Bauknecht ESIT 7740 IN Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
NL6
Deze instructies vindt u tevens op de volgende website: www.bauknecht.eu
UW VEILIGHEID EN DIE VAN ANDEREN IS ERG BELANGRIJK
Deze handleiding en het apparaat zelf zijn voorzien van belangrijke veiligheidsaanwijzigen, die altijd moeten
worden gelezen en opgevolgd.
Alle veiligheidswaarschuwingen geven specifieke details van het mogelijke risico dat aanwezig is en
geven aan hoe het risico op letsel, schade en elektrische schokken voortvloeiend uit het onjuiste gebruik
van het apparaat beperkt kan worden. Zorg dat u aan het volgende voldoet:
Gebruik beschermende handschoenen voor het uitpakken en installeren.
Het apparaat moet worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet voordat u
installatiewerkzaamheden uitvoert.
Installatie en onderhoud moeten worden uitgevoerd door een gespecialiseerd monteur, volgens de
instructies van de fabrikant en in overeenstemming met de plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
Repareer of vervang geen enkel onderdeel van het apparaat, behalve als dit expliciet aangegeven
wordt in de gebruikershandleiding.
Dit apparaat moet geaard worden.
Het netsnoer van het apparaat moet lang genoeg zijn om het apparaat vanuit de inbouwpositie in het
meubel te kunnen aansluiten op het stopcontact van de netvoeding.
Om ervoor te zorgen dat de installatie voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften, is er een
multipolaire schakelaar met een afstand van minstens 3 mm vereist.
Gebruik voor de aansluiting geen meervoudige contactdozen of verlengsnoeren.
Trek niet aan het netsnoer.
Als de installatie voltooid is, mogen de elektrische onderdelen niet meer toegankelijk zijn voor de
gebruiker.
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik en alleen voor het bereiden van
voedsel. Elk ander gebruik is verboden
(bijv. het verwarmen van kamers). De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die
het gevolg is van oneigenlijk gebruik of een foute programmering van de bedieningstoetsen.
Het apparaat en de toegankelijke onderdelen worden heet tijdens het gebruik. Voorkom aanraking
van hete onderdelen. Heel jonge (0-3 jaar) en jonge kinderen (3-8 jaar) dienen op afstand gehouden
te worden, tenzij ze onder voortdurend toezicht staan.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Dit is het gevarensymbool wat betreft veiligheid, dat waarschuwt tegen mogelijke risico's voor de gebruiker
en voor anderen.
Alle veiligheidsberichten worden voorafgegaan door het gevarensymbool en door de volgende termen:
GEVAAR
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig letsel zal leiden.
WAARSCHUWING
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig letsel kan leiden.
NEDERLANDS Installatie Pagina 4 Gebruiksaanwijzing Pagina
NL7
Kinderen vanaf 8 jaar en personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale vermogens of
gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat gebruiken indien ze onder toezicht staan of
instructies hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat en de mogelijke gevaren ervan
begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen
niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.
Raak de verwarmingselementen van het apparaat tijdens en na het gebruik niet aan. Vermijd contact
met doeken of andere brandbaar materiaal tot alle onderdelen van het apparaat helemaal zijn
afgekoeld.
Plaats geen brandbaar materiaal in het apparaat of in de buurt ervan.
Oververhit vet of oververhitte olie vat gemakkelijk vlam. Houd de bereiding van gerechten met veel
vet of olie in de gaten.
Een scheidingspaneel (niet meegeleverd) dient geplaatst te worden in het compartiment onder het
apparaat.
Wanneer het oppervlak is gebarsten, schakel dan het apparaat uit om het risico op een elektrische
schok te voorkomen (uitsluitend voor toestellen met een glazen oppervlak).
Het apparaat mag niet gebruikt worden met een externe timer of een afzonderlijk
afstandsbedieningssysteem.
Onbewaakt koken op een kookvuur met vet of olie kan gevaarlijk zijn en kan brand veroorzaken.
Probeer brand NOOIT te blussen met water, maar schakel het apparaat uit en bedek de vlam
bijvoorbeeld met een deksel of een branddeken.
Brandgevaar: leg geen voorwerpen op de kookoppervlakken.
Gebruik geen stoomreinigers.
Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op het oppervlak van de
kookplaat geplaatst worden omdat ze warm kunnen zijn.
Na gebruik dient u het kookplaatelement uit te schakelen met het bedieningspaneel. Vertrouw niet
op de pandetector (uitsluitend voor inductietoestellen).
Verwerking van de verpakking
Het verpakkingsmateriaal kan volledig gerecycled worden en is voorzien van het recyclingssymbool ( ). De verschillende onderdelen van de verpakking mogen niet
in het milieu terecht komen, maar dienen weggegooid te worden conform de regelgevingen opgelegd door de plaatselijke autoriteiten.
MILIEUTIPS
NL8
Afdanken
Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese Richtlijn 2012/19/EU inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit apparaat op de juiste manier wordt afgedankt, helpt u mogelijk schadelijke gevolgen voor het milieu en de gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het apparaat of op de begeleidende documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden, maar dat het
ingeleverd moet worden bij een speciaal inzamelingscentrum voor de recycling, AEEA..
Energiebesparing
Voor optimale resultaten adviseren wij:
Gebruik potten en pannen waarvan de diameter van de bodem gelijk is aan de kookzone.
Gebruik uitsluitend potten en pannen met een platte bodem.
Laat indien mogelijk de deksels op de potten zitten tijdens het koken.
Gebruik een snelkookpan om nog meer energie en tijd te besparen.
Plaats de pan in het midden van de kookzone die op de kookplaat gemarkeerd is.
Dit apparaat voldoet aan de ecologische ontwerpvereisten van de Europese Richtlijn nr. 66/2014 in overeenstemming met de Europese norm EN 60350-2.
ECO DESIGN VERKLARING
VOOR HET GEBRUIK
BELANGRIJK: De kookzones worden niet ingeschakeld als de pannen niet de juiste afmeting hebben. Gebruik alleen pannen met het symbool
“INDUCTIESYSTEEM” (afbeelding hiernaast). Plaats de pan op de gewenste kookzone voordat de kookplaat wordt ingeschakeld.
NL9
Gebruik een magneet om te controleren of de pan geschikt is voor de inductiekookplaat: de pannen zijn ongeschikt wanneer ze niet magnetisch te detecteren zijn.
Zorg ervoor dat de pannen een gladde bodem hebben om krassen op de kookplaat te voorkomen. Controleer het serviesgoed.
Plaats nooit hete potten of pannen op het oppervlak van het bedieningspaneel. Dit kan tot beschadigingen leiden.
Controleer na het uitpakken van het product of er geen schade is opgetreden tijdens het transport. Neem in geval van problemen contact op met uw leverancier of de
klantenservice.
Zie de afbeeldingen op pagina 2 voor inbouwafmetingen en installatie-instructies.
MEUBEL VOORBEREIDEN VOOR INBOUW
GESCHIKTE POTTEN EN PANNEN
AANBEVOLEN BREEDTES VAN PANBODEMS
INSTALLATIE
WAARSCHUWING
Installeer een scheidingspaneel
onder de kookplaat.
Het onderste gedeelte van het
product mag niet meer
toegankelijk zijn na de
installatie.
Breng geen scheidingspaneel aan
als een oven onder het werkblad
wordt ingebouwd.
De afstand tussen de onderzijde van het apparaat en het scheidingspaneel moet aan de afmetingen in de afbeelding voldoen.
Voor een correcte werking van het product mag de minimale opening tussen de kookplaat en de bovenzijde van het apparaat niet geblokkeerd worden (min. 5
mm).
Indien een oven onder het werkblad wordt ingebouwd, zorg dan dat de oven is uitgerust met een koelsysteem.
Installeer de kookplaat niet boven een afwasmachine of wasmachine om schade aan de elektronische circuits door het in contact komen met stoom of vocht te voorkomen.
Bel bij een verzonken inbouwinstrument de Klantenservice en vraag om een set montageschroeven 4801 211 00112.
Gebruik voor het verwijderen van de kookplaat een schroevendraaier (niet meegeleverd) om de omtrekklemmen aan de onderzijde van het apparaat los te
wrikken.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING
Trek de stekker uit het stopcontact.
De installatie moet worden uitgevoerd door een erkend elektricien die op de hoogte is van de
actuele veiligheids- en installatievoorschriften.
De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan voorwerpen of voor letsel aan personen of dieren die/dat veroorzaakt is door het
niet in acht nemen van de voorschriften in dit hoofdstuk.
De voedingskabel van het apparaat moet lang genoeg zijn om het apparaat uit het werkblad te kunnen verwijderen.
Zorg dat de spanning die op het typeplaatje aan de onderzijde van het apparaat wordt aangeduid, overeenkomt met de spanning in uw woning.
NEEOK
Ø
28 cm
XL
Ø
17 cm min. 28 cm max.
Ø
21 cm
L
Ø
15 cm min. 21 cm max.
Ø
18 cm
M
Ø
14,5 cm
S
Ø
12 cm min. 18 cm max.
Ø
10 cm min. 14,5 cm max
Ø
12 cm
Flexicook
39 cm
23 cm
Max. Min.
min. 5 mm
min. 20 mm
min. 5 mm
NL10
Aansluiting op het klemmenblok
Gebruik voor de elektrische aansluiting een kabel van het type H05RR-F of H05V2V2-F, zoals aangeduid in de onderstaande tabel.
Belangrijk:
- Laat de metalen bruggen tussen de schroeven van het klemmenblok zitten of verwijder ze, volgens het bedradingsschema (zie de afbeelding).
-Als er een kabel wordt meegeleverd raadpleeg dan de aansluitinstructies op de kabel.
-Zorg ervoor dat alle zes schroeven op het klemmenblok zijn aangehaald na het aansluiten van de kabels.
Voorbeeld van brug aanwezig (links) of verwijderd (rechts). Zie het bedradingsschema voor details (de bruggen kunnen tussen L1-L2- en tussen N1-N2 zijn).
Sluit de geel/groene aardleiding aan op de klem met het symbool .
Bovengenoemde leiding moet langer zijn dan de andere.
1. Verwijder het deksel van het klemmenblok (A) door de schroef los te draaien en steek het deksel in het scharnier (B) van het klemmenblok.
2. Steek de kabel in de kabelklem en sluit de draden aan op het klemmenbord, zoals aangegeven in het aansluitschema daar vlak naast.
3. Bevestig het netsnoer door middel van de kabelklem.
4. Sluit het deksel (C) en schroef het deksel van het klemmenblok vast met de eerder verwijderde schroef.
Telkens wanneer de stroom is aangesloten, voert de kookplaat een aantal seconden een automatische controle uit.
Zie de instructies op het netsnoer als de kookplaat al van een netsnoer voorzien is. Breng de aansluiting op het net tot stand via een meerpolige schakelaar met een
afstand tussen de contacten van minimaal 3 mm.
Beschrijving bedieningspaneel
Bedieningspaneel
Kabels Aantal x doorsnede
220-240 V ~ +
3 x 4 mm
2
220-240 V 3 ~ +
4 x 1,5 mm
2
380-415 V 3N ~ +
5 x 1,5 mm
2
380-415 V 2N ~ +
4 x 1,5 mm
2
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
230 V
230 V
230 V
230 V
230 V
230 V
230 V
230 V
230 V
230 V
230 V
380-415 V 3N ~ 220-240 V ~ 220-240 V ~ (alleen AU en VK)
380-415 V 2N ~
220-240 V 3 ~ (alleen België)
380-415 V 2N ~ (alleen
Nederland)
CBA
NL11
De kookplaat in-/uitschakelen (Aan/Uit)
Om de kookplaat in te schakelen houdt u de knop circa 2 seconden ingedrukt, tot de displays van de kookzones oplichten. Om de kookplaat uit te schakelen, drukt
u op dezelfde knop tot de displays uitgaan. Alle kookzones zijn gedeactiveerd
Wanneer de kookplaat eerder gebruikt werd, blijft de restwarmte-indicator "H" actief tot de kookzones zijn afgekoeld.
Als er binnen 10 seconden na het inschakelen geen functie wordt geselecteerd, wordt de kookplaat automatisch uitgeschakeld.
Kookzones aanzetten en aanpassen
Plaats de pan op de kookzone, schakel de kookplaat in, activeer de gewenste kookzone door op de betreffende knop “+” te drukken. Er wordt “0” op het display
weergegeven. Het is mogelijk het gewenste vermogensniveau, van min. 0 tot max. 9, of de booster “P” indien beschikbaar, te selecteren. Om het vermogensniveau te
verhogen, drukt u op de “+” knop. Om het vermogensniveau te verlagen, drukt u op de “-” knop.
Kookzones deactiveren
Om de kookzone uit te schakelen, drukt u langer dan 3 seconden op de bijbehorende “+” en “-” knop.
De kookzone wordt uitgeschakeld en indien de zone nog heet is, wordt de letter H op het zonedisplay weergegeven.
Toetsenblokkering
Deze functie blokkeert de toetsen om het per abuis activeren van de kookplaat te voorkomen. Om de toetsenblokkering te activeren schakelt u de kookplaat in en houdt u de toets
drie seconden ingedrukt een geluidssignaal en een lichtinstallatie in de signaalactivering van het symbool voor het hangslot. Het bedieningspaneel wordt helemaal geblokkeerd,
behalve de uitschakelfunctie. Om de blokkering van de bedieningen te deactiveren, herhaalt u de activeringsprocedure. De verlichte stip gaat uit en het kookfornuis is weer actief.
De aanwezigheid van water, vloeistof die overgekookt is uit de pannen of voorwerpen die op de toets onder het symbool worden gezet, kunnen ertoe leiden dat de
toetsenblokkering onbedoeld geactiveerd of gedeactiveerd wordt.
Kookwekker
De kookwekker kan gebruikt worden om een bereidingstijd in te stellen van maximaal 99 minuten (1 uur en 39 minuten) voor alle kookzones.
Selecteer de kookzone die in combinatie met de timer gebruikt moet worden, druk op de timer (zie afbeelding) en een piepsignaal duidt de functie
aan. Op het display verschijnt "00" en de Led-indicatie gaat branden. De waarde van de kookwekker kan verhoogd of verlaagd worden door de
toetsen “+” of “-” ingedrukt te houden. Wanneer de ingestelde tijd is verstreken, is een geluidssignaal hoorbaar en wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. Om
de kookwekker uit te schakelen de toets ten minste 3 seconden ingedrukt houden.
Herhaal de bovenstaande stappen om de kookwekker voor een andere zone in te stellen. Het display van de timer toont altijd de timer voor de geselecteerde zone of
de kortste timer.
Om de timer te wijzigen of te deactiveren de toets voor het selecteren van de kookzone indrukken voor de timer in kwestie.
Waarschuwingen van het bedieningspaneel.
Speciale functies (indien aanwezig)
Sommige modellen hebben speciale functies:
Automatische functie
Via deze functie wordt het apparaat automatisch ingesteld op een niveau dat voor alle bereidingsmethoden geschikt is.
Warmhouden
Via deze functie wordt het apparaat automatisch ingesteld op een niveau dat zojuist bereide voedsel warm houdt en serveerschotels warm houdt (met
inductiegeschikte accessoire).
Druk op toets : op het display verschijnt “A”, het lampje gaat branden. Om de functie uit te schakelen drukt u op de knop .
Koken
Met de kookplaat ingeschakeld de kookzone selecteren met het symbool Koken .
Om de functie in of uit te schakelen op de toets
drukken.
Met de Kookfunctie kan het water aan de kook worden gebracht en blijft het koken, zonder te morsen, met een lager energieverbruik.
Display vermogensindicatie
Indicatie geselecteerde kookzone
Plaatsing kookzone
NL12
Om deze controle te optimaliseren en te zorgen voor de beste energiebesparing, is het raadzaam om een pan te gebruiken met een diameter van de bodem die gelijk
is aan die van de geselecteerde kookzone. De kwaliteit van de gebruikte pan, de aanwezigheid of afwezigheid van deksel of zout, kan invloed hebben op de prestaties
van de functie. Er wordt 2 tot 3 liter water (bij voorkeur op kamertemperatuur) aanbevolen, en het is raadzaam om geen deksel te gebruiken. Het is in ieder geval
raadzaam om een controle te houden op de kookomstandigheden en op de hoeveelheid resterend water.
Smelten
Met de functie Smelten blijft de kookzone op een lage en uniforme temperatuur werken. Nadat de pan/accessoire op de gekozen kookzone is geplaatst, schakelt u de kookplaat
in en selecteert u de kookzone. Druk op toets : op het display verschijnt “A”, het lampje gaat branden. Om de functie uit te schakelen drukt u op de knop
.
Restwarmte-indicatie.
De kookplaat heeft voor iedere kookzone een restwarmte-indicator. Deze indicatie waarschuwt de gebruiker wanneer er nog kookzones heet zijn.
Als het display weergeeft, is de kookzone nog heet. Als deze signalering voor de zone wordt gegeven is het bijvoorbeeld mogelijk een gerecht warm te
houden of boter te laten smelten.
Wanneer de kookzone is afgekoeld, wordt het display uitgeschakeld.
Indicator 'verkeerde pan of geen pan'.
Als u een pan gebruikt die niet geschikt is, niet correct gepositioneerd is of niet over de juiste afmeting beschikt voor uw inductiekookplaat, dan wordt
de indicatie “geen pan” op het display weergegeven (zie de afbeelding aan de zijkant). Als er binnen 60 seconden geen pan gedetecteerd wordt, gaat de
kookplaat uit.
Snelkookfunctie (Booster)
Deze functie is slechts op enkele kookzones aanwezig en maakt het mogelijk het vermogen van de plaat optimaal te benutten (bijvoorbeeld om snel water aan de kook
te brengen). Om de functie te activeren, drukt u op de toets “+” tot er op de display een “P” wordt weergegeven. Nadat de boosterfunctie 10 minuten gebruikt is, stelt
het apparaat de zone automatisch in op niveau 9.
“Vermogensbeheer” (indien aanwezig)
Met behulp van de functie “Power management” (vermogensbeheer) kan de gebruiker het maximale vermogen van de kookplaat indien nodig instellen.
Deze instelling is altijd mogelijk en wordt behouden tot de volgende wijziging.
Door het instellen van het vereiste maximumvermogen past de kookplaat automatisch de verdeling in de verschillende kookzones aan, en zorgt ervoor dat deze limiet
nooit wordt overschreden; met het voordeel dat het ook in staat is om alle zones tegelijk te beheren, maar zonder overbelasting.
Er zijn vier maximale vermogensniveaus aanwezig die worden weergegeven op het display: 2,5 – 4,0 – 6,0 – 7,2 kW (7,2 kW wordt beschouwd als het maximale
vermogen van de kookplaat)
Op het moment van aankoop is de kookplaat ingesteld op maximaal vermogen
Na het aansluiten van het apparaat op het stopcontact is het de eerste 60 seconden mogelijk het gewenste vermogensniveau in te stellen door de volgende punten uit
te voeren:
In het geval van een fout tijdens instellen van het vermogen verschijnt het symbool in het midden en klinkt gedurende 5 seconden een geluidssignaal. Herhaal
in een dergelijk geval de configuratieprocedure vanaf het begin. Als de fout aanwezig blijft, neem dan contact op met de Servicedienst.
Tijdens normaal gebruik knippert het gebruikte zoneniveau tweemaal en klinkt een geluidssignaal wanneer de gebruiker probeert het maximaal beschikbare
vermogensniveau (indien bereikt) te verhogen.
Voor een hoger vermogen in de betreffende zone moet het vermogensniveau van één of meerdere reeds actieve kookzones handmatig worden verlaagd.
Stap Bedieningspaneel Bedieningsdisplay
1 Druk ca. 3 seconden op de
toets Vermogensregeling
(stap 1)
2 Druk op de knop
Vermogensregeling (stap
2) om de voorgaande stap
te bevestigen
Het display toont
3 Indrukken om het gekozen
vermogen onder de
beschikbare opties in te
stellen
Zowel het lampje als de in-bedrijf-lampjes
voor de afzonderlijke kookzones gaan
branden
4 Druk op de knop
Vermogensregeling (stap
4) om de voorgaande stap
te bevestigen
De display geeft het ingestelde niveau dat
ongeveer 2 seconden knippert; waarna de
kookplaat een geluidssignaal afgeeft en dan
zichzelf uitschakelt; het is nu klaar voor
gebruik
NL13
Activering/deactivering van het geluidssignaal
Na het inschakelen van de kookplaat houdt u de “-” van de eerste kookzone en de externe knop aan de rechterzijde tegelijkertijd minstens vijf seconden ingedrukt
(“zoals hieronder afgebeeld”).
Flexicook
Met behulp van deze functie (indien aanwezig) kan de kookzone als twee afzonderlijke zones of als een enkele extra grote zone worden gebruikt.
Dit is ideaal voor het gebruik van ovale, rechthoekige en vergrote pannen (met een bodem van maximaal 38x23 cm) of meer dan één standaard pan tegelijkertijd. Om
de Flexicook-functie te activeren, schakelt u de kookplaat in en drukt u tegelijkertijd op de 2 keuzetoetsen van de zones zoals getoond in de onderstaande afbeelding:
op de displays van de twee kookzones verschijnt het niveau "0"; beide stippen naast het niveaunummer zijn verlicht, en geven aan dat de Flexicook is ingeschakeld.
Voor het wijzigen van het vermogensniveau (van 1 tot maximaal 9 of P) drukt u op de -/+ knoppen. Om de Flexicook-functie te deactiveren, drukt u tegelijkertijd op
de 2 keuzetoetsen van de zones. Om de zones direct uit te schakelen, drukt u 3 seconden op een van de zonekeuzetoetsen.
Wanneer er op een zone geen pan wordt geregistreerd (omdat de pan ontbreekt, verkeerd geplaatst is of niet voor inductiekookplaten geschikt is), verschijnt op
het display van de betreffende zone de indicatie “geen pan” . Deze indicatie blijft 60 seconden actief: in die tijd kunt u naar wens pannen aan het Flexicook-gebied
toevoegen of hierbinnen verschuiven.
Als er na 60 seconden geen pan op de zone geplaatst is, stopt het systeem met “zoeken” naar pannen op de betreffende zone; het symbool blijft op het display
zichtbaar als herinnering aan het feit dat de zone uitgeschakeld is.
Voor het heractiveren van de functie Flexicook drukt u op één van de twee betreffende knoppen
De Flexicook-functie kan ook registeren wanneer er een pan in het Flexicook-gebied van de ene naar de andere zone verplaatst wordt en houdt in dat geval hetzelfde
vermogensniveau aan als dat van de zone waarop de pan oorspronkelijk stond (zie het voorbeeld in de onderstaande afbeelding: als de pan van de voorste
verwarmingszone naar de achterste verwarmingszone wordt verplaatst, wordt het vermogensniveau weergegeven op het display van de zone waar de pan op staat).
Het is ook mogelijk het Flexicook-gebied als twee afzonderlijke kookzones te bedienen met behulp van de toets van de betreffende enkele zone. Plaats de pan in het
midden van de enkele zone en pas het vermogensniveau aan met behulp van het touchscreen.
Belangrijk: zet de pannen altijd zodanig in het midden van de kookzone, dat het midden van de enkele kookzone is afgedekt.
Zorg bij grote, ovale, rechthoekige en lange pannen ervoor dat de pannen in het midden van de kookzone worden geplaatst.
Voorbeelden van correcte en incorrecte plaatsing van pannen:
5 sec
i
i
NL14
BELANGRIJK: Gebruik geen schuursponsjes of schuurmatjes. Door het gebruik hiervan kan het glas uiteindelijk beschadigd raken.
Reinig de kookplaat na elk gebruik (wanneer deze is afgekoeld) om aanslag en vlekken door voedselresten te verwijderen.
Suiker of voedsel met een hoog suikergehalte kan tot beschadiging van de kookplaat leiden en moet direct verwijderd worden.
Door zout, suiker en zand kan het glasoppervlak bekrast raken.
Gebruik een zachte doek, absorberend keukenpapier of een specifieke kookplaatreiniger (volg de instructies van de fabrikant).
Lees en volg de instructies onder “Instructies voor gebruik”.
Controleer of er geen stroomuitval is.
Droog de kookplaat grondig nadat deze gereinigd is.
Als bij de inschakeling van de kookplaat op het display alfanumerieke codes worden weergegeven, dient u volgens onderstaande tabel te handelen.
Als de kookplaat na gebruik niet uitgeschakeld kan worden, de stekker uit het stopcontact trekken.
Inductiekookplaten kunnen fluiten of krakende geluiden maken tijdens de normale werking, die eigenlijk van de pannen komen, vanwege de kenmerken van de
bodem (bijvoorbeeld bodems gemaakt van verschillende lagen materiaal, of ongelijke bodems). Deze geluiden variëren afhankelijk van de gebruikte pannen en de
hoeveelheid voedsel die ze bevatten, en zijn niet indicatief voor een gebrek van welke aard dan ook.
Bovendien is de inductiekookplaat uitgerust met een inwendig koelsysteem, ter controle van de temperatuur van de elektronische onderdelen; daardoor is het geluid
van de koelventilator hoorbaar tijdens het koken en enkele minuten nadat de kookplaat is uitgeschakeld. Dit is volkomen normaal en onontbeerlijk voor de goede
werking van het apparaat.
Voordat u contact opneemt met de klantenservice:
1. Controleer of u het probleem zelf kunt oplossen aan de hand van de punten die beschreven zijn in “Opsporen van storingen.
2. Het apparaat aan- en uitzetten om te controleren of het probleem is opgelost.
Indien het probleem aanhoudt na de bovenstaande controles, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde klantenservice.
Vermeld altijd:
een korte beschrijving van de storing;
het producttype en het exacte model;
het servicenummer (dit is het nummer na het woord Service op het typeplaatje), aan de onderzijde van het apparaat (op het metalen plaatje);.
•uw volledige adres;
uw telefoonnummer.
Wend u tot een erkend Servicecentrum indien reparatie noodzakelijk is (alleen dan heeft u zekerheid dat originele vervangingsonderdelen worden gebruikt en de
reparatie correct wordt uitgevoerd). Vervangingsonderdelen zijn 10 jaar lang beschikbaar.
REINIGING
WAARSCHUWING
Gebruik geen stoomreinigers.
Controleer voor het reinigen of de kookzones uitgeschakeld zijn en dat de restwarmte-indicatie (“H”)
niet wordt weergegeven.
OPSPOREN VAN STORINGEN
FOUTCODE BESCHRIJVING MOGELIJKE OORZAKEN PROBLEEM VERHELPEN
C81, C82
Het bedieningspaneel wordt
uitgeschakeld door te hoge
temperaturen
De interne temperatuur van de
elektronische delen is te hoog
Wacht tot de kookplaat is
afgekoeld voordat u hem weer
gebruikt.
F42 of F43 Het aansluitvoltage is niet goed
De sensor detecteert een verschil tussen
het voltage van het apparaat en het
voltage van de netvoeding
Koppel de kookplaat los van het
elektriciteitsnet en controleer de
aansluiting
F12, F21, F25, F36, F37, F40, F47, F56, F58,
F60
Bel de Klantenservice en geef de foutcode door
GELUIDEN VAN DE KOOKPLAAT
KLANTENSERVICE
NL15
OPMERKING:
Als u voedsel met een korte bereidingstijd waarvoor een perfecte warmteverdeling vereist is (bijv. pannenkoeken) wilt klaarmaken op de dubbele kookzone van 28
cm, gebruik dan geen pannen met een diameter groter dan 24 cm. Gebruik voor een delicate bereiding (bijvoorbeeld het smelten van chocolade of boter) de enkele
zones met een kleine diameter.
VERMOGENSNIVEAUTABEL
Vermogensniveau Bereidingstype Gebruik van het niveau
(de indicatie hangt af van de ervaring en de bereidingsgewoonten)
Max. vermogen
Boost Snel verwarmen
Ideaal voor het snel verhogen van de voedseltemperatuur tot het snel aan de kook brengen in het geval
van water of het snel verwarmen van kookvloeistoffen
8-9 Bakken - koken
Ideaal voor braden, aan de kook brengen, bakken van diepvriesproducten, snel koken
Hoog vermogen
7-8
Braden - sauteren - koken -
grillen
Ideaal voor sauteren, actief aan de kook houden, koken en grillen (voor een korte periode, 5-10
minuten)
6-7
Braden - koken - stomen -
sauteren - grillen
Ideaal voor sauteren, lichtjes aan de kook houden, koken en grillen (voor een middellange periode, 10-
20 minuten)
Middelhoog
vermogen
4-5
Koken - stomen - sauteren -
grillen
Ideaal voor stomen, zachtjes aan de kook houden, koken (voor een lange periode). Roomsaus maken
voor pasta
3-4
Koken - sudderen - verdikken -
roomsaus maken
Ideaal voor recepten met een lange bereidingstijd (rijst, sauzen, braadstukken, vis) met vloeistoffen
(bijv. water, wijn, bouillon, melk), roomsaus voor pasta
2-3
Ideaal voor recepten met een lange bereidingstijd (minder dan een 1 liter: rijst, saus, braadstukken,
vis) met vloeistoffen (bijv. water, wijn, bouillon, melk)
Laag vermogen
1-2
Smelten - ontdooien -
warmhouden - roomsaus
maken
Ideaal voor het zacht maken van boter, langzaam smelten van chocolade, ontdooien van kleine
producten en het warmhouden van zojuist bereide gerechten (bijv. saus, soep, minestrone)
1
Ideaal voor het warmhouden van zojuist bereide gerechten, het maken van roomsaus voor risotto en
het warmhouden van serveerschotels (met inductiegeschikte accessoire)
UIT
Geen
vermoge
n
Ondersteuningsvlak
Kookplaat in stand-by of uitgeschakelde modus (mogelijke restwarmte na afloop van de bereiding,
aangeduid met een “H”)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10

Bauknecht ESIT 7740 IN Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding