4
3 Gebruik volgens de voorschriften
De druksensor registreert de systeemdruk en zet deze om in een analoog
uitgangssignaal.
• 4...20 mA
3.1 Toepassing
• Druktype: relatieve druk
Bestelnummer Meetbereik
(nominale druk)
Statische drukvastheid
(max. toegestane druk) Barstdruk
bar psi bar psi bar psi
PA3509 -1...1 -14,5...14,5 10 145 30 435
PA3526 0...2,5 0...36,3 20 290 50 725
PA3524 0...10 0...145 75 1087 150 2175
PA3523 0...25 0...363 150 2175 350 5075
PA3522 0...100 0...1450 300 4350 650 9400
PA3521 0...250 0...3 625 400 5800 850 12300
mbar psi bar psi bar psi
PA3589 0...100 0...1,45 4 58 30 435
PA3528 0...250 0...3,63 6 84 30 435
MPa = bar ÷ 10 / kPa = bar × 100.
Overbelastingdrukken, die de aangegeven maximaal toegestane druk
overschrijden, moeten door geschikte maatregelen worden verhinderd.
De aangegeven barstdruk mag niet worden overschreden.
Al bij een kortstondige overschrijding van de barstdruk kan het apparaat
worden beschadigd. ATTENTIE: gevaar voor letsel!
Gebruik in gasvormige media bij drukwaarden > 25 bar uitsluitend op
aanvraag.
Richtlijn Drukapparatuur:
De apparaten voldoen aan de Richtlijn Drukapparatuur en zijn ontworpen
voor media uit de vloeistofgroep 2 en conform goede technische
praktijkgewoonten gefabriceerd. Gebruik van media uit de vloeistofgroep
1 op aanvraag!