PMG 42

Scholtes PMG 42, PMG 41 DCDR, PMG 41 DCDR SF de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Scholtes PMG 42 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
KOOKPLAAT
Gebruiksaanwijzing
NL
BE
PMG 42
PMG 41 DCDR
Italiano, 1 Français, 23English,12
GB FR
Deutsch, 35
Español , 62
Nederlands,49
NL
DE ES
IT
Samenvatting
Het installeren, 49-55
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Gasaansluiting
Typeplaatje
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
Beschrijving van het apparaat, 56
Algemeen aanzicht
Starten en gebruik, 57
Praktisch advies voor het gebruik van de branders
Voorzorgsmaatregelen en advies, 58
Algemene veiligheidsmaatregelen
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 59
De elektrische stroom afsluiten
Schoonmaken van het apparaat
Onderhoud gaskranen
Storingen en oplossingen, 60
NL
BE
50
! Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te
bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
! Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er
staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik
en veiligheid.
De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de
fabriek voor de functies (zie typeplaatje en plaatje
van de gas instelling van het apparaat) :
• Natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie;
• Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland.
Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren.
Plaatsing
! Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen
en dient daarom te worden weggegooid volgens de
geldende normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie
Voorzorgsmaatregelen en advies).
! De installatie moet worden uitgevoerd door een
bevoegde installateur en volgens de instructies van
de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade
berokkenen aan personen, dieren of dingen.
! dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en
funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens
de voorschriften van de van kracht zijnde Normen:
• NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België);
• NEN-1078 (voor Nederland).
De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
• Het vertrek moet voor de verbrandingsrook over een
afvoersysteem naar buiten toe beschikken. Dit kan
gebeuren door middel van een afzuigkap of een
elektrische ventilator die automatisch aangaan elke
keer als het apparaat wordt aangezet.
• Het vertrek moet een luchttoevoersysteem hebben
dat dient voor de normale verbranding van het gas.
De luchttoevoer die nodig is voor een normale
verbranding moet niet minder dan 2 m3/h zijn per
kW geïnstalleerd vermogen.
Dit systeem kan worden
uitgevoerd door lucht direct van
buiten te onttrekken door middel
van een buis met een doorsnede
van minstens 100 cm2 en die
zodanig is geplaatst dat hij niet
per ongeluk verstopt kan raken.
Een andere manier is door op
indirecte wijze lucht te
onttrekken aan de aangrenzende
vertrekken die door middel van
een ventilatiebuis, zoals boven
beschreven, met buiten zijn
verbonden en die geen
gemeenschappelijke delen zijn van het huis en ook
geen ruimtes met hoog brandgevaar of slaapkamers.
• (voor België) De gassen van vloeibaar gemaakte
gasmengsels (LPG) zijn zwaarder dan lucht en
blijven laag hangen. Om deze reden moeten
vertrekken waar LPG-flessen staan laag geplaatste
ontluchtingsopeningen hebben voor het afvoeren
van eventueel ontsnapt gas. Lege of halfvolle LPG-
flessen mogen dus niet worden geïnstalleerd of
bewaard in vertrekken die lager liggen dan de vloer
(kelders, enz.). Het is beter alleen de in gebruik
zijnde fles in het vertrek te bewaren, zodanig
geplaatst dat hij niet in rechtstreeks contact staat
met warmtebronnen (oven, open haard, kachel,
enz.) die hem tot temperaturen van meer dan 50°C
zouden kunnen brengen.
Inbouw
Het gasfornuis en het gemengde fornuis hebben een
beschermingsgraad tegen oververhitting van het type X.
Het is daardoor mogelijk het apparaat naast meubels te
plaatsen die niet hoger zijn dan het keukenblad. Voor een
juiste installatie van de kookplaat moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen:
• De meubels die direct naast de kookplaat staan en
hierboven uitsteken, moeten op minstens 600 mm
van de rand van de plaat staan.
• Een afzuigkap moet worden geïnstalleerd volgens
de voorschriften die u kunt vinden in het
instructieboekje van de afzuigkap zelf en in ieder
geval op een afstand van minstens 650 mm.
• Hang de keukenkastjes naast de kap op een
minimum hoogte van 420 mm van het keukenblad
(zie afbeelding).
Het installeren
Verhoging van de spleet
tussen deur en vloer
Aangrenzend
vertrek
Te ventileren
vertrek
A
Voorbeelden
ventilatie-opening
voor verbrandingslucht
In het gevaal van een schoorsteen of vertakte
rookleiding (gereserveerd voor fornuizen)
Rechtstreeks
naar buiten
NL
BE
51
Als de kookplaat onder een
keukenkastje wordt geplaatst,
moet deze zich op een afstand
van minstens 700 mm van het
keukenblad bevinden (zie
afbeelding).
600mm min.
540mm min.
700mm min.
Afb. 1
Installatie van de kookplaten
In dit geval is het noodzakelijk om de nodige
voorzorgsmaatregelen te treffen om er zeker van te
zijn dat de installatie aan de geldende normen ten
aanzien van de preventie van ongevallen met
betrekking tot elektrische en gasaansluitingen
voldoet. Voor een goede werking van het toestel dat
in meubels wordt geïnstalleerd, moeten de minimum
afstanden in achting worden genomen die op Afb.1
worden aangeduid. Bovendien moeten de
aangrenzende
Het bevestigen aan het meubel
Voor de bevestiging van de kookplaten aan het
meubel zijn montageplaatjes bijgeleverd zoals
aangegeven in onderdeel S (zie afbeelding 3b).
Voordat u verdergaat met de bevestiging aan het
keukenblad moet u de "T" (bijgeleverde)
afdichting rond de omtrek van de kookplaat
leggen, zoals aangegeven in afbeelding 3a.
De ruimte die het meubel inneemt moet de
afmetingen hebben die op de figuren 2.
50 min
700 min
50 min
365
495
T
Afb.3a
Afb.2
NL
BE
52
560 mm.
45 mm.
Het aansluiten van de voedingskabel aan het
elektrische net
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje.
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt
aangesloten moet u tussen het apparaat en het net
een meerpolige schakelaar aanbrengen met een
afstand tussen de contacten van minstens 3mm,
aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend
aan de geldende normen (de aarding mag niet worden
onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel
moet zodanig worden geplaatst dat hij nergens een
temperatuur bereikt van 50°C hoger dan de
kamertemperatuur.
! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische aansluiting en het in acht nemen van de
veiligheidsnormen.
Voor het aansluiten moet u controleren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te dragen, zoals aangegeven op
het typeplaatje;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje;
het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als
dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het
stopcontact te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het
snoer en het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag niet worden gebogen of
samengedrukt.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd
en mag alleen door erkende monteurs worden
vervangen (zie Service).
! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen
moet worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door
de geldende normen, en nadat men er zeker van is
dat het fornuis is ingesteld voor het type gas dat men
gaat gebruiken. In het omgekeerde geval (voor
België) gaat u te werk zoals beschreven in de
paragraaf “Aanpassing aan verschillende types gas”.
Om het apparaat aan de gasbuizen aan te sluiten
Afb.3b
S
N.B.: teneinde een monteur in staat te stellen
mogelijk toekomstig onderhoud uit te voeren, moet u
er na de installatie voor zorgen dat het gedeelte
onder de kookplaat makkelijk toegankelijk blijft (geen
eventuele afgesloten modules).
N.B.: Onder de kookplaat moet een houten paneel
worden geinstalleerd als isolering, op een minimum
afstand van 20 mm van het omhulsel van de
kookplaat. Dit paneel moet verwijderbaar zijn om
eventueel onderhoud onder de kookzone mogelijk te
maken.
Ventilatie
Om een goede ventilatie te bereiken moet u de achterkant
van het meubel verwijderen. Het verdient de voorkeur de oven
op twee houten balken te plaatsen, of eventueel op een
enkele plank die een opening heeft van tenminste 45 x 560
mm (
zie afbeeldingen
).
! Het is alleen mogelijk de kookplaat boven inbouwovens
te installeren als deze zijn voorzien van
afkoelingsventilatie.
Elektrische aansluiting
De kookplaten met driepolige voedingskabel werken
met de wisselstroom, spanning en frequentie die
aangegeven zijn op het typeplaatje (aan de onderkant
van de kookplaat). De aarding van de kabel wordt
aangegeven door de kleuren geel-groen. Als het
fornuis wordt geïnstalleerd boven een inbouwoven
moeten de elektrische aansluitingen van fornuis en
oven apart worden uitgevoerd, zowel voor
veiligheidsredenen als voor het eventueel makkelijker
verwijderen van de oven.
NL
BE
53
L
G
R
Aanpassen aan de verschillende soorten gas (voor
België)
Voor het aanpassen van de
kookplaat aan een ander
soort gas dan waarvoor hij is
bestemd (aangegeven op het
typeplaatje aan de onderkant
van de kookplaat of op de
verpakking), moeten de
straalpijpjes van de branders
op de volgende wijze worden
vervangen:
1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif
de branders uit hun plaats.
2. schroef de straalpijpjes los met een steeksleutel
van 7mm en vervang ze met de straalpijpjes
geschikt voor het nieuwe type gas (zie tabel 1
“Kenmerken van de branders en de straalpijpen”).
3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de
handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
4. aan het einde van deze handelingen moet u het
oude etiket dat de gasinstelling aangeeft
vervangen met het etiket dat overeenkomt met het
nieuwe gas dat u gaat gebruiken, verkrijgbaar bij
onze Technische Service Centers.
Het vervangen van de straalpijpjes van de brander
met "onafhankelijke dubbele vlamkronen":
1. verwijder de roosters en branders van hun plaats.
De brander bestaat uit twee aparte delen (zie
afbeeldingen);
2. schroef de straalpijpjes los met een sleutel van
7mm. De binnenste vlamkroon heeft een
straalpijpje, de buitenste heeft er twee (van
dezelfde maat). Vervang de straalpijpjes met
nieuwe die zijn aangepast aan het nieuwe type gas
(zie tabel1).
3. zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer op
hun plaats.
4. Regelen primaire lucht van de straalpijpjes (voor
België)
De branders hebben geen regeling van de primaire
lucht nodig.
Het regelen van de minimumstand (voor België)
1. Zet het kraantje op de minimumstand;
(II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland), dient
men eerst de verbinder te monteren.”R” (Deze is op
aanvraag verkrijgbaar bij de technische-service-
dienst Ariston) Tevens dient men zijn pakking op de
verbinder “G”,die er uit ziet als een “L , van de
voedings-struktuur te monteren. De verbinder is
gedraad: rond mannelijk 1/2 gas.
De aansluiting voert men uit met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de
normen NBN D51-003)
- of met een flexibile buis van roestvrij staal die in
de muur zit en voortzet met bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een
gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk
draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit
gaskraantje aan de huidige Nationale Normen te
voldoen.
Aansluiting met onbuigzame buis (koper of staal)
! De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig
worden uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt.
Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt
zich een “L”-vormig, richtbaar verbindingsstuk
waarvan de afdichting is verzekerd door een pakking.
Als het verbindingsstuk gedraaid moet worden is het
absoluut noodzakelijk de pakking te vervangen (bij
het apparaat geleverd). Het verbindingsstuk waardoor
het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van
schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout.
Aansluiting met een roestvrije stalen flexibele buis
aan een onafgebroken wand voorzien van
aanhechtingen met schroefdraad.
Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt
tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas
cilindrische schroefbout.
De in werking stelling van deze buizen moet zodanig
worden bewerkstelligd dat hun lengte in uitgerolde
toestand niet meer dan 2000 mm is. Nadat de
aansluiting heeft plaatsgevonden moet u controleren
dat de flexibele metalen buis niet in contact komt
met de beweegbare delen of dat hij vastgekneld
raakt.
! Gebruik uitsluitend buizen en afdichtingen die
voldoen aan de geldende landelijke normen.
Controleren gasdichtheid
! Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet
de perfecte gasdichtheid van alle verbindingsstukken
worden gecontroleerd met een zeepoplossing en
nooit met een vlam.
NL
BE
54
TYPEPLAATJE
Elektrische
aansluitingen
spanning 220-240V~ 50/60Hz
Dit apparaat voldoet aan de
volgende EU Richtlijnen:
73/23/EEG van 19/02/73
(Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen -
89/336/EEG van 03/05/89
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen -
93/68/EEG van 22/07/93 en
daaropvolgende wijzigingen.
EEG/90/336 van 29/06/90 (Gas)
en successievelijke modificaties.
2002/96/EC
2. Verwijder de knop en draai aan het regelschroefje
in of naast de spil van het kraantje totdat u een
kleine, regelmatige vlam bereikt.
3. Controleer of de brander aanblijft als u de knop
snel van hoog naar laag draait.
4. Als bij de apparaten met een
veiligheidsmechanisme (thermo-element) dit
systeem niet werkt als de branders op de
minimum stand staan, moet u het minimum
verhogen door aan de stelschroef te draaien.
5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de
bypass schroefjes weer op hun plaats brengen
met zegellak of dergelijk materiaal.
! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel
dicht worden geschroefd.
! Aan het einde van deze handelingen moet u het
oude etiket van de gasinstelling vervangen met het
etiket dat correspondeert met het nieuwe gas,
verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers.
! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend
(of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de
toevoerbuis een drukteregelaar worden aangebracht
die voldoet aan de geldende landelijke normen.
NL
BE
55
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
! De kookplaat kan worden geïnstalleerd boven een ingebouwde oven op voorwaarde dat deze voorzien is van
afkoelingsventilatie.
* A 15°C et 1013 mbar-gaz sec
Propane P.C.S. = 50,37 MJ/kg
Butane P.C.S. = 49,47 MJ/kg
TABEL 1 (voor Nederland) Vloeibaar gas Aardgas
Brander Brander
doorsnee
Warmtecapaciteit
kW (H.s.*)
By-pass
1/100
(mm)
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
g/h
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
l/h
(mm)
Nom. Ger.
G30/G31 G25
D.
Drioevoudige ring 130 3.25 1.3 57 91 236 124 309
A. Sudderbrander 55 1.00 0.4 30 50 73 72 110
I.
dubbele vlamkronen
(binnenste DC-DR)
30 0.9 0.4 30 44 65 70 100
I.
dubbele vlamkronen
(buitenste DC-DR)
130 4.1 1.3 57 70 298 114 454
Voedingsdruk
Nom.
Min.
Max
28-30
20
35
20
17
25
Tabel 1 (voor BELGIË) Vloeibaar gas Aardgas
BRANDER
Brander
doorsnee
Warmte
capaciteit
kW (H.s.*)
By-pass
1/100
(mm)
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
g/h
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
l/h
(mm)
Nom. Ger.
G30 G31 G20/25 G20 G25
A.
Hulp
55 1.00 0.4 30 50 73 71 71 95 110
D.
Drioevoudige ring
130 3.25 1.3 57 91 236 232 124 309 360
I.
dubbele vlamkronen (binnenste DC-DR)
30 0.9 0.4 30 44 65 64 70 86 100
I.
dubbele vlamkronen (buitenste DC-DR)
130 4.1 1.3 57 70 298 293 110 390 454
Voedingsdruk 28-30 37 20 25
Naturele G20 P.C.S. = 37,78 MJ/m³
Naturele G25 P.C.S. = 32,49 MJ/m³
PMG 41 DCDR
PMG 42
I
D
A
NL
BE
56
Beschrijving
van het apparaat
Algemeen aanzicht
VEILIGHEIDSMECHANISME
Bougie voor ontsteking van de
GASBRANDERS
GASBRANDERS hebben verschillende afmetingen
en vermogen. Kies de brander die het best
overeenkomt met de diameter van de pan die u
wilt gebruiken.
Knoppen van de GASBRANDERS voor het regelen
van de vlam of van het vermogen.
Bougie voor het ontsteken van de
GASBRANDERS: zorgt voor een automatische
ontsteking van de gekozen brander.
VEILIGHEIDSMECHANISME zorgt ervoor dat de
gastoevoer wordt onderbroken als de vlam per
ongeluk uitgaat.
GASBRANDERS
Roosters voor PANNEN
Knoppen voor het regelen
van de GASBRANDERS
NL
BE
57
! Op iedere knop staat aangegeven waar de
gasbrander of de elektrische plaat* zich precies
bevindt.
Gasbranders
De gekozen brander kan met de betreffende knop als
volgt worden geregeld:
0 Uit
Maximum
Minimum
Om een van de branders aan te steken dient u er een
vlam of aansteker bij te houden, de knop stevig in te
drukken en tegen de klok in te draaien tot u het
maximum vermogen heeft bereikt.
In de uitvoeringen die zijn voorzien van een
veiligheidsmechanisme moet u de knop circa 2-3
seconden lang ingedrukt houden totdat het element
dat automatisch de vlam ontstoken houdt, warm
wordt.
Druk de knop in en draai hem tegelijkertijd tegen de
klok in: vonken steken de brander aan. Nadat de
brander aan is houdt u de knop lang genoeg
ingedrukt zodat het veiligheidssysteem geactiveerd
kan worden.
! Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai
dan de knop uit en wacht minstens 1 minuut voordat
u hem weer probeert aan te steken.
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel
met de klok meedraaien totdat hij niet meer verder
kan (tot aan het symbool “0”).
De brander met "onafhankelijke dubbele vlamkronen":
Deze brander bestaat uit twee vlamkronen die samen
of onafhankelijk kunnen functioneren. Tegelijk
gebruikt op maximum geeft verhoogde warmte en
dus kortere kooktijden vergeleken met de traditionele
branders. Ook verdelen de dubbele vlamkronen de
warmte onder de pannen gelijkmatiger, vooral als ze
allebei op minimum worden gebruikt.
Voor het juiste gebruik van de brander met dubbele
vlammenkring moet u nooit tegelijkertijd de interne
kring op minimum en de externe kring op maximum
zetten.
U kunt dus ook pannen van verschillende grootte
gebruiken, met de kleinere pannen op alleen de
binnenste vlamkroon. Iedere vlamkroon van de
brander met "onafhankelijke dubbele vlamkronen"
heeft zijn eigen bedieningsknop:
de knop met het symbool
bedient de buitenste
vlamkroon;
Starten en gebruik
de knop met het symbool bedient de binnenste
vlamkroon;
Voor het aansteken van de gewenste vlamkroon
drukt u de betreffende knop in en draait u hem tot
aan maximum
. De brander is voorzien van
elektronische ontsteking die automatisch werkt zodra
u de knop indrukt.
Aangezien de brander is voorzien van het
veiligheidssysteem moet u de knop ongeveer 2-3
seconden ingedrukt houden totdat het
veiligheidssysteem warmt wordt en automatisch de
vlam aan houdt.
De bedieningsknop werkt als volgt:
0 Uit
Maximum
Minimum
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel
met de klok meedraaien totdat hij niet meer verder
kan (tot aan het symbool “0”).
Praktisch advies voor het gebruik van de
branders
Voor een optimaal rendement dient u het volgende te
onthouden:
gebruik voor iedere brander de pan die erop past
(zie tabel) om te vermijden dat de vlammen er
onderuit vandaan komen.
gebruik alleen pannen met een platte bodem en
met een deksel erop.
draai de knop op het minimum zodra het kookpunt
is bereikt.
Voor het herkennen van het soort brander verwijzen
wij u naar de afbeeldingen in paragraaf “Kenmerken
van de branders en straalpijpen”.
Brander ø Diameter van de pan (cm)
A.
Hulpbrander
6 – 14
D.Drievoudige ring
24 - 26
I.
dubbele vlamkronen (binnenste DC-DR)
10 - 14
I.
dubbele vlamkronen (buitenste DC-DR) 24 - 26
Als er geen stroom is, kunt u de brander met een lucifer
aansteken, terwijl u de knop op de grote vlam zet. Voor het
aansteken van één van de gasbranders houdt u er een
vlammetje bij of een gasaansteker, drukt u de knop in en
draait u hem tegen de klok in tot aan de positie van
maximum sterkte.
Note
NL
BE
58
Voorzorgsmaatregelen en advies
! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de
geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze
aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u
dient ze derhalve goed door te nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
Dit is een inbouwapparaat van klasse 3.
Gasfornuizen hebben voor een goede werking
behoefte aan een regelmatige luchtverversing.
Controleer dat bij het installeren aan de vereisten
wordt voldaan beschreven in de paragraaf
“Plaatsing”.
Deze instructies gelden alleen voor de landen
wiens symbolen in de gebruiksaanwijzing en op
het typeplaatje staan.
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is
erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen
of onweer.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het
mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt
en alleen volgens de instructies die beschreven
staan in deze handleiding.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere
kleine keukenapparaten op warme delen van de
kookplaat terechtkomen.
Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
Controleer altijd dat de knoppen in de stand “0”
staan als de oven niet wordt gebruikt.
Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken maar door de stekker zelf
beet te pakken.
Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud
uit als de stekker nog in het stopcontact zit.
Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne
systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te
voeren. Neem contact op met de Technische
Dienst (zie Service).
Richt de handvaten van de pannen altijd naar de
binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per
ongeluk tegenaan stoot.
Doe het glazen deksel (waar aanwezig) niet
omlaag als de gasbranders nog warm zijn.
Gebruik geen instabiele of vervormde pannen.
Afvalverwijdering
Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u
aan de plaatselijke normen, zodat het
verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over
Vernietiging van Electrische en Electronische
Apparatuur (WEEE), vereist dat oude
huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde
afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden
ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte
materialen te optimaliseren en de negatieve
invloed op de gezondheid en het milieu te
reduceren. Het symbool op het product van de
“afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u
aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat
vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld.
Consumenten mogen hun apparaat naar publieke
afvalstortplaatsen brengen of, als de nationale
wetgeving dit toestaat, naar de handelaar brengen
als er een soortgelijk nieuw product wordt gekocht.
Alle fabrikanten van grote huishoudelijke apparaten
zijn aktief bezig met het creëren van systemen om
het inzamelen en de verwijdering van oude
producten te regelen.
NL
BE
59
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Schoonmaken van het apparaat
! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende
middelen, zoals vlekkenmiddelen en
roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen
in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het
oppervlak onherstelbaar krassen.
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met
een vochtige spons reinigen en afdrogen met
keukenpapier.
De vlamverspreiders moeten regelmatig in een
warm sopje worden gewassen zodat eventuele
etensresten makkelijker kunnen worden
verwijderd.
Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er
voor langere tijd kalkhoudend water of agressieve
schoonmaakmiddelen (fosforhoudend) op hebben
gelegen. Spoel en droog het dus na het
schoonmaken goed af. Droog watervlekken altijd
gelijk af.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk
hem te vervangen.
! Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
Onderhoud en verzorging
NL
BE
60
Storingen en
oplossingen
Het kan gebeuren dat het kookvlak niet (afdoende) functioneert. Voordat u de servicedienst belt dient u te
controleren of u het euvel zelf kunt oplossen. Verifieer om te beginnen of er een correcte stroom- en gastoevoer
is, en in het bijzonder of de hoofdgasleiding open staat.
Storingen
De brander gaat niet aan of de vlam is niet
gelijkmatig.
De vlam blijft niet aan in de uitvoeringen met
veiligheidsmechanisme.
De brander blijft niet aan als hij op minimum
staat.
De pannen zijn wankel.
Mogelijke oorzaken / Oplossing
De openingen van de vlamverspreiders niet
verstopt zijn.
Alle onderdelen van de brander goed in elkaar
zitten.
Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
U de knop goed heeft ingedrukt.
U de knop lang genoeg heeft ingedrukt voor het
activeren van het veiligheidsmechanisme.
De gaten van de vlamverspreiders dichtbij het
veiligheidsmechanisme niet verstopt zijn.
De gaten van de vlamverspreiders niet verstopt
zijn.
Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
De minimum stand niet goed is ingesteld.
De bodem van de pan helemaal plat is.
De pan in het midden van de brander of de
kookplaat staat.
De roosters niet zijn verwisseld.
Als ondanks al deze controles het kookvlak niet functioneert en de storing blijft bestaan moet u contact opnemen
met de Technische Dienst. Dit dient u door te geven:
het model oven (Mod.)
het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/of op de verpakking.
! Wend u nooit tot een niet-erkende installateur en weiger altijd het monteren van niet-originele onderdelen.
1/72