MARYNEN CMT7010 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

03/2001
Wasautomaat CMT 7210
CMT 7010
Gebruiksaanwijzing
146 2381 01
3
INHOUD
Voor de gebruiker
Waarschuwingen en belangrijke
adviezen 4
Beschrijving van het apparaat 5
Gebruik 6
Volgorde van handelingen 7/8
Adviesprogramma's 9/10
Adviezen en tips voor het wassen 11-13
Onderhoud 14
Hulp bij storingen 15/16
Garantiebepalingen 17/18
Servicedienst en onderdelen 18
Technische gegevens 19
Voor de monteur
Installatie
Verwijderen van de transportbeveiliging 19
Waterpas stellen 20
Plaatsen en aansluiten 20
Elektrische aansluiting 20
Watertoevoer 21
Waterafvoer 21
De volgende symbolen in deze gebruiksaanwijzing helpen u
bij het bedienen van het apparaat:
bij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het
functioneren van het apparaat
bij aanvullende informatie en tips
bij tips en aanwijzingen voor economisch en milieuvriendelijk
gebruik van het apparaat
4
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN - WASAUTOMATEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe
gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin
opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in
gebruik neemt.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het
apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten
gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een
daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door ELECTROLUX SERVICE en laat
geen andere dan originele DISTRIPARTS onderdelen
plaatsen.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaatsen
het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
steker uit het stopcontact te trekken of de
badkamertrekschakelaar op de UIT-stand te
schakelen.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betreffende
adviezen in de gebruiksaanwijzing.
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig bij het
verplaatsen.
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist verwijderd zijn, alvorens het apparaat
in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het apparaat
of andere zaken in de omgeving kan het gevolg zijn
van het niet of niet geheel verwijderen van de
transportbeveiliging.
Was geen artikelen in de wasautomaat die niet voor
machinaal wassen geschikt zijn. Raadpleeg het
textiel-onderhoudsetiket. Was in twijfelgeval met de
hand of informeer bij de leverancier van het artikel.
Overtuig u ervan dat, voor u een artikel in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg
zijn, ritssluitingen gesloten zijn en eventueel
loshangende knopen verwijderd of eerst aangenaaid
zijn. Was geen rafelig of gescheurd goed; herstel het
voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-, roest- en
grasvlekken. Was bh's met beugels niet in de
wasautomaat.
Voorwerpen zoals munten, veiligheidsspelden,
naalden, spijkers, schroeven en andere harde of
scherpe materialen behoren niet in de wasautomaat;
zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken.
Indien uw wasautomaat aansluitend ook kan drogen,
zorgt u er dan voor dat zich in de trommel geen plastic
artikel, zoals wasbol en dergelijke, bevindt; de hete
drooglucht kan het plastic doen smelten.
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote
dosering kan schade aan het textiel toebrengen.
Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de
wasverzachter.
Elk in werking zijnd apparaat kan defect raken. Het
is niet ondenkbaar dat dan, tijdens uw afwezigheid,
schade ontstaat. Uw wasautomaat voldoet aan alle,
op het moment van produceren bestaande,
veiligheids-voorschriften. Toch adviseren wij u de
machine niet te laten werken wanneer er voor langere
tijd niemand thuis is.
Tracht, in geval van een storing of defect, dit apparaat
niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-
deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELECTROLUX SERVICE.
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u
het apparaat in gebruik neemt en bewaar
het boekje goed
5
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Wasmiddelbakje
( ) wasmiddel voor programma's met
voorwas (1)
( ) wasmiddel voor de hoofdwas (2)
(
) vloeibaar nabehandelingsmiddel (bijv.
wasverzachter) (3)
bedieningspaneel
greep
klepje voor pluizenfilter
uittrekbaar wiel
toetsen
programmakiezer
controlelampje
temperatuurkiezer
deksel
1
2
3
schakelaar voor centrifugetoerental
6
GEBRUIK
Bedieningspaneel
1 AAN/UIT-toets
Na drukken op deze toets start het gekozen pro-
gramma (controlelampje gaat aan). Na nogmaals
drukken schakelt de machine uit (controlelampje
gaat uit).
2 Controlelampje
Dit lampje brandt zolang de machine ingeschakeld
is.
3 Toets KORT
Deze toets verkort de wastijd in de programma's
witte/bonte was, synthetica en fijne was. Vooral
aan te raden bij licht verontreinigd wasgoed.
4 Toets EXTRA SPOELEN
Door het voortijds indrukken van deze toets zal in
de katoenprogramma's met meer water gespoeld
worden.
5 Centrifugetoerental
Met deze draaiknop kunt u het centrifugetoerental
instellen :
CMT 7210 :
- van 500 tot 1200 tpm voor katoen,
- van 300 tot 900 tpm voor synthetica,
- van 300 tot 1000 tpm voor wol.
CMT 7010 :
- van 300 tot 1000 tpm voor katoen en wol,
- van 300 tot 900 tpm voor synthetica.
Op deze manier kunt u het centrifugetoerental
aanpassen aan het soort wasgoed.
6 Programmakeuze
Druk de programmakiezer in en draai hem
rechtsom tot de markering bij het gewenste pro-
gramma staat. Zie programmatabel.
7 Temperatuurkeuze
Met deze draaiknop kiest u de gewenste
temperatuur.
Belangrijk : Draai nooit aan de programmakiezer als de machine is ingeschakeld
21 6
34
57
7
VOLGORDE VAN HANDELINGEN
1. Trommel vullen
Open het machinedeksel.
Druk op de grendeltoets A en druk de
trommelkleppen naar beneden tot ze van elkaar
loslaten en vanzelf omhoog komen.
Hang de voorste klep over de klepsteunen ; de
trommel kan dan tijdens het beladen niet
verdraaien.
Doe het wasgoed stuk voor stuk in de trommel;
haal opgevouwen wasgoed eerst uit elkaar.
Sluit de trommel door de kleppen naar beneden
te drukken en omhoog te laten komen.
Vergrendelen gebeurt automatisch, maar
controleer of de kleppen goed gesloten zijn.
Sluit het machinedeksel.
2. Doseer wasmiddel
Trek het wasmiddelbakje zo ver mogelijk uit het
bedieningspaneel.
Overschrijd het niveau MAX of het roostertje
niet.
3. Doseer eventueel wasverzachter
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het
daarvoor bestemde vakje (
).
Overschrijd het niveau MAX of het roostertje
niet.
Deze wasautomaat gaat zo zuinig mogelijk
met water en wasmiddel om. Doseer daarom
nooit te veel wasmiddel: overschrijd het ni-
veau MAX niet.
4. Druk eventueel toets KORT en/of
toets EXTRA SPOELEN in.
5. Stel de temperatuur in
Draai de temperatuurknop tot de markering
tegenover de gewenste temperatuur staat. U kunt
op alle programma's ook KOUD ("
") wassen.
A
Vloeibaar wasmiddel
Alleen in vakje
Poedervormig wasmiddel
Vakje
(voorwas)
Vakje
(hoofdwas)
Voer vóór het in gebruik nemen, een wasgang zonder wasgoed uit
(WITTE WAS 95°C, met een maatbeker wasmiddel).
8
6. Kies het gewenste centrifuge-
toerental
Kies het centrifugetoerental dat het beste past bij
het soort wasgoed en de gewenste
droogheidsgraad. U kunt het toerental als volgt
instellen:
CMT 7210 :
CMT 7010 :
7. Kies het gewenste programma
Draai de programmakiezer rechtsom tot de
markering bij het gewenste programma staat. Zie
programmatabel.
8. Start de machine
Trek, indien aanwezig, de badkamertrek-
schakelaar op AAN, of steek de steker in het
stopcontact. Draai de kraan open. Controleer of
de afvoerslang goed geplaatst is.
DRUK OP DE AAN/UIT-toets "
" : het lichtnet-
controlelampje brandt ; even later start de machine
en werkt het gekozen programma automatisch af.
9. De machine is klaar
Na het wassen :
- Druk op de AAN/UIT-toets "
". De machine is
uitgeschakeld.
- Druk eventueel ingedrukte toetsen nogmaals in
om ze uit te schakelen.
- Trek de stekker uit het stopcontact of, waar van
toepassing, trek de badkamertrekschalelaar op
UIT.
- Draai de kraan dicht.
Katoen 500 600 700 800 900
1000 1100 1200
Synthetica
300 400 500 550 650 700 800 900
Wol 300 400 500 600 700 800 900
1000
Katoen 300 400 500 600 700 800 900
1000
Synthetica
300 400 500 550 650 700 800 900
Wol 300 400 500 600 700 800 900
1000
9
ADVIESPROGRAMMA'S
Programma's voor witte en bonte was (katoen en linnen)
Maximum belading : 4,5 kg
( ) Het programma Witte was + temperatuurkiezer 60°C is het referentieprogramma voor wasproeven
katoen 60°C (54 liter / 0,85 kWh / 130 minuten).
Na de normale programma's stopt de wasmachine automatisch. De programmakiezer staat dan op stand
"I".
NOOT :
NADAT DE MACHINE UITGESCHAKELD IS DUURT HET 1 TOT 2 MINUTEN ALVORENS HET
DEKSEL GEOPEND KAN WORDEN. DIE TIJD HEEFT DE ELEKTRISCHE VERGRENDELING
NODIG OM TE ONTGRENDELEN.
s'ammargorpednavgnivjirhcseB
.pmeT
)C°(
nileddimsaW
ejkav
kiurbreV
retaW
)l(
hWk
djiT
).nim(
1
temsawetnobfoettiW
sawroov
°59-°062703,2551
2
sawettiW °59-°064509,1531
3
sawetnoB °06-°044558,0031
4
neleopsduoK5402,054
5
neregufirtnecgnaL060,021
( )
10
De programma's voor synthetica, fijne was en wol eindigen in een spoelstop. U kunt deze programma's
beëindigen met kort centrifugeren of pompen. Druk eerst de AAN/UIT-toets in, draai dan de pro-
grammakiezer op 12 (kort centrifugeren) of 13 (pompen) en druk de AAN/UIT-toets nogmaals in.
NOOT :
NADAT DE MACHINE UITGESCHAKELD IS DUURT HET 1 TOT 2 MINUTEN ALVORENS HET
DEKSEL GEOPEND KAN WORDEN. DIE TIJD HEEFT DE ELEKTRISCHE VERGRENDELING
NODIG OM TE ONTGRENDELEN.
Programma's voor synthetica, fijne was en wol
Maximum belading : 2 kg, wol 1 kg
s'ammargorpednavgnivjirhcseB
.pmeT
)C°(
leddimsaW
ejkavni
kiurbreV
retaW
)l(
hWk
djiT
).nim(
6
sawroovtemacitehtnyS °06-°045602,1001
7
acitehtnyS °06-°045509,058
8
loW °04-5505,005
9
sawenjiF °04-2554,054
01
neleopsduoK0420,081
11
nethcazrevsaW7105
21
neregufirtnectroK050,001
31
nepmoP002
11
ADVIEZEN EN TIPS VOOR HET WASSEN
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang
op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is (gaat
schimmelen en veroorzaakt een muffe geur).
Men zegt ook wel dat "het weer er in gekomen is";
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afgedrukte
kaart voor de behandelingssymbolen aandachtig te
lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel niet
in de krachtige katoen-programma's mag wassen.
Witte was wast u niet samen met bonte was.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/katoen,
vallen onder "synthetica".
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, vallen
onder "fijne was".
Het wolwasprogramma is een speciaal programma voor
"zuivere scheerwol". Bij alle andere wolsoorten en
mengsels kan niet worden uitgesloten dat het krimpt en/
of vervilt in de wasmaschine.
Wol moet u direct na het wassen kort centrifugeren.
Voorwas
In principe doet u geen voorwas. Uw nieuwe machine, in
combinatie met de moderne wasmiddelen, wast ook
zonder voorwas schoon. Dat spaart energie, tijd, water
en wasmiddel.
Indien echter het wasgoed zeer vuil is, bijvoorbeeld
garagekleding of slagerskleding, kan een voorwas met
biologisch voorwasmiddel gewenst zijn. Het
voorwasmiddel doet u in vakje .
Temperaturen
Wij adviseren u witte was (katoen en linnen) met 60°C in
plaats van 95°C te wassen. Als het goed niet al te vuil
is wordt het ook dan schoon. Het spaart zo'n dertig
procent aan energie.
Datzelfde geldt, in mindere mate, ook voor lichtbonte
was. Normaal wast u dit goed met 60°C. Is het goed
weinig vuil, dan wordt het met 40°C ook nog schoon.
Donkerbonte was wast u met een temperatuur niet hoger
dan 40°C.
Wast u lichtbont en donkerbont door elkaar, dan stelt u
volgens donkerbont in, dus niet hoger dan 40°C.
Witte en lichtgekleurde synthetica kan doorgaans met
60°C gewassen worden. Maar ook hier geldt dat het ook
met 40°C schoon wordt als het niet al te vuil is.
Donkergekleurde synthetica, fijne was en wol wast u met
een temperatuur niet hoger dan 40°C. Geeft één van de
etiketten 30°C aan, dan kiest u voor de gehele was 30°C.
Meestal kan het betreffende artikel wel tegen 40°C, maar
de fabrikant van uw wasautomaat kan geen
aansprakelijkheid aanvaarden voor schade door wassen
met te hoge temperatuur.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Eigenlijk zoudt u het wasgoed steeds moeten wegen.Van
katoen en linnen (witte en bonte was) mag u een
bepaalde maximum hoeveelheid in kilogrammen in de
trommel doen (zie programmatabel). Ook voor synthetica
en wol gelden maximum hoeveelheden in kilogrammen.
Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander
hulpmiddel:
Katoen en linnen:
volle trommel, maar niet proppen
Sterke synthetica en kreukherstellende stoffen
tweederde trommel
Fijnwas (acryl e.d.)
eenderde trommel
Wol (zie etiket)
eenderde trommel
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen
uit borst- en broekzakken. Spijkers, spelden, paperclips
en dergelijke kunnen grote schade aan uw machine en
het wasgoed aanrichten.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een sloop
of linnen zak.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst
een keer apart. De kans is groot dat het kleur afgeeft.
Behandel moeilijke vlekken, zoals die van gras, roest,
teer, verf, ballpoint, voortijds met een vlekkenoplosser.
Gebruikt u, bijvoorbeeld voor het verwijderen van verf,
een vluchtige stof, zoals terpentine en dergelijke, dan
moet u met wassen wachten tot het kledingstuk geheel
uitgedampt is.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel,
ontstaan door het gebruik van vluchtige, brandbare of
giftige stoffen.
12
Wasmiddelen
Er zijn, op het eerste gezicht, vele soorten; poedervormig
en vloeibaar, wel en niet geconcentreerd, totaal-en
speciale wasmiddelen. In de praktijk zult u echter niet
meer dan twee, hoogstens drie verschillende soorten
gebruiken.
Niet geschikte wasmiddelen
Gebruik, uit welke overwegingen dan ook, nooit zeep of
handwasmiddelen. U kunt er aanzienlijke schade aan de
machine en het wasgoed door veroorzaken.
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de
voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits
u geen voorwas/-week doet, direct in het vakje voor
het hoofdwasmiddel gieten. Wel meteen daarna de
machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een
poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Voorwasmiddel, voorweekmiddel
Voor een voorwas/-week adviseren wij u een biologisch
voorwas/-weekmiddel te gebruiken.
Bonte was, fijne was en wol
Er zijn aparte wasmiddelen voor bonte was, fijne was
en wol.
Wij adviseren u om, in ieder geval voor fijne was en wol,
van deze speciale middelen gebruik te maken.
Vloeibare wasverzachter
Een (vloeibare) wasverzachter kan gewenst zijn.
Bijvoorbeeld als u synthetica in de trommeldroger droogt.
De stof wordt dan tijdens het drogen niet "statisch".Doseer
niet meer dan tot het roostertje of het filternet of het
symbool MAX in het vakje voor de wasverzachter.
Hoeveel wasmiddel doseren?
Doseer om te beginnen zoveel als de fabrikant van het
wasmiddel op z'n verpakking aangeeft. Houd rekening
met de waterhardheid. Als u niet weet hoe hard het aan
u geleverde water is, vraag dat dan even na bij het
waterleidingbedrijf.
Als de trommel slechts half gevuld is kunt u,
vanzelfsprekend, ook wat minder wasmiddel dan voor
een volle trommel doseren; probeer een kwart minder.
Erg hard water
In het wasmiddel zitten kalkbindende stoffen. Daarom
moet u meer doseren naarmate de waterhardheid hoger
is.
Bij te weinig kalkbindende stoffen zal het wasgoed,
vooral bij hogere temperaturen, vergrauwen en stug
worden.
Bij erg hard water doseert u dus van alle andere in het
wasmiddel voorkomende stoffen meer dan nodig is. Dat
kunt u verhelpen door minder wasmiddel te doseren en
het verschil aan te vullen met een aparte kalkbinder,
zoals Calgon.
Houdt u zich aan de voorschriften op de verpakking en
doseer Calgon gewoon in het vakje .
DuitseDuitse
DuitseDuitse
Duitse
schaalschaal
schaalschaal
schaal
FranseFranse
FranseFranse
Franse
schaalschaal
schaalschaal
schaal
EigenschapEigenschap
EigenschapEigenschap
Eigenschap
BereikBereik
BereikBereik
Bereik
1 zacht 0 - 7 0 - 15
2 middelmatig 8 - 14 16 - 25
3 hard 15 - 21 26 - 37
4 zeer hard
meer dan 21 meer dan 37
13
Gewoon
pro-
gramma
Anti
kreuk-
pro-
gramma
Gewoon
pro-
gramma
Anti
kreuk
pro-
gramma
Gewoon
pro-
gramma
Anti
kreuk
pro-
gramma
Alleen
snelle
handwas
Niet
wassen,
ook niet
weken
WASSEN
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd
chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk.
BLEKEN
Niet mogelijk
STRUKEN
Niet strijkenHeet strijken Lauw strijken
Warm strijken
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare wastemperaturen aan; deze niet
overschrijden. Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve
wasjesprogramma's. Anti-kreuk-programma's: voor artikelen die synthetische vezels bevatten
en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine beladen met de helft van het maximale gewicht.
Handwas lauw of koud. Wolwas in de machine: alleen volgens programma's die zijn goedgekeurd
door het Internationaal Wol Secretariaat (IWS), Belading: 1/3 tot 1/4 van het maximale gewicht.
Niet chemisch
reinigen
Speciale reiniging
Gewone reiniging
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri.
De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken
oplosmiddel aan.
Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
De streep onder de cirkel betekent: lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig
mechanische beweging, korte reinigings-, spoel- en centrifugeertijden; en vooral: geen
water toevoegen.
TROMMEL-
DROGEN
Niet drogen in
droogtrommel
Normale textiel
Hittegevoelige textiel
CHEMISCH
REINIGEN=
STOMEN=
DRY
CLEANING
Zie voor meer informatie het boekje "Textiel ABC", te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402
van VTWS, Delft. Telefoon (015) 261 12 05.
Wolwas-
pro-
gramma
Textielbehandelingssymbolen
14
Buitenkant
De buitenkant kunt u, naar behoefte, lappen met
lauwwarm water en een huishoudschoon-
maakmiddel dat niet krast. Moderne schoon-
maakmiddelen drogen doorgaans streeploos op.
Belangrijk : Gebruik nooit alcohol, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
Schoonmaken van het wasmiddelbakje
Van tijd tot tijd moeten resten van wasmiddel uit het
wasmiddelbakje verwijderd worden. U kunt het
bakje makkelijk losnemen.
Losnemen:
Druk op de lipjes aan weerskanten van het
wasmiddelbakje en trek het naar boven (afb.1 en
afb.2).
Maak het bakje onder stromend water schoon.
Gebruik een borstel of doekje (afb. 3). Controleer
of de hevels aan de achterkant van het bakje niet
geblokkeerd worden (afb.4).
Weer inzetten:
Plaats het wasmiddelbakje weer in de openingen
(afb.5).
Pluizenfilter
Het pluizenfilter bevindt zich achter het klepje in de
sokkel van de machine. Wij adviseren u het filter
regelmatig te controleren en, zo nodig, schoon te
maken. Een verstopt filter veroorzaakt
machinestoring. Controleer het filter in elk geval
na het wassen van pluizig goed, zoals molton.
Open het deurtje (afb.6).
Om het water te laten weglopen:
Zet een platte bak op de grond.
Draai de dop van het filter in de verticale stand en
laat het water weglopen (afb.7).
Om het filter te reinigen:
Draai het pluizenfilter linksom los en neem het uit
de machine.
Maak het onder stromend water schoon.
Zet het filter terug en draai het rechtsom vast. Sluit
het deurtje (afb.8).
ONDERHOUD
Voordat u de machine gaat schoonmaken eerst de stekker uit het stopcontact
trekken en de waterkraan dichtdraaien.
afb.4
afb.1
afb.2
afb.3
afb.6
afb.7
afb.8
afb.5
15
Het wasresultaat is niet zoalsHet wasresultaat is niet zoals
Het wasresultaat is niet zoalsHet wasresultaat is niet zoals
Het wasresultaat is niet zoals
gebruikelijk.gebruikelijk.
gebruikelijk.gebruikelijk.
gebruikelijk.
Het wasproces duurt veel te lang.Het wasproces duurt veel te lang.
Het wasproces duurt veel te lang.Het wasproces duurt veel te lang.
Het wasproces duurt veel te lang.
De machine stopt tijdens een wasproces.De machine stopt tijdens een wasproces.
De machine stopt tijdens een wasproces.De machine stopt tijdens een wasproces.
De machine stopt tijdens een wasproces.
De machine start niet.
De machine start niet, hoewel het
controlelampje brandt.
De machine pompt het water niet weg
resp. centrifugeert niet.
HULP BIJ STORINGEN
Hebt u de juiste hoeveelheid en de juiste soort
wasmiddel gebruikt? Onvoldoende wasmiddel leidt
tot vergrauwing van het wasgoed en kalkaanslag in
de machine. Controleer de hoeveelheid.
Hebt u speciale vlekken voorbehandeld?
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
Is de waterdruk voldoende?
Is het pluizenfilter niet verstopt?
Is er misschien stroomuitval geweest?
Is de waterdruk voldoende?
Is het pluizenfilter niet verstopt?
Zijn de zekeringen in de huisinstallatie in orde?
Hebt u misschien een programma met spoelstop
ingesteld (zie de programmatabel)?
Na het instellen van het programma en na het
inschakelen start de machine niet en het
controlelampje gaat niet branden:
Controleer of het deksel goed dicht is.
Controleer of de machine aan het stroomnet
aangesloten is.
Controleer of de zekering in de huisinstallatie in
orde is.
Controleer of de programmakiezer op de juiste
stand staat.
Is de waterkraan open?
Is de watertoevoer in uw woning in orde?
Controleer dat bij andere kranen.
Is de toevoerslang misschien geknikt?
Is het toevoerfilter misschien verstopt?
Is de afvoerslang misschien verstopt?
Is het pluizenfilter misschien verstopt?
StoringStoring
StoringStoring
Storing
OplossingenOplossingen
OplossingenOplossingen
Oplossingen
16
Er wordt geen water toegevoerd.Er wordt geen water toegevoerd.
Er wordt geen water toegevoerd.Er wordt geen water toegevoerd.
Er wordt geen water toegevoerd.
De machine staat te schudden en maakt
veel lawaai.
De machine neemt water in, maar dit
stroomt weer uit de afvoerslang.
Er ligt water op de vloer.
Er komt wasverzachter uit het doseervakje.
HULP BIJ STORINGEN (vervolg)
Is de waterkraan open en is de waterdruk
voldoende?
Is het deksel van de machine goed gesloten?
Is de watertoevoer in uw woning in orde?
Is de transportbeveiliging geheel verwijderd?
Staat de machine misschien te dicht bij de wand
of bij andere meubelstukken?
Staat de machine stevig en waterpas?
Het uiteinde van de afvoerslang ligt niet hoog
genoeg boven de vloer. Lees de betreffende
aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing nog eens.
Hebt u misschien te veel wasmiddel gedoseerd?
Hebt u speciaal machinewasmiddel gebruikt?
Als het te veel schuimt, kan lekkage ontstaan.
Is de slang resp. de aansluiting niet helemaal
dicht?
Voel met uw hand of de slang resp. aansluiting
vochtig is, waterdruppels zijn moeilijk te zien.
Controleer of u de juiste hoeveelheid wasver-
zachter hebt gedoseerd.
Controleer of de hevels aan de achterkant van het
doseervakje niet geblokkeerd worden.
StoringStoring
StoringStoring
Storing
OplossingenOplossingen
OplossingenOplossingen
Oplossingen
17
GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE
GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel
van de betreffende aankoopnota of kwitantie te worden
getoond of meegezonden.
ALGEMENE GARANTIEBEPALINGEN
1 De fabrikant verleent een jaar garantie op het op
de bijbehorende koopnota vermelde apparaat,
gerekend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen
deze periode een storing voordoet, welke het gevolg
is van een materiaal- en/of constructiefout, heeft
de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk
gebruik, geldt een algemene garantieperiode van
twee jaar. Accessoires zijn aan directe slijtage
onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn derhalve
van garantie uitgesloten.
2 Indien binnen de garantietermijn door Marynen
reparaties worden verricht, wordt de oorspronkelijke
garantietermijn niet verlengd.
Op reparaties buiten de garantietermijn door
Marynen verricht, verleent Marynen drie maanden
volledige garantie. Op de hierbij geleverde, betaalde
en gemonteerde onderdelen wordt 1 jaar garantie
verleend.
Indien na drie maal uitvoeren van eenzelfde
reparatie, hetzelfde defect opnieuw optreedt en geen
resultaat van een opnieuw uitvoeren van een
reparatie verwacht mag worden, zal een nieuw
exemplaar of soortgelijk toestel worden
aangeboden. De aanbieding geschiedt tegen
bijbetaling op basis van een te bepalen jaarlijks
afschrijvingspercentage.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht
voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten, per
definitie: wasautomaten, trommeldroogautomaten,
afwas-automaten, koelkasten, diepvrieskasten/-
kisten, ovens, fornuizen en inbouwapparaten.
3a De regeling als genoemd onder punt 3 geldt ook
voor caravankoelkasten, mits de plaats waar zich
het apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt
en over normale, voor het autoverkeer opengestelde
wegen bereikbaar is. Voorts dient ten tijde van het
bezoek het apparaat en de eigenaar, of diens
gemachtigde plaatsvervanger, op de afgesproken
bezoekplaats aanwezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het
apparaat zoals bedoeld onder punt 3 naar haar
servicewerkplaats getransporteerd moet worden,
dan geschiedt dit transport op de door de
fabrikant vastgestelde wijze en voor rekening en
risiko van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en punt 3a genoemde
apparaten, alsmede apparaten welke wel de
betreffende functionele eigenschappen hebben
maar daarnaast juist bedoeld zijn voor
gemakkelijk transport, dienen franko aan het
adres van de servicedienst verzonden of
aangeboden te worden. Binnen de algemene
garantieperiode vindt terugzending voor rekening
van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de algemene
garantieperiode vallend defect aan een apparaat
niet hersteld kan worden, vindt kosteloze
vervanging van het apparaat plaats.
GARANTIE-UITBREIDINGEN
7 Voor koel-/vries-motorcompressoren (exclusief
startrelais en motorbeveiliging) geldt een
aflopende garantieperiode, in gelijke percentages
van 20 procent per jaar, van vijf jaar na
koopdatum van het op de bijbehorende koopnota
vermelde apparaat, met inachtname van volledig
kosteloos herstel binnen de algemene
garantieperiode. Na de algemene garantieperiode
worden bezoek-, arbeidsloon- en bijkomende
materiaalkosten in rekening gebracht.
GARANTIE-UITSLUITINGEN
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of
vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de
betreffende hieraan voorafgaande punten, is niet
van toepassing indien:
- de aankoopnota of kwitantie, waaruit tenminste
de aankoopdatum en de identificatie van het
apparaat blijkt, niet getoond kan worden of niet
meegezonden werd;
- het apparaat voor andere, of ook voor andere
dan de huishoudelijke doeleinden waarvoor het
apparaat bestemd is gebruikt wordt;
- het apparaat niet volgens de aanwijzingen in
het installatievoorschrift of de gebruikaanwijzing
geïnstalleerd, bediend, gebruikt of behandeld
wordt;
- het apparaat op ondeskundige wijze door
daartoe niet bevoegde personen hersteld of
gewijzigd werd
18
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat
de benodigde tijd voor het uit- en inbouwen
samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan
worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de
eigenaar in rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met
toestemming van de eigenaar, op abnormale
wijze uit- of inbouwen van een apparaat, kan niet
op de fabrikant of haar servicedienst verhaald
worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of
zoals een breuk van uit- of afneembare delen,
welke niet ten tijde van de aflevering ter kennis
van de fabrikant gebracht worden, vallen niet
onder garantie.
BELANGRIJK ADVIES
De constructie van dit apparaat is zodanig dat de
veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige
reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar brengen.
Terwille van een blijvende veiligheid en ook om mogelijke
schade te voorkomen,
is het raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht
worden door personen die daarvoor de vereiste
vakbekwaamheid bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of controlewerkzaamheden
door uw vakhandelaar of door ELECTROLUX SERVICE
te laten uitvoeren en uitsluitend originele DISTRIPARTS
onderdelen te laten plaatsen
Typeplaatje
Als u een storing niet zelf kunt verhelpen, neem
dan contact op met onze Servicedienst. Geef
daarbij merk, modelnummer en aankoopdatum
van de machine op: de Servicedienst zal u daarnaar
vragen. U vindt deze gegevens op het typeplaatje
achterop het apparaat en op een sticker op de
binnenzijde van het filterklepje.
SERVICEDIENST EN ONDERDELEN
ELECTROLUX SERVICE
Vennootsweg 1 2404 CG Alphen aan den Rijn
Postbus 120 2400 AC Alphen aan den Rijn
Storingsmeldingen op werkdagen tijdens kantooruren:
Tel. (0172) 468 300
Fax (0172) 468 255
Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens kantooruren:
Tel. (0172) 468 400
Fax (0172) 468 376
19
VOOR DE GEBRUIKER
Technische gegevens
Afmetingen hoogte 850 mm
breedte 397 mm
diepte 600 mm
Netspanning/-frequentie 230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde 2300 W
Verwarming 1950 W
Zekering 10 A
Waterleidingdruk minimum 0,05 MPa (0,5 bar)
maximum 0,8 MPa (8 bar)
Maximum vulgewicht katoen 4,5 kg
synthetica 2,0 kg
wol 1 kg
Centrifugetoerental CMT 7210 min/max 500/1200
CMT 7010 min/max 300/1000
Verbruikswaarden (katoen 60°C) 0,85 kWh
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen 89/336/EG, 73/23/EG.
Installatie
Verwijderen van de transportbeveiliging
De onderdelen die tot de transport-beveiliging
behoren, zijn rood gekleurd. Ze moeten na het
verwijderen bewaard blijven ten behoeve van
eventueel transport, bijvoorbeeld verhuizing.
Pak het apparaat volledig uit en verwijder de
polystyrene onderdelen. Verwijder de polysty-
rene basisplaat volgens de tekening (afb.1).
Deksel van de machine openen en de
polystyreen en rode kunststof wiggen die de
trommel blokkeren verwijderen. Deksel sluiten
(afb.2).
Verwijder de aan de achterzijde bevestigde
schroeven en de twee rode afstandstukken
(A) met een steeksleutel (afb.3).
De nu zichtbare gaten dienen te worden
opgevuld met bijgevoegde pluggen (B) (afb.4).
Controleer of u de bovenstaande onderdelen
heeft verwijderd en bewaar ze voor een volgend
transport (afb.5).
Indien de machine in lijn met andere
keukenmeubels opgesteld wordt, kan het zijn
dat de slangdrager op de achterkant van de
machine een belemmering vormt. U kunt de
slangdrager dan wegsnijden (afb. 6).
Let op. Als de machine op tapijt staat, zorg er dan
voor dat het tapijt niet de openingen in de
machinebodem kan afdekken. Deze openingen
dienen voor ventilatie.
B
A
afb.1
afb.5
afb.4
afb.3
afb.2
afb.6
20
Waterpas stellen
Om abnormaal schudden en geluidsoverlast te
voorkomen, is het zeer belangrijk dat de machine
waterpas en stevig op de vloer staat.
Daartoe is de machine van twee stelvoeten
voorzien.
Draai de contramoeren los en draai de voeten naar
behoefte iets in of uit de machinebodem. Draai de
contramoeren weer goed vast, eventueel met
behulp van een schroevendraaier.
Draai, na het waterpas stellen, de contramoeren
van beide voeten stevig tegen de machinebodem.
In de achterkant van de bodem bevinden zich
twee rollers en aan de voorkant een uittrekbaar
wiel.
Draai de hendel naar links om de machine te
kunnen verrijden.
Staat de machine eenmaal op z'n plaats, draai de
hendel dan weer terug in z'n rustpositie.
Plaatsen en aansluiten
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer.
Laat een houten vloer met een 5 cm dikke hardhout-
plaat versterken, over tenminste twee
draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle
kanten enkele centimeters buiten de machine
steken. Zorg ervoor dat de machine niet tegen de
muur of andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan ervanuit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening
zich binnen het bereik van de machineslangen en
het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan
adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de
afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen.
Elektrische aansluiting
Controleer op het typeplaatje (in de filterklep) of de
machine voor 230 V/50 Hz gemaakt is.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel
is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet
doorgaans een zogeheten "vaste aansluiting"
gemaakt worden; raadpleeg uw installateur.
Vervangen van het aansluitsnoer dient altijd
door ELECTROLUX SERVICE te geschieden.
10 A
21
Watertoevoer
Draai, nadat u eerst het afdichtringetje B in de
wartel hebt gelegd, de wartel van de toevoerslang
stevig op de 3/4" schroefdraad van de kraan.
Wat ons betreft hoeft de kraan niet "belucht" te zijn
(de machine is voorzien van een eigen beluchter),
maar het kan zijn dat de gemeente waar u woont
dat toch eist.
Mocht het u bekend zijn dat de waterleidingdruk
soms zeer hoog is, leg dan een gummi kraanschijf
3/4", 23x4x4 mm, in de wartel aan de machinekant
van de slang. De toevoerslang mag niet verlengd
worden. Mocht de slang te kort zijn en wilt u de
kraan niet laten verplaatsen, koop dan een langere,
complete, hogedrukslang welke speciaal voor dit
doel gemaakt is.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen verdraaid
worden. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
Waterafvoer
De bocht aan het eind van de afvoerslang kunt u op
drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan
voor zorgen dat de bocht niet, door het snel
uitstromende water, van de rand kan schieten.
Bijvoorbeeld met een touwtje aan de kraan of een
haak in de muur ophangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. De
aftakking moet van een syphon (stankafsluiter)
voorzien zijn en zodanig dat de bocht van de slang
zich op tenminste 70 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp
met een hoogte van circa 70 cm. De hoogte mag
niet meer dan 100 cm bedragen.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht
zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van de
pijp groter moet zijn dan de buitendiameter van het
slangeind.
U mag de afvoerslang verlengen tot een maximale
totale lengte van 180 cm. Gebruik een verlengslang
van tenminste dezelfde binnendiameter als de
originele slang en gebruik een koppeling die voor
dit doel bestemd is.
De verlengde slang legt u vanuit de machine over
de vloer en pas bij de afvoermogelijkheid omhoog.
B
146 2381 01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

MARYNEN CMT7010 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor