Technoline Model Handleiding

Categorie
Wekkers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

WS 6820 – Weerstation
Gebruiksaanwijzing
WEERSTATION
1
Luchtdruk
2
Luchtdruk tendentie
3
Weersvoorspelling
4
Weertendens
5
Batterij-indicator
(Buitenzender)
6
Wisselstroom display voor kanaal 1-3
7
Temperatuuralarm
8
Buitenzender-
kanaal
9
Buitenzendersignal
10
Buitentemperatuur
11
Buitentemperatuurtendens
12
Buiten-
temperatuur MIN/MAX
13
Buitenluchtvochtigheid
14
Buitenluchtvochtigheidtendens
15
Batterij-
indicator (Weerstation)
16
Binnentemperatuur
17
Binnentemperatuurtendens
18
Binnen-
temperatuur MIN/MAX
19
Binnenluchtvochtigheid
20
Binnenluchtvochtigheidtendens
21
Weekdag
22
Kalender week
23
Datum
24
DCF-tijdsignaal (met DST icoon)
25
Alarmen
26
AM/PM format
27
Sluimerfunktie
28
Tijd
29
DC
aansluiting
30
B
atterijdeksel
31
Batterijcompartiment
Functietoetsen
:
A
SNOOZE/LIGHT
B
MODE
C
ALARM
D
(hoog)
E
(
beneden
/ DCF-signaal)
F
CH (kanaal)
G
ALERT
BUITENZENDER
1
B
atterijdeksel
2
Staan
3
Opknoping lus
4
TX
5
Kanaalschakelaar
6
Batterijcompartiment
MILIEUEFFECTEN OP RADIO-ONTVANGST
Het station behoudt de exacte tijd via draadloze technologie. Zoals met alle draadloze apparatuur kan
de ontvangstkwaliteit in de volgende omstandigheden worden aangetast:
lange zendafstand
in de buurt van bergen en valleien
in de buurt van snelwegen, spoorwegen, vliegvelden, hoogspanningskabels, enz.
in de buurt van bouwterreinen
in de buurt van hoge gebouwen
binnenin betonnen gebouwen
in de buurt van elektrische apparatuur (computers, TV’s, enz.) en metalen structuren
binnenin bewegende voertuigen
Plaats het station op een locatie met een optimaal signaal, bijv. dicht bij een raam en uit de buurt van
metalen oppervlaktes of elektrisache apparatuur.
SNEL VAN START
Stap 1 Steek de AC/DC-adapter in een willekeurig AC-stopcontact. Steek de stroomstekker
vervolgens in de achterzijde van het station.
Stap 2 Schuif het batterijklepje op de achterzijde van het station open en installeer 3 x AAA batterijen
(niet inbegrepen) in de batterijhouder, let hierbij a.u.b. op de juiste polariteit +/-. Plaats het
batterijklepje terug.
Stap 3 Houd het station en de buitenzender naast elkaar. Schuif het batterijklepje op de achterzijde
van de buitenzender open. Zorg ervoor dat de kanaalschakelaar op de achterzijde van de
buitenzender is ingesteld op positie 1 (rechts positie) en installeer 2 x AAA batterijen (niet
inbegrepen) in de batterijhouder, let hierbij a.u.b. op de juiste polariteit +/-. Plaats het
batterijklepje terug. Het station zal binnen enkele seconden een gegevenssignaal vanuit
de buitenzender ontvangen.
Vergeet niet dat de buitenzender een maximaal overdrachtbereik heeft van 30 meter in
een open gebied zonder obstructies. Het daadwerkelijke overdrachtbereik zal afhangen
van eventuele obstructies in het signaalpad. Elke obstructie (dak, muren, vloeren,
plafonds, dikke bomen, enz.) zal het effectieve signaalbereik halveren.
Opmerking:
Nadat het station de buitentemperatuur vanuit de zender heeft ontvangen, zal het beginnen te
zoeken naar het DCF-tijdsignaal. Dit kan een nachtje duren. Indien het station het DCF-tijdsignaal
niet kan vinden, kunt u de klok handmatig instellen.
De thermometer zal tijdens ontvangst van het DCF-tijdsignaal geen temperatuurmetingen
uitvoeren. De temperatuurlezingen zullen na de aanvankelijke installatie stabiliseren en na ca. 30
minuten nauwkeuriger worden.
Het gebruik van overige buitenzenders
Opmerking: Tot 3 outdoor zenders zijn te ontvangen door het weerstation.
Druk op de toets CHANNEL om het kanaal voor de buitensensor te selecteren, deze volgorde is
CH1 - CH2 - CH3. Druk langer dan 3 seconden op de toets CHANNEL om het kanaal te wissen en
naar een buitensensor te zoeken.
Als u meer dan één sensor (max. 3) gebruikt, kunt u de gegevens van elk van de buitensensoren
afzonderlijk ontvangen. U dient elke sensor op een verschillend kanaalnummer te schakelen:
Open de batterijhouder en gebruik de kanaalselectieschakelaar om een kanaal te kiezen. Houd de TX-
toets ingedrukt om een signaal naar het weerstation te zenden.
BACK-UPBATTERIJEN
Wanneer de voeding niet in gebruik is of wordt onderbroken, zal het station van stroom worden
voorzien door de back-upbatterijen. De LED-display wordt uitgeschakeld, maar de tijd en alarmtijd
blijven behouden (ook in het geval van stroomuitval). Ook de alarmfuncties blijven normaal werken.
SIGNAALONTVANGST VAN HET BUITENZENDERS
Het weerstation begint automatisch te zoeken naar de buitensensor. Het signaalsymbooltje van het
RF-kanaal
knippert op de LCD om aan te geven dat het apparaat naar het signaal zoekt van het
RF-kanaal. Wanneer de buitensensor succesvol is gevonden, zal het signaalsymbooltje van het RF-
kanaal
uit de display verdwijnen.
Opmerking: Dit proces kan ca. 3 minuten duren.
WEERGAVE VAN DCF-TIJDSIGNAAL EN SIGNAALSTERKTE
Nadat het station de buitentemperatuur vanuit de zender heeft ontvangen, zal het beginnen te zoeken
naar het DCF-tijdsignaal.
icoontje knippert.
Wanneer een krachtig DCF-tijdsignaal wordt ontvangen, blijft het radiosymbooltje
permanent op de
display branden.
Wanneer zwakke of geen DCF-tijd-signaal wordt gedetecteerd, verdwijnt het pictogram van LCD
.
Vervang het weerstation naar een ander gebied voor een betere ontvangst of trek de stekker om de
ontvangst van de DCF-tijd-signaal opnieuw te beginnen.
Opmerking:
Dit proces duurt ca. 7 minuten, wat zal worden aangegeven door het knipperende radio-icoontje
op de LCD.
U kunt tijdens het zoeken naar het DCF-signaal alleen het achtergrondlicht inschakelen via de
toets SNOOZE/LIGHT, terwijl alle andere functietoetsen van het weerstation zijn geblokkeerd.
Het DST-symbooltje zal op de LCD worden weergegeven terwijl het weerstation het DST-signaal
ontvangt. DST betekent dat de zomertijd actief is.
Houd tijdens ontvangst de toets
ingedrukt om de ontvangst van het DCF-tijdsignaal te stoppen.
Houd nog een keer ingedrukt om terug te keren naar de ontvangstmodus en weergave van
de signaalsterkte.
Automatische en handmatige ontvangst
Het station start de automatische ontvangst elke dag om 1:00u, 2:00u en 3:00u. Als het station het
DCF-tijdsignaal niet kan ontvangen tot 3:00u, zal het de ontvangst weer starten om 4:00u. Als het
opnieuw mislukt, zal het de ontvangst weer starten om 5:00u. Als het nogmaals mislukt, zal het de
automatische ontvangst de volgende dag om 1:00u starten.
Houd de toets
voor ca. 2 seconden ingedrukt. De radiogestuurde klok probeert het DCF-
radiosignaal op te pikken.
HANDMATIGE TIJDINSTELLING
Houd de toets MODE voor ca. 2 seconden ingedrukt. De 12-uur display knippert. Druk op de toets
of
om de display op 12 of 24 uur in te stellen.
Bevestig uw instellingen door op de toets MODE te drukken, de tijdzone zal nu op de display
knipperen. Druk op de toets
of om de gewenste tijdzone in te stellen.
Bevestig uw instellingen door op de toets MODE te drukken, de uren zullen nu op de display
knipperen. Druk op de toets
of om de gewenste uren in te stellen.
Herhaal dezelfde stappen om de volgende waarden in te stellen.
De complete instelvolgorde is 12/24 uur, tijdzone, uur, minuut, jaar, maand, datum, taal van datumweergave.
Na de laatste instelling druk op MODE knop om terug te keren naar de normale tijdweergave.
ALARMINSTELLING
U kunt 2 alarmen instellen in dit apparaat:
Druk op de toets ALARM om de instellingsmodus voor alarm te openen.
Houd de toets ALARM voor ca. 2 seconden ingedrukt, om alarm 1 in te stellen. De ingestelde
alarmtijd zal op de LCD-display worden aangegeven. De uren zullen nu op de display knipperen. Druk
op de toets
of om de gewenste uren in te stellen. Druk op de toets ALARM om uw instelling te
bevestigen. De minuten zullen nu op de display knipperen. Druk op de toets
of om de
gewenste minuten in te stellen. Druk op de toets ALARM om uw instelling te bevestigen.
Druk op de toets ALARM om te bevestigen en alarminstelling 2 te openen, de uren zullen vervolgens
knipperen. Druk op de toets
of om de gewenste uren in te stellen. Druk op de toets ALARM om
uw instelling te bevestigen. De minuten zullen nu op de display knipperen. Druk op de toets
of
om de gewenste minuten in te stellen. Druk op de toets ALARM om uw instelling te bevestigen.
Na de laatste instelling druk op MODE knop om terug te keren naar de normale tijdweergave.
Opmerking: A1 staat voor het alarm van maandag tot vrijdag en A2 voor het alarm van zaterdag tot zondag.
Alarm 1 en/of alarm 2 in/uitschakelen
Druk op de toets ALARM om alarminstelling te openen.
Druk op de toets
, het icoontje voor alarm 1 verschijnt op de LCD. Alarm 1 is nu geactiveerd. Druk
nogmaals op de toets
, het alarmicoontje verdwijnt uit de LCD. Alarm 1 is nu gedeactiveerd.
Druk op de toets ALARM om te bevestigen en alarminstelling 2 te openen. Druk op de toets
, het
icoontje voor alarm 2 verschijnt op de LCD. Alarm 2 is nu geactiveerd. Druk nogmaals op de toets
,
het alarmicoontje verdwijnt uit de LCD. Alarm 2 is nu gedeactiveerd.
Druk op de toets MODE om te bevestigen en de alarminstelling te verlaten.
Opmerking: Het alarm klinkt voor 2 minuten.
Sluimerfunctie
Wanneer de tijd de ingestelde alarmtijd 1 of 2 bereikt, zal de klok een pieptoon laten horen terwijl het
symbool A1 of A2 knippert. Druk eenmaal op de toets SNOOZE, het alarmgeluid zal stoppen en
symbool A1 of A2 knippert. Na 5 minuten gaat het alarm opnieuw af.
Het alarm stoppen
Wanneer de tijd de ingestelde alarmtijd 1 of 2 bereikt, zal de klok een pieptoon laten horen terwijl het
symbool A1 of A2 knippert. Druk op een willekeurige toets, het alarmgeluid zal stoppen en symbool A1
of A2 stopt met knipperen. Het alarm zal de volgende dag op dezelfde tijd weer klinken.
WEERSVOORSPELLING EN BAROMETER
Het station is voorzien van een ingebouwde barometer om de barometrische druk te meten. Na het
station in te schakelen, zal de display het icoontje Zonnig & Bewolkt weergeven. Het duurt ongeveer
14 uur totdat het station voldoende gegevens van de barometrische drukschommelingen heeft
waargenomen en de weersverwachting voor de volgende 12 – 24 uur kan weergeven.
Opmerking: Uw weerstation voorspelt de weerscondities voor de volgende 12 – 24 uur. Het komt
mogelijk niet overeen met de huidige weersomstandigheden buiten.
Er zijn vijf soorten weericoontjes voor de weersvoorspelling:
Zonnig Halfzonnig Bewolkt Regenachtig Sneeuwachtig.
Opmerking: Het station in uw huis of gebouw verplaatsen, zal de nauwkeurigheid van het station
aantasten, wegens een plotselinge verandering in temperatuur of hoogte/attitude. Het zal 24 uur duren
totdat het station weer stabiel is en de volgende 12 – 24 uur kan voorspellen.
TEMPERATUUR- EN VOCHTIGHEID
Temperatuurwaarden weergeven in °C/°F
Druk op de toets
om de temperatuurschaal te wisselen tussen Celsius en Fahrenheit.
De temperatuur- en vochtigheidtrend weergeven
Na een geslaagde verbinding, kan het weerstation de temperatuur/vochtigheidtrend weergeven. Het
volgende kan worden weergegeven:
geeft een oplopende trend in temperatuur/vochtigheid aan.
geeft een constante trend in temperatuur/vochtigheid aan.
geeft een aflopende trend in temperatuur/vochtigheid aan.
De Maximum/Minimum Temperatuur/Vochtigheid weergeven
Druk op de toets
om de Maximum/Minimum Temperatuur/Vochtigheid weer te geven.
U kunt de temperatuur/vochtigheidgeschiedenis terugstellen door langer dan 2 seconden op de toets
te drukken terwijl de MIN of MAX waarde wordt weergegeven.
Opmerking: (als de zender is verbonden met verdere outdoor zenders)
U kunt de minimum/maximum temperatuur/vochtigheid controleren door op de toets CH te drukken en
de waarde van de verschillende kanalen te controleren.
Temperatuuralarm instellen
De standaard MAX temperatuur is 60°C, MIN temperatuur is -40°C
Druk op de toets ALERT om het temperatuuralarm te activeren. Het symbooltje van het
temperatuuralarm wordt weergegeven. Druk langer dan 3 seconden op ALERT om het
temperatuuralarm in te stellen. Druk op de toets
of om de gewenste waarde in te stellen. Druk
op de toets ALERT om de instelling te bevestigen.
De volgorde is maximum, minimum, en vervolgens verlaten.
Het alarm zal na de instelling automatisch klinken wanneer de huidige buitentemperatuur lager is dan
de ingestelde MIN of hoger is dan de ingestelde MAX alarmtemperatuur. Het alarm zal elke minuut 5
seconden klinken totdat de temperatuur weer binnen het ingestelde bereik valt. Druk op een
willekeurige toets om het alarm te stoppen, het symbooltje zal echter blijven knipperen totdat de
temperatuur weer binnen het ingestelde bereik valt.
Druk op de toets ALERT om de temperatuuralarmfunctie te deactiveren. Het symbooltje voor het
temperatuuralarm zal verdwijnen.
Opmerking: (als de zender is verbonden met verdere outdoor zenders)
Als u het temperatuuralarm wilt instellen voor buitenkanaal 2 of 3, kunt u op de toets
CH
drukken om een
ander kanaal te selecteren voordat u begint met de instelling van het temperatuuralarm voor het gekozen
kanaal. Als de temperatuurwaarschuwing echter niet voor het huidig weergegeven kanaal geldt, zal alleen
het alarmsymbooltje op de LCD-display knipperen terwijl de relevante temperatuur niet knippert.
BATTERIJSTATUS
De lage batterij indicator verschijnt op de LCD-display van het weerstation zodra de batterijen uitgeput
raken. Zorg er a.u.b. voor de batterijen zo snel mogelijk te vervangen.
ACHTERGRONDLICHT
Raak de toets SNOOZE/LIGHT aan. Het achtergrondlicht schakelt voor 5 minuten in wanneer niet
aangesloten op DC-voeding. Als de DC-voeding is aangesloten, blijft het achtergrondlicht continu branden.
SPECIFICATIES
Temperatuurbereik:
Binnen: 0°C tot +50°C (+32°F tot +122°F)
(display toont HH.H/LL.L indien buiten dit bereik)
Buiten: -20°C tot +65°C (-4°F tot +149°F)
(display toont HH.H/LL.L indien buiten dit bereik)
Resolutie: 0,1°C
Vochtigheidbereik: 20% - 95%
(display toont HH.H/LL.L indien buiten dit bereik)
RH% Resolutie: 1%
Luchtdrukbereik: 850 hPa tot 1050 hPa
25,1 inHg tot 31,01 inHg
Kalender: 2000-2099
Alarmduur: 2 minuten
Sluimerduur: 5 minuten
Zendfrequentie: 433 MHz
Zendbereik: 30m (vrij veld)
VORRZORGSMAATREGELEN
Dit hoofdapparaat is uitsluitend bestemd voor binnenshuis gebruik.
Stel het apparaat niet bloot aan overmatige krachten of schokken.
Stel het apparaat niet bloot aan hoge temperaturen, direct zonlicht, stof en vocht.
Niet onderdompelen het apparaat in water
Vermijd contact met bijtende stoffen.
Gebruik het apparaat niet in een vuur. Deze kan ontploffen.
Niet open de behuizing en niet manipuleren structurele componenten van het apparaat.
Batterijvoorschriften
Lees vóór gebruik alle instructies.
Gebruik uitsluitend alkaline batterijen, geen oplaadbare batterijen.
Installeer batterijen correct volgens de polariteitmarkeringen (+/-).
Vervang altijd een volledige set batterijen.
Combineer nooit gebruikte en nieuwe batterijen.
Verwijder onmiddellijk uitgeputte batterijen.
Verwijder batterijen wanneer niet in gebruik.
Batterijen nooit opladen of in vuur werpen om ontploffing te voorkomen.
Houd de batterijen niet in de nabijheid van metalen voorwerpen. Een contact kan een kortsluiting
veroorzaken.
Houd alle batterijen buiten bereik van kinderen omdat ze een verstikkingsgevaar vormen.
Bewaar de verpakking voor eventueel toekomstig gebruik.
Verordening verwijdering batterijen
Oude batterijen horen niet in het huisvuil. Als batterijen in het milieu terechtkomen kunnen deze milieu en
gezondheidsproblemen tot gevolg hebben. U kunt gebruikte batterijen kosteloos bij uw handelaar of
inzamelplaatsen teruggeven. U bent als verbruiker wettelijk verplicht oude batterijen, als omschreven, in te leveren.
Verordening verwijdering elektrische apparaten
Dit symbool betekent dat elektrische apparatuur, wanneer hij het eind van zijn levensduur bereikt, niet mag worden
afgevoerd met het gewone huishoudelijk afval. Breng de lader naar het plaatselijke inzamelpunt voor afval of
recyclingcentrum. Dit is van toepassing voor alle landen van de Europese Unie en op de overige Europese landen
met een systeem voor gescheiden afvalinzameling.

Documenttranscriptie

WS 6820 – Weerstation Gebruiksaanwijzing WEERSTATION 1 Luchtdruk ● 2 Luchtdruk tendentie ● 3 Weersvoorspelling ● 4 Weertendens ● 5 Batterij-indicator (Buitenzender) ● 6 Wisselstroom display voor kanaal 1-3 ● 7 Temperatuuralarm ● 8 Buitenzenderkanaal 9 Buitenzendersignal ● 10 Buitentemperatuur ● 11 Buitentemperatuurtendens ● 12 Buitentemperatuur MIN/MAX ● 13 Buitenluchtvochtigheid ● 14 Buitenluchtvochtigheidtendens ● 15 Batterijindicator (Weerstation) ● 16 Binnentemperatuur ● 17 Binnentemperatuurtendens ● 18 Binnentemperatuur MIN/MAX 19 Binnenluchtvochtigheid ● 20 Binnenluchtvochtigheidtendens ● 21 Weekdag 22 Kalender week 23 Datum ● 24 DCF-tijdsignaal (met DST icoon) ● 25 Alarmen ● 26 AM/PM format 27 Sluimerfunktie ● 28 Tijd 29 DC aansluiting ● 30 Batterijdeksel ● 31 Batterijcompartiment Functietoetsen: (hoog) A SNOOZE/LIGHT ● B MODE ● C ALARM ● D ( beneden / DCF-signaal) ● F CH (kanaal) ● G ALERT E BUITENZENDER 1 Batterijdeksel ● 2 Staan ● 3 Opknoping lus ● 4 TX 5 Kanaalschakelaar ● 6 Batterijcompartiment MILIEUEFFECTEN OP RADIO-ONTVANGST Het station behoudt de exacte tijd via draadloze technologie. Zoals met alle draadloze apparatuur kan de ontvangstkwaliteit in de volgende omstandigheden worden aangetast: • • • • • • • • lange zendafstand in de buurt van bergen en valleien in de buurt van snelwegen, spoorwegen, vliegvelden, hoogspanningskabels, enz. in de buurt van bouwterreinen in de buurt van hoge gebouwen binnenin betonnen gebouwen in de buurt van elektrische apparatuur (computers, TV’s, enz.) en metalen structuren binnenin bewegende voertuigen Plaats het station op een locatie met een optimaal signaal, bijv. dicht bij een raam en uit de buurt van metalen oppervlaktes of elektrisache apparatuur. SNEL VAN START Stap 1 Steek de AC/DC-adapter in een willekeurig AC-stopcontact. Steek de stroomstekker vervolgens in de achterzijde van het station. Stap 2 Schuif het batterijklepje op de achterzijde van het station open en installeer 3 x AAA batterijen (niet inbegrepen) in de batterijhouder, let hierbij a.u.b. op de juiste polariteit +/-. Plaats het batterijklepje terug. Stap 3 Houd het station en de buitenzender naast elkaar. Schuif het batterijklepje op de achterzijde van de buitenzender open. Zorg ervoor dat de kanaalschakelaar op de achterzijde van de buitenzender is ingesteld op positie 1 (rechts positie) en installeer 2 x AAA batterijen (niet inbegrepen) in de batterijhouder, let hierbij a.u.b. op de juiste polariteit +/-. Plaats het batterijklepje terug. Het station zal binnen enkele seconden een gegevenssignaal vanuit de buitenzender ontvangen. Vergeet niet dat de buitenzender een maximaal overdrachtbereik heeft van 30 meter in een open gebied zonder obstructies. Het daadwerkelijke overdrachtbereik zal afhangen van eventuele obstructies in het signaalpad. Elke obstructie (dak, muren, vloeren, plafonds, dikke bomen, enz.) zal het effectieve signaalbereik halveren. Opmerking: • Nadat het station de buitentemperatuur vanuit de zender heeft ontvangen, zal het beginnen te zoeken naar het DCF-tijdsignaal. Dit kan een nachtje duren. Indien het station het DCF-tijdsignaal niet kan vinden, kunt u de klok handmatig instellen. • De thermometer zal tijdens ontvangst van het DCF-tijdsignaal geen temperatuurmetingen uitvoeren. De temperatuurlezingen zullen na de aanvankelijke installatie stabiliseren en na ca. 30 minuten nauwkeuriger worden. Het gebruik van overige buitenzenders Opmerking: Tot 3 outdoor zenders zijn te ontvangen door het weerstation. Druk op de toets CHANNEL om het kanaal voor de buitensensor te selecteren, deze volgorde is CH1 - CH2 - CH3. Druk langer dan 3 seconden op de toets CHANNEL om het kanaal te wissen en naar een buitensensor te zoeken. Als u meer dan één sensor (max. 3) gebruikt, kunt u de gegevens van elk van de buitensensoren afzonderlijk ontvangen. U dient elke sensor op een verschillend kanaalnummer te schakelen: Open de batterijhouder en gebruik de kanaalselectieschakelaar om een kanaal te kiezen. Houd de TXtoets ingedrukt om een signaal naar het weerstation te zenden. BACK-UPBATTERIJEN Wanneer de voeding niet in gebruik is of wordt onderbroken, zal het station van stroom worden voorzien door de back-upbatterijen. De LED-display wordt uitgeschakeld, maar de tijd en alarmtijd blijven behouden (ook in het geval van stroomuitval). Ook de alarmfuncties blijven normaal werken. SIGNAALONTVANGST VAN HET BUITENZENDERS Het weerstation begint automatisch te zoeken naar de buitensensor. Het signaalsymbooltje van het RF-kanaal knippert op de LCD om aan te geven dat het apparaat naar het signaal zoekt van het RF-kanaal. Wanneer de buitensensor succesvol is gevonden, zal het signaalsymbooltje van het RFkanaal uit de display verdwijnen. Opmerking: Dit proces kan ca. 3 minuten duren. WEERGAVE VAN DCF-TIJDSIGNAAL EN SIGNAALSTERKTE Nadat het station de buitentemperatuur vanuit de zender heeft ontvangen, zal het beginnen te zoeken naar het DCF-tijdsignaal. icoontje knippert. Wanneer een krachtig DCF-tijdsignaal wordt ontvangen, blijft het radiosymbooltje permanent op de display branden. Wanneer zwakke of geen DCF-tijd-signaal wordt gedetecteerd, verdwijnt het pictogram van LCD . Vervang het weerstation naar een ander gebied voor een betere ontvangst of trek de stekker om de ontvangst van de DCF-tijd-signaal opnieuw te beginnen. Opmerking: • Dit proces duurt ca. 7 minuten, wat zal worden aangegeven door het knipperende radio-icoontje op de LCD. • U kunt tijdens het zoeken naar het DCF-signaal alleen het achtergrondlicht inschakelen via de toets SNOOZE/LIGHT, terwijl alle andere functietoetsen van het weerstation zijn geblokkeerd. • Het DST-symbooltje zal op de LCD worden weergegeven terwijl het weerstation het DST-signaal ontvangt. DST betekent dat de zomertijd actief is. Houd tijdens ontvangst de toets ingedrukt om de ontvangst van het DCF-tijdsignaal te stoppen. Houd nog een keer ingedrukt om terug te keren naar de ontvangstmodus en weergave van de signaalsterkte. Automatische en handmatige ontvangst Het station start de automatische ontvangst elke dag om 1:00u, 2:00u en 3:00u. Als het station het DCF-tijdsignaal niet kan ontvangen tot 3:00u, zal het de ontvangst weer starten om 4:00u. Als het opnieuw mislukt, zal het de ontvangst weer starten om 5:00u. Als het nogmaals mislukt, zal het de automatische ontvangst de volgende dag om 1:00u starten. Houd de toets voor ca. 2 seconden ingedrukt. De radiogestuurde klok probeert het DCFradiosignaal op te pikken. HANDMATIGE TIJDINSTELLING Houd de toets MODE voor ca. 2 seconden ingedrukt. De 12-uur display knippert. Druk op de toets of om de display op 12 of 24 uur in te stellen. Bevestig uw instellingen door op de toets MODE te drukken, de tijdzone zal nu op de display knipperen. Druk op de toets of om de gewenste tijdzone in te stellen. Bevestig uw instellingen door op de toets MODE te drukken, de uren zullen nu op de display knipperen. Druk op de toets of om de gewenste uren in te stellen. Herhaal dezelfde stappen om de volgende waarden in te stellen. De complete instelvolgorde is 12/24 uur, tijdzone, uur, minuut, jaar, maand, datum, taal van datumweergave. Na de laatste instelling druk op MODE knop om terug te keren naar de normale tijdweergave. ALARMINSTELLING U kunt 2 alarmen instellen in dit apparaat: Druk op de toets ALARM om de instellingsmodus voor alarm te openen. Houd de toets ALARM voor ca. 2 seconden ingedrukt, om alarm 1 in te stellen. De ingestelde alarmtijd zal op de LCD-display worden aangegeven. De uren zullen nu op de display knipperen. Druk op de toets of om de gewenste uren in te stellen. Druk op de toets ALARM om uw instelling te of om de bevestigen. De minuten zullen nu op de display knipperen. Druk op de toets gewenste minuten in te stellen. Druk op de toets ALARM om uw instelling te bevestigen. Druk op de toets ALARM om te bevestigen en alarminstelling 2 te openen, de uren zullen vervolgens knipperen. Druk op de toets of om de gewenste uren in te stellen. Druk op de toets ALARM om of uw instelling te bevestigen. De minuten zullen nu op de display knipperen. Druk op de toets om de gewenste minuten in te stellen. Druk op de toets ALARM om uw instelling te bevestigen. Na de laatste instelling druk op MODE knop om terug te keren naar de normale tijdweergave. Opmerking: A1 staat voor het alarm van maandag tot vrijdag en A2 voor het alarm van zaterdag tot zondag. Alarm 1 en/of alarm 2 in/uitschakelen Druk op de toets ALARM om alarminstelling te openen. Druk op de toets , het icoontje voor alarm 1 verschijnt op de LCD. Alarm 1 is nu geactiveerd. Druk , het alarmicoontje verdwijnt uit de LCD. Alarm 1 is nu gedeactiveerd. nogmaals op de toets Druk op de toets ALARM om te bevestigen en alarminstelling 2 te openen. Druk op de toets , het , icoontje voor alarm 2 verschijnt op de LCD. Alarm 2 is nu geactiveerd. Druk nogmaals op de toets het alarmicoontje verdwijnt uit de LCD. Alarm 2 is nu gedeactiveerd. Druk op de toets MODE om te bevestigen en de alarminstelling te verlaten. Opmerking: Het alarm klinkt voor 2 minuten. Sluimerfunctie Wanneer de tijd de ingestelde alarmtijd 1 of 2 bereikt, zal de klok een pieptoon laten horen terwijl het symbool A1 of A2 knippert. Druk eenmaal op de toets SNOOZE, het alarmgeluid zal stoppen en symbool A1 of A2 knippert. Na 5 minuten gaat het alarm opnieuw af. Het alarm stoppen Wanneer de tijd de ingestelde alarmtijd 1 of 2 bereikt, zal de klok een pieptoon laten horen terwijl het symbool A1 of A2 knippert. Druk op een willekeurige toets, het alarmgeluid zal stoppen en symbool A1 of A2 stopt met knipperen. Het alarm zal de volgende dag op dezelfde tijd weer klinken. WEERSVOORSPELLING EN BAROMETER Het station is voorzien van een ingebouwde barometer om de barometrische druk te meten. Na het station in te schakelen, zal de display het icoontje Zonnig & Bewolkt weergeven. Het duurt ongeveer 14 uur totdat het station voldoende gegevens van de barometrische drukschommelingen heeft waargenomen en de weersverwachting voor de volgende 12 – 24 uur kan weergeven. Opmerking: Uw weerstation voorspelt de weerscondities voor de volgende 12 – 24 uur. Het komt mogelijk niet overeen met de huidige weersomstandigheden buiten. Er zijn vijf soorten weericoontjes voor de weersvoorspelling: Zonnig Halfzonnig Bewolkt Regenachtig Sneeuwachtig. Opmerking: Het station in uw huis of gebouw verplaatsen, zal de nauwkeurigheid van het station aantasten, wegens een plotselinge verandering in temperatuur of hoogte/attitude. Het zal 24 uur duren totdat het station weer stabiel is en de volgende 12 – 24 uur kan voorspellen. TEMPERATUUR- EN VOCHTIGHEID Temperatuurwaarden weergeven in °C/°F Druk op de toets om de temperatuurschaal te wisselen tussen Celsius en Fahrenheit. De temperatuur- en vochtigheidtrend weergeven Na een geslaagde verbinding, kan het weerstation de temperatuur/vochtigheidtrend weergeven. Het volgende kan worden weergegeven: geeft een oplopende trend in temperatuur/vochtigheid aan. geeft een constante trend in temperatuur/vochtigheid aan. geeft een aflopende trend in temperatuur/vochtigheid aan. De Maximum/Minimum Temperatuur/Vochtigheid weergeven Druk op de toets om de Maximum/Minimum Temperatuur/Vochtigheid weer te geven. U kunt de temperatuur/vochtigheidgeschiedenis terugstellen door langer dan 2 seconden op de toets te drukken terwijl de MIN of MAX waarde wordt weergegeven. Opmerking: (als de zender is verbonden met verdere outdoor zenders) U kunt de minimum/maximum temperatuur/vochtigheid controleren door op de toets CH te drukken en de waarde van de verschillende kanalen te controleren. Temperatuuralarm instellen De standaard MAX temperatuur is 60°C, MIN temperatuur is -40°C Druk op de toets ALERT om het temperatuuralarm te activeren. Het symbooltje van het temperatuuralarm wordt weergegeven. Druk langer dan 3 seconden op ALERT om het temperatuuralarm in te stellen. Druk op de toets of om de gewenste waarde in te stellen. Druk op de toets ALERT om de instelling te bevestigen. De volgorde is maximum, minimum, en vervolgens verlaten. Het alarm zal na de instelling automatisch klinken wanneer de huidige buitentemperatuur lager is dan de ingestelde MIN of hoger is dan de ingestelde MAX alarmtemperatuur. Het alarm zal elke minuut 5 seconden klinken totdat de temperatuur weer binnen het ingestelde bereik valt. Druk op een willekeurige toets om het alarm te stoppen, het symbooltje zal echter blijven knipperen totdat de temperatuur weer binnen het ingestelde bereik valt. Druk op de toets ALERT om de temperatuuralarmfunctie te deactiveren. Het symbooltje voor het temperatuuralarm zal verdwijnen. Opmerking: (als de zender is verbonden met verdere outdoor zenders) Als u het temperatuuralarm wilt instellen voor buitenkanaal 2 of 3, kunt u op de toets CH drukken om een ander kanaal te selecteren voordat u begint met de instelling van het temperatuuralarm voor het gekozen kanaal. Als de temperatuurwaarschuwing echter niet voor het huidig weergegeven kanaal geldt, zal alleen het alarmsymbooltje op de LCD-display knipperen terwijl de relevante temperatuur niet knippert. BATTERIJSTATUS De lage batterij indicator verschijnt op de LCD-display van het weerstation zodra de batterijen uitgeput raken. Zorg er a.u.b. voor de batterijen zo snel mogelijk te vervangen. ACHTERGRONDLICHT Raak de toets SNOOZE/LIGHT aan. Het achtergrondlicht schakelt voor 5 minuten in wanneer niet aangesloten op DC-voeding. Als de DC-voeding is aangesloten, blijft het achtergrondlicht continu branden. SPECIFICATIES Temperatuurbereik: Binnen: 0°C tot +50°C (+32°F tot +122°F) (display toont HH.H/LL.L indien buiten dit bereik) Buiten: -20°C tot +65°C (-4°F tot +149°F) (display toont HH.H/LL.L indien buiten dit bereik) Resolutie: 0,1°C Vochtigheidbereik: 20% - 95% (display toont HH.H/LL.L indien buiten dit bereik) RH% Resolutie: 1% Luchtdrukbereik: 850 hPa tot 1050 hPa 25,1 inHg tot 31,01 inHg Kalender: Alarmduur: Sluimerduur: 2000-2099 2 minuten 5 minuten Zendfrequentie: Zendbereik: 433 MHz 30m (vrij veld) VORRZORGSMAATREGELEN • • • • • • • Dit hoofdapparaat is uitsluitend bestemd voor binnenshuis gebruik. Stel het apparaat niet bloot aan overmatige krachten of schokken. Stel het apparaat niet bloot aan hoge temperaturen, direct zonlicht, stof en vocht. Niet onderdompelen het apparaat in water Vermijd contact met bijtende stoffen. Gebruik het apparaat niet in een vuur. Deze kan ontploffen. Niet open de behuizing en niet manipuleren structurele componenten van het apparaat. Batterijvoorschriften • Lees vóór gebruik alle instructies. • Gebruik uitsluitend alkaline batterijen, geen oplaadbare batterijen. • Installeer batterijen correct volgens de polariteitmarkeringen (+/-). • Vervang altijd een volledige set batterijen. • Combineer nooit gebruikte en nieuwe batterijen. • Verwijder onmiddellijk uitgeputte batterijen. • Verwijder batterijen wanneer niet in gebruik. • Batterijen nooit opladen of in vuur werpen om ontploffing te voorkomen. • Houd de batterijen niet in de nabijheid van metalen voorwerpen. Een contact kan een kortsluiting veroorzaken. • Houd alle batterijen buiten bereik van kinderen omdat ze een verstikkingsgevaar vormen. • Bewaar de verpakking voor eventueel toekomstig gebruik. Verordening verwijdering batterijen Oude batterijen horen niet in het huisvuil. Als batterijen in het milieu terechtkomen kunnen deze milieu en gezondheidsproblemen tot gevolg hebben. U kunt gebruikte batterijen kosteloos bij uw handelaar of inzamelplaatsen teruggeven. U bent als verbruiker wettelijk verplicht oude batterijen, als omschreven, in te leveren. Verordening verwijdering elektrische apparaten Dit symbool betekent dat elektrische apparatuur, wanneer hij het eind van zijn levensduur bereikt, niet mag worden afgevoerd met het gewone huishoudelijk afval. Breng de lader naar het plaatselijke inzamelpunt voor afval of recyclingcentrum. Dit is van toepassing voor alle landen van de Europese Unie en op de overige Europese landen met een systeem voor gescheiden afvalinzameling.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51

Technoline Model Handleiding

Categorie
Wekkers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor