Een locatie opslaan
U kunt een locatie op een hole markeren met behulp van uw
huidige locatie of Touch-targeting.
OPMERKING: U kunt alle opgeslagen locaties van een hole
wissen door > > Wis locaties te selecteren.
1
Selecteer tijdens een game > Locatie opslaan.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Deze locatie gebruiken als u een markering
op uw huidige locatie op de hole wilt plaatsen.
• Selecteer Touch-targeting gebruiken als u een locatie
op de kaart wilt selecteren.
Een shot meten
1
Houd na een slag MEASURE ingedrukt.
2
Selecteer Begin meting.
3
Loop naar uw bal.
U hoeft niet rechtstreeks naar uw bal te lopen om een
nauwkeurige meting te krijgen. Het toestel meet de afstand
in een rechte lijn vanaf uw vertrekpunt. U kunt selecteren
om naar de kaart terug te gaan tijdens het meten.
4
Selecteer een optie wanneer u bij uw bal aankomt:
• Selecteer Reset als u het shot niet wilt opslaan.
• Selecteer Voeg toe aan gemiddelde als u de
shotafstand wilt toevoegen aan een clubgemiddelde, en
selecteer daarna de club die u hebt gebruikt voor het
shot. Het toestel voegt de shotafstand toe aan eerder
opgeslagen afstanden en berekent de gemiddelde
shotafstand voor de club (pagina 4).
• Als u de shotafstand wilt toevoegen aan een club maar
niet aan het clubgemiddelde, selecteer dan > Shot
opslaan > , selecteer een spelersnaam en selecteer
een club waaraan u het shot wilt toevoegen. Het toestel
slaat het shot afzonderlijk op, en het shot heeft geen
invloed op het gemiddelde voor de club.
Clubgemiddelden weergeven
Voordat u clubgemiddelden kunt bekijken, moet u de afstanden
van uw shots meten en toevoegen aan uw clubs (pagina 4).
U kunt uw clubs ook toevoegen, verwijderen of een andere
naam geven (pagina 4).
1
Selecteer > > Clubgemiddelden.
2
Blader door de lijst om de gemiddelde shotlengte voor elke
club weer te geven.
Clubs instellen
U kunt clubs toevoegen, verwijderen of een andere naam
geven.
1
Selecteer Stel in > Clubs.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Voeg club toe als u een club wilt toevoegen
aan de lijst.
• Selecteer een club en selecteer Wijzig naam als u de
naam van de club wilt wijzigen.
• Selecteer een club en selecteer Omhoog of Omlaag als
u de plaats van de club in de lijst wilt wijzigen.
• Selecteer een club en selecteer Reset als u de
shotgegevens van de club wilt verwijderen.
• Selecteer een club en selecteer Verwijder als u de club
uit de lijst wilt verwijderen.
Appendix
Toestelonderhoud
KENNISGEVING
Bewaar het toestel niet op een plaats waar deze langdurig aan
extreme temperaturen kan worden blootgesteld omdat dit
onherstelbare schade kan veroorzaken.
Gebruik nooit een hard of scherp voorwerp om het
aanraakscherm te bedienen, omdat het scherm daardoor
beschadigd kan raken.
Vermijd chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die
de kunststofonderdelen kunnen beschadigen.
Het scherm schoonmaken
Voordat u het scherm kunt schoonmaken, hebt u een zachte,
schone, stofvrije doek en water, isopropylalcohol of
lenzenvloeistof nodig.
Breng de vloeistof aan op de doek en veeg het scherm
voorzichtig schoon met de doek.
Het toestel schoonmaken
1
Veeg het toestel schoon met een doek die is bevochtigd met
een mild schoonmaakmiddel.
2
Veeg de behuizing vervolgens droog.
De schermverlichting gebruiken
• Tik op het aanraakscherm om de schermverlichting in te
schakelen.
OPMERKING: De schermverlichting wordt ook geactiveerd
door waarschuwingen en berichten.
• Tik op om de schermverlichting in te schakelen en de
helderheid aan te passen.
• Wijzig het time-outinterval voor de schermverlichting
(pagina 4).
Het aanraakscherm kalibreren
Als het aanraakscherm niet goed reageert, kunt u het
kalibreren.
1
Selecteer Stel in > Scherm > Kalibreren.
2
Volg de instructies op het scherm.
Gebruikersgegevens wissen
OPMERKING: Hiermee worden alle gegevens gewist die de
gebruiker heeft ingevoerd.
1
Houd ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
2
Plaats uw vinger in de linker bovenhoek van het
aanraakscherm.
3
Schakel het toestel in terwijl u uw vinger op het
aanraakscherm houdt.
4
Selecteer Ja.
Instellingen
U kunt Stel in selecteren als u de instellingen en functies van
het toestel wilt wijzigen.
Scoring: Hiermee stelt u de scoringsmethode en
handicapscores in pagina 3, en schakelt het bijhouden van
statistieken in of uit.
Clubs: Hiermee kunt u clubs toevoegen, verwijderen en een
andere naam geven (pagina 4).
Scherm: Hiermee kunt u het time-outinterval voor de
schermverlichting en de achtergrondafbeelding instellen.
Holetransitie: Hiermee kunt automatische of handmatige
holetransitie instellen.
4 Appendix