30
daarentegen is scherp en heeft veel
contrast. Let ook op de verschillende
grootte van de pixels.
Experiment nr. 3: Textielvezels
Benodigde voorwerpen en acces-
soires:
1. Draden van verschillende soorten
textiel (bijv. katoen, linnen, scha-
penwol, zijde, kunstzijde enz.),
2. twee naalden.
Leg de draden op een tafel en rafel
ze met behulp van de twee naalden
uit elkaar. Maak de draden vochtig
met wat water. Stel de laagste vergro-
ting in bij je microscoop en zet hem
op de verschillende draden textiel.
Vergelijkend zie je het volgende:
Katoenvezels zijn van plantaardige
oorsprong en zien er onder de mi-
croscoop uit als een platte, gedraaide
band. De vezels zijn aan de zijkanten
dikker en ronder dan in het midden.
Katoenvezels zijn in feite lange,
ineengezakte buisjes. Linnenvezels
zijn ook van plantaardige oorsprong
en zijn rond en recht. De vezels glan-
zen als zijde en vertonen talrijke ver-
dikkingen langs de vezelbuis. Zijde is
van dierlijke oorsprong en bestaat uit
massieve vezels met een kleinere dia-
meter dan de holle plantaardige ve-
zels. Elke vezel is glad en gelijkmatig
gevormd en ziet eruit als een glazen
staafje. Wolvezels zijn ook van dierli-
jke oorsprong, het oppervlak bestaat
uit elkaar overlappende hulzen die er
gebroken en gegolfd uitzien. Mocht
dit mogelijk zijn, vergelijk dan wol-
vezels van verschillende weverijen.
Let daarbij op het verschil in uiterlijk
tussen de vezels. Experts kunnen
aan de hand van deze kenmerken
het land van oorsprong van de wol
bepalen. Kunstzijde wordt, zoals de
naam al zegt, kunstmatig vervaardigd
door middel van een lang chemisch
procédé. Alle vezels vertonen harde,
donkere lijnen op het gladde, glan-
zende oppervlak. De vezels krullen
na het drogen in dezelfde toestand
op. Observeer de overeenkomsten
en verschillen.
Experiment nr. 4: Tafelzout
Object: normaal tafelzout.
Leg een vel zwart karton op een ta-
fel. Doe nu een paar korreltjes zout
op het karton, zet je microscoop
erop en bekijk de zoutkristallen met
de laagste vergroting van je micros-
coop.
Observeer: De kristallen zien eruit als
kleine kubussen en hebben allemaal
dezelfde vorm.
Experiment nr. 5:
Bladeren en naalden
Object: 3-4 verschillende blaadjes
of naalden van loofbomen en naald-
bomen.
Als je met je ouders een boswande-
ling maakt, kun je wat bladeren en
naalden van de grond oprapen en
meenemen.