Garmin Approach® S6 Handleiding

Type
Handleiding
Approach
®
S6
Gebruikershandleiding
Aan de slag
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Knoppen
À
Selecteer om de schermverlichting in te schakelen.
Houd ingedrukt om het toestel in of uit te schakelen.
Á
Selecteer om een shot te meten (Een shot meten,
pagina 3).
Houd ingedrukt om de meting opnieuw in te stellen.
Â
Selecteer om het menu voor het huidige scherm te openen.
Ã
Selecteer om uw score voor de hole in te voeren (Score
bijhouden, pagina 2).
Houd ingedrukt om een lijst met de scores voor alle holes weer
te geven.
Ä
Selecteer om CourseView te gebruiken (CourseView
gebruiken, pagina 2).
Å
Selecteer om terug te keren naar het vorige scherm.
Het toestel inschakelen
Het toestel is bij aankoop gedeeltelijk opgeladen. U moet het
toestel mogelijk opladen voordat u gaat golfen (Het toestel
opladen, pagina 1).
OPMERKING: De datum en tijd worden automatisch ingesteld
wanneer u naar buiten gaat en het toestel satellieten vindt.
1
Houd ingedrukt en volg de instructies op het scherm.
2
Selecteer Ronde starten.
3
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
Statuspictogrammen
Batterijniveau
GPS-status
Alarm
Status Bluetooth
®
technologie
Het toestel opladen
WAARSCHUWING
Dit toestel bevat een lithium-ionbatterij. Lees de gids Belangrijke
veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor
productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
LET OP
Om roestvorming te voorkomen, dient u alle contactpunten en
de directe omgeving ervan grondig te reinigen en af te drogen
voordat u het toestel oplaadt of aansluit op een computer.
Raadpleeg de instructies voor reiniging in de appendix.
1
Sluit de USB-kabel aan op een USB-poort van de computer.
2
Breng de contactpunten aan de achterzijde van het toestel op
één lijn met de oplaadcontacten en druk de oplader
À
aan tot
deze vastklikt.
3
Laad het toestel volledig op.
Het toestel ontgrendelen
Als u het toestel een tijdje niet gebruikt, schakelt het over naar
de horlogemodus en wordt het scherm vergrendeld. Het toestel
geeft dan wel de datum en tijd weer, maar maakt geen gebruik
van GPS.
Selecteer een willekeurige knop (behalve ) om het toestel te
ontgrendelen.
Golfen
Voordat u kunt gaan golfen, moet het toestel satellietsignalen
ontvangen. Dit kan 30–60 seconden duren.
1
Selecteer > Ronde starten.
2
Selecteer een baan in de lijst met nabije golfbanen.
3
Tik op het scherm om door de gegevensschermen voor elke
hole te bladeren.
TIP: U kunt selecteren om terug te keren naar het vorige
scherm.
Februari 2016
Gedrukt in Taiwan 190-01703-35_0C
À
geeft de hole-informatie weer (Hole-informatie,
pagina 2).
Á
geeft de layup- en dogleg-informatie weer (Layup- en
dogleg-afstanden en opgeslagen locaties weergeven,
pagina 2).
Â
geeft de functie PinPointer weer (Gebruik van
PinPointer, pagina 2).
Ã
geeft de tijd van de dag weer.
Het toestel schakelt automatisch over naar de volgende hole
wanneer u daar naartoe gaat.
Hole-informatie
Standaard berekent het toestel de afstand tot het begin, midden
en einde van de green. Als u de locatie van de pin weet, kunt u
die nauwkeuriger instellen met behulp van de green-weergave
(De green weergeven, pagina 2).
À
Nummer van huidige hole
Á
Afstand tot het einde van de green
Â
Afstand tot het midden van de green
Ã
Afstand tot het begin van de green
Ä
Handicap-slagen (optioneel)
Å
Par voor de hole
Volgende hole
Vorige hole
CourseView gebruiken
Tijdens een game kunt u de baan in meer detail bekijken en elke
locatie en afstand op de baankaart weergeven.
1
Selecteer .
2
Raak met uw vinger een locatie op het scherm aan of sleep
met uw vinger naar die locatie.
De afstandsboog
À
geeft de afstand tot de nieuwe locatie
weer.
3
Als u meer van de hole wilt zien, selecteert u .
De green weergeven
Tijdens een game kunt u de green in meer detail bekijken en de
pinlocatie verplaatsen.
1
Selecteer .
2
Selecteer boven aan het scherm.
3
Sleep om de pinlocatie te verplaatsen.
De afstanden op het hole-informatiescherm worden
bijgewerkt met de nieuwe pinlocatie. De pinlocatie wordt
alleen opgeslagen voor de huidige ronde.
Gebruik van PinPointer
De functie PinPointer is een kompas dat de richting aangeeft
wanneer u de green niet kunt zien. Met deze functie kunt u de
richting van een shot plannen, zelfs als u tussen bomen of
struiken of in een diepe zandbunker staat.
OPMERKING: Gebruik de functie PinPointer niet terwijl u in een
golfkar zit. Interferentie van de golfkar kan de nauwkeurigheid
van het kompas beïnvloeden.
Tik op het scherm totdat het kompasscherm verschijnt.
De pijl wijst naar de pinlocatie.
Layup- en dogleg-afstanden en opgeslagen locaties
weergeven
U kunt een lijst met layup- en dogleg-afstanden weergeven voor
par 4 en 5 holes. Opgeslagen locaties verschijnen ook in deze
lijst.
Tik op het scherm totdat de layup- en dogleg-informatie wordt
weergegeven.
OPMERKING: Afstanden en locaties worden uit de lijst
verwijderd wanneer u deze passeert.
Score bijhouden
1
Selecteer .
2
Selecteer zo nodig om de score-instellingen te
configureren of de par voor de hole te wijzigen.
3
Selecteer of om de score in te stellen.
Uw totale score
À
wordt bijgewerkt.
4
Houd ingedrukt om een lijst met de scores voor alle holes
weer te geven.
5
Selecteer zo nodig een hole om de score voor die hole te
wijzigen.
De scoringsmethode instellen
U kunt de methode wijzigen die het toestel gebruikt om de score
bij te houden.
1
Selecteer een optie:
Als u momenteel een ronde speelt, selecteer dan > >
Scoren....
Als u momenteel geen ronde speelt, selecteer dan >
Stel in > Scoring.
2
Selecteer een scoringsmethode.
Stableford-scoring
Wanneer u de Stableford-scoringsmethode selecteert (De
scoringsmethode instellen, pagina 2), worden punten toegekend
op basis van het aantal slagen ten opzichte van par. Aan het
einde van een ronde wint de hoogste score. Het toestel kent
punten toe zoals gespecificeerd door de United States Golf
Association.
De scorekaart voor een game met Stableford-score toont punten
in plaats van slagen.
2
Punten Gespeelde slagen ten opzichte van par
0 2 of meer boven
1 1 boven
2 Par
3 1 onder
4 2 onder
5 3 onder
Handicapscores inschakelen
1
Selecteer > > Scoren... > Handicapscore.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Lokale handicap als u het aantal slagen wilt
instellen dat wordt afgetrokken van de totale score van de
speler.
Het aantal handicap-slagen wordt op het hole-
informatiescherm weergegeven als stippen. Op het
scorekaartscherm wordt voor elke hole de op uw handicap
afgestemde score weergegeven.
Selecteer Index \ Slope als u de handicapindex van de
speler en de slope rating van de baan wilt invoeren om de
baanhandicap voor de speler te berekenen.
Een locatie opslaan
Tijdens het spelen van een ronde kunt u maximaal vijf locaties
op elke hole opslaan. Een locatie opslaan is handig om
voorwerpen of obstakels te registreren die niet op de kaart
worden weergegeven. U kunt de afstand tot deze locaties
bekijken op het layup- en dogleg-scherm (Layup- en dogleg-
afstanden en opgeslagen locaties weergeven, pagina 2).
1
Ga naar de locatie die u wilt opslaan.
OPMERKING: U kunt geen locatie opslaan die ver bij de
momenteel geselecteerde hole vandaan ligt.
2
Selecteer > Locatie opslaan.
3
Selecteer een label voor de locatie.
Een shot meten
1
Sla de bal en kijk waar deze landt.
2
Selecteer .
3
Loop rechtstreeks naar de bal.
De afstand wordt automatisch opnieuw ingesteld wanneer u
naar de volgende hole gaat.
4
U kunt op elk moment ingedrukt houden om de afstand
opnieuw in te stellen.
De afstandteller gebruiker
U kunt de afstandteller gebruiken om de afgelegde afstand en
tijd vast te leggen. De afstandteller start en stopt automatisch
wanneer u een ronde start of stop, maar u kunt de teller ook
handmatig starten en stoppen.
1
Selecteer > Kilometerafstand om de afstandteller weer te
geven of te starten.
2
Selecteer een optie:
Selecteer > Schakel uit om de afstandteller te stoppen.
Selecteer > Reset om de afstand en tijd weer op nul in
te stellen.
Training
SwingStrength
De functie SwingStrength schat hoe hard u uw club zwaait door
de versnelling en de hoeksnelheid te meten en deze te
vergelijken met een bekende, normale swing. De SwingStrength
waarde geeft een percentage aan van uw "hardste swing” die
wordt bepaald door een kalibratieproces.
SwingStrength instellen
Voordat u de functie SwingStrength kunt kalibreren, moet u het
toestel dragen om uw leidende pols om te zorgen dat de
SwingStrength kalibratie correct is. Rechtshandige golfers
moeten het toestel om hun linkerpols dragen.
De typen clubs zijn onderverdeeld in drie groepen: Houten,
lange ijzers en korte ijzers. Een lang ijzer is een ijzer 6 of lager.
Een kort ijzer is een ijzer 7 of hoger.
TIP: Uw SwingStrength niveaus kunnen na verloop van tijd
veranderen. Wanneer u denkt dat het ingestelde SwingStrength
niveau niet meer juist is, kunt u de kalibratie opnieuw uitvoeren.
1
Voer bij wijze van warming-up een paar oefenslagen uit.
2
Selecteer > SwingStrength.
3
Selecteer een type club.
4
Voer een normale, volledige swing uit.
5
Selecteer een optie:
Selecteer als u een goede swing wilt opslaan.
Selecteer als u een slechte swing wilt verwijderen en
het opnieuw wilt proberen.
6
Herhaal de stappen 3-5 voor elk type club.
Uw swing analyseren met SwingStrength
U kunt de functie SwingStrength gebruiken tijdens oefenen of
het spelen van een ronde. U kunt de functie bijvoorbeeld
gebruiken als u op de driving range uw slag oefent om de
consistentie van uw normale, volledige swing te verbeteren. U
kunt de functie ook gebruiken om een niet-volledige swing te
oefenen. U kunt bijvoorbeeld met een ijzer 9 een 50% swing
oefenen om te zien welk effect dat heeft op de afstand. Als u
tijdens een ronde die afstand dan nodig hebt, kunt u de functie
SwingStrength inschakelen en op 50% een paar oefenslagen
maken, voordat u uw slag definitief uitvoert.
TIP: De functie SwingStrength werkt het best als u de bal goed
raakt.
1
Selecteer > SwingStrength.
2
Selecteer een club.
3
Voer een swing uit.
Van club veranderen
1
Selecteer in het scherm SwingStrength > Wijzig club.
2
Selecteer een club.
3
Als de club nog niet is gekalibreerd, kunt u dit nu doen
(SwingStrength instellen, pagina 3).
TempoTraining
De functie TempoTraining helpt u bij het ontwikkelen van een
meer consistente swing. Het toestel meet en toont de tijd van uw
backswing en uw downswing. Op het toestel wordt ook het
tempo van uw swing weergegeven. Het swingtempo is de tijd
van de backswing gedeeld door de tijd van de downswing,
uitgedrukt in een verhoudingsgetal. Een verhouding van 3 tot 1
(ofwel 3,0) is het ideale swingtempo op basis van studies van
professionele golfers.
Het ideale swingtempo
U kunt het ideale 3.0 tempo bereiken door de timing van uw
backswing en downswing te variëren, bijvoorbeeld 0,7 sec./0,23
sec. of 1,2 sec./0,4 sec. Elke golfer heeft een uniek swingtempo
op basis van vaardigheid en ervaring. Garmin
®
beschikt over zes
verschillende timingen.
Het toestel geeft met drie geluidssignalen die continu worden
herhaald het juiste tempo aan. Het eerste signaal geeft aan
wanneer u uw backswing moet uitvoeren. Het tweede signaal
geeft aan wanneer u uw downswing moet uitvoeren. Het derde
signaal geeft aan wanneer u de bal moet slaan.
3
Het toestel geeft ook een grafiek weer die aangeeft of uw
backswing of downswing te snel of te langzaam was, of precies
goed bij de geselecteerde timing.
À
Timingkeuzes (verhouding backswing-/downswing-tijd)
Á
Backswing-tijd
Â
Downswing-tijd
Ã
Uw tempo
Goede timing
Te langzaam
Te snel
Om uw ideale swing-timing te vinden moet u beginnen met de
langzaamste timing en daarmee een paar swings oefenen. Als
de tempografiek continu groen is voor zowel uw backswing- als
downswing-tijden, kunt u verder gaan met de volgende timing.
Als een bepaalde timing goed voelt, kunt u deze aanhouden om
meer consistente swings en prestaties te realiseren.
De tips bekijken
De eerste keer dat u de functie TempoTraining gebruikt, wordt
op het toestel een reeks tips weergegeven om u inzicht te geven
in de manier waarop uw swing wordt geanalyseerd.
Selecteer op de pagina TempoTraining > Tips.
Het tempo wijzigen
1
Selecteer > TempoTraining.
2
Selecteer een tempo met of .
Uw swing analyseren met TempoTraining
1
Selecteer TempoTraining.
2
Voltooi een volledige swing.
Op het toestel wordt de analyse van uw swing weergegeven.
De TempoTraining signalen instellen
1
Selecteer > TempoTraining > > Tonen.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Aan om de signalen in te schakelen.
Selecteer Uit om de signalen uit te schakelen.
TruSwing
Met de TruSwing functie kunt u swinggegevens bekijken die zijn
vastgelegd met uw TruSwing toestel. Ga naar www.garmin.com
/golf als u een TruSwing toestel wilt aanschaffen.
TruSwing statistieken
U kunt swingstatistieken bekijken op uw Approach toestel, op
Garmin Connect
of op de Garmin Connect Mobile app.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het TruSwing toestel
voor meer informatie.
Functie Beschrijving Vereisten
Swingstatis-
tieken alleen op
uw Approach
toestel
De beschikbare statistieken
zijn onder andere uw
swingtempo, snelheid, club
path-metingen, belangrijke
clubhoeken en meer.
Het TruSwing toestel
moet zijn gekoppeld
met een Approach
toestel.
Swingstatis-
tieken op uw
Approach
toestel en in de
Garmin Connect
Mobile app
De beschikbare statistieken
zijn onder andere uw
swingtempo, snelheid, club
path-metingen, belangrijke
clubhoeken en meer.
Zowel de TruSwing als
Approach toestellen
moeten zijn gekoppeld
met de Garmin Connect
Mobile app op uw
smartphone.
Geavanceerde
swingstatis-
tieken met pols-
animaties
Extra pols-animaties,
waaronder polstraject-
gegevens die worden
vastgelegd en weergegeven
als 3D-animaties in de
Garmin Connect Mobile
app. De animaties tonen
hoe uw pols tijdens de
swing beweegt ten opzichte
van de club path.
Zowel de TruSwing als
Approach S6 toestellen
moeten zijn gekoppeld
met de Garmin Connect
Mobile app op uw
smartphone.
TruSwing statistieken vastleggen en weergeven op uw
Approach toestel
Voordat u TruSwing instellingen kunt bekijken op uw Approach
S6 toestel, moet u mogelijk de software bijwerken (Software en
banen bijwerken, pagina 6).
1
Zorg dat uw TruSwing toestel stevig is bevestigd op uw club.
Raadpleeg de handleiding van het TruSwing toestel voor
meer informatie.
2
Schakel het TruSwing toestel in.
3
Selecteer op uw Approach S6 toestel > TruSwing.
Uw Approach S6 toestel wordt nu met het TruSwing toestel
gekoppeld.
4
Selecteer een club.
5
Voer een swing uit.
Op uw Approach S6 toestel worden de swinggegevens na elke
swing weergegeven.
U kunt op het scherm tikken om door de vastgelegde
swingstatistieken te bladeren.
Van club veranderen
1
Selecteer in het scherm TruSwing > Wijzig club.
2
Selecteer een club.
Links-/rechtshandig instellen
1
Selecteer in het scherm TruSwing > Links-/rechtshandig.
2
Selecteer een optie.
Het TruSwing toestel loskoppelen
Selecteer in het scherm TruSwing > Beëindig TruSwing.
Uw toestel aanpassen
Statistieken bijhouden
U kunt statistieken bijhouden op het toestel. U kunt statistieken
bekijken, ronden vergelijken en uw verbeteringen bijhouden met
behulp van uw Garmin Connect account (Garmin Connect,
pagina 5).
Selecteer > > Scoren... > Statistieken > Aan.
Statistieken vastleggen
1
Selecteer .
2
Selecteer of om het aantal gebruikte slagen in te stellen.
Uw totale score wordt bijgewerkt.
3
Selecteer .
4
Selecteer of om het aantal gebruikte putts in te stellen.
5
Selecteer .
4
6
Selecteer een optie:
Als uw bal de fairway raakt, selecteert u .
Als uw bal de fairway mist, selecteert u of .
Garmin Connect
Garmin Connect biedt u de mogelijkheid om uw swing te volgen
met geavanceerde analyse en 3D swing-animaties. U kunt ook
swings vergelijken, oude gegevens bekijken en uw golfuitrusting
beheren. U kunt contact houden met uw vrienden via de Garmin
Connect site of mobiele app. Meld u aan voor een gratis account
op www.garminconnect.com/golf.
Sessies bewaren: Nadat u een sessie met uw toestel hebt
voltooid en opgeslagen, kunt u die sessie uploaden naar
Garmin Connect en deze zo lang bewaren als u zelf wilt.
Uw gegevens analyseren: U kunt meer gedetailleerde
informatie over uw swing weergeven, zoals swing-snelheid,
swing-tempo en meer gedetailleerde gegevens.
Uw activiteiten delen: U kunt contact houden met vrienden en
elkaars activiteiten volgen of koppelingen naar uw activiteiten
plaatsen op uw favoriete sociale netwerksites.
Telefoonmeldingen
Voor telefoonmeldingen is een compatibele smartphone vereist
die is gekoppeld met het Approach S6 toestel. Wanneer uw
telefoon berichten ontvangt, worden meldingen naar uw toestel
verzonden.
Bluetooth meldingen inschakelen
OPMERKING: Uw smartphone moet Bluetooth Smart
ondersteunen om te kunnen koppelen met uw Approach S6
toestel en gegevens te kunnen synchroniseren. Ga voor
informatie over compatibiliteit naar de app store van uw
smartphone.
OPMERKING: Als u Bluetooth meldingen inschakelt, verkort dat
de batterijduur in de horlogemodus (Specificaties, pagina 5).
1
Schakel Bluetooth draadloze technologie in op uw
smartphone.
2
Houd uw smartphone binnen 10 m (33 ft.) van uw Approach
S6 toestel.
3
Ga naar garmin.com/apps of de app store van uw
smartphone en download de Garmin Connect Mobile app.
4
Open de Garmin Connect Mobile app en volg de instructies
op het scherm om een toestel te koppelen.
5
Selecteer op uw Approach S6 toestel > Stel in >
Bluetooth > Koppel mobiel toestel.
6
Volg de instructies op het scherm.
Wanneer uw Approach S6 toestel een melding ontvangt, wordt
een bericht weergegeven. U kunt het bericht selecteren om de
melding te openen.
Meldingen weergeven
1
Selecteer > Meldingen.
2
Selecteer een melding.
3
Selecteer of om door de inhoud van de melding te
bladeren.
Systeeminstellingen
Selecteer > Stel in.
Bluetooth: Hiermee schakelt u Bluetooth draadloze technologie
in (Telefoonmeldingen, pagina 5).
Tonen: Hiermee schakelt u de geluidssignalen in of uit.
Scherm: Hiermee stelt u de achtergrondkleur (De schermkleur
wijzigen, pagina 5) en de accentkleur in.
Scoring: Hiermee kunt u de scoremethode instellen,
handicapscore in- of uitschakelen en statistieken in- of
uitschakelen (Score bijhouden, pagina 2).
Tijd: Hiermee stelt u de tijd in op automatisch of handmatig (De
tijd handmatig instellen, pagina 5).
Notatie: Hiermee stelt u de tijdnotatie in op 12 uur of 24 uur.
Taal: Hiermee kunt u de taal selecteren voor de tekst die op het
toestel wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u de teksttaal wijzigt, blijft de taal van door
de gebruiker ingevoerde gegevens of kaartgegevens
ongewijzigd.
Eenheden: Hiermee stelt u de maateenheid voor afstand in.
Driver-afstand: Hiermee stelt u de opgeslagen slagafstand
vanaf de tee in. Deze afstand wordt op het CourseView
scherm aangegeven met een gebogen lijn.
Links-/rechtshandig: Hier mee kunt u het toestel instellen op
een rechtshandige of linkshandige speler. Deze instelling is
belangrijk voor de functies TempoTraining en SwingStrength.
Vergrendel scherm: Hiermee kunt u instellen of het toestel op
time-out gaat en het aanraakscherm wordt vergrendeld als u
golf speelt of de golffuncties gebruikt. Als u niet golft of de
golffuncties niet gebruikt, gaat het horloge na een periode
van inactiviteit automatisch op time-out (Het toestel
ontgrendelen, pagina 1).
De tijd handmatig instellen
Standaard wordt de tijd automatisch ingesteld wanneer het
toestel satellietsignalen ontvangt.
1
Selecteer > Stel in > Tijd > Handmatig.
2
Selecteer en om de uren en minuten in te stellen.
3
Selecteer AM of PM.
De schermkleur wijzigen
U kunt de achtergrondkleur van het toestel wijzigen.
1
Selecteer > Stel in > Scherm.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Wit om zwarte tekst op een witte achtergrond
weer te geven.
Selecteer Zwart om witte tekst op een zwarte achtergrond
weer te geven.
De accentkleur wijzigen
U kunt de accentkleur van het toestel wijzigen.
1
Selecteer > Stel in > Scherm > Accent.
2
Selecteer een accentkleur.
Het alarm instellen
1
Selecteer > Alarm > Alarm....
2
Selecteer en om de uren en minuten in te stellen.
3
Selecteer AM of PM.
4
Selecteer Once, Daily of Weekdays.
Toestelinformatie
Specificaties
Batterijtype Lithium-ion
Batterijduur Alleen horloge: 20 weken
Horloge met Bluetooth meldingen: 15 uur
Golf spelen: 10 uur
OPMERKING: De werkelijke gebruiksduur van
een volledig opgeladen batterij hangt af van hoe
lang u de GPS, schermverlichting en spaarstand
gebruikt. Ook blootstelling aan extreem lage
temperaturen verkort de gebruiksduur van de
batterij.
Bedrijfstemperatuur-
bereik
Van -20º tot 60ºC (van -4º tot 140ºF)
Laadtemperatuurbe-
reik
Van 5º tot 40ºC (van 40º tot 104ºF)
5
Waterbestendigheid 5 ATM*
Radiofrequentie/
protocol
Bluetooth Smart draadloze technologie
*Het toestel is bestand tegen druk tot een diepte van maximaal
50 meter. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com
/waterrating.
Toestelonderhoud
LET OP
Vermijd schokken en ruwe behandeling omdat hierdoor het
product korter meegaat.
Druk niet op de knoppen onder water.
Gebruik nooit een scherp voorwerp om het toestel schoon te
maken.
Gebruik nooit een hard of scherp object om het aanraakscherm
te bedienen omdat het scherm daardoor beschadigd kan raken.
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen, oplosmiddelen en
insectenwerende middelen die plastic onderdelen en
oppervlakken kunnen beschadigen.
Spoel het toestel goed uit met leidingwater nadat het in
aanraking is geweest met chloor of zout water, zonnebrand,
cosmetica, alcohol en andere chemicaliën die een reactie
kunnen veroorzaken. Langdurige blootstelling aan deze stoffen
kan de behuizing beschadigen.
Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan
extreme temperaturen kan worden blootgesteld omdat dit
onherstelbare schade kan veroorzaken.
Het toestel schoonmaken
LET OP
Ook een klein beetje zweet of vocht kan corrosie van de
elektrische contactpunten veroorzaken als het toestel is
aangesloten op een oplader. Corrosie kan opladen en
gegevensoverdracht blokkeren.
1
Veeg het toestel schoon met een doek die is bevochtigd met
een mild schoonmaakmiddel.
2
Veeg de behuizing vervolgens droog.
Laat het toestel na reiniging helemaal drogen.
Problemen oplossen
Tips voor het aanraakscherm
Het aanraakscherm van dit toestel wijkt af van de meeste
andere mobiele toestellen. U kunt het aanraakscherm bedienen
uw met vingertoppen, maar ook wanneer u handschoenen
draagt. Het aanraakscherm is geoptimaliseerd om per ongeluk
aanraken tijdens het spelen te voorkomen.
OPMERKING: U moet stevig drukken om items te selecteren en
naar een andere pagina te gaan. Oefen het gebruik van het
aanraakscherm voordat u gaat golfen.
Tik op het aanraakscherm om door de pagina's te bladeren.
Tik op het aanraakscherm om berichten te bevestigen.
Voer elke selectie op het aanraakscherm als aparte
handeling uit.
Meer informatie
Ga naar www.garmin.com/intosports.
Ga naar www.garmin.com/learningcenter.
Ga naar http://buy.garmin.com of neem contact op met uw
Garmin dealer voor informatie over optionele accessoires en
vervangingsonderdelen.
Het kompas kalibreren
OPMERKING: Het elektronische kompas moet buitenshuis
worden gekalibreerd. Zorg dat u zich niet in de buurt van
objecten bevindt die invloed op magnetische velden hebben,
zoals auto's, golfkarren, gebouwen en elektriciteitskabels.
Het toestel is al gekalibreerd in de fabriek en maakt standaard
gebruik van automatische kalibratie. Als uw kompas niet goed
werkt, bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt afgelegd of na
extreme temperatuurveranderingen, kunt u het handmatig
kalibreren.
1
Selecteer in het hole-weergavescherm > Kalibreer.
2
Volg de instructies op het scherm.
Het toestel herstellen
Als het toestel niet meer reageert, moet u het mogelijk
herstellen.
OPMERKING: Als u het toestel herstelt, kunnen uw gegevens
en/of instellingen worden gewist.
1
Houd 15 seconden ingedrukt.
Het toestel wordt uitgeschakeld.
2
Houd één seconde ingedrukt om het toestel in te
schakelen.
Gebruikersgegevens wissen
OPMERKING: Hiermee worden alle gegevens gewist die de
gebruiker heeft ingevoerd.
1
Houd ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
2
Houd ingedrukt en selecteer .
3
Selecteer Ja.
Ondersteuning en updates
Garmin Express
(garmin.com/express) biedt u eenvoudig
toegang tot deze services voor Garmin toestellen.
Productregistratie
Producthandleidingen
Software-updates
Kaart- of baanupdates
Software en banen bijwerken
OPMERKING: Als u de software bijwerkt, gaan uw gegevens of
instellingen niet verloren.
1
Sluit uw toestel met de oplaadkabel op een computer aan.
2
Ga naar garmin.com/express.
3
Volg de instructies op het scherm.
Garmin
®
, het Garmin logo en Approach
®
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Garmin
Connect
, Garmin Express
, SwingStrength
en TruSwing
zijn handelsmerken van
Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden
gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Het woordmerk en de logo's van Bluetooth
®
zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en
voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. De
technologie voor swing-analyses wordt geleverd door Noitom
SM
Ltd., www.noitom.com.
Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve
eigenaars.
© 2014 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
www.garmin.com/support
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6

Garmin Approach® S6 Handleiding

Type
Handleiding