Marantec CS 300 de handleiding

Type
de handleiding
Bedieningshandleiding CS 300-besturing
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 1
2 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
1. Inhoudsopgave
1. Inhoudsopgave 2
2. Informatie over het document 2
3. Algemene veiligheidsinstructies 3
4. Productoverzicht 4
5. Ingebruikname 6
6. Instellen van de eindposities 12
7. Programmering 14
8. Navigator (alleen LCD-monitor) 16
9. Functieoverzichten 18
10. Foutmeldingenophefngstoring 27
11. Technischespecicaties 28
12. Onderhoud 29
13. EG-conformiteitsverklaring 30
14. Bijlage 32
Originele bedieningshandleiding
Auteursrechtelijk beschermd.
Reproductie, geheel of gedeeltelijk, alleen met onze
toestemming.
Wijzigingen, die de technische vooruitgang dienen, zijn
voorbehouden.
Alle maataanduidingen in millimeters.
Weergaven zijn niet op schaal getekend.
Symboolverklaring
GEVAAR!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat rechtstreeks leidt tot
de dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot de
dood of ernstig letsel.
VOORZICHTIG!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot lichte
of gemiddeld zwaar letsel.
ATTENTIE!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot be-
schadigingen of storingen aan het product.
CONTROLE
Waarschuwing voor een vereiste controle.
INFORMATIE
Verwijzing naar aparte documenten waarop gelet moet
worden.
Oproep tot actie
Lijst, opsomming
Ô Verwijzing naar andere plaatsen in dit document
2. Informatie over het document
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 3
Instructies voor het gebruik
Onbevoegde personen (vooral kinderen) niet met vaste
gemonteerde regel- of besturingsapparatuur laten spelen.
Afstandsbedieningen buiten het bereik van kinderen
houden.
Keuringsprincipes en voorschriften
Bij aansluiting, programmering en onderhoud moeten de
volgende voorschriften in acht worden genomen (zonder
aanspraak op volledigheid).
Bouwproductnormen
EN 13241-1 (Producten zonder brand- of rookwerende
eigenschappen)
EN 12445 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Beproevingsmethoden)
EN 12453 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Eisen)
EN 12978 (Veiligheidsvoorzieningen voor
automatisch werkende deuren en hekken - Eisen en
beproevingsmethoden)
EMC
EN 55014-1 (Emissienorm huishoudelijke apparaten)
EN 61000-3-2 (Limietwaarden voor de emissie van
harmonische stromen)
EN 610000-3-3 (Limietwaarden voor spanningswisselingen,
spanningsschommelingen)
DIN EN 61000-6-2 (Elektromagnetische compatibiliteit
(EMC) - Deel 6-2: Algemene normen - Immuniteit voor
industriële omgevingen)
EN 61000-6-3 (Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
- Deel 6-3: Algemene normen - Emissienormen voor
huishoudelijke, handels- en lichtindustriële omgevingen)
Machinerichtlijnen
EN 60204-1 (Veiligheid van machines - Elektrische
uitrusting van machines; Deel 1: Algemene eisen)
EN ISO 12100 (Veiligheid van machines - Algemene
ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie)
3. Algemene veiligheidsinstructies
GEVAAR!
Levensgevaar door het niet opvolgen van de
documentatie!
Neem alle veiligheidsinstructies in dit document in acht.
Garantie
De garantie op goede werking en veiligheid geldt alleen
wanneer de waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze
bedieningshandleiding worden opgevolgd.
Voor persoonlijk letsel en materiële schade als gevolg
van het niet opvolgen van waarschuwingen en
veiligheidsinstructies, aanvaardt Marantec GmbH + Co. KG
geen verantwoordelijkheid.
Voor schade veroorzaakt door het gebruik van niet-
goedgekeurde onderdelen en accessoires, is elke
aansprakelijkheid en garantie door Marantec uitgesloten.
Juist gebruik
De CS 300-besturing is uitsluitend bedoeld voor het regelen
van deursystemen met aandrijvingen met een elektronische
eindpositiesysteem (AWG).
Doelgroep
Alleen bevoegde en gediplomeerde elektromonteurs mogen
de besturing aansluiten, programmeren en onderhouden.
Bevoegde en geschoolde elektromonteurs voldoen aan de
volgende eisen:
Kennisvandealgemeneenspeciekeveiligheids-en
ongevallenpreventie voorschriften,
Kennis van de relevante elektrische voorschriften,
Training in het gebruik en onderhoud van geschikte
veiligheidsuitrusting,
ze zijn in staat om gevaren in samenhang met elektriciteit
te onderkennen.
Instructies bij montage en aansluiting
De besturing is volgens aansluitingswijze X geplaatst.
Voorafgaande aan werkzaamheden aan de elektriciteit,
moet het systeem worden losgekoppeld van de
stroomvoorziening. Tijdens de werkzaamheden moet ook
worden gezorgd dat de stroomvoorziening onderbroken
blijft.
De plaatselijke veiligheidsbepalingen moeten worden
opgevolgd.
Veranderingen aan en vervanging van de stroomkabel
moeten met de fabrikant worden afgestemd.
4 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
4.1 Varianten
De volgende leveringsvarianten van de CS 300-besturing zijn
mogelijk:
CS 300-besturing met LCD-monitor
CS 300-besturing met LCD-monitor in de behuizing
CS 300-besturing met ledmodule voor het instellen van de
eindpositie OPEN en de eindpositie DICHT
(Andere instellingen zijn niet mogelijk)
CS 300-besturing zonder ledmodule en zonder LCD-scherm
(module of monitor zijn vereist voor instellingen)
Alle genoemde varianten kunnen worden uitgerust met een
verwderbareweekschakelklokofeeninsteekbareradio-
ontvanger.
De volgende leveringsvarianten van de behuizing zijn
mogelijk:
Behuizing met 3-voudige drukknop CS
Behuizing met 3-voudige drukknop KDT
Behuizing met sleutelschakelaar AAN/UIT
Behuizing met hoofdschakelaar
Behuizing met noodstop
De bedieningshandleiding beschrijft de aansluitmogelijkheden
en programmering van de varianten:
CS 300-besturing met aangesloten ledmonitor
CS 300-besturing met aangesloten LCD-monitor
Softwareversie 5.6 B
Laagspanning
DIN EN 60335-1 (Huishoudelijke en soortgelijke elektrische
toestellen - Veiligheid - Deel 1: Algemene eisen)
DIN EN 60335-2-103 (Huishoudelijke en soortgelijke
elektrische toestellen - Veiligheid - Deel 2-103: Bijzondere
eisen voor poorten, deuren en ramen)
Comité voor arbeidsplaatsen (ASTA)
ASR A1.7 (Technische regels voor arbeidsplaatsen / Duitse
richtlijn voor aangedreven ramen, deuren en poorten)
4. ProductoverzichtAlgemene veiligheidsinstructies
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 5
4.2 Moederbord CS 300
(met opgestoken LCD-monitor)
Verklaring:
X1: Klemmenstrip netaansluiting
X2: Klemmenstrip motor
X3: Klemmenstrip commando-apparaten
X4: Klemmenstrip veiligheidselementen
X5: Klemmenstrip relais
X6: Aansluitstrip voor interne AAN-UIT-schakelaar
X7: Aansluitstrip voor interne 3-voudige drukknop
X8: Aansluitstrip
(Onder de LCD-monitor)
X9: Aansluitstrip voor radio-ontvanger
X10: Aansluitstrip voor weekschakelklok
X11: Aansluitstrip voor digitaal eindpositiesysteem
X12: Stekkeraansluiting voor externe radio-ontvanger
X13: Aansluitstrip voor 3-voudige CS-drukknop
H4: Statusweergave veiligheidscontactlijst (Groen)
Licht op bij functionerende veiligheidscontactlijst
H6: Statusweergave veiligheidscircuit (geel)
Licht op bij gesloten veiligheidscircuit
S1: Programmeertoets (+)
(Op de LCD-monitor)
S2: Programmeertoets (–)
(Op de LCD-monitor)
S3: Programmeertoets (P)
(Op de LCD-monitor)
1
2
3
4
5
6
7
8
B1
B2
W
V
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
N
L3
L2
L1
X5
X4
X3
X2
X11
X7
X6
X12
PE
PE
PE
X1
X10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X8
X9
H4
X13
H6
U
X14
X14
X14
400 V
230 V
+ P
A
A
A De positie van de overbruggingsstekker moeten
worden aangepast aan de voedingsspanning en de
motorspanning.
6 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
5. Ingebruikname
5.1 Algemeen
Vooreenonberispelkewerkingmoetaandevolgende
voorwaardenznvoldaan:
De deur is gemonteerd en klaar voor gebruik.
De tandwielvertragingsmotor is gemonteerd en klaar voor
gebruik.
Decommando-enveiligheidsapparatenzngemonteerden
klaar voor gebruik.
De besturingsbehuizing met de CS 300-besturing is
gemonteerd.
INFORMATIE
Voor de montage van de deur, de aandrijfmotor en
de commando- en veiligheidsapparaten moeten de
handleidingen van de betreffende fabrikant in acht worden
genomen.
5.2 Netaansluiting
Vereisten
Voorhetonberispelkfunctionerenvandebesturingmoet
aandevolgendevoorwaardenznvoldaan:
De netspanning moet overeenkomen met de aanduiding op
het typeplaatje.
Denetspanningmoetmetdespanningvandeaandrving
overeenstemmen.
Bdraaistroommoetereenrechtsdraaienddraaiveldzn.
Voor een vaste aansluiting moet een meerpolige
hoofdschakelaar worden gebruikt.
Bkrachtstroomaansluitingmogenalleen
3-blokszekeringautomaten (10 A) worden gebruikt.
ATTENTIE!
Storingen als gevolg van onjuiste installatie van de
besturing!
Voorafgaande aan het voor de eerste keer inschakelen
moet na voltooiing de bekabeling worden gecontroleerd, of
alle motoraansluitingen aan besturings- en motorzijde goed
vast zitten. Alle stuurspanningsingangen zijn galvanisch
gescheiden van de voeding.
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motor (400 V / 3-fasen)
X14
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motor (230 V / 3-fasen)
X14
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motor (230 V / 1-fasen)
X14
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 7
Verklaring:
M1: Motor
X1: Klemmenstrip netaansluiting
X2: Klemmenstrip motor
X11: Aansluitstrip voor digitaal eindpositiesysteem met
veiligheidscircuit (STOPKETEN)
X14: Klemmenstrip voor spanningsselectie
Aansluiting:
Digitaal eindpositiesysteem op de besturing aansluiten.
Besturing op de motor aansluiten.
Besturing op het elektriciteitsnet aansluiten.
Kabelgroepen moeten direct vóór de desbetreffende klem
met een kabelbinder worden geborgd.
Ô „11.Technischespecicaties“oppagina28
5.3 Aansluitschema absolute waardegever
(aansluitstrip X11)
A
B
A: AWG-stekker
B: AWG-steekklem
Aansluitstrip X11 (op aansluiting A)
Degetallenopdestekkerzntegelkertd
de adernummers:
4: Veiligheidsketen ingang
5: RS 485 B
6: GND
7: RS485 A
8: Veiligheidsketen uitgang
9: 12V
DC
Aansluitstrip B (alleen absolute waardegever)
C D
C: Thermo-element in
aandrving
D: Noodhandbediening
(noodzwengel of
noodketting)
8 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
5.4 Aansluiting commando-apparaten
VOORZICHTIG!
Kans op letsel door ongecontroleerde beweging
van de deur!
Installeer commando-apparaten voor de
dodemansbediening binnen het directe zicht van de deur,
maar buiten de gevarenzone voor de bediener.
Als het commando-apparaat geen sleutelschakelaar is:
Monteer e.e.a. op een hoogte van ten minste 1,5 m.
Monteer e.e.a buiten het bereik van het publiek.
Klemmenstrip X3
- Drukknop DICHT
- Drukknop impuls
- Drukknop OPEN
- Drukknop STOP, sluipdeurschakelaar
1
- Noodstop, slappe-koordschakelaar
1
Sluipdeurcontact alleen als gedwongen scheidend contact.
5.5 Aansluitvoorbeelden commando-
apparaten (klemmenstrip X3)
Drukknop OPEN / STOP / DICHT
6-aderige oplossing
- Drukknop DICHT
- Drukknop OPEN
- Drukknop STOP
Drukknop OPEN / STOP / DICHT
4-aderige oplossing
- Drukknop DICHT
- Drukknop OPEN
- Drukknop STOP
Sleutelschakelaar OPEN/DICHT
- DICHT
- OPEN
Impulsschakelaar
Sequentiële sturing
- Drukknop impuls
Ingebruikname
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 9
5.6 Aansluiting veiligheidscontactlst
Klemmenstrip X4
Opto-elektronischeveiligheidscontactlst
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
ws
gr
br
-Veiligheidscontactlst
OPTO
- 24 V DC / 250 mA
1
ws: wit
gr: groen
br: bruin
Klemmenstrip X4
Elektrischeveiligheidscontactlst(8,2kΩ)
8k2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
- Veiligheidscontact-
lst8,2kΩ
- 24 V DC / 250 mA
1
1
voor externe schakelapparaten
(aansluiting op klemmen 1 en 2)
Klemmenstrip X4
Pneumatischeveiligheidscontactlst(DW)
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
- Veiligheidscontact-
lstpneumatisch
- 24 V DC / 250 mA
1
5.7 Aansluiting fotocel
(werkt in neerwaartse richting)
Klemmenstrip X4
Fotocel NC
+
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
- Passeerfotocel
Klemmenstrip X4
Fotocel NPN 3-draads
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Sig
GND
NPN
+
- Fotocel 3-draads NPN
10 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
Ingebruikname
5.8 Aansluiting lichtrooster
Klemmenstrip X4
Lichtrooster OSE (Parameter ZELFH. = MOD4)
De verbindingskabel (A) kan vast worden gestoken.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
A
sw
bl
ws
br
br: bruin
bl: blauw
sw: zwart
ws: wit
R: Ontvanger
T: Zender
LET OP:
In deze handleiding worden de RAY-LG-lichtroosters van de
rmaFRABA/CEDESalsvoorbeeldgebruikt.
RAY-LG 25xx OSE
Het RAY-LG 25xx OSE-lichtrooster hoeft niet te worden getest.
Schema's van andere fabrikanten op aanvraag.
5.9 Aansluiting programmeerbare ingangen
De CS 300-besturing beschikt over een programmeerbare
ingang waarvoor verschillende functies kunnen worden
gekozen.
Ô „9.2Gebruiksmodusinvoer“
Klemmenstrip X4
- programmeerbare ingang
5.10 Aansluitschema relaisuitgangen
Erznviermogelkerelaisuitgangendiekunnenworden
geprogrammeerd met verschillende soorten functies.
Ô „9.2Gebruiksmodusinvoer“
Klemmenstrip X5
- Relais 1
- Relais 2
- Relais 3
- Relais 4
1
2
3
4
5
6
7
8
Interne scha-
kelcontacten
van het relais
Hetgaatomvierpotentiaalvrerelaisuitgangenmeteen
maximalebelastbaarheidvan4Ab230V/1~.
Dewerkingswzeisafhankelkvandeparameterinstellingen
voor de beide ingangen in de gebruiksmodus INVOER.
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 11
5.11 Aansluiting CS-radiograe
Klemmenstrip X9
X9
B
A
Aansluiten
Steek de steekontvanger op de
aansluitstrip X9.
Zendercodes programmeren
Druk langer dan 1,6 seconden
op de programmeertoets (A). De
programmeermodus wordt geactiveerd. Het
ledje (B) knippert.
Druk op de kanaaltoets op uw zender.
Heeftderadiograschebesturingde
zendercode opgeslagen, dan brandt het
ledje ca. 4 seconden.
Ukuntintotaal15zendercodesprogrammeren.Znalle
geheugenplaatsen bezet, dan knippert het ledje zeer snel.
Doelgericht wissen van een zendercode
Druk langer dan 1,6 seconden op de programmeertoets (A).
De programmeermodus wordt geactiveerd.
Het ledje (B) knippert.
Blfdeprogrammeertoetsingedrukthouden.De
verwdermoduswordtgeactiveerd.Hetledjeknippertheel
snel.
Druk op de gewenste kanaaltoets van uw zender.
Alshetledjeca.4secondenbrandt,isdebbehorende
zendercodeverwderd.
Door kort op de programmeertoets te drukken, kunt u het
verwderingsprocesannuleren.
RESET (GEHEUGEN VOLLEDIG WISSEN)
Druk langer dan 1,6 seconden op de programmeertoets (A).
De programmeermodus is ingeschakeld.
Het ledje (B) knippert.
Blfdeprogrammeertoetsingedrukthouden.
Deverwdermoduswordtgeactiveerd.Hetledjeknippert
heel snel.
Druk nogmaals langer dan 1,6 seconden op de
programmeertoets. Als het ledje ca. 4 seconden brandt,
worden alle geheugenplaatsen gewist.
Door kort op de programmeertoets te drukken, kunt u het
verwderingsprocesannuleren.
5.12 Aansluiting LCD-monitor / ledmodule
MetdeLCD-monitorkrgtudevolledigetoegangtotalle
menu-instellingen en parameters van de besturing.
Ô „7.Programmering“
Met de ledmodule kunnen alleen de twee eindposities
worden aangepast
Ô „7.Programmering“
Opsteeksokkel X8
*
* optioneel
ATTENTIE!
Materiële schade veroorzaakt door onjuiste
montage!
Het scherm moet in spanningsloze toestand worden
aangesloten. Er mogen alleen een LCD-monitor (art.nr.
206023)ofeenledmodule(art.nr.590.045)vanderma
MFZ worden gebruikt.
12 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
6.1 Instelling van de elektronische
eindpositie via de ledmodule
ATTENTIE!
Beschadiging of vernieling veroorzaakt door
onjuiste montage!
De monitor moet in spanningsloze toestand worden
aangesloten.Ermagalleeneenledmodulevanderma
MFZ (artikelnummer 590045) worden gebruikt.
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
De toets (P) ca. 2 seconden ingedrukt houden.
Ten minste één van de rode ledjes knippert.
Instellen van de eindpositie OPEN
Deur naar de gewenste eindpositie OPEN bewegen door op
de toets (+/–) te drukken.
Tijdens het openen knipperen beide rode ledjes.
Eindpositie opslaan door tegelijk op de toetsen (P) en (–) te
drukken.
Het rode ledje H1 brandt continu, het rode ledje H2 blijft
knipperen.
Instellen van de eindpositie DICHT
Deur naar de gewenste eindpositie DICHT bewegen door op
de toets (+/–) te drukken.
Tijdens het sluiten knipperen beide rode ledjes.
Eindpositie opslaan door tegelijk op de toetsen (P) en (–) te
drukken.
Het rode ledje H2 brandt continu, het rode ledje H1 blijft
knipperen.
De afstellingsmodus weer verlaten door op de toets (P) te
drukken. Geen van de beide rode ledjes knippert.
Aandachtspunten
De afstellingsmodus wordt niet automatisch verlaten. Om
naar de normale modus te gaan, moet de afstellingsmodus
worden verlaten door op de toets (P) te drukken.
Bij de eerste afstelling moeten beide eindposities worden
geprogrammeerd, anders is geen normaal gebruik mogelijk.
Wanneer een eindpositie wordt gecorrigeerd, kan
na het programmeren van de speciale eindpositie de
gebruiksmodus AFSTELLING worden verlaten door op de
toets (P) te drukken.
6.2 Instelling van de elektronische
eindpositie via de LCD-monitor
ATTENTIE!
Beschadiging of vernieling veroorzaakt door on-
juiste montage!
De monitor moet in spanningsloze toestand worden aan-
gesloten.ErmagalleeneenLCD-monitorvandermaMFZ
(artikelnummer 206023) worden gebruikt.
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
Op de toets (P) drukken tot AFSTELLING verschijnt.
Instellen van de eindpositie OPEN
Deur naar de gewenste eindpositie OPEN bewegen door op
de toets (+/–) te drukken.
Tijdens het openen verschijnt „HANDM.OPEN“opde
display.
Eindpositie opslaan door tegelijk op de toetsen (P) en (+)
te drukken.
„BOVENOPSLAAN“verschijntophetscherm.
Instellen van de eindpositie DICHT
Deur naar de gewenste eindpositie DICHT bewegen door op
de toets (+/–) te drukken.
Tijdenshetsluitenverschijnt„HANDM.DICHT“opde
display.
Eindpositie opslaan door tegelijk op de toetsen (P) en (–) te
drukken.
OPSLAANBENEDEN“verschijntophetscherm.
De afstellingsmodus weer verlaten door op de toets (P) te
drukken.
Aandachtspunten
De afstellingsmodus wordt niet automatisch verlaten. Om
naar de normale modus te gaan, moet de afstellingsmodus
worden verlaten door op de toets (P) te drukken.
Bij de eerste afstelling moeten beide eindposities worden
geprogrammeerd, anders is geen normaal gebruik mogelijk.
Wanneer een eindpositie wordt gecorrigeerd, kan
na het programmeren van de speciale eindpositie de
gebruiksmodus AFSTELLING worden verlaten door op de
toets (P) te drukken.
6. Instellen van de eindposities
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 13
6.3 Instellen van de tussenposities van het
elektronische eindpositiesysteem op de
LCD-monitor
In de gebruiksmodus Automatisch de deur naar de
gewenste positie bewegen
Deur door te drukken op de toets (+/–) in de gewenste
tussenpositie bewegen (V.ES-OP. of V.ES-DI.).
Overschakeling naar de gebruiksmodus AFSTELLING
Op de toets (P) drukken tot AFSTELLING verschijnt.
Uitlezen van de actuele AWG-waarde
(weergave rechtsboven in het scherm).
Overschakeling naar de invoermodus
Op de toets (P) drukken tot INVOER verschijnt.
Gelijktijdig indrukken van de toetsen (+) en (–) gedurende
meer dan 2 seconden. De eerste parameter verschijnt op de
tweede regel van het scherm.
Opslaan van de tussenposities OPEN (V.ES-OP.) of
DICHT (V.ES-DI.)
Op de toetsen (+/–) drukken totdat de parameter V.ES-OP.
of V.ES-DI. verschijnt.
Druk op de toets (P) tot een knipperende cursor op het
scherm verschijnt.
Invoer van de actuele AWG-waarde.
Opslaan van de tussenpositie door opnieuw op de toets (P)
te drukken.
Invoermodus te verlaten
Gelijktijdig indrukken van de toetsen (+) en (–) gedurende
meer dan 1 seconde.
De invoer wordt verlaten.
Overschakeling naar de automatische gebruiksmodus
Op de toets (P) drukken tot AUTOMATISCH verschijnt.
Aandachtspunten
Beide tussenposities kunnen worden gelezen en verder
verwerkt via de relaisuitgangen.
Als deelopening kan alleen de positie V.ES-OP worden
benaderd.
Ô „9.2Gebruiksmodusinvoer“
6.4 Controle van de aandrijvingsdraairichting/
bewegingsrichting
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
Druk op de toets (P) tot AFSTELLING in de display verschijnt
(LCD-monitor) of ten minste één van de rode ledjes knippert
(ledmodule).
Controle van de rijrichting
Indrukken van de toets (+). De deur moet openen.
Indrukken van de toets (-). De deur moet sluiten.
Is dat correct, ga dan verder met de instelling van de
eindposities.
Anders bewegingsrichting veranderen.
Veranderen van de bewegingsrichting
Moet de aandrijvingsdraairichting worden gewijzigd, ga dan
als volgt te werk.
Voedingsspanning onderbreken.
De twee fasen van de toevoerleiding met elkaar verwisselen.
Voedingsspanning weer inschakelen.
Alle opgeslagen eindposities zijn gewist.
Met de aanpassing van de eindposities verder gaan.
6.5 RESET
Via de RESET-functie kan de besturingsparameter worden
teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
Voedingsspanning onderbreken.
Gelijktijdig de toetsen (+) en (–) ingedrukt houden.
Voedingsspanning weer inschakelen.
Gelijktijdig indrukken van de toetsen (+) en (–) gedurende
ca. 5 seconden.
Bij de LCD-monitor verschijnt in de display AFSTELLING,
bij de ledmodule knipperen de twee rode ledjes.
de fabriek is gevestigd in de aanpassing.
Loslaten van de toetsen (+) en (–).
Na de plaatsgevonden RESET zijn de eindposities verwijderd
en moeten opnieuw worden ingesteld.
Alle parameters worden teruggezet naar de
fabrieksinstellingen.
14 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
7.1 Overzicht ledmodule
ATTENTIE!
Materiële schade veroorzaakt door onjuiste montage!
Het scherm moet in spanningsloze toestand worden
aangesloten.ErmagalleeneenledmodulevandermaMFZ
(artikelnummer 590054) worden gebruikt.
A B C
D
Verklaring:
A: Toets (+)
B: Toets (–)
C: Toets (P)
D: Jumper
H1: Ledje rood
H2: Ledje rood
H3: Ledje groen
Ledje uit
Ledje licht op
Ledje knippert
Wanneer de jumper H wordt verwijderd, hebben de toetsen
(+), (-) en (P) geen functie.
De ledweergave werkt nog steeds.
7.2 Gebruiksmodi van de ledmodule
De besturing beschikt met het ledmodule over twee
gebruiksmodi:
1. AUTOMATISCH
2. AFSTELLING
De gebruiksmodus waar de besturing zich in bevindt, wordt
weergegeven via de ledjes.
In de gebruiksmodus AUTOMATISCH knippert er geen ledje.
In de gebruiksmodus AFSTELLING knippert ten minste één
ledje.
Door op de toets (P) te drukken kan tussen de modi worden
geschakeld.
Gebruiksmodus 1: AUTOMATISCH
In de gebruiksmodus AUTOMATISCH is de deurinstallatie in
gebruik.
Ledweergaves:
H1 H2 Toestand
De deur is geopend.
De geprogrammeerde eindpositie OPEN is bereikt.
De deur is gesloten.
De geprogrammeerde eindpositie DICHT is bereikt.
De deur staat in de tussenpositie.
Geen eindpositie bereikt.
De deur wordt naar de eindpositie OPEN/DICHT
bewogen.
Gebruiksmodus 2: AFSTELLING
In de gebruiksmodus AFSTELLING worden de eindposities
OPEN/DICHT ingesteld.
ATTENTIE!
Materiële schade door onjuiste bediening van de
besturing!
In de gebruiksmodus AFSTELLING vindt er bij het
elektronische eindpositiesysteem (AWG) geen uitschakeling
plaats bij het bereiken van de eindpositie. Door het
passeren van de eindpositie kan de deurinstallatie
beschadigd raken.
Ledweergaves:
H1 H2 Toestand
De eindpositie OPEN is in deze deurpositie
geprogrammeerd.
De eindpositie DICHT is in deze deurpositie
geprogrammeerd.
De eindposities OPEN en DICHT worden in deze
deurpositie niet geprogrammeerd.
7. Programmering
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 15
7.3 Overzicht LCD-monitor
ATTENTIE!
Materiële schade veroorzaakt door onjuiste montage!
Het scherm moet in spanningsloze toestand worden
aangesloten.ErmagalleeneenschermvandermaMFZ
(artikelnummer 206023) worden gebruikt.
AUTOMATISCH O
RUSTSTAND
A
B
C D E
F
G
H
Verklaring:
A: Gebruiksmodus / diagnose-info
B: Parameter / diagnose-info
C: Toets (+)
D: Toets (–)
E: Toets (P)
F: Waarde / status
G: Waarde / status
H: Jumper
Wanneer de jumper H wordt verwijderd, hebben de toetsen
(+), (-) en (P) geen functie.
De schermweergave functioneert nog wel.
7.4 Gebruiksmodi van de LCD-monitor
De besturing beschikt met het LCD-scherm over vier gebru-
iksmodi:
1. AUTOMATISCH
2. AFSTELLING
3. INVOER
4. DIAGNOSE
Gebruiksmodus 1: AUTOMATISCH
In de gebruiksmodus AUTOMATISCH is de deurinstallatie in
gebruik.
Scherm:
Weergave van de uitgevoerde functie
Weergave van de mogelijke fouten
Indien in het invoermenu de parameter „Zelfhoudend
contact“opMOD2ofMOD3gezetwordt,verandertde
displayweergave van AUTOMATISCH in HAND.
Gebruiksmodus 2: AFSTELLING
In de gebruiksmodus AFSTELLING worden de eindposities
OPEN/DICHT ingesteld.
ATTENTIE!
Materiële schade door onjuiste bediening van de
besturing!
In de gebruiksmodus AFSTELLING vindt er bij het
elektronische eindpositiesysteem (AWG) geen uitschakeling
plaats bij het bereiken van de eindpositie. Door het
passeren van de eindpositie kan de deurinstallatie
beschadigd raken.
In de gebruiksmodus INVOER kan er nauwkeurig worden
afgesteld.
Scherm:
Weergave van de eindpositiewaarde
Gebruiksmodus 3: INVOER
In de gebruiksmodus INVOER kunnen de waarden van ver-
schillende parameters worden gewijzigd.
Scherm:
Weergave van de geselecteerde parameter
Weergave van de ingestelde waarde / status
Gebruiksmodus 4: DIAGNOSE
IndegebruiksmodusDIAGNOSEkunnendeurspecieke
controles worden uitgevoerd.
Scherm:
Weergave van de controle
Weergave van de controlestatus
16 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
8. Navigator (alleen LCD-monitor)
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
P
> 1 sec.
AFSTELLING
RUSTSTAND
+
-> Positie INSTALLATIE OPEN
AFSTELLING
HANDM. OPEN
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
+
> 1 sec.
-> Positie INSTALLATIE DICHT
AFSTELLING
HANDM. DICHT
Deurpositie opslaan:
stoppen en
-
> 1 sec.
> 1 sec.
INVOER
+
en
-
> 2 sec.
INVOER
DEUTSCH
In het menu omhoog:
+
> 2 sec.
In het menu omlaag:
> 2 sec.
Waarde selecteren:
> 1 sec.
Waarde verhogen:
+
Waarde verlagen:
-
Waarde opslaan:
Terug naar gebruiksmodus invoer
INVOER:
+
en
-
> 1 sec.
DUUR 60
> 1 sec.
TIJD OPEN 0
WAARSCHW. V 0
OMKEER TIJD 0,3
M1-3 RUST Mod1
SNELDICHT OFF
RELAIS 1 Mod6
RELAIS 2 Mod7
RELAIS 3 Mod1
RELAIS 4 Mod14
SKS-TEST OFF
VERTR.-OPEN OFF
FIJN-OP. ES-OP.
FIJN-DI. ES-DI.
V.ES-OP. 4050
V. ES-DI 3950
DRAAIVELD R
ACHTERUIT 50
KRACHT 10
AUTO-NIVEAU OFF
FC POINT 300
ZELFSTOP. MOD1
PR.INGANG MOD1
FC DICHT MOD2
FC OPEN MOD1
SKS VOOR MOD1
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 17
DIAGNOSE
In het menu omhoog:
+
> 2 sec.
In het menu omlaag:
> 2 sec.
Terug naar gebruiksmodus
AUTOMATISCH:
Alleen controle mogelijk
ES BOVEN ON
ES BENEDEN ON
OPEN-TOETS OFF
PR.INGANG OFF
DICHT-TOETS OFF
SKS ON
IMPULS OFF
SCHAKELKLOK OFF
FOTOCELBEW. ON
STOPKETEN ON
CYKLUS 000000
AWG 0000
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
P
> 1 sec.
AFSTELLING
RUSTSTAND
+
-> Positie INSTALLATIE OPEN
AFSTELLING
HANDM. OPEN
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
+
> 1 sec.
-
-> Positie INSTALLATIE DICHT
AFSTELLING
HANDM. DICHT
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
-
> 1 sec.
P
> 1 sec.
INVOER
+
en
-
> 2 sec.
INVOER
DEUTSCH
In het menu omhoog:
+
> 2 sec.
In het menu omlaag:
-
> 2 sec.
Waarde selecteren:
P
> 1 sec.
Waarde verhogen:
+
Waarde verlagen:
-
Waarde opslaan:
P
Terug naar gebruiksmodus invoer
INVOER:
+
en
-
> 1 sec.
DUUR 60
P
> 1 sec.
TIJD OPEN 0
WAARSCHW. V 0
OMKEER TIJD 0,3
M1-3 RUST Mod1
SNELDICHT OFF
RELAIS 1 Mod6
RELAIS 2 Mod7
RELAIS 3 Mod1
RELAIS 4 Mod14
SKS-TEST OFF
VERTR.-OPEN OFF
FIJN-OP. ES-OP.
FIJN-DI. ES-DI.
V.ES-OP. 4050
V. ES-DI 3950
DRAAIVELD R
ACHTERUIT 50
KRACHT 10
AUTO-NIVEAU OFF
FC POINT 300
ZELFSTOP. MOD1
PR.INGANG MOD1
FC DICHT MOD2
FC OPEN MOD1
SKS VOOR MOD1
18 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
Weergave Beschrijving
AUTOMATISCH
OPENEN
De deur bevindt zich in de openingsfase.
1
AUTOMATISCH
SLUITEN
De deur bevindt zich in de sluitfase.
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in een tussenpositie.
AUTOMATISCH O
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in de eindpositie OPEN.
AUTOMATISCH o
RUSTSTAND
DedeurbevindtzichindepositieGed.OPEN(parameter„V.ES-OP.“).
AUTOMATISCH U
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in de eindpositie DICHT.
AUTOMATISCH u
RUSTSTAND
DedeurbevindtzichindepositieGed.DICHT(parameter„V.ES-DI.“).
AUTOMATISCH r
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in de positie omkeeruitschakeling.
Indieninhetinvoermenudeparameter„Zelfhoudendcontact“opMOD2ofMOD3gezetwordt,verandertdedisplayweergavevan
AUTOMATISCH in HAND.
Weergave Beschrijving
HAND
HANDM. OPEN
De deur bevindt zich in de openingsfase.
HAND
HANDM. DICHT
De deur bevindt zich in de sluitfase.
HAND
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in een tussenpositie.
1
Tijdens de openingsfase wordt in de rechter benedenhoek van de display een 3-cijferige numerieke waarde weergegeven.
Deze numerieke waarde is een indicator voor het momentele koppel en dient als basis voor het instellen van de krachtbewaking.
Ô „9.2Gebruiksmodusinvoer“
9. Functieoverzichten
9.1 Gebruiksmodus automatisch
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 19
9.2 Gebruiksmodus invoer
Functie Beschrijving
Instelmogelkhe-
den
Fabrieksinstelling
DEUTSCH Selectie van de menutaal DEUTSCH
ENGLISH
FRANCAIS
ESPANOL
NEDERLANDS
POLSKI
CESKY
ITALIANO
DEUTSCH
DUUR Bewaking van de maximum looptijd van een OPEN- of DICHT-beweging.
De looptijd moet iets hoger worden ingesteld dan de effectieve looptijd van de deur.
1 - 250 seconden 60
TIJD OPEN Na het openen beweegt de deur na het verstrijken van de ingestelde waarde weer in
de richting DICHT.
Bij Instelling = 0 is deze functie niet actief.
Bij de instelling > 0 genereert de impulsingang (X3 / 7+8) alleen OPEN-commando's.
Let op:
Door tijdens de open-tijd op de toets DICHT te drukken, begint het sluiten
onmiddellijk.
Door op de toets OPEN of STOP te drukken tijdens de open-tijd, wordt de tijd
opnieuw gestart.
Wordt het automatisch sluiten door de veiligheidscontactlijst onderbroken, dan
verdubbelt de open-tijd zich. Gebeurt dit 3x achter elkaar, dan wordt de automatische
sluiting afgebroken.
0 - 600 seconden 0
WAARSCHW.
V
Voorafgaande aan de automatisch sluitbeweging of het sluiten in de impulsmodus,
wordt de voorwaarschuwingstijd geactiveerd.
Bij Instelling = 0 is deze functie niet actief.
Let op:
Via de relaisuitgangen kan de voorwaarschuwingstijd worden gevisualiseerd, bijv.
door middel van een rood verkeerslicht.
0 - 120 seconden 0 = Uit
OMKEER TIJD Stilstandtijd van de motor bij elke directe richtingsverandering.
De omkeertijd bij activering van de schakellijst tijdens het sluiten bedraagt een vierde
van de ingestelde tijd.
0,1 - 2,0 seconden
(in 1/10 seconden)
0,3
M1-3 RUST Functie van het rode verkeerslicht (indien aanwezig en geprogrammeerd) in
rusttoestand MOD1 - MOD2 MOD1 met gesloten deur. Werkt op de relaisinstellingen
MOD1-3 en MOD18.
MOD1: Relais is in de rusttoestand (deur gesloten) uitgeschakeld.
MOD2: Relais is in de rusttoestand (deur gesloten) ingeschakeld.
MOD1 – MOD2 MOD1
SNELDICHT Voortijdig sluiten na het passeren van de fotocel.
Vereisten:
Aansluiting van een fotocel op doorrijhoogte.
OFF: De open-tijd (indien geprogrammeerd) verloopt normaal.
ON: De open-tijd wordt afgebroken nadat de fotocel (X4 / 1-4) is gepasseerd.
De installatie sluit onmiddellijk.
Deze functie is ook bij open-tijd = 0 actief.
ON
OFF
OFF
20 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
Functie Beschrijving
Instelmogelkhe-
den
Fabrieksinstelling
RELAIS 1 Aan alle 4 relais kan een relaismodus van 1 - 29 worden toegewezen.
Op het rode verkeerslicht (MOD1-3, MOD18) werkt de parameter M1-3 RUST.
Nadereuitleg:„Uitlegbijderelaismodi:“oppagina2320
MOD1: (Rood verkeerslicht 1) Voorafgaande waarschuwing – knippert,
deurweging - brandt
MOD2: (Rood verkeerslicht 2) Voorafgaande waarschuwing – knippert,
deurweging - knippert
MOD3: (Rood verkeerslicht 3) Voorafgaande waarschuwing – brandt, deurweging
- brandt
MOD4: Impuls bij OPEN-commando van binnenuit
MOD5: Storingsmelding
MOD6: Eindpositie OPEN
MOD7: Eindpositie DICHT
MOD8: Eindpositie OPEN genegeerd
MOD9: Eindpositie DICHT genegeerd
MOD10: Voor-eindpositie OPEN
MOD11: Voor-eindpositie DICHT
MOD12: Voor-eindpositie DICHT tot eindpositie DICHT
MOD13: Magneetslotfunctie
MOD14: Rem (ruststroomprincipe)
MOD15: Rem (werkstroomprincipe)
MOD16: Rem (ruststroomprincipe) in eindpositie OPEN geschakeld
MOD17: SKS geactiveerd of een testfout
MOD18: (Rood verkeerslicht 4) Voorafgaande waarschuwing – knippert,
deurweging - uit
MOD19: Voor-eindpositie OPEN in de eindpositie OPEN
MOD20: Activering overdrachtsysteem infrarood
MOD21: Test van de intrekbeveiliging voor opening (extra module nodig)
MOD22: Activering transmissiesysteem radio 1 en 3
MOD23: (Groen verkeerslicht) eindpositie OPEN - brandt, voorwaarschuwing - UIT,
deurloop - UIT
MOD24: Condensatorschakelingvoorsectionaaldeuraandrijvingen230V/1~
MOD25: Erichtfunctie2minutenbrandendnaOPEN/impuls-commando
MOD26: ActiveringtransmissiesysteemFunk(radiograe)2
MOD27: Impulssignaal na bereiken van de eindpositie OPEN
MOD28: Relais algemeen AAN (1 seconde vertraging in tijd na inschakelen)
MOD29: Relais algemeen UIT
MOD1 - MOD29 MOD6
RELAIS 2 MOD1 - MOD29 MOD7
RELAIS 3 MOD1 - MOD29 MOD1
RELAIS 4 MOD1 - MOD29 MOD14
SKS-TEST Activering en deactivering van de testfunctie voor de aangesloten DW-lijst. ON – OFF OFF
VERTR.-OPEN OFF: Onmiddellijke opening door invoeren van een commando.
ON: Vertraagd openen. Voorwaarschuwingstijd (parameter VOORWAAR-
SCHUWING) loopt na invoer commando af. Daarna vindt opening van de
deur plaats.
ON – OFF OFF
FIJN-OP. Fijnafstelling van de eindpositie OPEN met betrekking tot de opgeslagen eindpositie
OPEN (ES OP).
0 – 8190 ES- OPEN
FIJN-DI. Fijnafstelling van de eindpositie DICHT met betrekking tot de opgeslagen eindpositie
DICHT (ES DICHT).
Let op:
Bijdejnafstellingverschijntdewaardevandedesbetreffendeeindpositie.Deze
waarde kan in stappen van afzonderlijke incrementen naar boven of beneden worden
aangepast.
0 – 8190 ES- DICHT
V.ES-OP. Instelling van het schakelpunt Tussenpositie OPEN (Deel-OPEN) 0 – 8190 4050
V.ES-DI Instelling van het schakelpunt Tussenpositie DICHT (Ged. DICHT)
Ô „6.3 Instellen van de tussenposities van het elektronische eindpositiesysteem op
deLCD-monitor“
0 – 8190 3950
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 21
Functie Beschrijving
Instelmogelkhe-
den
Fabrieksinstelling
DRAAIVELD Aanpassing van de absolute waardegever alleen met speciale montage van de
aandrijving
R: Standaardmontage
(Afrolrichting rechtsdraaiend / toenemende AWG-waarden bij het
omhoog bewegen)
L: Speciale montage
(Afrolrichting linksdraaiend / toenemende AWG-waarden bij het omhoog
bewegen)
R – L R
ACHTERUIT Punt van de omkeeruitschakeling vóórdat de eindpositie DICHT wordt bereikt.
Na het overschrijden van het punt wordt bij het activeren van de veiligheidscontactlijst
of de fotocel de deur stopgezet, maar hij wordt niet omgekeerd. Het omkeerpunt mag
maximaal 5 cm boven de onderste eindpositie liggen.
10 – 250 inc. 50
KRACHT Automatische krachtbewaking (bewaking van het toerental)
Foutmelding bij traagheid of blokkering van de deur.
Instelling van de gevoeligheid alleen in de looprichting OPEN.
Een waarde voor de kracht (toerental) wordt tijdens het openen weergegeven.
Bij geactiveerde krachtbewaking moet een kleinere waarde dan de kleinste, tijdens de
deurbeweging weergegeven, waarde worden ingesteld.
Hoe groter het verschil met de laagst weergegeven waarde, hoe minder gevoelig de
krachtbewaking reageert.
De krachtbewaking wordt alleen geactiveerd wanneer een getalwaarde > 0 wordt
ingesteld.
0 – 999 inc. 10
AUTO-
NIVEAU
Automatische aanpassing van het onderste einduitschakelpunt aan een verandering
in de bodemverhoudingen (instelling van de staalkabels op de sectionaaldeur).
ON: Functie actief
OFF: Functie niet actief
Let op:
Wordt de veiligheidscontactlijst vier keer in buurt van de eindpositie DICHT gebruikt,
dan detecteert de besturing een verandering van de vloersituatie.
Het onderste einduitschakelpunt wordt vervolgens vier impulsen naar boven gezet.
ON – OFF OFF
FC POINT Tussen de eindpositie DICHT en het FC Punt wordt het signaal van de fotocel 1 (X4 /
1-4) niet geanalyseerd. Instelling in incrementen, uitgaande van de eindpositie DICHT.
Let op:
De functie wordt gebruikt om het signaal van de fotocel onderaan uit te schakelen,
om storingen door bijv. spiraalkabels te vermijden.
0 – 999 inc. 300
ZELFSTOP. Selectie tussen impuls- en handmatige modus met en zonder de analyse van de
veiligheidscontactlijst (SKS) en fotocelsysteem (FC).
MOD1: Impulsmodus voor OPEN + DICHT met SKS en FC
MOD2: Handbediening voor OPEN + DICHT met SKS en FC
MOD3: Handbediening voor DICHT met SKS en FC
MOD4: Impulsmodus voor OPEN + DICHT met lichtrooster
Bij onderbreking van het lichtrooster in de eindpositie OPEN, wordt de
open-tijd (indien geprogrammeerd) opnieuw gestart.
MOD5: Impulsmodus voor OPEN + DICHT met lichtrooster
Bij onderbreking van het lichtrooster in de eindpositie OPEN, wordt de
open-tijd (indien geprogrammeerd) niet opnieuw gestart, maar loopt
verder af.
MOD1 – MOD5 MOD1
22 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
Functie Beschrijving
Instelmogelkhe-
den
Fabrieksinstelling
PR.INGANG Programmeerbare ingang. Aansluiting op de klemmenstrip X4 (9+10)
MOD1: Drukknop Ged. open 1
Door het indrukken van de drukknop opent de deur zich tot in de tussen-
positie OPEN (Ged. OPEN).
Er vindt geen sluitbeweging plaats vanuit de positie Ged. OPEN.
MOD2: SchakelaarGed. open 1
Gesloten: Alle OPEN-commando‘s leiden tot de positie Ged. OPEN.
Open: Alle OPEN-commando's leiden tot de positie OPEN.
Er vindt een automatische sluitbeweging plaats vanuit beide posities.
MOD3: SchakelaarGed. open 2
Gesloten: Alle OPEN-commando‘s leiden tot de positie Ged. OPEN.
Open: Alle OPEN-commando's leiden tot de positie OPEN.
Er vindt alleen van de positie Ged. OPEN een automatische sluitbewe-
ging plaats.
MOD4: SchakelaarGed. open 3
Gesloten: Alle OPEN-commando‘s leiden tot de positie Ged. OPEN.
Open: Alle OPEN-commando's leiden tot de positie OPEN.
Er vindt alleen van de positie OPEN een automatische sluitbeweging
plaats.
MOD5: Drukknop Ged. open 2
Door het indrukken van de drukknop opent de deur zich tot in de tussen-
positie OPEN (Ged. OPEN). Er vindt ook een automatische sluitbeweging
plaats vanuit de positie Ged. OPEN.
MOD6: Activering„Automatischsluiten“
Gesloten: Automatische sluiten gedeactiveerd
Open: Automatisch sluiten is actief
MOD7: Externe ingang klok
De deur opent zodra het contact zich sluit en blijft in de stand OPEN tot
het contact zich opent. Daarna vindt een automatische sluiting plaats.
Deze functie kan door middel van de toets DICHT afgebroken worden. De
deur gaat DICHT.
MOD8: Keuzeschakelaar: openhouden / alarm
Gesloten: De deur beweegt naar de positie deel-OPEN en blijf
daar staan zolang het contact gesloten is.
Open: Normale functie
MOD9: Duur DICHT-signaal 1
Gesloten: Deur beweegt met actieve veiligheidsvoorzieningen
DICHT en blijft in de positie DICHT totdat het contact
zich opent. OPEN-commando's worden genegeerd.
Reageert tijdens het sluiten de veiligheidscontactlijst 3x,
dan blijft de deur in de positie OPEN staan.
Open: Normale functie
MOD10: Duur DICHT-signaal 2
Als MOD9, maar de deur blijft na 3x veiligheidscontactlijst en na een vrije
beweging van 750 ms in de desbetreffende positie staan.
MOD11: Keuzeschakelaar: openhouden / alarm
Gesloten: De deur beweegt naar de positie OPEN en blijf daar
staan zolang het contact gesloten is.
Open: Normale functie
MOD1 – MOD11 MOD1
FC DICHT Werking van de fotocel (X4 / 1-4) tijdens het sluiten.
MOD1: Stopt de deurinstallatie bij activering
MOD2: Stop en omkering van de deurinstallatie bij activering
MOD 1 – MOD 2 MOD 2
FC-OPEN Werking van de fotocel (X4 / 1-4) tijdens het openen.
MOD1: Tijdschakelklok is niet actief
MOD2: Bij activering van de fotocel tussen eindpositie DICHT en
vooreindschakelaar DICHT vindt een stilstand van de deurinstallatie
plaats. Het rode verkeerslicht brandt. De vooreindschakelaar DICHT wordt
automatisch ingesteld op de eindpositie DICHT + 600 inc.
MOD 1 – MOD 2 MOD 1
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 23
Functie Beschrijving
Instelmogelkhe-
den
Fabrieksinstelling
SKS VOOR Activering en aansluiting van een voorlopende fotocel. Het systeem vervangt
de traditionele veiligheidscontactlijst en geldt als een C-voorziening volgens
DINEN12453.
MOD1: Geen functie
MOD2: Voorlopende fotocel (MFZ)
Let op:
AlleencompatibelmetdevoorlopendefotocelvandermaMFZ.
Gedetailleerde informatie in de gebruikershandleiding van de voorlopende fotocel.
MOD 1 – MOD 2 MOD 1
Uitleg bij de relaismodi:
A. Functies van het verkeerslicht
MOD Benaming Eindpositie DICHT Eindpositie OPEN
Voorwaarschu-
wing
Beweging van de
deur
MOD 1 Rood verkeerslicht 1 AAN / UIT * UIT Knippert Brandt
MOD 2 Rood verkeerslicht 2 AAN / UIT * UIT Knippert Knippert
MOD 3 Rood verkeerslicht 3 AAN / UIT * UIT Brandt Brandt
MOD 18 Rood verkeerslicht 4 UIT UIT Knippert UIT
MOD 23 Groen verkeerslicht UIT Brandt UIT UIT
* afhankelijk van parameter MOD1-3 RUST
B. Positiemeldingen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD 6 Eindpositie OPEN Het relais sluit het contact wanneer de deur zich in de Eindpositie OPEN bevindt.
MOD 7 Eindpositie DICHT Het relais sluit het contact als de deur zich in de Eindpositie DICHT bevindt.
MOD 8 Niet eindpositie OPEN Het relais sluit het contact wanneer de deur zich niet in de Eindpositie OPEN bevindt.
MOD 9 Niet eindpositie DICHT Het relais sluit het contact wanneer de deur zich niet in de Eindpositie DICHT
bevindt.
MOD 10 Tussenpositie OPEN (Ged. OPEN) Het relais sluit het contact wanneer de deur zich in de positie Eindpositie OPEN (Ged.
OPEN) bevindt.
MOD 11 Tussenpositie DICHT (Ged. DICHT) Het relais sluit het contact wanneer de deur zich in de positie Eindpositie DICHT
(Ged. DICHT) bevindt.
MOD 12 Tussenpositie DICHT tot eindpositie DICHT Het relais sluit het contact als de deur zich in het gedeelte tussen de eindpositie
DICHT en tussenpositie DICHT (Ged DICHT) bevindt.
24 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
MOD Benaming Opmerkingen
MOD 19 Tussenpositie OPEN tot eindpositie OPEN Het relais sluit het contact als de deur zich in het gedeelte tussen de eindpositie
OPEN en tussenpositie OPEN (Ged OPEN) bevindt.
C. Impulssignalen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD 4 Impuls bij OPEN-commando Het relais sluit het contact gedurende 1 seconde wanneer de deur een OPEN-
commando van buitenaf krijgt. Met deze impuls kan bijvoorbeeld een lichtregeling
worden gerealiseerd.
MOD 27 Impuls na bereiken van de eindpositie OPEN Het relais sluit het contact gedurende 2 seconden wanneer de deur de positie
Eindpositie OPEN bereikt. Met deze impuls kan bijvoorbeeld een volgende slagboom
worden geopend.
D. Remfuncties
MOD Benaming Opmerkingen
MOD 14 Rem (ruststroomprincipe) Via het relais wordt het schakelcontact van de remgelijkrichter aangestuurd om een
snellere remwerking te realiseren. Zodra de deur zich beweegt, wordt het contact
gesloten en de rem geventileerd (ruststroomprincipe).
MOD 15 Rem (werkstroomprincipe) Via het relais wordt het schakelcontact van de remgelijkrichter aangestuurd om een
snellere remwerking te realiseren. Zodra de deur zich beweegt, wordt het contact
geopend en de rem wordt geventileerd (werkstroomprincipe).
MOD 16 Rem (ruststroomprincipe) in eindpositie OPEN
geschakeld
Via het relais wordt het schakelcontact van de remgelijkrichter aangestuurd om een
snellere remwerking te realiseren. Zodra de deur zich beweegt, wordt het contact
gesloten en de rem geventileerd (ruststroomprincipe). Om in de bovenste eindpositie
een zachter stopgedrag van de deur te bereiken, wordt het schakelcontact in de
positie Eindpositie OPEN (OPENTIJD) niet geschakeld.
E. Storingsmeldingen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD 5 Storingsmelding Het relais opent het contact wanneer er een stopcommando komt of een fout
optreedt. Alle fouten van hoofdstuk 10 leiden tot de activering van het relais.
MOD 17 Veiligheidscontactlijst bediend Het relais opent het contact wanneer de veiligheidscontactlijst wordt geactiveerd.
Een fout van de veiligheidscontactlijst of een mislukte test wordt via MOD5
aangegeven.
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 25
F. Functies voor het externe toebehoren
MOD Benaming Opmerkingen
MOD 13 Magneetslotfunctie Aansturing voor een elektromechanisch vergrendelsysteem. Het relais sluit het
contact voorafgaande aan elke OPEN-beweging en blijft actief totdat de deur weer is
gesloten. In de ruststand, bij gesloten deur, is het relaiscontact open.
Een vertragingstijd voor de start van de deuraandrijving kan via de parameter
„VERTR.-OPEN“en„WAAR.VOOR“wordengerealiseerd.
MOD 20 Activering overdrachtsysteem infrarood Voorafgaande aan elke OMLAAG-commando, wordt het overdrachtsysteem infrarood
geactiveerd en blijft actief gedurende het sluiten.
Door de activering vindt een met ca. 0,5 seconde vertraagde neerlating plaats.
MOD 21 Test van de intrekbeveiliging Het relais genereert een testsignaal bij het bereiken van de eindpositie DICHT en
verwacht als reactie op het testsignaal een bediening van het stopcircuit.
MOD 22 ActiveringtransmissiesysteemFunk(radiograe)1en4 Het relais genereert een testsignaal bij het bereiken van de eindpositie OPEN en
verwachte als reactie op het testsignaal een activering van de contactlijstingang.
MOD 24 Condensatorschakeling Bij elk bewegingscommando wordt het relais ca. 1 seconden gesloten. Met behulp
van dit relais wordt een voor wisselstroomtoepassingen benodigde startcondensator
bijgeschakeld om een veilige start van de motor te garanderen.
Voor STAW-serie met een verhoogde belasting.
MOD 25 Erichtfunctie Bij elke OPEN opdracht, wordt het relais gesloten voor 2 minuten en kan dus worden
gebruikt voor het besturen verlichting.
MOD 26 ActiveringtransmissiesysteemFunk(radiograe)2en4 Voorafgaande aan elk NEER-commando wordt het transmissiesysteem Funk
(radiograe)meteenimpulsgeactiveerd.Deduurvandeactiveringmoetophet
transmissiesysteem ingesteld worden.
Door de activering vindt een met ca. 0,5 seconde vertraagde neerlating plaats.
MOD 28 Relais AAN Het relais wordt 1 seconde in tijd vertraagd ingeschakeld zodra de netspanning
wordt ingeschakeld en blijft zo lang ingeschakeld als de stroomvoorziening niet
wordt onderbroken.
MOD 29 Relais UIT Het relais is doorgaans uitgeschakeld, het contact is daardoor altijd geopend.
26 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
9.3 Gebruiksmodus diagnose
Weergave Betekenis Toestand
ES BOVEN Eindpositie OPEN OFF: Eindpositie is bereikt
ON: Eindpositie is niet bereikt
ES BENEDEN Eindpositie DICHT OFF: Eindpositie is bereikt
ON: Eindpositie is niet bereikt
OPEN-TOETS Commandotoets / ingang OPEN ON: Toets is ingedrukt / ingang is actief
OFF: Toets niet ingedrukt / Ingang niet actief
PR.INGANG Programmeerbare ingang (X4 / 9+10) ON: Ingang is actief
OFF: Ingang niet actief
DICHT-TOETS Commandotoets / Ingang DICHT ON: Toets is ingedrukt / ingang is actief
OFF: Toets niet ingedrukt / Ingang niet actief
SKS Veiligheidscontactlijst
(DW,8,2kΩofopto-sensor)
of lichtrooster (optische sensor)
(X4 / 5-8) DICHT-richting
ON: systeem is gesloten
OFF: systeem is onderbroken (storing)
IMPULS Commandotoets / ingang IMPULSE
(X3 / 7+8)
ON: Toets is ingedrukt / ingang is actief
OFF: Toets is niet ingedrukt / ingang is niet actief
SCHAKELKLOK weekschakelklok (opsteekbar) ON: tijdschakelklok is actief
OFF: tijdschakelklok is niet actief
FOTOCELBEW Passeerfotocel (X4 / 1-4) ON: Signaal van de fotocel is in orde
OFF: Lichtstraal onderbroken of fotocel defect
STOPKETEN Veiligheidscircuit
Noodstopsystemen van de deurinstal-
latie
ON: Veiligheidscircuit is gesloten
OFF: Veiligheidscircuit is onderbroken
CYKLUS Deurcycliteller Weergave van de doorlopen deurcycli
1 x OPEN + 1 x DICHT = 1 cyclus
Er wordt alleen geteld als de betreffende einduitschakelpunten zijn bereikt.
AWG Positie van de absolute waardegever Weergave van de momenteel overgedragen waarde
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 27
10. Foutmelding en ophefng storing
Foutweergave op het LCD-scherm / status-LED H4 en H6
Storing / foutmelding Oorzaak Ophefng
Systeem reageert niet Geen spanning aanwezig. Voeding van aandrijving en besturing controleren.
Deur beweegt bij het indrukken van de OPEN-toets
in de eindpositie DICHT
Deur beweegt bij het indrukken van de DICHT-toets
in de eindpositie OPEN
Draaiveld is verkeerd. Draaiveld controleren en evt. voor rechts-draaiveld
zorgen.
STOPKETEN / H6 (geel) uit Veiligheidscircuit is onderbroken.
X3 / 1+2 veiligheidscircuit besturing
NOODSTOP, slappe-
koordschakelaar
X6 / 1+2 AAN / UIT intern
X11 / 4+8 Veiligheidscircuit aandrijving AWG
X14 / 8+4 Interface RS485
X2 / B1+B2 Veiligheidscircuit aandrijving MEC
X3 / 3+4 Stopknop extern
X7 / 1+2 Stopknop intern
Veiligheidscircuit controleren, onderbreking
lokaliseren en probleem oplossen.
ERROR EINDPOS. De installatie bevindt zich buiten het
geprogrammeerde eindpositiebereik.
De eindposities zijn nog niet geprogrammeerd.
Deur in het geprogrammeerde bereik terugzetten.
Eindposities eerst programmeren.
ERROR LOOPTIJD De geprogrammeerde bewegingsduur is
overschreden.
Bewegingsbaan en looptijd van de deur
controleren.
Looptijd eventueel herprogrammeren.
ERROR SKS / H4 (groen) uit Veiligheidscontactlijst defect (X4 / 5-8). Veiligheidscontactlijst en spiraalkabel
controleren.
Veiligheidscontactlijst is actief. eventueel Obstakel uit het deurgedeelte
verwijderen.
ERROR SKS-TEST Detestvandeaangeslotendrukgolijstwasniet
succesvol.
DW-schakelaar,spiraalkabelenproelcontroleren.
Instelling DW POINT controleren.
Testen van de transmissiesystemen Funk
(radiograe)1–4ismislukt.
TransmissiesysteemFunk(radiograe)
controleren.
Ingesteld relais MOD voor transmissiesysteem
controleren.
Ô „F. Functiesvoorhetexternetoebehoren“op
pagina 25
ERROR DR.-VELD Het aanwezige draaiveld is geen rechts
draaiveld.
Draaiveld controleren en eventueel wijzigen.
Ô „6.4 Controle van de aandrijvingsdraairichting/
bewegingsrichting“
ERROR RS485-AWG Signaaloverdracht tussen de absolute
waardegever en de besturing is onderbroken of
verstoord.
Kabel- en stekkerverbinding controleren en
eventueel vervangen.
AWG -- STATUS De absolute waardegever is defect. Absolute waardegever controleren en indien
nodig vervangen.
ERROR KRACHT De krachtbewaking heeft gereageerd. Deur op mechanische schade controleren.
Na het opheffen van de storingsoorzaak moet één keer de spanning van de besturing worden gehaald!
28 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
Mechanische en elektrische gegevens
Afmetingen behuizing: 215 x 275 x 190 mm
Montage: Verticaal op de wand;
Minimalehoogtevan1100mm
Voeding via 400V/3~,50/60Hz
L1, L2, L3, N, PE: 230V/3~,50/60Hz
L1, N, PE: 230V/3~,50/60Hz,
Stroomverbruik max. 2200 W,
bijvoeding400V/3~
Zekeringen: 10 A K-karakteristiek
Eigen verbruik van de
besturing:
max. 250 mA
Stuurspanning: 24 V DC, max. 250 mA; beveiligd met
automatische zekering voor externe sensoren
Stuuringangen: 24 V DC, alle ingangen moeten potentiaalvrij
worden aangesloten. min. Signaalduur voor
ingangsstuurcommando > 100 ms
Stuuruitgangen: 24 V DC, max. 250 mA
RS485 A en B: alléén voor elektronische eindschakelaars
RS485-niveau,afgeslotenmet120Ω
Veiligheidsketen /
noodstop:
Alle ingangen altijd potentiaalvrij aansluiten; bij
onderbreking van de veiligheidsketen is geen
elektrische beweging van de aandrijving meer
mogelijk, ook niet in de dodemansschakeling.
Ingang veiligheidscontact-
lst(veiligheidsniveauC):
Performance Level C
voor elektrische veiligheidscontactlijsten met
8,2kΩ,afsluitweerstandvoordynamische
optische systemen.
Fotocel
(Veiligheidsniveau D):
Indien de fotocel wordt gebruikt als
beveiligingssysteem van niveau D, moet de
werking regelmatig elke 6 maanden worden
gecontroleerd.
Relaisuitgangen: wanneer inductieve lasten worden
geschakeld (bijv. nog meer relais of remmen),
dan moeten deze met de betreffende
ontstromingsmaatregelen (bijv. vrijloopdiode,
varistoren, weerstandcondensatoren) worden
uitgerust. Werkcontact potentiaalvrij; min.
10mA;max.230VAC / 4A.
Contacten die één keer voor een
contactverbreking werden gebruikt, kunnen
geen kleine stromen meer schakelen.
Temperatuurbereik: Bedrijf: -10°C … +45°C
Opslag: -25°C … +70°C
Luchtvochtigheid: t/m 80% niet condenserend
Vibraties: Trillingsarme montage, bijv. op een gemetselde
wand
Veiligheidsklasse: IP 65
Gewicht: ca. 1,8 kg
11. Technische specicaties
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 29
12. Onderhoud
De CS 300-besturing is onderhoudsvrij.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok!
Voorafgaande aan onderhoudswerkzaamheden aan de
besturing of de deurinstallatie moet de besturing altijd
worden losgekoppeld van de elektriciteitsvoorziening.
Zorg ervoor dat tijdens de werkzaamheden de stroom
onderbroken blijft.
Bij onderhoud aan de deurinstallatie de volgende punten in
acht worden genomen:
Het onderhoud van de deurinstallatie mag alleen worden
uitgevoerd door bevoegde personen.
De richtlijn ASR A1.7 moeten worden nageleefd.
Versleten of beschadigde onderdelen moeten worden
vervangen.
Er mogen alleen goedgekeurde onderdelen zijn
gemonteerd.
Het onderhoud moet worden gedocumenteerd.
Vervangen defecte onderdelen moeten op de juiste manier
worden afgevoerd.
30 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
13. EG-conformiteitsverklaring
Hierbij verklaren wij dat het hieronder aangegeven product
Deurbesturing CS 300
aan de basiseisen van de machinerichtlijn (2006/42/EG)
voldoet:
De logische eenheid komt overeen met alle bepalingen van de
EG-bouwproductenverordening (305/2011/EU)
Elektromagnetische compatibiliteitsrichtlijn
(2014/30/EU)
Laagspanningsrichtlijn (2014/35/EU)
De volgende normen worden toegepast:
EN 60204-1: 2006
Veiligheid van machines - Elektrische uitrusting van machines;
Deel 1: Algemene eisen
EN ISO 12100: 2010
Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen -
Risicobeoordeling en risicoreductie
DIN EN 12453: 2000
Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren – Eisen
prEN 12453: 2014
Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren
(uitsluitend voor de punten 1.3.7 en 1.4.3 van bijlage I van de
Machinerichtlijn)
DIN EN 61000-6-2
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 6-2:
Algemene normen - Immuniteit voor industriële omgevingen
DIN EN 61000-6-3
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 6-3:
Algemene normen - Emissienormen voor huishoudelijke,
handels- en lichtindustriële omgevingen
DIN EN 60335-1: 2012
Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen -
Veiligheid - Deel 1: Algemene eisen
DIN EN 60335-2-103: 2003
Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen -
Veiligheid - Deel 2-103: Bijzondere eisen voor poorten,
deuren en ramen
De relevante technische documentatie is in overeenstemming
metblageVII,deelB,vandeEG-machinerichtln2006/42/
EGopgesteld.Wzettenonsinomdezeopverzoekbinnen
eenredelketermninelektronischevormintedienenbde
autoriteiten voor markttoezicht.
Voor de samenstelling van de technische documentatie is
gemachtigd:
Marantec GmbH & Co. KG, Remser Brook 11,
D-33428 Marienfeld
De onvolledige machine mag pas in bedrijf worden genomen
als is vastgesteld dat de machine, waarin de onvolledige
machine wordt ingebouwd, voldoet aan de bepalingen van de
machinerichtlijn (2006/42/EG).
Plaats en datum
Marienfeld, 20-04-2016
Handtekening fabrikant
Michael Hörmann
Functie van de ondertekenaar
Directie
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 31
32 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
14. Bijlage
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
N
L3
L2
L1
X5
X4
X3
X2
X11
X7
X6
X12
PE
PE
PE
X1
X10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X8
X9
H4
X13
H6
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
N
L3
L2
L1
PE
PE
PE
13 5135
24 6246
T1
K2
K1
400V/50Hz/3/N/PE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
X10
X11
X2
X1
X12
X6
X13
X7
X3
X4
X9
X8
0V
Sig
+ 12 V
8,2 KOhm
8,2 KOhm
14.1 Overzicht van de aansluitingen
Klemmenstrip X5
(potentiaalvrij schakelcontact)
- Relais 1
- Relais 2
- Relais 3
- Relais 4
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
N
L3
L2
L1
X5
X4
X3
X2
X11
X7
X6
X12
PE
PE
PE
X1
X10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X8
X9
H4
X13
H6
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
N
L3
L2
L1
PE
PE
PE
13 5135
24 6246
T1
K2
K1
400V/50Hz/3/N/PE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
X10
X11
X2
X1
X12
X6
X13
X7
X3
X4
X9
X8
0V
Sig
+ 12 V
8,2 KOhm
8,2 KOhm
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 33
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
N
L3
L2
L1
X5
X4
X3
X2
X11
X7
X6
X12
PE
PE
PE
X1
X10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X8
X9
H4
X13
H6
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
N
L3
L2
L1
PE
PE
PE
13 5135
24 6246
T1
K2
K1
400V/50Hz/3/N/PE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
X10
X11
X2
X1
X12
X6
X13
X7
X3
X4
X9
X8
0V
Sig
+ 12 V
8,2 KOhm
8,2 KOhm
Klemmenstrip X3
(belegging)
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar impuls
1
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
- Noodstop,
kabelschakelaar,
loopdeurcontact,
intrekbeveiliging
Klemmenstrip X4
(voor optisch-elektrische veiligheidscontactlijst)
- GEDEELTELIJK-OPEN
2
- Veiligheidscontactlijst
OPTISCH
- Lichtrelais doorgang
3
- 24V gelijkstroom /
250 mA
4
Klemmenstrip X4
(voor veiligheidscontactlijst van 8,2 kOhm)
- GEDEELTELIJK-OPEN
2
- Veiligheidscontactlijst
- Lichtrelais doorgang
3
- 24V gelijkstroom /
250 mA
4
1
sequentiële sturing
2
schakelaar of programmeerschakelaar
3
werkt in neerwaartse richting
4
voor externe schakelapparaten
(Aansluiting op klemmen 1 en 2)
5
- Een weerstand van 8,2 KOhm moet
in serie worden geschakeld
- Het invoerpunt SKS-TEST moet
ingeschakeld worden
wt: wit
gr: groen
br: bruin
Klemmenstrip X4
(voor pneumatische veiligheidscontactlijst - DA)
5
- GEDEELTELIJK-OPEN
2
- Veiligheidscontactlijst
- Lichtrelais doorgang
3
- 24V gelijkstroom /
250 mA
4
Schakelaar OPEN / STOP / DICHT
(6-aderige oplossing)
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
Schakelaar OPEN / STOP / DICHT
(4-aderige oplossing)
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
Impulsschakelaar
(Sequentiële sturing)
- Schakelaar impuls
Schakelaar OPEN / DICHT
- DICHT
- OPEN
Dekseltoets CS
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
Dekseltoets KDT
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
Interne AAN/UIT-schakelaar
Externe radio
- Schakelaar impuls
- Schakelaar OPEN
- GND
- 24 V DC
34 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 35
#1700010981
#99252
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Marantec CS 300 de handleiding

Type
de handleiding