Gebruik van Garmin Connect
U kunt uw scorekaarten en clubgegevens uploaden naar Garmin
Connect voor een uitgebreide analyse. Tevens kunt u uw
scorekaarten delen met uw vrienden. Bekijk uw totale
statistieken, rondestatistieken of statistieken op een bepaalde
baan. U kunt ook clubgegevens aanpassen voor clubs die voor
club-advies worden gebruikt.
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
2
Ga naar www.garminconnect/golf.
3
Volg de instructies op het scherm.
Bluetooth connected functies
Het toestel heeft verschillende Bluetooth connected functies
voor uw compatibele mobiele toestel dat gebruikmaakt van de
Garmin Connect Mobile app.
Gegevens worden geüpload naar Garmin Connect:
Gegevens worden verzonden naar Garmin Connect met de
Garmin Connect Mobile app. Ga voor meer informatie naar
www.garmin.com/intosports/apps.
Meldingen: Stelt u op de hoogte van nieuwe telefoonberichten.
Uw telefoon koppelen
1
Ga naar www.garmin.com/intosports/apps en download de
Garmin Connect Mobile applicatie naar uw telefoon.
2
Zorg dat de telefoon zich binnen 10 m (33 voeten) van uw
toestel bevindt.
3
Selecteer op uw toestel Stel in > Bluetooth > Koppel
mobiel toestel en volg de instructies op het scherm.
4
Open de Garmin Connect Mobile applicatie op uw telefoon
en volg de instructies op het scherm om een toestel te
koppelen.
Deze instructies worden aangeboden tijdens de eerste
installatie of door het selecteren van > Toestellen.
Verbinding maken met een gekoppelde telefoon
Voordat u verbinding kunt maken met uw telefoon, moet u deze
koppelen met uw toestel.
Als u verbinding maakt met uw telefoon via draadloze Bluetooth
technologie, kunt u scores en andere gegevens delen met
Garmin Connect. U kunt ook meldingen van uw telefoon op uw
toestel ontvangen.
1
Schakel op de telefoon de draadloze Bluetooth technologie
in.
2
Selecteer op uw toestel Stel in > Bluetooth > Verbinding >
Aan om draadloze Bluetooth technologie in te schakelen.
3
Selecteer Meldingen om meldingen van uw telefoon weer te
geven of te verbergen.
Telefoonmeldingen
Voor telefoonmeldingen is een compatibele smartphone vereist
die is gekoppeld met het Approach toestel. Wanneer uw
telefoon berichten ontvangt, worden meldingen naar uw toestel
verzonden.
Meldingen weergeven
Voordat u meldingen kunt weergeven, moet u verbinding maken
met uw gekoppelde telefoon (Verbinding maken met een
gekoppelde telefoon, pagina 6).
1
Selecteer > Meldingen.
2
Selecteer een melding.
3
Selecteer of om door de inhoud van de melding te
bladeren.
Wi-Fi connected functies
Dit toestel beschikt over Wi‑Fi connected functies. De Garmin
Connect Mobile app is niet vereist voor het gebruik van Wi‑Fi
connectiviteit.
Updates van software en banen: Uw toestel downloadt de
nieuwste updates van software en banen als er een Wi‑Fi
verbinding beschikbaar is. De volgende keer dat u het toestel
inschakelt, kunt u de updates van software en banen
installeren aan de hand van de instructies op het scherm.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
1
Selecteer Stel in > Wi-Fi.
2
Selecteer zo nodig de schakelaar om Wi‑Fi technologie in te
schakelen.
3
Selecteer Netwerk toevoegen.
4
Selecteer een optie:
• Als u een zichtbaar draadloos netwerk wilt selecteren,
selecteert u een draadloos netwerk in de lijst en voert u zo
nodig het wachtwoord in.
• Als u een verborgen draadloos netwerk wilt selecteren,
selecteert u en voert u de SSID en het wachtwoord van
het netwerk in.
Het toestel onthoudt de netwerkgegevens voor deze locatie en
maakt voortaan automatisch verbinding als u terugkeert op de
locatie.
Appendix
Het kompas kalibreren
OPMERKING: Het elektronische kompas moet buitenshuis
worden gekalibreerd. Zorg dat u zich niet in de buurt van
objecten bevindt die invloed op magnetische velden hebben,
zoals auto's, gebouwen en elektriciteitskabels.
Het toestel is al gekalibreerd in de fabriek en het maakt
standaard gebruik van automatische kalibratie. Als uw kompas
onregelmatig werkt, bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt
afgelegd of na extreme temperatuurschommelingen, kunt u het
handmatig kalibreren.
1
Selecteer Stel in > Kalibreer PinPointer.
2
Volg de instructies op het scherm.
Een geheugenkaart installeren
U kunt een microSD
™
geheugenkaart installeren voor extra
opslagruimte of voorgeladen kaarten.
1
Verwijder de beschermkap van de microSD kaartsleuf .
2
Druk op de kaart tot u hoort dat deze vastklikt.
Toestelonderhoud
LET OP
Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan
extreme temperaturen kan worden blootgesteld omdat dit
onherstelbare schade kan veroorzaken.
Gebruik nooit een hard of scherp object om het aanraakscherm
te bedienen omdat het scherm daardoor beschadigd kan raken.
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen, oplosmiddelen en
insectenwerende middelen die plastic onderdelen en
oppervlakken kunnen beschadigen.
Breng de beschermkap van de USB-poort goed aan om
beschadiging van de poort te voorkomen.
6 Appendix