V-ZUG 21016 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Bedieningshandleiding
Combair SE | SEP
Bakoven
Hartelijk dank dat u voor een van onze producten hebt gekozen. Uw toestel voldoet aan
de hoogste eisen en de bediening is eenvoudig. Neemt u niettemin de tijd om deze be-
dieningshandleiding te lezen. Op die manier raakt u vertrouwd met uw toestel en kunt u
het optimaal en zonder storingen gebruiken.
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht.
Wijzigingen
Tekst, afbeeldingen en gegevens komen overeen met de technische conditie van het
toestel ten tijde van het ter perse gaan van deze bedieningshandleiding. Wijzigingen in
de zin van verdere ontwikkeling blijven voorbehouden.
Geldigheidsbereik
Het modelnummer komt overeen met de eerste cijfers op het typeplaatje. Deze handlei-
ding geldt voor:
Modelnaam Modelnummer Type Maatsysteem
Combair SE 60 21016 BCSEZ60c 60-600
Combair SE 60 21016 BCSEZ60g 60-600
Combair SEP 60 21019 BCSEPZ60c 60-600
Combair SEP 60 21019 BCSEPZ60g 60-600
Afwijkingen tussen verschillende uitvoeringen worden in de tekst vermeld.
Een bedieningshandleiding in kleur kan via internet onder www.vzug.com worden ge-
download.
© V-ZUG Ltd, CH-6302 Zug, 2019
2
3
Inhoudsopgave
1 Veiligheidsvoorschriften 5
1.1 Gebruikte symbolen .............................................. 5
1.2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 5
1.3 Toestelspecifieke veiligheidsvoorschriften........ 5
1.4 Gebruiksaanwijzingen........................................... 7
2 Eerste ingebruikneming 9
3 Beschrijving van het toestel 10
3.1 Opbouw .................................................................10
3.2 Bedienings- en display-elementen ...................10
3.3 Kookruimte............................................................11
3.4 Toebehoren...........................................................12
3.5 Bordverwarming...................................................12
4 Gebruikswijzen 13
4.1 Overzicht gebruikswijzen....................................13
4.2 Boven-/onderhitte ................................................13
4.3 Hete lucht ..............................................................13
4.4 PizzaPlus ...............................................................14
4.5 Grill .........................................................................14
4.6 Grill-circulatielucht ...............................................14
4.7 Boven-/onderhitte vochtig..................................15
4.8 Hete lucht vochtig................................................15
4.9 Onderhitte .............................................................15
4.10 Snel opwarmen ....................................................16
5 Bediening 16
5.1 Gebruikswijze kiezen en starten .......................17
5.2 Instellingen controleren en wijzigen .................17
5.3 Tijdsduur instellen................................................17
5.4 Uitgestelde start/einde instellen .......................18
5.5 Kerntemperatuur ..................................................18
5.6 Bedrijfsmodus annuleren/voortijdig beëindigen..
19
5.7 Gebruikswijze wijzigen........................................19
5.8 Timer ......................................................................20
5.9 Einde bedrijf..........................................................21
5.10 Toestel uitschakelen ...........................................21
6 GourmetGuide 22
6.1 Receptenboek .......................................................22
6.2 Eigen recepten ......................................................23
6.3 SlowCooking..........................................................26
6.4 Warmhouden * ......................................................28
7 EasyCook 28
7.1 Overzicht levensmiddelengroepen....................28
7.2 Levensmiddelen kiezen en starten....................28
8 Favorieten 29
8.1 Favorieten instellen...............................................29
8.2 Favorieten kiezen en starten ..............................29
8.3 Favorieten wijzigen ...............................................29
8.4 Favorieten verwijderen.........................................30
9 Tips en trucs 30
9.1 Garingsresultaat onbevredigend… ....................30
9.2 Energie besparen .................................................31
10 Persoonlijke instellingen 31
10.1 Overzicht persoonlijke instellingen....................31
10.2 Persoonlijke instellingen aanpassen.................31
10.3 Taal..........................................................................32
10.4 Display ....................................................................32
10.5 Datum .....................................................................32
10.6 Klok .........................................................................32
10.7 Meldingen...............................................................33
10.8 Toestel pyrolytisch reinigen ................................33
10.9 Geluidssterkte .......................................................33
10.10 Ondersteunende functies ....................................33
10.11 Temperatuur ..........................................................34
10.12 Kinderbeveiliging ..................................................34
10.13 Toestelgegevens...................................................34
10.14 Demo-modus .........................................................34
10.15 Fabrieksinstellingen..............................................34
11 Verzorging en onderhoud 35
11.1 Buitenkant reinigen...............................................35
11.2 Kookruimte reinigen .............................................35
11.3 Toesteldeur reinigen ............................................35
11.4 Deurafdichting reinigen .......................................36
4
11.5 Deurpakking vervangen .....................................36
11.6 Deurpakking vervangen bij pyrolysetoestellen ....
37
11.7 Halogeenlamp vervangen ..................................37
11.8 Toebehoren en draagrooster reinigen.............38
11.9 Pyrolytische zelfreiniging....................................39
12 Storingen zelf verhelpen 40
12.1 Wat te doen als....................................................40
12.2 Na een stroomonderbreking .............................42
13 Toebehoren en vervangingsonderdelen
43
13.1 Toebehoren...........................................................43
13.2 Speciaal toebehoren...........................................44
13.3 Vervangingsonderdelen .....................................44
14 Technische gegevens 44
14.1 Aanwijzing voor testinstituten ............................45
14.2 Temperatuurmeting .............................................45
14.3 Gegevens van het product ................................45
14.4 EcoStandby...........................................................46
14.5 «Open source» licentie-verwijzing ....................46
15 Afvoer 46
16 Trefwoordenlijst 47
17 Notities 50
18 Service & Support 51
5
1 Veiligheidsvoorschriften
1.1 Gebruikte symbolen
Markeert alle voor de veiligheid be-
langrijke aanwijzingen.
Het negeren van deze aanwijzingen
kan letsel, schade aan het toestel of
aan de inrichting tot gevolg hebben!
Informatie en aanwijzingen die in
acht genomen moeten worden.
Informatie over afvoer en verwer-
king aan het einde van de levens-
duur
Informatie over de bedieningshand-
leiding
Markeert stappen die u achtereenvol-
gens moet uitvoeren.
Beschrijft de reactie van het toestel
op uw stap.
Markeert een opsomming.
1.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften
Neem het toestel pas in ge-
bruik na het lezen van de be-
dieningshandleiding.
Deze toestellen kunnen door
kinderen vanaf 8 jaar en door
personen met beperkte fysie-
ke, sensorische of geestelijke
capaciteiten of die de erva-
ring of kennis daarvoor ontbe-
ren, worden gebruikt als zij
onder toezicht staan of aan-
wijzingen hebben gekregen
hoe zij het toestel moeten ge-
bruiken en de daaruit voortko-
mende gevaren hebben be-
grepen. Kinderen mogen niet
met het toestel spelen. Reini-
ging of onderhoud door de
gebruiker mag niet door kin-
deren zonder toezicht worden
uitgevoerd.
Als het toestel niet is voorzien
van een aansluitkabel en een
stekker of van andere midde-
len voor het ontkoppelen van
het stroomnet, die aan elke
pool een contactopening met
een breedte overeenkomstig
de voorwaarden van over-
spanning categorie III voor
volledige scheiding heeft,
moet een scheidingssysteem
volgens de installatievoor-
schriften in de vaste bedra-
ding worden ingebouwd.
Als de aansluitkabel van het
toestel is beschadigd, moet
deze door de fabrikant, diens
klantendienst of een gelijk ge-
kwalificeerd persoon worden
vervangen om gevaarlijke si-
tuaties te voorkomen.
1.3 Toestelspecifieke
veiligheidsvoorschriften
1 Veiligheidsvoorschriften
6
BELANGRIJKE VEILIGHEIDS-
AANWIJZINGEN ZORGVUL-
DIG DOORNEMEN EN BE-
WAREN VOOR LATER GE-
BRUIK
WAARSCHUWING: Tijdens
het gebruik worden het toe-
stel en de toegankelijke delen
heet. Wees voorzichtig om
aanraking van verhittingsele-
menten te vermijden. Kinde-
ren jonger dan 8 jaar moeten
op afstand worden gehouden,
tenzij er voortdurend toezicht
op hen wordt gehouden.
WAARSCHUWING: Toeganke-
lijke delen kunnen tijdens het
gebruik heet worden. Houd
kleine kinderen op afstand
van het toestel.
Dit toestel is bedoeld voor
huishoudelijk gebruik of soort-
gelijke toepassingen, zoals:
door personeel in keukens
van winkels, kantoren en an-
dere commerciële sectoren;
in landbouwbedrijven; door
klanten in hotels, motels en
andere woonvoorzieningen; in
B&B.
Een warmtelade en de inhoud
daarvan worden heet.
Geen agressieve schurende
reinigingsmiddelen of scher-
pe schraapijzers voor de rei-
niging van het glas van de
bakovendeur gebruiken, om-
dat er daardoor krassen op
het oppervlak kunnen ont-
staan. Dit kan het glas vernie-
len.
Bij toestellen met pyrolytische
zelfreiniging: Overmatige ver-
vuiling alsmede alle toebeho-
ren (vaatwerk, koekplaten, uit-
schuifbare delen, draagroos-
ters) moeten voor de pyrolyti-
sche zelfreiniging worden ver-
wijderd.
Gebruik voor deze bakoven
alleen de aanbevolen kern-
thermometer.
Gebruik nooit een stoomreini-
ger.
WAARSCHUWING: Om elek-
trische schokken te voorko-
men, dient u ervoor te zorgen
dat het toestel is uitgescha-
keld en losgekoppeld van de
netvoeding voordat u de lamp
vervangt.
Het toestel mag niet achter
een decordeur worden inge-
bouwd, om oververhitting te
voorkomen.
Het toestel is niet bedoeld
voor het gebruik in voertuigen
of aan boord van schepen of
vliegtuigen of in ruimten waar
bijzondere omstandigheden,
zoals corrosieve of explosieve
atmosfeer (stof, damp of gas)
of condenserende vochtig-
heid heersen.
1 Veiligheidsvoorschriften
7
WAARSCHUWING: Verwarm
nooit levensmiddelen of vloei-
stoffen in gesloten verpakkin-
gen zoals conservenblikken
of flessen. Deze kunnen ex-
ploderen door de overdruk
die hierdoor ontstaat.
Het correcte gebruik van de
inschuifelementen komt in het
hoofdstuk ‘Toebehoren’ aan
de orde.
1.4 Gebruiksaanwijzingen
Voor de eerste ingebruikneming
Het toestel mag uitsluitend volgens de
aparte installatiehandleiding worden ge-
monteerd en op de netstroom worden
aangesloten. Laat de benodigde werk-
zaamheden uitvoeren door een erkende
installateur/elektricien.
Reglementair gebruik
Het toestel is bedoeld voor het berei-
den van gerechten in het huishouden.
In de kookruimte mag in geen geval
worden geflambeerd of met veel vet
worden gebakken! Bij gebruik voor an-
dere doeleinden of verkeerde behande-
ling stellen wij ons niet aansprakelijk
voor eventuele schade.
Gebruik het toestel nooit voor het dro-
gen van dieren, textielwaren, papier
enz.!
Niet gebruiken om een ruimte te ver-
warmen.
Het toestel mag slechts bij omgevings-
temperaturen van 5 °C tot 35 °C wor-
den ingebouwd en gebruikt.
Reparaties, wijzigingen of manipulaties
aan of in het toestel, in het bijzonder
aan spanningvoerende onderdelen, mo-
gen uitsluitend door de fabrikant, de
klantendienst van de fabrikant of een
soortgelijk gekwalificeerde persoon
worden uitgevoerd. Ondeskundige re-
paraties kunnen tot zware ongevallen,
schade aan het toestel en de inrichting
alsook tot bedrijfsstoringen leiden.
Neem bij een storing aan het toestel of
in geval van een reparatieopdracht de
aanwijzingen in het hoofdstuk «Service
& Support». in acht. Neem indien nodig
contact op met onze klantenservice.
Er mogen uitsluitend originele vervan-
gingsonderdelen worden gebruikt.
Bewaar de bedieningshandleiding zorg-
vuldig, zodat u deze steeds kunt raad-
plegen.
Het toestel voldoet aan de erkende re-
gels van de techniek en aan de gelden-
de veiligheidsvoorschriften. Om schade
en ongelukken te vermijden, is de cor-
recte omgang met het toestel een abso-
lute voorwaarde. Neem daarom de aan-
wijzingen in deze bedieningshandlei-
ding in acht.
Over het gebruik
Gebruik de mogelijkheden van de kin-
derbeveiliging.
Als het toestel zichtbare beschadigin-
gen vertoont, mag het toestel niet in ge-
bruik worden genomen en dient u con-
tact met onze klantendienst op te ne-
men.
Zodra er een functiestoring wordt ont-
dekt, moet het toestel van het stroom-
net worden losgekoppeld.
Controleer voor het sluiten van de toe-
steldeur of zich geen vreemde voorwer-
pen of huisdieren in de kookruimte be-
vinden.
Bewaar geen voorwerpen in de
kookruimte en de warmtelade die bij
onbedoelde inschakeling een gevaar
kunnen vormen. Bewaar geen levens-
middelen evenals temperatuurgevoelige
of brandgevaarlijke materialen, bijv. rei-
nigingsmiddelen, bakovensprays, enz.
in de kookruimte of in de warmtelade.
1 Veiligheidsvoorschriften
8
Bij toestellen met grill: houd bij het gril-
len de toesteldeur gesloten. Door de
hitte kan anders schade aan bedie-
nings- en display-elementen of aan de
zich daarboven bevindende inbouwkast
ontstaan.
Voorzichtig: gevaar voor verbranding!
Het toestel wordt bij gebruik zeer heet.
Ook de toesteldeur wordt opgewarmd.
Bij het openen van de toesteldeur kan
stoom en/of hete lucht uit de kookruim-
te ontsnappen.
Het verhitte toestel blijft na het uitscha-
kelen nog gedurende langere tijd heet
en koelt slechts langzaam tot kamer-
temperatuur af. Wacht tot het toestel is
afgekoeld voordat u bijvoorbeeld begint
met de reinigingswerkzaamheden.
Oververhitte vetten en oliën kunnen ge-
makkelijk vlam vatten. Het verhitten van
olie in de kookruimte voor het aanbra-
den van vlees is gevaarlijk en niet toe-
gestaan. Probeer nooit brandende olie
of brandend vet met water te blussen.
Explosiegevaar! Smoor een brand met
een brandblusdeken en houd deuren
en ramen gesloten.
Verhitte levensmiddelen mogen niet met
sterke drank (cognac, whisky, jenever
enz.) worden overgegoten. Explosiege-
vaar!
Laat het toestel niet onbewaakt achter
als u kruiden, brood, paddenstoelen
enz. droogt. Bij overmatige uitdroging
bestaat brandgevaar.
Houd de toesteldeur gesloten en onder-
breek de stroomtoevoer wanneer u
rook door een vermoedelijke brand in
het toestel of in de kookruimte waar-
neemt.
Het toebehoren in de kookruimte wordt
heet. Gebruik beschermende hand-
schoenen of pannenlappen.
Voorzichtig: risico op letsel!
Zorg ervoor dat niemand met de vin-
gers in de deurscharnieren grijpt. Bij het
bewegen van de toesteldeur bestaat an-
ders risico op letsel. Wees met name
voorzichtig in de aanwezigheid van kin-
deren.
Laat de toesteldeur in de kierstand
staan. Bij geopende toesteldeur bestaat
een risico op struikelen en beknelling!
Ga niet op de toesteldeur zitten of steu-
nen en gebruik de toesteldeur niet als
platform.
Bij fornuizen: ter bescherming van klei-
ne kinderen kan er een kinder-kachel-
bescherming worden aangebracht. De-
ze is bij de speciaalzaak verkrijgbaar.
Voorzichtig: levensgevaar!
Verstikkingsgevaar! Delen van de ver-
pakking, bijv. folie en geëxpandeerd po-
lystyreen, moeten op afstand van kinde-
ren gehouden worden. Delen van de
verpakking kunnen voor kinderen ge-
vaarlijk zijn.
Schade aan het toestel vermijden
Sla de toesteldeur niet dicht.
Bij toestellen met zichtbare onderhitte:
zet voorwerpen niet direct op de onder-
hitte.
Bij toestellen zonder zichtbare onderhit-
te (verwarmingselement) mag geen alu-
miniumfolie als beschermlaag worden
gebruikt.
Gebruik in de kookruimte geen voor-
werpen die kunnen roesten.
Het snijden met messen of snijwieltjes
in de bakplaat veroorzaakt zichtbare be-
schadigingen.
Laat de toesteldeur in de kierstand
staan totdat de kookruimte is afge-
koeld, om corrosie te vermijden.
Let er bij het reinigen op dat geen water
in het toestel binnendringt. Gebruik een
ietwat vochtige doek. Spuit het toestel
nooit van binnen of van buiten met wa-
ter af. Binnendringend water veroor-
zaakt schade.
2 Eerste ingebruikneming
Voordat het nieuw geïnstalleerde toestel de eerste keer wordt gebruikt, moeten de vol-
gende stappen worden uitgevoerd:
Verwijder verpakkings- en transportmaterialen en, indien aanwezig, de blauwe be-
schermende folie uit de kookruimte.
Reinig kookruimte en toebehoren.
Druk op de inschakelknop.
Het toestel schakelt zich in.
Uitvoering 1 *
* Afhankelijk van softwareversie
In het display verschijnen achtereenvolgens verschillende persoonlijke instellingen
zoals taal, tijd en temperatuureenheid die voor de werking nodig zijn.
Voer de instellingen uit en bevestig.
Taal en uurtijd moeten absoluut worden ingesteld om het toestel te kunnen gebrui-
ken.
Versie 2 *
* Afhankelijk van softwareversie
Tijd instellen (zie pagina 32).
Eerste inbedrijfstelling afsluiten
Lege kookruimte (zonder rooster, platen enz.) met gebruikswijze bij 230°C ca.
30minuten verwarmen.
Omdat daarbij geuren vrijkomen en rook kan ontstaan, moet de ruimte gedurende
deze tijd goed worden geventileerd.
Alle vermelde temperaturen in deze handleiding staan vermeld in graden Celsius.
Bij de instelling «Graden Fahrenheit» (zie pagina 34) geldt de navenante omreke-
ning.
9
3 Beschrijving van het toestel
3 Beschrijving van het toestel
3.1 Opbouw
1
2
3
4
5
1
Bedienings- en display-elementen
2
Ventilatieopening
3
Deurgreep
4
Toesteldeur
5
Warmtelade *
* modelafhankelijk
3.2 Bedienings- en display-elementen
12:00
%RYHQRQGHUZDUPWH
곋*HEUXLNVZLM]HQ
2 3
4
1
5
1
Display
4
Actietoetsen
2
Digitaal display (tijdsduur/timer/tijd)
5
Instelknop/toestel inschakelen
3
Menutoetsen
10
3 Beschrijving van het toestel
Overzicht sensortoetsen
Gebruikswijzen
GourmetGuide
EasyCook
Persoonlijke instellingen
Favorieten
warmtelade/bord verwarmen *
* modelafhankelijk
Timer
Verlichting van de kookruimte
Uitschakelen
3.3 Kookruimte
Toestelschade door beschermingsinzetstuk of aluminiumfolie.
Leg geen beschermingsinzetstuk of aluminiumfolie op de bodem van de kookruim-
te.
6
7
8
1
4
1
2
3
4
5
3
2
9
1
Toesteldeur
6
Temperatuursensor
2
Deurpakking
7
Grill/bovenhitte
3
Heteluchtventilator
8
Niveaus met indicatie
4
Verlichting van de kookruimte
9
Stekkerbus voor kernthermometer
5
Kookruimteventilatie
De onderhitte bevindt zich onder de bodem van de kookruimte.
11
3 Beschrijving van het toestel
3.4 Toebehoren
Beschadiging door foutieve behandeling!
Snijd niet met een mes of snijwieltje in de toebehoren.
Bakplaat met TopClean
Bakvorm voor plaatkoek en koekjes
Opvangbak in combinatie met het rooster
Wordt deze bij het bakken slechts ten dele bedekt, dan kan dat
leiden tot vervormingen. Dit is een normaal verschijnsel. Bij het af-
koelen zal de oorspronkelijke vorm terugkeren.
1
Zorg ervoor dat «afschuining» 1 van de bakplaat in de kookruimte
naar achteren wijst.
Alleen in de normale gebruikspositie gebruiken – niet onderstebo-
ven.
Rooster
1
Niveau voor braadgerei en bakvormen
Niveau voor vlees, diepvriespizza, etc.
Zorg ervoor dat dwarsversteviging 1 in de kookruimte naar achte-
ren wijst. Zodoende kan het gerecht veilig uit de kookruimte wor-
den getrokken.
Afkoelen van gebak
Kernthermometer
Het meten van temperaturen in levensmiddelen
Voorgestelde waarden voor de kerntemperaturen staan beschreven in de «Easy-
Cook».
Niet geschikt voor temperaturen boven 230°C. De afstand tussen de kernthermo-
meter en de bovenkant van de kookruimte moet minstens 5cm zijn.
Speciaal toebehoren
Plaats toebehoren dat niet is meegeleverd op het rooster.
Speciaal toebehoren vindt u onder www.vzug.com
3.5 Bordverwarming
Indien het toestel uitgeschakeld is: druk eerst de instelknop in.
Schuif het rooster op niveau1 en plaats het serviesgoed op het rooster.
Raak de sensortoets aan.
Stel de gewenste tijdsduur in.
Kies een tijdsduur van minmaal 1uur.
12
4 Gebruikswijzen
Stel indien gewenst het einde in.
Kies om de optie «Bordverwarming» in te schakelen.
Na afloop van de ingestelde tijdsduur gaat de optie «Bordverwarming» automatisch
uit.
4 Gebruikswijzen
4.1 Overzicht gebruikswijzen
Hierna worden alle bedrijfsmodi en snel opwarmen beschreven.
Neem de aanwijzingen onder «Tips en trucs» (zie pagina 30) en in «EasyCook» in
acht.
4.2 Boven-/onderhitte
Temperatuurbereik 30–280 °C
Temperatuurbereik
pyrolysetoestel
30–300 °C
Voorgestelde waarde 200 °C
Niveau 2 (of 1)
De verwarming vindt plaats via de bovenste en onderste verwarmingselementen.
Toepassing
Klassieke gebruikswijze voor bakken en garen op een niveau
Koek, koekjes, brood en braadvlees
Gebruik voor een knapperig resultaat een donker geëmailleerde plaat of een vorm
van dun plaatstaal.
4.3 Hete lucht
Temperatuurbereik 30–250 °C
Temperatuurbereik
pyrolysetoestel
30–280 °C
Voorgestelde waarde 180 °C
Niveau 1 + 3 of 2
(of 1 + 3 + 2)
De lucht in de kookruimte wordt verhit door de verwarmingselementen achter de achter-
wand van de kookruimte en door de heteluchtventilator gelijkmatig in de kookruimte ge-
circuleerd.
Toepassing
Bijzonder geschikt om klein gebak op meerdere niveaus tegelijk te bakken
Koek, brood en braadvlees
13
4 Gebruikswijzen
Kies de temperatuur ca. 20 °C lager dan bij , omdat de warmteoverdracht dan
efficiënter is.
4.4 PizzaPlus
Temperatuurbereik 30–250 °C
Voorgestelde waarde 200 °C
Niveau 2 (of 1)
De verwarming vindt plaats via de hete lucht en onderhitte. De bodem van het bakgoed
wordt intensiever gebakken.
Toepassing
Pizza
Plaatkoeken en quiches
Gebruik voor een bijzonder knapperig resultaat een donker geëmailleerde plaat of
een vorm van dun plaatstaal zonder bakpapier.
4.5 Grill
Temperatuurbereik 5 standen
Voorgestelde waarde stand 3
Niveau 3 of 4
Het verwarmen vindt plaats via de verwarmingselementen van de grill.
Toepassing
Platte grilgerechten, bijv. steaks, koteletten, kipdelen, vis en worsten
Gratineren
Tosti
Plaats het grillgerecht direct op het rooster.
Bedek de bakplaat met aluminiumfolie en schuif deze onder het rooster.
Voor een optimaal resultaat de kookruimte 3 minuten voorverwarmen, alvorens het
gerecht erin te schuiven.
4.6 Grill-circulatielucht
Temperatuurbereik 30–250 °C
Voorgestelde waarde 200 °C
Niveau 2 of 3
Het verwarmen vindt plaats via de verwarmingselementen van de grill. De lucht in de
kookruimte wordt door de heteluchtventilator gelijkmatig gecirculeerd.
14
4 Gebruikswijzen
Toepassing
geschikt voor hele braadkip
hoge grillgerechten
Leg het grillgerecht in een porseleinen of glazen vorm of rechtstreeks op het rooster.
Bedek de bakplaat met aluminiumfolie en schuif deze onder het rooster.
4.7 Boven-/onderhitte vochtig
Temperatuurbereik 30–250 °C
Voorgestelde waarde 200 °C
Niveau 2 (of 1)
De verwarming vindt plaats via de bovenste en onderste verwarmingselementen. De
stoom die ontstaat, wordt minimaal uit de kookruimte afgevoerd. Het vocht van het ge-
recht blijft behouden.
Toepassing
Brood, vlecht, braadvlees en gratin op eenniveau
SlowCooking
4.8 Hete lucht vochtig
Temperatuurbereik 30–250 °C
Voorgestelde waarde 180 °C
Niveau 1 + 3 of 2
(of 1 + 3 + 2)
De lucht in de kookruimte wordt door het verwarmingselement achter de achterwand van
de kookruimte opgewarmd en gelijkmatig gecirculeerd. De stoom die ontstaat, wordt mi-
nimaal uit de kookruimte afgevoerd. Het vocht van het gerecht blijft behouden.
Toepassing
Klein gebak op 2 niveaus tegelijk
Gistgebak en brood op twee niveaus tegelijk
Gratin en ovenschotels
Kies de temperatuur ca. 20 °C lager dan bij , omdat de warmteoverdracht dan
efficiënter is.
4.9 Onderhitte
Temperatuurbereik 6 standen
Voorgestelde waarde stand 3
Niveau 2 (of 1)
De verwarming vindt plaats via de verwarmingselementen onder.
15
5 Bediening
Toepassing
Nabakken van plaatkoekbodems
Inmaken
Gebruik voor een knapperig resultaat een donker geëmailleerde plaat of een vorm
van dun plaatstaal.
4.10 Snel opwarmen
Bij het snel opwarmen wordt de kookruimte met hete lucht en onderhitte verwarmd,
wat het voorverwarmen verkort. Snel opwarmen is mogelijk bij de volgende gebruikswij-
zen: en .
Kies de gewenste bedrijfsmodus en breng de instellingen aan.
Om de gebruikswijze te starten kiest u .
Kies in de instellingen van de gebruikswijze «Snel opwarmen inschakelen».
Boven brandt het symbool .
Er weerklinkt een geluidssignaal:
nu kan het gerecht in de oven worden geschoven.
5 Bediening
De verschillende hoofdmenu's resp. functies kunnen gekozen worden door de betreffen-
de sensortoets aan te tippen. Geselecteerde sensortoetsen en functies lichten wit op; an-
dere selecteerbare functies lichten oranje op.
Instellingen en functies in de verschillende menu's die niet geselecteerd of gewijzigd kun-
nen worden, zijn grijs weergegeven.
De volgende sensortoetsen met de volgende hoofdmenu's resp. functies zijn beschik-
baar:
Gebruikswijzen
GourmetGuide
EasyCook
Persoonlijke instellingen
Favorieten
warmtelade/bord verwarmen *
* modelafhankelijk
Timer
Verlichting van de kookruimte
Uitschakelen
Functies van de instelknop
Indrukken Het toestel inschakelen
Een submenu, instelling etc. selecteren/openen
Een melding bevestigen/sluiten
Een persoonlijke instelling activeren/deactiveren
Draaien Navigeren in de submenu's
Een waarde, een persoonlijke instelling wijzigen/instellen
16
5 Bediening
5.1 Gebruikswijze kiezen en starten
Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
Indien het apparaat zich in een ander menu bevindt: Raak de sensortoets aan.
Op het display verschijnt het keuzemenu voor de bedrijfsmodi.
Bedrijfsmodus selecteren
De instellingen van de bedrijfsmodus verschijnen op het display; boven de tempe-
ratuur staat een voorgestelde waarde.
Naar behoefte waarden voor tijdsduur, einde, temperatuur resp. temperatuurstand en
doeltemperatuur instellen en bevestigen.
Tip and go
Zodra alle voor de bedrijfsmodus benodigde instellingen zijn aangebracht, is op het dis-
play gedurende 20seconden een aflopende balk te zien. Als er in deze tijd geen verdere
instellingen worden aangebracht, wordt de werking automatisch gestart. Als er een instel-
ling gewijzigd wordt, dan gaat Tip and go opnieuw van start.
U kunt de duur van Tip and go aanpassen (zie pagina 33) in de persoonlijke in-
stellingen of u kunt Tip and go deactiveren.
Om de werking direct te starten, d.w. z. zonder Tip and go, kiest u .
Indien ingesteld, vermeldt het display en het digitale display de aflopende restduur.
De ingestelde bedrijfsmodus kan na de start niet meer worden gewijzigd.
Overzicht display
곍7HPSHUDWXXULQVWHOOHQ
  
 K
3
1
2
4
6
5
1
Instellingen van de bedrijfsmodus
2
Tip and go
3
Bedrijfsmodus met symbool
4
Huidige positie van de instelknop/
geselecteerde instelling
5
Ingestelde waarden/voorgestelde waarden
6
Symbolen voor instellingen
5.2 Instellingen controleren en wijzigen
Symbool voor gewenste instelling kiezen.
Om de waarde te wijzigen: draai de instelknop naar rechts of links.
Bevestig de instelling door op de instelknop te drukken.
In het display verschijnen de instellingen van de gebruikswijze.
Boven het betreffende symbool is de gewijzigde waarde zichtbaar.
Het einde kan alleen gedurende de eerste 60seconden van het bedrijf worden ge-
wijzigd.
5.3 Tijdsduur instellen
Zodra de ingestelde tijdsduur is afgelopen, wordt de gekozen gebruikswijze automatisch
beëindigd.
Kies de gewenste bedrijfsmodus.
Selecteer in de instellingen voor de modus.
17
5 Bediening
Stel de gewenste tijdsduur – max. 9h 59min – in en bevestig.
In de instellingen van de gebruikswijze is de tijdsduur aangegeven en het daaruit
berekende einde bedrijf.
Einde bedrijf / tijdsduur afgelopen (zie pagina 21)
5.4 Uitgestelde start/einde instellen
De uitgestelde start is actief als bij de gekozen gebruikswijze naast de tijdsduur ook het
einde ingesteld is.
Het toestel schakelt zich automatisch in en op het gewenste tijdstip ook weer uit.
Als de kernthermometer wordt gebruikt, moet een geschatte tijdsduur worden ingesteld.
Richtwaarden vindt u in de «EasyCook». Het toestel schakelt met uitstel in en – als de in-
gestelde doeltemperatuur bereikt is – weer uit. Afhankelijk van de geschatte tijdsduur
kan dit iets vroeger of later dan het ingestelde einde zijn.
Laat snel bederfelijke levensmiddelen niet ongekoeld.
Voor het instellen van de uitgestelde start
Zet het gerecht in de kookruimte.
Kies de gewenste bedrijfsmodus.
Stel de temperatuur in.
Stel de tijdsduur in.
Uitgestelde start instellen
Selecteer in de instellingen voor de modus.
Het momentane, uit de duur berekende einde, wordt aangegeven.
Stel het gewenste einde in en bevestig.
Het display vermeldt de resterende duur tot de bedrijfsstart.
Na 3 minuten verdwijnt het display en de sensortoets licht wit op. Door op de in-
stelknop te drukken, kan het display echter te allen tijde weer worden opgeroepen.
Het toestel blijft tot 3 minuten voor de automatische bedrijfsstart uitgeschakeld.
Controleer en wijzig (zie pagina 17) de instellingen.
Voorbeeld
Kies gebruikswijze en 180 °C.
Stel om 8 uur een duur van 1uur en 15min. in.
Stel het einde op 11.30uur in.
Het toestel schakelt automatisch in om 10.15uur en weer uit om 11.30uur.
5.5 Kerntemperatuur
Gebruik alleen de meegeleverde kernthermometer.
Reinig de kernthermometer niet in de vaatwasmachine en houd de stekker altijd
schoon.
Met behulp van de kernthermometer wordt de temperatuur binnen in het gerecht geme-
ten (de zogenaamde kerntemperatuur). Zodra het gerecht de gewenste doeltemperatuur
(de kerntemperatuur, die het gerecht aan het eind moet hebben) heeft bereikt, wordt het
bedrijf automatisch uitgeschakeld. De kerntemperatuur kan ook alleen gemeten worden,
zonder dat het bedrijf uitgeschakeld wordt.
18
5 Bediening
Voor een correcte meting van de kerntemperatuur moet de kernthermometer zo
volledig mogelijk en centraal in het voedsel steken.
De optimale doeltemperatuur is afhankelijk van het stuk vlees en de gaarheid.
Neem de informatie over doeltemperaturen in de «EasyCook» in acht.
Instellen
Kies de gewenste gebruikswijze en stel de temperatuur in.
Kies in de instellingen van de bedrijfsmodus .
Stel de gewenste doeltemperatuur in en bevestig.
Om de werking te starten kiest u .
De werking kan alleen worden gestart, als de kernthermometer in het gerecht ge-
stoken is.
Controleer en wijzig (zie pagina 17) de instellingen.
Tijdens het garingsproces wordt de actuele kerntemperatuur in het bovenste deel
van de display aangegeven.
De ingestelde doeltemperatuur wordt boven aangegeven.
Na bereiken van de doeltemperatuur wordt het bedrijf automatisch beëindigd, zie
ook Einde bedrijf (zie pagina 21).
Als het vlees na het uitschakelen in de kookruimte wordt gelaten, stijgt de kern-
temperatuur door de restwarmte nog verder.
Kerntemperatuur alleen meten
Als u de kerntemperatuur alleen wilt meten, maar het bedrijf na het bereiken van de doel-
temperatuur niet automatisch moet worden uitgeschakeld, gaat u als volgt te werk:
Kies de gewenste gebruikswijze, stel de temperatuur en, indien gewenst, de tijdsduur
in.
Plaats de kernthermometer.
Start de gebruikswijze.
Tijdens het garingsproces wordt de actuele kerntemperatuur in het bovenste deel
van het display aangegeven.
5.6 Bedrijfsmodus annuleren/voortijdig beëindigen
Kies in de instellingen van de bedrijfsmodus of raak de sensortoets aan.
Er klinkt een geluidssignaal.
De ingestelde bedrijfsmodus wordt geannuleerd.
In het display staat: « restwarmte» evenals bijv.: « hete lucht geannuleerd».
Indien de kernthermometer is aangebracht, wordt de kerntemperatuur
aangegeven. *
* Afhankelijk van softwareversie
Indien een nieuwe bedrijfsmodus moet worden gestart: raak de sensortoets aan.
Indien het toestel moet worden uitgeschakeld: raak de sensortoets aan.
5.7 Gebruikswijze wijzigen
Indien er geen gebruikswijze actief is:
kies in de instellingen van de momentane gebruikswijze .
Het menu van de bedrijfsmodi wordt weergegeven.
19
5 Bediening
Indien er al een gebruikswijze actief is:
selecteer of raak de sensortoets aan.
De ingestelde bedrijfsmodus wordt geannuleerd.
Tip de sensortoets aan en selecteer de nieuwe gebruikswijze.
5.8 Timer
De timer werkt als een eierwekker. Deze kan altijd en onafhankelijk van alle andere func-
ties worden gebruikt.
Timer instellen en starten
Tip de sensortoets aan.
Het display toont de voorgestelde waarde «10min».
Stel de gewenste tijdsduur in door aan de instelknop te draaien.
Het display toont de tijdsduur alsook het einde van de timer.
De instelling gebeurt:
tot 10 minuten in stappen van 10 seconden, bijv. 9min. 50sec.
vanaf 10 minuten in stappen van een minuut, bijv. 1h 12min.
vanaf 10 uur in stappen van een uur, bijv. 18h.
De maximale timer-tijdsduur bedraagt 99h.
Op de instelknop drukken om te bevestigen.
De timer wordt gestart.
Indien er geen gebruikswijze met ingestelde tijdsduur actief is, wordt de aflopende
restduur van de timer in het digitale display getoond.
De sensortoets brandt wit.
Indien het toestel zich vóór het instellen van de timer in een ander menu bevond,
bijv. gebruikswijzen: het menu resp. het daarin geselecteerde submenu wordt ge-
toond, bijv. een actieve gebruikswijze.
Indien het toestel zich niet in een ander menu bevond: het display wordt zwart.
Controleren en wijzigen
Tip de sensortoets aan.
In het display wordt de aflopende restduur aangegeven.
Door aan de instelknop te draaien kan de tijdsduur verkort of verlengd worden.
Bevestig de verkorting / verlenging.
Timer afgelopen
Na afloop van de ingestelde tijdsduur:
klinkt er een geluidssignaal.
vermeldt de display «timer afgelopen».
Om de melding te sluiten kiest u .
Timer voortijdig uitschakelen
Tip de sensortoets aan.
In het display wordt de aflopende restduur aangegeven.
Zet de timer op 0 door aan de instelknop te draaien en bevestig.
Of, indien de timer de enige actieve functie is:
Raak de sensortoets aan.
Of, indien het toestel moet worden uitgeschakeld:
Raak de sensortoets 2 × aan.
20
5 Bediening
5.9 Einde bedrijf
Na afloop van de ingestelde tijdsduur of, als de kernthermometer wordt gebruikt, bij be-
reiken van de ingestelde doeltemperatuur.
wordt de geselecteerde bedrijfsmodus automatisch beëindigd.
klinkt een geluidssignaal.
zijn er in het display drie keuzemogelijkheden te zien:
kies om een nieuwe bedrijfsmodus te selecteren
kies om de werking te verlengen
kies om het toestel uit te schakelen.
wordt het toestel na 3minuten zonder interactie automatisch uitgeschakeld.
U kunt de uitschakeltijd van het toestel naar wens aanpassen (zie pagina 32).
Zo lang de temperatuur hoger is dan 80°C staat op het display « restwarmte».
Indien de kernthermometer is aangebracht, wordt de kerntemperatuur
aangegeven. *
Met de restwarmte kunnen de gerechten nog een tijdje warm worden gehouden.
Zodra de temperatuur tot onder 80°C daalt, worden alle displays donker. Indien
de kernthermometer op dat moment nog is aangebracht, worden de displays pas
donker als de kernthermometer eruit wordt gehaald. *
De koelingsventilator kan blijven draaien.
* Afhankelijk van softwareversie
Gerecht uitnemen
Risico op verbranding!
Bij het openen van de apparaatdeur kan hete lucht uit de kookruimte ontsnappen.
Het toebehoren is heet. Gebruik beschermende handschoenen of
pannenlappen.
Het gerecht als het klaar is uit de kookruimte nemen.
Om roest- en geurvorming te voorkomen waterresten en vuil met een zachte doek
wegvegen.
De apparaatdeur in de kierstand laten staan totdat de kookruimte afgekoeld en droog
is.
5.10 Toestel uitschakelen
Raak de sensortoets aan.
Er klinkt een geluidssignaal.
Een lopende bedrijfsmodus of toepassing wordt beëindigd; als timers, verlichting
van de kookruimte of bord verwarmen zijn ingeschakeld, blijven ze actief.
In het display staat « restwarmte».
Indien de kernthermometer is aangebracht, wordt de kerntemperatuur
aangegeven. *
* Afhankelijk van softwareversie
Raak de sensortoets nogmaals aan.
Alle sensortoetsen worden donker.
Alle functies worden beëindigd en uitgeschakeld.
21
6 GourmetGuide
Of, bij bedrijfseinde:
Selecteer optie in het display.
Er klinkt een geluidssignaal.
Een lopende bedrijfsmodus of toepassing wordt beëindigd; als timers, verlichting
van de kookruimte of bord verwarmen zijn ingeschakeld, blijven ze actief.
In het display staat: « restwarmte».
Indien de kernthermometer is aangebracht, wordt de kerntemperatuur
aangegeven. *
* Afhankelijk van softwareversie
Raak de sensortoets aan.
Alle sensortoetsen worden donker.
Alle functies worden beëindigd en uitgeschakeld.
Het toestel is uitgeschakeld als er geen sensortoetsen meer branden en het dis-
play donker is.
De koelingsventilator kan verder draaien.
6 GourmetGuide
De GourmetGuide bevat meerdere programma's die het bereiden van gerechten zo
eenvoudig mogelijk maken. De volgende programma's kunnen worden opgeroepen:
Recepten Warmhouden *
SlowCooking
* Afhankelijk van softwareversie
6.1 Receptenboek
In een receptenboek zijn recepten te vinden die zijn afgestemd op het toestel. Ze zijn al
in het toestel geprogrammeerd en worden na het aanzetten automatisch opgestart.
Om de functie «Receptenboek» te kunnen gebruiken, met behulp waarvan u recepten
kunt bereiden, moet u eerst het receptenboek bestellen (tegen betaling), voordat u deze
in het toestel kunt vrijgeven.
Voor uw toestel zijn de volgende receptenboeken verkrijgbaar:
Veelzijdig bakken
Receptenboek vrijgeven
Met de koop van een receptenboek ontvangt u een wachtwoord om het receptenboek in
het toestel te kunnen vrijgeven. Na het vrijgeven worden de recepten in het toestel ge-
toond.
Indien het toestel uitgeschakeld is: druk eerst de instelknop in.
Tip de sensortoets aan.
Kies .
Kies het receptenboek dat vrijgegeven moet worden.
In het display staat: «Wilt u het receptenboek vrijgeven?»
Kies «Ja».
Voer het wachtwoord met het weergegeven toetsenveld in en bevestig met .
Het receptenboek is nu vrijgegeven.
22
6 GourmetGuide
Recept starten
Bij recepten zonder voorverwarmen moet het gerecht in de koude kookruimte wor-
den geschoven.
Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
Raak de sensortoets aan.
Kies .
Kies het gewenste receptenboek of «Eigen recepten».
Om naar het overzicht van de recepten te gaan, kies .
Selecteer het recept.
In het display verschijnen de instellingen van het recept.
Indien gewenst, stel einde resp. uitgestelde start in.
Bij recepten uit receptenboeken is een uitgestelde start alleen mogelijk als de
kookruimte niet hoeft te worden voorverwarmd en het gerecht tussendoor bijvoor-
beeld niet omgeroerd of gekeerd moet worden.
Om het recept te starten, kies .
Het recept wordt gestart.
In het display zijn de op dat moment geldende receptstap, de resterende duur van
de stap, alsook de totale duur van het recept te zien.
In het digitale display is de resterende duur van de op dat moment geldende re-
ceptstap te zien.
Tijdens het verloop van het recept
Tijdens het verloop van het recept kan het noodzakelijk zijn de deur van het toestel te
openen, bijvoorbeeld om het voedsel te keren of om er een topping over te gieten. In
zo'n geval wordt er een pauze ingelast en in het display aangegeven, wat er nu gedaan
moet worden.
Om verder te gaan met het recept gaat u als volgt te werk:
Open de toesteldeur.
Voer de handeling uit, bijvoorbeeld het voedsel keren.
Sluit de toesteldeur en kies in het display .
Het recept gaat verder.
Recept afbreken
Kies in de instellingen van het recept .
In het display staat: «Wilt u het huidige recept afbreken?»
Kies «Ja» om het recept af te breken.
Het recept wordt afgebroken.
6.2 Eigen recepten
Er kunnen maximaal 24 willekeurige recepten naar eigen idee worden gecreëerd en op-
geslagen. Een recept kan uit meerdere stappen met willekeurige bedrijfsmodi, pauzes en
wachttijden bestaan, die na de start automatisch worden afgewerkt. U kunt ook bestaan-
de recepten wijzigen en opslaan.
Een eigen recept aanmaken
Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
Raak de sensortoets aan.
Kies .
23
6 GourmetGuide
Kies .
Kies om een recept aan te maken.
Op het display verschijnt het keuzemenu voor de bedrijfsmodi.
Kies de gewenste bedrijfsmodus.
Doeltemperatuur, tijdsduur, temperatuur of temperatuurstand voor stap1 instellen.
Als alleen de temperatuur wordt ingesteld, duurt deze stap net zo lang tot de
kookruimte de temperatuur heeft bereikt.
Kies om de instellingen te bevestigen.
Kies om een nieuwe stap toe te voegen.
Stel een bedrijfsmodus, pauze of stoptijd voor stap 2 in.
Bij tussenstap «Wachten» blijft de verwarming aan, terwijl de temperatuur in de
kookruimte constant blijft. Bij de tussenstap «Pauze» wordt er niet meer ver-
warmd en daalt de temperatuur.
Na een stop of pauze kan het voorverwarmen worden ingesteld.
Kies om de instellingen op te slaan.
In het display verschijnt het overzicht van de ingestelde stappen.
Stel de volgende stappen op dezelfde wijze in. Een recept kan in totaal uit maximaal 9
stappen bestaan.
Kies om het recept op te slaan.
In het display verschijnt het overzicht van de beschikbare opslaglocaties.
Selecteer de gewenste (lege) opslaglocatie en bevestig.
Voer de naam van het recept in met behulp van het toetsenbord dat verschijnt en be-
vestig met .
Het recept is nu opgeslagen.
In het display staat: «Wilt u het recept uitvoeren?» Als u het recept niet wilt uitvoe-
ren, komt u in het hoofdmenu van de recepten terecht.
Tijdsduur van een stap
De tijdsduur van een stap is afhankelijk van de vraag of waarden bij doeltemperatuur,
tijdsduur, temperatuur of temperatuurstand zijn ingesteld. Als er meerdere waarden, bijv.
tijdsduur en temperatuur, zijn ingesteld, is slechts één daarvan bepalend voor de tijds-
duur van de stap.
De volgende tabel toont de prioriteiten in dalende volgorde:
Instelling
1 Doeltemperatuur
2 Tijdsduur
3 Temperatuur / temperatuurstand
Invoer/wijziging van het recept annuleren
Kies in het overzicht van de ingestelde stappen.
In het display staat: «Wilt u het invoeren van het recept werkelijk annuleren?»
Kies «Ja» om het invoeren van het recept te annuleren.
In het display verschijnt het menu met eigen recepten of, als een recept uit een re-
ceptenboek is gewijzigd, het menu van het receptenboek.
24
6 GourmetGuide
Stap voortijdig beëindigen
Is alleen mogelijk bij «Eigen recepten». Als u bijv. tijdens de bereiding van het recept
ontdekt dat uw gerecht of de kookruimte klaar is voor de volgende receptstap, hoewel
de stap van dat moment nog niet is voltooid, kunt u de stap voortijdig beëindigen.
In de instellingen van de bedrijfsmodus het symbool voor doeltemperatuur, tijdsduur,
temperatuur of temperatuurstand kiezen. Let daarbij op de prioriteiten voor de tijds-
duur van de stap, zoals beschreven onder «Tijdsduur van de stap».
De aangegeven waarde op 0 instellen of net zo lang verkleinen tot deze lager is dan
de op dat moment gemeten waarde.
Op de instelknop drukken om te bevestigen.
De stap wordt beëindigd.
Als het de laatste stap was, wordt ook het recept beëindigd.
Als het niet de laatste stap was, wordt de volgende stap gestart.
Recept wijzigen
Elk recept – zowel uit het receptenboek als een eigen recept – kan worden gekopieerd
en gewijzigd.
Kies het gewenste receptenboek of .
Kies .
Selecteer het recept.
In het display verschijnt het overzicht van de receptstappen.
Stap wijzigen
Selecteer de te veranderen stap.
Breng de instellingen aan en bevestig met .
Stap toevoegen
Kies .
Breng de instellingen aan en bevestig met .
Stap verwijderen
Kies .
In het display verschijnt het overzicht van de receptstappen.
Selecteer de stap.
In het display staat: «Wilt u deze stap verwijderen?»
Om de stap te verwijderen, kiest u «Ja».
De stap wordt verwijderd.
Gewijzigd recept opslaan
Kies .
Kies de opslaglocatie, voer de naam van het recept in en bevestig deze met .
Het gewijzigde recept is nu opgeslagen.
Een reeds bezette opslaglocatie kan worden overschreven.
Recepten uit receptenboeken worden bij wijzigingen niet in het receptenboek maar
onder «Eigen recepten» opgeslagen. Het oorspronkelijke recept blijft in het
desbetreffende receptenboek staan.
Eigen recept verwijderen
Elk recept onder «Eigen recepten» kan worden verwijderd.
Kies «Eigen recepten».
25
6 GourmetGuide
Kies .
Selecteer het recept dat moet worden verwijderd.
In het display staat: «Wilt u dit recept verwijderen?»
Kies «Ja» om het recept te verwijderen.
Het recept wordt verwijderd.
6.3 SlowCooking
Werkingswijze
Met malsgaren kunnen hoogwaardige stukken vlees op behoedzame wijze worden be-
reid. Het einde van de bereiding kan nauwkeurig worden gekozen, ongeacht het gewicht
en de dikte van het vlees. De temperatuur wordt automatisch geregeld.
Aanwijzingen voor een optimaal resultaat
Haal het vlees ½ à 1 uur vóór het malsgaren uit de koelkast.
Gewicht van het vlees: 500–2.000 g
Dikte van het vlees: minstens 4cm
Kwaliteit: mager, hoogwaardig vlees
Tabel voor «SlowCooking na aanbraden»
Stuk vlees Gaarheid Voorgestelde waarde
doeltemperatuur °C
Kalfsfilet saignant
à point
58
62
Kalfslende, kalfsnierstuk à point 63
Kalfsschouder à point 72
Kalfsnek à point 78
Runderfilet saignant
à point
53
57
Entrecôte, rosbief saignant
à point
53
57
Runderlende à point 63
Rib-eye van rund à point 68
Runderschouder à point 72
Varkenslende, varkensnierstuk à point 65
Varkensnek à point 80
Lamsbout saignant
à point
63
67
Vrije vleeskeuze 70
«SlowCooking na aanbraden»
Kruid of marineer het vlees.
Verwijder marinades met kruiden, mosterd, etc. voor het aanbraden. Deze be-
standdelen branden gemakkelijk aan.
Zout het vlees pas kort voor het aanbraden.
Braad het vlees kort max. 5 minuten rondom sterk aan.
26
6 GourmetGuide
Leg vervolgens het vlees in een glazen of porseleinen vorm.
Als u het vlees pas na het SlowCooking wilt aanbraden, verlaag dan de voorgestel-
de doeltemperatuur met ongeveer 3–4°C.
Plaats de kernthermometer zodanig in het vlees dat de punt zich in het midden van
het dikste gedeelte bevindt.
Voor een correcte meting van de kerntemperatuur moet de kernthermometer zo
volledig mogelijk en centraal in het voedsel steken. De temperatuur binnenin het
vlees is belangrijk voor een optimaal eindresultaat.
Schuif het rooster op niveau 2 en plaats de vorm er bovenop.
Steek de stekker van de kernthermometer in de aansluitbus.
«SlowCooking na aanbraden» starten (zie pagina 27).
SlowCooking kiezen en starten
Hoe langer de gaartijd, des te malser en sappiger het vlees. Dit geldt in het bijzon-
der voor dikkere stukken vlees.
Na de start kan de doeltemperatuur niet meer worden gewijzigd.
Indien het toestel uitgeschakeld is: druk eerst de instelknop in.
Tip de sensortoets aan.
Kies .
Selecteer de gewenste SlowCookingmethode.
Selecteer het soort dier.
Selecteer het soort vlees.
Als het gewenste soort dier of vlees niet als keuzemogelijkheid beschikbaar is,
kies dan «Vrije vleeskeuze».
Mate van gaarheid selecteren (niet mogelijk bij «Vrije vleeskeuze»).
In het display verschijnen de instellingen van de gebruikswijze.
Boven doeltemperatuur staat een voorgestelde waarde.
Pas, indien nodig, de voorgestelde waarde aan en stel desgewenst een uitgestelde
start in.
Kies om het SlowCooking te starten.
De kernthermometer moet erin zijn gestoken.
Het SlowCooking start.
Het display toont de ingestelde doeltemperatuur, de actuele kerntemperatuur, als-
ook de aflopende restduur.
Het digitale display toont de aflopende restduur.
Tijdens het bedrijf moet de deur van het toestel gesloten zijn. Als de deur van het
toestel tijdens het SlowCooking wordt geopend, wordt het bedrijf onderbroken en
korte tijd daarna afgebroken.
Per ongeluk onderbreken
Als tijdens het SlowCooking de sensortoets wordt aangeraakt, wordt het bedrijf ge-
pauzeerd.
In het display staat: «Wilt u dat wordt afgebroken?».
Als u het SlowCooking wilt voortzetten, kiest u «Nee».
Het bedrijf wordt voortgezet.
27
7 EasyCook
Malsgaren afbreken/voortijdig uitschakelen
Kies in de instellingen van het SlowCooking of sensortoets .
In het display staat: «Wilt u dat wordt afgebroken?».
Kies «Ja».
Het bedrijf wordt afgebroken.
Om het toestel uit te schakelen, tip de sensortoets aan.
Mocht u per ongeluk «Ja» hebben gekozen of het stuk vlees toch gaar wilt laten
worden, dan moet u sensortoets aantippen en een gebruikswijze kiezen. Het
«SlowCooking» kan niet worden gebruikt voor vlees dat al is gegaard.
6.4 Warmhouden *
* Afhankelijk van softwareversie
Door middel van «Warmhouden» kunnen bereide gerechten warm worden gehouden.
Is de kookruimte reeds heet, laat deze dan vóór de start van «Warmhouden» 3 tot
4minuten met geopende toesteldeur afkoelen zodat de gerechten tijdens het
warmhouden niet te gaar worden.
Hoe langer de gerechten warm worden gehouden, des te sterker kan de consis-
tentie van de gerechten veranderen.
7 EasyCook
Met behulp van EasyCook kunnen allerlei soorten gerechten eenvoudig en gemakke-
lijk worden bereid. Na de keuze van de levensmiddelengroep en het levensmiddel stelt
het apparaat de daarbij behorende bedrijfsmodi of GourmetGuide-toepassingen inclusief
instellingen en toebehoren voor.
De gelijknamige brochure die u samen met de bedieningshandleiding hebt gekre-
gen, bevat dezelfde instelhulp in papieren vorm.
De aangegeven waarden voor temperatuur resp. temperatuurstanden en tijdsduur
zijn richtwaarden. Afhankelijk van het soort en de grootte van het gerecht en per-
soonlijke voorkeur kunnen deze afwijken.
7.1 Overzicht levensmiddelengroepen
De levensmiddelen zijn tot verschillende groepen samengevat; een levensmiddel kan in
meerdere groepen voorkomen.
De volgende levensmiddelengroepen kunnen worden geselecteerd:
vruchten en fruit vis en zeevruchten
paddenstoelen hartige taart en pizza
aardappelen bakwaren
vlees ovenschotels en gratins
gevogelte
7.2 Levensmiddelen kiezen en starten
Een uitgestelde start is alleen mogelijk bij de toepassingen zonder voorverwarmen
en is alleen geschikt voor voedsel dat niet moet worden gekoeld of niet hoeft te rij-
zen.
28
8 Favorieten
Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
Raak de sensortoets aan.
In het display verschijnt het overzicht van de levensmiddelengroepen.
Selecteer de levensmiddelengroep.
Selecteer het gewenste levensmiddel.
Indien nodig: selecteer de vorm van het levensmiddel (geheel, in stukken enz.).
Indien nodig: selecteer de bereidingswijze (garen, bakken enz.).
In het display wordt diverse informatie gegeven over:
Temperatuur
Duur
voorverwarmen nodig/niet nodig
benodigde toebehoren
Niveau
eventuele tips
Kies .
Op het display verschijnt de samenvatting van de bedrijfsmodus.
Om de werking te starten kiest u .
U kunt de ingestelde waarden binnen bepaalde grenzen wijzigen.
8 Favorieten
Er kunnen maximaal 24 bedrijfsmodi, GourmetGuide- en EasyCook-toepassingen samen
met de aangebrachte instellingen als favorieten worden opgeslagen.
8.1 Favorieten instellen
Bedrijfsmodus, GourmetGuide- of EasyCook-toepassing kiezen.
Instellingen aanbrengen.
Sensortoets aanraken.
Het favorietenmenu wordt geopend.
Opslaglocatie kiezen en bevestigen.
Naam van de favoriet invoeren met behulp van het weergegeven toetsenbord en be-
vestigen.
De favoriet wordt opgeslagen.
8.2 Favorieten kiezen en starten
Tip de sensortoets aan.
Selecteer de gewenste favoriet en kies «Ja».
Om de favoriet te starten kiest u .
De favoriet wordt gestart.
8.3 Favorieten wijzigen
Selecteer de gewenste favoriet.
Pas de instellingen naar wens aan.
Raak de sensortoets aan.
Selecteer de opslaglocatie of selecteer de favoriet, die overschreven moet worden.
Voer de naam van de favoriet in resp. bevestig het overschrijven.
De gewijzigde favoriet wordt opgeslagen.
29
9 Tips en trucs
8.4 Favorieten verwijderen
Indien het toestel zich in een ander menu bevindt: tip de
sensortoets aan.
Kies .
Selecteer de te verwijderen favoriet.
In het display staat: «Wilt u deze favoriet verwijderen?»
Om de favoriet te verwijderen, kiest u «Ja».
De favoriet wordt verwijderd.
9 Tips en trucs
9.1 Garingsresultaat onbevredigend…
… bij gebak of braadvlees
Resultaat Oplossing
Gebak of gebraad ziet er van
buiten goed uit. Het midden is
echter deegachtig of niet gaar.
Stel de temperatuur de volgende keer lager in en
verleng de duur.
Het gebak zakt in. Vergelijk de instellingen met de «EasyCook».
Stel de temperatuur de volgende keer lager in en
verleng de duur.
Roer het roerdeeg voldoende lang en bak het di-
rect nadat het gereed is.
Klop bij biscuitdeeg het eigeel/eiwit langer schui-
mig, meng het voorzichtig onder de massa en bak
het direct nadat het gereed is.
Neem de aanwijzingen voor de hoeveelheid bak-
poeder in acht.
Resultaat Oplossing
Het bakgoed vertoont een ver-
schillende bruinering.
Stel de temperatuur de volgende keer lager in en
pas de tijdsduur aan.
Controleer bij , , en of de gekozen niveaus
overeenstemmen met de «EasyCook».
Plaats bakvormen of hoog bakgoed niet direct
voor de achterwand van de kookruimte.
Het bakgoed is op de ene
plaat lichter van kleur dan op
de andere.
Vergelijk de instellingen met de «EasyCook».
Een verschil in bruinering is normaal. De bruinering wordt gelijkmatiger als u de
temperatuur lager instelt.
30
10 Persoonlijke instellingen
9.2 Energie besparen
De gebruikswijzen en verbruiken minder energie dan de gebruikswijzen en .
Frequent openen van de apparaatdeur vermijden.
Schakel de verlichting alleen bij behoefte in.
Bij gratins restwarmte gebruiken: vanaf een tijdsduur van 30minuten het apparaat 5–
10 minuten vóór het einde van het bakken uitschakelen.
Niet langer dan nodig voorverwarmen.
Kookruimte alleen voorverwarmen als het kook- of bakresultaat ervan afhankelijk is.
De laagste waarde van het stroomverbruik bereikt u door de persoonlijke instelling
«Tijdweergave onzichtbaar maken» te kiezen. Ondanks de EcoStandby blijven de
veiligheidsfuncties actief.
10 Persoonlijke instellingen
10.1 Overzicht persoonlijke instellingen
Taal Ondersteunende functies
Display Temperatuur
Datum Kinderbeveiliging
Klok Toestelgegevens
Meldingen Demo-modus
Pyrolytische zelfreiniging
(modelafhankelijk)
Fabrieksinstellingen
Geluidssterkte
10.2 Persoonlijke instellingen aanpassen
Indien het toestel uitgeschakeld is: druk eerst de instelknop in.
Tip de sensortoets aan.
In het display verschijnt het hoofdme-
nu van de persoonlijke instellingen:
괫3HUVRRQOLMNHLQVWHOOLQJHQ
7DDOLQVWHOOHQ
Kies de gewenste persoonlijke instelling resp. het gewenste submenu.
Breng de gewenste persoonlijke instelling aan en bevestig door op de instelknop te
drukken.
In het display verschijnt ofwel het hoofdmenu van de persoonlijke instellingen, ofwel
het betreffende submenu.
Om een submenu te verlaten en naar het hoofdmenu van de persoonlijke instellingen
te gaan, kiest u .
Om de persoonlijke instellingen te verlaten, tipt u een andere sensortoets of sensor-
toets aan.
Na een onderbreking van de energievoorziening blijven alle persoonlijke instellin-
gen behouden.
31
10 Persoonlijke instellingen
10.3 Taal
De taal in het display kan worden gewijzigd. U heeft de keuze uit verschillende talen.
10.4 Display
Contrast
Met deze functie kan de leesbaarheid van het display aan de inbouwsituatie van het toe-
stel worden aangepast.
Helderheid
De helderheid van het display kan gewijzigd worden.
Startscherm *
* Afhankelijk van softwareversie
Met deze persoonlijke instelling kan het menu worden vastgelegd dat bij het starten van
het toestel op het display te zien is. De volgende menu's kunnen worden gekozen:
Bedrijfsmodi (af fabriek ingesteld)
GourmetGuide
EasyCook
Favorieten
Uitschakeltijd van het toestel
Als er geen gebruikswijze actief is, maar het toestel toch is ingeschakeld, wordt het na
een bepaalde tijd zonder toedoen van de gebruiker automatisch uitgeschakeld. Voor-
beeld: na afloop van een gebruikswijze.
De uitschakeltijd van het toestel kan tussen 3 en 30 minuten worden ingesteld; de fa-
brieksinstelling is 15 minuten.
10.5 Datum
De datum kan worden opgevraagd en gewijzigd.
10.6 Klok
De volgende klokfuncties zijn beschikbaar:
tijd
tijdnotatie
tijdweergave
netsynchronisatie
Tijdnotatie
De uurtijd kan in het Europese 24-uurs of het Amerikaanse 12-uurs-formaat (am/pm)
worden weergegeven.
Tijdweergave
Bij de instelling «Tijdweergave zichtbaar maken» (fabrieksinstelling) wordt de tijd tussen
00:00uur en 06:00uur (24-uursnotatie) resp. tussen 12:00a.m. en 06:00a.m. (12-
uursnotatie) met een lagere helderheid aangeduid.
Bij de instelling «Tijdweergave onzichtbaar maken» blijft de display donker als het toestel
uitgeschakeld is.
De laagste waarde van het stroomverbruik kan worden bereikt door het kiezen van
de persoonlijke instelling «Tijdweergave onzichtbaar maken». Ondanks de EcoS-
tandby blijven de veiligheidsfuncties actief.
32
10 Persoonlijke instellingen
Netsynchronisatie
De netsynchronisatie stemt de klok van het toestel op de netstroomfrequentie af. Bij on-
regelmatige netstroomfrequentie kan dit ertoe leiden dat de klok fout loopt. Bij uitgescha-
kelde netsynchronisatie wordt een interne klokschakeling gebruikt.
10.7 Meldingen
Signaaltonen en aanwijzingen kunnen uitgeschakeld resp. onderdrukt worden. Belangrij-
ke geluidssignalen (zoals bijv. timer, einde werking en toestel uitschakelen) kunnen niet
worden uitgeschakeld of onderdrukt.
10.8 Toestel pyrolytisch reinigen
Met deze functie kan de kookruimte met een pyrolytische reiniging worden gereinigd.
Zie Pyrolytische zelfreiniging (zie pagina 39).
10.9 Geluidssterkte
De signaaltoon kan in twe verschillende geluidssterktes ingesteld of helemaal uitgescha-
keld worden.
Bij een storing klinkt een geluidssignaal, ook als de instelling «uit» ingesteld is.
Bij uitschakeling van het toestel is een kort geluidssignaal te horen, ook wanneer
de instelling «uit» ingesteld is (veiligheidsfunctie).
10.10 Ondersteunende functies
Verlichting
Bij de instelling «Automatisch» wordt de verlichting van de kookruimte ingeschakeld:
3 minuten vóór het einde van een gaarproces, bijv. bij een automatisch programma of
een bedrijfsmodus met ingestelde tijdsduur of
als de werking voortijdig wordt beëindigd, d.w.z. afgebroken (via of sensortoets ).
Afhankelijk van het model schakelt de verlichting ook in bij het openen van de apparaat-
deur.
De verlichting kan te allen tijde door aanraken van de sensortoets in- of uitge-
schakeld worden.
Wordt de verlichting niet uitgeschakeld, dan gaat deze uiterlijk na 5 minuten uit om
stroom te sparen.
Snel opwarmen
Bij de instelling «automatisch» wordt het snel opwarmen waar mogelijk automatisch extra
ingeschakeld.
Tip and go
«Tip and go» is de tijdsduur na afloop waarvan een bedrijfsmodus/programma auto-
matisch wordt gestart, voor zover alle benodigde instellingen beschikbaar zijn of aange-
bracht zijn. Elke keer na het uitvoeren van instellingen wordt de countdown opnieuw ge-
start.
«Tip and go» kan in- of uitgeschakeld worden.
Bij een geactiveerde «Tip and go» zijn waarden tussen 10 seconden en 1 minuut mo-
gelijk; de fabrieksinstelling is 20 seconden.
33
10 Persoonlijke instellingen
10.11 Temperatuur
Temperatuureenheid
De temperatuur kan in «°C» of «°F» worden weergegeven.
°C: graden Celsius
°F: graden Fahrenheit
Vooraf ingestelde waarde voor SlowCooking
De vooraf ingestelde waarde is de doeltemperatuur, die bij het SlowCooking automatisch
wordt ingesteld. Met deze persoonlijke instelling kan hij maximaal 4°C worden verhoogd
of verlaagd; de instelling geldt voor alle stukken vlees.
Voorbeeld: Bij «SlowCooking na aanbraden» en een verhoging van de vooraf ingestelde
waarde van 2°C wordt een runderfilet «à point» automatisch gaar gemaakt bij een doel-
temperatuur van 59°C in plaats van 57°C.
10.12 Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging dient ervoor om het toevallig inschakelen van het toestel door kin-
deren te voorkomen.
Als de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan het toestel alleen na invoer van een code
bediend worden. De code wordt tijdens het ontgrendelen in omgekeerde volgorde weer-
gegeven.
De kinderbeveiliging wordt telkens 3 minuten na het uitschakelen van het toestel
geactiveerd.
10.13 Toestelgegevens
Onder «Toestelgegevens» vindt u:
het artikel- en serienummer (SN) van uw toestel
de softwareversies van uw toestel en de momenteel gebruikte signaaltonen en achter-
grondbeelden (afhankelijk van het model)
10.14 Demo-modus
In de demo-modus beschikt u over bijna alle toestelfuncties – maar u kunt niet met het
toestel koken. Bij productdemonstraties en advies kan op deze wijze de veiligheid bij de
bediening worden gegarandeerd.
Het in- en uitschakelen van de demo-modus is uitsluitend met een veiligheidscode moge-
lijk.
10.15 Fabrieksinstellingen
Indien een of meerdere persoonlijke instellingen zijn gewijzigd, kunnen deze weer wor-
den teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
34
11 Verzorging en onderhoud
11 Verzorging en onderhoud
Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken!
Laat het toestel met toebehoren afkoelen alvorens het te reinigen.
Schade aan het toestel door foutieve behandeling!
Gebruik geen schurende of zure reinigingsmiddelen, scherpe of krassende meta-
len schrapers, staalwol, schuursponsjes etc. Deze producten veroorzaken krassen
op de oppervlakken. Bekraste glasplaten kunnen barsten.
Reinig het toestel nooit met een stoomreiniger.
11.1 Buitenkant reinigen
Verwijder vervuilingen of resten van reinigingsmiddelen onmiddellijk.
Reinig de oppervlakken met een zachte, met spoelwater bevochtigde doek – bij meta-
len oppervlakken in slijprichting.
Wrijf droog met een zachte doek.
11.2 Kookruimte reinigen
Schade aan het toestel door foutieve behandeling!
Verbuig nooit de temperatuursensor en de verwarmingselementen.
Schuur het oppervlak niet. Dit leidt tot beschadigingen.
Reinig vuil indien mogelijk met een vochtige doek als de kookruimte nog handwarm
is. Gebruik een zachte, met spoelwater bevochtigde doek en wrijf na met een zachte
doek.
Bij toestellen zonder pyrolyse:
Gebruik een normale bakovenreiniger en neem de gegevens van de fabrikant in acht.
Reinig toestellen met pyrolyse nooit met bakovenreiniger.
Het oppervlak wordt daardoor beschadigd.
Voer bij hardnekkige vervuiling pyrolyse uit (zie pagina 39).
11.3 Toesteldeur reinigen
Reinig de toesteldeur met een zachte, met spoelwater bevochtigde doek.
Droog af met een zachte doek.
Toesteldeur verwijderen
Risico op verwondingen door bewegende delen!
Zorg ervoor dat niemand met de vingers in de deurscharnieren grijpt. De toestel-
deur is zwaar. Houd de toesteldeur bij verwijdering en terugplaatsing met beide
handen aan de zijkanten vast.
35
11 Verzorging en onderhoud
Open de toesteldeur volledig.
Klap aan beide scharnieren1 de beugels2 helemaal
naar voren.
2
3
1
Sluit de toesteldeur volledig tot aan de aanslag (ca.
30°).
Trek de toesteldeur er schuin naar boven uit.
Toesteldeur plaatsen
Schuif beide scharnieren 1 van voren in de opening 3.
Open de toesteldeur volledig en sluit de beugels 2 naar
achteren.
11.4 Deurafdichting reinigen
Reinig de deurafdichting met een zachte, met water bevochtigde doek, gebruik geen
reinigingsmiddel.
Droog de deurafdichting af met een zachte doek.
11.5 Deurpakking vervangen
Verwijder de beschadigde deurpakking.
Reinig de groef 1 met een licht vochtige
doek.
Druk de uiteinden van de nieuwe deur-
pakking 2 onder in het midden van het
frame in de groef.
3
4
2
1
De uiteinden moeten elkaar aan-
raken, maar mogen niet over el-
kaar liggen.
Zorg ervoor dat het dunne gedeelte 3
van de pakking in de groef wordt ge-
drukt. Het dikke gedeelte 4 mag zich niet
in de groef bevinden.
36
11 Verzorging en onderhoud
Druk de pakking zodanig van onderaf in
de groef dat deze gelijkmatig in de groef
is verdeeld.
11.6 Deurpakking vervangen bij pyrolysetoestellen
Verwijder de beschadigde deurafdichting.
Reinig groef 3 met een licht vochtige doek.
Druk de nieuwe deurafdichting 1 met de naad 2
onder niet in het midden van het frame in de groef.
2
31
Zorg ervoor dat het dunne gedeelte 4 van de af-
dichting in de groef wordt gedrukt. Het dikke ge-
deelte 5 mag zich niet in de groef bevinden.
4
5
Druk de afdichting zodanig van onderaf in de groef
dat deze gelijkmatig in de groef is verdeeld.
11.7 Halogeenlamp vervangen
WAARSCHUWING voor een elektrische schok!
Onderbreek de stroomvoorziening, voordat u de halogeenlamp vervangt.
Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken!
Laat de halogeenlamp en het toestel afkoelen, voordat u de halogeenlamp ver-
vangt.
Het verdient aanbeveling om beide halogeenlampen tegelijk te vervangen, ook als
de ene lamp nog functioneert.
37
11 Verzorging en onderhoud
Verwijder het linker draagrooster.
Plaats de schroevendraaier in het midden van de
glasrand en verwijder het lampglas 1 voorzichtig
uit de houder.
Verwijder de defecte halogeenlamp.
Plaats de nieuwe halogeenlamp voorzichtig.
1
Pak de halogeenlamp niet met blote handen vast. Gebruik hiervoor een dunne,
droge en vetvrije doek.
Druk het lampglas 1 in de houder.
Herhaal deze procedure voor het vervangen van de andere halogeenlamp.
Bevestig het draagrooster.
Schakel de stroomtoevoer weer in.
11.8 Toebehoren en draagrooster reinigen
Het rooster en het draagrooster kunnen in de vaatwasmachine worden gereinigd.
De bakplaat kan in de vaatwasmachine worden gereinigd, maar de anti-aanbakwer-
king wordt hierdoor wel gereduceerd.
Draagrooster uitnemen en weer terugplaatsen
Druk het draagrooster boven naar achte-
ren en trek het uit de opening.
Zwenk het draagrooster tegen het mid-
den van de kookruimte en til het onder
uit de opening.
Inbouw in omgekeerde volgorde.
38
11 Verzorging en onderhoud
11.9 Pyrolytische zelfreiniging
Explosiegevaar door resten en reinigingsmiddelen!
Verwijder de vet- en olieresten. Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen. Ach-
terblijvende resten kunnen leiden tot chemische reacties en beschadiging van het
emaille. Er kunnen giftige dampen vrijkomen.
Blijf in de buurt van het toestel.
Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken! Het toestelfront wordt heter dan tij-
dens het normale gebruik.
Een kortdurende rookontwikkeling is mogelijk; ventileer de ruimte tijdens de pyroly-
se.
Bij de pyrolytische zelfreiniging wordt vuil bij hoge temperatuur verbrand.
Mogelijke instellingen
Lichte vervuiling Reinigingsduur 1½ uur.
Gemiddelde vervuiling Reinigingsduur 2 uur
Sterke vervuiling Reinigingsduur 2½ uur
De pyrolytische zelfreiniging – inclusief het afkoelen – duurt ca. 4–5 uur.
Zo lang de temperatuur hoger is dan 300°C, wordt de verlichting uitgeschakeld
en kan niet worden ingeschakeld.
De kookruimte kan bij een oplopende totale gebruiksduur mat worden. Resten van fruit-
en vetzuren kunnen vlekken achterlaten. Dit beïnvloedt noch de gaar- en bakeigenschap-
pen, noch de kwaliteit van het toestel als zodanig.
Pyrolytische zelfreiniging selecteren en starten
Beschadiging van toebehoren door de zelfreiniging!
Verwijder toebehoren, draagroosters, volledige schuivers, kookgerei of andere
voorwerpen uit de kookruimte. Anders kunnen deze verkleuren en kunnen de op-
pervlakken ruw worden. De roleigenschappen van volledige schuiven worden
slechter.
Sluit de toesteldeur.
Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
Raak de sensortoets aan.
Kies .
Selecteer de vervuilingsgraad.
In het display staat boven het berekende einde van de pyrolytische zelfreiniging.
Om de pyrolytische zelfreiniging te starten, kiest u .
De toesteldeur wordt vergrendeld.
Uitgestelde start
De start van de pyrolytische zelfreiniging kan worden verschoven, bijv. om een lager
stroomtarief te kunnen gebruiken.
Kies voor de start .
Stel het gewenste einde in.
Kies .
Het toestel blijft tot de berekende, automatische start uitgeschakeld.
39
12 Storingen zelf verhelpen
Annuleren
Kies in het display .
De pyrolytische zelfreiniging wordt geannuleerd.
In het display wordt de restwarmte aangegeven.
De toesteldeur blijft vergrendeld, totdat de temperatuur onder de 300°C is gedaald.
Einde
De toesteldeur kan pas worden geopend als de temperatuur lager is dan 300 °C.
Veeg resten pas weg bij een handwarme toesteltemperatuur met een zachte, met wa-
ter bevochtigde doek, gebruik geen reinigingsmiddel.
12 Storingen zelf verhelpen
12.1 Wat te doen als...
In dit hoofdstuk worden storingen behandeld die met behulp van de beschreven stappen
eenvoudig zelf kunnen worden verholpen. Als het om een andere storing gaat of als de
storing niet kan worden verholpen, bel dan de klantenservice.
Noteer, voordat u de service belt, de complete storingsmelding.
Fxx/Exxx zie bedieningshandleiding
SNxxxxx xxxxxx.
… het toestel niet functioneert
Mogelijke oorzaak Oplossing
Zekering van de huisinstallatie
heeft gereageerd.
Vervang de zekering.
Schakel de automatische zekering weer in.
Zekering blijft reageren. Bel de service.
Onderbreking in de stroomtoe-
voer.
Controleer de stroomtoevoer.
De demo-modus is ingescha-
keld.
De demo-modus kan alleen met een veiligheidscode
worden uitgeschakeld.
Bel de service.
Toestel is defect. Bel de service.
...de toesteldeur niet kan worden geopend
Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookruimtetemperatuur is
hoger dan 300°C.
Wacht het afkoelen af.
De toesteldeur kan pas worden geopend als de
kookruimtetemperatuur tot onder 300 °C is gedaald.
De pyrolytische zelfreiniging
loopt.
Wacht het einde van de pyrolytische zelfreiniging
af.
40
12 Storingen zelf verhelpen
… alleen de verlichting niet werkt
Mogelijke oorzaak Oplossing
Halogeenlamp defect. Schakel de bakoven uit.
Koppel het toestel los van de netstroom.
Vervang de halogeenlamp.
… de gaartijd ongewoon lang lijkt te zijn
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het toestel is slechts enkelfa-
sig aangesloten.
Sluit het toestel tweefasig aan.
...bij het grillen sterke rookontwikkeling optreedt
Mogelijke oorzaak Oplossing
Gerechten bevinden zich te
dicht bij de verwarmingsele-
menten.
Controleer of het gekozen niveau met de «Easy-
Cook» overeenkomt.
Grillstand is te hoog. Verlaag de grillstand.
... de kerntemperatuur niet wordt aangegeven
Mogelijke oorzaak Oplossing
De kernthermometer is niet
juist geplaatst.
Controleer of de kernthermometer op de juiste wij-
ze in de aansluitbus is gestoken.
Controleer of de kernthermometer op de juiste wij-
ze in het gerecht is gestoken: de punt moet zich in
het midden van het dikste gedeelte bevinden.
De kernthermometer kan niet
worden gebruikt in het gese-
lecteerde automatische pro-
gramma; het symbool
licht grijs op.
Indien de kernthermometer desondanks toch moet
worden gebruikt: schakel over naar het menu van
de gebruikswijzen en stel een passende be-
drijfsmodus in.
De kernthermometer of de
aansluitbus is defect.
Bel de service.
Tijdens het opwarmen wordt de kerntemperatuur nooit aangegeven.
… er tijdens bedrijf geluiden zijn te horen
Mogelijke oorzaak Oplossing
Bedrijfsgeluiden kunnen tij-
dens het gebruik altijd optre-
den (schakel- en pompgelui-
den).
Dit is een normaal verschijnsel.
41
12 Storingen zelf verhelpen
... de klok fout loopt
Mogelijke oorzaak Oplossing
Onregelmatige netstroomfre-
quentie.
Schakel de netstroomsynchronisatie uit.
Bij uitgeschakelde netstroom-
synchronisatie is de interne
klokschakeling onnauwkeurig.
Bel de service.
… het display het volgende toont
FX/EXX zie bedieningshandleiding
SN XXX XXXXXX
Mogelijke oorzaak Oplossing
Verschillende situaties
kunnen tot een sto-
ringsmelding leiden.
Sensortoets aanraken om de storingsmelding te beves-
tigen.
De stroomtoevoer gedurende ca.1minuut onderbreken.
De stroomtoevoer weer inschakelen.
Indien de storing opnieuw verschijnt, de complete sto-
ringsmelding en het SN-nummer (zie typeplaatje) noteren.
De stroomtoevoer onderbreken.
Service bellen.
… op het display het volgende staat
UX/EXX zie bedieningshandleiding
SN XXX XXXXXX
Mogelijke oorzaak Oplossing
Storing in de stroom-
toevoer.
De toets aanraken om de storingsmelding te bevesti-
gen.
De stroomtoevoer gedurende ca.1minuut onderbreken.
De stroomtoevoer weer inschakelen.
Indien de storing opnieuw verschijnt, de complete sto-
ringsmelding en het SN-nummer (zie typeplaatje) noteren.
De stroomtoevoer onderbreken.
Service bellen.
12.2 Na een stroomonderbreking
De persoonlijke instellingen blijven behouden.
Kortstondige stroomonderbreking tijdens het bedrijf
De huidige werking van het toestel wordt afgebroken.
Na het inschakelen van het toestel staat in het display: «Stroomuitval. Werking afge-
broken».
Kies om de melding te bevestigen.
In het display verschijnt het menu van de bedrijfsmodi.
42
13 Toebehoren en vervangingsonderdelen
Stroomonderbreking gedurende langere tijd
Uitvoering 1 *
* Afhankelijk van softwareversie
Na een stroomonderbreking gedurende langere tijd wordt een eerste inbedrijfstelling uit-
gevoerd. Het is echter zo dat alleen de taal en de tijd opnieuw moeten worden ingesteld
om het toestel weer in werking te stellen; verder zijn er geen verplichte instellingen.
Uitvoering 2 *
* Afhankelijk van softwareversie
Na een stroomonderbreking gedurende langere tijd wordt een eerste inbedrijfstelling uit-
gevoerd. Het is echter zo dat alleen de tijd opnieuw hoeft te worden ingesteld om het
toestel weer in werking te stellen; verder zijn er geen verplichte instellingen.
Na het inschakelen van het toestel staat in het display: «Stroomuitval. Tijd instel-
len.»
Kies om de melding te bevestigen.
In het display verschijnt het menu «Klok» van de persoonlijke instellingen.
Kies , stel de tijd in en bevestig deze.
In het display verschijnt weer het menu «Klok».
Kies .
In het display staat: «Wilt u de inbedrijfstelling voortzetten?»
Moeten er nog meer persoonlijke instellingen worden gewijzigd, kies dan «Ja».
In het display verschijnt het betreffende menu voor de persoonlijke instellingen.
Hoeven er verder geen persoonlijke instellingen te worden gewijzigd, kies dan «Nee».
Het toestel is weer klaar voor gebruik.
13 Toebehoren en vervangingsonderdelen
Het hier opgesomde toebehoren evenals reserveonderdelen kunnen naast de leverings-
omvang van het toestel worden besteld. De bestelling is tegen betaling, behalve als er
sprake is van garantie. Geef bij bestellingen de productfamilie van het toestel en een
exacte aanduiding van het toebehoren of het reserveonderdeel aan.
13.1 Toebehoren
Bakplaat met TopClean
Rooster
Kernthermometer met rechte handgreep
Bedienungsanleitung … Einstelltipps
Brochure EasyCook
43
14 Technische gegevens
Receptenboek
13.2 Speciaal toebehoren
Informatie onder: www.vzug.com
13.3 Vervangingsonderdelen
Draagrooster links / rechts
Halogeenlamp
Deurpakking
Deurpakking voor pyrolysetoestellen
De halogeenlamp is ook verkrijgbaar in speciaalzaken.
14 Technische gegevens
Afmetingen buitenkant
Zie de installatiehandleiding
1
Elektrische aansluiting
Zie het typeplaatje 1
44
14 Technische gegevens
14.1 Aanwijzing voor testinstituten
De energie-efficiëntieklasse volgens EN 50304/EN 60350 wordt met de gebruikswijzen
en bepaald.
Het aanbrengen van thermo-elementen tussen de toesteldeur en de pakking kan ertoe
leiden dat de deur niet meer sluit en dat foute metingen ontstaan.
Het bepalen van het gebruiksvolume volgens EN 50304/EN 60350 vindt plaats met ge-
demonteerde draagroosters.
14.2 Temperatuurmeting
De temperatuur binnen de kookruimte wordt volgens een internationaal geldende norm
in de lege kookruimte gemeten. Eigen metingen kunnen onnauwkeurig zijn en zijn niet
geschikt om de nauwkeurigheid van de temperatuur te controleren.
14.3 Gegevens van het product
Volgens de EU-verordening nr.: 66/2014
Merk V-ZUG Ltd
Toesteltype Bakoven
Modelnaam BCSE | BCSE DV | BCSEP |
BCSEP DV
Gewicht van het toestel kg 48 | 48 | 52 | 54
Aantal kookruimtes 1
Warmtebron per kookruimte Stroom
Volume per kookruimte l 68
Energieverbruik in conventionele modus
1
) kWh/cyclus 0,93 | 0,93 | 0,96 | 0,96
Energieverbruik in hete lucht-/
luchtcirculatiemodus
2
)
kWh/cyclus 0,79 | 0,79 | 0,79 | 0,79
Energie-efficiëntie-index per kookruimte
3
) 94,5
Toegepaste meet‑/berekeningsmethode IEC 60350
1
)
bij het verwarmen van een standaardbelading per kookruimte
2
)
bij het verwarmen van een standaardbelading per kookruimte
3
)
meetmethoden: zie EU-verordening nr. 66/2014, bijlage II, hfst. 1
Energie besparen bij het koken
De gebruikswijzen en verbruiken minder energie dan de gebruikswijzen en .
Frequent openen van de apparaatdeur vermijden.
Bij gratins restwarmte gebruiken: vanaf een tijdsduur van 30minuten het apparaat 5–
10 minuten vóór het einde van het bakken uitschakelen.
Niet langer dan nodig voorverwarmen.
Kookruimte alleen voorverwarmen als het kook- of bakresultaat ervan afhankelijk is.
45
15 Afvoer
14.4 EcoStandby
Om onnodig energieverbruik te voorkomen is het toestel uitgerust spaarautomaat «EcoS-
tandby» .
De laagste waarde van het stroomverbruik kan worden bereikt door het kiezen van
de persoonlijke instelling «Tijdweergave onzichtbaar maken». Ondanks de EcoS-
tandby blijven de veiligheidsfuncties actief.
14.5 «Open source» licentie-verwijzing
Uw toestel bevat de open source-software Newlib. Deze valt onder de licentievoorwaar-
den volgens hoofdstuk 4.1 (4.1.1–4.1.8; 4.1.9; 4.1.10; 4.1.14–4.1.16) van het bijgevoeg-
de open-source-software-licentiedocument.
15 Afvoer
15.1 Verpakking
Kinderen mogen in geen geval met verpakkingsmateriaal spelen omdat er letsel-
of verstikkingsgevaar bestaat. Berg verpakkingsmateriaal veilig op en gooi het op
een milieuvriendelijke manier weg.
15.2 Veiligheid
Maak het apparaat onbruikbaar, zodat ongelukken kunnen worden voorkomen door on-
eigenlijk gebruik (bijvoorbeeld door spelende kinderen):
Koppel het apparaat los van het stroomnet. Bij een vast gemonteerd apparaat moet
dit door een erkend elektricien worden uitgevoerd! Snij vervolgens het netsnoer bij het
apparaat los.
15.3 Afvoer
Het symbool «doorgestreepte vuilnisbak» verplicht tot een gescheiden afvoer van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Dergelijke apparaten kunnen gevaar-
lijk zijn en milieugevaarlijke stoffen bevatten.
Deze apparaten moeten worden ingeleverd bij een inzamelingspunt voor het recyclen
van elektrische en elektronische apparatuur en kunnen niet worden weggegooid in on-
gesorteerd huishoudelijk afval. Daarmee draagt u bij aan de bescherming van hulp-
bronnen en het milieu.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de lokale autoriteiten.
46
16 Trefwoordenlijst
A
Aanwijzing ......................................................... 33
Afbreken
Recepten ....................................................... 23
Afmetingen buitenkant .................................... 44
Afvoer................................................................. 46
Annuleren
Bedrijfsmodus .............................................. 19
Een eigen recept aanmaken ..................... 24
Recept wijzigen............................................ 24
Automatisch uitschakelen .............................. 32
B
Bakplaat............................................................. 12
Bediening .......................................................... 16
Bedienings- en display-elementen................ 10
Bedrijfsmodus
Annuleren ...................................................... 19
Kiezen ............................................................ 17
Wijzigen ......................................................... 19
Bord verwarmen............................................... 12
Boven-/onderhitte ............................................ 13
Boven-/onderhitte vochtig .............................. 15
Buitenkant reinigen.......................................... 35
C
Contrast ............................................................. 32
D
Demo-modus .................................................... 34
Deurafdichting
Reiniging ....................................................... 36
Vervangen bij pyrolysetoestel ................... 37
Deurpakking
Vervangen ..................................................... 36
Doeltemperatuur .............................................. 18
Draagrooster
Reinigen ........................................................ 38
Uitnemen ....................................................... 38
Duur.................................................................... 17
Receptstap.................................................... 24
E
EasyCook ................................................... 28, 43
Levensmiddelengroepen............................ 28
EcoStandby....................................................... 46
Eerste inbedrijfstelling........................................ 9
Eigen recepten ................................................. 23
Aanmaken..................................................... 23
Verwijderen ................................................... 25
Einde .................................................................. 18
Elektrische aansluiting .................................... 44
Energie besparen ..................................... 31, 45
F
F- en E-meldingen............................................ 42
Fabrieksinstellingen......................................... 34
Favorieten.......................................................... 29
Aanmaken..................................................... 29
Starten............................................................ 29
Verwijderen ................................................... 30
Wijzigen ......................................................... 29
G
Garantieverlenging .......................................... 51
Gebruiksaanwijzingen ........................................ 7
Geldigheidsbereik............................................... 2
Geluidssterkte................................................... 33
Grill ..................................................................... 14
Grill-circulatielucht............................................ 14
H
Halogeenlamp .................................................. 37
Helderheid......................................................... 32
Hete lucht .......................................................... 13
Hete lucht met onderhitte............................... 14
Hete lucht vochtig............................................ 15
I
Inbedrijfstelling .................................................... 9
Ingebruikneming ................................................. 7
Instellingen van de bedrijfsmodus................ 17
Instellingen van de gebruikswijze
Controleren ................................................... 17
Wijzigen ......................................................... 17
K
Kerntemperatuur .............................................. 18
Alleen meten................................................. 19
Kernthermometer ...................................... 12, 18
Klok .................................................................... 32
Klok instellen .................................................... 31
Kookruimte
Reinigen ........................................................ 35
Temperatuurmeting ..................................... 45
Korte handleiding............................................. 52
L
Lange gaartijd................................................... 41
M
Modelnaam .......................................................... 2
Modelnummer .............................................. 2, 34
47
N
Netsynchronisatie ............................................ 33
Niveaus .............................................................. 11
Notities ............................................................... 50
O
Onderhitte................................................... 11, 15
Onderhoud ........................................................ 35
Opbouw ............................................................. 10
P
Pauze ................................................................. 24
Persoonlijke instellingen................................. 31
Aanpassen .................................................... 31
Overzicht ....................................................... 31
Pyrolytische zelfreiniging ................................ 39
Annuleren ...................................................... 40
Starten............................................................ 39
R
Recepten ........................................................... 22
Actie vereist .................................................. 23
Afbreken ........................................................ 23
Eigen recept aanmaken ............................. 23
Kopiëren ........................................................ 25
Stap voortijdig beëindigen ......................... 25
Tijdsduur van een stap ............................... 24
Wijzigen ......................................................... 25
Receptenboek ........................................... 22, 44
Vrijgeven........................................................ 22
Reiniging............................................................ 35
Deurafdichting .............................................. 36
Draagrooster................................................. 38
Kookruimte.................................................... 35
Toebehoren................................................... 38
Reserveonderdelen ......................................... 43
Rooster .............................................................. 12
S
Sensortoetsen................................................... 11
Service & Support............................................ 51
Signaaltonen ..................................................... 33
SlowCooking..................................................... 26
Kernthermometer plaatsen ........................ 27
Na aanbraden .............................................. 26
Starten............................................................ 27
Vooraf ingestelde waarde .......................... 34
Voortijdig uitschakelen ............................... 28
SN ....................................................................... 34
Snel opwarmen ......................................... 16, 33
Automatisch inschakelen ........................... 33
Softwareversies ................................................ 34
Speciaal toebehoren ................................ 12, 44
Startscherm....................................................... 32
Stekkerbus ........................................................ 11
Stroomonderbreking ....................................... 42
Stroomuitval ...................................................... 42
Symbolen.............................................................. 5
T
Taal ..................................................................... 32
Technische gegevens ..................................... 44
Technische vragen .......................................... 51
Temperatuureenheid ....................................... 34
Temperatuursensor ......................................... 11
Testinstituten..................................................... 45
Tijdsformaat ...................................................... 32
Tijdweergave..................................................... 32
Timer .................................................................. 20
Tip and go.................................................. 17, 33
Tips en trucs ..................................................... 30
Toebehoren................................................ 12, 43
Reinigen ........................................................ 38
Toestel afvoeren............................................... 46
Toesteldeur
Reinigen ........................................................ 35
Verwijderen ................................................... 35
Toestelgegevens.............................................. 34
Type....................................................................... 2
Typeplaatje........................................................ 44
U
U- en E-meldingen ........................................... 42
Uitgestelde start ............................................... 18
Pyrolytische zelfreiniging............................ 39
Uitschakeltijd van het toestel......................... 32
V
Veiligheidsaanwijzingen
Algemene .........................................................5
Veiligheidsvoorschriften
Reglementair gebruik.....................................7
Toestelspecifieke ............................................5
Voor de eerste ingebruikneming .................7
Verlichting................................................... 33, 41
Verschil in bruinering ...................................... 30
Vervangingsonderdelen.................................. 44
Verwijderen
Eigen recept ................................................. 25
Favorieten...................................................... 30
voor de eerste ingebruikneming...................... 7
Voortijdig uitschakelen.................................... 19
Voorverwarmen ......................................... 31, 45
W
Wachten............................................................. 24
Warmhouden .................................................... 28
Werking verlengen........................................... 21
48
16 Trefwoordenlijst
Z
Zelfreiniging ...................................................... 39
Annuleren ...................................................... 40
Starten............................................................ 39
49
50
17 Notities
18 Service & Support
In het hoofdstuk «Storingen oplossen» vindt u nuttige informatie met betrekking tot
kleinere storingen. Zo hoeft u niet om een servicemonteur te vragen en vermijdt u
mogelijke kosten.
De V-ZUG-garantie-informatie vindt u op www.vzug.com →Service
→Garantie. Lees deze aandachtig door.
Registreer uw toestel per direct online via www.vzug.com →Service
→Garantieregistratie. Zo profiteert u in geval van een mogelijke storing reeds tijdens de
garantieperiode van het toestel van de beste ondersteuning. Voor de registratie hebt u
het serienummer (SN) en de aanduiding van het toestel nodig. Deze gegevens vindt u op
het typeplaatje van uw toestel.
Mijn toestel-informatie:
SN: __________________________ Toestel: __________________________________
Houd deze informatie altijd binnen handbereik als u met V-ZUG contact opneemt. Harte-
lijk dank.
Open de toesteldeur.
Het typeplaatje bevindt zich links aan de zijwand.
Uw reparatieopdracht
Onder www.vzug.com→Service→Service-Nummer vindt u het telefoonnummer van het
dichtstbijzijnde V‑ZUG-Service-center.
Technische vragen, toebehoren, garantieverlenging
V-ZUG helpt u ook graag bij algemene administratieve en technische aanvragen, neemt
uw bestellingen op voor toebehoren en vervangende onderdelen en informeert u over
onze vooruitstrevende servicecontracten.
51
Korte handleiding
Hier vindt u de belangrijkste informatie met betrekking tot de bediening overzichtelijk
weergegeven.
Actief menu
Actietoetsen
Menutoetsen
12:00
%RYHQRQGHUZDUPWH
곋*HEUXLNVZLM]HQ
Indrukken om het toestel in te schakelen
en te selecteren en bevestigen
Draaien om de temperatuur en tijd in te
stellen of om in het menu te navigeren
Instelknop als centraal
bedienelement
Menu- en actietoetsen
De menutoetsen bevatten een selectie aan bereidingsopties en persoonlijke instellingen.
Deze kunnen worden geselecteerd door de betreffende toets aan te tippen. Het actieve
menu wordt weergegeven in de display. De instelknop dient voor het navigeren en bedie-
nen van het menu; verder kunnen submenu's worden opgeroepen.
Met de functietoetsen heeft u direct toegang tot onafhankelijke functies zoals de timer
of kan het toestel worden uitgeschakeld .
V-ZUG Ltd, Industriestrasse 66, CH-6302 Zug
[email protected], www.vzug.com
J21015356-R08
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

V-ZUG 21016 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor