MARYNEN cmt 7220 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Wasautomaat
CMT 7220
Gebruiksaanwijzing
146 3626 01 - 06/03
2
3
INHOUD
Voor de gebruiker
Waarschuwingen en belangrijke
adviezen 4
Beschrijving van het apparaat 5
Gebruik 6
Volgorde van handelingen 7/8
Adviesprogramma's 9/10
Adviezen en tips voor het wassen 11-13
Onderhoud 14
Hulp bij storingen 15/16
Garantievoorwaarden 17/18
Servicedienst en onderdelen 18
Technische gegevens 19
Voor de installeur
Installatie
Verwijderen van de transportbeveiliging 19
Waterpas stellen 20
Plaatsen en aansluiten 20
Elektrische aansluiting 20
Watertoevoer 21
Waterafvoer 21
De volgende symbolen in deze gebruiksaanwijzing helpen u
bij het bedienen van het apparaat:
bij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het
functioneren van het apparaat
bij aanvullende informatie en tips
bij tips en aanwijzingen voor economisch en milieuvriendelijk
gebruik van het apparaat
4
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN - WASAUTOMATEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe
gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin
opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in
gebruik neemt.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het
apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten
gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een
daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door ELECTROLUX SERVICE en laat
geen andere dan originele DISTRIPARTS onderdelen
plaatsen.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaatsen
het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
stekker uit het stopcontact te trekken of de
badkamertrekschakelaar op de UIT-stand te
schakelen.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betreffende
adviezen in de gebruiksaanwijzing.
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig bij het
verplaatsen.
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist verwijderd zijn, alvorens het apparaat
in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het apparaat
of andere zaken in de omgeving kan het gevolg zijn
van het niet of niet geheel verwijderen van de
transportbeveiliging.
Was geen artikelen in de wasautomaat die niet voor
machinaal wassen geschikt zijn. Raadpleeg het
textiel-onderhoudsetiket. Was in twijfelgeval met de
hand of informeer bij de leverancier van het artikel.
Overtuig u ervan dat, voor u een artikel in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg
zijn, ritssluitingen gesloten zijn en eventueel
loshangende knopen verwijderd of eerst aangenaaid
zijn. Was geen rafelig of gescheurd goed; herstel het
voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-, roest- en
grasvlekken. Was bh's met beugels niet in de
wasautomaat.
Voorwerpen zoals munten, veiligheidsspelden,
naalden, spijkers, schroeven en andere harde of
scherpe materialen behoren niet in de wasautomaat;
zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken.
Indien uw wasautomaat aansluitend ook kan drogen,
zorgt u er dan voor dat zich in de trommel geen plastic
artikel, zoals wasbol en dergelijke, bevindt; de hete
drooglucht kan het plastic doen smelten.
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote
dosering kan schade aan het textiel toebrengen.
Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de
wasverzachter.
Elk in werking zijnd apparaat kan defect raken. Het
is niet ondenkbaar dat dan, tijdens uw afwezigheid,
schade ontstaat. Uw wasautomaat voldoet aan alle,
op het moment van produceren bestaande,
veiligheids-voorschriften. Toch adviseren wij u de
machine niet te laten werken wanneer er voor langere
tijd niemand thuis is.
Tracht, in geval van een storing of defect, dit apparaat
niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-
deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELECTROLUX SERVICE.
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u
het apparaat in gebruik neemt en bewaar
het boekje goed
5
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Wasmiddelbakje
1 - wasmiddel voor programma's met voorwas
(
).
2 -
wasmiddel voor de hoofdwas ( ).
3 - vloeibaar nabehandelingsmiddel (bijv. was-
verzachter) (
).
4 -
overloop wasverzachter
bedieningspaneel
greep
klepje voor pluizenfilter
uittrekbaar wiel
toetsen
programmakiezer
controlelampje
temperatuurkiezer
deksel
1
2
3
4
schakelaar voor centrifugetoerental
6
GEBRUIK
Bedieningspaneel
1. Toets AAN/UIT
Druk toets AAN/UIT in, het programma begint; het
controlelampje brandt.
2. Controlelampje
Het controlelampje brandt als het apparaat in
werking is (toets
ingedrukt). Het gaat uit als
toets
nogmaals wordt ingedrukt.
3. Toets KORT
Deze toets verkort de wastijd in de programma’s
witte/bonte was, synthetica en fijne was. Vooral
aan te raden bij licht verontreinigd wasgoed.
4. Toets EXTRA SPOELEN
Door indrukken van deze toets wordt in de katoen-
programma’s met meer water gespoeld.
5. Centrifugetoerental
Met deze toets kunt u het centrifugetoerental kie-
zen: van 300 tot 1200 tpm voor katoen, van 300
tot 850 tpm voor synthetica en wol, van 300 tot
650 tpm voor fijne was.
Stand
staat voor spoelstop en kan bij alle pro-
gramma’s worden gebruikt. Als u deze stand kiest,
wordt het laatste spoelwater na afloop van het
wasprogramma niet weggepompt. Zo wordt
kreukvorming voorkomen als u het wasgoed niet
direct uit de machine haalt.
Op stand
wordt na afloop van het programma
niet gecentrifugeerd, alleen gepompt.
Kies daarna een centrifugetoerental op basis van
textielsoort en gewenste droogheidsgraad.
6. Programmakeuze
Hiermee kunt u het meest geschikte programma
voor soort en mate van verontreiniging van uw
wasgoed kiezen.
Draai de programmakiezer rechtsom op het ge-
wenste programma.
De programmakiezer geeft aan met welke
programmafase de machine bezig is.
Na beëindiging van een programma stopt het ap-
paraat automatisch op stand
I of op stand
(spoelstop) als u de schakelaar voor centrifu-
getoerental op stand
hebt ingesteld.
Draai de programmakiezer nooit linksom.
7. Temperatuurkeuze
Hiermee kunt u een temperatuur van koud ( ) tot
95°C kiezen.
Kies een temperatuur die overeenkomt met het
gekozen programma (zie programmatabel),
afhankelijk van textielsoort en kleurechtheid.
Belangrijk : Draai nooit aan de programmakiezer als de machine is ingeschakeld
1 2 6
3
4
7
5
7
VOLGORDE VAN HANDELINGEN
1. Trommel vullen
Open het machinedeksel.
Druk op de grendeltoets A en druk de
trommelkleppen naar beneden tot ze van elkaar
loslaten en vanzelf omhoog komen.
Hang de voorste klep over de klepsteunen ; de
trommel kan dan tijdens het beladen niet
verdraaien.
Doe het wasgoed stuk voor stuk in de trommel;
haal opgevouwen wasgoed eerst uit elkaar.
Sluit de trommel door de kleppen naar beneden
te drukken en omhoog te laten komen.
Vergrendelen gebeurt automatisch, maar
controleer of de kleppen goed gesloten zijn.
Sluit het machinedeksel.
2. Wasmiddel doseren
Trek het wasmiddelbakje zo ver mogelijk uit het
bedieningspaneel.
Overschrijd het niveau MAX of het roostertje
niet.
3. Eventueel wasverzachter
doseren
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het
daarvoor bestemde vakje (
).
Overschrijd het niveau MAX of het roostertje
niet.
Deze wasautomaat gaat zo zuinig mogelijk
met water en wasmiddel om. Doseer daarom
nooit te veel wasmiddel: overschrijd het ni-
veau MAX niet.
4. Eventueel toets KORT en/of toets
EXTRA SPOELEN indrukken.
5. Temperatuur instellen
Draai de temperatuurkiezer tot de markering bij de
gewenste temperatuur staat. U kunt op alle
programma's ook KOUD (
) wassen.
A
Vloeibaar wasmiddel
Alleen in vakje
Poedervormig wasmiddel
Vakje
(voorwas)
Vakje
(hoofdwas)
Voer vóór het in gebruik nemen, een wasgang zonder wasgoed uit
(WITTE WAS 95°C, met een maatbeker wasmiddel).
8
6. Gewenst centrifugetoerental
kiezen
Kies het centrifugetoerental dat het beste past bij
het soort wasgoed en de gewenste droog-
heidsgraad. U kunt het toerental als volgt instellen:
7. Gewenst programma kiezen
Draai de programmakiezer rechtsom tot de
markering bij het gewenste programma staat. Zie
programmatabel.
8. Machine starten
Trek, indien aanwezig, de badkamertrek-
schakelaar op AAN, of steek de stekker in het
stopcontact.Draai de kraan open. Controleer of de
afvoerslang goed geplaatst is.
DRUK OP DE AAN/UIT-toets
: het controle-
lampje brandt ; even later start de machine en
werkt het gekozen programma automatisch af.
9.
Na beëindiging van het programma
Als het programma afgelopen is, stopt de machine
automatisch.
De programma’s eindigen:
met centrifugeren als u een centrifugetoerental
hebt ingesteld,
met pompen als u de schakelaar voor
centrifugetoerental op stand
hebt ingesteld,
met spoelstop als u de schakelaar voor
centrifugetoerental op stand
hebt ingesteld.
U kunt deze programma’s beëindigen met
centrifugeren (door een centrifugetoerental te
kiezen) of met pompen (door de schakelaar
voor centrifugetoerental in te stellen op stand
pompen). Druk toets
in voordat u uw keuze
maakt.
Katoen
300 450 600 750 900 1000 1200
Synth./
Wol
300 350 450 550 650 750 850
Fijne
was
300 350 400 500 550 600 650
Na elke was toets indrukken. Eventueel inge-
drukte toetsen nogmaals indrukken om ze uit scha-
kelen; stekker uit het stopcontact trekken; water-
kraan dichtdraaien.
Wij raden u aan het deksel en de trommel open te
laten zodat de machine kan luchten en er geen
onaangename luchtjes ontstaan.
9
ADVIESPROGRAMMA'S
Programma's voor witte en bonte was (katoen en linnen)
Maximum belading : 4,5 kg
( ) Het programma Witte was + temperatuurkiezer 60°C is het referentieprogramma voor wasproeven
katoen 60°C (54 liter / 0,85 kWh / 125 minuten).
* Deze waarden zijn een indicatie: het verbruik hangt af van hoeveelheid en soort wasgoed, water-
temperatuur en omgevingstemperatuur. Deze waarden hebben betrekking op de hoogste wastemperatuur
die voor het betreffende programma is voorzien.
Programma 2 en 3 beginnen met korte tijd pompen, daarna gaat de programmakiezer automatisch naar
de gewenste stand.
De in de programmatabel aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. U kunt ze m.b.v. de temperatuur-
regelaar variëren. Houd altijd rekening met de temperatuur op het behandelingsetiket van het wasgoed.
NOOT :
NADAT DE MACHINE UITGESCHAKELD IS DUURT HET 1 TOT 2 MINUTEN ALVORENS HET
DEKSEL GEOPEND KAN WORDEN. DIE TIJD HEEFT DE ELEKTRISCHE VERGRENDELING
NODIG OM TE ONTGRENDELEN.
Prog.
Beschrijving van de
programma's
Temp.
(°C)
Programma-
verloop
Indicatie van het
verbruik *
Water
(l)
Stroom
(kWh)
Tijd
(min.)
1
Witte of bonte was met
voorwas
60°- 95°
Voorwas 40°
Hoofdwas 60°- 95°
3 spoelgangen
Centrifugeren
66 2,10 150
2
Witte was 60°- 95°
Hoofdwas 60°- 95°
3 spoelgangen
Centrifugeren
54 1,80 130
3
Bonte was 40°- 60°
Hoofdwas 40°- 60°
3 spoelgangen
Centrifugeren
48 0,85 125
4
Koud spoelen
4 spoelgangen
Centrifugeren
58 0,20 60
5
Lang centrifugeren
Centrifugeren 0
0,05
12
( )
10
Prog.
Beschrijving van
de programma's
Temp.
(°C)
Programma-
verloop
Indicatie von het
verbruik *
Water
(l)
Stroom
(kWh)
Tijd
(min.)
6
Synthetica met
voorwas
40° - 60°
Voorwas 40°
Hoofdwas 40°- 60°
3 spoelgangen
Kort centrifugeren
58 0,90 90
7
Synthetica 40° - 60°
Hoofdwas 40°- 60°
3 spoelgangen
Kort centrifugeren
46 0,60 70
8
Kort centrifugeren Kort centrifugeren - 0,02 6
9
Wol - 40°
Hoofdwas - 40°
3 spoelgangen
Kort centrifugeren
43 0,45 55
10
Fijne was - 40°
Hoofdwas - 40°
3 spoelgangen
Kort centrifugeren
41 0,40 43
11
Koud spoelen
3 spoelgangen
Kort centrifugeren
33 0,10 20
12
Wasverzachten
1 spoelgang
Kort centrifugeren
14 0,05 10
13
Afpompen Pompen -
0,01
2
* Deze waarden zijn een indicatie: het verbruik hangt af van hoeveelheid en soort wasgoed, water-
temperatuur en omgevingstemperatuur. Deze waarden hebben betrekking op de hoogste wastemperatuur
die voor het betreffende programma is voorzien.
Programma 7 en 9 beginnen met korte tijd pompen, daarna gaat de programmakiezer automatisch naar
de gewenste stand.
De in de programmatabel aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. U kunt ze m.b.v. de temperatuur-
regelaar variëren. Houd altijd rekening met de temperatuur op het behandelingsetiket van het wasgoed.
NOOT :
NADAT DE MACHINE UITGESCHAKELD IS DUURT HET 1 TOT 2 MINUTEN ALVORENS HET
DEKSEL GEOPEND KAN WORDEN. DIE TIJD HEEFT DE ELEKTRISCHE VERGRENDELING
NODIG OM TE ONTGRENDELEN.
Programma's voor synthetica, fijne was en wol
Maximum belading : 2 kg, wol 1 kg
11
ADVIEZEN EN TIPS VOOR HET WASSEN
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang
op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is (gaat
schimmelen en veroorzaakt een muffe geur).
Men zegt ook wel dat "het weer er in gekomen is";
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afgedrukte
kaart voor de behandelingssymbolen aandachtig te
lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel niet
in de krachtige katoen-programma's mag wassen.
Witte was wast u niet samen met bonte was.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/katoen,
vallen onder "synthetica".
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, vallen
onder "fijne was".
Het wolwasprogramma is een speciaal programma voor
"zuivere scheerwol". Bij alle andere wolsoorten en
mengsels kan niet worden uitgesloten dat het krimpt en/
of vervilt in de wasmaschine.
Wol moet u direct na het wassen kort centrifugeren.
Voorwas
In principe doet u geen voorwas. Uw nieuwe machine, in
combinatie met de moderne wasmiddelen, wast ook
zonder voorwas schoon. Dat spaart energie, tijd, water
en wasmiddel.
Indien echter het wasgoed zeer vuil is, bijvoorbeeld
garagekleding of slagerskleding, kan een voorwas met
biologisch voorwasmiddel gewenst zijn. Het
voorwasmiddel doet u in vakje
.
Temperaturen
Wij adviseren u witte was (katoen en linnen) met 60°C in
plaats van 95°C te wassen. Als het goed niet al te vuil
is wordt het ook dan schoon. Het spaart zo'n dertig
procent aan energie.
Datzelfde geldt, in mindere mate, ook voor lichtbonte
was. Normaal wast u dit goed met 60°C. Is het goed
weinig vuil, dan wordt het met 40°C ook nog schoon.
Donkerbonte was wast u met een temperatuur niet hoger
dan 40°C.
Wast u lichtbont en donkerbont door elkaar, dan stelt u
volgens donkerbont in, dus niet hoger dan 40°C.
Witte en lichtgekleurde synthetica kan doorgaans met
60°C gewassen worden. Maar ook hier geldt dat het ook
met 40°C schoon wordt als het niet al te vuil is.
Donkergekleurde synthetica, fijne was en wol wast u met
een temperatuur niet hoger dan 40°C. Geeft één van de
etiketten 30°C aan, dan kiest u voor de gehele was 30°C.
Meestal kan het betreffende artikel wel tegen 40°C, maar
de fabrikant van uw wasautomaat kan geen
aansprakelijkheid aanvaarden voor schade door wassen
met te hoge temperatuur.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Eigenlijk zoudt u het wasgoed steeds moeten wegen.Van
katoen en linnen (witte en bonte was) mag u een
bepaalde maximum hoeveelheid in kilogrammen in de
trommel doen (zie programmatabel). Ook voor synthetica
en wol gelden maximum hoeveelheden in kilogrammen.
Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander
hulpmiddel:
Katoen en linnen
volle trommel, maar niet proppen
Sterke synthetica en kreukherstellende stoffen
tweederde trommel
Fijnwas (acryl e.d.)
eenderde trommel
Wol (zie etiket)
eenderde trommel
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen
uit borst- en broekzakken. Spijkers, spelden, paperclips
en dergelijke kunnen grote schade aan uw machine en
het wasgoed aanrichten.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een sloop
of linnen zak.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst
een keer apart. De kans is groot dat het kleur afgeeft.
Behandel moeilijke vlekken, zoals die van gras, roest,
teer, verf, ballpoint, voortijds met een vlekkenoplosser.
Gebruikt u, bijvoorbeeld voor het verwijderen van verf,
een vluchtige stof, zoals terpentine en dergelijke, dan
moet u met wassen wachten tot het kledingstuk geheel
uitgedampt is.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel,
ontstaan door het gebruik van vluchtige, brandbare of
giftige stoffen.
12
Wasmiddelen
Er zijn, op het eerste gezicht, vele soorten; poedervormig
en vloeibaar, wel en niet geconcentreerd, totaal-en
speciale wasmiddelen. In de praktijk zult u echter niet
meer dan twee, hoogstens drie verschillende soorten
gebruiken.
Niet geschikte wasmiddelen
Gebruik, uit welke overwegingen dan ook, nooit zeep of
handwasmiddelen. U kunt er aanzienlijke schade aan de
machine en het wasgoed door veroorzaken.
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes
voor de
voorwas en
voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits
u geen voorwas/-week doet, direct in het vakje
voor
het hoofdwasmiddel gieten. Wel meteen daarna de
machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een
poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Voorwasmiddel, voorweekmiddel
Voor een voorwas/-week adviseren wij u een biologisch
voorwas/-weekmiddel te gebruiken.
Bonte was, fijne was en wol
Er zijn aparte wasmiddelen voor bonte was, fijne was
en wol.
Wij adviseren u om, in ieder geval voor fijne was en wol,
van deze speciale middelen gebruik te maken.
Vloeibare wasverzachter
Een (vloeibare) wasverzachter kan gewenst zijn.
Bijvoorbeeld als u synthetica in de trommeldroger droogt.
De stof wordt dan tijdens het drogen niet "statisch".Doseer
niet meer dan tot het roostertje of het filternet of het
symbool MAX in het vakje voor de wasverzachter.
Hoeveel wasmiddel doseren?
Doseer om te beginnen zoveel als de fabrikant van het
wasmiddel op z'n verpakking aangeeft. Houd rekening
met de waterhardheid. Als u niet weet hoe hard het aan
u geleverde water is, vraag dat dan even na bij het
waterleidingbedrijf.
Als de trommel slechts half gevuld is kunt u,
vanzelfsprekend, ook wat minder wasmiddel dan voor
een volle trommel doseren; probeer een kwart minder.
Erg hard water
In het wasmiddel zitten kalkbindende stoffen. Daarom
moet u meer doseren naarmate de waterhardheid hoger
is.
Bij te weinig kalkbindende stoffen zal het wasgoed,
vooral bij hogere temperaturen, vergrauwen en stug
worden.
Bij erg hard water doseert u dus van alle andere in het
wasmiddel voorkomende stoffen meer dan nodig is. Dat
kunt u verhelpen door minder wasmiddel te doseren en
het verschil aan te vullen met een aparte kalkbinder,
zoals Calgon.
Houdt u zich aan de voorschriften op de verpakking en
doseer Calgon gewoon in het vakje
.
Duitse
schaal
Franse
schaal
Eigenschap
Bereik
1 zacht 0 - 7 0 - 15
2 middelmatig 8 - 14 16 - 25
3 hard 15 - 21 26 - 37
4 zeer hard
meer dan 21 meer dan 37
13
Gewoon
pro-
gramma
Anti
kreuk-
pro-
gramma
Gewoon
pro-
gramma
Anti
kreuk
pro-
gramma
Gewoon
pro-
gramma
Anti
kreuk
pro-
gramma
Alleen
snelle
handwas
Niet
wassen,
ook niet
weken
WASSEN
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd
chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk.
BLEKEN
Niet mogelijk
STRUKEN
Niet strijkenHeet strijken Lauw strijken
Warm strijken
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare wastemperaturen aan; deze niet
overschrijden. Tot de gewone wasprogramma's
behoren ook E-, spaar- en halve
wasjesprogramma's. Anti-kreuk-programma's
: voor artikelen die synthetische vezels bevatten
en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine beladen met de helft
van het maximale gewicht.
Handwas
lauw of koud. Wolwas in de machine: alleen volgens programma's die zijn goedgekeurd
door het Internationaal Wol Secretariaat (IWS), Belading: 1/3 tot 1/4 van het maximale gewicht.
Niet chemisch
reinigen
Speciale reiniging
Gewone reiniging
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt
met tetra of tri.
De letters
zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken
oplosmiddel aan.
Reiniging met F is nauwelijks mogelijk
.
De streep onder de cirkel betekent: lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig
mechanische beweging, korte reinigings-, spoel- en centrifugeertijden; en vooral: geen
water toevoegen.
TROMMEL-
DROGEN
Niet drogen in
droogtrommel
Normale textiel
Hittegevoelige textiel
CHEMISCH
REINIGEN=
STOMEN=
DRY
CLEANING
Zie voor meer informatie het boekje "Textiel ABC", te verkrijgen door overmaking van 9,84 op gironummer 666402
van VTWS, Delft. Telefoon (015) 261 12 05.
Wolwas-
pro-
gramma
Textielbehandelingssymbolen
14
Buitenkant
De buitenkant kunt u, naar behoefte, lappen met
lauwwarm water en een huishoudschoon-
maakmiddel dat niet krast. Moderne schoon-
maakmiddelen drogen doorgaans streeploos op.
Belangrijk : Gebruik nooit alcohol, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
Schoonmaken van het wasmiddelbakje
Van tijd tot tijd moeten resten van wasmiddel uit het
wasmiddelbakje verwijderd worden. U kunt het
bakje makkelijk losnemen.
Losnemen:
Druk op de lipjes aan weerskanten van het
wasmiddelbakje en trek het naar boven (afb.1 en
afb.2).
Maak het bakje onder stromend water schoon.
Gebruik een borstel of doekje (afb. 3). Controleer
of de hevels aan de achterkant van het bakje niet
geblokkeerd worden (afb.4).
Weer inzetten:
Plaats het wasmiddelbakje weer in de openingen
(afb.5).
Pluizenfilter
Het pluizenfilter bevindt zich achter het klepje in de
sokkel van de machine. Wij adviseren u het filter
regelmatig te controleren en, zo nodig, schoon te
maken. Een verstopt filter veroorzaakt
machinestoring. Controleer het filter in elk geval
na het wassen van pluizig goed, zoals molton.
• Open het deurtje met bijvoorbeeld een
schroevendraaier (afb.1 en afb.2) :
Om het water te laten weglopen:
Zet een platte bak op de grond.
Draai de dop van het filter in de verticale stand en
laat het water weglopen (afb.8).
Om het filter te reinigen:
Draai het pluizenfilter linksom los en neem het uit
de machine.
Maak het onder stromend water schoon.
Zet het filter terug en draai het rechtsom vast. Sluit
het deurtje (afb.9).
Als u het filter heeft schoongemaakt, sluit dan het
pompdeurtje. Het pompdeurtje moet altijd dicht zijn
als de machine aan staat.
ONDERHOUD
Voordat u de machine gaat schoonmaken eerst de stekker uit het stopcontact
trekken en de waterkraan dichtdraaien.
afb.4
afb.1
afb.2
afb.3
afb.6
afb.7
afb.8
afb.5
afb.9
15
Het wasresultaat is niet zoals
gebruikelijk.
Het wasproces duurt veel te lang.
De machine stopt tijdens een wasproces.
De machine start niet.
De machine start niet, hoewel het
controlelampje brandt.
De machine pompt het water niet weg
resp. centrifugeert niet.
HULP BIJ STORINGEN
Hebt u de juiste hoeveelheid en de juiste soort
wasmiddel gebruikt? Onvoldoende wasmiddel leidt
tot vergrauwing van het wasgoed en kalkaanslag in
de machine. Controleer de hoeveelheid.
Hebt u speciale vlekken voorbehandeld?
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
Is de waterdruk voldoende?
Is het pluizenfilter misschien verstopt?
Is er misschien stroomuitval geweest?
Is de waterdruk voldoende?
Is het pluizenfilter misschien verstopt?
Zijn de zekeringen in de huisinstallatie in orde?
Hebt u misschien een programma met spoelstop
ingesteld (zie de programmatabel)?
Na het instellen van het programma en na het
inschakelen start de machine niet en het
controlelampje gaat niet branden:
Controleer of het deksel goed dicht is.
Controleer of de machine aan het stroomnet
aangesloten is.
Controleer of de zekering in de huisinstallatie in
orde is.
Controleer of de programmakiezer op de juiste
stand staat.
Is de waterkraan open?
Is de watertoevoer in uw woning in orde?
Controleer dat bij andere kranen.
Is de toevoerslang misschien geknikt?
Is het toevoerfilter misschien verstopt?
Is de afvoerslang misschien verstopt?
Is het pluizenfilter misschien verstopt?
Storing
Oplossingen
16
Er wordt geen water toegevoerd.
De machine staat te schudden en maakt
veel lawaai.
De machine neemt water in, maar dit
stroomt weer uit de afvoerslang.
Er ligt water op de vloer.
Er komt wasverzachter uit het doseervakje.
HULP BIJ STORINGEN (vervolg)
Is de waterkraan open en is de waterdruk
voldoende?
Is het deksel van de machine goed gesloten?
Is de watertoevoer in uw woning in orde?
Is de transportbeveiliging geheel verwijderd?
Staat de machine misschien te dicht bij de wand
of bij andere meubelstukken?
Staat de machine stevig en waterpas?
Het uiteinde van de afvoerslang ligt niet hoog
genoeg boven de vloer. Lees de betreffende
aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing nog eens.
Hebt u misschien te veel wasmiddel gedoseerd?
Hebt u speciaal machinewasmiddel gebruikt?
Als het te veel schuimt, kan lekkage ontstaan.
Is de slang resp. de aansluiting niet helemaal
dicht?
Voel met uw hand of de slang resp. aansluiting
vochtig is, waterdruppels zijn moeilijk te zien.
Controleer of u de juiste hoeveelheid wasver-
zachter hebt gedoseerd.
Controleer of de hevels aan de achterkant van het
doseervakje niet geblokkeerd worden.
Storing
Oplossingen
17
GARANTIEVOORWAARDEN
Onze producten worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan
het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze
servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de garantietermijn. De
levensduur van het product wordt daardoor niet
negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld
op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk
Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten
blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper
naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van
de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan
het product die zich openbaren binnen 24
maanden vanaf de datum van levering aan de
eindgebruiker. In geval van professioneel of
daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie
beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands
producten geldt eveneens een termijn van 12
maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product
kosteloos wordt teruggebracht in de toestand
die het had voor het defect optrad. Gebrekkige
onderdelen worden hersteld of vervangen.
Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om
moge-lijke verdere schade te voorkomen. De
garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet
binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of
leveringsdatum te worden overlegd. Bij
ontbreken daarvan dient ander overtuigend
bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade
aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokera-
misch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is
door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor
de waarde en deugdelijkheid van het product
onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroor-
zaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking
van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het
algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstan-
digheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken
door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-
vakkundige installatie of montage, verkeerd
gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht
nemen van de gebruiks- of montageaan-
wijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect
werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen
door derden die niet bevoegd of niet deskundig
zijn, of wanneer het product voorzien werd van
toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn
en daardoor een defect veroorzaken.
10.Producten die gemakkelijk kunnen worden
vervoerd dienen te worden overhandigd aan
of gezonden naar onze servicedienst.
Herstelling ter plaatse kan slechts worden
gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11.Indien het product zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat
de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen
samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden
de hierdoor ontstane extra kosten aan de
gebruiker in rekening gebracht. Schade die
ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt
ten laste van de gebruiker.
12.Indien binnen de garantieperiode de herstelling
van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om een
vergoeding te rekenen naar rato van de
verstreken gebruiksperiode.
13.Herstelling onder garantie heeft geen
verlenging van de garantietermijn noch
aanvang van een nieuwe garantietermijn tot
gevolg.
18
14.Op herstellingen geven wij een garantie van
12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15.Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het
product, zijn uitgesloten voor zover een
aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16.In geval van aansprakelijkheid zal een
vergoeding de aankoopwaarde van het product
niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is
bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in
Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde
producten. Indien een product naar het buitenland
wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of
het product voldoet aan de technische
voorwaarden (o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstan-
digheden) in het betreffende land. Voor in het
buitenland aangeschafte producten dient de
gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen
in Nederland. Noodzakelijke of gewenste
aanpassingen vallen niet onder de garantie, en
kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze
servicedienst u ter beschikking.
Typeplaatje
Als u een storing niet zelf kunt verhelpen, neem
dan contact op met onze servicedienst. Geef
daarbij merk, modelnummer en aankoopdatum
van de machine op: de servicedienst zal u daarnaar
vragen.
SERVICEDIENST EN ONDERDELEN
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Storingsmeldingen op werkdagen tijdens
kantooruren:
Tel.: (0172) 46 83 00
Fax.: (0172) 46 82 55
Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens
kantooruren:
Tel.: (0172) 46 84 00
Fax.: (0172) 46 83 76
19
REPARATIEVOORWAARDEN
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de af-
spraak tussen de Consumentenbond en
Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van
een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk binnen
één werkdag worden medegedeeld op welke dag
het bezoek van de technicus zal plaatsvinden.
De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen
na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2
a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de tech-
nicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoede-
lijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand
hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, ge-
specificeerde begroting maken van de totale
reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-
kosten.
Desgevraagd zal deze begroting door de techni-
cus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag
niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren
toestel worden teruggebracht in de staat waarin het
aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is
geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden
en arbeidsloon in rekening worden gebracht op
basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van
een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie
duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs
niet te voorziene omstandigheden niet tegen het
begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene repa-
raties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consu-
ment plaatsvinden en een herziene kostenbegroting
worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet ak-
koord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b be-
paalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het
eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het
toestel in werkende staat te brengen een tweede
bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door
de betreffende service-organisatie of door de tech-
nicus met de consument de datum voor een tweede
bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien
werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal
geen voorrijtarief in rekening worden gebracht, ten-
zij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de
consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde
rekening met vermelding van type en serienummer
van het apparaat, omschrijving van de diagnose,
toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en ma-
terialen en een korte omschrijving van de verrichte
werkzaamheden. De betaling van de rekening dient
tegen afgifte van een reparatienota direct contant
of door middel van een gegarandeerd betaalmid-
del plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie
zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige
garantie van minimaal 3 maanden worden gege-
ven.
Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van
een hernieuwde reparatie.
Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt
een garantietermijn van 12 maanden.
Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de
consument op verzoek de gespecificeerde rekening
van de voorgaande reparatie aan de technicus te
overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde
reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoude-
lijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art.
6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een
afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de
reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de
consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toe-
stel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen
bijbetaling op basis van een per product te bepa-
len jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer
ter beschikking van de consument, met uitzonde-
ring van de onder garantie of tegen een geredu-
ceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te wor-
den uitgevoerd, dat een toestel daarna weer volle-
dig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op
grond van een van fabriekswege aangebracht
veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbre-
ken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake.
Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten
worden uitgevoerd met originele en door de fabri-
kant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -
voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Ap-
paraten in Nederland.
20
C45Q001
Installatie
Verwijderen van de transportbeveiliging
Voordat het apparaat wordt geïnstalleerd en in
gebruik genomen, moeten de transport-
beveiligingen worden verwijderd. Bewaar de
transportbeveiligingen, zodat u ze opnieuw
kunt gebruiken als de machine weer moet
worden vervoerd.
Pak het apparaat volledig uit en verwijder de
polystyrene onderdelen. Verwijder de polysty-
rene basisplaat volgens de tekening (afb.1).
Deksel van de machine openen en de
polystyreen en kunststof wiggen die de
trommel blokkeren verwijderen. Deksel sluiten
(afb.2).
Verwijder de aan de achterzijde bevestigde
schroeven en de twee afstandstukken
(A) met een steeksleutel (afb.3).
De nu zichtbare gaten dienen te worden
opgevuld met bijgevoegde pluggen (B) (afb.4).
Controleer of u de bovenstaande onderdelen
heeft verwijderd en bewaar ze voor een volgend
transport (afb.5).
Indien de machine in lijn met andere
keukenmeubels opgesteld wordt, kan het zijn
dat de slangdrager op de achterkant van de
machine een belemmering vormt. U kunt de
slangdrager dan wegsnijden (afb. 6).
Let op. Als de machine op tapijt staat, zorg er dan
voor dat het tapijt niet de openingen in de
machinebodem kan afdekken. Deze openingen
dienen voor ventilatie.
B
A
afb.1
afb.5
afb.4
afb.3
afb.2
afb.6
Technische gegevens
Afmetingen hoogte 850 mm
breedte 397 mm
diepte 600 mm
Netspanning/-frequentie 220-230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde 2300 W
Verwarming 1950 W
Zekering 10 A
Waterleidingdruk minimum 0,05 MPa (0,5 bar)
maximum 0,8 MPa (8 bar)
Maximum vulgewicht katoen 4,5 kg
synthetica 2,0 kg
wol 1,0 kg
Centrifugetoerental max 1200 tpm
Verbruikswaarden (katoen 60°C) 0,85 kWh
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen 89/336/EG, 73/23/EG.
21
Waterpas stellen
Om abnormaal schudden en geluidsoverlast te
voorkomen, is het zeer belangrijk dat de machine
waterpas en stevig op de vloer staat.
Daartoe is de machine van twee stelvoeten
voorzien.
Draai de contramoeren los en draai de voeten naar
behoefte iets in of uit de machinebodem. Draai de
contramoeren weer goed vast, eventueel met
behulp van een schroevendraaier.
Draai, na het waterpas stellen, de contramoeren
van beide voeten stevig tegen de machinebodem.
In de achterkant van de bodem bevinden zich
twee rollers en aan de voorkant een uittrekbaar
wiel.
Draai de hendel naar links om de machine te
kunnen verrijden.
Staat de machine eenmaal op z'n plaats, draai de
hendel dan weer terug in z'n rustpositie.
Plaatsen en aansluiten
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer.
Laat een houten vloer met een 5 cm dikke hardhout-
plaat versterken, over tenminste twee
draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle
kanten enkele centimeters buiten de machine
steken. Zorg ervoor dat de machine niet tegen de
muur of andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan ervanuit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening
zich binnen het bereik van de machineslangen en
het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan
adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de
afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen.
Elektrische aansluiting
Controleer op het typeplaatje (in de filterklep) of de
machine voor 220-230 V/50 Hz gemaakt is.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel
is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet
doorgaans een zogeheten "vaste aansluiting"
gemaakt worden; raadpleeg uw installateur.
Vervangen van het aansluitsnoer dient altijd
door ELECTROLUX SERVICE te geschieden.
22
Watertoevoer
Draai, nadat u eerst het afdichtringetje B in de
wartel hebt gelegd, de wartel van de toevoerslang
stevig op de 3/4" schroefdraad van de kraan.
Wat ons betreft hoeft de kraan niet "belucht" te zijn
(de machine is voorzien van een eigen beluchter),
maar het kan zijn dat de gemeente waar u woont
dat toch eist.
Mocht het u bekend zijn dat de waterleidingdruk
soms zeer hoog is, leg dan een gummi kraanschijf
3/4", 23x4x4 mm, in de wartel aan de machinekant
van de slang. De toevoerslang mag niet verlengd
worden. Mocht de slang te kort zijn en wilt u de
kraan niet laten verplaatsen, koop dan een langere,
complete, hogedrukslang welke speciaal voor dit
doel gemaakt is.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen verdraaid
worden. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
Waterafvoer
De bocht aan het eind van de afvoerslang kunt u op
drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan
voor zorgen dat de bocht niet, door het snel
uitstromende water, van de rand kan schieten.
Bijvoorbeeld met een touwtje aan de kraan of een
haak in de muur ophangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. De
aftakking moet van een syphon (stankafsluiter)
voorzien zijn en zodanig dat de bocht van de slang
zich op tenminste 70 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp
met een hoogte van circa 70 cm. De hoogte mag
niet meer dan 100 cm bedragen.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht
zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van de
pijp groter moet zijn dan de buitendiameter van het
slangeind.
U mag de afvoerslang verlengen tot een maximale
totale lengte van 180 cm. Gebruik een verlengslang
van tenminste dezelfde binnendiameter als de
originele slang en gebruik een koppeling die voor
dit doel bestemd is.
De verlengde slang legt u vanuit de machine over
de vloer en pas bij de afvoermogelijkheid omhoog.
B
23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

MARYNEN cmt 7220 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor