Fujitsu UTY-RNRYZ5 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

UTY-RNRYZ5
UTY-RNRGZ5
UTY-RNRXZ5
ONDERDEEL NR. 9383992308
AFSTANDSBEDIENING (BEDRADE TYPE)
GEBRUIKERSHANDLEIDING
BEDRADE AFSTANDSBEDIENING
Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.
Nederlands
GEBRUIKERSHANDLEIDING
ONDERDEEL NR. 9383992308
BEDRADE AFSTANDSBEDIENING
3-9 Initialiseren (voor de beheerder) .........................17
3-9-1 Instellen Taal .......................................................... 18
3-9-2 Datum Instellen ...................................................... 18
3-9-3 Temperatuur Eenheid ............................................. 19
3-9-4 R.C. Groep Naam .................................................. 19
3-9-5 R.C. Sensorinstelling.............................................. 19
3-9-6 Instellen wachtwoord ............................................. 19
3-9-7 Scherm symb. Instel. ............................................. 20
3-9-8 Wissel cyclus Instellen ........................................... 21
3-10 Onderhoud (voor beheerder) .............................. 22
3-10-1 Fout Historie ........................................................... 22
3-10-2 Instellingen ............................................................. 23
3-10-3 Reset Filter Alarm ................................................... 23
3-10-4 Versie .................................................................... 23
3-10-5 Toon waarden ........................................................ 23
4 BEDIENINGSTIPS
4-1 Selecteerbare modi (voor VRF-systeem) ............ 24
4-1-1 Warmtewinningssysteem ....................................... 24
4-1-2 Wanneer binneneenheden zijn aangesloten voor
alleen koelen in warmtewinningssysteem.............. 24
4-1-3 RB-prioriteitsaansluiting in warmtewinningssysteem ....... 24
4-1-4 Warmtepompsysteem ............................................ 24
4-1-5 Buiteneenheid prioriteitsaansluiting in
warmtepompsysteem ............................................. 24
4-2
Vericatiescherm wanneer instelling voltooid is
... 24
4-3 Instelbare temperatuurbereik ............................. 24
5 ANDERS
5-1 Omtrekafmetingen ............................................... 25
5-2 Specicaties ......................................................... 25
5-3 Foutcode ............................................................... 25
Inhoud
INLEIDING
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ..................................... 3
SYSTEEMSCHETS ........................................................ 3
1 Terminologie ................................................................... 3
2 Wachtwoordconguratie ................................................. 4
3 Namen van onderdelen .................................................. 4
1 MONITOR
1-1 Monitor .................................................................... 5
1-1-1 Monitormodus-scherm ............................................. 5
1-1-2 Statusweergave ....................................................... 5
1-1-3 Kinderslot ................................................................. 6
1-1-4 Noodstop .................................................................. 6
2 BEDIENING
2-1 Aan en Uit ................................................................ 7
2-2 Bedieningsinstellingen ......................................... 7
2-2-1 Stel de Werkingsstand in ......................................... 7
2-2-2 Stel de Temperatuur in ............................................. 7
2-2-3 Stel de Ventilatorsnelheid in ..................................... 7
3 INSTELLING
3-1 Selecteer de Instellingsitems ............................... 8
3-2 Comfort .................................................................... 8
3-3 Instelling luchtstroomrichting .............................. 8
3-3-1 VT Uitblaasrichting ................................................... 8
3-3-2 HZ Uitblaasrichting ................................................... 8
3-3-3 Individuele Vast ........................................................ 9
3-4 Instellen programma .............................................. 9
3-4-1 Schakeling Aan ...................................................... 10
3-4-2 Schakeling Uit ........................................................ 10
3-4-3 Programma Auto Uit ............................................... 10
3-5 Instellen weekprogramma (voor beheerder) .....11
3-5-1 Activeer programma ............................................... 11
3-5-2 Instellen Programma .............................................. 12
3-5-3 Instellen vrije dag ................................................... 13
3-6 Extra Instellingen ..................................................13
3-6-1 Economie ............................................................... 14
3-6-2 Herstel instel temp. (voor de beheerder) ............... 14
3-6-3 Temperatuurinstelling (voor de beheerder) ............ 14
3-6-4 Antivries (voor de beheerder) ................................ 15
3-6-5 Aanwezigheidsdetectie (voor de beheerder) ......... 15
3-6-6 Energiebesparing Ventilator
(Voor beheerder) .................................................... 16
3-7 Zomertijd (Daylight Saving Time) instellen
(voor de beheerder) ..............................................16
3-8 Voorkeur (voor de beheerder) .............................16
3-8-1 Calibratie ................................................................ 16
3-8-2 Instellen Achtergrond verlichting ............................ 17
3-8-3 Instellen Contrast ................................................... 17
Nl-1
Nl-2
26.0
26.0
°C
°C
Koelen
Auto
Temperatuur
Modus
MenuStatus
Monitor
Volgende
pg
Pagina 1/ 3
Hoofdmenu
Instellen uitblaas
richting
Weekprogramma
Programma
Comfort
Onderhoud
Vorige
pg
Monitor
Pagina 3/ 3
Hoofdmenu
Vorige
pg
InitialiserenVoorkeuren
Instellingen
Monitor
Volgende
pg
Pagina 2/ 3
Hoofdmenu
1-1-1
3-3
3-4
3-6
3-5
3-7
3-8
1-1-2
3-1
3-2
Terug
Pagina 2/ 3
Onderhoud
Test Run R.C. adres
Functie
Instelling
I.U adres test
Vorige
pg
Volgende
pg
Terug
Pagina 1/ 3
Onderhoud
Fout Historie Instellingen
VersieReset Filter
Volgende
pg
Terug
Pagina 2/ 3
Initialiseren
R.C. Sensor
Wachtwoord
Scherm symb.
Instel.
Master
Bediening
Vorige
pg
Volgende
pg
Terug
Pagina 1/ 3
Initialiseren
Instellen Taal
Datum
Instellen
R.C. Keuze
Groepsnaam
Temperatuur
Toestel
Volgende
pg
Terug
Pagina 2/ 2
Extra Instellingen
Aanwezigheidsdetectie
Eco Ventilator
Vorige
pg
Terug
Voorkeuren
CalibratieAchtergrond
Contrast
Terug
Extra Instellingen
Temp.bereik
Temp Auto Terug
Anti-Vorst
Eco
Pagina 1/ 2
Volgende
pg
Luchtstroom
Verticaal
Aan Aan
Comfort Comfort
Aan
Horiz.
Comfort Eco
Individueel Individueel
Anti-Vorst
Monitor
Volgende
pg
Status
Pagina 1/ 4
Comfort
Annuleer OK
Aan
Uit
1
Instellen uitblaas richting
Terug
Individuele Vast
Verticaal
Swing
Horizontaal
Terug
Vorige
pg
Pagina 3/ 3
Initialiseren
Master/Slave
instelling
Wissel cyclus
Instellen
I.U. Number
3-9-8
Terug
Vorige
pg
Pagina 3/ 3
Onderhoud
Initializeren
Wijzig wachtwoord
Installateur
Toon waarden
3-10-5
3-9
3-10
• In Onderhoud
• Geblokkeerd
• Mode Conflict
Status
R.C. Beperking
Aangepast gebruik
Pagina 2/ 4
Monitor
Vorige
pg
Volgende
pg
• Beperkt gebruik
• Temperatuur Beperking
• Energie besparing
• Ontdooiing
• Olie recuperatie
Status
Aangepast gebruik
Pagina 3/ 4
Monitor
Volgende
pg
Vorige
pg
• Aanwezigheidsdetectie
• Energiebesparing Ventilator
Status
Aangepast gebruik
Pagina 4/ 4
Monitor
Vorige
pg
3-8-1
3-8-2
3-8-3
3-10-1
3-10-2
3-10-3
3-10-4
3-9-1
3-9-2
3-9-3
3-9-4
3-9-5
3-9-6
3-9-7
2-2-1
2-2-2
2-2-3
3-6-1
3-6-2
3-6-4
3-6-3
3-6-6
3-6-5
Terug
Activeer programma [Geen]
[Geen]
[Geen]
Programma instellen
Instellen vrije dag
Instellen weekprogramma
Terug
Aan Schakeling [Deactiveer]
[Deactiveer]
[Deactiveer]
Uit Schakeling
Auto Uit Schakeling
Instellen programma
Instellen Zomertijd
Annuleer OK
Activeer
Deactiveer
Modus
Annuleer
Koelen Drogen Verw.
Ventilatie
OK
Auto
26.0
26.0
°C
°C
Temperatuur
Annuleer OK
Ventilatie
Annuleer OK
Auto
Ventilatie
Vr. 10:00AM
02-01
14,15, 41, 44
Storing
Pagina 1/ 5
Adres
Foutcode
Terug
Volgende
pg
Storing
Storing
Storing
Storing
Instellen Zomertijd
Schermstructuur
♦: Voor installateur
INLEIDING
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
De „VEILIGHEIDSMAATREGELEN” aangegeven in de
handleiding bevatten belangrijke informatie met betrekking
tot uw veiligheid. Zorg ervoor dat u ze in acht neemt.
WAARSCHUWING
Dit symbool duidt op procedures die,
indien niet juist uitgevoerd, mogelijk
kunnen leiden tot de dood of ernstig
letsel voor de gebruiker.
In het geval van een storing (brandgeur, etc.), stop de wer-
king onmiddellijk, zet de stroom uit en raadpleeg bevoegd
onderhoudspersoneel.
Repareer zelf geen beschadigde kabels. Laat het bevoegd
onderhoudspersoneel het doen. Onjuist werk zal een elektri-
sche schok of brand veroorzaken.
Bij het verplaatsen, raadpleeg bevoegd onderhoudsperso-
neel voor deïnstallatie en installatie van deze eenheid.
Raak het niet aan met natte handen. Dit kan een elektrische
schok veroorzaken.
Als kinderen de unit kunnen benaderen, neemt u preventie-
ve maatregelen, zodat ze de unit niet kunnen bereiken.
Repareer of pas niet zelf aan. Het kan storing of een onge-
val veroorzaken.
Gebruik geen brandbare gassen in de buurt van de unit. Het
kan brand van lekkend gas veroorzaken.
Gooi het verpakkingsmateriaal op een veilige manier weg.
Scheur de plastic verpakkingszakken door, en gooi deze
weg zodat kinderen er niet mee kunnen spelen. Er bestaat
een gevaar op verstikking als kinderen met de originele
plastic zakken spelen.
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (waaronder
kinderen) met beperkte fysische, visuele of mentale moge-
lijkheden, of die een gebrek hebben aan ervaring en kennis,
tenzij ze onder toezicht staan of instructies hebben gekre-
gen omtrent het gebruik van het apparaat door een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Houd toezicht over kinderen zodat ze niet met het apparaat
spelen.
OPGELET
Deze markering geeft handelingen
aan die, indien onjuist uitgevoerd,
plotseling kunnen resulteren in
persoonlijk letsel voor de gebruiker
of schade aan eigendommen.
Zet geen containers met vloeistof op deze unit.
Dit kan leiden tot oververhitting, brand of een elektrische
schok.
Stel dit product niet direct bloot aan water. Hierdoor kunnen
problemen, elektrische schokken of oververhitting worden
veroorzaakt.
Plaats geen elektrische apparaten binnen 1 m (40 inch) van
deze unit. Dit kan leiden tot een defect of storing.
Gebruik geen vuur in de buurt van deze unit en plaats ook
geen verwarmingsapparaat in de buurt. Dit kan een defect
veroorzaken.
Raak de knoppen niet met scherpe voorwerpen aan.
Hierdoor kunnen letsel, problemen of elektrische schokken
ontstaan.
Steek geen voorwerpen in de gleufdelen van deze unit.
Hierdoor kunnen problemen, verhitting of elektrische schok-
ken ontstaan.
SYSTEEMSCHETS
1 Terminologie
Systeem-gerelateerdetermen(♦isvoorVRF-systeem)
(a) VRF-systeem♦:
VRF (Variable Refrigerant Flow) is een groot mul-
ti-split-systeemdateectiefeengroteverscheidenheid
aan ruimtes in grote gebouwen tot persoonlijke woningen
voorziet van airconditioning.
(b) Andersysteem:
Multi-split of enkel split type aircosysteem anders dan
VRF-systeem.
(c) Warmtewinningssysteem♦:
De binneneenheid wordt aangesloten op de buiteneen-
heid via een RB-eenheid in dit systeem. RB-eenheden
van een enkel type en 4-systeem multi-typen zijn be-
schikbaar. Wanneer een bepaalde RB Groep binnen-
units de koelfunctie uitvoert, kan een andere RB Groep
binnenunits de verwarmen functie uitvoeren. Raadpleeg
a.u.b. (e) voor RB Groep. Een binneneenheid aangeslo-
ten op een buiteneenheid zonder tussenkomst van een
RB-eenheid is alleen voor koelen.
(d) Warmtepompsysteem:
Dit is standaard systeem. In dit systeem kunnen de bin-
neneenheden niet de koelfunctie en verwarmingsfunctie
uitvoeren.
(e) RB-groep[voorwarmtewinningssysteem]♦:
Een groep van binneneenheden aangesloten op een enkel
type RB-eenheid of elk systeem van een multi-type RBeen
-
heid. In de RB Groep kunnen de binneneenheden niet te-
gelijkertijd een koelfunctie en verwarmingsfunctie uitvoeren.
(f) R.C.Groep(Afstandsbedieningsgroep):
Dit vormt een groep door binneneenheden te verbinden
met afstandsbedieningskabel. Één binnenunit die niet
gegroepeerd is tevens een R.C. Groep. Dit is de minima-
le eenheid van werking.
(g) Koelsysteem:
Dit is een systeem dat bestaat uit binneneenheden en bui-
teneenheden die door dezelfde koelleidingen verbonden zijn.
(h) Systeem♦:
Dit is 1 of 2 of meer koelingssystemen aangesloten met
dezelfde transmissiekabel.
(i) Centraleregelaar♦:
Een centrale afstandsbediening kan meerdere R.C. rege-
len Groepen. Er is een systeemregelaar, aanraakscherm-
bediening en een centrale afstandsbediening.
(j) Standaardafstandsbediening:
Een standaard afstandsbediening kan alleen 1 R.C. Groep
beheersen. Deze unit komt hiermee overeen. Deze unit
kan niet worden gebruikt in combinatie met een 3-draden
afstandsbediening. Een draadloze afstandsbediening kan
worden gebruikt in combinatie met dit apparaat.
(k) CustomAuto:
Instellen van zowel de koelen en verwarmen temperatu-
ren. Tijdens de Custom Auto modus werking, wanneer de
kamertemperatuur de ingestelde temperatuur voor koelen
overschrijdt, wordt de koelfunctie uitgevoerd, en wanneer
de kamertemperatuur beneden de ingestelde temperatuur
voor verwarmen komt, wordt de verwarmenfunctie uitge
-
voerd. (Kan alleen worden gebruikt, wanneer de instellen
van de binnenunit compatibel met de functie geldig is.)
(l) Deadband:
De deadband is de minimale waarde voor het verschil
tussen de ingestelde temperatuur voor het koelen en de
ingestelde temperatuur voor verwarmen (= ingestelde tem
-
peratuur koelen - ingestelde temperatuur verwarmen) in
de Custom Auto modus. Het verschil tussen de ingestelde
temperatuur voor het koelen en verwarmen in de Custom
Auto modus mag niet kleiner zijn dan de deadband. De
deadband wordt in de binnenunit ingesteld. Teneinde dit te
wijzigen, raadpleeg bevoegd onderhoudspersoneel.
Nl-3
Adresgerelateerde termen
(m) Binneneenheidadres♦:
Dit is een ID individueel toegewezen aan elke binnen-
eenheid.
(n) Afstandsbedieningadres:
Dit is een ID individueel toegewezen afzonderlijk van het
binneneenheidadres naar binneneenheden die een R.C.
vormen.
2 Wachtwoordconguratie
Dit apparaat kan de volgende 2 soorten wachtwoorden instel-
len:
(a) Wachtwoord
Dit is een wachtwoord voor de beheerder. Wachtwoord
wordt opgevraagd door de instelling die beheer vereist.
Voor een beschrijving van de wachtwoordinstelling en -wij-
zigingraadpleeg[3.INSTELLING]→[3-9Initialiseren]→
[3- 9- 6 Wachtwoord].
(b) Installatie wachtwoord
Dit wachtwoord wordt gevraagd voor belangrijke instellin-
gen tijdens de installatie.
OPMERKING
Als u uw wachtwoord bent vergeten, neemt u contact op
met uw lokale dealer.
3 Namen van onderdelen
(a)
(b)
(c)
(d)
(a) Aanraakscherm
Wanneer het scherm wordt aangeraakt of de aan/uit-
knop wordt ingedrukt terwijl de achtergrondverlichting is
ingeschakeld, zal de achtergrondverlichting inschake-
len. De achtergrondverlichting gaat 30 of 60 seconden
na de laatste bediening uit. Wanneer de achtergrond-
verlichting is gedeactiveerd, gaat deze niet branden.
Voor een beschrijving van de instelling van de achter-
grondverlichting,raadpleeg[3INSTELLING]→
[3-8Voorkeur]→[3-8-2InstellenAchtergrondverlich-
ting].
Raak het aanraakscherm lichtjes aan met uw vingertop-
pen. Een in de handel verkrijgbare styluspen kan ook
worden gebruikt. Als er te hard op het scherm wordt ge-
drukt of als deze wordt bediend met een stang, potlood
of balpen, enz., kan deze krassen of beschadigd raken.
Raak niet 2 of meer plaatsen gelijktijdig aan. Een cor-
recte bediening kan niet worden uitgevoerd.
Wanneer u het aanraakscherm reinigt, voorkomt het
instellen van het kinderslot verkeerde bedieningen.
(Raadpleeg[1MONITOR]→[1-1MONITOR]→
[1- 1- 3 Kinderslot].) Gebruik bij het reinigen geen
reinigingsmiddel of alcohol, verfverdunner, enz., Dit kan
leiden tot ongevallen of het uiterlijk verslechteren.
(b) Het stroomindicatorlampje blijft branden terwijl
de binneneenheid in werking is. Knippert wanneer er een
fout is ontdekt.
(c) Aan/uit-toets
(d) Kamertemperatuursensor (binnenkant)
Instelling is vereist om deze sensor te gebruiken. Raad-
pleeg[3INSTELLING]→[3-9Initialiseren]→[3-9-5
R.C. Sensorinstelling].
Nl-4
1 MONITOR
1-1 Monitor
1-1-1 Monitormodus-scherm
Monitormodus-scherm is het thuis-scherm van deze unit.
26.0
26.0
°C
°C
Koelen
Auto
Kantoor
Temperatuur
26.0°C
26.0°C
Modus
MenuStatus
Ventilatie
Vr. 10:00AM
Ruimte Temp.
(i)
(c)
(e)
(f)
(d)(a) (i)
(i) (g)(h)
(b)
(a) R.C.Groepsnaam:
Naam van de afstandsbedieninggroep waarop deze unit
isaangesloten.Raadpleeg[3INSTELLING]→
[3-9Initialiseren]→[3-9-4R.C.GroepNaam].
(b) Klok:
Raadpleeg[3INSTELLING]→[3-9Initialiseren]→
[3- 9- 2 Datum Instellen].
(c) Modus:
Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over
naarhet„Modus”-scherm.Raadpleeg[2BEDIENING]→[2-2
Bedieningsinstellingen]→[2-2-1SteldeWerkingsstandin].
(d) Temperatuur:
Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over
naar het temperatuurinstellingsscherm. Raadpleeg [2
BEDIENING]→[2-2Bedieningsinstellingen]→[2-2-2
Stel de Temperatuur in].
Wanneer de bedieningsmodus
is ingesteld op [(Custom) Auto],
wordt de ingestelde temperatuur
voor koelen en verwarmen weer-
gegeven.
Temperatuur
28.0°C
28.0°C
20.0°C
20.0°C
Koelen
Verw.
(e) Ventilatie:
Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over
naar het instelscherm van de ventilatorsnelheid. Raad-
pleeg[2BEDIENING]→[2-2Bedieningsinstellingen]→
[2- 2- 3 Stel de Ventilatorsnelheid in].
(f) RuimteTemp.:
De omgevingstemperatuur die door deze unit wordt gedetec-
teerdwordtweergegeven.Raadpleeg[3INSTELLING]→
[3-9Initialiseren]→[3-9-7Schermsymb.Instel.].
(g) Menu:
Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over
naar het „Menu”-scherm. Raadpleeg [3 INSTELLING].
(h) Status:
Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over
naar het „Status”-scherm. Raadpleeg [1- 1- 2 Status-
weergave].
(i) Statuspictogrammen:
Er is een fout opgetreden. Raadpleeg [1- 1- 2 Sta-
tusweergave]→<Foutinformatiescherm>.
Bediening vanaf deze unit is niet toegestaan door de
centrale regelaar. Raadpleeg [1- 1- 2 Statusweergave].
Mode Mismatch. De functie die niet gelijktijdig kan
werken is geselecteerd. Raadpleeg [1- 1- 2 Status-
weergave].
De Aan-timer, Uit-timer of Auto Uit-timer is ingesteld.
Raadpleeg[3INSTELLING]→[3-4Instellenprogramma].
De wekelijkse timer is ingesteld. Raadpleeg [3 IN-
STELLING]→[3-5Instellenweekprogramma].
De automatische retourinstelling van de ingestelde tem-
peratuurisingesteld.Raadpleeg[3INSTELLING]→
[3-6ExtraInstellingen]→[3-6-2Herstelinsteltemp.].
Ditgeeftaandathettijdwordtdatuhetlter
schoonmaakt.Raadpleeg[3INSTELLING]→[3-10
Onderhoud]→[3-10-3ResetFilterAlarm].
De temperatuursensor van deze unit wordt gebruikt.
Raadpleeg[3INSTELLING]→[3-9Initialiseren]→
[3- 9- 5 R.C. Sensorinstelling].
Voor de schermweergave gebruikt dit product een Bitmap-let-
tertype gemaakt en ontwikkeld door Ricoh Company, Ltd.
Tijdens de wissel cyclus instellen ziet de monitorstand er
anders uit dan hieronder weergegeven.
Zie[3Instelling]→[3-9Initialiseren]→[3-9-8WisselcyclusInstel-
len] voor bijzonderheden over de werking van wissel cyclus instellen.
(a)R.C.Groepsnaam:
„Wissel cyclus instellen” wordt getoond.
(c) Modus:
U kunt de bedieningsmodus niet wijzigen tijdens de
werking wissel cyclus instellen. Het scherm beweegt niet,
zelfs niet als u het hier aanraakt.
(g) Menu:
Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over
naar het scherm „Wissel cyclus Instellen”.
(h) Status:
Het wordt niet weergegeven.
(i)Statuspictogrammen:
licht op als er een fout is opgetreden.
knippert tijdens de Uitsteltijd.
1-1-2 Statusweergave
De instellingsstatus van de afstandsbediening en binneneen-
heid worden weergegeven.
Raak [Status] aan op het monitor-
modus-scherm. „Status”-scherm
wordt weergegeven.
26.0
26.0
°C
°C
Koelen
Auto
Temperatuur
Modus
MenuStatus
Ventilatie
Vr. 10:00AM
Het „Status”-scherm heeft 2, 3 of 4 pagina's die worden
geschakeld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken.
Wanneer de [Monitor] wordt aangeraakt, keert het scherm
terug naar het monitormodus-scherm.
(*:Itemsdienietdoordebinneneenheidwordenondersteund
worden niet weergegeven.)
< Pagina 1 >
Luchtstroom
Verticaal
AanAan
Comfor
tC
omfort
Aan
Horiz.
Comfort Eco
Individueel Individueel
Anti-Vorst
Monitor
Volgende
pg
Storing
Status
Pagina 1/ 4
Luchtstroom*:
De instelling van de richting van de luchtstroom wordt weer-
gegeven. De instelling verschijnt alleen voor binneneenheden
die de luchtstroomrichtingen kunnen instellen. Tijdens com
-
fortabele instelling uitblaas wordt [Comfort] weergegeven.
„Individueel” wordt alleen weergegeven wanneer deze afstands-
bediening is aangesloten op de binneneenheid die de geschikte
functie ondersteunt. Wanneer de instelling is uitgevoerd, wordt
[
] weergegeven.
Raadpleeg[3INSTELLING]→[3-3Instelling
luchtstroomrichting]→[3-3-3Individueleinstellen].
Comfort*:
AAN of UIT van de comfort-instelling wordt weergegeven.
Nl-5
Eco:
AAN of UIT van de spaarzaamheidsinstelling wordt weergegeven.
Anti-Vorst*:
AAN of UIT van de antivriesinstelling wordt weergegeven.
< Pagina 2 >
• In Onderhoud
• Geblokkeerd
• Mode Conflict
Status
R.C. Beperking
Aangepast gebruik
Pagina 2/ 4
Monitor
Vorige
pg
Volgende
pg
R.C.Beperking:
De functies waarvan de werking van dit apparaat en type
draadloze afstandsbediening niet is toegestaan door de
centrale regelaar worden met pictogrammen weergegeven.
Deinhoudvanelkpictogramisalsvolgt:
:Allebewerkingen :AanenUit
:Aan :Functie-instelling
:Temperatuurinstelling :Timerinstelling
:ResetFilter
Wanneer u de verboden functie
probeert te bedienen of in te stellen,
wordt het volgende scherm weerge-
geven en is bediening of instelling
niet mogelijk. Wanneer de [Sluit]
wordt aangeraakt, keert het scherm
terug naar het scherm voor bewer-
king werd uitgevoerd.
Deze instelling is verboden.
Sluit
< Pagina 2 (tot 3 of 4) >
• Beperkt gebruik
• Temperatuur Beperking
• Energie besparing
• Ontdooiing
• Olie recuperatie
Status
Aangepast gebruik
Pagina 3/ 4
Monitor
Vorige
pg
Volgende
pg
• Aanwezigheidsdetectie
• Energiebesparing Ventilator
Status
Aangepast gebruik
Pagina 4/ 4
Monitor
Vorige
pg
Aangepast gebruik (Pagina 2, 3 of 4)
De status van de binneneenheid wordt weergegeven. Wan-
neer de weer te geven inhoud 3 overschrijdt, worden deze
op de volgende pagina weergegeven (Pagina 3 of 4). De
statusinhoudisalsvolgt:
(Alleen items die de binneneenheid ondersteunt of items in
werking worden weergegeven.)
Onderhoud:
Binneneenheid wordt nagekeken. De werking van de bin-
neneenheid wordt gedurende deze tijd gestopt.
Geblokkeerd:
Binneneenheid wordt gedwongen gestopt door externe input.
ModeConict:
Een modus die niet gelijktijdig kan worden gebruikt met een
hoofd-binneneenheid of andere werkende binneneenheid wordt
ingesteld in dezelfde RB-groep van een warmteherstelsysteem
of in hetzelfde koelsysteem van een warmtepompsysteem. In
dit geval, omdat de stand naar de ventilatorstand is gescha
-
keld, reset naar een stand die gelijktijdig gebruikt kan worden.
Raadpleeg[4BEDIENINGSTIPS]→[4-1Selecteerbaremodi]
voor de standen die gelijktijdig gebruikt kunnen worden.
Beperktgebruik:
Deze inhoud wordt weergegeven bij de Slave-binneneenheid
wanneer hoofd-binneneenheid is ingesteld in het koelsysteem
of RB-groep waarop deze eenheid is aangesloten. Wanneer
er geen hoofd-binneneenheid is ingesteld, betekent dit dat er
reeds een andere binneneenheid in werking is. Alleen een stand
ingesteld door hoofd-binneneenheid of een stand die gelijktijdig
met een andere werkende binneneenheid bediend kan worden,
kan worden geselecteerd. Raadpleeg [4.BEDIENINGSTIPS]
voor de standen die gelijktijdig gebruikt kunnen worden.
TemperatuurBeperking:
De temperatuurinstelling van de binneneenheid wordt be-
perkt door de centrale regelaar.
Energiebesparing:
De energiebesparing wordt ingesteld door Energiebeheer
voor Systeemregelaar.
Ontdooiing:
Tijdens het opwarmen, voert de buiten-eenheid ontdooien
uit. De werking van de binneneenheidventilator wordt gedu-
rende deze tijd gestopt.
Oliespoeling:
De buiten-eenheid voert olieherstel uit. De ventilator van de
binnen-eenheid stopt mogelijk gedurende deze tijd.
Aanwezigheid:
Dezefunctieisingeschakeld.Raadpleeg[3INSTELLING]→
[3-6ExtraInstellingen]→[3-6-5Aanwezigheidsdetectie].
EnergiebesparingVentilator:
Dezefunctieisingeschakeld.Raadpleeg[3INSTELLING]→
[3-6ExtraInstellingen]→[3-6-6EnergiebesparingVentilator].
< Foutinformatiescherm >
[Info Foutmeldingen] wordt alleen weergegeven wanneer er
een foutgeschiedenis bestaat. Wanneer de [Storing] wordt
aangeraakt, schakelt het display over naar het „Info Foutmel-
dingen”-scherm. Raadpleeg [5- 3 Foutcode] voor de fouten.
Luchtstroom
Verticaal
AanAan
Comfor
tC
omfort
Aan
Horiz.
Comfort Eco
Individueel Individueel
Anti-Vorst
Monitor
Volgende
pg
Storing
Status
Pagina 1/ 4
02-01
14,15, 41, 44
Storing
Pagina 1/ 5
Adres
Foutcode
Terug
Volgende
pg
1-1-3 Kinderslot
Als dit scherm wordt weergegeven
door het monitormodusscherm aan
te raken, staat het systeem op kin-
derslot.
Kinderslot
Kinderslotinstellen/resetten:
Druk gedurende 4 seconden of langer op de Aan/Uit-knop
terwijl u een gebied buiten de bedieningssectie van het moni
-
tormodusscherm aanraakt (geen reactie, zelfs niet bij aanra-
king). Instellen/resetten kan worden uitgevoerd, zelfs terwijl
de binneneenheid is gestopt. De instelling kan niet worden uit
-
gevoerd bij schermen anders dan het monitormodusscherm.
26.0
26.0
°C
°C
Koelen
Auto
Temperatuur
Modus
MenuStatus
Ventilatie
Vr. 10:00AM
1-1-4 Noodstop
Dit scherm wordt weergegeven als
er voor het systeem een noodstop
werd uitgevoerd door een bediening
van buitenaf. Zodra de noodstop
wordt gereset, wordt het monitor-
modusscherm weergegeven.
Noodstop
Nl-6
2 BEDIENING
2-1 Aan en Uit
(1) Druk op de [Aan/Uit]-knop.
26.0
26.0
°C
°C
Koelen
Auto
Temperatuur
Modus
MenuStatus
Ventilatie
Vr. 10:00AM
Aan/uit-toets
Stroomindicatorlampje
Het stroomindicatorlampje blijft branden terwijl
de binneneenheid in werking is.
OPMERKING
De Aan/Uit-knop kan niet bediend worden op schermen
anders dan het monitormodusscherm.
2-2 Bedieningsinstellingen
2-2-1 Stel de Werkingsstand in
(1) Raak [Mode] aan op het monitormodusscherm.
(2) „Mode”-scherm wordt weergegeven. Selecteer de wer-
kingsstand.
(1) (2)
26.0
26.0
°C
°C
Koelen
Auto
Temperatuur
Modus
MenuStatus
Ventilatie
Vr. 10:00AM
Modus
Annuleer
Koelen Drogen Verw.
Ventilatie
OK
Auto
Afhankelijk van het binnenunit
model, [(Custom) Auto] wordt
weergegeven in plaats van
[Auto].
26.26.0
°C
Auto
Temper
Modus
ogen Verw.
tilatie
OK
Auto
OPMERKINGEN
Alleen standen die geselecteerd kunnen worden, wor-
den weergegeven. De standen die geselecteerd kunnen
worden kunnen verschillen, afhankelijk van de systeem-
conguratieenwerkingsstatus.Raadpleeg[4.BEDIE-
NINGSTIPS]→[4-1Selecteerbaremodi].
Wanneer de „Ventilatie” is gese-
lecteerd, kan de temperatuur
niet worden ingesteld.
Ventilatie
Auto
Temperatuur
Modus
MenuStatus
Ventilatie
Vr. 10:00AM
[Auto] of [(Custom) Auto] modus kan in de R.C. Groep
worden gebruikt, waarin de Master Binnenunit is ingesteld.
Het wordt niet in een andere R.C. Groep weergegeven.
Wanneer de werkingsstand wordt geschakeld in een
warmteherstelsysteem, kan de werkingsvoorbereiding
een tijdje duren, maar dit is geen storing.
(3) Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het monitormodusscherm.
2-2-2 Stel de Temperatuur in
(1) Raak [Instel Temp. ] op het monitormodusscherm aan.
(2) „Instellen Temperatuur”-scherm wordt weergegeven. Pas
de kamertemperatuur aan met de [
] of [ ].
(1) (2)
26.0
26.0
°C
°C
Koelen
Auto
Temperatuur
Modus
MenuStatus
Ventilatie
Vr. 10:00AM
26.0
26.0
°C
°C
Temperatuur
Annuleer OK
Wanneer de bedieningsmodus
is ingesteld op [(Custom) Auto],
moet de koelen en verwarmen
temperatuur worden ingesteld.
20.0
28.0
°C°C
Temperatuur
Annuleer OK
Verw.Koelen
OPMERKINGEN
Het bereik van de instelbare temperatuur verschilt
afhankelijk van de werkingsstand. Raadpleeg [4 BEDIE-
NINGSTIPS]→[4-3Instelbaartemperatuurbereik].
Wanneer de „Temp. bereik” is ingesteld, voldoet de
selecteerbare temperatuur aan de instelling. Raadpleeg
[3INSTELLING]→[3-6ExtraInstellingen]→[3-6-3
Temperatuurinstelling].
(3) Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het monitormodusscherm.
2-2-3 Stel de Ventilatorsnelheid in
(1) Raak de [Venitlatie] op het monitormodusscherm aan.
(2) „Ventilatie”-scherm wordt weergegeven. Selecteer de
ventilatorsnelheid met de [
] of [ ].
(1) (2)
26.0
26.0
°C
°C
Koelen
Auto
Temperatuur
Modus
MenuStatus
Ventilatie
Vr. 10:00AM
Ventilatie
Annuleer OK
Auto
(3) Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het monitormodusscherm.
Nl-7
3 INSTELLING
3-1 Selecteer de Instellingsitems
(1) Raak [Menu] aan op het moni-
tormodusscherm.
26.0
26.0
°C
°C
Koelen
Auto
Temperatuur
Modus
MenuStatus
Ventilatie
Vr. 10:00AM
(2) „Hoofdmenu”-scherm wordt weergegeven.
Het scherm heeft 3 pagina’s die worden gewisseld door
[Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken.
(Items die niet door de binneneenheid worden onder-
steund, worden niet weergegeven.)
Monitor
Volgende
pg
Pagina 1/ 3
Hoofdmenu
Instellen uitblaas
richting
Weekprogramma
Programma
Comfort
~
Onderhoud
Vorige
pg
Monitor
Pagina 3/ 3
Hoofdmenu
Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, wordt elk
instellingenscherm weergegeven. Raadpleeg de beschrij-
ving van elk item voor meer informatie. Wanneer elke
instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave te-
rug naar dit scherm. Wanneer [Monitor] wordt aangeraakt,
keert het scherm terug naar het monitormodusscherm.
3-2 Comfort
Uitblaasrichting (verticaal/horizontaal) is ingesteld op klimaat-
regeling voor de gehele ruimte.
In de stand comfortabele uitblaas kan de uitblaasrichting niet hand-
matig worden ingesteld omdat de uitblaasrichting is vastgelegd.
(1) Raak [Comfort] in het „Hoofd-
menu”-scherm aan.
Monitor
Volgende
pg
Pagina 1/ 3
Hoofdmenu
Instellen uitblaas
richting
Weekprogramma
Programma
Comfort
OPMERKING
Voor binneneenheden zonder comfort-functie, wordt [Com-
fort] niet weergegeven.
(2) Het „Comfort”-scherm wordt
weergegeven. Raak [Aan] of
[Uit] op het „Comfort”-scherm
aan.
Comfort
Annuleer OK
Aan
Uit
Wanneer u [OK] aanraakt, worden de gegevens overgedra-
gen naar de binneneenheid en vervolgens keert het scherm
terug naar het scherm „Hoofdmenu”.
3-3 Instelling luchtstroomrichting
(1) Raak [Instellen uitblaas
richting] in het „Hoofd-
menu”-scherm aan.
Monitor
Volgende
pg
Pagina 1/ 3
Hoofdmenu
Instellen uitblaas
richting
Weekprogramma
Programma
Comfort
OPMERKING
Voor binneneenheden zonder de aanpassingsfunctie van
luchtstroomrichting, wordt [Instellen uitblaas richting] niet
weergegeven.
(2) Het „Instellen uitblaas rich-
ting”-scherm wordt weergege-
ven. Wanneer de [Verticaal] of
[Horizontaal] wordt aangeraakt,
wordt elk instellingenscherm
weergegeven.
13
Instellen uitblaas richting
Terug
Verticaal
Horizontaal
Wanneer de Binneneenheid geen horizontale richting van de
luchtstroom aanpassingsfunctie heeft, wordt [Horizontaal] niet
weergegeven en de luchtstroomrichting kan niet worden ingesteld.
Wanneer deze afstandsbe-
diening is aangesloten op de
cassettemodel binneneenheid
met individuele luchtstroomre-
gelfunctie, wordt, [Individuele
instellen] weergegeven.
1
Instellen uitblaas richting
Terug
Individuele Vast
Verticaal
Voor deze bewerking, raadpleeg „3- 3- 3 Individuele instellen”.
Wanneer [OK] of [Annuleer] wordt aangeraakt bij elk
instellingsscherm, keert de weergave terug naar dit
scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het
scherm terug naar het „Hoofdmenu”-scherm.
OPMERKINGEN
Wanneer deze eenheid wordt gebruikt in combinatie met
een draadloze afstandsbediening, komt de luchtstroom-
richting van de binneneenheid mogelijk niet overeen met
de richting die wordt aangegeven op deze eenheid.
Wanneer de luchtstroomrichting wordt ingesteld met een
combinatie van de draadloze afstandsbediening en dit
product, kan de luchtstroomrichting die op dit product
wordt weergegeven, afwijken van de werkelijke positie
van de lamellen in de binneneenheid.
Wanneer de luchtstroomrichting wordt ingesteld met een
combinatie van de draadloze afstandsbediening en dit
product in dezelfde afstandsbedieningsgroep, kan de
luchtstroomrichting die op dit product wordt weergegeven, afwijken
van de werkelijke positie van de lamellen in de binneneenheid.
3-3-1 VT Uitblaasrichting
(1) Raak [Verticaal] op het „Instellen uitblaas rich-
ting”-scherm aan.
(2)
„VT Uitblaasrichting instellen”-scherm wordt weergegeven. Raak
[ ]
of
[ ]
aan en stel de luchtstroomrichting of „Swing” in.
(1) (2)
13
Instellen uitblaas richting
Terug
Verticaal
Horizontaal
1
1
1
4
4
VT Uitblaasrichting instellen
Annuleer OK
(3)
Wanneer [OK] wordt aangeraakt na het instellen, worden de
gegevens overgedragen naar de binneneenheid en keert de
weergave terug naar het „Instellen uitblaas richting”-scherm.
3-3-2 HZ Uitblaasrichting
(1) Raak [Horizontaal] op het „Instellen uitblaas rich-
ting”-scherm aan.
(2)
„HZ Uitblaasrichting instellen”-scherm wordt weergegeven. Raak
[ ]
of
[ ]
aan en stel de luchtstroomrichting of „Swing” in.
(1) (2)
13
Instellen uitblaas richting
Terug
Verticaal
Horizontaal
1
1
3
5
5
HZ Uitblaasrichting instellen
Annuleer OK
(3) Wanneer [OK] wordt aangeraakt nadat de gegevens zijn
overgedragen aan de binneneenheid, keert de display
terug naar het „Instellen uitblaas richting”-scherm.
Nl-8
3-3-3 Individuele Vast
„Individuele Vast” kan alleen worden gebruikt met cassettemodel
binneneenheid die deze functie ondersteunt. De richting van de lucht
-
stroom kan worden ingesteld voor elke uitgang van enkele of meerde-
re binneneenheden die zijn aangesloten op deze afstandsbediening.
(1) Raak [Individuele Vast] aan op
het „Instellen uitblaas rich-
ting”-scherm.
1
Instellen uitblaas richting
Terug
Individuele Vast
Verticaal
Swing
Horizontaal
(2) Raak in het scherm „Individu-
eel Vast” het eenheidnummer
dat u wilt instellen aan.
01-01
01-05
01-02
01-06
01-03
01-07
01-04
01-08
Individuele Vast
Pagina 1/ 2
Terug
Reset
Volgende
pg
Toestel 1
Toestel 5
Toestel 2
Toestel 6
Toestel 3
Toestel 7
Toestel 4
Toestel 8
* [Comfort] is ingesteld op de gearceerde binneneenheid,
zoals hieronder wordt getoond (2a). Wanneer deze
wordt aangeraakt, wordt het bericht weergegeven zoals
hieronder wordt getoond (2b).
(2a) (2b)
01-01
01-05
01-02
01-06
01-03
01-07
01-04
01-08
Individuele Vast
Pagina 1/ 2
Terug
Reset
Volgende
pg
Toestel 1
Toestel 5
Toestel 2
Toestel 6
Toestel 3
Toestel 7
Toestel 4
Toestel 8
Sluit
Individuele Vast
Uitblaas richting instelling kan niet worden gedaan.
Stel in naar Comfort om uit te schakelen.
*
Wanneer meerdere binnenunits zijn aangesloten op
deze afstandsbediening, wordt het binneneenheidselec
-
tiescherm weergegeven. Als het scherm (2) 2 pagina’s
bevat, kunnen deze geschakeld worden door [Volgende
pg] of [Vorige pg] aan te raken. Wanneer deze afstands
-
bediening is aangesloten op meerdere binneneenheden,
wordt het adres (XX-XX) weergegeven voor elke binnen
-
eenheid. Raak de in te stellen binneneenheid aan. [
]
wordt weergegeven bij de ingestelde binneneenheden.
OPMERKINGEN
Om de instelling luchtstroomrichting van alle weergegeven
binneneenheden te wissen, raak [Reset] aan. Wanneer [Ja]
van het bevestigingsscherm wordt aangeraakt, wordt de
instelling gewist en schakelt deze terug naar de instelling
luchtstroomrichting van „Verticaal” (Raadpleeg 3- 3- 1).
Als u de volgorde van de binneneenheden weergegeven
op het selectiescherm wilt wijzigen, neem dan contact op
met uw installateur of het servicepersoneel.
(3) Het selectiescherm van de uitgangspoort dat de lucht-
stroomrichting instelt wordt weergegeven. Raak de in te
stellen uitgangspoort aan.
Cassettemodel
Controleer de positie van elke uitgangspoort op basis van
de „
”-markering van de behuizing van de binneneenheid.
Positie van de markering
Binnendeel 1
(
00-00
)
Teru
gR
eset
Uitblaas 1Uitblaas 2
Uitblaas 3Uitblaas 4
OPMERKING
Om alle instellingen van de uitgangspoort van geselecteer-
de binneneenheden te wissen, raak [Reset] aan. Wanneer
[Ja] van het bevestigingsscherm wordt aangeraakt, wordt
de instelling gewist en schakelt deze terug naar de instel
-
ling luchtstroomrichting van „Verticaal” (Raadpleeg 3-3-1).
Model 3D-stroomcassette
Het aantal uitgangspoorten varieert afhankelijk van het model.
Binnendeel 1
(
00-00
)
Links RechtsMidden 2Midden 1
Terug Reset
Binnendeel 1
(
00-00
)
Links RechtsMidden
Terug Reset
(4) Het instellingsscherm van de luchtstroomrichting wordt
weergegeven. Raak [Verticaal] of [Horiz.] aan.
Wanneer de Binneneenheid geenafstellingsfunctie voor
de uitblaasrichting (verticaal/horizontaal) heeft, wordt
[Verticaal]/[Horizontaal] niet weergegeven en de lucht-
stroomrichting kan niet worden ingesteld.
Verticaal
„VT Uitblaasrichting instellen”-scherm wordt weergegeven. Raak
[ ]
of
[ ]
aan en stel de luchtstroomrichting of „Swing” in.
Binnendeel 1
(
00-00
)
1
Verticaal
1
Horiz.
Terug
1
Binnendeel 1
(
00-00
)
Annuleer OK
Uitblaas 1
Horizontaal
„HZ Uitblaasrichting instellen”-scherm wordt weergegeven. Raak
[ ]
of
[ ]
aan en stel de luchtstroomrichting of „Swing” in.
Binnendeel 1
(
00-00
)
Verticaal
1
Horiz.
Terug
1
1
1
Binnendeel 1
(
00-00
)
Annuleer OK
Midden
Horizontaal
OPMERKING
Wanneer de instelling luchtstroomrichting van „Verticaal”
(Raadpleeg 3- 3- 1) of „Horizontaal” (Raadpleeg 3- 3- 2)
wordt ingesteld bij de uitgangspoort, wordt „—” weerge-
geven op het uitgangspoortscherm.
3-4 Instellen programma
(1) Raak [Programma] aan op het „Hoofdmenu”-scherm.
(2) „Instellen programma”-scherm wordt weergegeven.
(1) (2)
Monitor
Volgende
pg
Pagina 1/ 3
Hoofdmenu
Instellen uitblaas
richting
Weekprogramma
Programma
Comfort
Terug
Aan Schakeling [Deactiveer]
[Deactiveer]
[Deactiveer]
Uit Schakeling
Auto Uit Schakeling
Instellen programma
Devolgendetimerinstellingenzijnmogelijk:
AanSchakeling:
De gestopte binneneenheid start met werken na de
ingestelde tijd.
UitSchakeling:
De werkende binneneenheid stopt met werken na de
ingestelde tijd.
AutoUitSchakeling:
Wanneer de werking van de binneneenheid wordt ge-
start door de Aan/Uit-knop van deze eenheid, stopt de
werking na de ingestelde tijd.
Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, schakelt
de weergave over naar elk instellingenscherm. Wanneer
elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave
terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt,
keert het scherm terug naar het „Hoofdmenu”-scherm.
Nl-9
3-4-1 Schakeling Aan
(1) Raak [Schakeling Aan] aan
op het „Instellen program-
ma”-scherm. Wanneer het
„Wachtwoord controle”-scherm
wordt weergegeven, voer dan
het wachtwoord in en raak [OK]
aan.
Terug
Aan Schakeling [Deactiveer]
[Deactiveer]
[Deactiveer]
Uit Schakeling
Auto Uit Schakeling
Instellen programma
Schakel de Schakeling Aan in
(2) „Schakeling Aan”-scherm wordt weergegeven. Raak [Ac-
tiveer/Deactiveer] aan op het „Schakeling Aan”-scherm.
(3) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan.
(2) (3)
Aan Schakeling
Annuleer OK
Vr. 10:00AM
Activeer/Deactiveer [Deactiveer]
Werking Start Tijd [In 0.5 hr.]
Activeer/Deactiveer
Annuleer OK
Activeer
Deactiveer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Schakeling Aan”-scherm.
Stel de Werkingsstarttijd in
(4) Raak [Werking Start Tijd] aan op het „Schakeling Aan”-
scherm. Het „Werking Start Tijd”-scherm wordt weerge-
geven.
(5) Stel de tijd in door [
] of [ ] aan te raken.
(4) (5)
Aan Schakeling
Annuleer OK
Vr. 10:00AM
Enable/Disable [Activeer]
Werking Start Tijd [In 0.5 hr.]
Vr. 10:00AM
Werking Start Tijd
Annuleer OK
In
hr.
0.5
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Schakeling Aan”-scherm.
OPMERKING
Maximaal 24 uur kan worden ingesteld.
Pas de instelling aan
(6) Raak [OK] aan op het „Scha-
keling Aan”-scherm. Nadat het
instellingwijzigingsscherm is
weergegeven, keert de display
terug naar het „Instellen pro-
gramma”-scherm.
Aan Schakeling
Annuleer OK
Vr. 10:00AM
Activeer/Deactiveer [Activeer]
Werking Start Tijd [In 0.5 hr.]
3-4-2 Schakeling Uit
(1) Raak [Schakeling Uit] aan
op het „Instellen program-
ma”-scherm. Wanneer het
„Wachtwoord controle”-scherm
wordt weergegeven, voer dan
het wachtwoord in en raak [OK]
aan.
Terug
Aan Schakeling [Deactiveer]
[Deactiveer]
[Deactiveer]
Uit Schakeling
Auto Uit Schakeling
Instellen programma
"Schakeling Uit"-scherm wordt weergegeven
(2) Schakel de Schakeling Uit in. Raak [Activeer/Deactiveer]
aan.
(3) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan.
(2) (3)
Uit Schakeling
Annuleer OK
Vr. 10:00AM
Activeer/Deactiveer [Deactiveer]
Werking Stop Tijd [In 0.5 hr.]
Activeer/Deactiveer
Annuleer OK
Activeer
Deactiveer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Schakeling Uit”-scherm.
Stel de Werkingsstoptijd in
(4)
Raak [Werking Stop Tijd] aan op het „Schakeling Uit”-
scherm. Het „Werking Stop Tijd”-scherm wordt weergegeven.
(5) Stel de tijd in door [ ] of [ ] aan te raken.
(4) (5)
Uit Schakeling
Annuleer OK
Vr. 10:00AM
Activeer/Deactiveer [Activeer]
Werking Stop Tijd [In 0.5 hr.]
Vr. 10:00AM
Werking Stop Tijd
Annuleer OK
In
hr.
0.5
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Schakeling Uit”-scherm.
OPMERKING
Maximaal 24 uur kan worden ingesteld.
Pas de instelling aan
(6) Raak [OK] aan op het „Scha-
keling Uit”-scherm. Nadat het
instellingwijzigingsscherm is
weergegeven, keert de dis-
play terug naar het „Instellen
programma”-scherm.
Uit Schakeling
Annuleer OK
Vr. 10:00AM
Activeer/Deactiveer [Activeer]
Werking Stop Tijd [In 0.5 hr.]
3-4-3 Programma Auto Uit
(1)
Raak [Programma Auto Uit]
aan op het „Instellen program-
ma”-scherm. Wanneer het
„Wachtwoord controle”-scherm
wordt weergegeven, voer dan het
wachtwoord in en raak [OK] aan.
Terug
Aan Schakeling [Deactiveer]
[Deactiveer]
[Deactiveer]
Uit Schakeling
Auto Uit Schakeling
Instellen programma
Schakel de Automatisch uit-timer in
(2)
„AProgramma Auto Uit”-scherm wordt weergegeven. Raak [Ac-
tiveer/Deactiveer] aan op het „Programma Auto Uit”-scherm.
(3) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan.
(2) (3)
Activeer/Deactiveer [Deactiveer]
[In 30 min.]
[ – ]
Werking Stop Tijd
Instellen Tijd
Auto Uit Schakeling
Vr. 10:00AM
Annuleer OK
Activeer/Deactiveer
Annuleer OK
Activeer
Deactiveer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „AProgramma Auto Uit”-scherm.
Stel de Werkingsstoptijd in
(4) Raak [Werking Stop Tijd] aan op het „AProgramma Auto
Uit”-scherm.
(5) Het „Werking Stop Tijd” tijdscherm wordt weergegeven.
Stel de tijd in met [
] of [ ]. De tijd kan worden ingesteld
binnen een bereik van 30 tot 240 minuten in stappen van
10 minuten.
Nl-10
(4) (5)
Activeer/Deactiveer [Activeer]
[In 30 min.]
[ – ]
Werking Stop Tijd
Instellen Tijd
Auto Uit Schakeling
Vr. 10:00AM
Annuleer OK
Na de manuele werking
Werking Stop Tijd
Annuleer OK
In
min.
30
Vr. 10:00AM
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „AProgramma Auto Uit”-scherm.
Stel het tijdsbereik van de Automatisch uit-timer in
(6) Raak [Instellen Tijd] on het „Programma Auto Uit”-
scherm.
(7) „Instellen Tijdschema”-scherm wordt weergegeven. Raak
[Tijds bereik] aan.
(6) (7)
Activeer/Deactiveer [Activeer]
[In 30 min.]
[ – ]
Werking Stop Tijd
Instellen Tijd
Auto Uit Schakeling
Vr. 10:00AM
Annuleer OK
Tijds bereik [Continue]
[
--
:
--
]
[
--
:
--
]
Starttijd
Stoptijd
Instellen Tijdschema
Vr. 10:00AM
Annuleer OK
(8) „Tijds bereik” wordt weergege-
ven.Bijhetspecicerenvan
een tijdsbereik voor „Program-
ma Auto Uit”, raak [Werkings-
specicatie]aan,enbijhet
inschakelen van de instelling
voor de hele dag, raak [Conti-
nue] aan.
Tijds bereik
Annuleer OK
Werkingsspecificatie
Continue
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Instellen Tijdschema”-scherm. Wanneer
[Continue] is geselecteerd, ga naar (14).
(9) Raak [Starttijd] aan op het „Instellen Tijdschema”-scherm.
(10) „Starttijd”-scherm wordt weergegeven. Stel de starttijd in
door [
] of [ ] aan te raken op het „Starttijd”-scherm.
(9) (10)
Tijds bereik [Bereik]
[
--
:
--
]
[
--
:
--
]
Starttijd
Stoptijd
Instellen Tijdschema
Vr. 10:00AM
Annuleer OK
Vr. 10:00AM
Starttijd
Annuleer OK
Uur
AM
08
min.
40
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Instellen Tijdschema”-scherm.
OPMERKING
Formaat van het instellingenscherm komt overeen met de
voorkeur van de „Display instelling”.
(11) Raak [Stoptijd] aan op het „Instellen Tijdschema”-scherm.
(12) „Stoptijd”-scherm wordt weergegeven. Stel de eindtijd in
door [
] of [ ] aan te raken.
(11) (12)
Tijds bereik [Bereik]
[08:40AM]
[
--
:
--
]
Starttijd
Stoptijd
Instellen Tijdschema
Vr. 10:00AM
Annuleer OK
Vr. 10:00AM
Stoptijd
Annuleer OK
Uur
PM
05
min.
40
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Instellen Tijdschema”-scherm.
(13) Raak [OK] aan op het „Instel-
len Tijdschema”-scherm. Het
scherm keert terug naar het
scherm „Programma Auto Uit.
Tijds bereik [Bereik]
[08:40AM]
[05:40PM]
Starttijd
Stoptijd
Instellen Tijdschema
Vr. 10:00AM
Annuleer OK
Pas de instelling aan
(14) Raak [OK] aan op het „Pro-
gramma Auto Uit”-scherm.
Nadat het instellingwijzigings-
scherm is weergegeven, keert
de display terug naar het
„Instellen programma”-scherm.
Activeer/Deactiveer [Activeer]
[In 30 min.]
[08:40AM–05:40PM]
Werking Stop Tijd
Instellen Tijd
Auto Uit Schakeling
Vr. 10:00AM
Annuleer OK
3-5
Instellen weekprogramma (voor beheerder)
Wekelijks werkingsschema kan worden ingesteld. Twee
schemapatronen kunnen worden aangemaakt. Tot maximaal
8 tijdsinstellingen voor elke dag kunnen worden ingesteld.
(1) Raak [Weekprogramma] aan op het „Hoofd-
menu”-scherm. Nadat het „Wachtwoord controle”-scherm
wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord in en raak
[OK] aan.
(2) „Instellen weekprogramma”-scherm wordt weergegeven.
(1) (2)
Monitor
Volgende
pg
Pagina 1/ 3
Hoofdmenu
Instellen uitblaas
richting
Weekprogramma
Programma
Comfort
Terug
Activeer programma [Geen]
[Geen]
[Geen]
Programma instellen
Instellen vrije dag
Instellen weekprogramma
Devolgendeinhoudisingesteld:
Activeerprogramma:
Het te gebruiken schema is geselecteerd of de weke-
lijkse timer is tijdelijk uitgeschakeld.
Instellenprogramma:
Het dagelijkse werkingsschema is aangemaakt. Twee sche-
mapatronen kunnen worden aangemaakt. Tot maximaal 8
tijdsinstellingen voor elke dag kunnen worden ingesteld.
Instellenvrijedag:
Wekelijks timer kan worden uitgeschakeld voor een wille-
keurige dag binnen bereik van 1 week. Dit is handig wanneer
de werking niet noodzakelijk is op feestdagen, enz. Wanneer
de ingesteld dag is verstreken, wordt de instelling gewist.
Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, wordt
elk instellingenscherm weergegeven. Raadpleeg de
beschrijving van elk item voor meer informatie. Wan-
neer elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de
weergave terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt
aangeraakt, keert het scherm terug naar het „Hoofd-
menu”-scherm.
3-5-1 Activeer programma
Selecteer het te gebruiken schema
(1) Raak [Activeer programma] aan op het „Instellen week-
programma”-scherm.
(2) Het „Activeer programma”-scherm wordt weergegeven.
Selecteer en raak [Programma 1] of [Programma 2] aan.
(1) (2)
Terug
Activeer programma [Geen]
[Geen]
[Geen]
Programma instellen
Instellen vrije dag
Instellen weekprogramma
Programma 2
Geen
Activeer programma
Annuleer OK
Programma 1
Nl-11
(3)
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsver-
anderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm
terug naar het scherm „Instellen weekprogramma”-scherm.
OPMERKING
Om een schema dat reeds is ingesteld uit te schakelen,
raak [Geen] aan op scherm van (2).
3-5-2 Instellen Programma
Selecteer het in te stellen schema
(1) Raak [Instellen programma] aan op het „Instellen week-
programma”-scherm.
(2) „Instellen programma”-scherm wordt weergegeven. Wan-
neer [Programma 1] of [Programma 2] wordt aangeraakt,
wordt elk instellingenscherm weergegeven.
(1) (2)
Terug
Activeer programma
[Programma 1]
[Geen]
[Geen]
Programma instellen
Instellen vrije dag
Instellen weekprogramma Programma instellen
Programma
1[
Geen]
Programma
2[
Geen]
Terug
Selecteer de dag van de week
(3) Selecteer door de dag van de week aan te raken waarop
de werking volgens het schema moet worden uitgevoerd.
De instellingen voor 4 keer worden weergegeven op dit
scherm.Wanneerdeinhoudisgeverieerd,schakelde
pagina door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken.
(4)
Wanneer het schemaweergavegebied wordt aangeraakt, schakelt
het display naar het instellingenscherm van elke dag van de week.
(3) (4)
1
2
3
4
––
:
–– –– –– ––
°c
––
:
–– –– –– ––
°c
––
:
–– –– –– ––
°c
––
:
–– –– –– ––
°c
Terug Kopiëer
Programma 1
Vr. 10:00AM
Ma.Wo. Do. Vr. Za.Di.Zo.
Timer
Verw.
Volgende
pg
1
2
3
4
––
:
–– –– –– ––
°c
––
:
–– –– –– ––
°c
––
:
–– –– –– ––
°c
––
:
–– –– –– ––
°c
Terug Kopiëer
Programma 1
Vr. 10:00AM
Ma. Wo.Do. Vr. Za.Di.Zo.
Timer
Verw.
Volgende
pg
Stel het schema in voor elke dag van de week
(5) Het instelscherm voor elke dag
van de week heeft 3 pagina's
die worden geschakeld door
aanraken van [Volgende pg]
of [Vorige pg]. Instelling van
maximaal 3 keer kan worden
weergegeven op 1 pagina.
1
2
3
––
––
––
:
––
–– ––
––
.
°c
––
––
.
°c
––
.
°c
––
:
––
––
:
––
––
Maandag
Pagina 1/ 3
Annuleer
OK
Volgende
pg
Door aanraken van elke tijd van [1] tot [8], kunnen gede-
tailleerde instellingen voor die tijd worden ingesteld.
(6)
De items die kunnen worden ingesteld voor één tijd zijn
[Start Tijd], [Aan/Uit], [Modus] en [Temperatuur]. Wanneer elk
item wordt aangeraakt, wordt elk instellingsscherm weerge-
geven. Om de instelling van de geselecteerde tijd te wissen,
raak [Verwijder] aan. Wanneer [Verwijder] wordt aangeraakt,
wordtereenvericatieschermweergegeven.Wanneer[Ja]
wordt aangeraakt op het scherm, wordt de instelling gewist.
(7) Raak de [Start Tijd] aan op het scherm van (6), en stel de
tijd in met [ ] of [ ].
(6) (7)
Annuleer
Maandag 01
Start Tijd
Modus
––
––:–
Temperatuur
Aan/Uit
––
Verwijder OK
––.–°c
Vr. 10:00AM
Start Tijd
Annuleer OK
Uur
AM
8
min.
40
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het scherm van (6).
OPMERKING
Formaat van het instellingenscherm komt overeen met de
voorkeur van de „Display instelling”.
(8) Raak [Aan/Uit] aan op het
scherm van (6), en selecteer
[Aan], [Uit] of [Vast].
Aan/Uit
Annuleer OK
Uit
Vast
Aan
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het scherm van (6).
OPMERKING
Wanneer [Vast] is geselecteerd, wordt de toestand van
de binneneenheid direct voor de werking van de timer,
vastgehouden. Wanneer de werking aan/uit en instelling
handmatig werden gewijzigd voor de werking van de timer,
worden de nieuwe werking en instellingen vastgehouden.
(9) Raak [Mode] aan op het scherm van (6), en selecteer de
werkingsstand.
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het scherm van (6).
(10) Raak [Instel Temp.] aan op het scherm van (6), en pas
de kamertemperatuur aan met [
] of [ ].
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het scherm van (6).
(9) (10)
Modus
Annuleer
Drogen Verw.
Vast
VentilatieAuto
OK
Koelen
26.0
26.0
°C
°C
Temperatuur
Annuleer OK
Vast
Indien u de bedieningsmodus
heeft ingesteld op [(Custom)
Auto] of [Hold], moet de koelen
en verwarmen temperatuur
worden ingesteld.
20.0
28.0
°C°C
Temperatuur
Annuleer OK
Verw.Koelen
Vast Vast
<Voorbeeldprogramma>
Tijd Aan/Uit Mode Temp.
Ochtend
[1] 08:00AM Aan Drogen 28 °C
[2] 10:00AM Vast Koelen 26 °C
Namiddag
[3] 12:00AM Vast Vast 24 °C
[4] 15:00AM Uit
Nacht
[5] 17:00AM Aan Vast Vast
[6] 19:00AM Vast Vast 26 °C
[7] 21:00AM Uit
[8]
Beëindig de instelling van elke dag van de week
(11)
Wanneer [OK] wordt aangeraakt
op het scherm van (6), keert het
display terug naar het scherm
van (5). Bij het doorgaan van
instelling van dezelfde dag van
de week, herhaal (5) tot (11).
Annuleer
Maandag01
Start Tijd
Modus
Drogen
08:00
AM
Temperatuur
Aan/Uit
Aan
Verwijder OK
28.0°c
Wanneer [OK] wordt aange-
raakt op het scherm van (5),
keert het display terug naar het
scherm van (3).
1
2
3
––
––
Maandag
Pagina 1/ 3
Annuleer
OK
08:00
AM Aan
Drogen
28.0°c
Koelen
26.0°c
24.0°c
10:00
AM
PM
12:00
––
Volgende
pg
Nl-12
Een balk wordt weergegeven
boven de dag van de week met
een schema ingesteld.
1
2
3
4
08:00
AM Aan
Drogen
28.0°c
10:00
AM
–– Koelen
26.0°c
12:00
PM
–– ––
24.0°c
03:00
PM Uit
–– ––
°c
Terug Kopiëer
Programma 1
Vr. 10:00AM
Ma. Wo.Do. Vr. Za.Di.Zo.
Timer
Verw.
Volgende
pg
Bij het uitvoeren van een andere instelling voor andere
dagen van de week, herhaalt u (3) tot (11).
Kopieer de instelling van elke dag van de week
(12) De inhoud van instelling uit-
gevoerd op een bepaalde dag
van de week kan worden geko-
pieerd naar andere dagen van
de week. Raak de te kopiëren
dag van de week aan en raak
[Kopiëer] aan.
1
2
3
4
08:00
AM
28.0°c
10:00
AM
––
26.0°c
12:00
PM
–– ––
24.0°c
03:00
PM
–– ––
°c
Aan
Drogen
Koelen
Uit
Terug Kopiëer
Programma 1
Vr. 10:00AM
Ma.Wo. Do. Vr. Za.Di.Zo.
Timer
Verw.
Volgende
pg
Raak vervolgens de te plakken
dag van de week aan. Wan-
neer [Plakken] wordt aange-
raakt, wordt een gestippelde
balk weergegeven over de te
plakken dag van de week. Ga
verder met plakken op andere
dagen van de week.
1
2
3
––
:
––
–– ––
––
.
°c
––
:
––
–– ––
––
.
°c
––
:
––
–– ––
––
.
°c
Annuleer
:Kopieren :Plakken
PlakkenOK
Programma 1
Vr. 10:00AM
Ma. Wo. Do. Vr. Za.Di.Zo.
Om het plakken te annuleren,
raak de geselecteerde dag van
de week aan en raak [Vervang]
aan.
Wanneer [OK] wordt aange-
raakt,wordtereenvericatie-
scherm weergegeven.
1
2
3
Annuleer
:Kopieren :Plakken
OK
08:00
AM Aan
Drogen
28.0°c
10:00
AM
–– Koelen
26.0°c
12:00
AM
–– ––
24.0°c
Programma 1
Vr. 10:00AM
Ma. Wo. Do. Vr. Za.Di.Zo.
Vervang
Wanneerde[Ja]ophetveri-
catiescherm wordt aangeraakt,
wordt de instelling geplakt.
Programma 1
Ne
eJ
a
Copier data. Ok?
Wissen van een dag van de week instelling
Om de ingestelde inhoud
van elke dag van de week te
wissen, selecteer de objectieve
dag van de week en raak [Timer
Verw.] aan.
1
2
3
4
08:00
AM
28.0°c
10:00
AM
––
26.0°c
12:00
PM
–– ––
24.0°c
03:00
PM
–– ––
°c
Aan
Drogen
Koelen
Uit
Terug Kopiëer
Programma 1
Vr. 10:00AM
Ma.Wo. Do. Vr. Za.Di.Zo.
Timer
Verw.
Volgende
pg
Eenvericatieschermwordt
weergegeven. Wanneer [Ja]
wordt aangeraakt, wordt de
instelling gewist.
Programma 1
De selectie wordt gereset. Ok?
Nee Ja
Beëindig de schema-instelling
Wanneer [Terug] wordt aangeraakt,
keert het display terug naar het
scherm van (2).
Wanneer [Terug] wordt aangeraakt op
het scherm van (2), keert het display
terug naar het scherm van (1).
1
2
3
4
08:00
AM
28.0°c
10:00
AM
––
26.0°c
12:00
PM
–– ––
24.0°c
03:00
PM
–– ––
°c
Aan
Drogen
Koelen
Uit
Terug Kopiëer
Programma 1
Vr. 10:00AM
Ma.Wo. Do. Vr. Za.Di.Zo.
Timer
Verw.
Volgende
pg
3-5-3 Instellen vrije dag
Stel de dag van de week in waarop de wekelijkse timer
tijdelijk moet worden uitgeschakeld. Wanneer de ingestel-
de dag is verstreken, wordt de instelling gewist.
(1) Raak [Instellen vrije dag] aan op het „Instellen weekpro-
gramma”-scherm.
(2) „Instellen vrije dag”-scherm wordt weergegeven. Wan-
neer de dag van de week waarop de wekelijkse timer niet
moet worden uitgevoerd wordt aangeraakt, wordt er een
vinkje weergegeven.
(1) (2)
Terug
Activeer programma
[Stel in]
[Geen]
Programma instellen
Instellen vrije dag
Instellen weekprogramma
[Programma 1]
:Dag zonder programma
Instellen vrije dag
Annuleer OK
Zo. Ma.Wo. Do. Vr. Za.Di.
Wanneer de instelling is voltooid, drukt u op [OK]. Nadat
het scherm instelling voltooid wordt weergegeven, keert
het display terug naar het „Instellen weekprogram-
ma”-scherm.
3-6 Extra Instellingen
(1) Raak [Instellingen] aan op het
„Hoofdmenu”-scherm.
Vorige
pg
Instellen Zomertijd
InitialiserenVoorkeuren
Instellingen
Monitor
Volgende
pg
Pagina 2/ 3
Hoofdmenu
(2) „Extra Instellingen”-scherm wordt weergegeven. Wan-
neer het scherm meerdere pagina’s bevat, kunnen deze
worden geschakeld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan
te raken.
Terug
Extra Instellingen
Temp.bereik
Temp Auto Terug
Anti-Vorst
Eco
Pagina 1/ 2
Volgende
pg
Terug
Pagina 2/ 2
Extra Instellingen
Aanwezigheidsdetectie
Eco Ventilator
Vorige
pg
Devolgendeinhoudisingesteld:
(*:Itemsdienietdoordebinneneenheidwordenonder-
steund worden niet weergegeven.)
Eco:
De temperatuurinstelling wordt na een bepaalde tijd
automatisch aangepast. Het stroomverbruik wordt on-
derdrukt door de temperatuur hoog in te stellen tijdens
koelen en laag tijdens verwarmen.
TempAutoTerug(voordebeheerder):
Zelfs als de temperatuurinstelling wordt gewijzigd
tijdens het koelen of verwarmen, na de ingestelde tijd,
keert de temperatuur automatisch terug naar de inge-
stelde temperatuur.
Temp.bereik(voordebeheerder):
Stroomverbruik door overmatig temperatuur instellen
wordt onderdrukt door beperken van het bereik van tem-
peratuurinstelling voor elke werkingsstand van automa-
tisch, koelen/drogen of verwarmen.
Anti-Vorst*(voordebeheerder):
Antivries is een functie die lage temperatuur verwar-
ming uitvoert om bevriezing van waterleidingen en de
apparatuur te voorkomen, wanneer airconditioning
functie is uitgeschakeld, in gebieden waar de buiten-
temperatuur kan dalen tot onder het vriespunt.
Als er waterlijnen zijn ver van het apparaat of binnen de
buitenmuren, kan deze functie niet voldoende bescher-
ming bieden tegen vorst.
Aanwezigheidsdetectie*(voordebeheerder):
„Aanwezigheidsdetectie” detecteert het ontbreken van
een persoon in de kamer en voert de volgende ener-
giebesparing uit. Voor details over „Aanwezigheids-
detectie”, raadpleeg de gebruikershandleiding van de
binneneenheid.
[Bewaar Automatisch]
Wanneer het ontbreken voortduurt voor de ingestelde
tijd, schakelt de werking over op energiebesparing.
[Automatisch Uit]
Wanneer het ontbreken voortduurt voor de ingestelde
tijd, stopt de werking van de binneneenheid.
Nl-13
EcoVentilator*(voorbeheerder):
Wanneer de ingestelde temperatuur wordt bereikt
tijdens de koelingswerking, werkt de ventilator in fases
en wordt energie bespaard.
Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, schakelt
de weergave over naar elk instellingenscherm. Wan-
neer elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de
weergave terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt
aangeraakt, keert het scherm terug naar het „Hoofd-
menu”-scherm.
3-6-1 Economie
Aan/uit van economisch
(1) Raak [Eco] aan op het „Extra Instellingen”-scherm.
(2) „Eco”-scherm wordt weergegeven. Raak [Aan] of [Uit] op
het „Eco”-scherm aan.
(1) (2)
Terug
Extra Instellingen
Temp.bereik
Temp Auto Terug
Anti-Vorst
Eco
Pagina 1/ 2
Volgende
pg
Eco
Annuleer OK
Aan
Uit
Wanneer u [OK] aanraakt, worden de gegevens overge-
dragen aan de binneneenheid, en vervolgens keert het
display terug naar het „Extra Instellingen”-scherm.
3-6-2 Herstel instel temp. (voor de beheerder)
(1)
Raak [Herstel instel temp.]
aan op het „Extra Instellingen”
-scherm. Wanneer het „Wacht-
woord controle”-scherm wordt
weergegeven, voer dan het
wachtwoord in en raak [OK] aan.
Terug
Extra Instellingen
Temp.bereik
Temp Auto Terug
Anti-Vorst
Eco
Pagina 1/ 2
Volgende
pg
Schakel de Herstel instel temp. in
(2) „Herstel instel temp.”-scherm wordt weergegeven. Raak
[Activeer/Deactiveer] aan op het „Herstel instel temp.”-
scherm.
(3) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan op het „Activeer/Deactiveer”-scherm.
(2) (3)
Activeer/Deactiveer [Deactiveer]
Instelling temp. Auto retour
Annuleer OK
Koelen/Drogen
Verw.
Tijd Terug / Temp. Terug
60min. / 28.0°c
60min. / 23.0°c
Activeer/Deactiveer
Annuleer OK
Activeer
Deactiveer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar „Herstel instel temp.”-scherm.
Stel de terugkeertijd en temperatuur in
(4) Raak [Tijd Terug / Temp. Terug] aan op het „Herstel instel
temp.”-scherm.
(5) „Instellen”-scherm wordt weergegeven. Wanneer [Koelen/
Drogen] of [Verwarmen] op het „Instellen”-scherm wordt
aangeraakt, worden het tijd- en temperatuur instellings-
scherm weergegeven.
(4) (5)
[Activeer]
60min. / 28.0°c
60min. / 23.0°c
Activeer/Deactiveer
Instelling temp. Auto retour
Annuleer OK
Koelen/Drogen
Verw.
Tijd Terug / Temp. Terug
Instelling
Koelen/Drogen
60min. / 28.0°c
Verw. 60min. / 23.0°c
Terug
(6)
Stel de tijd en temperatuur in
door [
] of [ ] aan te raken. De
tijd kan worden ingesteld binnen
een bereik van 10 tot 120 minu
-
ten in stappen van 10 minuten.
Wanneer [OK] wordt aange-
raakt, keert de weergave terug
naar het „Instellen”-scherm.
Koelen/Drogen
Annuleer OK
28.0
60
Tijd TerugTemp. Terug
°Cmin.
(7) Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het display
terug naar het „Herstel instel temp.”-scherm.
Pas de instelling aan
(8) Raak [OK] aan op het „Herstel
instel temp.”-scherm. Nadat in-
stellingwijzigingsscherm wordt
weergegeven, keert het display
terug naar het „Extra Instellin-
gen”-scherm.
[Activeer]
60min. / 28.0°c
60min. / 23.0°c
Activeer/Deactiveer
Instelling temp. Auto retour
Annuleer OK
Koelen/Drogen
Verw.
Tijd Terug / Temp. Terug
3-6-3 Temperatuurinstelling (voor de beheerder)
(1) Raak [Temp.bereik] op het
„Extra Instellingen”-scherm.
Wanneer het „Wachtwoord con-
trole”-scherm wordt weergege-
ven, voer dan het wachtwoord
in en raak [OK] aan.
Terug
Extra Instellingen
Temp.bereik
Temp Auto Terug
Anti-Vorst
Eco
Pagina 1/ 2
Volgende
pg
„Temperatuurinstelling”-scherm wordt weergegeven.
Schakel de Temperatuurinstelling
(2) Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „Temperatuurin-
stelling”-scherm.
(3) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan op het „Activeer/Deactiveer”-scherm.
(2) (3)
18.0°c
10.0°c
18.0°c
30.0°c
30.0°c
30.0°c
Activeer/Deactiveer [Deactiveer]
Temperatuurbereik
Annuleer OK
Limiet Laag Limiet Hoog
Auto
Verw.
Koelen/Drogen
Activeer/Deactiveer
Annuleer OK
Activeer
Deactiveer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het „Temperatuurinstelling”-scherm.
Stel de Limiet Laag - Limiet Hoog in
(4) Raak [Limiet Laag - Limiet Hoog] aan op het „Tempera-
tuurinstelling”-scherm.
(5)
„Instellen”-scherm wordt weergegeven. Raak [Auto], [Koe-
len/Drogen] of [Verwarmen] aan op het „Instellen”-scherm.
(4) (5)
18.0°c
10.0°c
18.0°c
30.0°c
30.0°c
30.0°c
[Activeer]
OK
Activeer/Deactiveer
Temperatuurbereik
Annuleer
Limiet Laag Limiet Hoog
Auto
Verw.
Koelen/Drogen
[18.0°c – 30.0°c]
[18.0°c – 30.0°c]
[10.0°c – 30.0°c]
Auto
Koelen/Drogen
Verw.
Instelling
Terug
Voor een binnenunit die
[(Custom) Auto] in de bedienings
-
modus aangeeft, moet [Koelen/
Drogen] en [Verw.] worden
ingesteld. Deze instelling komt
tot uitdrukking in iedere bedie
-
ningsmodus van [(Custom) Auto],
[Koelen], [Drogen] en [Verw.].
Instelling
Koelen/Drogen
Verw.
Terug
[18.0°c – 30.0°c]
[10.0°c – 30.0°c]
(6) Elk instellingenscherm wordt
weergegeven. Stel de boven-
grens en ondergrens van de
temperatuur in door [ ] of [ ]
aan te raken.
Auto
Annuleer OK
30.0
Limiet Laag Limiet Hoog
°C
18.0
°C
Nl-14
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Instellen”-scherm. Als [Terug] op het „In-
stellen”-scherm wordt aangeraakt, keert het display terug
naar de „Temperatuurinstelling”-scherm.
OPMERKING
De instelbare bovengrenswaarde en ondergrenswaarde
kunnen verschillen afhankelijk van het model binneneen-
heid, de instelling bij de installatie en de plaats waar het
apparaat wordt gebruikt.
Pas de instelling aan
(7) Raak [OK] aan op het „Tempe-
ratuurinstelling”-scherm. Nadat
instellingwijzigingsscherm
wordt weergegeven, keert het
display terug naar het „Extra
Instellingen”-scherm.
18.0°c
18.0°c
26.0°c
30.0°c
24.0°c
30.0°c
OK
[Activeer]Activeer/Deactiveer
Temperatuurbereik
Annuleer
Limiet Laag Limiet Hoog
Auto
Verw.
Koelen/Drogen
3-6-4 Antivries (voor de beheerder)
(1) Raak [Anti-Vorst] aan op het
„Extra Instellingen”-scherm.
Wanneer het „Wachtwoord
controle”-scherm wordt weer-
gegeven, voer dan het wacht-
woord in en raak [OK] aan.
Terug
Extra Instellingen
Temp.bereik
Temp Auto Terug
Anti-Vorst
Eco
Pagina 1/ 2
Volgende
pg
Aan/Uit van de Anti-Vorst
(2) „Anti-Vorst”-scherm wordt
weergegeven. Selecteer [Aan]
of [Uit] op het „Anti-Vorst”-
scherm.
Anti-Vorst
Annuleer OK
Aan
Uit
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, wordt een gegevens-
overdracht uitgevoerd en nadat het instellingwijzigings-
scherm wordt weergegeven, keert het display terug naar
het „Extra Instellingen”-scherm.
3-6-5 Aanwezigheidsdetectie (voor de beheerder)
(1) Raak [Aanwezigheidsdetectie] aan op het „Extra In-
stellingen”-scherm. Wanneer het „Wachtwoord contro-
le”-scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord
in en raak [OK] aan.
(2) „Aanwezigheidsdetectie”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Bewaar Automatisch] of [Automatisch Uit] aan op
het „Aanwezigheidsdetectie”-scherm.
(1) (2)
Terug
Pagina 2/ 2
Extra Instellingen
Aanwezigheidsdetectie
Eco Ventilator
Vorige
pg
Bewaar Automatisch [Deactiveer]
[Deactiveer]Automatisch Uit
Aanwezigheidsdetectie
Terug
Elk instellingenscherm wordt weergegeven.
Instelling van Bewaar Automatisch
(3) Raak [Bewaar Automatisch] op het „Aanwezigheidsde-
tectie”-scherm aan. „Bewaar Automatisch”-scherm wordt
weergegeven. Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het
„Bewaar Automatisch”-scherm.
(4) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan op het „Activeer/Deactiveer”-scherm.
(3) (4)
Bewaar Automatisch
Annuleer OK
Activeer/Deactiveer [Deactiveer]
Afwezigheidsdetectie [In 30 min.]
Vr. 10:00AM
Activeer/Deactiveer
Annuleer OK
Activeer
Deactiveer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Bewaar Automatisch”-scherm.
(5) Raak [Afwezigheidsdetectie] aan op het „Bewaar Auto-
matisch”-scherm.
(6) Het „Afwezigheidsdetectie”-scherm wordt weergegeven.
Stel de tijd in met [
] of [ ]. De tijd kan worden inge-
steld op 15, 30, 45, 60, 90, 120 of 180 min.
(5) (6)
Bewaar Automatisch
Annuleer OK
Activeer/Deactiveer [Deactiveer]
Afwezigheidsdetectie [In 30 min.]
Vr. 10:00AM
Afwezigheidsdetectie
Annuleer OK
In
min.
30
Vr. 10:00AM
OPMERKING
Wanneer de detectietijd hetzelfde is als, of langer is dan
„Automatisch Uit” is ingesteld bij „Bewaar Automatisch”,
dan werkt „Bewaar Automatisch” niet.
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Bewaar Automatisch”-scherm. Wanneer [OK] op
het „Bewaar Automatisch”-scherm wordt aangeraakt, keert
het display terug naar het „Aanwezigheidsdetectie”-scherm.
Instelling van Automatisch Uit
(7) Raak [Automatisch Uit] aan op het „Aanwezigheidsdetec-
tie”-scherm. „Automatisch Uit”-scherm wordt weergegeven. Raak
[Activeer/Deactiveer] aan op het „Automatisch Uit”-scherm.
(8) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan op het „Activeer/Deactiveer”-scherm.
(7) (8)
Automatisch Uit
Annuleer OK
Activeer/Deactiveer [Deactiveer]
Afwezigheidsdetectie [In 24 hr.]
Vr. 10:00AM
Activeer/Deactiveer
Annuleer OK
Activeer
Deactiveer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Automatisch Uit”-scherm.
(9) Raak [Afwezigheidsdetectie] aan op het „Automatisch
Uit”-scherm.
(10) Het „Afwezigheidsdetectie”-scherm wordt weergegeven.
Stel de tijd in met [
] of [ ]. De tijd kan worden inge-
steld op 1 tot 24 uur.
(9) (10)
Automatisch Uit
Annuleer OK
Activeer/Deactiveer [Deactiveer]
Afwezigheidsdetectie [In 24 hr.]
Vr. 10:00AM
Afwezigheidsdetectie
Annuleer OK
In
hr.
24
Vr. 10:00AM
OPMERKING
Wanneer de detectietijd hetzelfde is als, of korter is dan
„Bewaar Automatisch” is ingesteld bij „Automatisch Uit”,
dan werkt „Bewaar Automatisch” niet.
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Automatisch Uit”-scherm. En wanneer [OK] op
het „Automatisch Uit”-scherm wordt aangeraakt, keert het
display terug naar het „Aanwezigheidsdetectie”-scherm.
Nl-15
Wanneer [Terug] op het „Aanwezigheidsdetectie”-scherm
wordt aangeraakt, keert het display terug naar het „Extra
Instellingen”-scherm.
3-6-6 Energiebesparing Ventilator
(Voor beheerder)
(1) Raak [Eco Ventilator] aan op het „Extra Instellin-
gen”-scherm. Wanneer het „Wachtwoord contro-
le”-scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord
in en raak [OK] aan.
(2) „Energiebesparing Ventilator”-scherm wordt weerge-
geven. Raak [Activeer] aan op het „Energiebesparing
Ventilator”-scherm.
(1) (2)
Terug
Pagina 2/ 2
Extra Instellingen
Aanwezigheidsdetectie
Eco Ventilator
Vorige
pg
Energiebesparing Ventilator
Annuleer OK
Activeer
Deactiveer
Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Extra Instellingen”-scherm.
3-7 Zomertijd (Daylight Saving Time) in-
stellen (voor de beheerder)
De tijdweergave en werking van de timer lopen 1 uur voor op
de gebruikelijke tijd.
(1) Raak [Zomertijd] aan op het
„Hoofdmenu”-scherm.
Vorige
pg
Instellen Zomertijd
InitialiserenVoorkeuren
Instellingen
Monitor
Volgende
pg
Pagina 2/ 3
Hoofdmenu
De Instellen Zomertijd in- of uitschakelen
(1) „Instellen Zomertijd”-scherm
wordt weergegeven. Selecteer
[Activeer] of [Deactiveer] op het
„Instellen Zomertijd”-scherm.
Instellen Zomertijd
Annuleer OK
Activeer
Deactiveer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellings-
veranderingsscherm wordt weergegeven, keert het
scherm terug naar „Hoofdmenu”-scherm.
3-8 Voorkeur (voor de beheerder)
Instellingen van het aanraakscherm
(1) Raak [Voorkeuren] aan op het „Hoofdmenu”-scherm.
(2) „Voorkeuren”-scherm wordt weergegeven.
(1) (2)
Vorige
pg
Instellen Zomertijd
InitialiserenVoorkeuren
Instellingen
Monitor
Volgende
pg
Pagina 2/ 3
Hoofdmenu
Terug
Voorkeuren
Calibratie Achtergrond
Contrast
Devolgendeinhoudisingesteld:
Calibratie:
Wanneer de aangeraakte positie en de overeenkomsti-
ge positie niet overeenkomen op het scherm, voer dan
deze instelling uit.
Achtergrond:
Inschakelen/uitschakelen, helderheid en uitschakeltijd
van de achtergrondverlichting kan worden ingesteld.
Contrast:
Pas het contrast van het scherm aan.
Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, schakelt
de weergave over naar elk instellingenscherm. Wan-
neer elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de
weergave terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt
aangeraakt, keert het scherm terug naar het „Hoofd-
menu”-scherm.
3-8-1 Calibratie
(1) Raak [Calibratie] aan op het „Voorkeuren”-scherm.
(2) „Calibratie”-scherm wordt weergegeven. Raak [Start] aan
op het „Calibratie”-scherm.
(1) (2)
Terug
Voorkeuren
Calibratie Achtergrond
Contrast
Calibratie
Annuleer Start
Kalibreer het scherm door het aanraken van
de 3 markeerpunten (+) die weergegeven
zijn op het scherm
Druk op de (Start) knop om de kalibratie te
starten
(3) Raak het midden van de [+]-markering aan.
(4) De [+]-markering wordt linksonder in het scherm weerge-
geven. Raak het midden van deze markering aan.
(3) (4)
Druk op het middenpunt van het markeerpunt
(+)
Druk op het middenpunt van het markeerpunt
(+)
(5) De [+]-markering wordt rechts-
onder in het scherm weerge-
geven. Raak het midden van
deze markering aan.
Druk op het middenpunt van het markeerpunt
(+)
(6) De [+]-markeringen worden nogmaals één voor één
weergegeven op 3 punten in het scherm. Raak het mid-
den van elke markering aan.
Druk nogmaals op de 3 markeerpunten (+)
ter bevestiging
Druk op het middenpunt van het
markeerpunt (+)
Druk nogmaals op de 3 markeerpunten (+)
ter bevestiging
Druk op het middenpunt van het
markeerpunt (+)
Druk nogmaals op de 3 markeerpunten (+)
ter bevestiging
Druk op het middenpunt van het
markeerpunt (+)
(7) Wanneer de kalibratie succesvol was, keert het scherm
terug naar het „Voorkeuren”-scherm.
Als de kalibratie van het aanraakscherm is mislukt
Scherm toont dat kalibratie is
mislukt. Om kalibratie te herha-
len, raakt u [Opnieuw] aan en
herhaal stap (2) tot (6).
Annuleer Opnieuw
Kalibratie is mislukt. Om opnieuw te proberen
druk op de (Opnieuw) toets
Nl-16
3-8-2 Instellen Achtergrond verlichting
(1) Raak [Achtergrond] aan op het
„Voorkeuren”-scherm.
Terug
Voorkeuren
Calibratie Achtergrond
Contrast
Schakel de achtergrondverlichting in of uit
(2) „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm wordt weerge-
geven. Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „Instellen
Achtergrond verlichting”-scherm.
(3) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Selecteer [Activeer] of [Deactiveer].
(2) (3)
Activeer/Deactiveer [Activeer]
[30s]
[2]
Auto uitschakelen
Helderheid
Instellen Achtergrond verlichting
Annuleer OK
Activeer/Deactiveer
Annuleer OK
Activeer
Deactiveer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm.
OPMERKING
Indien ingesteld op „Deactiveer”, is instelling van [Auto
uitschakelen] en [Helderheid] niet nodig.
(Kan niet worden
ingesteld) Ga naar (8).
Stel de tijd in totdat de achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld
(4) Raak [Auto uitschakelen] aan op het „Instellen Achter-
grond verlichting”-scherm.
(5) „Auto uitschakelen”-scherm wordt weergegeven. Selec-
teer [60s] of [30s].
(4) (5)
Activeer/Deactiveer [Activeer]
[30s]
[2]
Auto uitschakelen
Helderheid
Instellen Achtergrond verlichting
Annuleer OK
Auto uitschakelen
Annuleer OK
30s
60s
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm.
Pas de helderheid van de achtergrondverlichting aan
(6) Raak [Helderheid] aan op het „Instellen Achtergrond
verlichting”-scherm.
(7) „Helderheid”-scherm wordt weergegeven. Pas de helder-
heid aan met de [
] of [ ].
(6) (7)
Activeer/Deactiveer [Activeer]
[30s]
[2]
Auto uitschakelen
Helderheid
Instellen Achtergrond verlichting
Annuleer OK
2
3
1
OK
Helderheid
Annuleer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm.
Pas de instelling aan
(8) Nadat de instelling is voltooid,
raakt u [OK] aan op „Instellen
Achtergrond verlichting”-scherm.
Nadat het instellingwijzigings-
scherm is weergegeven, keert
het display terug naar het
„Voorkeuren”-scherm.
Activeer/Deactiveer [Activeer]
[30s]
[2]
Auto uitschakelen
Helderheid
Instellen Achtergrond verlichting
Annuleer OK
3-8-3 Instellen Contrast
(1) Raak [Contrast] aan op het „Voorkeuren”-scherm.
(2) „Instellen Contrast”-scherm wordt weergegeven. Pas het
contrast aan met [
] of [ ].
(1) (2)
Terug
Voorkeuren
Calibratie Achtergrond
Contrast
2
3
4
5
1
Contrast
Annuleer OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellings-
veranderingsscherm wordt weergegeven, keert het
scherm terug naar het „Voorkeuren”-scherm.
3-9 Initialiseren (voor de beheerder)
Voor deze instelling uit bij de installatie. De instelling kan ook
na de installatie wordt gewijzigd.
(1) Raak [Initialiseren] aan op het „Hoofdmenu”-scherm.
(2) Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weer-
gegeven, voert u het wachtwoord (of installatiewacht-
woord) in en raakt u [OK] aan.
(1) (2)
Vorige
pg
Instellen Zomertijd
InitialiserenVoorkeuren
Instellingen
Monitor
Volgende
pg
Pagina 2/ 3
Hoofdmenu
0
CL
5
1
6
2
7
3
8
4
9
Annuleer OK
Wachtwoord controle
Geef wachtwoord
(3) Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt het scherm
„Initialiseren”-scherm weergegeven. Het scherm heeft
3 pagina’s die worden gewisseld door [Volgende pg] of
[Vorige pg] aan te raken.
Terug
Pagina 1/ 3
Initialiseren
Instellen Taal
Datum
Instellen
R.C. Keuze
Groepsnaam
Temperatuur
Toestel
Volgende
pg
Terug
Pagina 2/ 3
Initialiseren
R.C. Sensor
Wachtwoord
Scherm symb.
Instel.
Master
Bediening
Vorige
pg
Volgende
pg
Terug
Vorige
pg
Pagina 3/ 3
Initialiseren
Master/Slave
instelling
Wissel cyclus
Instellen
I.U. Number
Devolgendeinhoudisingesteld.(♦:voorinstallateur)
(*:Itemsdienietdoordebinneneenheidwordenonder-
steund worden niet weergegeven.)
InstellenTaal:
De weergegeven taal wordt gewijzigd. De weer te ge-
ven talen zijn Engels (fabrieksinstelling), Frans, Duits,
Spaans, Pools, Russisch, Italiaans, Grieks, Portugees,
Turks en Nederlands.
DatumInstellen:
Het displayformaat van de datum en tijd worden inge-
steld. Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld, blijven
de datum en tijd gedurende ongeveer 7 dagen actueel
met behulp van de ingebouwde batterij. Wanneer de
stroom gedurende een langere tijd wordt uitgeschakeld,
moeten de datum en tijd gereset worden.
TemperatuurToestel:
De weergegeven temperatuureenheid wordt gewijzigd
naar „°C” of „°F”. Fabrieksinstelling is „°C”. Fabrieksin-
stelling is „°C”.
R.C.KeuzeGroepsnaam:
De groepsnaam van de afstandsbediening kan worden
ingesteld of gewijzigd.
Nl-17
R.C.Sensor*:
Deze instelling gebruikt de sensor van deze eenheid
om de kamertemperatuur te meten. De kamertempera-
tuur kan worden waargenomen op een positie dichter
bij de persoon dan de binneneenheid. Fabrieksinstellin-
gen worden „Niet Actief”.
MasterBediening:♦
Wachtwoord:
Het wachtwoord kan worden ingesteld of gewijzigd. Bo-
vendien, kan verzoek om wachtwoord voor de volgende
instellingsitems worden ingesteld.
Schakeling Aan (3- 4- 1)
Schakeling Uit (3- 4- 2)
Auto Uit Schakeling (3- 4- 3)
Weekprogramma (3- 5)
Herstel instel temp. (3- 6- 2)
Temperatuurinstelling (3- 6- 3)
Antivries* (3- 6- 4)
Aanwezigheidsdetectie* ((3- 6- 5)
Energiebesparing Ventilator* (3- 6- 6)
Initialiseren (3- 9)
Onderhoud (3- 10)
Schermsymb.Instel.:
Weergavevanhetltertekenenkamertemp.kunnen
worden geschakeld tussen zichtbaar en onzichtbaar.
R.C.Master/Slave♦
I.U.Number*♦
WisselcyclusInstellen:
Wanneer meerdere binneneenheden in 1 R.C.Groep
worden aangesloten, stoppen ze om beurten met 1 of 2
tegelijk voor back-up. Fabrieksinstelling is „uitgeschakeld”.
Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, schakelt
de weergave over naar elk instellingenscherm. Wan-
neer elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de
weergave terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt
aangeraakt, keert het scherm terug naar het „Hoofd-
menu”-scherm.
3-9-1 Instellen Taal
(1) Raak [Instellen Taal] aan op
het „Initialiseren”-scherm.
„Instellen Taal”-scherm wordt
weergegeven.
Terug
Pagina 1/ 3
Initialiseren
Instellen Taal
Datum
Instellen
R.C. Keuze
Groepsnaam
Temperatuur
Toestel
Volgende
pg
(2) Dit scherm bevat 2 pagina’s die worden gewisseld door
[Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. Raak de taal
die u wilt gebruiken aan.
Deutsch
Español
Français
Język
polski
Instellen Taal
Pagina 1/ 2
Annuleer
OK
Volgende
pg
English
Русский
Instellen Taal
Pagina 2/ 2
Annuleer
OK
Vorige
pg
Português
Türkçe
Italiano Ελληνικά
Dutch
(3) Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellings-
veranderingsscherm wordt weergegeven, keert het
scherm terug naar „Initialiseren”-scherm.
3-9-2 Datum Instellen
(1) Raak [Datum Instellen] aan op
het „Initialiseren”-scherm. „Da-
tum Instellen”-scherm wordt
weergegeven.
Terug
Pagina 1/ 3
Initialiseren
Instellen Taal
Datum
Instellen
R.C. Keuze
Groepsnaam
Temperatuur
Toestel
Volgende
pg
Stel de datum en tijd in
(2) Raak [Datum en Tijd Instellen] aan op het „Datum In-
stellen”-scherm. „Datum en Tijd Instellen”-scherm wordt
weergegeven.
(3) Raak [Datum] aan op het „Datum en Tijd Instel-
len”-scherm. „Datum”-scherm wordt weergegeven.
(2) (3)
Datum Instellen
Datum en Tijd Instellen
Display Weergave
Terug
Datum en Tijd Instellen
Datum
01/ 01/2017
Tijd
12:00 AM
Zo. 12:00AM
Annuleer OK
Datum Weergave Dag/Maand/Jaar
Tijd Weergave 12:00-11:59AM/PM
Instellen Zomertijd Deactiveer
(4) Stel de Datum in door
[ ]
of
[ ]
aan te raken.
Wanneer de [OK] wordt aan-
geraakt, keert de weergave
terug naar het „Datum en Tijd
Instellen”-scherm.
2017
0101
Zo. 12:00AM
Datum
Annuleer OK
JaarMaandDag
OPMERKING
Formaat van het instellingenscherm komt overeen met de
voorkeur van de „Display instelling”.
(5) Raak [Tijd] aan op het „Datum en Tijd Instellen”-scherm.
(6) „Tijd”-scherm wordt weergegeven. Stel de tijd in met [ ]
of [ ].
(5) (6)
Datum en Tijd Instellen
Datum
01/ 01/2017
Tijd
12:00 AM
Zo. 12:00AM
Annuleer OK
Datum Weergave Dag/Maand/Jaar
Tijd Weergave 12:00-11:59AM/PM
Instellen Zomertijd Deactiveer
12 00
Zo. 12:00AM
Tijd
Annuleer OK
Uur
AM
min.
Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Datum en Tijd Instellen”-scherm.
OPMERKING
Formaat van het instellingenscherm komt overeen met de
voorkeur van de „Display instelling”.
(7) Wanneer de [OK] van de „Datum en Tijd Instel-
len”-scherm wordt aangeraakt, nadat een instellingver-
anderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm
terug naar het „Datum Instellen”-scherm.
Stel het Display instelling van de datum en tijd in
(8) Raak [Display instelling] aan op het „Datum Instel-
len”-scherm.
(9) „Display instelling”-scherm wordt weergegeven. Raak
[Datum Weergave] aan.
(8) (9)
Datum Instellen
Datum en Tijd Instellen
Display Weergave
Terug
Display Weergave
Annuleer OK
Vr. 10:00AM
Datum Weergave
Tijd Weergave
Dag/Maand/Jaar
12:00–11:59AM/PM
(10) „Datum Weergave”-scherm wordt weergegeven. Selec-
teer het gewenste formaat.
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellings-
veranderingsscherm wordt weergegeven, keert het
scherm terug naar het „Display instelling”-scherm.
Nl-18
(11) Raak [Tijd Formaat] aan op het „Display instel-
ling”-scherm.
(10) (11)
Maand/Dag/Jaar
Jaar/Maand/Dag
Datum Weergave
Annuleer OK
Dag/Maand/Jaar
Vr. 10:00AM
Display Weergave
Annuleer OK
Vr. 10:00AM
Datum Weergave
Tijd Weergave
Dag/Maand/Jaar
12:00–11:59AM/PM
(12) „Tijd Formaat”-scherm wordt
weergegeven. Selecteer het
gewenste formaat.
Wanneer [OK] wordt aan-
geraakt, keert de weergave
terug naar het „Display instel-
ling”-scherm.
00:00–11:59 AM/PM
00:00–23:59
Tijd Weergave
Annuleer OK
12:00–11:59 AM/PM
Vr. 10:00AM
(13) Wanneer de [OK]-toets op het „Display instelling”-scherm
wordt aangeraakt, nadat een instellingwijzigingsscherm
wordt weergegeven, keert de weergave terug naar het
„Datum Instellen”-scherm.
Sluit de datuminstelling af
(14) Wanneer [Terug] op het „Datum
Instellen”-scherm wordt aan-
geraakt, keert het display terug
naar het „Initialiseren”-scherm.
Datum Instellen
Datum en Tijd Instellen
Display Weergave
Terug
3-9-3 Temperatuur Eenheid
(1) Raak [Temperatuur] aan op het „Initialiseren”-scherm.
(2) „Temperatuur Eenheid”-scherm wordt weergegeven.
Selecteer [°C] of [°F]. (Fabrieksinstelling is „°C”.)
(1) (2)
Terug
Pagina 1/ 3
Initialiseren
Instellen Taal
Datum
Instellen
R.C. Keuze
Groepsnaam
Temperatuur
Toestel
Volgende
pg
°C
°C
°F
°F
Temperatuur Toestel
Annuleer OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellings-
veranderingsscherm wordt weergegeven, keert het
scherm terug naar „Initialiseren”-scherm.
3-9-4 R.C. Groep Naam
(1) Raak [R.C. Groep Naam] aan
op het „Initialiseren”-scherm.
„R.C. Groep Naam”-scherm
wordt weergegeven.
Terug
Pagina 1/ 3
Initialiseren
Instellen Taal
Datum
Instellen
R.C. Keuze
Groepsnaam
Temperatuur
Toestel
Volgende
pg
Beschrijving van het scherm
(a)
(b)
(c)
(d)
(e)
(f)
(a) Invoergebied:
Wanneer u meer dan 12 tekens invoert, wordt aan het
rechteruiteinde „Over” weergegeven.
(b) Tekentoetsen:
Raak dezelfde toets aan totdat het te gebruiken teken
wordt weergegeven.
(c) ToetsvoorStsndaard:
[Verdieping, Berging, Kantoor, Vergader, Receptie, Ka-
mer, Kamer nummer, Voorzijde, Zijkant, Entrée, Uitgang,
Oost, West, Zuid, Noord, Raam] wordt geregistreerd.
Raak de [Stsndaard]-toets aan totdat de te gebruiken zin
wordt weergegeven.
(d) Spatie-toets
(e) Backspace-toets
(f) Cursortoetsen
Wijzig de R.C. Groepsnaam
(2) Raak iedere toets aan en voer de naam in. Wanneer [OK]
wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderings-
scherm wordt weergegeven, keert het scherm terug naar
„Initialiseren”-scherm.
3-9-5 R.C. Sensorinstelling
(1) Stel de [R.C. Sensor] in op het „Initialiseren”-scherm.
(2) „R.C. Sensor”-scherm wordt weergegeven. Raak [Actief]
aan.
(1) (2)
Terug
Pagina 2/ 3
Initialiseren
R.C. Sensor
Wachtwoord
Scherm symb.
Instel.
Master
Bediening
Vorige
pg
Volgende
pg
R.C. Sensor
Annuleer OK
Actief
Niet Actief
Wanneer [OK] wordt aangeraakt nadat de gegevens zijn
overgedragen aan de binneneenheid, keert de display
terug naar het „Initialiseren”-scherm..
3-9-6 Instellen wachtwoord
(1) Raak [Wachtwoord] aan op het
„Initialiseren”-scherm.
Terug
Pagina 2/ 3
Initialiseren
R.C. Sensor
Wachtwoord
Scherm symb.
Instel.
Master
Bediening
Vorige
pg
Volgende
pg
Wijzig het wachtwoord
(2) „Instellen wachtwoord”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Wijzig wachtwoord] aan.
(3) „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven. Voer
het huidige wachtwoord in en raak [OK] aan.
(2) (3)
Instellen wachtwoord
Verander Wachtwoord
Instelling Aanpassen
Terug
0
CL
5
1
6
2
7
3
8
4
9
Annuleer OK
Wachtwoord controle
Geef wachtwoord
OPMERKING
Het standaard wachtwoord is „0000” (4 cijfers).
Nl-19
(4) Als het ingevoerde wacht-
woord juist is, wordt het „Wijzig
wachtwoord”-scherm weerge-
geven.
0
CL
5
1
6
2
7
3
8
4
9
Annuleer OK
Verander Wachtwoord
Geef nieuw wachtwoord
Wanneer het nieuwe wachtwoord is ingevoerd en [OK]
wordt aangeraakt, nadat het instellingwijzigingsscherm
wordt weergegeven, keert de weergave terug naar het
„Instellen wachtwoord”-scherm.
Verzoek om wachtwoord van het instel item Aan/uit is
ingesteld.
(5) Raak [Verander instelling]
aan op het „Instellen wacht-
woord”-scherm.
Instellen wachtwoord
Verander Wachtwoord
Instelling Aanpassen
Terug
„Verander instelling”-scherm wordt weergegeven. Het
scherm heeft 3 of 4 pagina’s die worden gewisseld door
[Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken.
Aan Schakeling [Uit]
[Uit]
[Aan]
Uit Schakeling
Auto Uit Schakeling
Instelling Aanpassen
Pagina 1/ 4
Annuleer OK
Volgende
pg
Weekprogramma [Aan]
[Aan]
[Aan]
Temp Auto Terug
Temperatuurbereik
Instelling Aanpassen
Pagina 2/ 4
Annuleer OK
Volgende
pg
Vorige
pg
Anti-Vorst [Aan]
[Aan]
[Aan]
Aanwezigheidsdetectie
Eco Ventilator
Instelling Aanpassen
Pagina 3/ 4
Annuleer OK
Volgende
pg
Vorige
pg
Initialiseren [Aan]
Instelling Aanpassen
Pagina 4/ 4
Annuleer OK
[Aan]
Onderhoud
Vorige
pg
OPMERKING
Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund
worden niet weergegeven.
(6) Wanneer in te stellen of te wissen wachtwoordverzoek
item wordt aangeraakt, wordt elk instellingenscherm
weergegeven.
(7) Raak [Aan] of [Uit] aan.
(Voorbeeld van „Schakeling
Aan”-scherm)
Wanneer [OK] wordt aange-
raakt, keert de weergave terug
naar het „Verander instel-
ling”-scherm.
Aan Schakeling
Annuleer OK
Aan
Uit
Pas de instelling aan
(8) Nadat de instelling is voltooid,
raakt u [OK] aan op het „Veran-
der instelling”-scherm.
(Voorbeeldpagina 1/4)
Aan Schakeling [Uit]
[Uit]
[Aan]
Uit Schakeling
Auto Uit Schakeling
Instelling Aanpassen
Pagina 1/ 4
Annuleer OK
Volgende
pg
Nadat het instellingwijzigingsscherm is weergegeven,
keer de weergave terug naar het „Instellen wacht-
woord”-scherm.
(9) Wanneer [Terug] op het „In-
stellen wachtwoord”-scherm
wordt aangeraakt, keert het
display terug naar het „Initiali-
seren”-scherm.
Instellen wachtwoord
Verander Wachtwoord
Instelling Aanpassen
Terug
3-9-7 Scherm symb. Instel.
(1) Raak [Scherm symb. In-
stel.] aan op het „Initialise-
ren”-scherm.
Terug
Pagina 2/ 3
Initialiseren
R.C. Sensor
Wachtwoord
Scherm symb.
Instel.
Master
Bediening
Vorige
pg
Volgende
pg
Filterteken zichtbaar/niet zichtbaar
(2) „Scherm symb. Instel.”-scherm wordt weergegeven. Raak
[Filter alarm] aan op het „Scherm symb. Instel.”-scherm.
(3) „Filter alarm”-scherm wordt weergegeven. Raak [Zicht-
baar] of [Niet Zichtbaar] aan.
(2) (3)
Filter indicatie [Zichtbaar]
Scherm symb. Instel.
Annuleer OK
Ruimte Temp.[Niet Zichtbaar]
Filter indicatie
Annuleer OK
Zichtbaar
Niet Zichtbaar
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Scherm symb. Instel.”-scherm.
Kamertemp. zichtbaar/niet zichtbaar
(4) Raak [RuimteTemp.] aan op het „Scherm symb. In-
stel.”-scherm.
(5) „RuimteTemp.”-scherm wordt weergegeven. Selecteer
[Zichtbaar] of [Niet Zichtbaar].
(4) (5)
Filter indicatie [Zichtbaar]
Scherm symb. Instel.
Annuleer OK
Ruimte Temp.[Niet Zichtbaar]
Ruimte Temp.
Annuleer OK
Zichtbaar
Niet Zichtbaar
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Scherm symb. Instel.”-scherm.
OPMERKING
De weergegeven kamertemperatuur is de temperatuur die
bij benadering rond deze afstandsbediening wordt geme-
ten, en kan afwijken van de werkelijke kamertemperatuur.
Het wordt ook beïnvloed door de installatieomgeving van
de afstandsbediening.
Pas de instelling aan
(6) Wanneer de instelling voltooid
is, raak dan [OK] aan op het
„Scherm symb. Instel.”-scherm.
Nadat het instellingwijzigings-
scherm is weergegeven, keert
het display terug naar het
„Initialiseren”-scherm.
Filter indicatie [Zichtbaar]
Scherm symb. Instel.
Annuleer OK
Ruimte Temp. [Zichtbaar]
Nl-20
3-9-8 Wissel cyclus Instellen
OPGELET
Dit is een eenvoudige functie om de vaste kamertemperatuur te
handhaven met meerdere binneneenheden. Als u een nauwkeurige
temperatuurregeling nodig hebt, zoals voor het onderhoud van een
serverruimte, neem dan andere passende maatregelen. Zelfs als
informatie-apparatuur of gegevens beschadigd raken door het gebruik
van deze functie, vergoeden wij dat niet.
Bij het inschakelen van de wissel cyclus instellen stoppen
de binneneenheden in de RC-groep om beurten met 1 of 2
tegelijk.
OPMERKINGEN
Zorg ervoor dat de binneneenheden om middernacht
(12:00AM)opdestroomvoorzieningzijnaangesloten.
De binneneenheden schakelen de werking/stop op dit
moment.
Schakel de menselijke sensor uit bij gebruik van de
wissel cyclus instellensfunctie. Als het is ingeschakeld,
kunnen de airconditioners bij afwezigheid stoppen en
kan de kamertemperatuur stijgen. (Zie [3-6-5 Menselijke
sensorinstelling]".)
[Controle voor de instelling]
Voorbereiding voor wissel cyclus instellen
Zorg ervoor dat u aan alle volgende voorwaarden voldoet.
Anders verschijnt [Wissel cyclus Instellen] niet op het display
van de afstandsbediening.
Voorwaarde Referentie voor instelling
Sluit 2 of meer binneneenhe-
den aan.
Raadpleeg bevoegd onder-
houdspersoneel.
Sluit geen andere afstands-
bediening of converter aan.
Raadpleeg bevoegd onder-
houdspersoneel.
Deze eenheid instelling op de
eerste afstandsbediening.
Raadpleeg bevoegd onder-
houdspersoneel.
Activeer de automatische
herstartfunctie van de binnen-
eenheid.
Raadpleeg de gebruiksaanwij-
zing van de binneneenheid.
Activeer de afstandsbedie-
ningssensor.
Zie „3-9-5 RC Sensorinstelling”.
Bij het inschakelen van de werking met wissel cyclus instellen
worden de volgende functies of instellingen gedeactiveerd.
- Timerinstellingen
- Herstel instel temp,
Instellingsprocedure
(1) Raak [Wissel cyclus Instel-
len] aan op het „Initialise-
ren”-scherm. Het scherm
„Wissel cyclus Instellen” wordt
weergegeven.
Terug
Vorige
pg
Pagina 3/ 3
Initialiseren
Master/Slave
instelling
Wissel cyclus
Instellen
I.U. Number
(2) Het scherm heeft 2 pagina’s die worden gewisseld door
[Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken.
Activeer/Deactiveer [Activeer]
[7 Dag]
[10 minuut]
Cyclus
Tijd wissel cyclus
Wissel cyclus Instellen
Pagina 1/ 2
Volgende
pg
Terug
Backup unit
s[
2/16]
[Activeer]Uitstel tijd
Wissel cyclus Instellen
Pagina 2/ 2
Terug
Vorige
pg
Cyclusinstelling
(3) Raak [Cyclus] aan op het „wissel cyclus instellen”-scherm.
(4) „Cyclus” scherm wordt getoond. Stel de termijn in door
[
] of [ ] aan te raken. U kunt de termijn instellen op
„TEST” of van 1 dag tot 7 dagen in stappen van 1 dag.
(3) (4)
Activeer/Deactiveer [Activeer]
[7 Dag]
[10 minuut]
Cyclus
Tijd wissel cyclus
Wissel cyclus Instellen
Pagina 1/ 2
Volgende
pg
Terug
7
Cyclus
Annuleer OK
Dag
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, schakelt het display over
naar het scherm „wissel cyclus instellen”.
OPMERKINGEN
Telkens wanneer de ingestelde termijn verstrijkt, schake-
len de binneneenheden over op de werking/stop volgens
de wissel cyclus instellensinstelling.
Wanneer u „TEST” instelt en de wissel cyclus instellen
inschakelt, schakelen de binneneenheden de werking/
stoptelkenswanneeruopdetoets[On/O]drukt.
Overlappingstijd instellen
(5) Raak [Tijd wissel cyclus] in op het scherm „wissel cyclus
instellen”.
(6) Het scherm „Tijd wissel cyclus” wordt weergegeven. Stel
de overlappingstijd in door [
] of [ ] aan te raken. De
overlappingstijd kan worden ingesteld op „Geen” of van
10 minuten tot 30 minuten in stappen van 10 minuten.
Als u „Geen” selecteert, heeft de wissel cyclus instellen
geen overlappingstijd.
(5) (6)
Activeer/Deactiveer [Activeer]
[7 Dag]
[10 minuut]
Cyclus
Tijd wissel cyclus
Wissel cyclus Instellen
Pagina 1/ 2
Volgende
pg
Terug
10
Tijd wissel cyclus
Annuleer OK
minuut
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het monitormodusscherm.
Instelling back-upeenheden
Selecteer het aantal binneneenheden dat gelijktijdig stopt.
De huidige instelling wordt getoond aan de rechterkant van
[Backup Units].
De noemer is het aantal aangesloten binneneenheden en de
teller is het aantal binneneenheden dat gelijktijdig gestopt is.
(7) Raak [Backup Units] aan op het „wissel cyclus instel-
len”-scherm.
(8) „Backup Units”-scherm wordt weergegeven. Raak [2
Units] of [1 Unit] aan.
OPMERKING
Indien 2 binneneenheden zijn aangesloten, is de instelling
vastgezet op "1 eenheid".
(7) (8)
Backup unit
s[
2/16]
[Activeer]Uitstel tijd
Wissel cyclus Instellen
Pagina 2/ 2
Terug
Vorige
pg
Backup units
Annuleer OK
2 units
1 unit
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, schakelt het display over
naar het scherm „wissel cyclus instellen”.
Nl-21
Instelling vertraging
Als de kamertemperatuur hoog blijft na het starten van de
werking met wissel cyclus instellen, zal de gestopte binnen-
eenheid de werking starten.
Tijdens de vertragingsfunctie, knippert
op het display van
de afstandsbediening.
Wanneer de kamertemperatuur de ingestelde temperatuur
nadert, wordt de Uitsteltijd beëindigd.
(9) Raak [Uitstel tijd] aan op het „wissel cyclus instel-
len”-scherm.
(10) „Uitstel tijd”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer]
of [Deactiveer] aan.
(9) (10)
Backup unit
s[
2/16]
[Activeer]Uitstel tijd
Wissel cyclus Instellen
Pagina 2/ 2
Terug
Vorige
pg
Uitstel tijd
Annuleer OK
Activeer
Deact.
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, schakelt het display over
naar het scherm „wissel cyclus instellen”.
Activeren/deactiveren wissel cyclus instellen
(11) Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „wissel cyclus
instellen”-scherm.
(12) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] of [Deactiveer] aan.
(11) (12)
Activeer/Deactiveer [Activeer]
[7 Dag]
[10 minuut]
Cyclus
Tijd wissel cyclus
Wissel cyclus Instellen
Pagina 1/ 2
Volgende
pg
Terug
Activeer/Deactiveer
Annuleer OK
Activeer
Deact.
Wanneer u [OK] aanraakt, wordt de werking van de wissel
cyclus instellen gestart of gestopt. Het display schakelt over
naar het scherm „wissel cyclus instellen”.
Als u de werking met Wissel Cyclus inschakelt terwijl de
airconditioners stilstaan, starten zij de werking na de instelling
met Wissel Cyclus Instellen.
Als u de werking met Wissel Cyclus uitschakelt, behoudt elke
binneneenheid de huidige bedrijfs-/stopstatus.
Verlaat de Wissel Cyclus Instellen
Raak [Terug] aan om de instelling voor
Wissel Cyclus Instellen te verlaten.
Als de Wissel Cyclus Instellen is in-
geschakeld, gaat het scherm naar het
scherm voor de monitormodus. Als
het is uitgeschakeld, gaat het scherm
naar het scherm „Initialiseren”.
Activeer/Deactiveer [Activeer]
[7 Dag]
[10 minuut]
Cyclus
Tijd wissel cyclus
Wissel cyclus Instellen
Pagina 1/ 2
Volgende
pg
Terug
3-10 Onderhoud (voor beheerder)
Vericatie,bedieningeninstellingvoorbeheerdersinformatie
wordt uitgevoerd.
(1) Raak [Onderhoud] aan op het „Hoofdmenu”-scherm.
(2) Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weer-
gegeven, voert u het wachtwoord (of installatiewacht-
woord) in en raakt u [OK] aan.
(1) (2)
Onderhoud
Vorige
pg
Monitor
Pagina 3/ 3
Hoofdmenu
0
CL
5
1
6
2
7
3
8
4
9
Annuleer OK
Wachtwoord controle
Geef wachtwoord
(3) Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt het „Onder-
houd”-scherm weergegeven. Het scherm heeft 3 pagina’s
die worden gewisseld door [Volgende pg] of [Vorige pg]
aan te raken.
Terug
Pagina 1/ 3
Onderhoud
Fout HistorieInstellingen
VersieReset Filter
Volgende
pg
Terug
Pagina 2/ 3
Onderhoud
Test Run R.C. adres
Functie
Instelling
Adres Binnendeel
Volgende
pg
Vorige
pg
Terug
Vorige
pg
Pagina 3/ 3
Onderhoud
Initializeren
Wijzig wachtwoord
Installateur
Toon waarden
Vericatie,bedieningeninstellingvandevolgendein-
houdwordtuitgevoerd.(♦:voorinstallateur)
(*:Itemsdienietdoordebinneneenheidwordenonder-
steund worden niet weergegeven.)
FoutHistorie:
Defoutgeschiedeniskanwordengeverieerd/gewist.
Instellingen:
Destatusvanelkeinstellingkanwordengeverieerd
als een lijst.
ResetFilter*:
Nadathetltervandebinneneenheidisgereinigd,kan
hetltertekenwordengereset.
Versie:
Het softwareversienr. van deze eenheid kan worden
geverieerd.
TestRun♦
R.C.adres♦
I.Uadrestest♦
FunctieInstelling♦
Toonwaarden♦
WijzigwachtwoordInstallateur♦
Initializeren♦
Wanneer [Terug] wordt aangeraakt bij een andere
instelling dan initialisatie, keert de weergave terug naar
het „Hoofdmenu”-scherm. Wanneer de initialisatie wordt
uitgevoerd, wordt het instellingsscherm bij het initiële
opstarten weergegeven.
3-10-1 Fout Historie
(1) Raak [Fout Historie] aan op het
„Onderhoud”-scherm.
Terug
Pagina 1/ 3
Onderhoud
Fout HistorieInstellingen
VersieReset Filter
Volgende
pg
(2) „Fout Historie”-scherm wordt weergegeven. Wanneer het
scherm meerdere pagina’s bevat, kunnen deze worden
geschakeld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te
raken.
11:00
2:53
8:53
11:00
11:00
11:00
1
2017/ 8/ 1002-01 141
2
2017/ 7/30 002-02 143
3
2017/ 7/25 002-02 143
4
2017/ 7/22 002-01 141
5
2017/ 7/22 002-01 141
6
2017/ 7/21 002-01 141
Pagina 1/ 2
Fout Historie
Nr.Datum TijdAdres Code
Terug
Wis alles
AM
AM
AM
AM
AM
AM
Volgende
pg
11:00
2:53
8:53
11:00
11:00
7
2017/ 7/ 1002-01 141
8
2017/ 7/10 002-02 143
9
2017/ 7/ 5002-02 143
10
2017/ 7/ 2002-01 141
11
2017/ 7/ 2002-01 141
Pagina 2/ 2
AM
AM
AM
AM
AM
Fout Historie
Nr.Datum TijdAdres Code
Terug
Wis alles
Vorige
pg
(3) Wanneer[Terug]navericatiewordtaangeraakt,keert
de weergave terug naar het „Onderhoud”-scherm.
Nl-22
Wis de foutgeschiedenis
(1) Raak [Wis alles] aan op het „Fout Historie”-scherm.
(2) Eenvericatieschermwordtweergegeven.Wanneer[Ja]
wordt aangeraakt nadat de geschiedenis is gewist, keert
de weergave terug naar het „Fout Historie”-scherm.
(1) (2)
11:00
2:53
8:53
11:00
11:00
11:00
1
2017/ 8/ 1002-01 141
2
2017/ 7/30 002-02 143
3
2017/ 7/25 002-02 143
4
2017/ 7/22 002-01 141
5
2017/ 7/22 002-01 141
6
2017/ 7/21 002-01 141
Pagina 1/ 2
Fout Historie
Nr.Datum TijdAdres Code
Terug
Wis alles
AM
AM
AM
AM
AM
AM
Volgende
pg
Verwijder het foutmeldingen overzicht. Ok?
Fout Historie
Nee Ja
3-10-2 Instellingen
(1) Raak [Instellingen] aan op het
„Onderhoud”-scherm.
Terug
Pagina 1/ 3
Onderhoud
Fout HistorieInstellingen
VersieReset Filter
Volgende
pg
(2) „Instellingen”-scherm wordt weergegeven. Het scherm
heeft 5 pagina’s die worden gewisseld door [Volgende
pg] of [Vorige pg] aan te raken.
(Items die niet door de binneneenheid worden onder-
steund, worden niet weergegeven.)
Aan Schakeling
– Werking Start Tijd
Uit Schakeling
– Werking Stop Tijd
Auto Uit Schakeling
– Werking Stop Tijd
– Tijds bereik
[Deactiveer]
[0.5hr.]
[Deactiveer]
[0.5hr.]
[Deactiveer]
[30min.]
[ – ]
Terug
Pagina 1/ 5
Instellingen
Volgende
pg
Weekprogramma
STemp Auto Terug
– Koelen/Drogen
– Verw.
[Deactiveer]
[Deactiveer]
[60min. / 28.0°c]
[60min. / 23.0°c]
Terug
Pagina 2/ 5
Instellingen
Volgende
pg
Vorige
pg
Temperatuurbereik
– Auto
– Koelen/Drogen
– Verw.
Datum Weergave
Tijd Weergave
[Deactiveer]
[18.0°c – 30.0°c]
[18.0°c – 30.0°c]
[10.0°c – 30.0°c]
[Dag/Maand/Jaar]
[12:00–11:59
AM/PM
]
Terug
Pagina 3/ 5
Instellingen
Volgende
pg
Vorige
pg
Instellen Zomertijd
Temperatuur Toestel
R.C. Sensor
Scherm symb. Instel.
– Filter indicatie
– Ruimte Temp.
[Deactiveer]
[°C]
[Niet Actief]
[Zichtbaar]
[Niet Zichtbaar]
Terug
Pagina 4/ 5
Instellingen
Volgende
pg
Vorige
pg
Master/Slave instelling
Achtergrondverlichting
– Auto uitschakelen
– Helderheid
Contrast
[Master]
[Activeer]
[30s]
[2]
[3]
Terug
Pagina 5/ 5
Instellingen
Vorige
pg
Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het display
terug naar het „Onderhoud”-scherm.
3-10-3 Reset Filter Alarm
(1) Raak [Reset Filter] aan op het „Onderhoud”-scherm.
Nadat het gegevensoverdrachtscherm wordt weergege-
ven, wordt het „Reset Filter Alarm”-scherm weergegeven.
(2) Wanneer[OK]wordtaangeraakt,schakelthetlterteken
van de binneneenheid uit en keert de weergave terug
naar het „Onderhoud”-scherm.
(1) (2)
Terug
Pagina 1/ 3
Onderhoud
Fout HistorieInstellingen
VersieReset Filter
Volgende
pg
Annuleer OK
Reset Filter Alarm
Het filter alarm wordt gereset. OK?
3-10-4 Versie
(1) Raak [Versie] aan op het „Onderhoud”-scherm.
(2) „Versie”-scherm wordt weergegeven.
Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het display
terug naar het „Onderhoud”-scherm.
(1) (2)
Terug
Pagina 1/ 3
Onderhoud
Fout HistorieInstellingen
VersieReset Filter
Volgende
pg
E000V00P00L00
Versie
Terug
3-10-5 Toon waarden
(1) Raak [Toon waarden] aan op
het „Onderhoud”-scherm.
Terug
Vorige
pg
Pagina 3/ 3
Onderhoud
Initializeren
Wijzig wachtwoord
Installateur
Toon waarden
(2) „Eenheidselectie”-scherm
wordt weergegeven.
Selecteer de airconditioner
die u wilt bewaken. Als er 4
of meer airconditioners zijn
geregistreerd, heeft dit scherm
meerdere pagina's. Om naar
een andere pagina te gaan,
raakt u [Volgende pg] of [Vorige
pg] aan.
1 200–1 01–01
/
2 200–2 01–02
/
3 200–3 01–03
/
/
Terug
Volgende
pg
Pagina 1/ 2
Unit selectie
Nr.Systeem–Toestel Ref.–In.
OPMERKING
Sommige binneneenheden ondersteunen deze functie niet.
Als u een dergelijke binneneenheid aanraakt, verschijnt
de melding „Geen functie”. Raak [Sluiten] aan om terug te
keren naar het scherm „Eenheidselectie”.
(3) Selecteer de categorie die u wilt bewaken.
(4) Als u [Sensor ID] selecteert, voert u op het volgende
scherm de ID van het bewaakte item in.
(3) (4)
Terug
Geavanceerde selectie
Buiten unit
Sensor IDBedieningstijd
Binnen unit
0
CL
5
1
6
2
7
3
8
4
9
00
001
1
Annuleer OK
Sensor ID
Informatie over de
geselecteerde categorie wordt
weergegeven. Wanneer het
scherm meerdere pagina’s
bevat, kunnen deze worden
geschakeld door [Volgende pg]
of [Vorige pg] aan te raken.
Zuiggastemp.
[18.0 ]
[18.0 ]
Ruimtetemp.
[18.0 ]
Inlaattemp. warmtewisselaar
[18.0 ]
Middentemp. warmtewisselaar
[18.0 ]
Uitblaastemp. warmtewisselaar
[18.0 ]
Persgas temperatuur
Pagina 1/ 3
Binnen unit
Item [Waarde]
Einde
Volgende
pg
Wanneer [Einde] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Geavanceerde selectie”-scherm.
Nl-23
4 BEDIENINGSTIPS
4-1
Selecteerbare modi (voor VRF-systeem)
Er zijn beperkingen met betrekking tot de selecteerbare modi,
afhankelijkvandesysteemconguratieenwerkingsstatus.
4-1-1 Warmtewinningssysteem
(a) Wanneer één binneneenheid is aangesloten op een RB-
unit Kunnen alle modi worden geselecteerd.
(b) Wanneer een master-binneneenheid is ingesteld in
een RB-groep, kan alleen de geselecteerde in de mas-
ter-binneneenheid(*1)wordengebruikt.(*1:„Ventilatie”
kan niet worden geselecteerd bij de binneneenheid met
inbegrip van de master-binneneenheid.)
(c) Wanneer een master-binneneenheid niet is ingesteld in
de RB-groep, raadpleeg de onderstaande tabel.
Status
Selecteerbaar
Niet selecteerbaar
Andere binneneenheid is in
koelingswerking.
Koelen,
Drogen
Auto of Custom Auto,
Verwarmen, Ventilatie
Andere binneneenheid is in
ontvochtigingswerking.
Koelen,
Drogen
Auto of Custom Auto,
Verwarmen, Ventilatie
Andere binneneenheid is in
verwarmingswerking.
Verwarmen Auto of Custom Auto,
Koelen, Drogen, Venti-
latie
Andere binneneenheid is in
antivrieswerking.
Verwarmen Auto of Custom Auto,
Koelen, Drogen, Venti-
latie
4-1-2 Wanneer binneneenheden zijn aangesloten
voor alleen koelen in warmtewinningssysteem
(a) Raadpleegdevolgendetabel:
Status Selecteerbaar Niet selec-
teerbaar
Te allen tijde
Auto of Custom Auto,
Koelen, Drogen, Venti-
latie
Verwar-
men
4-1-3
RB-prioriteitsaansluiting in warmtewinningssysteem
(a) Voor binneneenheden of RB-groepen door RB-prioriteit-
saansluiting,raadpleegdevolgendetabel:
Status
Selecteerbaar
Niet selecteerbaar
Koelingsprioriteit wordt inge-
steld door externe input.
Koelen,
Drogen
Auto of Custom Auto,
Verwarmen, Ventilatie
Verwarmingsprioriteit wordt
ingesteld door externe input.
Verwarmen Auto of Custom Auto,
Koelen, Drogen, Venti-
latie
4-1-4 Warmtepompsysteem
(a) Raadpleegdevolgendetabel:
Status
Selecteerbaar
Niet selecteerbaar
Andere binneneenheid is in
koelingswerking.
Koelen,
Drogen
Auto of Custom Auto,
Verwarmen, Ventilatie
Andere binneneenheid is in
ontvochtigingswerking.
Koelen,
Drogen
Auto of Custom Auto,
Verwarmen, Ventilatie
Andere binneneenheid is in
verwarmingswerking.
Verwarmen Auto of Custom Auto,
Koelen, Drogen, Venti-
latie
Andere binneneenheid is in
antivrieswerking.
Verwarmen Auto of Custom Auto,
Koelen, Drogen, Venti-
latie
(b) Wanneer een master-binneneenheid is ingesteld in een
koelsysteem, kan alleen de geselecteerde in de mas-
ter-binneneenheid(*2)wordengebruikt.(*2:„Ventilatie”
kan niet worden geselecteerd bij de binneneenheid met
inbegrip van de master-binneneenheid.)
4-1-5 Buiteneenheid prioriteitsaansluiting in
warmtepompsysteem
(a) Raadpleegdevolgendetabel:
Status
Selecteerbaar
Niet selecteerbaar
Koelingsprioriteit wordt inge-
steld door externe input.
Koelen,
Drogen
Auto of Custom Auto,
Verwarmen, Ventilatie
Verwarmingsprioriteit wordt
ingesteld door externe input.
Verwarmen Auto of Custom Auto,
Koelen, Drogen, Venti-
latie
4-2 Vericatiescherm wanneer instelling
voltooid is
Hetvericatieschermdatwordt
weergegeven wanneer een instel-
ling voltooid is, wordt ongeveer 3
seconden weergegeven. Wanneer
dit scherm wordt aangeraakt,
schakelt het display over naar het
volgende scherm.
(Voorbeeld van het scherm)
Aan Schakeling
Wijziging Instelling
4-3 Instelbare temperatuurbereik
Het instelbare temperatuurbereik door bedieningsstand en
instelling van de binneneenheid wordt in onderstaande tabel
getoond.
Koelen/Dro-
gen*
18 tot 30°C (64 tot 88°F) of
20 tot 30 °C (68 tot 88 °F)
Verwarmen
VRF-systeem:10tot30°C(48tot88°F)
Andersysteem:16tot30°C(60tot88°F)
Custom Auto
Hetzelfde als het bovengenoemde bereik, maar er
zijn temperaturen die niet door de deadband kunnen
worden ingesteld.
Auto*
18 tot 30°C (64 tot 88°F) of
20 tot 30 °C (68 tot 88 °F)
OPMERKING
* De ondergrens van de insteltemperatuur verschilt afhan-
kelijk van de plaats waar het apparaat wordt gebruikt.
Nl-24
5 ANDERS
5-1 Omtrekafmetingen
Eenheid:mm(inch)
120 (4-3/4)
120 (4-3/4)
20,4 (13/16)
5-2 Specicaties
Modelnaam UTY-RNR
Z5
Ingangsspanning DC 12 V
Stroomverbruik Max. 0,3 W
Display
3., inch FSTN LCD
(255 × 160 pixels)
met aanraakscherm
Bereik gebruikstemperatuur 0 tot 40 °C (32 tot 104 °F)
Luchtvochtigheidsbereik bij
gebruik
20 tot 90 % (geen condensvor-
ming)
Bereik opslagtemperatuur -10 tot 60 °C (14 tot 140 °F)
Luchtvochtigheidsbereik bij
opslag
20 tot 90 % (geen condensvor-
ming)
Afmetingen
[H × B × D mm (inch)]
120 × 120 × 20,4
(4-3/4 × 4-3/4 × 13/16)
Gewicht [g (oz)] 220 (7,76)
5-3 Foutcode
Voor details over fouten van de binneneenheid of buiteneen-
heid bij controle van de foutinhoud, raadpleeg de foutcodes in
elke installatiehandleiding.
Foutcode Inhoud
CC.1 Sensorfout
C2.1 Transmissie PCB-fout
12.1 Communicatiefout bedrade afstandsbediening
12.3
Aantal apparaten in systeem bedrade afstandsbedie-
ning overschreden
12.4 Opstartfout systeem bedrade afstandsbediening
26.4 Dubbel adres in systeem bedrade afstandsbediening
26.5
Fout adresinstelling systeem bedrade afstandsbedie-
ning
15.4 Dataregistratiefout
Nl-25
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27

Fujitsu UTY-RNRYZ5 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor