Documenttranscriptie
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
INLEIDING
OPMERKING
De nummers tussen haakjes verwijzen naar de onderdelen die worden weergegeven in het hoofdstuk Beschrijving
van de machine.
DOEL EN INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING
Deze handleiding heeft tot doel de bediener te voorzien van alle informatie die nodig is om deze machine op de juiste en veiligste
manier te gebruiken. Er staat informatie in over technische aspecten, de veiligheid, de werking, het stoppen, het onderhoud, de
vervangingsonderdelen en het verwijderen van de machine.
De bedieners en bevoegde monteurs die met deze machine werken, moeten de instructies in deze handleiding zorgvuldig lezen,
voordat ze met de machine aan het werk gaan. Neem bij twijfel over de juiste interpretatie van de instructies contact op met NilfiskAlto voor meer uitleg.
BETREFFENDE PERSONEN
Deze handleiding is bestemd voor de bediener van de machine en de technici die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de
machine.
De bedieners mogen geen handelingen uitvoeren die alleen door bevoegde monteurs uitgevoerd mogen worden. Nilfisk-Alto is niet
verantwoordelijk voor schade die is ontstaan uit het negeren van dit verbod.
OPBERGEN VAN DE HANDLEIDING
De instructiehandleiding moet in de juiste houder bij de machine worden opgeborgen. Er mogen geen vloeistoffen of andere
materialen bij komen zodat de handleiding goed leesbaar blijft.
CONFORMITEITSVERKLARING
De conformiteitsverklaring die bij de machine wordt geleverd is een verklaring dat de machine voldoet aan de geldende wetgeving.
OPMERKING
Twee kopieën van de oorspronkelijke verklaring van overeenstemming zijn verstrekt samen met de
machinedocumentatie.
IDENTIFICATIEGEGEVENS
Het serienummer en model van de machine staan op het plaatje (37).
Het productiejaar van de machine wordt in de conformiteitsverklaring aangegeven. Het productiejaar kan ook worden afgeleid uit de
eerste twee cijfers van het serienummer van de machine.
Deze informatie is nodig als u vervangingsonderdelen voor de machine bestelt. Gebruik de onderstaande ruimte om de
identificatiegegevens van de machine op te schrijven.
Model MACHINE ...............................................................................
Serienummer MACHINE ...................................................................
2
FLOORTEC R 570 B
146 2725 000(2)2007-02 A
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
ANDERE GEBRUIKERSHANDLEIDINGEN
Bij de machine worden de volgende handleidingen geleverd:
–
Handleiding van de elektronische acculader, indien aanwezig; deze wordt beschouwd als integraal onderdeel van deze
handleiding
–
Catalogus met vervangingsonderdelen van de veegmachine
Andere beschikbare handleidingen:
–
Werkplaatshandleiding (te raadplegen bij de servicecentra van Nilfisk-Alto)
VERVANGINGSONDERDELEN EN ONDERHOUD
Als er onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de machine nodig zijn, moet u deze door bevoegd personeel of bij de
servicecentra van Nilfisk-Alto laten uitvoeren. Er mogen alleen originele vervangingsonderdelen en accessoires worden gebruikt.
Als u hulp nodig heeft of vervangingsonderdelen en accessoires wilt bestellen bij Nilfisk-Alto, zorg dan dat u het model en het
serienummer altijd bij de hand heeft.
MODIFICATIES EN VERBETERINGEN
Nilfisk-Alto streeft naar een constante perfectie van onze producten en we behouden ons het recht voor modificaties en
aanpassingen aan te brengen indien wij die nodig achten. U bent niet verplicht deze modificaties of verbeteringen door te voeren op
een eerder aangeschafte machine.
Eventuele aanpassingen en/of toevoeging van accessoires moeten expliciet worden goedgekeurd en uitgevoerd door Nilfisk-Alto.
BEDRIJFSCAPACITEIT
Deze veegmachine is ontwikkeld en gebouwd voor het reinigen/vegen van gladde, solide vloeren en voor het verzamelen van stof
en kleine vuildeeltjes in privé- en bedrijfsruimten onder gecontroleerde veilige omstandigheden door een bevoegde bediener.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Alle verwijzingen naar voorwaarts, achterwaarts, vóór, rechts, links of achter in deze handleiding zijn vanuit de bediener in zijn
rijpositie op de stoel bekeken (25).
VERPAKKING VERWIJDEREN/AFLEVERING
Volg bij het verwijderen van de verpakking de instructies op de verpakking zorgvuldig op.
Controleer bij aflevering van de machine zorgvuldig of de verpakking en de machine niet zijn beschadigd tijdens het transport.
Als u beschadigingen heeft aangetroffen, bewaart u de verpakking dan zoals u deze van de transporteur heeft ontvangen. Neem
onmiddellijk contact op met de transporteur om een verzoek tot schadevergoeding in te vullen.
Controleer of de uitrusting van de machine overeenkomt met de volgende lijst:
–
Technische documentatie:
• Gebruiksaanwijzing van de veegmachine
• Handleiding van de elektronische acculader (indien aanwezig)
• Catalogus met vervangingsonderdelen van de veegmachine
–
Zekering Nr. 1 van 70 A
146 2725 000(2)2007-02 A
FLOORTEC R 570 B
3
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
VEILIGHEID
De volgende symbolen worden gebruikt om mogelijk gevaarlijke situaties aan te geven. Lees deze informatie altijd aandachtig door
en neem de nodige voorzorgsmaatregelen om personen en voorwerpen te beschermen.
Samenwerking met de bediener is van essentieel belang om ongelukken te voorkomen. Geen enkel preventieplan ter voorkoming
van ongevallen is effectief zonder de volledige medewerking van de persoon die direct verantwoordelijk is voor de werking van de
machine. De meeste ongevallen die zich binnen een bedrijf, op de werkvloer of op locatie voordoen, worden veroorzaakt door het
niet naleven van enkele elementaire veiligheidsmaatregelen. Een oplettende en voorzichtige bediener is de beste garantie tegen
ongevallen en is het meest effectief in elk preventieplan.
GEBRUIKTE SYMBOLEN
GEVAAR!
Dit symbool geeft een gevaar met mogelijk dodelijk afloop voor de bediener aan.
LET OP!
Dit symbool geeft een mogelijk risico op letsel voor personen of schade aan voorwerpen aan.
WAARSCHUWING!
Dit symbool geeft een waarschuwing aan over de werking van de sleutel of van de gebruiksfuncties.
Lees de blokken tekst die met dit symbool zijn gemarkeerd zorgvuldig door.
OPMERKING
Dit geeft aan dat de bedienershandleiding moet worden geraadpleegd voordat er een handeling wordt uitgevoerd.
ALGEMENE INSTRUCTIES
Hierna volgen waarschuwingen en specifieke aandachtspunten om mogelijke schade aan de machine of letsel bij personen te
voorkomen.
–
–
–
–
–
–
–
–
–
GEVAAR!
Zet de contactsleutel in de stand '0' en ontkoppel de accu's voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden gaat
uitvoeren.
Deze machine mag alleen worden gebruikt door speciaal opgeleid en bevoegd personeel. De machine mag niet
worden gebruikt door kinderen of mensen met een handicap.
Zorg dat er geen vonken, vlammen of rokende/gloeiende materialen bij de accu's in de buurt kunnen komen. Bij
normaal gebruik van de machine kunnen er explosieve gassen vrij komen.
Wanneer u in de buurt van elektrische onderdelen werkt, verwijder dan al uw sieraden.
Werk nooit onder een omhoog gebrachte machine als deze niet voldoende wordt ondersteund door
veiligheidssteunen.
Telkens als er werkzaamheden worden verricht onder de geopende motorkap, moet u ervoor zorgen dat de motorkap
niet per ongeluk dicht kan vallen.
Gebruik deze machine niet in ruimten waar schadelijke, gevaarlijke, ontvlambare en/of explosieve stoffen, vloeistoffen
of dampen aanwezig zijn.
Wanneer er loodaccu's (WET) op de machine zijn gemonteerd, dan kan tijdens het opladen van de accu's het
bijzonder explosieve waterstofgas vrijkomen. Houd de motorklep open als de accu wordt opgeladen en voer de
handelingen alleen uit in een goed geventileerd ruimte en uit de buurt van open vuur.
Als de machine van loodaccu's (WET) is voorzien, mag de machine zelf niet meer dan 30° ten opzichte van de
vlakke grond worden gekanteld. Anders kan de uiterst corroderende vloeistof uit de accu lopen. Als de machine bij
onderhoudswerkzaamheden moet worden gekanteld, moeten eerst de accu's worden verwijderd.
4
FLOORTEC R 570 B
146 2725 000(2)2007-02 A
GEBRUIKSAANWIJZING
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
NEDERLANDS
LET OP!
Lees voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de machine uitvoert alle instructies zorgvuldig door.
Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat haar, sieraden en losse kledingstukken vast komen te
zitten in de bewegende delen van de machine.
Voordat u de acculader gebruikt, moet u controleren of de frequentie en de spanning op het typeplaatje van de
machine overeenkomen met de spanning van het stroomnet.
Gebruik de kabel van de acculader niet om de machine te trekken of te vervoeren en gebruik de kabel niet als
handgreep. Zorg dat de kabel van de acculader niet klem kan komen te zitten in een deur en trek de kabel niet over
scherpe oppervlakken of randen. Rijd niet met de machine over de kabel van de acculader.
Houd de kabel van de acculader uit de buurt van warme oppervlakken.
Laad de accu's van de machine niet op als de kabel of stekker van de acculader beschadigd is. Wanneer de kabel van
de acculader is beschadigd, neem dan contact op met een servicecentrum van Nilfisk-Alto.
Laat de machine niet onbemand en aangesloten op het stroomnet staan om het risico van branden, elektrische
schokken of letsel te verminderen. Ontkoppel voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert de kabel van de
acculader van het stroomnet.
Laat de machine nooit onbeheerd staan met de sleutel in de contactschakelaar en controleer altijd of de machine niet
uit zichzelf kan bewegen.
Gebruik de machine niet op oppervlakken met een grotere hellingshoek dan gespecificeerd.
Gebruik de machine niet in bijzonder stoffige ruimten.
Was de machine niet met directe waterstralen, een hogedrukspuit of met bijtende materialen. Gebruik geen perslucht
om de machine te reinigen, met uitzondering van de filters (zie het betreffende deel).
Let er bij het gebruik van de machine op dat er zich geen mensen, met name kinderen, in het werkgebied van de
machine bevinden.
Zet geen flessen vloeistof op de machine.
De temperatuur moet bij opslag van de machine tussen de 0°C en +40°C liggen.
De temperatuur moet bij gebruik van de machine tussen de 0°C en +40°C liggen.
De vochtigheidsgraad moet tussen 30% en 95% liggen.
Zorg altijd dat de machine niet in de zon, regen of andere weersomstandigheden staat, zowel in werking als bij
stilstand.
Gebruik de machine niet als vervoermiddel of voor slepen/duwen.
Laat de borstels niet werken als de machine stilstaat om schade aan de vloer te voorkomen.
Gebruik bij brand een poederbrandblusser. Gebruik geen water.
Stoot niet tegen kasten of stellingen, zeker als de kans bestaat dat er voorwerpen kunnen omvallen.
Pas de bedrijfssnelheid aan de oppervlakken aan.
Gebruik de machine niet op hellingen of schuine oppervlakken met een grotere hellingshoek dan gespecificeerd.
Deze machine is niet geschikt voor gebruik op straat of openbare wegen.
Verwijder om geen enkele reden de beschermingen van de machine.
Houd u strikt aan de aanwijzingen bij gewone onderhoudswerkzaamheden.
Verwijder of verander geen plaatjes van de fabrikant op de machine.
Als u afwijkingen in de werking van de machine vermoedt, controleer dan of deze niet worden veroorzaakt door
gebrek aan dagelijks onderhoud. Als dat niet het geval is, roept u de hulp in van bevoegd personeel of van een
bevoegd servicecentrum.
Vraag bij vervanging van onderdelen om ORIGINELE vervangingsonderdelen bij een bevoegd leverancier en/of
bevoegde detailhandelaar.
Uit veiligheidsoverwegingen en voor een correcte werking van de machine moet het onderhoud dat in het betreffende
hoofdstuk in deze handleiding wordt aangegeven voor bevoegd personeel of bij een servicecentrum worden
uitgevoerd.
Laat de machine als hij wordt afgedankt niet onbemand staan vanwege de giftige en/of schadelijke materialen
(accu, kunststof, etc.). Deze moeten volgens de voorschriften naar de daarvoor bestemde verzamelplaatsen worden
gebracht (zie het hoofdstuk Verwijdering).
Bij normaal gebruik veroorzaken de trillingen van de machine geen gevaarlijke situaties. Het trillingsniveau van de
machine is minder dan 2,5 m/s2 (EN 1033-1995-08; EN 1032/A1-1998)
146 2725 000(2)2007-02 A
FLOORTEC R 570 B
5
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
BOUW VAN DE MACHINE
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22. Rechterklep (voor verwijdering van de hoofdborstel)
23. Knoppen klep
24. Knipperlicht (altijd in werking als de sleutel in 'I' staat)
(optioneel)
25. Bestuurdersstoel met beveiligingsmicroschakelaar
26. Extra contact voor de handmatige aanzuiger (optioneel)
27. Stuurkolom kantelbaar naar voren en naar achteren
28. Bedrijfsverlichting (optioneel)
29. Stelknop voor de afstelling in hoogte van de zijborstel
rechts
30. Knop voor afstelling van de hoogte van de zijborstel links
(optioneel)
31. Bedieningshendel voor lengteverplaatsing van de stoel
32. Afdekking van de aanzuigfilterruimte
33. Knop voor de afdekking
34. Handmatige aanzuiging (optioneel)
35. Houders voor de handmatige aanzuiging
36. Interne containers met handgreep voor afval (optioneel)
37. Plaatje met serienummer / technische gegevens /
conformiteitsmarkering
38. Hendels voor opening van de motorklep
39. Verankeringen voor het omhoog brengen van de machine
Stuur
Pedaal voor voorwaartse/achterwaartse beweging
Servicerempedaal
Hendel voor inschakeling parkeerrem
Druk het rempedaal (3) in en schakel daarna de hendel (4)
in om de servicerem om te zetten in de parkeerrem.
Pedaal voor omhoog brengen voorflap
Opbergvak
Motorklep
Aandrijfwielen achter op vaste as
Sturend voorwiel
Zijborstel rechts
Zijborstel links
Hoofdborstel
Zijflap links
Zijflap rechts
Voorflap
Achterflap
Afvalcontainer (wanneer deze vol is, legen)
Bevestiging afvalcontainer
Handgreep voor afvalcontainer
Linkerklep (alleen voor onderhoud openen)
Knoppen klep
24
25
1
7
27
6
38 31
2
38
4 3
5
39
39
34
35
8
37
21
20
10 28
29
9
30
36
11
36
34
26
13
35
15 32
22
33
33
12
39
39
23
17
19
18
16
8
14
S310766
6
FLOORTEC R 570 B
146 2725 000(2)2007-02 A
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
OPBOUW VAN DE MACHINE (vervolg)
41.
42.
43.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
52. Herbruikbare zekering voor de motor van de hoofdborstel
53. Herbruikbare zekering voor de motoren van de zijborstels
54. Led voor alarm defect in aandrijfsysteem.
Wanneer de LED brandt, werkt het aandrijfsysteem;
wanneer de LED knippert, is er een storing in het
aandrijfsysteem.
55. Kastje voor elektrische onderdelen
56. Elektronische installatie aandrijfsysteem
57. Accuhouder
58. Handmatige aanzuiging (optioneel)
59. Stelknop voor afstelling van de hoogte van de hoofdborstel
60. Ventilatieklep
Motorklep (open)
Steunstangen van de motorklep
Accu's met lood (WET) of optioneel met gel (GEL)
Aansluitschema's voor accu's
Accudoppen (alleen voor WET-accu's)
Accuconnector
Elektronische acculader
Kabel voor acculader
Keuzeschakelaar van de elektronische acculader voor
accu's met lood (WET) of gel (GEL)
50. Lampje voor volle accu's
51. Kastje met smeltzekeringen
41
44
43
42
58
60
43
39
55
45
56
43
54
53
42
52
51
59
43
46
57
48
47
50
49
S310773
146 2725 000(2)2007-02 A
FLOORTEC R 570 B
7
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
BEDIENINGSPANEEL EN KNOPPEN
71. Bedieningspaneel links
72. Contactsleutel (op '0' stopt de machine en worden alle functies uitgeschakeld; op 'I' zijn de verschillende functies van de
machine ingeschakeld; anders werkt het knipperlicht)
73. Lampje voor lege accu's (rood). Wanneer het brandt, zijn de accu's leeg. De accu's zijn leeg en moeten worden opgeladen (zie
de procedure in het betreffende deel).
74. Lampje voor halfvolle accu's (geel). Wanneer het brandt, zijn de accu's halfleeg. De machine kan nog enkele minuten werken.
75. Lampje voor volle accu's (groen). Wanneer het brandt, zijn de accu's opgeladen. Hoe lang de machine nog kan werken, hangt
af van de capaciteit van de gemonteerde accu's en van de werkomstandigheden.
76. Informatiescherm (display). Wanneer u hierop drukt, wordt het volgende op het display weergegeven:
• arbeidsuren
• laatste cijfers van het uur - (punt) - minuten
• spanning accu’s (V)
77. Keuzeknop op het display: urenteller/urenteller en minuten/accuspanning (V)
78. Schakelaar voor akoestisch waarschuwingssignaal
79. Schakelaar voor de aanzuigventilator/filterschudder
80. Knop voor activering van extra contact voor handmatige aanzuiging (optioneel)
81. Schakelaar voor inschakeling bedrijfsverlichting (optioneel)
82. Noodknop. Druk hierop in noodsituaties om alle functies van de machine te stoppen. U kunt hem weer resetten na het
inschakelen door hem in de richting van de pijl op de knop zelf te drukken.
83. Bevestigingsschroeven panelen
84. Bedieningspaneel rechts
85. Hendel voor omhoog/omlaag van de zijborstels rechts en links
86. Hendel voor het omhoog/omlaag brengen van de hoofdborstel
87. Stelhendel voor de stuurwielstand
88. Schakelaar voor voorwaartse/achterwaartse beweging
85
86
77
73
74
82
71
75
88
76
81
80
84
79
83
83
72
78
87
S310765
ACCESSOIRES / OPTIES
Naast de onderdelen van de standaarduitvoering kan de machine worden uitgerust met de volgende accessoires, volgens het
gebruik van de machine:
GEL-accu's
–
Hoofd- en zijborstels met hardere of zachtere haren dan de standaardborstel
–
Stoffilter in antistatisch polyester en in polyester BIA C
–
Handmatige aanzuiging
–
Bedrijfslampje
–
Knipperlampje
–
Flaps van verschillende materialen
–
Beschermkap bediener
–
Neem voor meer informatie over de hierboven genoemde optionele accessoires contact op met uw leverancier.
8
FLOORTEC R 570 B
146 2725 000(2)2007-02 A
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Algemeen
Waarden
Lengte machine
1.480 mm
Breedte van de machine (zonder zijborstels)
930 mm
Maximale hoogte van de machine (bij het stuur)
1.220 mm
Breedte van het reinigingsvlak (zonder zijborstels)
700 mm
Breedte van het reinigingsvlak (met een zijborstel)
980 mm
Breedte van het reinigingsvlak (met twee zijborstels)
1.260 mm
Minimale hoogte van de grond (zonder flaps)
55 mm
Afmetingen hoofdborstel (diameter x lengte)
300 mm x 700 mm
Diameter zijborstels
420 mm
Diameter sturend voorwiel
250 mm
Diameter achterste aandrijfwielen
250 mm
Totaalgewicht machine (met standaardaccu's)
390 kg
Inhoud afvalcontainer
70 liter
Motor hoofdborstel
500 W
Motoren zijborstels
60 W
Motor aandrijfsysteem
400 W, 130 omw/min
Motor aanzuigsysteem
310 W
Motor filterschudder
90 W, 6.000 omw/min
Geluidsniveau (A Lpa)
63,8 dB(A)
Trillingsniveau op de armen van de bediener (*)
minder dan 2,5 m/s2
Trillingsniveau op het lichaam van de bediener (*)
0,6 m/s2
(*)
Bij normale werkomstandigheden op een vlakke ondergrond van asfalt.
Prestaties
Waarden
Maximale snelheid (voorwaarts/achterwaarts)
6 km/h
Maximale achterwaartse snelheid
3 km/h
Maximale hellingshoek
20%
Minimale draaicirkel
1.310 mm
Accu's
Waarden
Accuspanning
24 V
Standaardaccu
Met lood, met elektrolyt (WET)
Accu, optioneel
Met gel, onderhoudsvrij (GEL)
Minimale capaciteit accu's (met acculader)
185 Ah C5
Maximale capaciteit accu's
256 Ah C5
Binnenafmetingen accuhouder (breedte x lengte x hoogte)
630 x 420 x 370 mm
Maximale afmetingen accuruimte (breedte x lengte x hoogte)
660 x 440 x 370 mm
Aanzuiging en stoffiltering
Waarden
Stoffilter van karton van 5-10 m
4,3 m2
Drukverlaging hoofdborstelruimte
11 mm H2O
Inschakeling filterschudder
Elektrisch
146 2725 000(2)2007-02 A
FLOORTEC R 570 B
9
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
ELEKTRISCH SCHEMA
Legende
Kleurcodering
BAT
Accu's
BK
Zwart
BE1
Knipperlamp (optioneel)
BU
Blauw
BZ1
Akoestisch signaal bij achteruitrijden/akoestisch signaal
BN
Bruin
C1
Accuconnector
GN
Groen
Grijs
Secundaire stekker acculader
GY
CH1
C2
Acculader
OG
Oranje
EB1
Display urenteller en accuspanning
PK
Roze
EB2
Elektronische installatie aandrijfsysteem
RD
Rood
ES1
Relais hoofdborstel
VT
Paars
ES2
Relais filterschudder
WH
Wit
ES3
Relais aanzuigsysteem
YE
Geel
ES4
Relais handmatige aanzuiging (optioneel)
ES5
Relais zijborstels
FA
Herbruikbare zekering hoofdborstel
FB
Herbruikbare zekering zijborstels
FT
Zekering aandrijfsysteem (70 A)
F1
Algemene zekering (circuit sleutel) (15 A)
F2
Zekering motor filterschudder (25 A)
F3
Zekering handmatige aanzuiging (40 A) (optioneel)
F4
Zekering voor motor aanzuigsysteem (30 A)
F5
Zekering akoestisch signaal en zwaailicht (10 A)
F6
Zekering bedrijfsverlichting (10 A) (optioneel)
K1
Contactsleutel
LD1
Diagnoselampje elektronische installatie aandrijfsysteem
L1
Bedrijfsverlichting (optioneel)
M1
Motor hoofdborstel
M2
Motor aandrijfsysteem
M3
Motor filterschudder
M4
Motor zijborstel rechts
M5
Motor zijborstel links
M6
Motor aanzuigsysteem
M7
Motor handmatige aanzuiging (optioneel)
P1
Schakelaar voor akoestisch waarschuwingssignaal
R1
Potentiometer aandrijfsnelheid (pedaal)
R2
Weerstand LED
SWS
Noodknop
SW1
Microschakelaar voor hoofdborstel
SW2
Schakelaar aanzuigsysteem/filterschudder
SW3
Schakelaar handmatige aanzuiging (optioneel)
SW4
Beveiligingsmicroschakelaar in de bestuurdersstoel
SW5
Microschakelaar zijborstels
SW6
Schakelaar bedrijfsverlichting (optioneel)
SW7
Schakelaar voor voorwaartse/achterwaartse beweging
10
FLOORTEC R 570 B
146 2725 000(2)2007-02 A
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
GEBRUIK
LET OP!
Op de machine zijn enkele plaatjes aangebracht met de volgende woorden:
–
GEVAAR
–
LET OP
–
WAARSCHUWING
–
ADVIES
Bij het lezen van deze handleiding moet de bediener de betekenis van de symbolen op deze plaatjes goed kennen.
Dek de plaatjes niet af en vervang ze onmiddellijk als ze beschadigd zijn.
CONTROLE / VOORBEREIDINGEN VOOR ACCU'S OP EEN NIEUWE MACHINE
OPMERKING
Wanneer er een elektronische acculader op de machine is gemonteerd, moet u deze op de accu's aansluiten zodat
de machine kan worden ingeschakeld.
De machine heeft vier accu's van 6 V nodig, aangesloten volgens het schema (44), of een accupack van 24 V.
De machine kan op een van de volgende manieren worden geleverd:
a) Met accu’s (WET of GEL) op de machine gemonteerd, klaar voor gebruik
b) De accu’s (WET) zijn op de machine gemonteerd, maar bevatten geen elektrolyt
c) Zonder accu’s
Ga op basis van de configuratie als volgt te werk.
a)
1.
2.
3.
Met accu’s (WET of GEL) op de machine gemonteerd, klaar voor gebruik
Open de motorklep van de machine (7) en controleer of de accu's met de stekker (46) op de machine zijn aangesloten.
Sluit de motorklep (7).
Steek de contactsleutel (72) in het contact en draai deze in stand 'I' [zonder het pedaal (2) te drukken].
Als het groene lampje (75) gaat branden, zijn de accu’s klaar voor gebruik.
Als het gele (74) of het rode lampje (73) gaat branden, moeten de accu’s worden opgeladen (zie de procedure in het hoofdstuk
Onderhoud).
b)
1.
2.
De accu’s (WET) zijn op de machine gemonteerd, maar bevatten geen elektrolyt
Open de motorklep van de machine (7).
Verwijder de doppen (45) van de accu’s.
LET OP!
Het loodzwavelzuur is zeer corrosief dus wees bijzonder voorzichtig. Als de vloeistof in contact komt met de
huid of de ogen, spoel dan overvloedig uit met water en raadpleeg een arts.
De accu’s moeten worden gevuld in een goed geventileerde ruimte.
Draag werkhandschoenen.
3.
4.
5.
c)
1.
2.
3.
Vul de cellen van de accu's met loodzwavelzuur voor accu’s (densiteit van 1,27 op 1,29 kg bij 25 °C) aan de hand van de
instructies in de gebruikershandleiding van de accu.
De juiste hoeveelheid loodzwavelzuur staat in de handleiding van de accu's.
Laat de accu’s even staan en vul de cellen daarna met loodzwavelzuur aan de hand van de instructies in de handleiding van
de accu’s.
Laad de accu's op (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud).
Zonder accu’s
Schaf geschikte accu’s aan [zie het hoofdstuk Technische eigenschappen en het schema (44)].
Raadpleeg voor de keuze en montage een gekwalificeerde leverancier.
Monteer de accu's.
Stel de machine en acculader (waar van toepassing) in op basis van de gemonteerde accu's. Ga daarbij te werk zoals in het
volgende deel.
12
FLOORTEC R 570 B
146 2725 000(2)2007-02 A
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
INSTELLING VAN HET TYPE GEMONTEERDE ACCU (WET OF GEL)
OPMERKING
Wanneer er een elektronische acculader op de machine is gemonteerd, moet u deze op de accu's aansluiten zodat
de machine kan worden ingeschakeld.
Op basis van het gemonteerde type accu (WET of GEL) kunt u de elektronische installatie van de machine en de acculader (indien
van toepassing) als volgt instellen:
1. Zet de contactsleutel (72) in stand '0'.
2. Open de motorklep (7).
Afstelling van de machine
3.
De fabrieksinstelling van de machine is voor een accu met lood (WET). Als deze instelling overeenkomt met het type gekochte
accu, kunt u naar het volgende deel gaan. Als dit niet het geval is, voert u de volgende handelingen uit:
• Ontkoppel de connector van de accu’s (46).
• Draai de schroeven (83) los en verwijder voorzichtig het bedieningspaneel rechts (84).
• Zet de verbinding (A, Afb. 1) op de connectoren ‘GEL’ (B) voor accu’s met gel.
• Plaats voorzichtig het bedieningspaneel rechts (84) terug en bevestig het met de bijbehorende schroeven.
• Sluit de stekker (46) van de accu's aan.
B
C
A
S311412
Afbeelding 1
De acculader instellen
4.
5.
Zet de keuzehendel (49) op ‘WET’ voor accu’s met lood of op ‘GEL’ voor accu’s met gel.
Laad de accu's op (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud).
VOOR HET STARTEN VAN DE MACHINE
WAARSCHUWING!
Controleer of er geen deurtjes of kleppen open staan op de machine en of de arbeidsomstandigheden
normaal zijn.
Controleer of de afvalcontainer (17) goed is gesloten.
Als de machine na het transport nog niet is gebruikt, moet u eerst controleren of alle blokken en
blokkeermiddelen die bij het transport zijn gebruikt wel zijn verwijderd.
146 2725 000(2)2007-02 A
FLOORTEC R 570 B
13
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN
Starten van de machine
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Ga op de bestuurdersstoel (25) zitten.
Stel waar nodig de stand van de stoel naar wens af met de hendel (31).
Stel waar nodig de helling, naar voren of naar achteren, van de stuurkolom (1) naar wens af met de hendel (87).
Steek de contactsleutel (72) in het contact en draai deze in stand 'I' zonder het gaspedaal (2) te drukken. Controleer of het
groene lampje (75) brandt (accu opgeladen).
Wanneer het gele lampje (74) of het rode lampje (73) gaat branden, zet de contactsleutel dan op '0' en laad de accu's op (zie
de procedure in het hoofdstuk Onderhoud).
Schakel de parkeerrem uit door het pedaal (3) in te drukken en weer los te laten.
Als u met de veegwerkzaamheden wilt beginnen, start u de machine met de handen op het stuur en drukt u naar wens op het
pedaal (2).
U kunt de machine voorwaarts/achterwaarts laten rijden met behulp van de betreffende knop (88) op het linkerpaneel. De
bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de maximale waarde via de druk op het pedaal (2).
OPMERKING
De stoel (25) is uitgerust met een veiligheidssensor waardoor de machine alleen via het pedaal (2) kan worden
verplaatst als de bediener op de bestuurdersstoel zit.
7.
8.
Zet de hoofdborstel omlaag met de hendel (86); de borstel begint dan ook te draaien.
Druk de schakelaar (79) naar achteren om het aanzuigsysteem in te schakelen.
OPMERKING
Het aanzuigsysteem kan alleen worden geactiveerd wanneer de hoofdborstel omlaag staat.
9.
Zet de zijborstels (10 en 11) met de hendel (85) omlaag.
OPMERKING
De zijborstels (10 en 11) kunnen ook als de machine beweegt omlaag en omhoog worden gebracht.
De zijborstels draaien niet wanneer ze omhoog staan en ook niet wanneer de hoofdborstel omhoog staat.
10. Als u met de veegwerkzaamheden wilt beginnen, manoeuvreert u het stuur (1) met uw handen en drukt u op het pedaal (2) om
de machine te verplaatsen.
De machine stoppen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Laat het pedaal (2) los om de machine te stoppen.
Als u de machine snel tot stilstand wilt brengen, drukt u ook het pedaal van de servicerem (3) in.
Als u de machine in een noodgeval meteen stil wilt zetten, drukt u op de noodknop (82). U kunt de noodknop (82) na de
activering uitschakelen door deze in de richting van het pijltje op de knop zelf te draaien.
Zet de zijborstels (10 en 11) met de hendel (85) omhoog.
Druk de schakelaar (79) naar het midden om het aanzuigsysteem uit te schakelen.
Zet de hoofdborstel (12) omhoog met de hendel (86).
Schakel de machine uit door de contactsleutel (72) op '0' te zetten.
Schakel de parkeerrem in door op het pedaal (3) te drukken en de hendel (4) in te schakelen.
14
FLOORTEC R 570 B
146 2725 000(2)2007-02 A
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
MACHINE IN BEDRIJF
LET OP!
We raden aan bij gebruik van de machine goed op te letten wanneer de machine met hogere snelheden
rijdt, omdat schokkerige stuurbewegingen instabiele situaties met de verspreiding van het gewicht kunnen
veroorzaken mede door de opbouw van de machine (3 wielen).
Breng de snelheid altijd omlaag voordat u een bocht maakt.
1.
2.
Zorg dat u niet te lang op een plaats blijft staan met de machine terwijl de borstels draaien: dan kunnen er markeringen op de
vloer achterblijven.
Bij het verzamelen van lichte, maar omvangrijke stukken moet u de voorflap door middel van de hendel (5) omhoog brengen.
Let op: als de voorflap omhoog blijft staan, is de aanzuigcapaciteit van de machine kleiner.
WAARSCHUWING!
Als u op een natte ondergrond werkt, moet het aanzuigsysteem door middel van de hendel (79) worden
uitgeschakeld om het stoffilter te beschermen.
3.
Voor een goed veegresultaat moet het stoffilter altijd zo schoon mogelijk zijn. U kunt het filter tijdens het vegen reinigen door
de filterschudder in te schakelen; druk de schakelaar (79) hiervoor enkele seconden naar voren.
Tijdens deze handeling wordt de aanzuigventilator automatisch stilgezet.
Wanneer het filter is gereinigd, drukt u de schakelaar (79) naar achteren om het aanzuigsysteem weer in te schakelen. U kunt
daarna weer verder met uw werkzaamheden.
Herhaal deze handeling gemiddeld elke 10 minuten tijdens de werkzaamheden (dit is afhankelijk van de hoeveelheid stof in de
te reinigen zone).
OPMERKING
Als het stoffilter verstopt en/of de afvalcontainer vol is, kan de machine geen stof en vuil meer verzamelen.
4.
Als de werkzaamheden zijn voltooid en telkens als de afvalcontainer (17) vol is, moet u deze legen (zie hiervoor het volgende
deel).
DE AFVALCONTAINER LEGEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Stop de machine en laat het gaspedaal los.
Zet de contactsleutel (2) in stand '0'.
Schakel de parkeerrem in door op het pedaal (3) te drukken en de hendel (4) in te schakelen.
Haal de haak (18) los door aan het kortste uiteinde te trekken.
Verwijder de afvalcontainer (17) met de handgreep (19) en koppel deze los uit de binnengeleiders.
Stort het vuil in de daarvoor bestemde verzamelbakken. In de afvalcontainer kunnen twee containers (optioneel) met
handgreep (36) aanwezig zijn om het legen van het afval gemakkelijker te maken.
Plaats waar van toepassing de containers met handgreep (36) terug.
Monteer de afvalcontainer (17) door deze uit de binnengeleiders te ontkoppelen en daarna weer met de haak (18) te
bevestigen.
De machine is weer klaar voor gebruik.
146 2725 000(2)2007-02 A
FLOORTEC R 570 B
15
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
NA GEBRUIK VAN DE MACHINE
Na de werkzaamheden en voordat u de machine achterlaat moeten de volgende handelingen worden uitgevoerd.
1. Breng de zijborstels omhoog met behulp van de hendel (85).
2. Zet de hoofdborstel omhoog met de hendel (86).
3. Schakel de filterschudder in door middel van de schakelaar (79).
4. Leeg de afvalcontainer (17) (zie de procedure in het vorige deel).
5. Verwijder de contactsleutel (72).
6. Schakel de parkeerrem in door op het pedaal (3) te drukken en de hendel (4) in te schakelen.
DUW-/TREKBEWEGING VAN DE MACHINE
Voor duw-/trekbewegingen bij een uitgeschakelde machine hoeft er geen verdere handeling te worden uitgevoerd.
LANGE PERIODE VAN STILSTAND
Als de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, is het raadzaam de volgende handelingen uit te voeren:
1. Controleer of de opbergruimte van de machine schoon en droog is.
2. Ontkoppel de connector van de accu’s (46).
3. Zet de machine iets omhoog zodat de flaps, de hoofdborstel en de wielen de grond niet raken.
4. Als de machine is uitgerust met een acculader (47), moet u de positieve klem van de accu (+) meteen van de pool (+) van de
accu halen.
EERSTE GEBRUIKSPERIODE
Na de eerste gebruiksperiode (de eerste 8 uur) moet u de volgende handelingen uitvoeren:
–
Controleer de bevestiging van de bevestigings- en aansluitingsonderdelen.
–
Controleer of de zichtbare onderdelen intact zijn en geen vloeistof lekken.
16
FLOORTEC R 570 B
146 2725 000(2)2007-02 A
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
ONDERHOUD
De levensduur van de machine en de optimale veilige werking ervan worden geholpen door nauwkeurig en regelmatig onderhoud.
Hieronder staat het verkorte schema voor regelmatig onderhoud. De aangegeven perioden zijn afhankelijk van de specifieke
werkomstandigheden en worden bepaald door de verantwoordelijke persoon voor onderhoud.
Alle regelmatige of buitengewone onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel of bij een
bevoegd servicecentrum.
In deze handleiding staan na het onderhoudsschema alleen de eenvoudigste en meest voorkomende onderhoudsprocedures.
De procedures voor de onderhoudswerkzaamheden die niet in het schema voor normaal en buitengewoon onderhoud staan, vindt
u in de servicehandleiding, die bij de verschillende servicecentra ligt.
LET OP!
De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd op een uitgeschakelde machine (sleutel
verwijderd) en, wanneer hierom wordt gevraagd, met ontkoppelde accu's.
Lees eerst aandachtig de instructies in het hoofdstuk Veiligheid door, voordat u de
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
ONDERHOUDSSCHEMA
Procedure
Bij aflevering
Elke 10
uur
Elke 50
uur
Elke 100
uur
Elke 200
uur
Elke 400
uur
Controle van het peil van de vloeistof in de WET-accu's
Controle en afstelling van de hoogte van de zij- en hoofdborstels
Reiniging en controle van de integriteit van het stoffilter
Controle van de hoogte en de werking van de flaps
Controle van de werking van de filterschudder
(*)
Visuele controle van de aandrijfriem van de hoofdborstel
(*)
Controle van de bevestiging van de moeren en schroeven
(*)(1)
Controle en afstelling van de servicerem en de parkeerrem
(*)
Controle en reiniging stuurketting
(*)
Vervanging van de aandrijfriem van de hoofdborstel
(*)
Controle of vervanging van de koolborstels van de hoofdmotor en
van de motor van het aandrijfsysteem
(*)
(*) Zie voor de betreffende procedure de werkplaatshandleiding.
(1) En na de eerste 8 inloopuren.
146 2725 000(2)2007-02 A
FLOORTEC R 570 B
17
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
DE HOOGTE VAN DE HOOFDBORSTEL
CONTROLEREN EN AFSTELLEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar.
Deze procedure is van toepassing op alle soorten
borstels.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Controleer of de hoofdborstel de juiste hoogte van de vloer
heeft. Ga hierbij als volgt te werk:
• Zet de machine op een vlakke ondergrond.
• Zet de machine stil en laat de hoofdborstel zakken en
laat deze enkele seconden draaien.
• Zet de hoofdborstel stil en breng deze omhoog voordat
u de machine verplaatst en uitschakelt.
• Controleer of de indruk (A, Afb. 2) van de hoofdborstel
over de hele lengte 2-4 cm breed is.
Als de indruk (A) hiervan afwijkt, kunt u de hoogte van de
borstel afstellen. Ga te werk als in punt 2.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (3) en de hendel
(4).
Zet de contactsleutel (72) in stand '0'.
Open de motorklep (7).
Draai de knop (A, Afb. 3) op de linkerzijde van de machine
los.
Draai de knop (B, Afb. 3), houd daarbij rekening met het
volgende:
• losdraaien betekent dat de borstel omhoog komt;
• vastdraaien betekent dat de borstel omlaag gaat.
Wanneer de afstelling is voltooid, sluit u de knop (B) en
draait u de knop vast (A).
Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de
hoofdborstel nu de juiste hoogte van de grond heeft.
Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan
worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende
deel worden vervangen.
S311389
Afbeelding 2
A
B
LET OP!
S311390
Als de indruk van de hoofdborstel op de
grond te groot is (meer dan 4 cm), dan kan
dit problemen opleveren voor de werking van
de machine en kunnen de bewegende delen
oververhitten. Hierdoor kan de levensduur
van de machine aanzienlijk afnemen.
Wees nauwkeurig bij het uitvoeren van de
bovenstaande controle en laat de machine
nooit werken als hij niet aan de genoemde
voorwaarden voldoet.
18
FLOORTEC R 570 B
Afbeelding 3
146 2725 000(2)2007-02 A
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
DE HOOFDBORSTELVERVANGEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar.
Deze procedure is van toepassing op alle soorten
borstels.
A
C
LET OP!
Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen
als u de borstel vervangt omdat er scherpe
deeltjes tussen de haren van de borstel
kunnen blijven hangen.
B
B
1.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de
parkeerrem door middel van het pedaal (3) en de hendel
(4) in.
2. Zet de contactsleutel (72) in stand '0'.
3. Draai de knoppen (23) los en verwijder de rechterklep (22).
4. Draai de knop (A, Afb. 4) los.
5. Draai de knoppen (B, Afb. 4) los en verwijder de afdekking
van de borstelruimte (C).
6. Verwijder de borstel (A, Afb. 5).
7. Controleer of de naaf (A, Afb. 6) geen vuil of voorwerpen
(draden, etc.) bevat die per ongeluk zijn meegedraaid.
8. Monteer de nieuwe hoofdborstel en zorg dat de haren (B,
Fig. 6) in dezelfde richting als in de afbeelding staan.
9. Zet de nieuwe borstel (C, Afb. 6) in de machine en
controleer of het contact (D) in de betreffende naafdrager
(A) valt.
10. Plaats de afdekking van de borstelruimte (C, Afb. 4) terug
en draai de knoppen (B) en (A) weer vast.
11. Monteer de rechterklep (22) en draai de knoppen (23)
vast.
12. Controleer de hoogte van de hoofdborstel en stel
eventueel af, zoals wordt beschreven in het vorige deel.
S311391
Afbeelding 4
S311392
Afbeelding 5
S311393
Afbeelding 6
146 2725 000(2)2007-02 A
FLOORTEC R 570 B
19
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
DE HOOGTE VAN DE ZIJBORSTELS
CONTROLEREN EN AFSTELLEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar.
Deze procedure is van toepassing op alle soorten
borstels.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Controleer of de zijborstels de juiste hoogte van de vloer
hebben. Ga als volgt te werk:
• Zet de machine op een vlakke ondergrond en laat de
zijborstels zakken.
• Zet de machine stil en laat de zijborstels enkele
seconden draaien.
• Breng de zijborstels omhoog voordat u de machine
verplaatst en uitschakelt.
• Controleer of de indruk van de zijborstels, zowel in
de breedte als in de richting, is zoals afgebeeld in de
afbeelding (A en B, Afb. 7).
Als de indruk hiervan afwijkt, kunt u de hoogte van de
borstels afstellen. Ga te werk als in punt 2.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (3) en de hendel
(4).
Zet de contactsleutel (72) in stand '0'.
Draai de knop (A, Afb. 8) op de borstel los.
Draai de knop (B, Afb. 8), houd daarbij rekening met het
volgende:
• losdraaien betekent dat de borstel omhoog komt;
• vastdraaien betekent dat de borstel omlaag gaat.
Wanneer de afstelling is voltooid, sluit u de knop (B) en
draait u de knop vast (A).
Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de zijborstels
nu de juiste hoogte van de grond hebben.
Als de borstels door overmatige slijtage niet meer kunnen
worden afgesteld, moeten de borstels zoals beschreven in
het specifieke deel worden vervangen.
S311394
Afbeelding 7
S311395
Afbeelding 8
DE ZIJBORSTELS VERVANGEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar.
Deze procedure is van toepassing op alle soorten
borstels.
LET OP!
Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen
als u de zijborstels vervangt omdat er scherpe
deeltjes tussen de haren van de borstels
kunnen blijven hangen.
1.
2.
3.
4.
5.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de
parkeerrem door middel van het pedaal (3) en de hendel
(4) in.
Zet de contactsleutel (82) in stand '0'.
Steek uw hand in de zijborstel en druk de lipjes (A, Afb. 9)
naar binnen. Verwijder de borstel (A) door deze uit de vier
pennen (C) te verwijderen.
Monteer de nieuwe borstel in de machine en zorg dat deze
in de pennen (C, Afb. 9) en de lipjes (A) vastgrijpt.
Controleer de hoogte van de zijborstel en stel eventueel af,
zoals wordt beschreven in het vorige deel.
20
FLOORTEC R 570 B
S311396
Afbeelding 9
146 2725 000(2)2007-02 A
GEBRUIKSAANWIJZING
REINIGING EN CONTOLE OP INTEGRITEIT VAN
HET STOFFILTER
B
C
NEDERLANDS
E
OPMERKING
Naast het kartonnen standaardfilter zijn er ook
optioneel polyester filters verkrijgbaar. Deze
procedure is van toepassing op alle typen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de
parkeerrem door middel van het pedaal (3) en de hendel
(4) in.
Zet de contactsleutel (72) in stand '0'.
Haal de haak (18) los door aan het kortste uiteinde te
trekken.
Verwijder de afvalcontainer (17) met de handgreep (19) en
koppel deze los uit de binnengeleiders.
Draai de knoppen (33) los en verwijder de afdekking van
de filterruimte (32).
Draai de knoppen (A, Afb. 10) los.
Koppel de stekker (B, Afb. 10) van de motor van de
filterschudder (C) los.
Verwijder het bevestigingsframe (D, Afb. 10) van het
stoffilter.
Verwijder het stoffilter (E, Afb. 10).
Reinig het filter buiten door het op een vlak en schoon
oppervlak uit te schudden, sla met de zijkant (A, Afb. 12)
die tegenover de zijde met het rooster (B) staat.
Voltooi de reiniging door haaks met perslucht (C. Afb. 12)
van maximaal 6 bar te spuiten, maar alleen vanaf de kant
van het rooster (B), op een minimale afstand van 30 cm.
Hou bij de verschillende typen filters de volgende
aanwijzingen aan:
• Kartonnen filter (standaard): gebruik geen water of
schoonmaakmiddelen om het te reinigen omdat het
dan onherstelbaar beschadigd kan raken.
• Polyester filter (optioneel): om het filter grondig te
reinigen kunt u het filter met water en eventueel
een niet schuimende schoonmaakmiddel reinigen.
Hoewel het filter hierdoor schoner wordt, wordt
de levensduur van het filter korter en zal dus
vaker moeten worden vervangen. Het gebruik van
ongeschikte schoonmaakmiddelen kan de functionele
eigenschappen van het filter verminderen.
Controleer of de behuizing van het filter geen scheuren
vertoont. Vervang waar nodig het filter.
Reinig de rubberen pakking (A, Afb. 11) van de afdekking
(32) en controleer of deze heel is en goed werkt, anders
moet hij worden vervangen.
Monteer de onderdelen in de omgekeerde volgorde van de
demontage, let daarbij op het volgende:
• Monteer het filter (E, Afb. 10) met het rooster (B, Afb.
12) naar boven gedraaid.
A
A
D
S311397
Afbeelding 10
A
S311398
Afbeelding 11
S311399
Afbeelding 12
146 2725 000(2)2007-02 A
FLOORTEC R 570 B
21
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
CONTROLE VAN DE HOOGTE EN WERKING
VAN DE FLAPS
1.
2.
Zet de machine op een vlakke, geschikte ondergrond die
als referentieoppervlak kan dienen om de hoogte van de
flaps te controleren.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (3) en de hendel
(4).
Zet de contactsleutel (72) in stand '0'.
Controle van de zijflaps
3.
4.
5.
6.
Draai de knoppen (23) en (21) los en verwijder de kleppen
rechts (22) en links (20).
Controleer of de zijflaps (13 en 14) heel zijn. Vervang
de flaps als er scheuren (A, Afb. 13) van meer dan 20
mm of breuken (B) van meer dan 10 mm in zitten (zie de
werkplaatshandleiding voor vervanging van de flaps).
Controleer of de zijflaps (13 en 14) 0 tot 3 mm van de
grond staan (A, Afb. 14). Stel eventueel de hoogte van de
flaps af met behulp van de openingen op de schroeven (A,
Afb. 17).
Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde
van demontage.
S311400
S311401
Afbeelding 13
Afbeelding 14
Controle van de voor- en achterflap
7.
8.
Verwijder de hoofdborstel, zie het betreffende deel.
Controleer of de voorflaps (15) en de achterflaps (16)
intact zijn. Vervang de flaps als er scheuren (A, Afb. 13)
van meer dan 20 mm of breuken (B) van meer dan 10 mm
in zitten (zie de werkplaatshandleiding voor vervanging
van de flaps).
9. Controleer of:
• De voorflap (A, Afb. 18) licht contact maakt met de
vloer en of hij niet los komt van de vloer (A, Afb. 15).
• De achterflap (B, Afb. 18) 0 tot 3 mm van de grond zit
(A, Afb. 14).
10. Stel eventueel de hoogte van de flaps af met behulp van
de openingen op de schroeven (C en D, Afb. 18).
11. Gebruik het pedaal voor het omhoog brengen van
de voorflap (5) en controleer of de voorflap (A, Afb.
16) ongeveer 90° omhoog draait (zie de afbeelding);
laat het pedaal los en controleer of de flap in de
beginpositie gaat en niet blijft hangen. Zie indien nodig de
werkplaatshandleiding voor de afstelling of vervanging van
de bedieningskabel voor de voorflap.
12. Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde
van demontage.
S311402
S311403
Afbeelding 15
Afbeelding 16
A
A
S311404
Afbeelding 17
S311405
Afbeelding 18
22
FLOORTEC R 570 B
146 2725 000(2)2007-02 A
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
ACCU’S OPLADEN
WAARSCHUWING!
Laad de accu's op als het gele lampje (73) of het rode lampje (74) gaat branden of na voltooiing van de
werkzaamheden. Houd de accu’s altijd opgeladen, omdat de levensduur van de accu’s dan langer is.
LET OP!
Als de accu’s leeg zijn, zorg dan dat ze dat niet te lang blijven, omdat de levensduur van de accu anders
minder wordt.
LET OP!
Wanneer er loodaccu's (WET) op de machine zijn gemonteerd, dan kan tijdens het opladen van de accu's het
bijzonder explosieve waterstofgas vrijkomen. Laad de accu alleen op in een goed geventileerde ruimte en ver
van open vuur.
Tijdens het opladen van de accu’s mag er niet gerookt worden.
Houd de motorkap geopend als de accu’s worden opgeladen.
LET OP!
Let tijdens het opladen van de WET-accu's goed op dat er geen vloeistof uit de accu's loopt. Deze vloeistof
is een bijtende stof. Als de vloeistof in contact komt met de huid of de ogen, spoel dan overvloedig uit met
water en raadpleeg een arts.
1.
2.
3.
4.
5.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (3) en de hendel (4) in.
Zet de contactsleutel (72) in stand '0'.
Open de motorklep (7).
(Alleen voor WET-accu's) controleer het peil van de elektrolyt in de accu's. Vul eventueel bij via de doppen (45).
Laat alle doppen (45) open als u de accu’s daarna oplaadt. Reinig indien nodig de bovenkant van de accu’s.
Laad de accu's op een van de volgende manieren op, afhankelijk van de aanwezigheid van een elektronische acculader (47)
op de machine.
Accu’s met externe acculader opladen
1.
Controleer of de acculader geschikt is aan de hand van de instructies op het apparaat.
De nominale spanning van de acculader is 24 V.
WAARSCHUWING!
Gebruik een acculader die geschikt is voor het type accu dat is gemonteerd.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Ontkoppel de stekker (46) van de accu’s en sluit die op de externe acculader aan.
Sluit de acculader aan op het stroomnet.
Na het opladen ontkoppelt u de acculader van het stroomnet en van de stekker (46) van de accu's.
(Alleen voor WET-accu's) controleer of het niveau van de elektrolyt in de accu's correct is en sluit daarna alle doppen (45).
Sluit de stekker (46) van de accu’s weer aan op de stekker van de machine.
Sluit de motorklep (7). De machine is klaar voor gebruik.
146 2725 000(2)2007-02 A
FLOORTEC R 570 B
23
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
Accu’s met acculader opladen
1.
2.
(Alleen voor WET-accu's) controleer het peil van de elektrolyt in de accu's. Vul eventueel bij via de doppen (45).
Laat alle doppen (45) open als u de accu’s daarna oplaadt.
Reinig (wanneer nodig) na het bijvullen van het peil de bovenkant van de accu's.
Sluit de kabel (48) van de acculader aan op een stopcontact.
LET OP!
Controleer of de spanning en frequentie op het plaatje van de machine (37) overeenkomen met die van het
stroomnet.
OPMERKING
Als de acculader op het stroomnet is aangesloten, worden alle functies van de machine automatisch uitgeschakeld.
3.
4.
5.
6.
7.
Als het groene lampje (50) brandt, zijn de accu’s opgeladen.
Zie voor meer informatie over de werking van de acculader (47) de betreffende handleiding.
Ontkoppel de stekker (48) van de acculader van het stroomnet en plaats deze terug op de machine.
(Alleen voor WET-accu’s) sluit alle doppen (45).
Sluit de motorklep (7). De machine is klaar voor gebruik.
CONTROLE / VERVANGING / RESETTEN VAN DE ZEKERINGEN
1.
2.
3.
4.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (3) en de hendel (4) in.
Zet de contactsleutel (72) in stand '0'.
Open de motorklep (7).
Ontkoppel de connector van de accu’s (46).
Controle/vervanging van de smeltzekeringen
5.
6.
7.
8.
Verwijder de afdekking van het zekeringenkastje (51).
Controleer/vervang de betreffende zekering tussen de volgende onderdelen (Afb. 19):
F1: Algemene zekering (circuit sleutel) (15 A)
F2: Zekering motor filterschudder (25 A)
F3: Zekering handmatige aanzuiging (40 A) (optioneel)
F4: Zekering voor motor aanzuigsysteem (30 A)
F5: Zekering akoestisch signaal en zwaailicht (10 A)
F6: Zekering bedrijfsverlichting (10 A) (optioneel)
Verwijder de afdekking van het kastje met elektrische onderdelen (55).
Controleer/vervang de volgende zekering (Afb. 20):
FT: Zekering aandrijfsysteem (70 A)
Controle van de herbruikbare zekeringen
9.
Controleer of de betreffende zekering tussen de volgende zekeringen is uitgeschakeld; reset de zekering nadat u heeft
gewacht totdat de betreffende motor was afgekoeld:
FA: Herbruikbare zekering voor motor hoofdborstel (30 A) (52)
FB: Herbruikbare zekering voor motoren zijborstels (10 A) (53)
Montage
10. Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde van demontage.
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
FT
F8
S311413
Afbeelding 19
24
FLOORTEC R 570 B
S311414
Afbeelding 20
146 2725 000(2)2007-02 A
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
STORINGEN LOKALISEREN
Probleem
U draait de contactsleutel in de stand 'I',
maar de machine start niet.
U trapt het gaspedaal in (2), maar de
machine beweegt niet.
De hoofdborstel werkt niet.
De zijborstels werken niet.
De machine werkt alleen in stilstand, maar
gaat uit als hij moet bewegen en het rode
lampje (73) knippert.
Waarschijnlijke oorzaak
De stekker van de accu's (46) is ontkoppeld.
Sluit de stekker van de accu's weer aan.
Zekering F1 van het kastje (51) is gesprongen.
Vervang zekering F1.
De kabel (48) van de acculader is op het
stroomnet aangesloten.
Ontkoppel de kabel van de acculader van het
stroomnet.
De parkeerrem is ingeschakeld.
Schakel de parkeerrem uit.
Wanneer de motor met de sleutel (72)
wordt gestart, moet het gaspedaal (2)
worden ingedrukt of moet de bediener op de
bestuurdersstoel zitten.
Start de machine met de sleutel (72) nadat
u op de bestuurdersstoel bent gaan zitten
en zonder gelijktijdig het gaspedaal (2) in te
drukken.
De herbruikbare zekering (52) is
uitgeschakeld.
Reset de zekering (52) door op de betreffende
uitstekende knop te drukken.
De hoofdborstel gaat niet omlaag.
Laat de hoofdborstel zakken.
De herbruikbare zekering (53) is
uitgeschakeld.
Reset de zekering (53) door op de betreffende
uitstekende knop te drukken.
De accu's zijn leeg.
Laad de accu’s op.
Vervang de accu’s als het probleem zich blijft
voordoen.
De accu's zijn aan het eind van de levensduur.
Vervang de accu's.
De accu's hebben weinig capaciteit.
Monteer accu's met een grotere capaciteit (Zie
het onderdeel Technische eigenschappen).
Het aandrijfsysteem is defect.
U kunt de storing lokaliseren aan de hand
van de servicehandleiding (deze vindt u bij de
servicecentra van Nilfisk-Alto).
De accu’s gaan snel leeg.
De LED voor signalering van storingen in het
aandrijfsysteem (54) knippert.
Oplossing
Neem voor meer informatie contact op met de servicecentra van Nilfisk-Alto. Zij beschikken over de werkplaatshandleiding.
VERWIJDERING
Als de machine wordt afgedankt, moet hij naar een bevoegd verwijderingbedrijf worden gebracht.
Voordat de machine wordt afgedankt, moeten de volgende materialen worden verwijderd en gescheiden en vervolgens volgens de
geldende milieunormen naar de betreffende afvalverwerkingsbedrijven worden gebracht:
–
Accu's
–
Motorolie
–
Polyester stoffilter
–
Hoofdborstel en zijborstels
–
Kunststof leidingen en onderdelen
–
Elektrische en elektronische onderdelen (*)
(*)
Raadpleeg met name voor het afdanken van elektrische en elektronische onderdelen uw plaatselijke Nilfisk-Alto-kantoor.
146 2725 000(2)2007-02 A
FLOORTEC R 570 B
25
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
CONFORMITEITSVERKLARING
CONFORMITEITSVERKLARING
Alto Deutschland GmbH
Guido-Oberdorfer-Straße 2-8
D-89287 Bellenberg
Product:
Model:
Beschrijving:
Het ontwerp van het apparaat komt overeen
met de volgende relevante voorschriften:
Sweeper
FLOORTEC R 570 B
12V
EC Machine Directive 98/37/CE
EC Low Voltage Directive 73/23/EEC
EC EMC Directive 89/336/EEC
Toegepaste, geharmoniseerde normen:
EN 12100-1,EN 12100-2,EN 294,EN 349
EN 60335-2-72
EN 55014-1, EN 55014-2
Toegepaste nationale normen en technische
specificaties:
DIN EN 60335-2-72
IEC 60335-2-72
Dipl.-Ing. Wolfgang Nieuwkamp
Tests and approvals
26
FLOORTEC R 570 B
Bellenberg, 11.02.2005
146 2725 000(2)2007-02 A