GEBRUIKERSHANDLEIDING
ONDERDEELNR. 9382563011
BEDRADE AFSTANDSBEDIENING
INLEIDING
■
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
• De „VEILIGHEIDSMAATREGELEN” aangegeven in de
handleiding bevatten belangrijke informatie met betrekking
tot uw veiligheid. Zorg ervoor dat u ze in acht neemt.
• Vraag de gebruiker om de handleiding bij de hand te hou-
den voor toekomstig gebruik, zoals voor het verplaatsen of
repareren van de eenheid.
WAARSCHUWING
Dit symbool duidt op procedures die,
indien niet juist uitgevoerd, mogelijk
kunnen leiden tot de dood of ernstig
letsel voor de gebruiker.
In het geval van een storing (brandgeur, etc.), stop de wer-
king onmiddellijk, zet de stroom uit en raadpleeg bevoegd
onderhoudspersoneel.
Repareer zelf geen beschadigde kabels. Laat het bevoegd
onderhoudspersoneel het doen. Onjuist werk zal een elektri-
sche schok of brand veroorzaken.
Bij het verplaatsen, raadpleeg bevoegd onderhoudsperso-
neel voor deïnstallatie en installatie van deze eenheid.
Raak het niet aan met natte handen. Dit kan een elektrische
schok veroorzaken.
Als kinderen de unit kunnen benaderen, neemt u preven-
tieve maatregelen, zodat ze de unit niet kunnen bereiken.
Repareer of pas niet zelf aan. Het kan storing of een onge-
val veroorzaken.
Gebruik geen brandbare gassen in de buurt van de unit. Het
kan brand van lekkend gas veroorzaken.
OPGELET
Deze markering geeft handelingen
aan die, indien onjuist uitgevoerd,
plotseling kunnen resulteren in
persoonlijk letsel voor de gebruiker
of schade aan eigendommen.
Zet geen containers met vloeistof op deze unit.
Dit kan leiden tot oververhitting, brand of een elektrische
schok.
Stel dit product niet direct bloot aan water. Hierdoor kunnen
problemen, elektrische schokken of oververhitting worden
veroorzaakt.
Gooi het verpakkingsmateriaal op een veilige manier weg.
Scheur de plastic verpakkingszakken door, en gooi deze
weg zodat kinderen er niet mee kunnen spelen. Er bestaat
een gevaar op verstikking als kinderen met de originele
plastic zakken spelen.
Plaats geen elektrische apparaten binnen 1 m (40 in.) van
deze eenheid. Dit kan leiden tot een defect of storing.
Gebruik geen vuur in de buurt van deze unit en plaats ook
geen verwarmingsapparaat in de buurt. Dit kan een defect
veroorzaken.
Raak de knoppen niet met scherpe voorwerpen aan.
Hierdoor kunnen letsel, problemen of elektrische schokken
ontstaan.
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (waaronder
kinderen) met beperkte fysische, visuele of mentale moge-
lijkheden, of die een gebrek hebben aan ervaring en kennis,
tenzij ze onder toezicht staan of instructies hebben gekre-
gen omtrent het gebruik van het apparaat door een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Houd toezicht over kinderen zodat ze niet met het apparaat
spelen.
INHOUD
INLEIDING
■
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ...................................... 1
■
SYSTEEMSCHETS ......................................................... 2
Terminologie ........................................................................ 2
1. OVERZICHT EN BASISBEDIENINGEN .................. 3
1-1. Displaypaneel ......................................................... 3
1-2. Aan/Uit-toets ........................................................... 3
1-3. LED-lamp (werkingsindicator) ................................ 3
1-4. MODUS-toets ......................................................... 3
1-5. VENTILATOR-toets ................................................ 3
1-6.
, Toetsen (Stel temperatuur in-toetsen) ......... 3
1-7.
, Toetsen ........................................................ 3
1-8. MENU-toets ............................................................ 3
1-9. ENTER-toets .......................................................... 3
1-10. Ruimtetemperatuursensor (binnen) ........................ 3
2. MENU-INSTELLINGEN ............................................ 4
2-1. Luchtstroomrichtingsinstelling ................................ 4
2-2. Aan-timerinstelling .................................................. 4
2-3. Uit-timerinstelling .................................................... 4
2-4. Huidige tijdsinstelling .............................................. 5
2-5. Filterteken reset ...................................................... 5
2-6. Besparende instelling ............................................. 5
3. MENU 1 INSTELLINGEN (voor de beheerder) ...... 6
3-1. Automatische Uit-timerinstelling ............................. 6
3-2. Wekelijkse Timerinstelling ...................................... 6
3-3. Stel temp. in Bereiksinstelling ................................. 8
3-4. Stel temp. in Automatisch terugkeren instelling ...... 8
4. TOETSSLOTEN........................................................ 9
4-1. Kinderslot ................................................................ 9
4-2. Deelvergrendeling .................................................. 9
5. BEDIENINGSTIPS .................................................... 9
5-1. Over de Status pictogrammen ................................ 9
5-2. Selecteerbare modi (voor VRF-systeem) ............... 9
5-3. Instelbare temperatuurbereik ................................ 10
6. ANDERS ................................................................. 10
6-1. Omtrekafmetingen ................................................ 10
6-2. Specicaties ......................................................... 10
6-3. Foutcodes ............................................................. 10
Nl-1