Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 21
9. Opheffen van storingen
Storingen zonder storingsmelding
LCD-display geeft niets weer en brandt niet.
Spanning ontbreekt.
• Controleren of er netspanning aanwezig is.
• Stroomaansluiting controleren.
Thermische beveiliging in de nettransformator is
geactiveerd.
• Nettransformator laten afkoelen.
Besturingseenheid defect.
• Aandrijfsysteemlatencontroleren.
Geen reactie na impuls.
Aansluitklemmen voor schakelaar “impuls”
overbrugd,bv.doorkortsluitingindekabelsofinde
systeemstekkers.
• Eventueel bekabelde sleutelschakelaars of binnen-
drukknoppenbwzevanproefvandebesturings-
eenheid loskoppelen: kabel uit bus XB03 trekken,
kortsluitstekker insteken en bekabelingsfout zoeken.
➔ „3.3.3 Aansluiting XB03“
Geen reactie na impuls van de handzender.
Modulaire antenne niet ingestoken.
• Modulaire antenne met besturingseenheid verbinden.
➔ „3.4 Afronding van de montage“
Handzendercodering komt niet overeen met
ontvangercodering.
• Handzender opnieuw programmeren.
➔ „4.3 Snelprogrammering“
Batterij van de handzender leeg.
• Nieuwe batterij plaatsen.
➔ „5.1 Handzender“
Draadlozebedieninguitgeschakeld(symbool„Externe
schakelaar“ knippert).
• Door het bedienen van de toetsen + (OPEN) of
–(DICHT)opdeaandrijvinghetdraadlozecontact
weer activeren.
Handzender of besturingselektronica van de modulaire
antenne defect.
• Alle 3 de componenten laten controleren.
Aandrijfsysteem keert om bij onderbreking van de fotocel
in hoekproel staande rail.
Programmering niet correct uitgevoerd.
• Reset van de veiligheidselementen uitvoeren.
➔ „Niveau 1, Menu 8 – RESET“
• Snelprogrammering opnieuw uitvoeren.
➔ „4.3 Snelprogrammering“
Storingen met storingsmeldingen
Hetsysteemgeeftgedetecteerdestoringenaan
met een foutmelding (bijv. fotmelding 7).
De besturing schakelt over naar de
meldingsmodus.
In de bedrijfsmodus kan door op de P-toets
te drukken de laatste foutmelding worden
weergegeven.
Foutmelding 7
Na 120 seconden zonder toetsbediening sluit de
programmeermodus vanzelf af.
• Start de programmering opnieuw.
Foutmelding 9
Impulstoerentalsensornietaanwezig,aandrijfsysteem
blokkeert.
• Aandrijfsysteemlatencontroleren.
Foutmelding 10
Deur loopt stroef of deur blokkeert.
• Zorgen dat de deur soepel loopt.
Maximale aandrijfkracht te laag ingesteld.
• Maximale aandrijfkracht door de vakhandelaar laten
controleren.
➔ „Niveau 2, Menu 1 – Benodigde aandrijfkracht
OPEN“
➔ „Niveau 2, Menu 2 – Benodigde aandrijfkracht
DICHT“
Foutmelding 11
Looptijdbegrenzing.
• Aandrijfsysteemlatencontroleren.
Foutmelding 15
Fotocel onderbroken of defect.
• Hindernis verwijderen of fotocel laten controleren.
Fotocel geprogrammeerd, maar niet aangesloten.
• Fotocel uitschakelen of aansluiten.
Foutmelding 16
Stroomsensor voor de Uitschakelautomaat defect.
• Aandrijving laten controleren.
Foutmelding 26
Telagespanning,aandrfsysteemoverbelastbinstelling
max. kracht stap 16.
• Externe stroomvoorziening laten controleren.