→ Importeren. 3. Kies OPML-bestand selecteren om een bron te importeren van een OPML-bestand of OPML-URL invoeren om een bron van een website te importeren. 4. Selecteer het te importeren bestand of geef een URLadres in en druk op de functietoets OK. RSS-lezer instellingen wijzigen Druk op de functietoets Menu en selecteer Opties om naar de volgende opties te gaan: • Update-instelling voor feed/map: u kunt de instellingen van feed/map • Update-instelling voor alles: u kunt de instellingen voor updates van alle onderdelen van RSS-lezer wijzigen. • Paginaoptie: u kunt de optie selecteren om verlopen pagina’s te verwijderen en het maximum aantal verlopen pagina’s dat u wilt opslaan, instellen. Als het aantal pagina’s de grens bereikt wordt de oudste pagina automatisch verwijderd. • Proxy: u kunt het adres en poortnummer van de proxyserver instellen om RSS-inhoud van het netwerk op te halen. • Info: u kunt versie en copyright-informatie bekijken. 100 hoofdstuk 6 Organizer Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de Personal Information Management (PIM) programma’s kunt gebruiken om contactpersonen en afspraken bij te houden en een lijst te maken van taken die u moet uitvoeren. Contactpersonen Contactpersonen houdt een lijst bij van uw vrienden en collega’s, zodat u gemakkelijk de informatie kunt vinden die u wilt opzoeken , of u nu thuis bent of onderweg. Contactpersonen openen: U kunt ook op de functietoets Start drukken en Contacten selecteren. Vervolgens kunt u de lijst contactkaarten bekijken die u hebt aangemaakt. Een contactkaart aanmaken U kunt een nieuwe contactkaart in het geheugen van de telefoon of op de SIM-kaart opslaan. Een contactkaart aanmaken in het geheugen van de telefoon 1. Op de lijst contactpersonen drukt u op de functietoets Nieuw en selecteert u Outlook-contact. 2. Geef een naam en andere contactinformatie in. U kunt een persoonlijke beltoon aan een contactkaart toevoegen. Blader naar het veld Aangepaste beltoon en selecteer de gewenste belmelodie. 102 Organizer Selecteer het veld Afbeelding om een afbeelding toe te voegen voor de ID-afbeelding van de beller. Om een toegevoegde afbeelding te verwijderen drukt u op de functietoets Menu en selecteert Afbeelding verwijderen. Om de contactkaart aan een categorie toe te kennen bladert u naar het veld Categorieën en selecteert u een categorie. 3. Als u klaar bent drukt u op de toets Gereed. Een contactkaart op de SIM-kaart aanmaken 1. Op de lijst contactpersonen drukt u op de functietoets Nieuw en selecteert u SIM-contact. 2. Geef de naam van de persoon in die u wilt toevoegen. 3. Geef het nummer in dat u wilt opslaan. 4. Druk op de functietoets Gereed. Een contactkaart aanmaken vanaf het kiesscherm 1. Op het basisscherm geeft u het telefoonnummer in en drukt u op de functietoets Opslaan. 2. Selecteer <Nieuw contact> om een nieuwe contactkaart aan te maken. Om een telefoonnummer toe te voegen aan een bestaande contactkaart selecteert u de contactkaart van de lijst. 3. Selecteert een type. 4. Vul de andere velden in en druk op de functietoets Opslaan. 103 Organizer Een contactkaart bekijken en bewerken Als u naar Contactpersonen gaat, geeft de lijst contactpersonen de namen van uw contactpersonen in alfabetische volgorde weer, samen met een afkorting voor het primaire contactnummer of e-mailadres, zoals het telefoonnummer op het werk van die persoon (w) of het mobiele telefoonnummer (m). De volgende tabel toont mogelijke afkortingen die worden weergegeven op de lijst contactpersonen en hun verklaring: Afkorting w/w2 h/h2 m Verklaring telefoon werk/telefoon werk2 telefoon thuis /telefoon thuis2 mobiele telefoon co bedrijfstelefoon pgr semafoon car autotelefoon ast assistent-telefoon rdo radiotelefoon e/e2/e3 e-mail/e-mail2/e-mail3 im/im2/im3 IM/IM2/IM3 web webpagina Een contactkaart openen: 1. Op de lijst contactpersonen selecteert u de contactkaart die u wilt bekijken. 2. Op het samenvattingscherm: • Om de contactinformatie te bewerken drukt u op de functietoets Menu en selecteert Bewerken. 104 Organizer • Om een SMS-bericht te verzenden drukt u op de functietoets Menu en selecteert u daarna SMSbericht verzenden. • Om een nummer te kiezen selecteert u het nummer of drukt u op de functietoets Oproepen. Om een videooproep te maken drukt u op de functietoets Menu en selecteert u daarna Video oproep. • Om een e-mail te verzenden selecteert u het e-mailadres. • Om naar een webpagina te gaan selecteert u de webpagina. Een contactkaart zoeken U kunt een contactkaart zoeken in Contactpersonen door de hieraan gekoppelde naam in te voeren. U kunt het zoeken direct van de lijst contactpersonen starten of door het Smart Search programma te gebruiken. Zoeken vanaf de lijst contactpersonen 1. Op de lijst contactpersonen, drukt u op alfanumerieke toetsen die overeenkomen met de letters van de gewenste naam. Het toestel markeert de eerste contactkaart die overeenkomt met uw invoer. 2. Druk op om de contactkaart te openen of druk op om een nummer in de contactkaart te kiezen. Zoeken d.m.v. Smart Search Voor meer informatie over het gebruik van het Smart Search programma, zie pagina 38. 105 Organizer Een nummer of adres toevoegen aan de Snelkieslijst U kunt een snelkiesnummer aan een telefoonnummer toekennen om snel een nummer te kiezen of aan een email of URL-adres om snel toegang te krijgen. 1. Op de lijst contactpersonen, selecteert u de gewenste contactkaart. 2. Blader naar het gewenste nummer of adres. 3. Druk op de functietoets Menu en selecteer Toevoegen aan snelkeuze. 4. Zonodig wijzigt u de naam en selecteert u een toetsenbordlocatie. 5. Druk op de functietoets Gereed. Items kopiëren tussen SIM-kaart en Contactpersonen U kunt de contactkaart of alle contactitems in een specifieke categorie naar de SIM-kaart kopiëren of vice versa. Kopiëren vanaf Contactpersonen naar de SIM-kaart 1. Op de lijst contactpersonen, selecteert u de contactkaart die is opgeslagen in het geheugen van het toestel. 2. Blader naar het te kopiëren telefoonnummer. 3. Druk op de functietoets Menu en selecteer Toevoegen aan snelkeuze. 4. Wijzig zonodig de contactnaam. 5. Druk op de functietoets Gereed. 106 Organizer Kopiëren vanaf de SIM-kaart naar Contactpersonen 1. Op de lijst contactpersonen, selecteert u de contactkaart die is opgeslagen op de SIM-kaart. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Opslaan in contacten. 3. Wijzig zonodig de contactnaam. 4. Vul de andere velden in en druk op de functietoets Gereed om de wijzigingen op te slaan. Alle contactpersonen kopiëren Om alle contactpersonen tussen het geheugen van het toestel en de SIM-kaart te kopiëren, drukt u, op de lijst contactpersonen, op de functietoets Menu en selecteert u Alles kopiëren → een kopietype. Een contactkaart verzenden U kunt een contactkaart in Contactpersonen naar een ander toestel verzenden via SMS, MMS, of een actieve Bluetooth-verbinding. Op de lijst contactpersonen of op het samenvattingscherm drukt u op de functietoets Menu. • Om via SMS te verzenden selecteert u Contact verzenden → SMS/MMS. Zie voor meer informatie pagina 74. • Om via Bluetooth te verzenden selecteert u Contact verzenden → Uitstralen. Zie voor meer informatie pagina 160. 107 Organizer Een contactkaart verwijderen 1. Op de lijst contactpersonen, selecteert u een contactkaart. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Contact verwijderen of SIM-contact verwijderen. 3. Druk op de functietoets Ja om de contactkaart permanent te verwijderen. Alarm U kunt de alarmklok gebruiken om een wekker of een alarm in te stellen om u aan een afspraak te herinneren. Alarm openen: Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteer Mijn applicaties → Organizer → Alarm. Een wekker instellen 1. Op het Alarmscherm selecteert u Wekker. 2. Vink aan, geef de tijd in waarop de wekker moet afgaan en selecteer de dagen waarop de wekker moet afgaan in de weekweergave. Gebruik de navigatietoetsen om u door elk veld te verplaatsen. U kunt de wekker op 3 verschillende tijden instellen. 3. Selecteer een melodie voor het alarm in het veld Toon. 4. Selecteer een tijdsinterval om het alarm in het veld Sluimeren te plaatsen. 5. Druk op de functietoets Gereed. 108 Organizer Een alarm instellen 1. Op het alarmscherm selecteert u er één van Alarm 1 tot Alarm 6. 2. Elke alarmoptie instellen. 3. Druk op de functietoets Gereed. Een alarm stopzetten • Als een alarm afgaat, drukt u op de functietoets Negeren om het af te zetten of op de functietoets Sluimeren als u wilt dat het alarm na een vastgestelde sluimertijd weer afgaat. • Om een alarm uit te schakelen selecteert u het gewenste alarm vanaf het alarmscherm en selecteert Uit op de regel Alarm inschakelen. Afspraken U kunt de Agenda gebruiken om uw afspraken bij te houden, met inbegrip van vergaderingen en andere gebeurtenissen. U kunt uw afspraken controleren in één van de beschikbare weergaven (Agenda, Week en Maand). Kalender openen: Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert Mijn applicaties → Agenda. U kunt de lijsten met afspraken die u voor de huidige dag hebt aangemaakt bekijken. 109 Organizer Een afspraak maken 1. Druk op de functietoets Menu en selecteer Nieuwe afspraak. 2. Vul elk veld in. Vanaf het veld Herinnering kunt u een herinnering instellen om u op een vastgestelde tijd te attenderen op de afspraak. Vanaf het veld Gevoeligheid kunt u een gevoeligheidsklasse instellen volgens welke Microsoft Exchange Server de afspraak behandelt. 3. Als u klaar bent, drukt u op de functietoets Gereed. Een afspraak bekijken en bewerken Op het Kalenderscherm kunt u uw afspraken bekijken en bewerken via de verschillende weergaven: Agenda, Week of Maand. Standaard verschijnt de kalender eerst in de afspraken, die de meest gedetailleerde informatie geeft over uw afspraak. De weergavenmodus omschakelen U kunt de weergavenmodus van de kalender veranderen door bladeren door de agenda-, week-, en maandweergave. In elke weergave drukt u op Week, Maand of Agenda. • Agendaweergave: geeft de afspraken voor de geselecteerde dag weer. 110 Organizer • Weekweergave: geeft de weekkalender van uw afspraken weer. Tijdcellen met geprogrammeerde items zijn aangegeven met kleuren (marineblauw: bezet, paars: niet aanwezig, wit: vrij, hemelsblauw: poging). • Maandweergave: hiermee kunt u uw maandplanning bijhouden en zien welke dagen u afspraken hebt gepland ( : ochtendafspraak, : middagafspraak, : ochtend-/ middagafspraak, : De hele dag afspraken). Een afspraak bekijken 1. Selecteer de kalenderweergave door op Week, Maand, of Agenda te drukken. 2. In elke weergave selecteert u de gewenste datum. In agendaweergave kunt u naar andere gegevens gaan door op de linker en rechter navigatietoets te drukken. Om naar de datum van vandaag te gaan drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Ga naar vandaag. Om naar een bepaalde datum te gaan drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Ga naar datum. Geef de datum in en druk op de functietoets Gereed. 3. Selecteer de afspraak die u wilt bekijken. Een afspraak bewerken 1. Vanaf een willekeurige weergavenmodus selecteert u de afspraak die u wilt bekijken. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Bewerken. 3. Bewerk de afspraakinformatie en druk op de functietoets Gereed om de wijzigingen van de afspraak op te slaan. 111 Organizer Een afspraak verzenden U kunt een afspraak-item als een vCalendar-bestand naar een ander toestel verzenden via een actieve Bluetoothverbinding. Om via Bluetooth te verzenden opent u de gewenste afspraak, drukt op de functietoets Menu en selecteert Afspraak uitstralen. Zie voor meer informatie pagina 160. Een afspraak verwijderen 1. Op het kalenderscherm opent u de te verwijderen afspraak. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Verwijderen. 3. Druk op de functietoets Ja om de afspraak permanent te verwijderen. Opties kalenderinstellingen Vanaf een willekeurige weergave drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Extra → Opties. De volgende opties zijn beschikbaar: • Beginnen in: u kunt selecteren in welke weergavevorm de kalender start. • Eerste dag van de week: u kunt selecteren met welke dag de kalender start. • Weekweergave: u kunt een weekweergave selecteren. • Maandweergave: u kunt de maandweergave instellen met het huidige weeknummer. 112 Organizer • Herinneringen instellen: u kunt de standaard geplande alarmtijd selecteren. • Reageren op vergaderingen via: u kunt de mailingservice zo instellen dat de persoon die de afspraak maakt een antwoord ontvangt. Belangrijke datum In Belangrijke datum kunt u berekenen hoeveel dagen er resteren of zijn verlopen na een bepaalde gebeurtenis. Belangrijke data openen: Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert Mijn applicaties → Organizer → Belangrijke datum. Opmerking:Afhankelijk van de taalinstelling geeft uw toestel mogelijk sommige teksten niet weer. Een Belangrijke datumteller aanmaken 1. Druk op de functietoets Nieuw. 2. Stel in elk veld opties in. 3. Als u klaar bent, drukt u op de toets Gereed. De teller wordt toegevoegd aan de lijst en laat zien hoeveel dagen er over zijn of verlopen zijn. Belangrijke datumcategorieën bewerken U kunt de namen en pictogrammen van Belangrijke datumcategorieën wijzigen. 113 Organizer 1. Vanaf de tellerlijst drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Categorie wijzigen. 2. Blader naar de gewenste categorie. 3. Druk op de functietoets Menu en selecteer Naam wijzigen. 4. Geef een nieuwe naam in en druk op de functietoets Gereed. 5. Druk op de linker of rechter navigatietoets om de categoriepictogram te wijzigen. 6. Druk op de functietoets Gereed om de wijzigingen op te slaan. Een Belangrijke datumteller verwijderen 1. Blader naar de gewenste teller. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Wissen. 3. Druk op de functietoets Ja om de verwijdering te bevestigen. Taken Taken is een geschikte plaats om taakherinneringen aan te maken. U kunt een taak als voltooid markeren of een taak verwijderen. Taken openen: Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert Mijn applicaties → Taken. 114 Organizer Een taaknotitie aanmaken 1. Druk op de navigatietoets omhoog. 2. Geef uw taakinformatie in het veld Voer hier nieuwe taak in. 3. Als u klaar bent drukt u op . Een taak voltooien Als een taak is voltooid, markeert u dit om aan te geven dat de taak is gedaan. Om dit te markeren bladert u naar de voltooide taak en drukt op de functietoets Voltooid. Om de markering te verwijderen drukt u op de functietoets Inschakelen. Een taaknotitie verzenden U kunt een taaknotitie naar een ander toestel verzenden via een actieve Bluetooth-verbinding. Op de takenlijst bladert u naar de gewenste taak. Druk op de functietoets Menu en selecteer Taak uitstralen. Zie voor meer informatie pagina 160. Een taak verwijderen 1. Op de takenlijst bladert u naar de taak. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Taak verwijderen. 3. Druk op de functietoets Ja om de verwijdering te bevestigen. 115 Organizer Spraakmemo’s In elk programma waarin u Tekst vast kunt leggen, kunt u ook snel gedachten, herinneringen en telefoonnummers vastleggen door een bericht op te nemen. Met Spraakmemo’s kunt u een opname maken. Spraakmemo’s openen: Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert Mijn applicaties → Organizer → Spraaknotities. Een spraakmemo opnemen 1. Houd de microfoon van uw toestel vlakbij uw mond of andere geluidsbron. 2. Druk op de functietoets Opnemen om uw opname te starten. 3. Druk op de functietoets Stoppen om de opname te stoppen. Een spraakmemo afspelen Op de spraakmemolijst selecteert u de memo die u wilt afspelen. De opname wordt afgespeeld. Tijdens het afspelen kunt u het geluidsvolume aanpassen door op of te drukken. Een spraakmemo instellen als beltoon 1. Op de spraakmemolijst bladert u naar een spraakmemo. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Instellen als beltoon. 116 Organizer 3. Druk op de functietoets OK. Een spraakmemo verwijderen 1. Op de spraakmemolijst bladert u naar een spraakmemo. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Verwijderen. 3. Druk op de functietoets Ja om de verwijdering te bevestigen. Wereldklok U kunt de wereldklok instellen met de door u gewenste tijdzones en daarna op ieder tijdstip de huidige tijd vinden van de stad die u nodig hebt. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Mijn applicaties → Organizer → Wereldklok. Om wereldkaartweergave te zien drukt u op Wereldkaart. 3. Blader naar de door u gewenste klok. 4. Druk op de functietoets Menu en selecteer Toewijzen. Selecteer het land en de stad. 5. Druk op de functietoets Gereed om de geselecteerde tijdzone op te slaan. 117 Organizer Op het scherm Wereldklok drukt u op de functietoets Menu. De volgende opties zijn beschikbaar: • Wissen: hiermee kunt u een toegewezen tijdzone verwijderen. • Toewijzen: wijst een nieuwe tijdzone toe. • Bekijken: hiermee kunt u een kloktype wijzigen. • Als huidige tijd instellen: hiermee kunt u de tijdzone als uw huidige datum en tijd instellen. 118 hoofdstuk 7 Multimedia Camera Met de geïntegreerde camera van uw toestel kunt u onderweg foto’s nemen of video’s van mensen of gebeurtenissen opnemen. Uw toestel maakt JPEG-foto’s en 3GP-video’s. Camera openen: Vanaf het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert u Entertainment → Camera of houdt u ingedrukt. Foto’s nemen Als u naar de camerastand gaat wordt de weergave als zoeker geactiveerd. 1. Pas de te nemen foto aan. • Druk op de navigatietoets omhoog/omlaag om in of uit te zoomen. • Druk op de linker of rechter navigatietoets om de helderheid van het beeld aan te passen. • Druk op de functietoets Menu om naar camera-opties te gaan. Zie pagina 120. • Gebruik het cijfertoetsenbord om het beeld snel aan te passen. Zie pagina 122. 2. Druk op of om een foto te nemen. 3. Druk op de functietoets Opslaan, op te slaan. of om de foto De foto wordt opgeslagen in de locatie die is vastgesteld in de optie Standaard opslaglocatie. Na het opslaan van de foto keert de camera automatisch terug naar Fotovoorbeeld. 119 Multimedia Opmerking: het aantal beschikbare foto's kan verschillen afhankelijk van het onderwerp dat u neemt. Camera-opties instellen U kunt de camera-instellingen aanpassen. Zodra u de camerainstellingen wijzigt, verschijnen de overeenkomstige pictogrammen boven aan het fotovoorbeeldscherm. Op het camera-voorbeeldscherm drukt u op de functietoets Menu. • Camcorder: schakelt om naar de camcorderstand. • Fotostand: wijzigt de camera-fotostand. Een opname: neemt een normale enkele opname. Multi-opname: neemt een serie foto’s. U kunt het standaard aantal foto’s selecteren dat de camera maakt in het Camera menu in Opties. Mozaiekopname: neemt een serie foto’s en slaat deze op in één kader. U kunt de standaard lay-out selecteren in het Camera menu in Opties. • Grootte: hiermee kunt u een afbeeldingformaat selecteren. • Kwaliteit: hiermee kunt u een beeldkwaliteitinstelling selecteren. 120 Multimedia • Witbalans: hiermee kunt u de witbalans selecteren om de kleurbalans van foto’s aan te passen. • Zelfontspanner: selecteert de vertragingstijd van de camera om een foto met vertraging te nemen. • Effect: wijzigt de kleurtoon voor foto’s of past een speciaal effect op foto’s toe. • Kader: hier kunt u een decoratief kader selecteren. • Nachtmodus aan/Nachtmodus uit: als er te weinig licht is en een langere belichtingstijd nodig is om een foto van goede kwaliteit te verkrijgen, kunt u de nachtstand inschakelen. • Opties: hiermee kunt u de standaardinstellingen voor Camera wijzigen. Zie pagina 125. 121 Multimedia De sneltoetsen van het toetsenbord gebruiken U kunt het toetsenbord gebruiken om uw camera-instellingen aan te passen als u in het fotovoorbeeldscherm bent. • , : schakelt om naar de camcorderstand. • , : wijzigt de fotostand door het aantal foto’s of de lay-out te wijzigen. • , : wijzigt het afbeeldingformaat. • , : wijzigt de afbeeldingkwaliteit. • , : wijzigt de witbalans. • , : selecteer de vertragingstijd voordat u een foto neemt. • , : hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of een speciaal effect toepassen. • , : hiermee kunt u een decoratief kader aan de foto toevoegen. • : geeft toegang tot camera-instellingopties. Foto’s bekijken Om foto’s die u hebt genomen te bekijken, drukt u op de functietoets Album in de camerastand. De lijst foto’s in het huidig geselecteerde geheugen verschijnt. Voor meer informatie, zie pagina 138. Videoclips opnemen 1. Vanaf de camerastand drukt u op of schakelen naar de camcorderstand. om over te 2. Het op te nemen beeld aanpassen. • Druk op de navigatietoets omhoog/omlaag om in en uit te zoomen op uw onderwerp. 122 Multimedia • Druk op de linker of rechter navigatietoets om de helderheid van het beeld aan te passen. • Druk op de functietoets Menu om naar de camcorderopties te gaan. Zie pagina 123. • Gebruik het cijfertoetsenbord om het beeld snel aan te passen. Zie pagina 124. 3. Druk op of om de opname te starten. De timer aan de linkerbovenkant van het scherm geeft de verstreken tijd weer. Druk op de functietoets Pauze of Hervatten om de opname tijdelijk te onderbreken of te hervatten. 4. Druk op of om de opname te stoppen. 5. Druk op de functietoets Opslaan om de videoclip op te slaan. De videoclip wordt opgeslagen in de locatie die is vastgesteld in de optie Standaard opslaglocatie. Na het opslaan van de video keert de camcorder automatisch terug naar de modus Videovoorbeeld. Camcorder-opties instellen U kunt de camcorder-instellingen aanpassen. Zodra u de video-instellingen wijzigt, verschijnen de overeenkomstige pictogrammen bovenaan het videovoorbeeldscherm. Op het videovoorbeeldscherm drukt u op de functietoets Menu. • Camera: schakelt om naar de camerastand. 123 • Opnamestand: hier kunt u een video-opnamestand selecteren. Selecteert Limiet voor MMS om een video op te nemen die geschikt is voor een MMS- of emailbericht. Selecteer Normaal om een video op te nemen binnen de limiet van het huidig beschikbare geheugen. Multimedia • Grootte: hiermee kunt u een videokader-formaat selecteren. • Kwaliteit: hiermee kunt u een beeldkwaliteitinstelling selecteren. • Witbalans: hiermee kunt u de witbalans instellen om de kleurbalans van video’s aan te passen. • Zelfontspanner: selecteert de vertragingstijd voor het toestel om een video-opname vertraagd op te nemen. • Effect: wijzigt de kleurtoon voor video’s of past een speciaal effect toe op video’s. • Audio-opname uit/Audio-opname aan: selecteer of u een video met geluid opneemt of niet. • Opties: hiermee kunt u de standaardinstellingen voor Camera wijzigen. Zie pagina 125. De sneltoetsen van het toetsenbord gebruiken U kunt het toetsenbord gebruiken om uw video-instellingen aan te passen als u op het videovoorbeeldscherm bent. • , : schakelt om naar de camerastand. • , : wijzigt de opnamemodus. • , : wijzigt het kaderformaat. • , : wijzigt de afbeeldingkwaliteit. • , : wijzigt de witbalans. • , : selecteer de vertragingstijd voor het starten van een video-opname. • , : hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of een speciaal effect toepassen. • , : schakelt geluid uit of aan. • : geeft toegang tot camera-instellingopties. 124 Multimedia Videoclips afspelen Om de videoclips die u hebt opgenomen te bekijken drukt u op de functietoets Album in de camcorderstand. De lijst videoclips in het huidig geselecteerde geheugen verschijnt. Voor meer informatie, zie pagina 138. De standaardcamera-instellingen wijzigen Om de standaardcamera-instellingen aan te passen, drukt u op de functietoets Menu en selecteert Opties. De volgende opties zijn beschikbaar: • Algemeen: u kunt de algemene instellingen aanpassen voor het Camera-programma. Zoeker: hiermee kunt u de camera instellen op pictogramweergave op het voorbeeldscherm. Automatisch opslaan: hiermee kunt u de camera instellen om een foto of video na opname op te slaan. Standaard opslaglocatie: hiermee kunt u selecteren waar u uw foto’s of videoclips wilt opslaan. • Camera: u kunt de instellingen voor de camerastand aanpassen. Multi-opname: hiermee kunt u het aantal foto’s instellen. Mozaiekopname: hiermee kunt u de lay-out en de sluitertijd selecteren. Standaardprefix: hiermee kunt u de standaardbenaming van fotonamen wijzigen. Geluid: hiermee kunt u geluiden selecteren voor de sluitertijd-, zoom- en helderheidaanpassingen. • Camcorder: u kunt de instellingen voor de camcorderstand aanpassen. 125 Multimedia Standaardprefix: hiermee kunt u de standaardbenaming van videonamen wijzigen. Geluid: hiermee kunt u het geluidseffect bij het begin of einde van de opname aan- en uitzetten. • Shortcut: u kunt de functies die zijn toegewezen aan de toetsen in de camerastand of de camcorderstand bekijken en controleren. Windows Media Player Uw toestel is uitgerust met Microsoft Windows Media Player 10. Met Windows Media Player kunt u Windows Media Audio, Windows Media Video en MP3 audiobestanden afspelen die op uw telefoon, op een geheugenkaart of op het Web zijn opgeslagen. Windows Media Player openen: Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start,en selecteert Entertainment → Windows Media. Mediabestanden voorbereiden U kunt mediabestanden vanaf uw pc naar het toestel kopiëren met Windows Media Player of ActiveSync. U kunt ook mediabestanden kopiëren met een geheugenkaart. 126 Multimedia Opmerking:Als u te veel bestanden in het geheugen hebt opgeslagen, neemt de werkingssnelheid van het systeem af. Het gebruik van een optionele geheugenkaart helpt u dit probleem op te lossen en zorgt ervoor dat u van meer muziekbestanden kunt genieten. Over DRM, licenties en beschermde bestanden Sommige digitale mediabestanden, zoals melodieën die zijn gedownload vanaf online winkels, worden versleuteld om te voorkomen dat de bestanden onrechtmatig worden verspreid of gekopieerd. Content providers gebruiken een technologie genaamd Digital Rights Management (DRM) om de bestanden te versleutelen. Tijdens het encryptieproces maakt de content provider een licentie aan die bepaalt hoe en wanneer het bestand kan worden gebruikt. Een content provider kan bijvoorbeeld een licentie aanmaken waarmee u een bepaald bestand op uw computer kunt afspelen, maar niet op uw toestel. Of een licentie waarmee u een bepaald bestand op uw toestel kunt afspelen, maar alleen voor een maand of misschien alleen een bepaald aantal keren. Bestanden waaraan licenties zijn gekoppeld worden beschermde bestanden genoemd. Mediabestanden kopiëren met ActiveSync 1. Sluit uw toestel aan op een computer en start synchronisatie met verwijzing naar pagina 47. 2. Open de bestandsdirectory op het toestel door op Verkennen te klikken vanaf het venster Microsoft ActiveSync. 3. Sleep de media bestanden die u wilt kopiëren naar een map. 127 Multimedia Windows Media Player haalt automatisch de mediabestanden uit de map waar de bestanden zijn gekopieerd en u kunt deze vanaf het bibliotheekscherm vinden. Als de mediabestanden niet in de bibliotheek verschijnen, werkt u de bibliotheek bij door op de functietoets Menu te drukken en selecteert u Bibliotheek bijwerken. Mediabestanden kopiëren met het Windows Media Player-programma op uw computer U kunt Windows Media Player op uw pc gebruiken om mediabestanden te kopiëren. Het gebruik van Windows Media Player zorgt ervoor dat licenties met beschermde bestanden worden meegekopieerd. Zorg ervoor dat u Windows Media Player 10 of een latere versie op uw pc hebt. Afhankelijk van de versie van uw Windows Media Player, kan de procedure om bestanden te kopiëren verschillen. 1. Sluit uw toestel aan op de pc en start de synchronisatie. 2. Open Windows Media Player op de computer. 3. Klik op het tabblad Sync. 4. Klik op Afspeellijst bewerken. 5. Selecteer de mediabestanden die u wilt synchroniseren vanaf het linkergedeelte van uw venster. 6. Klik op OK. 7. Selecteer de geheugenlocatie van het rechter gedeelte van het Windows Media Player venster. 8. Klik op om het gewenste kwaliteitsniveau te selecteren en klik op OK. 128 Multimedia 9. Klik op Start Sync. De geselecteerde bestanden worden geconverteerd en gekopieerd naar de locatie die u hebt geselecteerd in stap 7. Bibliotheken gebruiken Een bibliotheek is een bestandenlijst geleverd door Windows Media Player om mediabestanden in het geheugen van het toestel op te halen. Om naar de bibliotheken te gaan, drukt u op de functietoets Menu vanaf de spelerscherm en selecteert u Bibliotheek. De bibliotheek bevat categorieën, zoals Mijn Muziek, Mijn Video’s, Mijn TV, Mijn Afspeellijsten en Nu afspelen. Vanaf het bibliotheekscherm kunt u uw inhoud per criterium sorteren, zoals naam artiest, albumtitel of genre. Op het bibliotheekscherm kunt u de volgende opties gebruiken door op de functietoets Menu te drukken: • Omhoog in wachtrij: voegt het geselecteerde bestand toe aan het einde van de huidige afspeellijst. • Verwijderen uit bibliotheek: verwijdert het geselecteerde bestand uit de bibliotheek. • Afspelen: opent de huidige afspeellijst. • Bibliotheek: hiermee kunt u de bibliotheek selecteren die u wilt bekijken; bijvoorbeeld, de bibliotheek van bestanden die zijn opgeslagen in uw telefoon of op een geheugenkaart. • Bibliotheek bijwerken: voegt nieuwe bestanden toe aan de bibliotheek door in uw telefoon of geheugenkaart te zoeken. 129 Multimedia • Bestand openen: hiermee kunt u bestanden die op uw toestel of geheugenkaart zijn opgeslagen vinden en afspelen. Deze bevinden zich niet in de bibliotheek. • URL openen: hiermee kunt u een URL-adres voor een streaming-service omschrijven. • Eigenschappen: geeft informatie weer over het geselecteerde bestand. • Speler: sluit het bibliotheekscherm en geeft het spelerscherm weer. Muziek- en videobestanden afspelen Als u mediabestanden naar het geheugen van uw toestel of geheugenkaart hebt gekopieerd, kunt u deze afspelen vanaf Windows Media Player. Opmerking:Als u mediabestanden afspeelt met de Bluetooth stereo-headset, kan een onderbreking optreden als u naar de andere menufuncties gaat. Mediabestanden vanaf een bibliotheek afspelen 1. Op het bibliotheekscherm drukt u zonodig op de functietoets Menu, selecteert u Bibliotheek, en daarna het geheugen via welk u bestanden wilt ophalen. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Bibliotheek bijwerken. 3. Als bibliotheken zijn bijgewerkt, drukt u op de functietoets Gereed. 4. Selecteer een categorie. 130 Multimedia 5. Blader naar de bibliotheek die u wilt afspelen en druk op de functietoets Afspelen. Het spelerscherm verschijnt en het geselecteerde bestand wordt afgespeeld. Gebruik de volgende opties tijdens afspelen: • Om het volume van Windows Media af te stellen, drukt u op de navigatietoets omhoog/omlaag. U kunt het volumeniveau op het scherm bekijken. • Om het volume aan te passen drukt u op of . • Om terug te gaan in een bestand houdt u de linker navigatietoets ingedrukt. • Om vooruit te gaan in een bestand houdt u de rechter navigatietoets ingedrukt. • Om naar het volgende bestand te gaan drukt u op de rechter navigatietoets. • Om naar het vorige bestand drukt u op de linker navigatietoets. • Om het afspelen tijdelijk te onderbreken of te hervatten drukt u op of . • Om de bestanden op de afspeellijst in willekeurige volgorde of herhaald af te spelen, drukt u op de functietoets Menu en selecteert u de optie Willek. volgorde/herh. → een optie. • Om de video op een volledig scherm te bekijken, drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Volledig scherm. • Om het afspelen te stoppen, drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Stoppen. 131 Multimedia Mediabestanden op een netwerk afspelen 1. Op het bibliotheekscherm drukt u op de functietoets Menu en selecteert u URL openen. 2. Geef een URL-adres in in het veld URL, of scrol naar één of de URL-adressen die u hebt gebruikt vanaf het veld Geschiedenis. 3. Druk op de functietoets OK. Opmerking:Om streaming-media af te spelen moet u aangesloten zijn op een netwerk. Voor meer informatie over het maken van een verbinding op afstand tussen uw toestel en een netwerk, zie pagina 163. Een afspeellijst instellen U kunt mediabestanden toevoegen op het bibliotheekscherm aan een tijdelijke afspeellijst. Dit is een lijst van het op dit moment afgespeelde bestand, en alle bestanden die in de wacht zijn gezet om daarna te worden afgespeeld. Een afspeellijst maken 1. Op het bibliotheekscherm selecteert u de gewenste categorie en bladert naar het bestand dat u wilt afspelen. Als het bestand niet verschijnt op de lijst, drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Bibliotheek bijwerken. 132 Multimedia 2. Druk op de functietoets Menu en selecteert Omhoog in wachtrij om het bestand toe te voegen aan de afspeellijst. 3. Herhaal stap 1 en 2 om meer bestanden toe te voegen. 4. Druk op of Menu en selecteer Speler om naar het spelerscherm terug te keren. 5. Druk op starten. of om het afspelen van de bestanden te 6. Om de afspeellijst op te slaan, drukt u op de functietoets Afspelen en daarna op de functietoets Menu, en selecteert u Afspeellijst opslaan. 7. Geef de datum in en druk op de functietoets Gereed. De lijst is opgeslagen in de bibliotheek Mijn Afspeellijsten. De afspeellijst openen Op het spelerscherm drukt u op de functietoets Afspelen. U kunt diverse opties gebruiken door op de functietoets Menu te drukken. De afspeellijst bewerken • Om de afspeelvolgorde te wijzigen drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Omhoog of Omlaag. • Om de geselecteerde bestanden te verwijderen drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Verwijderen uit afspeellijst. • Om de afspeellijst te wissen, drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Huidige lijst wissen. 133 Multimedia De Windows Media Player instellingen wijzigen U kunt het uiterlijk en de functionaliteit van Windows Media Player aanpassen. Op het spelerscherm drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Opties. U kunt de volgende opties gebruiken: • Afspelen: selecteer de opties voor het afspelen. U kunt selecteren op welke manier de tijd op het spelerscherm wordt weergegeven, en of u het afspelen tijdelijk wilt onderbreken, als u een ander programma start en het afspelen wilt hervatten na een telefoongesprek. • Audio-/videogegevens: selecteer de kijkopties voor het afspelen van video’s op een volledig scherm. Opmerking: Als er een probleem is tijdens het afspelen van MP4-bestanden, deselecteert u het venster Aanpassen aan venster. Het probleem treedt op, omdat de grootte van het bestand is gewijzigd. • Netwerk: overdrachtsnelheid en protocol wijzigen voor het afspelen van muziek en streaming-video. • Bibliotheek: selecteert of het spelerscherm of bibliotheekscherm wordt weergegeven als u Windows Media Player opent. • Weergaven: wijzigt het uiterlijk van het spelerscherm door een nieuwe skin te selecteren. • Knoppen: wijst Windows Media Player functies toe aan de toetsen op uw telefoon om het afspelen snel te kunnen bedienen zonder de menu’s te gebruiken. 134 Multimedia Podcast In Podcast heeft u toegang tot online audio- en videoservices en kunt u uw eigen afspeellijsten maken. Hiertoe moet u eerst de verbinding maken, zoals beschreven op pagina 163. Podcast openen: Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert u Internet services → Podcast. Abonneren op de Podcast-service Vanaf het Podcast-scherm bladert u naar Podcast, drukt op de functietoets Menu en selecteert u Abonneren op podcast. Als u bent verbonden met de desbetreffende website, volgt u de instructies op het scherm om de inschrijving te voltooien. Naar audio- en videoservices Vanaf het Podcast scherm selecteert u Podcast. U wordt verbonden met de desbetreffende website waarmee u de gewenste online services kunt kiezen. Om de audio- en videobibliotheek en afspeellijsten met nieuwe bestanden bij te werken, drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Bibliotheek bijwerken. Een afspeellijst maken U kunt uw eigen afspeellijsten maken met uw favoriete audio- of videobestanden of afspeellijstwizard, die audio- of videobestanden filtert volgens uw voorkeuren. 135 Multimedia 1. Druk op de functietoets Menu en selecteer Nieuw → Nieuwe afspeellijst of Wizard Nieuwe afspeellijst. 2. Geef een titel in voor de afspeellijst. Voor een afspeellijstwizard drukt u op de functietoets Menu en voegt u beperkende regels toe voor het filteren van audio- of videobestanden. 3. Druk op de functietoets OK of Gereed. 4. Zonodig bestanden toevoegen. Podcast-instellingen wijzigen Om de eigenschappen van Podcast te wijzigen drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Opties of Eigenschappen. U kunt informatie aangeven die moet worden weergegeven op de afspeellijsten of eigenschappen van de afspeellijsten in Podcast weergeven en bijwerken. Adobe Flash Lite Adobe Flash Lite is speciaal ontwikkeld voor mobiele telefoons door de flash-technologie. U kunt flash-bestanden met dit programma bekijken. Adobe Flash Lite openen: Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start, en selecteert Mij applicaties → Bureau-accessoires → Adobe Flash Lite. 136 Multimedia Een flash-bestand bekijken Vanaf de lijst bestandsmappen selecteert u het bestand dat u wilt bekijken. Terwijl u een bestand bekijkt, kunt u de volgende opties gebruiken: • Om het bestand op een volledig scherm te bekijken drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Volledig scherm. • Om afspelen tijdelijk te onderbreken drukt u op de functietoets Menu en selecteert Onderbreken. • Om het afspelen te hervatten drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Hervatten. • Om het bestand terug te spoelen drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Terugspoelen. • Om het afspelen te stoppen drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Stoppen. • Om het bestand herhaaldelijk af te spelen drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Herhaling → Aan. • Om het scherm te verlaten drukt u op de functietoets Sluiten. Opmerking:Adobe Flash Lite 2.1 ondersteunt inhouden die zijn ontwikkeld voor flash 7. Afhankelijk van het bestandsformaat en de geheugencapaciteit, kunnen sommige flash-bestanden niet geopend worden op uw toestel. 137 Multimedia Mijn items Met dit programma kunt u naar al uw afbeeldingen, geluidsclips en videoclips gaan die zijn opgeslagen in de directory van uw toestel of een geheugenkaart. Inhoudbeheerder openen: Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert Mijn items. De bestandmappen verschijnen. Een afbeelding bekijken 1. Van de lijst Bestandsmappen selecteert u Mijn afbeeldingen. 2. Selecteer de afbeelding die u wilt bekijken. 3. Druk op de linker of rechter navigatietoets om andere afbeeldingen te bekijken. Tijdens het bekijken van een afbeelding kunt u de volgende opties gebruiken: • Om in en uit te zoomen drukt u op om naar de Zoommodus om te schakelen en daarna op de functietoets + of - . • Om de afbeelding te bewerken drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Afbeelding bewerken. U kunt daarna naar de opties bewerk-tools gaan door op de functietoets Menu te drukken. • Om de afbeelding als achtergrond voor het basisscherm of als afbeelding van de beller-ID voor een contactkaart in te stellen, drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Instellen als → een optie. 138 Multimedia Afbeeldingen als een diavoorstelling bekijken U kunt al uw afbeeldingen als een diavoorstelling, een opeenvolgende presentatie van de losse afbeeldingen in het huidige album, bekijken. Druk op de functietoets Menu en selecteer Diapresentatie afspelen. De diavoorstelling begint op een volledig scherm. • Om de diavoorstelling tijdelijk te onderbreken of te hervatten drukt u op . • Om handmatig door de afbeeldingen te bladeren drukt u op de linker of rechter navigatietoets. • Om de diavoorstelling te stoppen en terug te keren naar het vorige scherm drukt u op . Een geluid of videoclip afspelen 1. Van de lijst Bestandsmappen selecteert u Notities, Mijn geluiden of Mijn video’s. In Notities kunt u naar uw spraakopnames gaan. 2. Selecteer de gewenste audio- of videoclips. Het bestand wordt afgespeeld in Windows Media. Een bestand zoeken U kunt snel een bestand zoeken door de naam in te voeren. 1. Van de lijst Bestandsmappen selecteert u een map. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Zoeken. 3. Geef de bestandsnaam in en selecteer het bestandstype en -locatie. 139 Multimedia 4. Druk op de functietoets Zoeken. Het toestel zoekt de bestandsmappen en zet alle overeenkomende bestanden in een lijst. 5. Druk op de functietoets Openen om naar het bestand te gaan. Een bestand verzenden U kunt een bestand naar een ander toestel verzenden via MMS of een actieve Bluetooth-verbinding. Zonodig een map openen en naar het gewenste bestand bladeren. • Om via MMS te verzenden drukt u op de functietoets Menu en selecteert Zenden → als MMS. Zie voor meer informatie pagina 75. • Om via Bluetooth te verzenden drukt u op de functietoets Menu en selecteert Zenden → via Bluetooth. Zie voor meer informatie pagina 160. U kunt slechts één bestand per poging verzenden. Een bestand afdrukken U kunt bestanden afdrukken via een Bluetooth-verbinding. 1. Activeer de Bluetooth-functie en maak een verbinding met een Bluetooth-printer. Zie pagina 159. 2. Van de lijst bestandsmappen opent u de gewenste map en selecteert het gewenste bestand. 3. Druk op de functietoets Menu en selecteer Afdrukken via Bluetooth. 4. De afdrukopties instellen. 5. Druk op de functietoets Afdrukken om het bestand af 140 te drukken. Multimedia Een bestand kopiëren of verplaatsen 1. Vanaf de lijst bestandsmappen opent u de gewenste map en bladert naar het gewenste bestand. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Wijzigen → Kopiëren/verplaatsen. 3. Selecteer de map waarnaar u het bestand wilt kopiëren of verplaatsen. Een bestand verwijderen 1. Vanaf de lijst bestandsmappen opent u de gewenste map en bladert naar het gewenste bestand. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Wissen. 3. Druk op de functietoets Ja om de verwijdering te bevestigen. 141 Multimedia Een zipbestand maken U kunt een bestand omzetten naar een zipbestand om het formaat te comprimeren. Dit is handig als u bestanden via Bluetooth verzendt of als bijlage verzendt bij een MMS-bericht. 1. Open de gewenste map en scrol naar het gewenste bestand. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Wijzigen → Zip. 3. Geef een bestandsnaam in en selecteer de locatie waar u het bestand wilt opslaan. 4. Druk op de functietoets Zip. Instellingen inhoudbeheerder aanpassen Van de bestandslijst drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Opties om naar de volgende opties te gaan: • Weergaven: hiermee kunt u een weergavevorm van bestanden selecteren. • Diavertoning: hiermee kunt u eigenschappen van een diavoorstelling instellen. • Shortcut: toont sneltoetsen die beschikbaar zijn in Inhoudbeheerder. • Info: geeft copyright-informatie weer. 142 hoofdstuk 8 Extra programma’s Entertainment Uw toestel bevat games, zoals Bubble Breaker en Solitaire. U kunt nieuwe Java-spelletjes in de Java-map downloaden en spelen. Games openen: Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert u Entertainment. Bubble Breaker Het doel van Bubble Breaker is alle ballen te verwijderen. De regel is dat u alleen aangrenzende ballen van dezelfde kleur mag verwijderen. De score is afhankelijk van het verwijderde aantal ballen. Een spel spelen 1. Op het spelscherm selecteert u Bubble Breaker. 2. Navigeer naar de bal die u wilt verwijderen en druk op De groep wordt gemarkeerd en de score voor die selectie wordt weergegeven. 3. Druk op om die selectie te accepteren. De geselecteerde ballen worden verwijderd. Druk op de functietoets Menu en selecteer Statistieken om de informatiestatistieken van het spel te bekijken. U kunt de spelopties, zoals speelgeluiden, spelstijl of balkleur aanpassen door op de functietoets Menu te drukken en Opties te selecteren. 143 . Extra programma’s Patience Het doel van Patience is alle kaarten van het spel te gebruiken om vier stapels van de verschillende kaartkleuren in oplopende volgorde op te bouwen, te beginnen met de azen. Een spel spelen 1. Op het spelscherm selecteert u Patience. 2. Verplaats de azen naar de zeven stapels op de vier kaartvakken aan de linkerkant van het scherm en voer daarna alle andere mogelijke spelmogelijkheden uit. Om kaarten te verplaatsen, drukt u op het nummer of letter van de te verplaatsen kaart en druk u daarna op het nummer of de letter van de stapel waarnaar u de kaart wilt verplaatsen. 3. Als u alle spelmogelijkheden hebt benut, drukt u op de functietoets Delen om kaarten om te draaien. Rekenmachine Met rekenmachine kunt u algemene rekenfuncties uitvoeren, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Een berekening uitvoeren 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Mijn applicaties → Bureau-accessoires → Calculator. 3. Geef de nummers en handelingen in (+, -, /, of ). 144 Extra programma’s Om geavanceerde handelingen uit te voeren, zoals percentages (%), kwadraten (Xn), en wortels (√) drukt u op de functietoets Menu en selecteert u een optie. 4. Druk op om de berekening uit te voeren. U kunt de berekeningsresultaten gebruiken voor volgende berekeningen door op de functietoets Menu te drukken en Resultaat kopieren. Om de gekopieerde waarde in het invoerveld te voegen drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Resultaat plakken. De rekenmachine-instellingen wijzigen Druk op de functietoets Menu en selecteer Opties om naar de volgende opties te gaan: • Cijfergroeperingssymbool weergeven: stelt in of de rekenmachine een cijfergroeperingssymbool weergeeft voor getallen. • Berekeningen bewaren: stelt in of de berekening op het scherm blijft voor verdere berekeningen. Omrekentoepassing Met de Omrekentoepassing kunt u eenheden omrekenen. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Mijn applicaties → Bureau-accessoires → Omrekentoe...(Omrekentoepassing). 3. Selecteer een omrekentype. 4. Selecteer een originele eenheid en voer de om te rekenen waarde in het bovenste eenheden veld in. 145 Extra programma’s Druk op om een decimaalteken toe te voegen. Uw toestel kan slechts maximaal 6 cijfers na het decimaalteken weergeven. In de temperatuuromrekenaar drukt u op temperatuur te wijzigen tot onder nul. om de 5. Selecteer een doeleenheid van het onderste eenheden veld. De gelijke waarde verschijnt. Opmerkingen: • Om de eenhedenvelden om te keren voor continu omrekeningen drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Omkeren. • Voor de valuta-omrekenaar moet u mogelijk de valutakoersen wijzigen. Druk op de functietoets Menu en Koersen weergeven. Stopwatch U kunt de verstreken tijd meten. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Mijn applicaties → Bureau-accessoires. 3. Selecteer Stopwatch. 4. Druk op de functietoets Starten om de timer te starten. 5. Druk op de functietoets Opnemen om de tussentijd op te nemen. 6. Druk op de functietoets Stoppen om de stopwatch te stoppen. 146 Extra programma’s Documenten viewer Uw toestel biedt diverse viewerprogramma's waarmee u documenten in het toestel kunt openen zonder bestandconversie of verlies van inhoud. Een document openen Op het startscherm drukt u op de functietoets Start. Selecteer Mijn applicaties → Documenten viewer en selecteer daarna ClearVue PDF, ClearVue Presentation, ClearVue Worksheet. In elk programma worden de volgende bestandformaten ondersteund: • ClearVue Document: .doc, .rtf • ClearVue PDF: .pdf • ClearVue Presentation: .ppt (gemaakt in Microsoft PowerPoint 97, 2000, 2002(XP), en 2003) • ClearVue Worksheet: .xls (gemaakt in Excel 97, 2000, 2002(XP), en 2003) Een document bekijken 1. Na opening van het viewerprogramma voor het document dat u wilt openen, drukt u op de functietoets Bestand en selecteert u Open. 2. Selecteer het document. Opties in een documentweergave gebruiken Van een documentweergave kunt u de volgende functies gebruiken. 147 Afhankelijk van de gebruikte viewer kunnen de beschikbare functies verschillen: Extra programma’s • Om in en uit te zoomen drukt u op de functietoets In-/ uitzoomen en selecteert u een optie of drukt u op de functietoets Bekijken en selecteert u Schaal → een optie. • Om tussen pagina's of dia's te verplaatsen drukt u op de linker of rechter navigatietoetsen. • Om een diavoorstelling in CV Presentation te tonen drukt u op de functietoets Bekijken en selecteert u Show Bezichtigen. U kunt de eigenschappen van de diavoorstelling wijzigen door Show opstellen of Aangepaste Show te selecteren. • Om de afmetingen van het hoofdvenster in CV Presentation aan te passen drukt u op de functietoets Bekijken en selecteert u Windowoppervlak veranderen. Druk daarna op de navigatietoetsen omhoog/omlaag om het venster bij te stellen. File Manager Met het programma File Manager kunt u een verkennervenster openen dat lijkt op het venster dat binnen Windows-systemen voor de pc wordt gebruikt. Met het verkennervenster kunt u navigeren door uw telefoon om de gewenste mappen en bestanden te vinden. U kunt ook snel bestanden en mappen op uw telefoon beheren, verwijderen, kopiëren of bewerken. Opmerking:Als u de telefoon uitzet nadat u een paar bestanden in mappen, behalve in de map Geheugen, hebt opgeslagen met ActiveSync zullen alle bestanden in deze mappen worden verwijderd. Sla belangrijke bestanden op in de map Geheugen om te voorkomen dat ze worden verwijderd. 148 Extra programma’s Naar bestanden gaan 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Mijn applicaties → File Manager. De lijst met mappen in het geheugen van de telefoon wordt weergegeven. 3. Blader naar de map die u wilt bekijken. Druk op niveau. om terug te keren naar het vorige directory- 4. Blader naar een item en druk op om het te openen. Bestandbeheeropties gebruiken Van de bestandsdirectory drukt op de functietoets Menu om naar de volgende opties te gaan: • Zoeken: een bestand zoeken door de naam in te voeren. • Favorieten: voeg het geselecteerde bestand of de geselecteerde map toe aan de map Favorietenlijst. • Zenden: een bestand verzenden via MMS of Bluetooth. • Tonen: de weergavevorm wijzigen of de sorteervolgorde van de File Manager wijzigen. • Scrollen: scrol naar bestand of map. • Selectie: selecteer het bestand of alle bestanden. • Info: versie en copyright-informatie weergeven. • Afsluiten: de File Manager verlaten. Vanuit de bestandsdirectory drukt u op de functietoets Wijzigen om naar de bestandbewerkingsopties te gaan, zoals Knippen, Kopiëren, Plakken en Wissen. U kunt ook Naam wijzigen, Nieuwe map, Eigenaar en Zip gebruiken. 149 Extra programma’s Taakbeheer U kunt met uw telefoon meerdere taken tegelijkertijd uitvoeren en daardoor kunnen er diverse programma’s tegelijk openstaan. Dit kan echter wel tot een onvoorzien stoppen of vastlopen van een programma, geheugenproblemen en een hoger energieverbruik leiden. Ter voorkoming van deze problemen kunt u programma’s die u niet nodig hebt afsluiten met Taakbeheer. File Manager openen: Houd op het basisscherm ingedrukt. U kunt ook op de functietoets Start drukken en Mijn applicaties → Bureau-accessoires selecteren. Selecteer Taakbeheer. De lijst met alle programma’s die op dat moment open staan verschijnt. Openstaande programma’s beheren • Om een programma te activeren drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Inschakelen. • Blader naar een programma en druk op de functietoets Stoppen. Om alle programma’s te sluiten drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Alles stoppen. • Om de programmalijst te vernieuwen drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Verversen. De batterijstatus controleren U kunt de resterende batterijsterkte controleren. Druk op de functietoets Menu en selecteer batterij. 150 Extra programma’s Het opgeslagen geheugen controleren U kunt het geheugen dat wordt gebruikt voor de opslag van bestanden en geopende programma’ s op uw toestel of op een geheugenkaart controleren. Druk op de functietoets Menu en selecteer Geheugeninformatie. SIM Manager Met de toepassing SIM Manager kunt u de op de SIM-kaart opgeslagen contactpersonen aanmaken of bekijken. SIM-contactpersonen gebruiken U kunt naar de contactpersonen gaan die zijn opgeslagen op de SIM-kaart en deze naar de lijst contactpersonen op uw geheugen van de telefoon kopiëren of verplaatsen. Een SIM-contactpersoon aanmaken 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Mijn applicaties → Bureau-accessoires → SIM Manager. 3. Druk op de functietoets Nieuw. 4. Geef contactinformatie in en druk op de functietoets Gereed. SIM-contactpersonen bewerken 1. Op het SIM Manager scherm bladert u naar de gewenste contactpersoon. 151 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer SIM Tool → Wijzigen. Extra programma’s 3. Bewerk contactinformatie en druk op de functietoets Gereed. Uw eigen nummer bekijken U kunt uw telefoonnummers met afzonderlijke beschrijvende namen opslaan. Wijzigingen die met deze optie worden aangebracht hebben geen invloed op het telefoonnummer van uw SIM-kaart. Op het scherm SIM Manager drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Eigen nummer. SIM Application Toolkit Dit menu is beschikbaar als u een SIM AT-kaart gebruikt die de menu’s SIM Application Toolkit extra diensten biedt, zoals nieuws, weerberichten, sport, amusement en plaatsbepaling. Beschikbare diensten verschillen afhankelijk van de opzet van uw serviceprovider. Raadpleeg voor meer informatie de instructies van uw SIMkaart of neem contact op met uw serviceprovider. Google Maps Met Google Maps kunt u online kaarten zoeken van straten, steden of landen. Google Maps biedt u ook routes naar vastgestelde bestemmingen of stelt u in staat lokale bedrijfsinformatie, waaronder locatie en contactinformatie, te bekijken. 152 Extra programma’s Naar Google Maps: Op het startscherm drukt u op de functietoets Start en selecteert u Internet services → Google Maps. Druk op de functietoets Accepteren (Accept) als het scherm Algemene Voorwaarden verschijnt om de online-kaart te laden. Op kaarten zoeken Druk op de navigatietoetsen om door de kaart te bladeren en druk op om in te zoomen op de gewenste locatie. Om uit te zoemen drukt u op de functietoets Zoom-. Herhaal dit tot u de plaats die u zoekt hebt gevonden. Van de kaart kunt u de volgende functies gebruiken: • Om de weergavenstand te wijzigen in satellietbeeld met boven elkaar liggende kaartgegevens, drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Weergave wijzigen → Satelliet. • Om de real-time verkeersomstandigheden te controleren drukt u op of op de functietoets Menu en selecteert u Verkeer weergeven. Elke kleur geeft aan hoe snel het verkeer beweegt: Groen: meer dan 80 km per uur Geel: 40 - 80 km per uur Rood: minder dan 40 km per uur Grijs: op het ogenblik geen gegevens beschikbaar • Om met een externe GPS-ontvanger te verbinden drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Volg positie. 153 Extra programma’s Een vastgestelde locatie zoeken 1. Op de kaart drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Locatie zoeken.... 2. Voer het adres in van de plaats die u zoekt en druk op de functietoets OK. U kunt een adres dat op een contactkaart is opgeslagen gebruiken om op de kaart op te zoeken. Druk op de functietoets Menu en selecteer Opties → contact opzoeken.... Selecteer daarna een contactkaart het gewenste adres. Bedrijven opzoeken 1. Beweeg op de kaart naar de gewenste positie. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Bedrijven zoeken…. 3. Voer de categorie in van het bedrijf dat u zoekt en druk op de functietoets OK. Het toestel zoekt de locaties van de bedrijven in de buurt van de geselecteerde positie en geeft de naam van het dichtst bijzijnde bedrijf weer. 4. Druk op de cijfertoetsen om meer resultaten weer te geven. 5. Druk nogmaals op de overeenkomstige cijfertoets om de details van het geselecteerde bedrijf weer te geven. 6. Druk op de functietoets Opties om de route naar het bedrijf te controleren of het bedrijf te bellen. 7. Om de informatie op de kaart te wissen drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Kaart wissen. 154 Extra programma’s Routes vinden naar een vastgestelde bestemming U kunt routes vinden van de ene naar de andere locatie door elke locatie op de kaart te markeren of het adres van elke locatie handmatig in te voeren, indien u de adressen precies kent. De locaties op de kaart markeren 1. Druk op op een startlocatie en selecteer Vertrekpunt markeren. 2. Beweeg naar een eindlocatie, druk op Bestemming markeren. en selecteer Het toestel geeft de afstand en de rijtijd tussen de vastgestelde locaties aan. 3. Druk op de functietoets OK. 4. Druk op om de rijroutes naar de bestemming te controleren. Om terug te keren naar de vorige weg drukt u op . 5. Om de informatie op de kaart te wissen drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Kaart wissen. Adressen van de locaties invoeren 1. Op de kaart drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Route.... 2. Voer het adres van de startlocatie in en druk op de navigatietoets omlaag. 3. Voer het adres van de eindlocatie in en druk op de functietoets OK. Het toestel geeft de afstand aan en de rijtijd tussen de aangegeven locaties. 155 4. Druk op de functietoets OK. Extra programma’s 5. Druk op om de rijroutes naar de bestemming te controleren. Om terug te keren naar de vorige weg drukt u op . 6. Om de informatie op de kaart te wissen drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Kaart wissen. Google Maps terugzetten U kunt alle opgezochte gegevens wissen door Google Maps terug te zetten. Uw toestel wist de historie van uw zoekacties en cache van kaartbeelden, verwijdert cookies, en zet alle instellingen van de kaart terug. 1. Druk op de functietoets Menu en selecteer Opties → Google Maps herstellen. 2. Druk op de functietoets Herstellen. 156 hoofdstuk 9 Verbinding maken U kunt uw telefoon gebruiken om informatie uit te wisselen met andere mobiele telefoons en ook met uw pc, een netwerk of het Internet. U hebt de volgende verbindingsopties: • Informatie uitwisselen tussen toestellen met Bluetoothmogelijkheden zonder fysieke verbinding. • Het toestel met uw computer verbinden via een USBaansluiting om het als modem, data sync apparaat of extern geheugen te gebruiken. • Met uw Internet serviceprovider (ISP) of het netwerk van uw bedrijf. Zodra u verbonden bent, kunt u emailberichten en expresberichten verzenden en ontvangen en door Internet of intranet browsen. Verzenden met Bluetooth Bluetooth is draadloze communicatie technologie met kort bereik. Telefoons met Bluetooth kunnen gegevens uitwisselen over een afstand van ca. 10 meter zonder fysieke verbinding. U hoeft de telefoon niet af te stemmen op een ander toestel om informatie te verzenden met Bluetooth. Bluetooth-modus activeren 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Verbindingen → Draadloos beheer. 3. Druk op om de Bluetooth-functie te activeren. 4. Druk op de functietoets Gereed. 157 Verbinding maken Bluetooth-profilelen instellen U kunt de instellingen wijzigen voor elk Bluetooth profiel dat beschikbaar is op uw telefoon. Op het basisscherm drukt op de functietoets Start en selecteert Instellingen → Meer... → Verbindingen → Bluetooth. De volgende opties zijn beschikbaar: • Headset: verbinden en de verbinding verbreken met een handsfree autokit of headset. • BPP: verbinden met een Bluetooth printer. Druk op de functietoets Menu en selecteer Instellen als standaardprinter om te verbinden. • OBEX: de instellingen voor een profiel wijzigen voor verbinding met een Bluetooth-bestandsserver. Bluetooth-verificatie: bepaalt of het toestel u vraagt verbinding toe te staan als andere telefoons proberen verbinding te maken met de uwe. Schrijven mogelijk: bepaalt of andere telefoons naar uw toestel mogen schrijven. Map downloaden: selecteer de download-map. • Mijn informatie: Geef de naam voor uw telefoon in en controleert de adresinformatie. 158 Verbinding maken Zoeken naar en koppelen met een Bluetooth-telefoon 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Verbindingen → Bluetooth → Algemeen. 3. Om een nieuw toestel te zoeken selecteert u Nieuw app. toevoegen.... 4. Wacht tot de telefoon Bluetooth-telefoons heeft gevonden. 5. Selecteer een telefoon waarmee verbinding wilt maken. 6. Geef een Bluetooth-wachtwoord in en druk op de functietoets Volgende. Dit wachtwoord wordt slechts één keer gebruikt en u hoeft het niet te onthouden. Als de eigenaar van de andere telefoon hetzelfde wachtwoord invoert, is de koppeling voltooid. Opmerking: Sommige telefoons, vooral headsets van hands-free autokits, hebben een vast Bluetooth wachtwoord, bijvoorbeeld 0000. Als de andere telefoon zo’n wachtwoord heeft, moet u de code invoeren. 7. Druk op de functietoets OK, als de verbinding is gemaakt. 8. Geef een naam in voor het andere toestel en druk op de functietoets Volgende. 9. Controleer de services die u wilt gebruiken en druk op de functietoets Gereed. 159 Verbinding maken De telefoonopties gebruiken Als u op de functietoets Menu drukt vanaf de lijst met apparaten, kunt u naar de volgende opties gaan: • Bewerken: hiermee kunt u de naam of van de telefoon waarmee u zich kunt verbinden, wijzigen. • Verwijderen: hiermee kunt u het toestel verwijderen. • Bluetooth inschakelen/uitschakelen: hiermee kunt u de Bluetooth-functie uitschakelen/inschakelen. • Zichtbaarheid inschakelen/uitschakelen: hiermee kunnen andere telefoons uw toestel detecteren. • COM-poorten: hiermee kunt u een COM-poort voor verzenden of ontvangen van gegevens selecteren. Gegevens met Bluetooth verzenden 1. Lokaliseer een item in een programma dat u wilt verzenden, zoals Kalender, Contactpersonen, Taken, File Manager of Inhoudbeheerder. 2. Blader naar het item dat u wilt verzenden. U kunt slechts één item per poging verzenden. 3. Druk op de functietoets Menu en selecteer een Bluetooth-verzendoptie, afhankelijk van het programma waar u naartoe bent gegaan. 4. Het toestel zoeken en ermee koppelen. Het toestel zoekt naar telefoons binnen het bereik en geeft een lijst met beschikbare telefoons weer. 160 Verbinding maken Als er veel telefoons op de lijst staan, krijgt u mogelijk geen toestemming naar meer telefoons te zoeken. Druk op de functietoets Menu en selecteer Wissen om het toestel van de lijst te verwijderen. 5. Selecteer een toestel waarnaar u gegevens wilt beginnen te verzenden. 6. Druk op de functietoets OK, als het verzenden is voltooid. Via USB met een computer verbinden U kunt selecteren hoe de toestel werkt, als het via de USBpoort met een computer is verbonden. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Verbindingen → USB. 3. Selecteer één van de volgende functies voor USBverbindingen: • Massaopslag: het toestel wordt waargenomen als een extern geheugenapparaat. U moet een geheugenkaart in de telefoon steken. • ActiveSync: het toestel communiceert met een computer via ActiveSync. 4. Druk op de functietoets Gereed. Internet Sharing 161 Als u Internet Sharing gebruikt, kunt u uw telefoon instellen om als extern modem voor een ander toestel of computer te worden gebruikt, als dit is aangesloten via de USB-poort of Bluetooth. Verbinding maken Opmerking:Als u een actieve GPRS-verbinding hebt, bijvoorbeeld een WAP-verbinding, moet u eerst de verbinding beëindigen, voordat u probeert Internet-toegang te krijgen via Internet Sharing. 1. Voor een USB-verbinding, plugt u de PC-datakabel in het toestel en de USB-poort in uw computer. 2. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 3. Selecteer Mijn applicaties → Bureau-accessoires → Gedeeld Internet. 4. Selecteer de PC-verbinding- en netwerkverbindingstypen. 5. Druk op de functietoets Verbinden om Internet Sharing te activeren. 6. Voor een Bluetooth PAN-verbinding zoekt u naar een compatibele computer en verbindt u de telefoon met de computer. Opmerkingen: • Als Internet Sharing is geactiveerd kunt u ActiveSync gebruiken. • Als Windows Service Pack 2 wordt gebruikt, is de Internetverbinding met Internet Sharing stabieler. • Als u een Bluetooth PAN-verbinding gebruikt, moet de telefoon of computer die met uw telefoon is verbonden het PAN-profiel ondersteunen. • Als u voor Gedeeld Internet een WAP-verbinding gebruikt, dient u uw computer in te stellen met de proxyinstellingen die uw provider heeft geleverd. 162 Verbinding maken Met het Internet of uw netwerk verbinden U kunt de instellingen Verbindingen gebruiken om GPRS-, proxy- en Virtual Private Network (VPN)-verbindingen te maken zodat u verbinding kunt maken met het Internet of uw bedrijfsnetwerk. Als u een dataverbinding gebruikt, kunt u door het Internet browsen, e-mailberichten downloaden, chatten met MSN® Messenger of extern synchroniseren met een Exchange Server. Controleer via uw serviceprovider of er al een dataverbinding is geïnstalleerd voor u en of draadloze configuratie wordt ondersteund. Als u klaar bent met het gebruik van de 3G- en HSDPAverbinding dient u de gegevensverbinding te verbreken om de batterij te sparen. u verbreekt de gegevensverbinding als volgt: Druk op en selecteer Draadloos beheer in de Snelle lijst. Druk op de functietoets Menu en selecteer Verbinding verbreken. Een GPRS-verbinding aanmaken Als u zich abonneert op General Packet Radio Services (GPRS) u kunt een GPRS-verbinding instellen om toegang te krijgen tot uw bedrijfsnetwerk of het Internet. U kunt uw telefoon ook gebruiken als een GPRS-modem voor een pc. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Verbindingen → GPRS. 163 Verbinding maken 3. Druk op de functietoets Menu en selecteer Toevoegen. 4. Geef de vereiste informatie in. • Beschrijving: voer een naam in voor de verbinding. • Maakt verbinding met: selecteer een netwerktype waarvoor de verbinding wordt gebruikt. • Toegangspunt: voer de informatie in die u is verschaft door uw systeembeheerder. • Gebruikersnaam: voer uw gebruikersnaam in voor het GPRS-netwerk. • Wachtwoord: voer uw wachtwoord in. • Verificatietype: selecteer een verificatietype. • Primaire DNS: voer het primaire DNS-adres in. • Secondaire DNS: voer het secondaire DNS-adres in. • IP-adres: voer het Internet Protocol (IP) adres in. Opmerking: Als u niet zeker bent over de in te voeren informatie, raadpleegt u uw netwerkbeheerder. 5. Als u klaar bent, drukt u op de toets Gereed. Een proxy-verbinding aanmaken U kunt een proxy-verbinding gebruiken om toegang te krijgen tot het Internet via een bestaande verbinding naar uw bedrijfsnetwerk. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 164 Verbinding maken 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Verbindingen → Proxy. 3. Druk op de functietoets Menu en selecteer Toevoegen. 4. Geef de vereiste informatie in. • Beschrijving: voer een naam in voor de verbinding. • Maakt verbinding vanaf: selecteer het netwerktype waarvan u verbinding wilt maken. • Maakt verbinding met: selecteer het netwerktype waarmee u verbinding wilt maken. • Proxy (naam:poort): voer de naam en het poortnummer van de proxyserver in het formulier in. • Type: selecteer een netwerktype waarvoor de proxyverbinding wordt gebruikt. • Gebruikersnaam: voer uw gebruikersnaam in voor het netwerk waarmee u verbinding wilt maken. • Wachtwoord: voer uw wachtwoord in. Opmerking: Als u niet zeker bent over de in te voeren informatie, vraagt u het aan uw serviceprovider. 5. Als u klaar bent drukt u op de toets Gereed. Een VPN-verbinding aanmaken Als uw bedrijf een VPN heeft geïnstalleerd, kunt u een VPNverbinding maken om toegang te krijgen tot uw bedrijfsnetwerk d.m.v. een Internetverbinding. 1. Op het basisscherm drukt u op de functietoets Start. 165 Verbinding maken 2. Selecteer Instellingen → Meer... → Verbindingen → VPN. 3. Druk op de functietoets Menu en selecteer Toevoegen. 4. Geef de vereiste informatie in. • Beschrijving: voer een naam in voor de verbinding. • VPN-type: selecteer het type VPN. • Server: voer de VPN-servernaam in. • Maakt verbinding vanaf: selecteer het netwerktype waarvan u de verbinding maakt met VPN (meestal Internet). • Maakt verbinding met: selecteer het netwerktype waarmee u verbinding wilt maken (meestal Werk). • Gebruikersnaam: voer uw gebruikersnaam voor de VPN in. • Wachtwoord: voer uw wachtwoord in. • Domein: voer de domeinnaam in, als dit vereist is. • IPSec-verificatie: Als u IPSec/L2TP hebt geselecteerd voor VPN-type, selecteert u het type verificatie. • IPSec Vooraf gedeelde sleutel: als u Vooraf gedeelde sleutel voor IPSec-verificatie hebt geselecteerd, geeft u de gedeelde sleutel in. Opmerking:Als u niet zeker bent over de in te voeren informatie, vraagt u het aan uw netwerkbeheerder. 5. Als u klaar bent, drukt u op de toets Gereed. 166 Verbinding maken Dataverbindingen installeren Na het aanmaken van verbindingsprofielen kunt u een profiel aan elk netwerktype toewijzen. 1. Op het spelerscherm drukt u op de functietoets Menu en selecteert Geavanceerd. 2. Selecteer een verbindingsprofiel in elk netwerk. 3. Druk op de functietoets Gereed. Een URL-uitzondering toevoegen Sommige URL-adressen voor webpagina’s op uw bedrijfsintranet gebruiken mogelijk punten, bijvoorbeeld: intranet.companyname.com. Om deze pagina’s in Internet Explorer te bekijken, moet u een URL-uitzondering aanmaken. Opmerking:U hoeft geen URL-uitzonderingen aan te maken voor Internet URL-adressen. 167 Verbinding maken 1. Op het spelerscherm drukt u op de functietoets Menu en selecteert Geavanceerd. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer BedrijfsURL-uitzondering. 3. Druk op de functietoets Menu en selecteer Toevoegen. 4. Geef het URL-patroon in en druk op de functietoets Gereed. Scheidt meerdere URL patronen met een puntkomma. De dataverbindingsopties wijzigen Op het geavanceerde scherm drukt u op de functietoets Menu en selecteert Opties om naar de volgende opties te gaan: • Kiespogingen: selecteer de herkiespoging om u met het Internet of uw netwerk te verbinden na een niet geslaagde verbinding. • Mijn bureaublad is verb. met: selecteer het netwerktype waarmee uw pc verbinding maakt. 168 hoofdstuk 10 Problemen oplossen Algemene problemen 169 Probleem Beschrijving & Oplossing "De SIM-kaart ontbreekt of is ongeldig. U kunt nog noodoproepen maken, als uw serviceprovider dit ondersteunt." verschijnt Controleer of de SIM-kaart correct is geplaatst. "Geen netwerkdekking," "Fout: verbinding maken onmogelijk. Geen netwerkdekking." of "Uw tekstbericht kan niet worden verzonden." verschijnt • De netwerkverbinding is verbroken. U bent mogelijk in een gebied met zwak signaal (in een tunnel of in een omgeving met hoge gebouwen). Verplaats u en probeer het nog een keer. • U probeert een optie waarvoor u geen abonnement hebt bij uw serviceprovider. Neem contact op met de serviceprovider voor meer informatie. De balken naast verdwijnen • Als u uw toestel net hebt aangezet, wacht u ca. 2 minuten tot het het netwerk heeft gevonden en een signaal ontvangt van het netwerk. • Als u in een tunnel of een lift bent, kan de telefoon waarschijnlijk geen goed signaal ontvangen. Ga naar een open ruimte. • Dit kan verschijnen als u van het ene servicegebied in het andere komt. Het is normaal. Problemen oplossen Probleem Beschrijving & Oplossing De weergave is niet duidelijk In direct zonlicht kunt u mogelijk het scherm niet goed zien. Als u naar een plaats gaat met minder licht kan dit het probleem oplossen. Er verschijnen witte lijnen op het scherm Dit kan gebeuren als u de telefoon aanzet nadat u hem lang niet hebt gebruikt of nadat u de batterij hebt verwijderd zonder het toestel af te zetten. Dit houdt geen verband met de levensduur van de telefoon. Het scherm moet zichzelf snel corrigeren. "PIN-code" verschijnt • U gebruikt uw toestel voor de eerste keer. U moet de met de SIM-kaart meegeleverde PIN-code invoeren. • De PIN controlefunctie is geactiveerd. Steeds wanneer u het toestel uitzet, moet u de PIN invoeren. Als u deze functie wilt uitschakelen, drukt u op de functietoets Start, selecteer Instellingen → Meer... → Beveiliging → SIM-pincode uitschakelen en de PIN invoeren. "PUK vereist" verschijnt De PIN-code is drie keer incorrect ingevoerd en de SIM-kaart is nu geblokkeerd. Geef de door uw serviceprovider verleende PUK in. 170 Problemen oplossen Probleem Beschrijving & Oplossing Ik ben wachtwoord, PIN, reset-wachtwoord of PUK-codes vergeten Als u het wachtwoord van de telefoon vergeet of kwijtraakt, neem dan contact op met de leverancier. Als u een PIN- of PUK-code bent vergeten of kwijtgeraakt of als u zo’n code niet hebt ontvangen, neem dan contact op met uw netwerkprovider. Voor informatie over wachtwoorden neemt u contact op met uw toegangspuntprovider, bijvoorbeeld een commerciële Internet Service Provider (ISP), serviceprovider of netwerkoperator. Oproepproblemen 171 Probleem Beschrijving & Oplossing Ik heb een nummer ingevoerd, maar het werd niet gekozen • Hebt u wel gedrukt ? • Controleer of uw draadloze verbinding met uw mobiele serviceprovider aan staat en het signaal van het netwerk niet is gestoord. • U hebt misschien een blokkering voor uitgaande oproepen ingesteld. Problemen oplossen Probleem Beschrijving & Oplossing De persoon die mij probeert te bellen kan mij niet bereiken • Zorg ervoor dat uw toestel aan staat ( langer dan één seconde ingedrukt). • Controleer of uw draadloze verbinding met uw mobiele serviceprovider aan staat en het signaal van het netwerk niet is gestoord. • U hebt misschien een blokkering voor inkomende oproepen ingesteld. De persoon die mij probeert te bellen kan me niet horen spreken • Hebt u het mondstuk aangezet? • Let erop dat het toestel dicht genoeg bij uw mond is. Het mondstuk bevindt zich aan de onderkant van het toestel. De geluidskwaliteit van de oproep is slecht • Pas het spraakvolume aan door op of te drukken. • Controleer de signaalsterkte-indicator op het scherm ( ); het aantal balken geeft de signaalsterkte aan, van sterk tot zwak. • Houd de telefoon in een iets andere stand of ga dichter bij een raam staan, als u zich in een gebouw bevindt. De verbinding met oproepen van of naar de telefoon wordt niet goed gemaakt en snel verbroken • Signalen van het netwerk zijn zwak. Verplaats u. • Aanraken van de antenne bovenop het toestel kan de oproepkwaliteit verslechteren. Let op dat u de antenne niet raakt als u het toestel gebruikt. 172 Problemen oplossen Problemen met de batterij 173 Probleem Beschrijving & Oplossing Het toestel werkt niet goed of helemaal niet Verwijder de batterij en vervang hem. Zet het toestel aan. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met een Samsung servicecenter. De standby-tijd van de batterij is korter dan verwacht • Batterijen slijten. De standby-tijd wordt op den duur korter. • Als u een volledig opgeladen batterij langdurig op een koude of warme plaats bewaart, kan dit de levensduur van de batterij verkorten. • De standby-tijd is afhankelijk van waar u de telefoon gebruikt. De tijd kan verschillen van de specificaties op de batterij. Is het goed als de telefoon met het stroomnet verbonden blijft nadat hij volledig is opgeladen Wij adviseren u het toestel uit de adapter te halen of de adapter uit het stopcontact te halen. Het toestel wordt warm Dit kan voorkomen als u langdurig telefoneert of programma’s gebruikt, zoals Games, Internet, mediaspeler of camera, omdat het toestel dan meer stroom verbruikt. Stop met deze programma’s te gebruiken tot het toestel is afgekoeld. Problemen oplossen Probleem Beschrijving & Oplossing Het batterijniveau lijkt voldoende, maar het toestel gaat niet aan • Haal de batterij uit het toestel en plaats hem opnieuw. Zet daarna het toestel aan. • Reinig de metalen contacten, zowel op de batterij als op het toestel. Plaats de batterij opnieuw en zet het toestel aan. Het toestel gaat uit als de adapter is aangesloten Stof op de contacten kan onverwachte oplaadonderbrekingen veroorzaken. Reinig de metalen contacten, zowel op de batterij als op het toestel. Problemen met programma’s Probleem Beschrijving & Oplossing "Niet genoeg geheugen om de handeling uit te voeren. Verwijder bepaalde gegevens eerst." of "Geheugen bijna vol. Verwijder bepaalde gegevens." verschijnt Om te bekijken welk soort gegevens u hebt en hoeveel geheugen de gegevensgroepen in beslag nemen drukt u op de functietoets Start en selecteert Mijn applicaties → Bureauaccessoires → Taakbeheer. Druk op de functietoets Menu en selecteer Geheugeninformatie. Verwijder oude items van programma’s. Zonodig maakt u een reservekopie van uw gegevens d.m.v. ActiveSync of de geheugenkaart. 174 Problemen oplossen Probleem Beschrijving & Oplossing Opera-browser "Kan geen Geef juiste browser-instellingen in. netwerkverbindin- Neem contact op met uw serviceprovider ding krijen. voor nadere aanwijzigen. Controleer uw verbindingsinstellingen." verschijnt Internet Explorer 175 "Uw Internetverbinding is niet juist geconfigureerd. Controleer uw instellingen in Verbindingen." verschijnt Geef juiste browser-instellingen in. Neem contact op met uw serviceprovider voor nadere aanwijzigen. Het toestel maakt geen verbinding met het Internet • Controleer of u een Internet serviceprovider hebt geïnstalleerd en daarmee verbonden ben. • Controleer of uw draadloze verbinding met uw mobiele serviceprovider aan staat en het signaal van het GPRSnetwerk niet is gestoord. • Controleer met uw serviceprovider of uw gebruikersnaam en wachtwoord correct zijn. • Controleer met uw Internet serviceprovider of het netwerk waarmee u verbinding probeert te maken beschikbaar is of probeer verbinding te maken vanaf een andere PC. Problemen oplossen Probleem Beschrijving & Oplossing Camera Afbeeldingen lijken vlekkerig Controleer of het beschermvenster van de cameralens schoon is. Contactpersonen Er wordt geen nummer gekozen als u een contactkaart terugbelt • Controleer of er een nummer in de contactkaart is opgeslagen. • Sla zonodig het nummer opnieuw op. Bluetooth Ik kan een Bluetoothverbinding niet beëindigen Als een ander toestel met uw toestel is verbonden, kunt u de verbinding verbreken door Bluetooth uit te schakelen. Ga naar Draadloos beheer en deselecteer Bluetooth. Ik kan het Bluetoothgeactiveerde toestel van mijn vriend niet vinden • Verifieer of beide Bluetooth zijn geactiveerd. • Let erop dat de afstand tussen de twee telefoons niet meer dan 10 meter is en dat er zich geen muren of andere hindernissen tussen de telefoons bevinden. • Let erop dat de andere telefoon in de vindbare stand staat. • Let erop dat de telefoons compatibel zijn. 176 Problemen oplossen 177 Probleem Beschrijving & Oplossing Ik kan de externe Bluetoothstereoheadset niet ontdekken • Let erop dat de Bluetooth-functie op het toestel aan staat. • Let erop dat de externe Bluetoothstereoheadset in de vindbare stand staat. • Let erop dat de externe Bluetoothtelefoon de mogelijkheid heeft als stereoheadset te fungeren. Ik kan geen verbinding maken met de externe Bluetoothstereoheadset Zorg ervoor dat de correcte toegangscode op de telefoon is ingevoerd tijdens de verbinding met de headset. De meeste Bluetooth-headsets hebben een vaste toegangscode die vermeld moet staan in de gebruiksaanwijzing. U moet de toegangscode invoeren als u verbinding maakt met de headset. Ik kan niet naar muziek luisteren met de externe Bluetoothstereoheadset • Zorg ervoor dat u verbonden bent met de Bluetooth-stereoheadset. • Zorg ervoor dat de melodie die u afspeelt één of de ondersteunde formaten heeft. • Controleer de batterijniveaus op de Bluetooth-stereoheadset. • Zorg ervoor dat toestel en headset binnen elkaars bereik zijn. De maximum afstand tussen de twee mag niet meer zijn dan 10 meter. Problemen oplossen Probleem Beschrijving & Oplossing Er zijn onderbrekingen in de afgespeelde muziek op de externe Bluetoothstereoheadset Er kunnen zich onderbrekingen voordoen als de telefoon en de Bluetoothstereoheadset gescheiden worden door muren. Ik kan geen oproep met de Bluetoothstereoheadset maken, als ik naar muziek luister. Een Bluetooth-verbinding beëindigen en opnieuw verbinding maken met de headset via het handsfree-profiel. Oproephistorie De oproephistorie is leeg U hebt mogelijk een filter geactiveerd en er zijn geen communicatiegebeurtenissen die aan de filtercriteria voldoen. Als u alle gebeurtenissen wilt bekijken, drukt u op de functietoets Start en selecteer Oproepen. Druk op de functietoets Menu en selecteer Filter → Geen filter. Berichten Ik kan geen contactkaart selecteren als ik een bericht schrijf. Als de contactkaart geen telefoonnummer of e-mailadres bevat, kunt u deze niet selecteren. Voeg de ontbrekende informatie toe aan de contactkaart in Contactpersonen. 178 Problemen oplossen Probleem Beschrijving & Oplossing PC-connectiviteit Problemen treden op als de telefoon wordt verbonden met een PC Zorg ervoor dat ActiveSync is geïnstalleerd en open staat op uw PC. Zie de gebruiksaanwijzing voor ActiveSync op de CD-ROM. Voor meer informatie over ActiveSync, zie de helpfunctie van ActiveSync of ga naar www.microsoft.com. Als de aanwijzingen hierboven uw probleem niet kunnen oplossen, noteer dan: • het model en serienummer van uw toestel • uw garantie-informatie • een duidelijke beschrijving van het probleem Neem daarna contact op met uw locale leverancier of Samsung klantenservice. 179 hoofdstuk 11 Reglementaire notities SAR-certificatie-informatie Deze telefoon voldoet aan de eisen van de Europese Unie (EU) m.b.t. blootstelling aan radiogolven. Uw mobiele telefoon verzendt en ontvangt radiosignalen. Het toestel is zo ontworpen en gefabriceerd dat de limieten voor blootstelling aan radiofrequentie-energie (RF), zoals aanbevolen door de EU-raad, niet worden overschreden. Deze limieten maken deel uit van de uitgebreide richtlijnen en stellen toegestane niveaus van RF-energie vast voor de bevolking. De richtlijnen zijn ontwikkeld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties via periodieke en grondige evaluatie van wetenschappelijke studies. De limieten houden een substantiële veiligheidsmarge in die is vastgesteld om de veiligheid van iedereen te garanderen, ongeacht leeftijd en gezondheid. De blootstellingstandaard voor mobiele telefoons gebruikt de meeteenheid SAR (Specific Absorption Rate). De SARlimiet die wordt aanbevolen door de EU-raad is 2.0 W/Kg.1 De hoogste SAR-waarde voor deze modeltelefoon was 0.383 W/Kg. 1. De SAR-limiet voor mobiele telefoons die in het algemeen worden gebruikt is 2.0 watts/kilogram (W/kg) gemiddeld voor tien gram lichaamsweefsel. De limiet omvat een substantiële veiligheidsmarge om extra bescherming te geven aan het publiek en rekening te houden met meetvariaties. De SAR-waarden kunnen verschillen afhankelijk van nationale rapportage-eisen en de netwerkband. 180 Reglementaire notities SAR tests worden uitgevoerd met standaardbedieningsposities waarbij de telefoon uitzendt op het hoogste gecertificeerde vermogensniveau in alle geteste frequentiebanden. Hoewel de SAR is vastgesteld op het hoogste gecertificeerde vermogensniveau, kan het werkelijke SAR-niveau van de telefoon bij gebruik aanmerkelijk lager zijn dan de maximum waarde. Dit komt omdat de telefoon zo is ontworpen dat deze werkt op verschillende vermogensniveaus, zodat alleen het vermogen gebruikt wordt dat nodig is om het netwerk te bereiken. Over het algemeen geldt hoe dichter u bij een basisstation bent, hoe geringer het geleverde vermogen is. Voordat er een nieuw telefoonmodel op de markt komt, dient bewijs te worden overlegd van conformiteit met de Europese R&TTE-richtlijn. Deze richtlijn bevat één essentiële eis, de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de gebruiker en van derden. Notitie Europese Unie Producten met CE-markering voldoen aan de R&TTErichtlijn (99/5/EC), de EMC-richtlijn (89/336/EEC) en de Richtlijn "Laagspanning" (73/23/EEC) uitgegeven door de Commissie van de Europese Gemeenschap. Voldoen aan met deze richtlijnen houdt conformiteit in met de volgende Europese Normen (tussen haakjes de equivalente internationale standaards): • EN 60950 (IEC 60950) - Safety of Information Technology Equipment 181 • ETS 300 342-1 (June 1997) - Electromagnetic compatibility and Radio spectrum Matters (ERM); ElectroMagnetic Compatibility (EMC) for European digital cellular telecommunications system (GSM 900 MHz, GSM 1800 MHz, and GSM 1900 MHz); Part 1: Mobiele en draagbare radio en hulpuitrusting Reglementaire notities • GSM11.10 • ANSI/IEEE C.95.1-1992- specifiek absorptietempo in uitzendvoorwaarden van mobiele telefoons voor lichamelijke gezondheid • FCC deel15 en deel 24 • prENV50166-2, 1995 for SAR • SAR: 0.383 W/kg Belangrijk veiligheidsinformatie Bewaar en volg alle productveiligheid en bedieningsinstructies op. Neem alle waarschuwingsberichten op het product en in de bedieningsinstructies in acht. Om het risico van lichamelijk letsel, elektrische schokken, brand, en/of schade aan de apparatuur te voorkomen dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen: Algemene voorzorgsmaatregels Belangrijke informatie inzake service/onderhoud: pleeg nooit zelf onderhoud of reparaties aan de producten, tenzij dit elders in de bedienings- of servicedocumentatie aangegeven. Onderhoud aan onderdelen binnen deze compartimenten moet worden uitgevoerd door erkend onderhoudspersoneel van de provider. Reparatie van schade: trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact en laat de reparatie over aan een door Samsung erkend servicecenter of de provider, als sprake is van één van de volgende situaties: • Er is vloeistof of een voorwerp in het apparaat terecht gekomen. 182 Reglementaire notities • Het apparaat is blootgesteld aan regen of water. • Het apparaat is gevallen of beschadigd. • Er zijn zichtbare tekenen van oververhitting. • Het apparaat werkt niet goed als u de bedieningsinstructies opvolgt. Warme zones vermijden: het apparaat moeten niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, warmteroosters, kachels of andere apparaten (incl. versterkers) die hitte produceren, worden neergezet. Natte zones vermijden: gebruik het apparaat nooit op een natte locatie. Duw geen voorwerpen in het apparaat: duw nooit voorwerpen in gleuven of andere openingen in de apparaat. Gleuven en andere openingen dienen voor de ventilatie. Deze openingen moeten niet afgesloten of bedekt worden. Bevestigingsaccessoires: gebruik dit apparaat niet op een onstabiele tafel, wagen, stand, driepoot of beugel. Bij montage van het apparaat moet u de instructies van de fabrikant opvolgen en een door de fabrikant aanbevolen montagekit gebruiken. Onstabiele ondergrond vermijden: plaats het apparaat niet op een onstabiele ondergrond. Gebruik goedgekeurde onderdelen voor het apparaat: dit toestel moet altijd gebruikt worden samen met PC’s en andere apparatuur die als geschikt voor gebruik ermee zijn aangemerkt. Het volume aanpassen: zet het volume af voordat u een koptelefoon of andere audio-apparaten gebruikt. 183 Reglementaire notities Reinigen: trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u het reinigt. Gebruik geen vloeibare schoonmaakmiddelen of sprays. Gebruik een vochtige doek voor het reinigen, maar gebruik NOOIT water om een LCDscherm te reinigen. Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen voor stroomvoorziening Gebruik de juiste externe energiebron: het apparaat mag alleen worden gevoed vanaf de energiebronnen die zijn aangegeven op het elektrisch typeplaatje. Als u niet zeker weet welke stroombron is vereist, neem dan contact op met uw erkende serviceprovider of locale energiebedrijf. Voor een apparaat dat op batterij-energie of een andere stroombron werkt, raadpleegt u de bedieningsinstructies die bij het apparaat is meegeleverd. Ga voorzichtig om met batterijen: dit apparaat bevat een lithium polymeer batterij. Er bestaat gevaar voor brand en brandwonden als de batterij niet correct wordt behandeld. Probeer de batterijdoos niet te openen of te repareren. Korte externe contacten of circuits niet uit elkaar halen, plat drukken of doorsteken, niet afvoeren in vuur of water of een batterijdoos blootstellen aan temperaturen van meer dan 60° C. Opmerking:Er bestaat explosiegevaar als de batterij incorrect is vervangen. Alleen vervangen door aanbevolen batterijen. Voer gebruikte batterijen af volgens de locale regels of referentiegids bij uw apparaat. 184 Reglementaire notities Verzorging en onderhoud Uw telefoon is een apparaat van superieur ontwerp en vakmanschap en dient met zorg behandeld te worden. De suggesties hieronder helpen u te voldoen aan garantieverplichtingen en jarenlang van dit apparaat te genieten. • Houd de telefoon en alle onderdelen ervan buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Zij kunnen deze spullen onopzettelijk beschadigen of kleine onderdelen inslikken. • Zorg dat de telefoon droog blijft. Neerslag, vocht en vloeistoffen bevatten mineralen die elektronische circuits kunnen aantasten. • Gebruik de telefoon nooit met een natte hand. Als u dit wel doet, kan dit een elektrische schok of schade aan de telefoon veroorzaken. • Berg de telefoon niet op in stoffige, vuile plaatsen, omdat hierdoor de bewegende delen kunnen worden beschadigd. • Berg de telefoon niet op warme plaatsen op. Hoge temperaturen kunnen de levensduur van elektronische apparaten verkorten, batterijen beschadigen en bepaalde plasticsoorten krombuigen of smelten. • Berg de telefoon niet op koude plaatsen op. Als de telefoon warmer wordt dan de normale bedieningstemperatuur, kan zich vocht vormen in de telefoon, waardoor de elektronische printplaten van de telefoon kunnen worden beschadigd. • Laat de telefoon niet vallen en stoot of schud hem niet. Ruwe behandeling kan breuk van interne printplaten teweeg brengen. 185 Reglementaire notities • Gebruik geen bijtende chemicaliën, oplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelen om de telefoon te reinigen. Veeg af met een zachte doek. • De telefoon niet verven. Verf kan de bewegende delen van het toestel vastzetten en de goede werking verhinderen. • Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparaten, zoals magnetron, kachel of radiator. De telefoon kan ontploffen als hij oververhit raakt. • Als de telefoon of batterij nat wordt, wijzigt het label dat waterschade in de telefoon aangeeft van kleur. In dit geval vallen telefoonreparaties niet langer onder de gewaarborgde garantie van de fabrikant, zelfs als de garantie van uw telefoon niet is verlopen. • Als uw telefoon een flitser of lamp heeft, gebruik deze dan niet te dicht bij de ogen van mensen en dieren. Het kan schade aan de ogen toebrengen. • Gebruik alleen een meegeleverde of goedgekleurde vervangende antenne. Niet goedgekeurde antennes of gewijzigde accessoires brengen mogelijk schade toe aan de telefoon en schenden regels voor radio-apparatuur. • Als de telefoon, batterij, oplader of andere accessoire niet goed werkt, breng deze dan bij het dichtstbijzijnde servicecentrum. Het personeel zal u behulpzaam zijn en zonodig, voor reparatie zorgen. 186 Reglementaire notities Microsoft Licentieovereenkomst voor eindgebruikers • U hebt een telefoon ("TELEFOON") die software bevat onder licentie van Samsung Electronics Co., Ltd. van een bij Microsoft Corporation ("MS") aangesloten bedrijf. Deze geïnstalleerde software onderdelen van MS, de gekoppelde media, gedrukt en "online" materiaal of elektronische documentatie ("SOFTWARE") zijn beschermd door internationale intellectuele eigendomswetten en -verdragen. De SOFTWARE wordt gelicenceerd, niet verkocht. Alle rechten voorbehouden. • ALS U NIET AKKOORD GAAT MET DEZE LICENTIEOVEREENKOMST VOOR EINDGEBRUIKERS ("EULA"), GEBRUIK HET TOESTEL DAN NIET EN KOPIEER DE SOFTWARE NIET. NEEM IN PLAATS DAARVAN METEEN CONTACT OP MET SAMSUNG ELECTRONICS CO., LTD. VOOR INSTRUCTIES OVER RETOURNEREN VAN DE ONGEBRUIKTE TELEFOON(S) MET TERUGBETALING. ELK GEBRUIK VAN DE SOFTWARE, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE TELEFOON, IS VERVAT IN UW OVEREENKOMST VOOR DEZE EULA (OF BEKRACHTIGING VAN EEN EERDERE OVEREENKOMST). • SOFTWARE bevat een reeds op de telefoon geïnstalleerde software ("TELEFOONSOFTWARE") en MS-software op de CD-ROM-disk ("Companion CD"). VERLENING VAN SOFTWARE-LICENTIE. Deze EULA verleent u de volgende licentie: TELEFOONSOFTWARE. U mag de TELEFOONSOFTWARE die op het toestel is geïnstalleerd, gebruiken. 187 Reglementaire notities Companion CD. een Companion CD wordt meegeleverd bij uw TOESTEL, en u mag de Microsoft® ActiveSync® component op één (1) of meer PC’s installeren en gebruiken om informatie uit te wisselen met één (1) of meer computers die een compatibele versie van het besturingssysteem Microsoft® Windows MobileTM Versie 5.0 bevatten. Andere softwarecomponent(en) op de Companion CD mag u alleen installeren en gebruiken conform de voorwaarden van de afgedrukte of online licentieovereenkomst(en) voor eindgebruikers die met dergelijke component(en) worden meegeleverd. Als er geen licentieovereenkomst voor eindgebruikers voor een of meerdere component(en) van de Companion CD aanwezig is, mag u slechts één (1) kopie van deze component(en) op de TELEFOON of op één PC waarmee u de TELEFOON wilt gebruiken installeren en gebruiken. Telefoonfuncties. Als de software van de TELEFOON telefoonfuncties bevat, is mogelijk een deel of alle software van de TELEFOON buiten werking als u GEEN serviceaccount hebt bij een geschikte draadloze telecommunicatiebedrijf aan wie Samsung Electronice Co., Ltd. zijn TELEFOONS ("Mobile Operator") kan distribueren, of als de netwerkfaciliteiten van de Mobile Operator niet werken of geconfigureerd zijn om met het toestel te werken. Microsoft® Outlook®. Als Microsoft Outlook bij uw TELEFOON is meegeleverd, gelden de volgende voorwaarden voor uw gebruik van Microsoft Outlook: (i) ongeacht de informatie in de paragraaf "Software-installatie en -gebruik" van de online EULA mag u één (1) kopie van Microsoft Outlook op één (1) PC installeren om te gebruiken, gegevens uit te wisselen, gegevens te delen, toegang te hebben tot de telefoon en hier mee interactie te hebben en (ii) de EULA voor Microsoft Outlook is aangegaan tussen Samsung Electronics Co., Ltd. en de eindgebruiker - niet tussen de PC-fabrikant en eindgebruiker. 188 Reglementaire notities BESCHRIJVING VAN ANDERE RECHTEN EN BEPERKINGEN. • Spraak-/handschriftherkenning. Als de software van de TELEFOON spraak- en/of handschriftherkenningscomponent(en) bevat, wordt hieronder verstaan dat spraaken handschriftherkenning inherente statistieke processen zijn en dat er fouten kunnen optreden in de herkenning van uw handschrift en de uiteindelijke conversie in tekst. Samsung Electronics Co., Ltd. of zijn leveranciers kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade veroorzaakt door fouten in het spraak- en handschriftherkenningsproces. • BEPERKINGEN op reverse engineering, decompilatie en disassemblering. U mag geen reverse enginering, decompilatie of disassemblering toerpassen op de SOFTWARE, behalve en alleen in de mate waarin een dergelijke activiteit uitdrukkelijk is toegestaan door de toepasselijke wet niettegenstaande deze beperking. • Enkelvoudige EULA. Het pakket van de TELEFOON kan meerdere versies van deze EULA bevatten, zoals meerdere vertalingen en/of meerdere mediaversies (bijv. in gebruikersdocumentatie en software). Zelfs als u meerdere versies van de EULA ontvangt, hebt u slechts de licentie één (1) kopie van de software van de TELEFOON te gebruiken. 189 Reglementaire notities • OPMERKING M.B.T. DE VISUELE STANDAARD VAN MPEG-4. De TELEFOONSOFTWARE kan een visuele decodeertechnologie voor MPEG-4 bevatten. MPEG LA, L.L.C. vereist de volgende opmerking: GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE IN EEN VORM DIE OVEREENKOMT MET DE MPEG-4 VISUELE STANDAARD IS VERBODEN, BEHALVE VOOR GEBRUIK DIRECT VERBONDEN MET (A) INFORMATIEGEGEVENS (i) GEGENEREERD DOOR EN VERKREGEN ZONDER KOSTEN VAN EEN EINDGEBRUIKER DIE NIET BETROKKEN IS BIJ EEN ZAKELIJKE ONDERNEMING, EN (ii) ALLEEN VOOR PERSOONLIJK GEBRUIK; EN (B) ANDER GEBRUIK WAARVOOR SPECIFIEK EN APART LICENTIE IS VERLEEND DOOR MPEG LA, L.L.C. Als u vragen hebt m.b.t. deze Mededeling, neem dan contact op met MPEG LA, L.L.C., 250 Steele Street, Suite 300, Denver, Colorade 80206; telefoon 303 331.1880; fax 303 331.1879 • Geen huur /commerciële hosting. U mag de SOFTWARE niet aan andere verhuren, leasen of uitlenen of commerciële hostdiensten verlenen aan anderen met de SOFTWARE. 190 Reglementaire notities • SOFTWARE als component van de telefoonsoftware-overdracht. De TELEFOONSOFTWARE die in ROM (alleen lezen) is geïnstalleerd op de TELEFOON kan alleen worden gebruikt als deel van de telefoon. De onderdelen ervan kunnen niet worden gescheiden voor gebruik op meer dan één telefoon, tenzij uitdrukkelijk vermeld in deze EULA. U kunt al uw rechten van deze EULA alleen als deel van een verkoop of overdracht van het toestel permanent overdragen, mits u geen kopieën bewaart. U dient alle SOFTWARE (inclusief alle onderdelen, mediamateriaal en afgedrukt materiaal, upgrades, deze EULA en, indien van toepassing, de Echtheidsverklaring(en)) over te dragen en de ontvanger dient akkoord te gaan met de voorwaarden van deze EULA. Als de SOFTWARE een upgrade is, moet de overdracht alle voorgaande versies van de SOFTWARE bevatten. Als de TELEFOONSOFTWARE telefoonfuncties bevat, mag u geen rechten onder deze EULA m.b.t. de TELEFOONSOFTWARE van de Companion CD permanent overdragen, tenzij dit is toegestaan door de desbetreffende mobiele operator. In het geval dat de mobiele operator een dergelijke overdracht toestaat, mag u al uw rechten onder deze EULA alleen als deel van een verkoop of overdracht van het toestel permanent overdragen, mits u geen kopieën behoudt. U dient alle SOFTWARE (inclusief alle onderdelen, mediamateriaal en gedrukt materiaal, upgrades, deze EULA en, indien van toepassing, de Echtheidsverklaring(en)) permanent overdragen en de ontvanger akkoord gaat met de voorwaarden van deze EULA. Als de SOFTWARE een upgrade is, moet de overdracht alle voorgaande versies van de SOFTWARE bevatten. 191 Reglementaire notities • Beëindiging. Onverlet andere rechten kan Samsung Electronics Co., Ltd. of MS deze EULA beëindigen als u zich niet houdt aan de voorwaarden van deze EULA. In dat geval dient u alle kopieën van de SOFTWARE en alle onderdelen ervan te vernietigen. • Beveiligingsupdates/digitale rechtenbeheer. Content providers gebruiken digital rights management technologie ("DRM") die zich in uw TOESTEL bevindt om de integriteit van hun inhoud ("Secure Content") te beschermen zodat hun intellectueel eigendom, inclusief copyright, in dergelijke inhoud niet wordt vervreemd. Delen van de TELEFOONSOFTWARE en toepassingen van derden, zoals mediaspelers, gebruiken DRM om Secure Content ("DRM Software") af te spelen. Als de beveiliging van de DRM-software in gevaar is gekomen, kunnen eigenaren van Secure Content ("Secure Content Owners") eisen dat MS het DRM-licentieservers en PC’s niet langer toestaat nieuwe licenties af te geven die het een des betreffende TELEFOON mogelijk maakt Secure Content af te spelen. Deze handeling verandert niets aan de mogelijkheid van DRM software onbeschermde inhoud af te spelen. Een lijst ingetrokken DRM-software wordt naar uw TELEFOON verzonden als u een licentie voor Secure Content vanaf het Internet of vanaf uw PC downloadt. U gaat er daarom mee akkoord dat MS, samen met een dergelijke licentie, ook lijsten van ingetrokken software downloadt op uw TELEFOON namens eigenaren van Secure Content. MS haalt geen persoonlijke identificeerbare informatie, of enige andere informatie, van uw TELEFOON op bij het downloaden van dergelijke lijsten van ingetrokken software. 192 Reglementaire notities • Toestemming voor gebruik van gegevens. U gaat ermee akkoord dat MS, Microsoft Corporation, dochterondernemingen en/of hun aangewezen agent technische informatie die op enige wijze als deel van de telefoonondersteuningsservices m.b.t. de SOFTWARE is verzameld, gebruikt. MS, Microsoft Corporation, dochterondernemingen en/of aangewezen agent kunnen deze informatie alleen gebruiken om hun producten te verbeteren of om persoonlijke services of technologieën aan u te verlenen. MS, Microsoft Corporation, dochterondernemingen en/of aangewezen agent kunnen deze informatie aan anderen bekendmaken, maar niet in een vorm waarbij persoonlijke gegevens van u vrijkomen. • Internet Gaming/Updatefuncties. Als de TELEFOONSOFTWARE Internet gaming of updatefuncties aanbiedt, en u ervoor kiest ze te gebruiken, moet u computersysteem, hardware, en software-informatie gebruiken om de functies toe te passen. Door deze functies te gebruiken, geeft u MS, Microsoft Corporation en/of hun aangewezen agent uitdrukkelijk toestemming deze informatie alleen te gebruiken om hun producten te verbeteren of persoonlijke services of technologieën aan u te leveren. MS of Microsoft Corporation kunnen deze informatie openbaar maken aan anderen, maar niet in een vorm waarbij persoonlijke gegevens van u vrijkomen. • Internet-gebaseerde serviceonderdelen. De TELEFOONSOFTWARE kan componenten bevatten die het gebruik van bepaalde Internet-gebaseerde services mogelijk maakt en faciliteert. Het is u bekend en u gaat ermee akkoord dat MS, Microsoft Corporation, hun dochterondernemingen en/of aangewezen agent automatisch de versie van de TELEFOONSOFTWARE en/of de componenten ervan die u gebruikt, kunnen controleren en upgrades of supplementen van de TELEFOONSOFTWARE kunnen leveren die automatisch op uw TELEFON kunnen worden gedownload. 193 Reglementaire notities • Extra software/services. De TELEFOONSOFTWARE kan het Samsung Electronics Co., Ltd., MS, Microsoft Corporation, hun dochterondernemingen en/of hun aangewezen agent toestaan SOFTWARE-updates, supplementen, add-on-componenten, of Internetgebaseerde servicecomponenten van de SOFTWARE te leveren en aan u beschikbaar te stellen, na de datum waarop u uw eerste kopie van de SOFTWARE ("Supplemental Components") verkrijgt. • Als Samsung Electronics Co., Ltd. aanvullende componenten aan u levert of beschikbaar stelt en geen andere EULA-voorwaarden worden geleverd bij deze aanvullende componenten, dan zijn de voorwaarden van deze EULA van toepassing. • Als MS, Microsoft Corporation, hun dochterondernemingen en/of aangewezen agent aanvullende componenten beschikbaar stelt en geen andere EULA-voorwaarden worden gesteld, dan zijn de voorwaarden van deze EULA van toepassing, met het verschil dat de MS, Microsoft Corporation of dochteronderneming die de aanvullende componenten levert de licentiegever van de aanvullende componenten is. • Samsung Electronics Co., Ltd., MS, Microsoft Corporation, hun dochterondernemingen en/of aangewezen agent behouden zich het recht voor enige Internet-gebaseerde services die aan u worden verleend of beschikbaar gesteld door het gebruik van de TELEFOONSOFTWARE te onderbreken. 194 Reglementaire notities • Links naar sites van derden. De TELEFOONSOFTWARE kan u de mogelijkheid bieden u te linken met sites van derden door het gebruik van de TELEFOONSOFTWARE. De sites van derden vallen niet onder de controle van MS, Microsoft Corporation, hun dochterondernemingen en/of aangewezen agent. Noch MS, Microsoft Corporation, hun dochterondernemingen of aangewezen agenten zijn verantwoordelijk voor (i) de inhouden van sites van derden, links in sites van derden of wijzigingen of updates naar sites van derden of (ii) webcasting of enige andere overdrachtsvorm ontvangen van een site van derden. Als de TELEFOONSOFTWARE links biedt naar sites van derden, worden deze links alleen aan u aangeboden voor uw gemak, en de aanwezigheid van een link betekent niet de goedkeuring van de site van derden door MS, Microsoft Corporation, hun dochterondernemingen en/of aangewezen agenten. UPGRADES en HERSTELMEDIA. • TELEFOONSOFTWARE. Als de TELEFOONSOFTWARE door Samsung Electronics Co., Ltd. los van de TELEFOON wordt geleverd op media, zoals een ROM-chip, CD ROM disk(s) of via webdownload of andere middelen en gelabeld is "Alleen voor upgradedoeleinden" mag u één (1) kopie van dergelijke TELEFOONSOFTWARE op de TELEFOON installeren als vervangende kopie voor de bestaande TELEFOONSOFTWARE en deze gebruiken conform deze EULA, inclusief extra EULA-voorwaarden die meegeleverd worden met de upgrade van de TELEFOONSOFTWARE. 195 Reglementaire notities • CONPANION CD. Als enige softwarecomponent(en) door Samsung Electronics Co., Ltd. Los van de telefoon worden geleverd op CD ROM disk(s) of via webdownload of andere middelen en gelabeld is "Alleen voor upgradedoeleinden", mag u (i) één (1) kopie van dergelijke component(en) installeren en gebruiken op de computer(s) die u gebruikt om gegevens uit te wisselen met de telefoon als een vervangende kopie voor de bestaande Companion CD component(en). • HERSTELMEDIA. Als SOFTWARE door Samsung Electronics Co., Ltd. wordt geleverd op afzonderlijke media gelabeld "Herstelmedia" mag u de herstelmedia alleen gebruiken om de oorspronkelijk op uw TELEFOON geïnstalleerde SOFTWARE te herstellen of opnieuw te installeren. 196 Reglementaire notities INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN. Alle algemene en intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de SOFTWARE (inclusief maar niet beperkt tot afbeeldingen, foto’s, animaties, video, audio, muziek, tekst en "applets," die zijn opgenomen in de SOFTWARE), het bijgaande gedrukte materiaal en eventuele kopieën van de SOFTWARE, zijn het eigendom van MS of zijn leveranciers (inclusief Microsoft Corporation). U heeft de SOFTWARE niet gekocht, maar hierop uitsluitend een gebruiksrecht ontvangen. U mag de gedrukte materialen bij de SOFTWARE niet kopiëren. Alle algemene en intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de inhoud waartoe u toegang kunt krijgen via het gebruik van de SOFTWARE is eigendom van de betreffende eigenaar en kan worden beschermd door toepasselijk copyright of andere intellectuele eigendomswetten en -verdragen. Deze EULA verleent u geen rechten deze inhoud te gebruiken. Alle rechten die niet specifiek zijn verleend onder deze EULA zijn voorbehouden door MS en zijn leveranciers (inclusief Microsoft Corporation). Gebruik van onlineservices waartoe u toegang kunt hebben via de SOFTWARE kunnen onder de betreffende gebruiksvoorwaarden vallen die betrekking hebben op dergelijke services. Als deze SOFTWARE documentatie bevat die alleen in elektronische vorm wordt gegeven, mag u één kopie van deze elektronische documentatie afdrukken. HANDELSMERKEN. Deze EULA verleent u geen rechten m.b.t. handelsmerken of servicemerken van Samsung Electronics Co., Ltd., MS, Microsoft Corporation, hun dochterondernemingen of leveranciers. 197 Reglementaire notities EXPORTBEPERKINGEN. Het is u bekend dat de SOFTWARE onderworpen is aan de exportwetgeving van de U.S. en de Europese Unie. U gaat ermee akkoord te voldoen aan alle toepasselijke internationale en nationale wetten die van toepassing zijn op de SOFTWARE, inclusief de U.S. Export Administration Regulations, zowel als eindgebruiker, eindgebruiker en bestemmingsbeperkingen uitgegeven door de U.S. en andere overheden. Voor extra informatie, zie http://www.microsoft.com/exporting/. PRODUCTONDERSTEUNING. Productondersteuning voor de SOFTWARE wordt niet geboden door MS, Microsoft Corporation of hun dochterondernemingen. Voor productondersteuning dient u het ondersteuningsnummer van Samsung Electronics Co., Ltd. te bellen dat zich in de documentatie bij de TELEFOON bevindt. Mocht u vragen hebben omtrent deze EULA, of contact willen opnemen met Samsung Electronics Co., Ltd. voor een andere reden, dan verwijzen wij naar het adres dat in de documentatie voor de TELEFOON staat. BEPERKT GEBRUIK. de SOFTWARE is niet ontworpen of bedoeld voor gebruik of doorverkoop in gevaarlijke omgevingen die faalveiligheid vereisen, zoals gebruik in nucleaire voorzieningen, bij vliegtuignavigatie of communicatiesystemen, luchtverkeerscontrole of andere apparaten of systemen waarbij slecht functioneren van de SOFTWARE kan leiden tot voorzienbaar risico, lichamelijk letsel of dood van de gebruiker van het toestel of systeem of aan derden. 198 Reglementaire notities GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR BEPAALDE SCHADES. BEHALVE ALS DIT BIJ WET IS VASTGELEGD ZIJN MS, MICROSOFT CORPORATION EN HUN DOCHTERONDERNEMINGEN NIET AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INDIRECT, SPECIALE, VOORTVLOEIENDE OF INCIDENTELE SCHADE DIE HET GEVOLG IS OF SAMENHANGT MET GEBRUIK OF PRESTATIE VAN DE SOFTWARE. DEZE BEPERKING IS ZELFS VAN TOEPASSING ALS VAN EEN HULPMIDDEL WORDT VASTGESTELD DAT HET NIET HET BEOOGDE DOEL HEEFT BEREIKT. IN GEEN GEVAL IS MS AANSPRAKELIJK VOOR EEN BEDRAG HOGER DAN TWEE HONDERD VIJFTIG U.S. DOLLARS (U.S $250) VOOR GELDENDE BEPERKTE GARANTIES (INDIEN AANWEZIG) EN SPECIALE VOORZIENINGEN DIE RELEVANT ZIJN VOOR UW SPECIFIEKE RECHTSGEBIED, VERWIJZEN WIJ U NAAR UW GARANTIEBOEKJE (INDIEN AANWEZIG) DAT IN GEDRUKTE OF ELEKTRONISCHE VORM BIJ DE SOFTWARE IS GELEVERD. 199 Reglementaire notities DE SOFTWARE WORDT GELEVERD "ZOALS DEZE IS" EN INCLUSIEF MOGELIJKE GEBREKEN. HET RISICO INZAKE EEN BEVREDIGENDE KWALITEIT, JUISTE WERKING EN PRESTATIES (INCLUSIEF HET ONTBREKEN DAARVAN) LIGT VOLLEDIG BIJ DE GEBRUIKER. ER GELDEN GEEN EXPLICIETE, IMPLICIETE OF WETTELIJKE GARANTIES OF VOORWAARDEN, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, ONTBREKEN VAN VIRUSSEN, INBREUK OP RECHTEN VAN ANDEREN OF GARANTIE INZAKE DE BESCHIKBAARHEID VAN DE SOFTWARE, WELKE BIJ DEZE UITDRUKKELIJK WORDEN UITGESLOTEN. MOCHT U VIA EEN GARANTIEBOEKJE OF ANDERSZINS ENIGE GARANTIE INZAKE DIT TOESTEL OF DE SOFTWARE HEBBEN ONTVANGEN, DAN IS DEZE NIET AFKOMSTIG VAN MS, MICROSOFT CORPORATION OF EEN HIERAAN VERBONDEN BEDRIJF EN MS, MICROSOFT CORPORATION OF HET HIERAAN VERBONDEN BEDRIJF ZIJN NIET HIERAAN GEBONDEN. 200 Conformiteitsverklaring (R&TTE) Voor het volgende toestel: GSM900/GSM1800/GSM1900 met Bluetooth Draagbare telefoon (Product beschrijving) SGH-i620V (Modelnaam) Gefabriceerd bij: - Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1 Imsoo-Dong, Gumi City, Kyung Buk, Korea 730-350* (fabrieksnaam, adres) waaraan deze verklaring refereert voldoet aan de volgende standaards en/of andere normdocumenten. Veiligheid: EN 60950-1:2001 +A11:2004 EMC EN 301 489-01 v1.5.1 (11-2004) : EN 301 489-07 v1.2.1 (08-2002) EN 301 489-17 v1.2.1 (08-2002) EN 301 489-24 v1.2.1 (11-2002) SAR : EN 50360:2001 EN 50361:2001 Netwerk : EN 301 511 v9.0.2 (03-2003) EN 300 328 v1.6.1 (11-2004) EN 301 908-1 v2.2.1 (10-2003) EN 301 908-2 v2.2.1 (10-2003) Wij verklaren hierbij dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat] bovenvermelde toestel conform is met alle essentiële eisen of Richtlijn 1999/5/EC. De conformiteitsbeoordelingprocedure waaraan verwezen in Artikel 10 en gedetailleerd in Aanhangsel [IV] van Richtlijn 1999/5/EC is uitgevoerd in samenwerking met volgende aangemelde orgaan/organen: BABT, Balfour House, Churchfield Road, Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK Identificatiekenmerk: 0168 De technische documentatie wordt bewaard bij: Samsung Electronics QA Lab. deze is op verzoek beschikbaar. (Vertegenwoordiger in de EU) Samsung Electronics Euro QA Lab. Blackbushe Business Park, Saxony Way, Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK 2007.06.12 Yong-Sang Park / S. Manager (plaats en datum van uitgave)(naam en handtekening van gemachtigd persoon) * Dit is niet het adres van het Samsung servicecentrum. Voor adres of telefoonnummer van Samsung servicecentrum, zie de garantiekaart of neem contact op met de leverancier bij wie u uw telefoon hebt gekocht. * Afhankelijk van de geïnstalleerde software of uw serviceprovider of land, is het mogelijk dat sommige beschrijvingen in deze handleiding niet precies met uw telefoon overeenkomen. * Afhankelijk van uw land, kunnen telefoon en accessoires er anders uitzien dan op de illustraties in deze handleiding. * Bluetooth QD ID: 012693 Dutch. 09/2007. Rev. 1.0
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201

Samsung SGH-i620 Handleiding

Categorie
Tabletten
Type
Handleiding