HOTPOINT/ARISTON HTM 1720 V Gebruikershandleiding

Categorie
Koelkasten
Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

47
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
BELANGRIJK OM TE LEZEN EN OP TE VOLGEN
Lees deze veiligheidsaanwijzingen zorgvuldig voordat u het apparaat gebruikt.
Houd ze bij de hand voor raadpleging in de toekomst. In deze aanwijzingen en
op het apparaat zelf worden belangrijke veiligheidswaarschuwingen gegeven,
die altijd opgevolgd moeten worden. De fabrikant is niet aansprakelijk voor het
niet opvolgen van deze veiligheidsaanwijzingen, voor onjuist gebruik van het
apparaat of voor verkeerde instelling van de bedieningselementen.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
Zeer jonge (0-3 jaar) en jonge kinderen (3-8 jaar) moeten uit de buurt van het
apparaat worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen van 8 jaar of ouder en personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale vermogens of gebrek aan kennis en ervaring mogen dit apparaat alleen
gebruiken als ze onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilige gebruik en de gevaren van het apparaat begrijpen.
Kinderen mogen niet spelen met het apparaat. Reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden mogen niet door kinderen zonder toezicht
worden uitgevoerd.
TOEGESTAAN GEBRUIK
Dit apparaat is uitsluitend voor huishoudelijk en niet voor professioneel gebruik.
Gebruik het apparaat niet buiten.
Bewaar geen explosieve of ontvlambare stoffen zoals spuitbussen en plaats of
gebruik geen benzine of andere ontvlambare stoffen in of in de buurt van het
apparaat: er kan brand uitbreken als het apparaat per ongeluk wordt aangezet.
VOORZICHTIG: Het apparaat is niet
bedoeld om te worden gebruikt door
middel van een externe timer of
aparte afstandsbediening.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik
in huishoudelijke en vergelijkbare
toepassingen zoals:
- voor gebruik door medewerkers in
winkels, kantoren en andere
werkomgevingen;
- boerderijen en door klanten van
hotels, motels en andere soorten
woonomgevingen;
- bed and breakfast-omgevingen;
- catering en vergelijkbare
kleinhandeltoepassingen.
Het lampje binnenin het apparaat is
speciaal ontworpen voor
huishoudelijke apparaten en is niet
geschikt voor algemene verlichting van
ruimtes binnenshuis (EG-verordening
244/2009).
Het apparaat is afgesteld om te
werken in ruimten waarin de
48
temperatuur binnen de volgende
waarden ligt, afhankelijk van de
klimaatklasse die op het typeplaatje is
vermeld. Het is mogelijk dat het
apparaat niet goed functioneert als het
lange tijd in een ruimte staat bij een
hogere of lagere temperatuur dan het
genoemde bereik.
Klimaatklasse Omg. temp. (°C)
SN Van 10 tot 32
N Van 16 tot 32
ST Van 16 tot 38
T Van 16 tot 43
Dit apparaat bevat geen CFK's. Het
koelcircuit bevat R600a (HC).
Voor apparaten met isobutaan
(R600a):
isobutaan is een natuurlijk gas dat geen
schadelijke invloed heeft op het milieu,
maar wel ontvlambaar is.
Controleer daarom altijd of de
leidingen van het koelcircuit niet
beschadigd zijn. Let met name goed
op in geval van beschadigde leidingen
bij het legen van het koelcircuit.
WAARSCHUWING: Beschadig de
leidingen van het koelcircuit van het
apparaat niet.
WAARSCHUWING: Houd de
ventilatieopeningen in de ombouw van
het apparaat of in de ingebouwde
structuur vrij van obstructie.
WAARSCHUWING: Gebruik geen
mechanische, elektrische of chemische
middelen die het ontdooiproces
versnellen behalve die door de
fabrikant zijn aanbevolen.
WAARSCHUWING: Gebruik of
plaats geen elektrische apparaten in de
vakken van het apparaat, als hiervoor
geen uitdrukkelijke toestemming door
de fabrikant is gegeven.
WAARSCHUWING: De ijsmakers
en/of waterdispensers die niet
rechtstreeks op het waterleidingnet
zijn aangesloten, mogen uitsluitend
met drinkwater worden gevuld
WAARSCHUWING: Automatische
ijsmakers en/of waterdispensers
moeten worden aangesloten op een
waterleiding die uitsluitend drinkwater
levert, met een waterleidingdruk
tussen 0,17 en 0,81 MPa (1,7 en 8,1
bar).
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (bij enkele
modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die
net uit de vriezer komen, aangezien
deze vriesbrandwonden kunnen
veroorzaken.
Bij producten die ontworpen zijn voor
gebruik met een luchtfilter binnenin
een toegankelijk ventilatordeksel,
moet het filter altijd op zijn plaats
zitten als de koelkast in werking is.
Bewaar geen dranken in glas in het
vriesvak, omdat het glas dan kan
breken.
Blokkeer de ventilator (indien
aanwezig) niet met levensmiddelen.
Controleer, nadat u de levensmiddelen
geplaatst hebt, of de deur van de
vakken goed sluit, met name die van
het vriesvak.
Beschadigde pakkingen moeten zo
snel mogelijk vervangen worden.
Gebruik het koelvak alleen voor het
bewaren van verse levensmiddelen en
49
INSTALLATIE
De installatie en reparaties moeten worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde monteur overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant
en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. Repareer of vervang geen enkel
onderdeel van het apparaat, tenzij dit expliciet in de gebruikershandleiding is
vermeld.
Kinderen mogen geen installatiehandelingen uitvoeren. Houd kinderen uit de
buurt tijdens de installatie. Houd de verpakkingsmaterialen (plastic zakken,
stukken piepschuim enz.) buiten het bereik van kinderen tijdens en na de
installatie.
Het apparaat moet door twee of meer personen worden verplaatst en
geïnstalleerd. Draag beschermende handschoenen om het apparaat uit te
pakken en te installeren.
Let erop dat u de vloeren (bijv. parket) niet beschadigt wanneer u het apparaat
verplaatst.
Installeer het apparaat op een vloer of steun die het gewicht kan dragen en op
een plaats die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik van het apparaat.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet beschadigd is tijdens
het transport. Neem bij problemen contact op met uw leverancier of met de
dichtstbijzijnde Klantenservice.
Het apparaat moet losgekoppeld zijn van de elektriciteit voordat u met de
installatie begint.
Zorg ervoor dat het apparaat tijdens de installatie de voedingskabel niet
beschadigt.
Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven het apparaat om een goede
ventilatie te garanderen.
De afstand tussen de achterkant van het apparaat en de wand achter het
apparaat moet 50 mm bedragen, om contact met warme oppervlakken te
voorkomen. Een kleinere afstand leidt tot een hoger energieverbruik van het
apparaat.
het vriesvak alleen voor het bewaren
van ingevroren levensmiddelen het
invriezen van levensmiddelen en het
maken van ijsblokjes.
Leg geen onverpakt voedsel direct op
de binnenoppervlakken van de
koelkast of het vriesvak.
Sommige apparaten kunnen speciale
vakken hebben (vak voor verse
levensmiddelen, nulgradenvak,...).
Indien niet anders aangegeven in het
speciale boekje van het apparaat,
kunnen deze verwijderd worden,
terwijl gelijkwaardige prestaties
gehandhaafd blijven.
C-Pentaan wordt gebruikt als stuwgas
in het isolatieschuim en is een
ontvlambaar gas.
50
Zet het apparaat pas aan als de installatie voltooid is.
Wacht minstens twee uur voordat u het apparaat inschakelt, om het koelcircuit
perfect te kunnen laten functioneren.
Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron.
WAARSCHUWINGEN M.B.T. ELEKTRICITEIT
Volgens de geldende veiligheidsvoorschriften moet er een omnipolaire
schakelaar met een minimale afstand van 3 mm tussen de contacten
geïnstalleerd worden en moet het apparaat geaard worden.
Als de bijgeleverde stekker niet geschikt is voor uw wandstopcontact, neem dan
contact op met een gekwalificeerde technicus.
De voedingskabel moet lang genoeg zijn om het apparaat, als het aangebracht
is in zijn behuizing, te kunnen aansluiten op de netvoeding. Trek niet aan de
voedingskabel.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door een
identiek snoer.
De voedingskabel mag alleen worden vervangen door een gekwalificeerde
technicus overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de geldende
veiligheidsvoorschriften.
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Voor apparaten met een vaste stekker: als de bijgeleverde stekker niet geschikt
is voor uw wandstopcontact, neem dan contact op met een gekwalificeerde
technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren, stekkerdozen of adapters.
Gebruik dit apparaat niet als de voedingskabel of de stekker beschadigd zijn, als
het niet goed werkt of als het beschadigd of gevallen is. Houd het snoer uit de
buurt van warme oppervlakken.
De elektrische onderdelen mogen niet toegankelijk zijn voor de gebruiker na de
installatie.
Raak het apparaat niet aan met natte lichaamsdelen en bedien het niet met blote
voeten.
REINIGING EN ONDERHOUD
Draag beschermende handschoenen bij reiniging en onderhoud.
Het apparaat moet losgekoppeld worden van de elektriciteit voordat u
onderhoud gaat uitvoeren.
Gebruik nooit stoomreinigers.
Gebruik geen schuurmiddelen zoals ruitenreinigers, schuursponsjes,
ontvlambare vloeistoffen, reinigingswas, geconcentreerde reinigingsmiddelen,
bleekmiddel of reinigingsmiddelen die aardolie bevatten op kunststof
onderdelen, pakkingen van de deuren of afdichtingen. Gebruik geen
keukenpapier, schuursponsjes, of andere ruwe schoonmaakgereedschappen.
51
AFVOER VAN VERPAKKINGSMATERIALEN
Het verpakkingsmateriaal is 100%
recyclebaar, zoals aangegeven wordt door het
recyclingsymbool.
.
De diverse onderdelen van de verpakking mogen
daarom niet bij het gewone huisvuil worden
weggegooid, maar moeten worden afgevoerd
volgens de plaatselijke voorschriften.
AFDANKEN VAN HUISHOUDELIJKE
APPARATEN
Maak het apparaat op het moment dat het wordt
afgedankt onbruikbaar door de voedingskabel
door te snijden en de deuren en schappen (indien
aanwezig) te verwijderen, zodat kinderen niet
gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen en
opgesloten kunnen raken.
Dit product is vervaardigd van recyclebaar
of
herbruikbaar materiaal.
Dank het apparaat af in overeenstemming
met plaatselijke milieuvoorschriften voor
afvalverwerking.
Voor meer informatie over behandeling,
terugwinning en recycling van dit apparaat kunt
u contact opnemen met uw plaatselijke instantie,
de vuilnisophaaldienst of de winkel waar u dit
product hebt gekocht.
Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese richtlijn 2012/19/EG
inzake Afgedankte Elektrische en Elektronische
Apparatuur (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product op de
juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u
mogelijk schadelijke gevolgen voor het milieu en
de gezondheid te voorkomen, die veroorzaakt
zouden kunnen worden door onjuiste verwerking
van dit product als afval.
Het symbool
op het product of op
de bijbehorende documentatie
geeft aan dat het niet mag worden behandeld
als gewoon huisvuil, maar dat het
naar een speciaal inzamelpunt voor
recycling van elektrische en elektronische
apparatuur moet worden gebracht.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Installeer het apparaat in een droge, goed
geventileerde ruimte zo ver mogelijk uit de buurt
van warmtebronnen (bijv. radiator, kookplaat,
enz.) en op een plaats die niet blootstaat aan
direct zonlicht. Gebruik indien nodig een
isolatieplaat.
Volg de installatie-aanwijzingen om geschikte
ventilatie te garanderen.
Onvoldoende ventilatie aan de achterkant van
het apparaat verhoogt het energieverbruik en
vermindert de koelefficiëntie.
De binnentemperatuur van het
apparaat kan beïnvloed worden door de
omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt
geopend en de plaats van het apparaat. Bij het
instellen van de temperatuur moet rekening
gehouden worden met deze factoren.
Beperk het openen van de deur zo veel mogelijk.
Leg diepvriesproducten in de koelkast wanneer
u ze ontdooit. De lage temperatuur van de
diepvriesproducten koelt het voedsel in de
koelkast.
Laat warm voedsel en warme dranken afkoelen
voordat u ze in het apparaat plaatst.
Plaatsing van de schappen in de koelkast is niet
van invloed op het efficiënte energieverbruik.
Levensmiddelen moeten zodanig op de schappen
geplaatst worden dat goede luchtcirculatie
gegarandeerd is (levensmiddelen mogen elkaar
niet raken en er dient voldoende afstand te
worden bewaard tot de achterwand).
U kunt de opslagcapaciteit van diepgevroren
levensmiddelen vergroten door de korven
en, indien aanwezig, het Stop Frost-schap,
te verwijderen waarbij een gelijkwaardig
energieverbruik gehandhaafd wordt.
Producten met een hoge energieklasse zijn
uitgerust met hoog-efficiënte motoren die
langer in werking blijven, maar minder stroom
verbruiken.
U hoeft zich geen zorgen te maken wanneer de
motor langdurig blijft lopen.
MILIEUTIPS
CONFORMITEITSVERKLARING
Dit apparaat is ontworpen, gebouwd en
gedistribueerd in overeenstemming met de
vereisten van de volgende Europese richtlijnen:
Laagspanningsrichtlijn 201/35/EU, Richtlijn
Elektromagnetische compatibiliteit 2014/30/EU
en RoHS 2011/65/EU.
Dit apparaat is ontworpen, gebouwd en
gedistribueerd in overeenstemming met
de vereisten m.b.t. ecologisch ontwerp
en vermelding van het energieverbruik op
de etikettering van de volgende Europese
richtlijnen: 2009/125/EG en 2010/30/EU.
52
OVERZICHT
Schap vriesvak
Thermostaat en
lamp
Ventilator
bij sommige
modellen
Glazen schappen
Afdekplaat
groente- en
fruitlade
Groente- en
fruitlade
Deurvakken
Deze illustratie is alleen ter indicatie, zie voor details uw eigen apparaat.
53
GEBRUIK VAN DE KOELKAST
Dit apparaat is een koelkast met een vriesvak met
sterren.
De koelkast wordt geheel automatisch ontdooid.
Ingebruikneming van de koelkast
Steek de stekker in het stopcontact.
Met de thermostaat kan de temperatuur in beide vakken
worden ingesteld: koelkast en vriesvak.
Instellen van de temperatuur in de vakken:
1. Voor een goede werking en optimale conservering van
voedsel adviseren wij u om de aanwijzingen op het
bijgevoegde productinformatie te volgen voor het
instellen van de thermostaat.
2. Als u de temperatuur in de koelkast wilt wijzigen, draait u
de thermostaatknop:
op de lagere cijfers/MIN voor een MINDER KOUDE
temperatuur in het vak;
op de hogere cijfers/MAX voor een KOUDERE
temperatuur.
Thermostaat op 0: apparaat werkt niet, geen verlichting.
3. Druk op de betreffende schakelaar (afb. G) om de
anticondensfunctie te activeren.
Opmerking:
De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur
wordt geopend en de plaats van het apparaat kunnen van
invloed zijn op de binnentemperatuur van de koelkast. De
stand van de thermostaatknop dient op grond van deze
factoren te worden aangepast.
Bewaren van levensmiddelen in de koelkast
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding hiernaast.
A. Gekookt voedsel
B. Vis, vlees
C. Groente en fruit
D. Flessen
E. Eieren
F. Boter, kaas en zuivelproducten
Opmerking:
De afstand tussen de schappen en de achterste binnenwand
van de koelkast zorgt voor een vrije luchtcirculatie.
Zet de levensmiddelen niet tegen de achterwand van de
koelkast.
Zet geen levensmiddelen in de vakken die nog warm zijn.
Bewaar vloeistoffen in gesloten houders.
Het bewaren van groente met een hoog watergehalte kan
leiden tot condensvorming in de groente- en fruitlade: dit is
niet van invloed op de goede werking van het apparaat.
Voor de
uitvoeringen met
anticondensfunctie
Afb. G
54
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
Het vriesvak is een vak met sterren.
Er kunnen diepvriesproducten in worden bewaard
gedurende de periode die op de verpakking vermeld
wordt. Bovendien kan vers voedsel worden ingevroren
door het boven op het rooster te zetten, op het
hoogste niveau, terwijl u al ingevroren producten in het
onderste gebied van de cel zet, zodanig dat ze niet in
contact komen met het nog in te vriezen voedsel.
De hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur
kan worden ingevroren staat aangegeven op het
typeplaatje.
Let op:
Wikkel en verzegel de in te vriezen verse
levensmiddelen in:
aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic verpakking,
polyethyleen bakjes met deksel, diepvriesbakken die
geschikt zijn voor het invriezen van vers voedsel.
Het vriesvak is in staat de juiste temperatuur te handhaven
voor het bewaren van voedsel, ook in het geval dat de
elektriciteit uitvalt. Geadviseerd wordt om gedurende een
dergelijke periode de deur van het vak niet te openen.
Let op:
In de tabel hiernaast ziet u de aanbevolen maximale
bewaartijd van ingevroren verse levensmiddelen.
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
Controleer of de verpakking niet beschadigd is (ingevroren
levensmiddelen in beschadigde verpakking kunnen
bedorven zijn). Als de verpakking bol staat of als er
vochtplekken op zitten, is het product niet onder optimale
omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk
ontdooid zijn.
Diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht en
in isolerende tassen worden vervoerd.
Leg de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het
vriesvak.
Als voedsel gedeeltelijk ontdooid is, mag het niet opnieuw
worden ingevroren.
Eet het binnen 24 uur op.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot
een minimum worden beperkt.
De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moet
worden gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd.
IJsblokjes maken
Vul het ijsbakje voor 3/4 met water en zet het op de bodem
van het vriesvak.
Gebruik, indien het ijsbakje aan de bodem van het vriesvak
is vastgevroren, geen puntige of scherpe voorwerpen om
het los te maken.
MAANDEN VOEDSEL
55
DE VRIEZER ONTDOOIEN EN REINIGEN
Wij raden u aan het vriesvak een of twee maal per jaar
te ontdooien, of wanneer de ijsvorming op de wanden
ongeveer 3 mm dik is geworden. Ontdooi het vriesvak
bij voorkeur als het bijna leeg is.
1. Open de deur en haal alle levensmiddelen uit de vriezer,
wikkel ze dicht tegen elkaar in krantenpapier en bewaar ze
op een koele plaats of in een koeltas.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Laat de deur open zodat het ijs kan smelten.
4. Verwijder het dooiwater dat op de bodem van de cel is
ontstaan.
5. Reinig de binnenkant van de vriezer met een vochtige spons
met lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel.
Gebruik geen schuurmiddelen.
6. Spoel goed en droog zorgvuldig af.
Opmerking: Gebruik, om onherstelbare schade aan
het vriesvak te voorkomen, geen puntige of scherpe
metalen voorwerpen om het ijs te verwijderen en
verwarm het vriesvak niet kunstmatig.
DE KOELKAST REINIGEN
Reinig het koelvak geregeld.
De koelkast wordt geheel automatisch ontdooid.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de
binnenkant van de koelkast duidt erop dat het apparaat bezig
is automatisch te ontdooien.
Het dooiwater wordt automatisch via een afvoeropening in
een opvangbak geleid, waar het verdampt.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact, voordat
u reinigingswerkzaamheden gaat beginnen.
Gebruik een vochtige spons met lauw water en/of een
neutraal reinigingsmiddel.
Spoel en droog het apparaat met een zachte doek.
Gebruik geen schuurmiddelen.
56
REINIGING EN ONDERHOUD
Vacation (Vakantiemodus)
1. Maak het koelvak en het vriesvak leeg.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Ontdooi het vriesvak, reinig en droog beide vakken.
4. Laat de deur open om te voorkomen dat er onaangename geuren
ontstaan.
STORINGEN OPSPOREN
1. De koelkast werkt niet.
• Is de stroom uitgevallen?
• Zit de stekker goed in het stopcontact?
• Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld?
• Is de zekering doorgebrand?
• Is de voedingskabel beschadigd?
• Staat de thermostaat op de stand 0 (Stop)?
2. De temperatuur in de vakken is te hoog.
• Zit de deur goed dicht?
• Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
• Staat de thermostaat in de goede stand?
• Wordt de luchtcirculatie door de
ventilatieroosters gehinderd?
3. De temperatuur in het koelvak is te laag.
• Staat de thermostaat in de goede stand?
4. Er ligt water op de bodem van het
koelvak.
• Is de afvoer van het dooiwater misschien
verstopt?
5. De binnenverlichting werkt niet.
Controleer eerst de aanwijzingen onder punt
1, en vervolgens:
• Trek de stekker uit het stopcontact.
Zie de instructies en de tekening in de
bijgaande tabel om bij het lampje te kunnen
komen.
• Controleer het lampje en vervang het,
indien nodig, door een nieuw exemplaar.
Gebruik geen lampjes van meer dan 15 W.
6. Te veel ijsvorming in het vriesvak
• Zit de deur goed dicht?
• Verhindert het voedsel dat de deur gesloten
wordt?
Opmerkingen:
De voorste rand van het apparaat kan warm
zijn. Dit voorkomt condensvorming en is geen
defect.
Borrelende of sissende geluiden veroorzaakt
door de expansie van het koelcircuit zijn
normaal.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt
verhelpen (zie "Storingen opsporen").
2. Zet het apparaat weer aan om te zien of
het probleem is verholpen. Is dit niet het
geval, schakel het apparaat dan uit en wacht
ongeveer een uur voordat u het weer aanzet.
3. Als ook dat niet helpt, wend u dan tot onze
klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing
het model
het servicenummer (nummer achter het
woord SERVICE op het typeplaatje binnenin
het apparaat)
uw volledige adres
uw telefoonnummer.
Opmerking
De openingsrichting van de deur kan
worden veranderd. Als deze procedure
uitgevoerd wordt door de Klantenservice,
wordt dit niet gedekt door de garantie.
57
OMKEREN VAN DE DEUR
Benodigd gereedschap: Kruiskopschroevendraaier, platte schroevendraaier, zeskantsleutel.
Zorg dat de stekker uit het stopcontact is gehaald en dat het apparaat leeg is.
Om de deur te kunnen verwijderen moet het apparaat naar achteren worden gekanteld. U moet het
apparaat op iets stevigs laten rusten zodat het niet wegglijdt tijdens het omkeren van de deur.
Alle verwijderde onderdelen moeten bewaard worden voor herinstallatie van de deur.
Leg het apparaat niet plat op de achterkant, omdat het koelcircuit hierdoor beschadigd kan raken.
Voer de montage met 2 personen uit.
1. Draai de afdekking van het bovenste scharnier los en vervolgens het bovenste scharnier.
Til de bovenste deur eruit en leg deze op een zachte ondergrond, om krassen en beschadiging te
voorkomen.
2. Verwijder de pen met een schroevendraaier en klap de scharnierhaak om. Monteer de pen weer in de
scharnierhaak.
3. Verwijder de schroefafdekking linksboven.
4. Draai het middelste scharnier los.
58
5. Verplaats de scharnierafdekking van de onderste deur naar de andere kant. Til de onderste deur
eruit en leg deze op een zachte ondergrond, om krassen te voorkomen.
6. Verplaats de scharnierafdekkingen van de linker- naar de rechterkant.
7. Draai het onderste scharnier los. Verwijder de instelbare pootjes aan beide kanten.
8. Draai de onderste scharnierpen los en verwijder hem, draai de haak om en plaats hem terug.
losdraaien
vastdraaien
59
9. Monteer de haak van de onderste scharnierpen weer. Plaats de instelbare pootjes terug. Verplaats
de onderste deur naar de juiste positie.
10. Draai het middelste scharnier 180 graden om en verplaats het naar de juiste positie links. Steek
de pen van het middelste scharnier in het bovenste gat van de onderste deur en draai de bouten
aan.
11. Plaats de bovenste deur weer terug. Zorg ervoor dat de deur horizontaal en verticaal goed
uitgelijnd is, zodat de afdichting aan alle kanten goed afsluit, voordat u het bovenste scharnier
definitief vastzet. Plaats vervolgens het bovenste scharnier en draai het vast aan de bovenkant
van het apparaat. Bevestig vervolgens de scharnierafdekking (in de zak met accessoires) met de
schroeven.
12. Bevestig de schroefafdekking.
losdraaien
60
INSTALLATIE
AFSTANDSSTUK ACHTERKANT
Schroef de afstandsstukken vast op de achterkant
van het apparaat.
RUIMTEVEREISTEN
Houd voldoende ruimte om de deur te openen.
Houd aan beide kanten een ruimte van ten
minste 50 mm vrij.
HET APPARAAT WATERPAS ZETTEN
Om het apparaat waterpas te zetten, stelt u de twee pootjes
aan de voorkant in.
Als het apparaat niet waterpas staat, heeft dit invloed op de
deuren en de magnetische afdichting.

Documenttranscriptie

VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN BELANGRIJK OM TE LEZEN EN OP TE VOLGEN Lees deze veiligheidsaanwijzingen zorgvuldig voordat u het apparaat gebruikt. Houd ze bij de hand voor raadpleging in de toekomst. In deze aanwijzingen en op het apparaat zelf worden belangrijke veiligheidswaarschuwingen gegeven, die altijd opgevolgd moeten worden. De fabrikant is niet aansprakelijk voor het niet opvolgen van deze veiligheidsaanwijzingen, voor onjuist gebruik van het apparaat of voor verkeerde instelling van de bedieningselementen. VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN Zeer jonge (0-3 jaar) en jonge kinderen (3-8 jaar) moeten uit de buurt van het apparaat worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan. Kinderen van 8 jaar of ouder en personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens of gebrek aan kennis en ervaring mogen dit apparaat alleen gebruiken als ze onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilige gebruik en de gevaren van het apparaat begrijpen. Kinderen mogen niet spelen met het apparaat. Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mogen niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd. TOEGESTAAN GEBRUIK Dit apparaat is uitsluitend voor huishoudelijk en niet voor professioneel gebruik. Gebruik het apparaat niet buiten. Bewaar geen explosieve of ontvlambare stoffen zoals spuitbussen en plaats of gebruik geen benzine of andere ontvlambare stoffen in of in de buurt van het apparaat: er kan brand uitbreken als het apparaat per ongeluk wordt aangezet. VOORZICHTIG: Het apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door middel van een externe timer of aparte afstandsbediening. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en vergelijkbare toepassingen zoals: - voor gebruik door medewerkers in winkels, kantoren en andere werkomgevingen; - boerderijen en door klanten van hotels, motels en andere soorten woonomgevingen; - bed and breakfast-omgevingen; - catering en vergelijkbare kleinhandeltoepassingen. Het lampje binnenin het apparaat is speciaal ontworpen voor huishoudelijke apparaten en is niet geschikt voor algemene verlichting van ruimtes binnenshuis (EG-verordening 244/2009). Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten waarin de 47 temperatuur binnen de volgende waarden ligt, afhankelijk van de klimaatklasse die op het typeplaatje is vermeld. Het is mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert als het lange tijd in een ruimte staat bij een hogere of lagere temperatuur dan het genoemde bereik. Klimaatklasse Omg. temp. (°C) SN Van 10 tot 32 N Van 16 tot 32 ST Van 16 tot 38 T Van 16 tot 43 Dit apparaat bevat geen CFK's. Het koelcircuit bevat R600a (HC). Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Controleer daarom altijd of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn. Let met name goed op in geval van beschadigde leidingen bij het legen van het koelcircuit. WAARSCHUWING: Beschadig de leidingen van het koelcircuit van het apparaat niet. WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen in de ombouw van het apparaat of in de ingebouwde structuur vrij van obstructie. WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische, elektrische of chemische middelen die het ontdooiproces versnellen behalve die door de fabrikant zijn aanbevolen. WAARSCHUWING: Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in de vakken van het apparaat, als hiervoor geen uitdrukkelijke toestemming door de fabrikant is gegeven. WAARSCHUWING: De ijsmakers en/of waterdispensers die niet rechtstreeks op het waterleidingnet zijn aangesloten, mogen uitsluitend met drinkwater worden gevuld WAARSCHUWING: Automatische ijsmakers en/of waterdispensers moeten worden aangesloten op een waterleiding die uitsluitend drinkwater levert, met een waterleidingdruk tussen 0,17 en 0,81 MPa (1,7 en 8,1 bar). Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet in (bij enkele modellen). Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer komen, aangezien deze vriesbrandwonden kunnen veroorzaken. Bij producten die ontworpen zijn voor gebruik met een luchtfilter binnenin een toegankelijk ventilatordeksel, moet het filter altijd op zijn plaats zitten als de koelkast in werking is. Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak, omdat het glas dan kan breken. Blokkeer de ventilator (indien aanwezig) niet met levensmiddelen. Controleer, nadat u de levensmiddelen geplaatst hebt, of de deur van de vakken goed sluit, met name die van het vriesvak. Beschadigde pakkingen moeten zo snel mogelijk vervangen worden. Gebruik het koelvak alleen voor het bewaren van verse levensmiddelen en 48 het vriesvak alleen voor het bewaren van ingevroren levensmiddelen het invriezen van levensmiddelen en het maken van ijsblokjes. Leg geen onverpakt voedsel direct op de binnenoppervlakken van de koelkast of het vriesvak. Sommige apparaten kunnen speciale vakken hebben (vak voor verse levensmiddelen, nulgradenvak,...). Indien niet anders aangegeven in het speciale boekje van het apparaat, kunnen deze verwijderd worden, terwijl gelijkwaardige prestaties gehandhaafd blijven. C-Pentaan wordt gebruikt als stuwgas in het isolatieschuim en is een ontvlambaar gas. INSTALLATIE De installatie en reparaties moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde monteur overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. Repareer of vervang geen enkel onderdeel van het apparaat, tenzij dit expliciet in de gebruikershandleiding is vermeld. Kinderen mogen geen installatiehandelingen uitvoeren. Houd kinderen uit de buurt tijdens de installatie. Houd de verpakkingsmaterialen (plastic zakken, stukken piepschuim enz.) buiten het bereik van kinderen tijdens en na de installatie. Het apparaat moet door twee of meer personen worden verplaatst en geïnstalleerd. Draag beschermende handschoenen om het apparaat uit te pakken en te installeren. Let erop dat u de vloeren (bijv. parket) niet beschadigt wanneer u het apparaat verplaatst. Installeer het apparaat op een vloer of steun die het gewicht kan dragen en op een plaats die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik van het apparaat. Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet beschadigd is tijdens het transport. Neem bij problemen contact op met uw leverancier of met de dichtstbijzijnde Klantenservice. Het apparaat moet losgekoppeld zijn van de elektriciteit voordat u met de installatie begint. Zorg ervoor dat het apparaat tijdens de installatie de voedingskabel niet beschadigt. Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven het apparaat om een goede ventilatie te garanderen. De afstand tussen de achterkant van het apparaat en de wand achter het apparaat moet 50 mm bedragen, om contact met warme oppervlakken te voorkomen. Een kleinere afstand leidt tot een hoger energieverbruik van het apparaat. 49 Zet het apparaat pas aan als de installatie voltooid is. Wacht minstens twee uur voordat u het apparaat inschakelt, om het koelcircuit perfect te kunnen laten functioneren. Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron. WAARSCHUWINGEN M.B.T. ELEKTRICITEIT Volgens de geldende veiligheidsvoorschriften moet er een omnipolaire schakelaar met een minimale afstand van 3 mm tussen de contacten geïnstalleerd worden en moet het apparaat geaard worden. Als de bijgeleverde stekker niet geschikt is voor uw wandstopcontact, neem dan contact op met een gekwalificeerde technicus. De voedingskabel moet lang genoeg zijn om het apparaat, als het aangebracht is in zijn behuizing, te kunnen aansluiten op de netvoeding. Trek niet aan de voedingskabel. Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door een identiek snoer. De voedingskabel mag alleen worden vervangen door een gekwalificeerde technicus overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de geldende veiligheidsvoorschriften. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Voor apparaten met een vaste stekker: als de bijgeleverde stekker niet geschikt is voor uw wandstopcontact, neem dan contact op met een gekwalificeerde technicus. Gebruik geen verlengsnoeren, stekkerdozen of adapters. Gebruik dit apparaat niet als de voedingskabel of de stekker beschadigd zijn, als het niet goed werkt of als het beschadigd of gevallen is. Houd het snoer uit de buurt van warme oppervlakken. De elektrische onderdelen mogen niet toegankelijk zijn voor de gebruiker na de installatie. Raak het apparaat niet aan met natte lichaamsdelen en bedien het niet met blote voeten. REINIGING EN ONDERHOUD Draag beschermende handschoenen bij reiniging en onderhoud. Het apparaat moet losgekoppeld worden van de elektriciteit voordat u onderhoud gaat uitvoeren. Gebruik nooit stoomreinigers. Gebruik geen schuurmiddelen zoals ruitenreinigers, schuursponsjes, ontvlambare vloeistoffen, reinigingswas, geconcentreerde reinigingsmiddelen, bleekmiddel of reinigingsmiddelen die aardolie bevatten op kunststof onderdelen, pakkingen van de deuren of afdichtingen. Gebruik geen keukenpapier, schuursponsjes, of andere ruwe schoonmaakgereedschappen. 50 MILIEUTIPS TIPS VOOR ENERGIEBESPARING Installeer het apparaat in een droge, goed geventileerde ruimte zo ver mogelijk uit de buurt van warmtebronnen (bijv. radiator, kookplaat, enz.) en op een plaats die niet blootstaat aan direct zonlicht. Gebruik indien nodig een isolatieplaat. Volg de installatie-aanwijzingen om geschikte ventilatie te garanderen. Onvoldoende ventilatie aan de achterkant van het apparaat verhoogt het energieverbruik en vermindert de koelefficiëntie. De binnentemperatuur van het apparaat kan beïnvloed worden door de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat. Bij het instellen van de temperatuur moet rekening gehouden worden met deze factoren. Beperk het openen van de deur zo veel mogelijk. Leg diepvriesproducten in de koelkast wanneer u ze ontdooit. De lage temperatuur van de diepvriesproducten koelt het voedsel in de koelkast. Laat warm voedsel en warme dranken afkoelen voordat u ze in het apparaat plaatst. Plaatsing van de schappen in de koelkast is niet van invloed op het efficiënte energieverbruik. Levensmiddelen moeten zodanig op de schappen geplaatst worden dat goede luchtcirculatie gegarandeerd is (levensmiddelen mogen elkaar niet raken en er dient voldoende afstand te worden bewaard tot de achterwand). U kunt de opslagcapaciteit van diepgevroren levensmiddelen vergroten door de korven en, indien aanwezig, het Stop Frost-schap, te verwijderen waarbij een gelijkwaardig energieverbruik gehandhaafd wordt. Producten met een hoge energieklasse zijn uitgerust met hoog-efficiënte motoren die langer in werking blijven, maar minder stroom verbruiken. U hoeft zich geen zorgen te maken wanneer de motor langdurig blijft lopen. AFVOER VAN VERPAKKINGSMATERIALEN Het verpakkingsmateriaal is 100% recyclebaar, zoals aangegeven wordt door het recyclingsymbool. . De diverse onderdelen van de verpakking mogen daarom niet bij het gewone huisvuil worden weggegooid, maar moeten worden afgevoerd volgens de plaatselijke voorschriften. AFDANKEN VAN HUISHOUDELIJKE APPARATEN Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de deuren en schappen (indien aanwezig) te verwijderen, zodat kinderen niet gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen en opgesloten kunnen raken. Dit product is vervaardigd van recyclebaar of herbruikbaar materiaal. Dank het apparaat af in overeenstemming met plaatselijke milieuvoorschriften voor afvalverwerking. Voor meer informatie over behandeling, terugwinning en recycling van dit apparaat kunt u contact opnemen met uw plaatselijke instantie, de vuilnisophaaldienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht. Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2012/19/EG inzake Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk schadelijke gevolgen voor het milieu en de gezondheid te voorkomen, die veroorzaakt zouden kunnen worden door onjuiste verwerking van dit product als afval. Het symbool op het product of op de bijbehorende documentatie geeft aan dat het niet mag worden behandeld als gewoon huisvuil, maar dat het naar een speciaal inzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparatuur moet worden gebracht. CONFORMITEITSVERKLARING Dit apparaat is ontworpen, gebouwd en gedistribueerd in overeenstemming met de vereisten m.b.t. ecologisch ontwerp en vermelding van het energieverbruik op de etikettering van de volgende Europese richtlijnen: 2009/125/EG en 2010/30/EU. Dit apparaat is ontworpen, gebouwd en gedistribueerd in overeenstemming met de vereisten van de volgende Europese richtlijnen: Laagspanningsrichtlijn 201/35/EU, Richtlijn Elektromagnetische compatibiliteit 2014/30/EU en RoHS 2011/65/EU. 51 OVERZICHT Schap vriesvak Thermostaat en lamp Ventilator bij sommige modellen Deurvakken Glazen schappen Afdekplaat groente- en fruitlade Groente- en fruitlade Deze illustratie is alleen ter indicatie, zie voor details uw eigen apparaat. 52 GEBRUIK VAN DE KOELKAST Dit apparaat is een koelkast met een vriesvak met sterren. De koelkast wordt geheel automatisch ontdooid. Ingebruikneming van de koelkast Steek de stekker in het stopcontact. Met de thermostaat kan de temperatuur in beide vakken worden ingesteld: koelkast en vriesvak. Instellen van de temperatuur in de vakken: 1. Voor een goede werking en optimale conservering van voedsel adviseren wij u om de aanwijzingen op het bijgevoegde productinformatie te volgen voor het instellen van de thermostaat. 2. Als u de temperatuur in de koelkast wilt wijzigen, draait u de thermostaatknop: • op de lagere cijfers/MIN voor een MINDER KOUDE temperatuur in het vak; • op de hogere cijfers/MAX voor een KOUDERE temperatuur. Thermostaat op 0: apparaat werkt niet, geen verlichting. 3. Druk op de betreffende schakelaar (afb. G) om de anticondensfunctie te activeren. Opmerking: De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat kunnen van invloed zijn op de binnentemperatuur van de koelkast. De stand van de thermostaatknop dient op grond van deze factoren te worden aangepast. Bewaren van levensmiddelen in de koelkast Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding hiernaast. A. Gekookt voedsel B. Vis, vlees C. Groente en fruit D. Flessen E. Eieren F. Boter, kaas en zuivelproducten Opmerking: • De afstand tussen de schappen en de achterste binnenwand van de koelkast zorgt voor een vrije luchtcirculatie. • Zet de levensmiddelen niet tegen de achterwand van de koelkast. • Zet geen levensmiddelen in de vakken die nog warm zijn. • Bewaar vloeistoffen in gesloten houders. • Het bewaren van groente met een hoog watergehalte kan leiden tot condensvorming in de groente- en fruitlade: dit is niet van invloed op de goede werking van het apparaat. 53 Voor de uitvoeringen met anticondensfunctie Afb. G GEBRUIK VAN HET VRIESVAK Het vriesvak is een vak met sterren. Er kunnen diepvriesproducten in worden bewaard gedurende de periode die op de verpakking vermeld wordt. Bovendien kan vers voedsel worden ingevroren door het boven op het rooster te zetten, op het hoogste niveau, terwijl u al ingevroren producten in het onderste gebied van de cel zet, zodanig dat ze niet in contact komen met het nog in te vriezen voedsel. De hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan worden ingevroren staat aangegeven op het typeplaatje. Let op: Wikkel en verzegel de in te vriezen verse levensmiddelen in: • aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic verpakking, polyethyleen bakjes met deksel, diepvriesbakken die geschikt zijn voor het invriezen van vers voedsel. • Het vriesvak is in staat de juiste temperatuur te handhaven voor het bewaren van voedsel, ook in het geval dat de elektriciteit uitvalt. Geadviseerd wordt om gedurende een dergelijke periode de deur van het vak niet te openen. Let op: In de tabel hiernaast ziet u de aanbevolen maximale bewaartijd van ingevroren verse levensmiddelen. Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende punten letten: • Controleer of de verpakking niet beschadigd is (ingevroren levensmiddelen in beschadigde verpakking kunnen bedorven zijn). Als de verpakking bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het product niet onder optimale omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk ontdooid zijn. • Diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht en in isolerende tassen worden vervoerd. • Leg de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het vriesvak. • Als voedsel gedeeltelijk ontdooid is, mag het niet opnieuw worden ingevroren. Eet het binnen 24 uur op. • Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot een minimum worden beperkt. De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden gerespecteerd. • De instructies op de verpakking voor het conserveren van diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd. IJsblokjes maken • Vul het ijsbakje voor 3/4 met water en zet het op de bodem van het vriesvak. Gebruik, indien het ijsbakje aan de bodem van het vriesvak is vastgevroren, geen puntige of scherpe voorwerpen om het los te maken. 54 MAANDEN VOEDSEL DE VRIEZER ONTDOOIEN EN REINIGEN Wij raden u aan het vriesvak een of twee maal per jaar te ontdooien, of wanneer de ijsvorming op de wanden ongeveer 3 mm dik is geworden. Ontdooi het vriesvak bij voorkeur als het bijna leeg is. 1. Open de deur en haal alle levensmiddelen uit de vriezer, wikkel ze dicht tegen elkaar in krantenpapier en bewaar ze op een koele plaats of in een koeltas. 2. Haal de stekker uit het stopcontact. 3. Laat de deur open zodat het ijs kan smelten. 4. Verwijder het dooiwater dat op de bodem van de cel is ontstaan. 5. Reinig de binnenkant van de vriezer met een vochtige spons met lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen schuurmiddelen. 6. Spoel goed en droog zorgvuldig af. Opmerking: Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen voorwerpen om het ijs te verwijderen en verwarm het vriesvak niet kunstmatig. DE KOELKAST REINIGEN Reinig het koelvak geregeld. De koelkast wordt geheel automatisch ontdooid. De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de binnenkant van de koelkast duidt erop dat het apparaat bezig is automatisch te ontdooien. Het dooiwater wordt automatisch via een afvoeropening in een opvangbak geleid, waar het verdampt. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact, voordat u reinigingswerkzaamheden gaat beginnen. • Gebruik een vochtige spons met lauw water en/of een neutraal reinigingsmiddel. • Spoel en droog het apparaat met een zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen. 55 REINIGING EN ONDERHOUD Vacation (Vakantiemodus) 1. Maak het koelvak en het vriesvak leeg. 2. Trek de stekker uit het stopcontact. 3. Ontdooi het vriesvak, reinig en droog beide vakken. 4. Laat de deur open om te voorkomen dat er onaangename geuren ontstaan. STORINGEN OPSPOREN 1. De koelkast werkt niet. • Is de stroom uitgevallen? • Zit de stekker goed in het stopcontact? • Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld? • Is de zekering doorgebrand? • Is de voedingskabel beschadigd? • Staat de thermostaat op de stand 0 (Stop)? 2. De temperatuur in de vakken is te hoog. • Zit de deur goed dicht? • Staat het apparaat dicht bij een warmtebron? • Staat de thermostaat in de goede stand? • Wordt de luchtcirculatie door de ventilatieroosters gehinderd? 3. De temperatuur in het koelvak is te laag. • Staat de thermostaat in de goede stand? 4. Er ligt water op de bodem van het koelvak. • Is de afvoer van het dooiwater misschien verstopt? 5. De binnenverlichting werkt niet. Controleer eerst de aanwijzingen onder punt 1, en vervolgens: • Trek de stekker uit het stopcontact. Zie de instructies en de tekening in de bijgaande tabel om bij het lampje te kunnen komen. • Controleer het lampje en vervang het, indien nodig, door een nieuw exemplaar. Gebruik geen lampjes van meer dan 15 W. 6. Te veel ijsvorming in het vriesvak • Zit de deur goed dicht? • Verhindert het voedsel dat de deur gesloten wordt? Opmerkingen: • De voorste rand van het apparaat kan warm zijn. Dit voorkomt condensvorming en is geen defect. • Borrelende of sissende geluiden veroorzaakt door de expansie van het koelcircuit zijn normaal. KLANTENSERVICE Voordat u contact opneemt met de Klantenservice: 1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen (zie "Storingen opsporen"). 2. Zet het apparaat weer aan om te zien of het probleem is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan uit en wacht ongeveer een uur voordat u het weer aanzet. 3. Als ook dat niet helpt, wend u dan tot onze klantenservice. • het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE op het typeplaatje binnenin het apparaat) • uw volledige adres • uw telefoonnummer. Opmerking De openingsrichting van de deur kan worden veranderd. Als deze procedure uitgevoerd wordt door de Klantenservice, wordt dit niet gedekt door de garantie. Vermeld de volgende gegevens: • de aard van de storing • het model 56 OMKEREN VAN DE DEUR Benodigd gereedschap: Kruiskopschroevendraaier, platte schroevendraaier, zeskantsleutel. • Zorg dat de stekker uit het stopcontact is gehaald en dat het apparaat leeg is. • Om de deur te kunnen verwijderen moet het apparaat naar achteren worden gekanteld. U moet het apparaat op iets stevigs laten rusten zodat het niet wegglijdt tijdens het omkeren van de deur. • Alle verwijderde onderdelen moeten bewaard worden voor herinstallatie van de deur. • Leg het apparaat niet plat op de achterkant, omdat het koelcircuit hierdoor beschadigd kan raken. • Voer de montage met 2 personen uit. 1. Draai de afdekking van het bovenste scharnier los en vervolgens het bovenste scharnier. Til de bovenste deur eruit en leg deze op een zachte ondergrond, om krassen en beschadiging te voorkomen. 2. Verwijder de pen met een schroevendraaier en klap de scharnierhaak om. Monteer de pen weer in de scharnierhaak. 3. Verwijder de schroefafdekking linksboven. 4. Draai het middelste scharnier los. 57 5. Verplaats de scharnierafdekking van de onderste deur naar de andere kant. Til de onderste deur eruit en leg deze op een zachte ondergrond, om krassen te voorkomen. 6. Verplaats de scharnierafdekkingen van de linker- naar de rechterkant. 7. Draai het onderste scharnier los. Verwijder de instelbare pootjes aan beide kanten. 8. Draai de onderste scharnierpen los en verwijder hem, draai de haak om en plaats hem terug. losdraaien vastdraaien 58 9. Monteer de haak van de onderste scharnierpen weer. Plaats de instelbare pootjes terug. Verplaats de onderste deur naar de juiste positie. 10. Draai het middelste scharnier 180 graden om en verplaats het naar de juiste positie links. Steek de pen van het middelste scharnier in het bovenste gat van de onderste deur en draai de bouten aan. 11. Plaats de bovenste deur weer terug. Zorg ervoor dat de deur horizontaal en verticaal goed uitgelijnd is, zodat de afdichting aan alle kanten goed afsluit, voordat u het bovenste scharnier definitief vastzet. Plaats vervolgens het bovenste scharnier en draai het vast aan de bovenkant van het apparaat. Bevestig vervolgens de scharnierafdekking (in de zak met accessoires) met de schroeven. 12. Bevestig de schroefafdekking. losdraaien 59 INSTALLATIE AFSTANDSSTUK ACHTERKANT Schroef de afstandsstukken vast op de achterkant van het apparaat. RUIMTEVEREISTEN • Houd voldoende ruimte om de deur te openen. • Houd aan beide kanten een ruimte van ten minste 50 mm vrij. HET APPARAAT WATERPAS ZETTEN Om het apparaat waterpas te zetten, stelt u de twee pootjes aan de voorkant in. Als het apparaat niet waterpas staat, heeft dit invloed op de deuren en de magnetische afdichting. 60
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300

HOTPOINT/ARISTON HTM 1720 V Gebruikershandleiding

Categorie
Koelkasten
Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor