ZANKER ct 2270 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Waschautomaat CT 2270 E
Gebruiksaanwijzing
146 3622 02 - 06/03
2
Geachte klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Lees vooral de waarschuwingen en adviezen op de eerste pagina’s!
Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef het boekje door aan een eventuele
volgende eigenaar van het apparaat.
Transportschade
Controleer na het uitpakken eerst of het apparaat niet beschadigd is.
Neem in geval van twijfel het apparaat niet in gebruik, maar neem contact op met onze servicedienst.
Enkele tekstgedeelten in de gebruiksaanwijzing zijn voorzien van een symbool. Deze symbolen hebben de volgende
betekenis:
Hier vindt u belangrijke informatie over het juiste gebruik van uw wasautomaat. Onjuist gebruik kan technische
schade veroorzaken.
Hier vindt u informatie die bijzonder belangrijk is om de wasautomaat onberispelijk te laten functioneren.
Hier vindt u belangrijke informatie m.b.t. het milieu.
Einige Passagen in der Gebrauchsanweisung sind besonders gekennzeichnet. Diese Kennzeichnungen haben
folgende Bedeutung:
Hier finden Sie wichtige Informationen über ungeeignete Handhabungen lhres Waschvollautomaten, die
technische Schäden verursachen können.
Hier finden Sie Informationen, die für die einwandfreie Funktion des Waschvollautomaten besonders wichtig
sind.
Hier finden Sie wichtige Umweltschutzhinweise.
3
Inhoud
Waarschuwingen en belangrijke
adviezen - Wasautomaten 4
Afdanken 5
Milieutips 5
Technische gegevens 5
Uw nieuwe wasautomaat 6
Beschrijving van het apparaat 6
n Wasmiddelbakje 6
Gebruik 7
n Bedieningspaneel 7
n Volgorde van handelingen 7/8
n Einde van het programma 9
n Programma wijzigen 9
n Programma onderbreken 9
n Programma annuleren 9
n Deksel openen tijdens een programma 9
n De programma's 9
n Volgorde van handelingen 11/12
n Adviezen en tips voor het wassen 13-15
Textielbehandelingssymbolen 15
Adviesprogramma's 16/17
Onderhoud 18/19
n Buitenkant 18
n Schoonmaken van het wasmiddelbakje 18
n Pluizenfilter 18
n Water aftappen 18
n Vorst 19
Hulp bij storingen 20/21
n Servicedienst en onderdelen 21
Garantievoorwaarden 22
Reparatievoorwaarden 23
Installatie 24-26
n Verwijderen van de transportbeveiliging 24
n Waterpas stellen 24
n Plaatsen en aansluiten 25
n Watertoevoer 25
n Waterafvoer 25
n Elektrische aansluiting 26
4
Waarschuwingen en belangrijke adviezen
Wasautomaten
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe
gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin
opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in
gebruik neemt.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het
apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten
gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een
daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door ELECTROLUX SERVICE en laat
geen andere dan originele DISTRIPARTS onderdelen
plaatsen.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaatsen
het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
stekker uit het stopcontact te trekken of de
badkamertrekschakelaar op de UIT-stand te
schakelen.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betreffende
adviezen in de gebruiksaanwijzing.
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig bij het
verplaatsen.
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist verwijderd zijn, alvorens het apparaat
in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het apparaat
of andere zaken in de omgeving kan het gevolg zijn
van het niet of niet geheel verwijderen van de
transportbeveiliging.
Was geen artikelen in de wasautomaat die niet voor
machinaal wassen geschikt zijn. Raadpleeg het
textiel-onderhoudsetiket. Was in twijfelgeval met de
hand of informeer bij de leverancier van het artikel.
Overtuig u ervan dat, voor u een artikel in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg
zijn, ritssluitingen gesloten zijn en eventueel
loshangende knopen verwijderd of eerst aangenaaid
zijn. Was geen rafelig of gescheurd goed; herstel het
voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-, roest- en
grasvlekken. Was bh's met beugels niet in de
wasautomaat.
Voorwerpen zoals munten, veiligheidsspelden,
naalden, spijkers, schroeven en andere harde of
scherpe materialen behoren niet in de wasautomaat;
zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken.
Indien uw wasautomaat aansluitend ook kan drogen,
zorgt u er dan voor dat zich in de trommel geen plastic
artikel, zoals wasbol en dergelijke, bevindt; de hete
drooglucht kan het plastic doen smelten.
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote
dosering kan schade aan het textiel toebrengen.
Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de
wasverzachter.
Elk in werking zijnd apparaat kan defect raken. Het
is niet ondenkbaar dat dan, tijdens uw afwezigheid,
schade ontstaat. Uw wasautomaat voldoet aan alle,
op het moment van produceren bestaande,
veiligheids-voorschriften. Toch adviseren wij u de
machine niet te laten werken wanneer er voor langere
tijd niemand thuis is.
Tracht, in geval van een storing of defect, dit apparaat
niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-
deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELECTROLUX SERVICE.
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u
het apparaat in gebruik neemt en bewaar
het boekje goed
5
Afvalverwerking
Weggooien van de verpakking
De verpakkingsmaterialen die geschikt zijn voor
recycling zijn met een symbool
aangeduid.
>PE< staat voor polyethyleen
>PS< staat voor polystyreen
>PP< staat voor polypropyleen
Milieutips
U wast zo zuinig en milieuvriendelijk mogelijk, als u de
volgende tips opvolgt:
Was zo veel mogelijk met het maximale vulgewicht
van het betreffende programma.
Doseer wasmiddel aan de hand van waterhardheid,
mate van verontreiniging en hoeveelheid wasgoed.
Was normaal verontreinigde witte was met het E-pro-
gramma en licht verontreinigd wasgoed met het kort-
programma.
Weggooien van het oude apparaat
Als u uw apparaat afdankt, lever het dan in bij uw
vakhandelaar of informeer bij uw gemeente naar de
mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Voor normaal verontreinigd wasgoed is een pro-
gramma zonder voorwas voldoende.
Verwijder vlekken en kleine verontreinigingen vóór het
wassen. Dan kunt u met een lagere temperatuur
wassen.
Technische gegevens
Afmetingen hoogte 850 mm
breedte 397 mm
diepte 600 mm
Netspanning/-frequentie 220-230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde 2300 W
Verwarming 1950 W
Zekering 10 A
Waterleidingdruk minimum 0,05 MPa (0,5 bar)
maximum 0,8 MPa (8 bar)
Maximum vulgewicht katoen 4,5 kg
synthetica 2,0 kg
wol 1,0 kg
Centrifugetoerental 1200 tpm
Verbruikswaarden (katoen 60°C) 0,85 kWh
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen 89/336/EEG, 73/23/EEG.
6
Wasmiddelbakje
1 - wasmiddel voor programma's met voorwas ( )
2 - wasmiddel voor de hoofdwas (
)
3 - vloeibaar nabehandelingsmiddel (bijv. wasver-
zachter) (
)
4 - overloop wasverzachter
1
2
3
Uw nieuwe wasautomaat voldoet aan alle eisen van de
moderne wasbehandeling: dankzij een nieuw was-
systeem kunt u met minder water, wasmiddel en ener-
gie toch optimale resultaten bereiken.
Ook kleinere hoeveelheden wasgoed worden zuinig
gewassen, omdat de verbruikswaarden zich automa-
tisch aan hoeveelheid en soort wasgoed aanpassen.
De éénknops-programmakeuze (programma- en
temperatuurkeuze in één) maakt de bediening eenvou-
dig.
De indicatie van het programmaverloop laat u zien
waarmee de machine bezig is.
Beschrijving van het
apparaat
1. Paneel
2. Programmakiezer
3. Toets Start/Pauze
4. Toetsen
- Centrifugeren
- Voorwas
- Kort
- Intensief
- Spoelen +
5. Greep
6. Uittrekbaar wiel
7. Klepje voor pluizenfilter
8. Rollers
1
3
2
4
5
7 6
Uw nieuwe wasautomaat
8
Het speciale wolprogramma behandelt uw wollen goed
heel voorzichtig, dankzij een nieuw ontwikkeld wasritme.
Het onbalans-controlesysteem staat borg voor goede
stabiliteit van de machine tijdens het centrifugeren.
4
7
Gebruik
Bedieningspaneel
Keuzetoetsen en hun functie
De verschillende mogelijkheden kunt u kiezen nadat u
het programma hebt ingesteld en voordat u toets START/
PAUZE indrukt.
Als u een toets indrukt, gaat het bijbehorende lampje
branden. Als u de toets nogmaals indrukt, gaat het
lampje uit.
Als een lampje ca. 3 seconden knippert, betekent dat
dat u een onmogelijke keuze hebt gemaakt.
1. Toets CENTRIFUGEREN
Door indrukken van deze toets kunt u
het maximale centrifugetoerental voor het betreffende
wasprogramma verlagen of
SPOELSTOP kiezen.
Druk de toets zo vaak in tot het controlelampje de ge-
wenste functie aangeeft.
Witte/Bonte was :
Spoelstop/500/700/900/1000 omw./min
Kreukherstellend en wol :
Spoelstop/500/700/900 omw./min
Fijne was
Spoelstop/500/700 omw./min
Spoelstop
Bij spoelstop blijft het wasgoed in het laatste spoel-
water liggen. Als u het wasgoed niet direct uit de ma-
chine neemt, ontstaat minder kreukvorming. Deze func-
tie is bij alle programma’s werkzaam.
Het lampje boven toets START/PAUZE knippert, d.w.z.
het water moet nog worden weggepompt voordat het
deksel kan worden geopend.
U hebt de volgende mogelijkheden:
Programma POMPEN kiezen.
Het water wordt weggepompt.
Attentie!
Voordat u programma POMPEN kiest, eerst de
programmaschakelaar op UIT draaien.
Toets START/PAUZE indrukken.
Het wasgoed wordt aangepast aan de textielsoort
gecentrifugeerd.
Centrifugetoerental kiezen en toets START/PAUZE
indrukken.
2. Toets VOORWAS
Voorwas bij 30° C. Warm voorwassen voor de
automatisch volgende hoofdwas (kan niet gekozen
worden bij instelling WOL); met tussendoor centrifugeren
bij witte/bonte was, zonder tussendoor centrifugeren bij
kreukherstellend en fijne was.
3. Toets KORT
Verkorte hoofdwas voor licht verontreinigd wasgoed:
Witte was 95° ca. 54 minuten,
Bonte was 60°C ca. 65 minuten,
Kreukherstellend 60°C ca. 24 minuten,
Fijne was 40°C ca. 8 minuten.
Kan niet gekozen worden bij WOL, E-programma
en in combinatie met INTENSIEF.
862 3
4
1 5 7
8
4. Toets INTENSIEF
Als u deze toets indrukt bij de programma’s voor witte/
bonte was en kreukherstellend, wordt de wastijd met
ca. 10 minuten verlengd.
Bedoeld voor sterk verontreinigd wasgoed.
Kan niet gekozen worden bij E-programma en in combi-
natie met de KORT-toets.
5. Toets SPOELEN +
Deze functie kan worden gekozen voor alle was-
programma’s m.u.v. WOL.
De machine voert 4 i.p.v. 3 spoelgangen uit.
Aan te raden voor mensen die huidaandoeningen heb-
ben of in gebieden met zeer zacht water.
6. Toets “START/PAUZE”
Deze toets heeft drie functies:
Start - Pauze - Wegpompen / centrifugeren
Start
Door indrukken van de toets wordt het ingestelde pro-
gramma gestart.
Pauze
Door indrukken van de toets kan een lopend programma
worden onderbroken en door opnieuw indrukken van de
toets weer worden voortgezet.
Tijdens de pauze knippert het lampje boven de toets.
Wegpompen / centrifugeren
Door indrukken van de toets wordt
bij programma INWEKEN het water weggepompt,
bij programma’s met spoelstop het water weggepompt
en een centrifugegang uitgevoerd.
7. Indicatie van het programmaverloop
Als u een programma kiest, geeft de indicatie van het
programmaverloop aan uit welke onderdelen het was-
programma bestaat.
Na de start van het programma geeft de indicatie van
het programmaverloop aan met welk onderdeel de ma-
chine bezig is.
Het einde van het programma wordt optisch aangege-
ven.
Het controlelampje PARKEERSTAND knippert, als er
sprake is van een storing aan het apparaat. Tegelijk
knippert één van onderstaande controlelampjes om aan
te geven om welke storing het gaat:
SPOELEN = er wordt geen water toegevoerd;
HOOFDWAS = het water wordt niet weggepompt;
VOORWAS = het deksel is niet goed gesloten.
Voor opheffen van de storing zie pag. 20.
Als het lampje PLUIZENFILTER knippert, moet dit ge-
reinigd worden (pag. 18).
8. Programmakiezer
De machine heeft 5 verschillende programmagroepen:
Witte en bonte was,
Kreukherstellend,
Fijne was,
Wol,
Extra programma’s.
Door de knop rechtsom of linksom te draaien kiest u de
programmagroep en de wastemperatuur resp. een spe-
ciaal programma.
Symbolen bij de programmakiezer
- E staat voor het E-programma.
- KOUD: dit betekent dat het water niet wordt opge-
warmd (koude was).
- STRIJKVRIJ (30°C) in het programma kreukher-
stellend.
Het wasgoed wordt bijzonder voorzichtig gewassen en
gecentrifugeerd. Daardoor wordt de kreukvorming min-
der en hoeft u minder te strijken.
- UIT: Schakelt de wasautomaat uit, op alle andere
standen is de wasautomaat ingeschakeld.
D
9
Einde van het programma
Aan het einde van het wasprogramma brandt in de indi-
catie van het programmaverloop het lampje PARKEER-
STAND.
Het lampje DEKSEL is uit. U kunt nu het deksel openen
en het wasgoed uit de machine nemen.
Apparaat uitschakelen door de programmakiezer op
UIT te draaien.
Programma wijzigen
Zolang het wasprogramma nog niet begonnen is, kunt u
de programmakeuze nog wijzigen.
Als het programma begonnen is, is correctie alleen
mogelijk als u het programma annuleert door de
programmakiezer op UIT te draaien.
Nieuw programma instellen en toets START/PAUZE
opnieuw indrukken.
Programma onderbreken
Door indrukken van toets START/PAUZE kunt u een
lopend programma stoppen. Het lampje knippert. Het
programma voortzetten door de toets opnieuw in te
drukken.
Programma annuleren
Om een al lopend programma te annuleren de
programmakiezer op UIT draaien. Het eerder gekozen
programma is nu geannuleerd. U kunt een ander pro-
gramma kiezen.
Deksel openen tijdens een pro-
gramma
Het deksel kan tijdens een lopend programma geopend
worden, als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
De watertemperatuur moet lager dan 40°C zijn.
Het waterniveau moet laag zijn.
Het apparaat mag niet centrifugeren.
Druk toets START/PAUZE in.
Noodontgrendeling
Als het deksel beslist moet worden geopend en aan
bovengenoemde voorwaarden niet wordt voldaan,
schakelt u het apparaat uit door de programmakiezer
op UIT te draaien.
Na ca. 3 minuten kan het deksel worden geopend.
De programma’s
WOL
In dit programma kan niet alleen in de machine was-
bare wol met de aanduiding “vervilt niet”, maar ook met
de hand wasbare wol en alle andere textiel met het hand-
was-symbool worden gewassen.
U hoeft teer textiel niet meer met de hand te wassen,
dat doet de machine voor u.
INWEKEN 30°C
Dit is een apart programma, daarom kan het (indien
nodig) vóór ieder wasprogramma worden uitgevoerd.
De temperatuur is 30°C, het wasgoed blijft in het water
liggen (spoelstop).
Voordat u het eigenlijke wasprogramma instelt, moet
het water worden weggepompt.
Pompen
Toets START/PAUZE indrukken, het water wordt weg-
gepompt.
Pompen en centrifugeren
Programmakiezer op UIT draaien en dan programma
CENTRIFUGEREN kiezen (evt. centrifugetoerental ver-
lagen) en toets START/PAUZE indrukken.
Blijft het wasgoed in het water liggen, dan wordt na 18
uur het water automatisch weggepompt.
Na het wegpompen van het water moet de programma-
kiezer op UIT worden gedraaid; nu kunt u het was-
programma kiezen.
SPOELEN
De machine voert 3 spoelgangen en een centrifugegang
met max. toerental uit, dat met toets (1) kan worden
verlaagd.
STIJVEN
De machine voert 1 spoelgang en een centrifugegang
met max. toerental uit, dat met toets (1) kan worden
verlaagd.
POMPEN
Voor wegpompen van het laatste spoelwater, bij pro-
gramma’s met spoelstop.
Eerst programmakiezer op UIT draaien en dan pro-
gramma POMPEN kiezen en toets START/PAUZE in-
drukken.
CENTRIFUGEREN
De machine voert een centrifugegang met max. toeren-
tal uit, dat met toets (1) kan worden verlaagd.
10
SPORT 30
Een snel-programma voor licht verontreinigd wasgoed,
dat met de volgende functies kan worden gecombineerd:
verlaagd centrifugetoerental, spoelstop.
De watertemperatuur is 30°C, de programmaduur 30
minuten, max. centrifugetoerental 700 omw./min.
Niet geschikt voor wol.
UIT
Om het ingestelde programma te annuleren resp. de
machine uit te schakelen draait u de programmakiezer
op UIT.
11
Volgorde van handelingen
Voer vóór het in gebruik nemen, een wasgang zonder
wasgoed uit (WITTE WAS 95°C, met een maatbeker
wasmiddel).
1. Trommel vullen
Open het machinedeksel.
Druk op de grendeltoets A en druk de trommelkleppen
naar beneden tot ze van elkaar loslaten en vanzelf
omhoog komen.
Hang de voorste klep over de klepsteunen ; de trommel
kan dan tijdens het beladen niet verdraaien.
Doe het wasgoed stuk voor stuk in de trommel; haal
opgevouwen wasgoed eerst uit elkaar.
Sluit de trommel door de kleppen naar beneden te
drukken en omhoog te laten komen. Vergrendelen gebeurt
automatisch, maar controleer of de kleppen goed
gesloten zijn.
Sluit het machinedeksel.
2. Wasmiddel doseren
Trek het wasmiddelbakje zo ver mogelijk uit het
bedieningspaneel.
Overschrijd het niveau MAX of het roostertje niet.
3. Eventueel wasverzachter doseren
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje (
).
Overschrijd het niveau MAX of het roostertje niet.
Deze wasautomaat gaat zo zuinig mogelijk met
water en wasmiddel om. Doseer daarom nooit te veel
wasmiddel: overschrijd het niveau MAX niet.
4. Gewenst programma kiezen
Draai de programmakiezer op de gewenste stand.
De brandende lampjes van het programmaverloop ge-
ven de onderdelen van het gekozen programma aan.
5. Centrifugetoerental kiezen
De toets indrukken tot het gewenste centrifugetoerental
of de functie SPOELSTOP is ingesteld: het betreffende
controlelampje brandt.
6. Eventueel functietoetsen
indrukken
De betreffende controlelampjes branden.
7. Programma starten
Toets START/PAUZE indrukken om het ingestelde pro-
gramma te starten: het betreffende lampje knippert niet
meer en het lampje van de programmafase die wordt
uitgevoerd blijft branden.
Het lampje van de dekselvergrendeling blijft branden
om aan te geven dat de dekselbeveiliging actief is.
Het programma start.
A
D
12
8. Einde van het programma
De machine blijft automatisch staan.
Als functie SPOELSTOP is ingeschakeld, blijft aan het
einde van het programma het wasgoed in het laatste
spoelwater liggen.
Denk erom dat u na programma’s met spoelstop eerst
het laatste spoelwater moet wegpompen voordat u het
deksel opent.
Als het wasgoed moet worden gecentrifugeerd toets
START/PAUZE indrukken.
U kunt ook programma POMPEN of CENTRIFUGEREN
kiezen.
Als lampje PARKEERSTAND brandt is het programma
beëindigd.
U kunt nu het machinedeksel openen en het wasgoed
uit de machine nemen.
Schakel de machine uit door de programmakiezer op
UIT te draaien.
Neem het wasgoed uit de machine.
Controleer of de trommel helemaal leeg is, anders kan
wasgoed bij de volgende wasbeurt schade oplopen (bijv.
verkleuren) of op ander wasgoed afgeven.
Als u niet verder gaat wassen, de waterkraan dicht-
draaien en voorzichtigheidshalve de stekker uit het stop-
contact trekken.
Laat het deksel op een kiertje staan, dan kan de trom-
mel drogen.
13
Adviezen en tips voor het wassen
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang
op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is (gaat
schimmelen en veroorzaakt een muffe geur).
Men zegt ook wel dat "het weer er in gekomen is";
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afgedrukte
kaart voor de behandelingssymbolen aandachtig te
lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel niet
in de krachtige katoen-programma's mag wassen.
Witte was wast u niet samen met bonte was.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/katoen,
vallen onder "synthetica".
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, vallen
onder "fijne was".
Het wolwasprogramma is een speciaal programma voor
"zuivere scheerwol". Bij alle andere wolsoorten en
mengsels kan niet worden uitgesloten dat het krimpt en/
of vervilt in de wasmaschine.
Wol moet u direct na het wassen kort centrifugeren.
Voorwas
In principe doet u geen voorwas. Uw nieuwe machine, in
combinatie met de moderne wasmiddelen, wast ook
zonder voorwas schoon. Dat spaart energie, tijd, water
en wasmiddel.
Indien echter het wasgoed zeer vuil is, bijvoorbeeld
garagekleding of slagerskleding, kan een voorwas met
biologisch voorwasmiddel gewenst zijn. Het
voorwasmiddel doet u in vakje
.
Temperaturen
Wij adviseren u witte was (katoen en linnen) met 60°C in
plaats van 95°C te wassen. Als het goed niet al te vuil
is wordt het ook dan schoon. Het spaart zo'n dertig
procent aan energie.
Datzelfde geldt, in mindere mate, ook voor lichtbonte
was. Normaal wast u dit goed met 60°C. Is het goed
weinig vuil, dan wordt het met 40°C ook nog schoon.
Donkerbonte was wast u met een temperatuur niet hoger
dan 40°C.
Wast u lichtbont en donkerbont door elkaar, dan stelt u
volgens donkerbont in, dus niet hoger dan 40°C.
Witte en lichtgekleurde synthetica kan doorgaans met
60°C gewassen worden. Maar ook hier geldt dat het ook
met 40°C schoon wordt als het niet al te vuil is.
Donkergekleurde synthetica, fijne was en wol wast u met
een temperatuur niet hoger dan 40°C. Geeft één van de
etiketten 30°C aan, dan kiest u voor de gehele was 30°C.
Meestal kan het betreffende artikel wel tegen 40°C, maar
de fabrikant van uw wasautomaat kan geen
aansprakelijkheid aanvaarden voor schade door wassen
met te hoge temperatuur.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Eigenlijk zoudt u het wasgoed steeds moeten wegen.Van
katoen en linnen (witte en bonte was) mag u een
bepaalde maximum hoeveelheid in kilogrammen in de
trommel doen (zie programmatabel). Ook voor synthetica
en wol gelden maximum hoeveelheden in kilogrammen.
Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander
hulpmiddel:
Katoen en linnen
volle trommel, maar niet proppen
Sterke synthetica en kreukherstellende stoffen
tweederde trommel
Fijnwas (acryl e.d.)
eenderde trommel
Wol (zie etiket)
eenderde trommel
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen
uit borst- en broekzakken. Spijkers, spelden, paperclips
en dergelijke kunnen grote schade aan uw machine en
het wasgoed aanrichten.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een sloop
of linnen zak.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst
een keer apart. De kans is groot dat het kleur afgeeft.
Behandel moeilijke vlekken, zoals die van gras, roest,
teer, verf, ballpoint, voortijds met een vlekkenoplosser.
Gebruikt u, bijvoorbeeld voor het verwijderen van verf,
een vluchtige stof, zoals terpentine en dergelijke, dan
moet u met wassen wachten tot het kledingstuk geheel
uitgedampt is.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel,
ontstaan door het gebruik van vluchtige, brandbare of
giftige stoffen.
14
Wasmiddelen
Er zijn, op het eerste gezicht, vele soorten; poedervormig
en vloeibaar, wel en niet geconcentreerd, totaal-en
speciale wasmiddelen. In de praktijk zult u echter niet
meer dan twee, hoogstens drie verschillende soorten
gebruiken.
Niet geschikte wasmiddelen
Gebruik, uit welke overwegingen dan ook, nooit zeep of
handwasmiddelen. U kunt er aanzienlijke schade aan de
machine en het wasgoed door veroorzaken.
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de
voorwas en
voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits
u geen voorwas/-week doet, direct in het vakje
voor
het hoofdwasmiddel gieten. Wel meteen daarna de
machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een
poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Voorwasmiddel, voorweekmiddel
Voor een voorwas/-week adviseren wij u een biologisch
voorwas/-weekmiddel te gebruiken.
Bonte was, fijne was en wol
Er zijn aparte wasmiddelen voor bonte was, fijne was
en wol.
Wij adviseren u om, in ieder geval voor fijne was en wol,
van deze speciale middelen gebruik te maken.
Vloeibare wasverzachter
Een (vloeibare) wasverzachter kan gewenst zijn.
Bijvoorbeeld als u synthetica in de trommeldroger droogt.
De stof wordt dan tijdens het drogen niet "statisch".Doseer
niet meer dan tot het roostertje of het filternet of het
symbool MAX in het vakje voor de wasverzachter.
Hoeveel wasmiddel doseren?
Doseer om te beginnen zoveel als de fabrikant van het
wasmiddel op z'n verpakking aangeeft. Houd rekening
met de waterhardheid. Als u niet weet hoe hard het aan
u geleverde water is, vraag dat dan even na bij het
waterleidingbedrijf.
Als de trommel slechts half gevuld is kunt u,
vanzelfsprekend, ook wat minder wasmiddel dan voor
een volle trommel doseren; probeer een kwart minder.
Erg hard water
In het wasmiddel zitten kalkbindende stoffen. Daarom
moet u meer doseren naarmate de waterhardheid hoger
is.
Bij te weinig kalkbindende stoffen zal het wasgoed,
vooral bij hogere temperaturen, vergrauwen en stug
worden.
Bij erg hard water doseert u dus van alle andere in het
wasmiddel voorkomende stoffen meer dan nodig is. Dat
kunt u verhelpen door minder wasmiddel te doseren en
het verschil aan te vullen met een aparte kalkbinder,
zoals Calgon.
Houdt u zich aan de voorschriften op de verpakking en
doseer Calgon gewoon in het vakje
.
Duitse
schaal
Franse
schaal
Eigenschap
Bereik
1 zacht 0 - 7 0 - 15
2 middelmatig 8 - 14 16 - 25
3 hard 15 - 21 26 - 37
4 zeer hard
meer dan 21 meer dan 37
15
Gewoon
pro-
gramma
Anti
kreuk-
pro-
gramma
Gewoon
pro-
gramma
Anti
kreuk
pro-
gramma
Gewoon
pro-
gramma
Anti
kreuk
pro-
gramma
Alleen
snelle
handwas
Niet
wassen,
ook niet
weken
WASSEN
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd
chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk.
BLEKEN
Niet mogelijk
STRUKEN
Niet strijkenHeet strijken Lauw strijken
Warm strijken
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare wastemperaturen aan; deze niet
overschrijden. Tot de gewone wasprogramma's
behoren ook E-, spaar- en halve
wasjesprogramma's. Anti-kreuk-programma's
: voor artikelen die synthetische vezels bevatten
en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine beladen met de helft
van het maximale gewicht.
Handwas
lauw of koud. Wolwas in de machine: alleen volgens programma's die zijn goedgekeurd
door het Internationaal Wol Secretariaat (IWS), Belading: 1/3 tot 1/4 van het maximale gewicht.
Niet chemisch
reinigen
Speciale reiniging
Gewone reiniging
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt
met tetra of tri.
De letters
zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken
oplosmiddel aan.
Reiniging met F is nauwelijks mogelijk
.
De streep onder de cirkel betekent: lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig
mechanische beweging, korte reinigings-, spoel- en centrifugeertijden; en vooral: geen
water toevoegen.
TROMMEL-
DROGEN
Niet drogen in
droogtrommel
Normale textiel
Hittegevoelige textiel
CHEMISCH
REINIGEN=
STOMEN=
DRY
CLEANING
Zie voor meer informatie het boekje "Textiel ABC", te verkrijgen door overmaking van 9,84 op gironummer 666402
van VTWS, Delft. Telefoon (015) 261 12 05.
Wolwas-
pro-
gramma
Textielbehandelingssymbolen
16
Adviesprogramma's
WASPROGRAMMA'S
Programma
Temp.
(°C)
Programma-
verloop
Extra
functies
Max.
belading
Verbruik *
(indicatie)
Water
(Liter)
Stroom
(kWh)
Tijd
(min)
Witte was 95°
Hoofdwas 95°C
Spoelen
Centrifugeren
Voorwas
Kort
Intensief
Spoelen +
Centrifugeren
4,5 kg 60 1,90 150 - 160
Energiebesparend
Witte was
E
Hoofdwas 67°C
Spoelen
Centrifugeren
Voorwas
Spoelen +
Centrifugeren
4,5 kg 60 1,40 138 - 148
Bonte was 60°
50°
40°
30°
Koud
Hoofdwas
Spoelen
Centrifugeren
Voorwas
Kort
Intensief
Spoelen +
Centrifugeren
4,5 kg 54 0,85 135 - 145
Kreukherstellend 60°
E
40°
30°
Koud
Hoofdwas
Spoelen
Centrifugeren
Voorwas
Kort
Intensief
Spoelen +
Centrifugeren
2,0 kg 55 0,80 90 - 100
Fijne was 40°
30°
Hoofdwas
Spoelen
Centrifugeren
Voorwas
Kort
Spoelen +
Centrifugeren
2,0 kg 51 0,40 58 - 68
Wol 40°
30°
Koud
Hoofdwas
Spoelen
Centrifugeren
Centrifugeren 1,0 kg 50 0,40 57 - 67
( )
* Deze waarden zijn een indicatie: het verbruik hangt af van hoeveelheid en soort wasgoed, water-
temperatuur en omgevingstemperatuur. Deze waarden hebben betrekking op de hoogste wastemperatuur
die voor het betreffende programma is voorzien.
( )
Het programma Bonte was + temperatuurkiezer 60° C is het referentieprogramma voor wasproeven
katoen 60° C (54 liter / 0,85 kWh).
17
Adviesprogramma's
SPECIALE PROGRAMMA'S
Programma
Programma-
beschrijving
Programma-
verloop
Extra
functies
Max.
belading
Verbruik *
(indicatie)
Water
(Liter)
Stroom
(kWh)
Tijd
(min)
INWEKEN
Inweken 30°C
Spoelstop
Om weg te
pompen:
toest
START/PAUZE-
indrukken.
Na 18 uur inweken
wordt automatisch
gepompt.
4,5 kg 23 0,25 15 - 25
SPOELEN
Spoelprogramma
voor kreukher-
stellend en fijne
was
3 spoelgangen
Centrifugeren
SPOELEN +
CENTRIFUGEREN
4,5 kg 37 0,15 45 - 55
STIJVEN
Nabehandeling
voor witte/bonte
was
1 spoelgang
Centrifugeren
CENTRIFUGEREN 2,0 kg 19 0,05 20 - 30
POMPEN
Voor wegpompen
van het laatse
spoelwater bij
programma's met
spoelstop
Water wordt
weggepompt
4,5 kg
2,0 kg
- 0,01 2 - 10
CENTRIFUGEREN
Apart
centrifugeren
voor alle
textielsoorten
Centrifugeren CENTRIFUGEREN 4,5 kg
2,0 kg
- 0,03 10 - 20
SPORT 30
Voor licht
verontreinigd
textiel m.u.v. wol
Hoofdwas 30°C
2 spoelen
Voorzichtig
centrifugeren 700
omw./min
CENTRIFUGEREN 2,0 kg 40 0,20 25 - 35
UIT
Programma
annuleren
Annuleren van het
ingestelde
programma.
Uitschakelen van
de machine
/ - - -
* Deze waarden zijn een indicatie: het verbruik hangt af van hoeveelheid en soort wasgoed, water-
temperatuur en omgevingstemperatuur. Deze waarden hebben betrekking op de hoogste wastemperatuur
die voor het betreffende programma is voorzien.
18
Voordat u de machine gaat schoonmaken eerst
de stekker uit het stopcontact trekken en de
waterkraan dichtdraaien.
Buitenkant
De buitenkant kunt u, naar behoefte, lappen met lauwwarm
water en een huishoudschoonmaakmiddel dat niet krast.
Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans
streeploos op.
Belangrijk : Gebruik nooit alcohol, terpentine en dergelijke
oplosmiddelen.
Schoonmaken van het wasmiddel-
bakje
Van tijd tot tijd moeten resten van wasmiddel uit het
wasmiddelbakje verwijderd worden. U kunt het bakje
makkelijk losnemen.
Losnemen:
Druk op de lipjes aan weerskanten van het
wasmiddelbakje en trek het naar boven.
Maak het bakje onder stromend water schoon. Gebruik
een borstel of doekje. Controleer of de hevels aan de
achterkant van het bakje niet geblokkeerd worden.
Weer inzetten:
Plaats het wasmiddelbakje weer in de openingen.
Onderhoud
Pluizenfilter
Het pluizenfilter bevindt zich achter het klepje in de
sokkel van de machine. Wij adviseren u het filter
regelmatig te controleren en, zo nodig, schoon te maken.
Een verstopt filter veroorzaakt machinestoring. Controleer
het filter in elk geval na het wassen van pluizig goed,
zoals molton.
• Open het deurtje met bijvoorbeelt een schroevendraaier
Om het water te laten weglopen:
Zet een platte bak op de grond.
Draai de dop van het filter in de
verticale stand en laat het water
weglopen.
Om het filter te reinigen:
Draai het pluizenfilter linksom los
en neem het uit de machine.
Maak het onder stromend water
schoon.
Zet het filter terug en draai het
rechtsom vast. Sluit het deurtje.
Als u het filter heft schoongemaakt, sluit dan het
pompdeurtje. Het pompdeurtje moet altijd dicht zijn ajs
de machine aan staat.
Water aftappen
Als u om dwingende redenen het apparaat leeg moet
maken, gaat u als volgt te werk:
• Stekker uit het stopcontact trekken.
• Waterkraan dichtdraaien.
• Wachten tot het sop is afgekoeld.
• Bak voor het restwater onder het pluizenfilter zetten.
• Pluizenfilter losdraaien.
19
Vorst
Als uw wasautomaat wordt blootgesteld aan tempera-
turen beneden 0°C, dan moet u enkele voorzorgsmaat-
regelen nemen.
• De waterkraan dichtdraaien en de watertoevoerslang
losschroeven.
• De uiteinden van de toevoer- en afvoerslang in een
bak op de vloer leggen.
• Programma POMPEN kiezen en het gehele programma
afwerken.
• De machine uitschakelen.
• De toevoerslang weer aan het apparaat schroeven en
de afvoerslang weer inhangen.
Zo wordt voorkomen dat water binnenin de wasautomaat
blijft staan, dat kan bevriezen en schade veroorzaken.
Vóór het in gebruik nemen van de wasautomaat contro-
leren of de omgevingstemperatuur hoger dan 0°C is.
20
Hulp bij storingen
Hieronder vindt u een paar aanwijzingen voor het opheffen van storingen. Lees deze aanwijzingen voordat u een
vakman raadpleegt.
Als de machine is gebruik is, kunnen lampje PARKEERSTAND en tegelijk ook één van de volgende lampjes knippe-
ren:
SPOELEN: storing in de watertoevoer.
HOOFDWAS: storing in de waterafvoer.
VOORWAS: deksel open.
Als u de storing hebt opgeheven toets START/PAUZE indrukken om het onderbroken programma voort te zeten.
Kunt u de storing niet zelf opheffen, neem dan contact op met onze servicedienst.
Storing Oplossingen
Het wasresultaat is niet zoals
gebruikelijk.
- Hebt u de juiste hoeveelheid en de juiste soort
wasmiddel gebruikt? Onvoldoende wasmiddel leidt tot
vergrauwing van het wasgoed en kalkaanslag in de
machine. Controleer de hoeveelheid.
- Hebt u speciale vlekken voorbehandeld?
- Hebt u het juiste programma en de juiste temperatuur
gekozen?
Het wasproces duurt veel te
lang.
- Is de waterdruk voldoende?
- Is het pluizenfilter misschien verstopt?
- Is er misschien stroomuitval geweest?
De machine stopt tijdens een
wasproces.
- Is de waterdruk voldoende?
- Is het pluizenfilter misschien verstopt?
- Zijn de zekeringen in de huisinstallatie in orde?
- Hebt u misschien een programma met spoelstop
ingesteld (zie de programmatabel)?
De machine start niet.
- Controleer of het deksel goed dicht is.
- Controleer of de machine aan het stroomnet aange-
sloten is.
- Controleer of de zekering in de huisinstallatie in orde is.
- Controleer of de programmakiezer op de juiste stand
staat.
De machine pompt het water
niet weg resp. centrifugeert niet.
- Is de afvoerslang misschien verstopt?
- Is het pluizenfilter misschien verstopt?
Er wordt geen water toegevoerd.
- Is de waterkraan open en is de waterdruk voldoende?
- Is het deksel van de machine goed gesloten?
- Is de watertoevoer in uw woning in orde?
21
Storing Oplossingen
Het lampje PLUIZENFILTER op
het bedieningspaneel brandt.
- Is het pluizenfilter verstopt?
- Is de waterafvoerslang misschien geknikt of verdraaid?
De machine staat te schudden
en maakt veel lawaai.
- Is de transportbeveiliging geheel verwijderd?
- Staat de machine misschien te dicht bij de wand of bij
andere meubelstukken?
- Staat de machine stevig en waterpas?
De machine neemt water in,
maar dit stroomt weer uit de
afvoerslang.
Het uiteinde van de afvoerslang ligt niet hoog genoeg
boven de vloer. Lees de betreffende aanwijzingen in deze
gebruiksaanwijzing nog eens.
Er ligt water op de vloer.
- Hebt u misschien te veel wasmiddel gedoseerd?
- Hebt u speciaal machinewasmiddel gebruikt? Als het
te veel schuimt, kan lekkage ontstaan.
- Is de slang resp. de aansluiting niet helemaal dicht?
Voel met uw hand of de slang resp. aansluiting vochtig
is, waterdruppels zijn moeilijk te zien.
Er komt wasverzachter uit het
doseervakje.
- Controleer of u de juiste hoeveelheid wasverzachter
hebt gedoseerd.
- Controleer of de hevels aan de achterkant van het do-
seervakje niet geblokkeerd worden.
Servicedienst en onderdelen
Typeplaatje
Als u een storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan
contact op met onze servicedienst. Geef daarbij merk,
modelnummer en aankoopdatum van de machine op: de
servicedienst zal u daarnaar vragen. U vindt deze
gegevens op het typeplaatje achterop het apparaat en op
een sticker op de binnenzijde van het filterklepje.
22
Garantievoorwaarden
Onze producten worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze
servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen
als buiten de garantietermijn. De levensduur van het
product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de
EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de
eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de
voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het product
die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum
van levering aan de eindgebruiker. In geval van
professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de
garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands
producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos
wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het
defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld
of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden
ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om moge-
lijke verdere schade te voorkomen. De
garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen
twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs
met aankoop- en/of leveringsdatum te worden overlegd.
Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs
te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan
kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas,
kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig
gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde
en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt
door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstan-
digheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door
transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid
is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage,
verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in
acht nemen van de gebruiks- of montageaan-wijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd
veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden die
niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het
product voorzien werd van toebehoren of onderdelen
die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd
dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar
onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts
worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de
benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer
dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane
extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht.
Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt
ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van
hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg
met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd.
In geval van vervanging behouden we ons het recht
voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de
verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van
de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe
garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12
maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het product, zijn
uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet
wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding
de aankoopwaarde van het product niet overtreffen,
tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland
gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een
product naar het buitenland wordt gebracht dient de
gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstan-
digheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland
aangeschafte producten dient de gebruiker zich te
vergewissen van de bepalingen in Nederland.
Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet
onder de garantie, en kunnen niet altijd worden
aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze
servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Storingsmeldingen op werkdagen tijdens kantooruren:
Tel.: (0172) 46 83 00
Fax.: (0172) 46 82 55
Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens kantooruren:
Tel.: (0172) 46 84 00
Fax.: (0172) 46 83 76
23
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak
tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1
Aan de consument zal na een melding van een storing
zo mogelijk direct, doch uiterlijk binnen één werkdag
worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de
technicus zal plaatsvinden.
De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na
de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2
a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus
een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak
van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een
zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting
maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrij-
kosten en diagnose-kosten.
Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schrif-
telijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet
akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren toestel
worden teruggebracht in de staat waarin het aan de tech-
nicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen
alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in reke-
ning worden gebracht op basis van de werkelijke be-
stede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3
Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk
wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te
voorziene omstandigheden niet tegen het begrote be-
drag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties
noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument plaats-
vinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord
gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4
De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste be-
zoek worden uitgevoerd. Indien om het toestel in wer-
kende staat te brengen een tweede bezoek noodzake-
lijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de be-
treffende service-organisatie of door de technicus met
de consument de datum voor een tweede bezoek wor-
den afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werk-
dagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen
voorrijtarief in rekening worden gebracht, tenzij de nood-
zaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is
toe te schrijven.
Art. 5
De consument ontvangt een gespecificeerde rekening
met vermelding van type en serienummer van het ap-
paraat, omschrijving van de diagnose, toegepaste ta-
rieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte
omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De be-
taling van de rekening dient tegen afgifte van een
reparatienota direct contant of door middel van een ge-
garandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6
Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij nor-
maal huishoudelijk gebruik een volledige garantie van
minimaal 3 maanden worden gegeven.
Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een
hernieuwde reparatie.
Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een
garantietermijn van 12 maanden.
Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de con-
sument op verzoek de gespecificeerde rekening van de
voorgaande reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7
Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie
hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik op-
nieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantie-
termijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het
opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan
worden, zal aan de consument een nieuw exemplaar of
soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aange-
boden tegen bijbetaling op basis van een per product te
bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8
Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter be-
schikking van de
consument, met uitzondering van de
onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervan-
gen onderdelen.
Art. 9
Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitge-
voerd, dat een toestel daarna weer volledig voldoet aan
de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van
fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden,
danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke ver-
eisten terzake.
Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden
uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook ter-
zake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften ge-
garandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Appara-
ten in Nederland.
24
Installatie
Verwijderen van de transportbe-
veiliging
Voordat het apparaat wordt geïnstalleerd en in
gebruik genomen, moeten de transport-
beveiligingen worden verwijderd. Bewaar de
transportbeveiligingen, zodat u ze opnieuw kunt
gebruiken als de machine weer moet worden
vervoerd.
1. Pak het apparaat volledig uit en verwijder de
polystyrene onderdelen. Verwijder de polystyrene
basisplaat volgens de tekening.
2. Deksel van de machine openen en de polystyreen en
kunststof wiggen die de trommel blokkeren
verwijderen. Deksel sluiten.
3. Verwijder de aan de achterzijde bevestigde schroeven
en de twee afstandstukken (A) met een steeksleutel.
4. De nu zichtbare gaten dienen te worden
opgevuld met bijgevoegde pluggen (B).
5. Controleer of u de bovenstaande onderdelen
heeft verwijderd en bewaar ze voor een volgend
transport (afb.5).
6. Indien de machine in lijn met andere
keukenmeubels opgesteld wordt, kan het zijn
dat de slangdrager op de achterkant van de
machine een belemmering vormt. U kunt de
slangdrager dan wegsnijden (afb. 6).
Waterpas stellen
Om abnormaal schudden en geluidsoverlast te
voorkomen, is het zeer belangrijk dat de machine
waterpas en stevig op de vloer staat.
Daartoe is de machine van twee stelvoeten voorzien.
C45Q001
A
B
25
Draai de contramoeren los en draai de voeten naar
behoefte iets in of uit de machinebodem. Draai de
contramoeren weer goed vast, eventueel met behulp
van een schroevendraaier.
Draai, na het waterpas stellen, de contramoeren van
beide voeten stevig tegen de machinebodem.
In de achterkant van de bodem bevinden zich twee
rollers en aan de voorkant een uittrekbaar wiel.
Draai de hendel naar links om de machine te kunnen
verrijden.
Staat de machine eenmaal op z'n plaats, draai de hendel
dan weer terug in z'n rustpositie.
Plaatsen en aansluiten
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat een
houten vloer met een 5 cm dikke hardhout-plaat
versterken, over tenminste twee draagbalken. De
verstevigingsplaat moet aan alle kanten enkele
centimeters buiten de machine steken. Zorg ervoor dat
de machine niet tegen de muur of andere keukenmeubels
kan leunen.
Wij gaan ervanuit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich
binnen het bereik van de machineslangen en het
aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren
wij u uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of het
stopcontact te laten verplaatsen.
Watertoevoer
Draai, nadat u eerst het afdichtringetje B in de wartel
hebt gelegd, de wartel van de toevoerslang stevig op de
3/4" schroefdraad van de kraan.
Wat ons betreft hoeft de kraan niet "belucht" te zijn (de
machine is voorzien van een eigen beluchter), maar het
kan zijn dat de gemeente waar u woont dat toch eist.
Mocht het u bekend zijn dat de waterleidingdruk soms
zeer hoog is, leg dan een gummi kraanschijf 3/4",
23x4x4 mm, in de wartel aan de machinekant van de
slang. De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht
de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten
verplaatsen, koop dan een langere, complete,
hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt is.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de machinekant,
kan naar alle richtingen verdraaid worden. Wartel iets
losdraaien, haakse bocht verdraaien en wartel weer
stevig vastdraaien.
Waterafvoer
De bocht aan het eind van de afvoerslang kunt u op drie
manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor
zorgen dat de bocht niet, door het snel uitstromende
water, van de rand kan schieten. Bijvoorbeeld met een
touwtje aan de kraan of een haak in de muur ophangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. De aftakking
moet van een syphon (stankafsluiter) voorzien zijn en
zodanig dat de bocht van de slang zich op tenminste 70
cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp met een
hoogte van circa 70 cm. De hoogte mag niet meer dan
100 cm bedragen.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn, dat
wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp groter moet
zijn dan de buitendiameter van het slangeind.
U mag de afvoerslang verlengen tot een maximale totale
lengte van 180 cm. Gebruik een verlengslang van
tenminste dezelfde binnendiameter als de originele
slang en gebruik een koppeling die voor dit doel bestemd
is.
De verlengde slang legt u vanuit de machine over de
vloer en pas bij de afvoermogelijkheid omhoog.
B
26
Elektrische aansluiting
Controleer op het typeplaatje (in de filterklep) of de
machine voor 220-230 V/50 Hz gemaakt is.
De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer
en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact
met randaarde; de machine dient deugdelijk geaard te
zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer
te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer
snoer aan de machine monteren of het stopcontact
verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is niet
toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans
een zogeheten "vaste aansluiting" gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
Vervangen van het aansluitsnoer dient altijd door
ELECTROLUX SERVICE te geschieden.
27
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

ZANKER ct 2270 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor