72
NL
Het beeld vult niet het volledige tv-scherm,
ook al is de breedte/hoogte-verhouding onder
[TV TYPE] bij [SCHERMINSTELLING]
ingesteld.
• De breedte-/hoogteverhouding op de disc ligt
vast.
Er treedt een kleurafwijking op het tv-scherm
op.
De subwoofer en de voorluidsprekers in dit toestel
zijn magnetisch afgeschermd om een magnetisch
lek te voorkomen. Er kan echter een klein "lek"
optreden als er een zeer sterke magneet wordt
gebruikt. Controleer als dat gebeurt de volgende
items:
• Als de luidsprekers worden gebruikt met een
CRT-tv of -projector, installeer ze dan op
minstens 0,3 meter van de tv.
• Als de kleurafwijking blijft, zet dan de tv uit en zet
haar vervolgens na 15 tot 30 minuten weer aan.
• Als er "gehuil" optreedt, zet de luidsprekers dan
opnieuw verder weg van de tv.
• Zorg ervoor dat er geen magnetisch voorwerp
(magnetische sluiting op een tv-standaard,
medische apparatuur, speelgoed, enz) dichtbij de
luidsprekers wordt gezet.
Geluid
Geen geluid.
• De luidsprekerkabel is niet goed aangesloten.
• Druk op MUTING op de afstandsbediening
wanneer "MUTING ON" wordt weergegeven in
het uitleesvenster op het voorpaneel.
• Het toestel staat in de pauzestand of in de Slow-
motion Play-modus. Druk op H om terug te
keren naar de normale weergavemodus.
• Snel vooruit of snel achteruit is bezig. Druk op
H om terug te keren naar de normale
weergavemodus.
• Controleer de luidsprekerinstellingen (pagina 67).
Het geluid uit de linker en rechter luidsprekers
is niet in balans of is omgewisseld.
• Controleer of de luidsprekers en componenten
goed zijn aangesloten.
Er komt geen geluid uit de subwoofer.
• Controleer de luidsprekeraansluitingen en -
instellingen (pagina 11, 67).
• Stel het geluidsveld in op "A.F.D. STD
"
(pagina 24).
Sterke brom of ruis is hoorbaar.
• Controleer of de luidsprekers en componenten
goed zijn aangesloten.
• Controleer of de verbindingskabels zich niet in de
buurt van een transformator of motor bevinden en
minstens 3 meter zijn verwijderd van een tv-
toestel of fluorescentieverlichting.
• Plaats de tv verder van de audiocomponenten af.
• De stekkers en aansluitingen zijn vuil. Maak ze
schoon met een doek die lichtjes is bevochtigd
met alcohol.
• Reinig de disc.
Er is minder stereo-effect bij het afspelen van
een VIDEO CD, een CD of een MP3.
• Stel [GELUID] in op [STEREO] door op AUDIO
te drukken (pagina 34).
• Controleer of de eenheid goed is aangesloten.
Het surround effect is moeilijk hoorbaar bij
weergave van een Dolby Digital, DTS of
MPEG-audiotrack.
• Controleer of de geluidsveldfunctie is
ingeschakeld
(pagina 24).
• Controleer de luidsprekeraansluitingen en -
instellingen (pagina 11, 67).
• Bij sommige DVD’s is het uitgangssignaal niet
volledig compatibel met 5.1-kanalen. Het kan
mono of stereo zijn, ook al is het geluid
opgenomen in Dolby Digital of MPEG-
audioformaat.
Alleen de middenluidspreker werkt.
• Bij sommige discs weerklinkt het geluid alleen uit
de middenluidspreker.
Er komt geen geluid uit de middenluidspreker.
• Controleer de luidsprekeraansluitingen en -
instellingen (pagina 11, 67).
• Controleer of de geluidsveldfunctie is
ingeschakeld
(pagina 24).
• Bij sommige geluidsbronnen is het effect van de
middenluidspreker minder uitgesproken.
• Een 2-kanaalsbron wordt afgespeeld.
De surround luidsprekers produceren geen of
slechts een heel zwak geluid.
• Controleer de luidsprekeraansluitingen en -
instellingen (pagina 11, 67).
• Controleer of de geluidsveldfunctie is
ingeschakeld
(pagina 24).
• Bij sommige geluidsbronnen is het effect van de
surroundluidsprekers minder uitgesproken.
• Een 2-kanaalsbron wordt afgespeeld.
Er komt geen geluid uit de luidsprekers die
zijn aangeduid op het uitleesvenster op het
voorpaneel.
• Het uitleesvenster op het voorpaneel vermeldt de
gekozen [LUIDSPREKEROPST.]. Het geeft niet