197
Foutopsporing
Raadpleeg de onderstaande tabel als dit toestel niet juist functioneert. Als de onderstaande instructies het probleem niet
verhelpen, of als het door u ervaren probleem hier niet wordt vermeld, zet het toestel dan uit, haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of service center.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
pagina
Toestel gaat niet aan.
Het netsnoer is niet aangesloten op
de AC IN-aansluiting op het
achterpaneel of is niet in het
stopcontact gestoken.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan. 189
Het toestel is blootgesteld geweest
aan een sterke externe elektrische
schok (bijvoorbeeld een
blikseminslag of een ontlading van
statische elektriciteit).
Schakel het toestel uit, trek de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact, wacht 30 seconden
en steek de stekker weer in het stopcontact.
—
De A (aan/uit)-indicator
op het voorpaneel
knippert.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Zorg dat de luidsprekerdraden elkaar of het
achterpaneel van het toestel niet raken en schakel
het toestel in.
186
Er is een probleem met de interne
schakelingen van dit toestel.
Trek de stekker uit het stopcontact en neem
contact op met de dichtstbijzijnde geautoriseerde
Yamaha dealer of service.
—
Als het toestel is
ingeschakeld, knippert
de INPUT-indicator en
wordt het
volumeniveau verlaagd.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Zorg dat de luidsprekerdraden elkaar of het
achterpaneel van het toestel niet raken en schakel
het toestel in.
186
Er is geen geluid
hoorbaar.
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de kabels op de juiste wijze aan. Als het
probleem blijft bestaan, zijn de kabels misschien
defect.
184
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met de
INPUT-keuzeschakelaar op het voorpaneel (of met
één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening).
176, 180
De SPEAKERS-keuzeschakelaar staat
op OFF.
Zet de SPEAKERS-keuzeschakelaar in de juiste
positie.
175
De luidsprekerkabels zijn niet juist
aangesloten.
Zorg dat de luidsprekerkabels op de juiste manier
zijn aangesloten.
186
Het geluid wordt
plotseling onderbroken.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Zorg dat de luidsprekerdraden elkaar of het
achterpaneel van het toestel niet raken en schakel
het toestel in.
186
Het volume kan niet
worden ingesteld.
MAIN DIRECT is geselecteerd als
signaalbron.
Pas het volumeniveau van de aangesloten
component aan.
Of sluit de externe component aan op andere
ingangen dan de MAIN IN-aansluitingen en kies
vervolgens de bijbehorende signaalbron.
176
Er is maar één
kanaalluidspreker
hoorbaar.
De afspeelcomponent of de
luidsprekers zijn niet juist
aangesloten.
Zorg dat ze op de juiste manier zijn aangesloten.
Als het probleem blijft bestaan, zijn de kabels
misschien defect.
184
De volumeniveaubalans tussen de
linker en rechter luidsprekers is niet
juist ingesteld.
P
a
s de volumeniveaubalans tussen de linker en
rechter luidsprekers aan met de BALANCE-
regelaar.
176