3
NL
Wanneer u in de standaardinstelling op soft-key C drukt, activeert u [Opn.modus]. In
plaats daarvan kunt u één van de volgende 3 functies aan soft-key C toewijzen.
AF-gebied/ISO/Witbalans/Lichtmeetfunctie/Flitscompensatie/DRO/Auto HDR/
Creatieve stijl
1 [Menu] t [Instellingen] t [Instelling soft-key C] t [Eigen].
2 [Menu] t [Instellingen] t Een functie toewijzen aan [Eigen instel.1],
[Eigen instel.2] of [Eigen instel.3].
U hoeft niet de functies voor 1, 2 en 3 in één keer in te stellen.
In de standaardinstelling is [Eigen instel.1] toegewezen aan [ISO], [Eigen instel.2] aan
[Witbalans] en [Eigen instel.3] aan [DRO/Auto HDR].
U kunt de functie die u pas aan soft-key B of C hebt toegewezen, als volgt gebruiken.
• U kunt de toegewezen functie alleen gebruiken in de opnamestanden P (Autom. programma), A
(Diafragmavoorkeuze), S (Sluitertijdvoorkeuze) en M (Handmatige belichting).
Soft-key C aanpassen
De functie die u pas aan een soft-key heb
toegewezen, gebruiken
Soft-key B:
1 Wanneer de toegewezen functie in de
rechterbenedenhoek van het scherm
wordt getoond, drukt u op soft-key B.
Soft-key C:
1 Wanneer [Eigen] wordt getoond, drukt
u op soft-key C.
2 Selecteer [Eigen instel.1/2 /3] door op
de rechter- of linkerzijde van het
instelwiel te drukken.
Opmerking
Soft-key C
Soft-key B