Volvo 2011 Snelstartgids

Type
Snelstartgids

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEFELICITEERD MET DE AANKOOP VAN UW
NIEUWE VOLVO!
Het is altijd spannend een nieuwe auto te leren kennen.
Neem deze Quick Guide door om snel vertrouwd te raken met enkele
van de meest gebruikelijke functies.
Alle waarschuwingsteksten, andere belangrijke gegevens en meer
gedetailleerde informatie vindt u alleen in het instructieboek – deze
folder bevat slechts een kleine greep daaruit.
In het instructieboek staat bovendien de meest recente en meest
actuele informatie.
Opties staan aangegeven met een sterretje (*).
Op www.volvocars.com vindt u meer informatie over uw auto.
VOLVO C30
quick Guide
WEB EDITION
TRANSPONDERSLEUTEL
Vergrendelt portieren en achterklep en
activeert het alarm*.
Ontgrendelt portieren
A
en achterklep en
deactiveert het alarm.
Ontgrendelt de achterklep – hij wordt
niet geopend.
Approach-verlichting. Activeert buiten-
spiegelverlichting*, richtingaanwijzers
en stadslichten, alsmede kenteken-
plaat-, interieur- en instapverlichting.
“Paniek”-toets. In een noodsituatie de
toets ca. 3 seconden lang ingedrukt
houden om het alarm te laten afgaan.
A
Als geen van de portieren noch de achterklep bin-
nen 2 minuten na ontgrendeling wordt geopend,
worden deze na enige tijd automatisch opnieuw
vergrendeld.
SLEUTELBLAD
Te gebruiken om het dashboardkastje of het
bestuurdersportier te vergrendelen/ontgrende-
len als de auto bijvoorbeeld zonder stroom zit.
N.B.
Na een koude start is het stationaire toeren-
tal verhoogd ongeacht buitentemperatuur.
Het tijdelijk verhoogde stationaire toerental
is onderdeel van Volvo’s effectieve uitlaat-
gasreinigingssysteem.
– Koppelings- en /of rempedaal bedienen en
afstandsbediening/startknop naar stand III
draaien en meteen loslaten – de motor start
automatisch.
Een dieselmotor altijd laten voorgloeien in
sleutelstand II, voordat u hem start.
AUTOSTART (2.4
i, T5 & D5)KOUDE START
WAARSCHUWING
Stel het stuurwiel in, vóórdat u gaat rijden
– nooit tijdens het rijden.
A
Korte serie – 3 knippersignalen.
B
Onafgebroken serie knippersignalen.
RICHTINGAANWIJZERS STUURWIEL INSTELLEN
VERLICHTINGSBEDIENING
OPBERGMOGELIJKHEDEN, 12V-AANSLUITINGEN & AUX/USB*
mp3-speler te beluisteren via het audiosysteem
van de auto.
De 12V-aansluitingen werken wanneer het con
-
tactslot in stand I of II staat. Met de AUX/USB*-
ingang is het mogelijk om muziek op bijv. een
Voor de lak is het beter om de auto met de
hand te wassen dan in een automatische
wasstraat. Een nieuwe laklaag is bovendien
kwetsbaarder dan een oude laag. U wordt
daarom geadviseerd de eerste maanden na
aankoop van een nieuwe auto deze alleen met
VERZORGING
de hand te wassen. Gebruik schoon water en
een spons. Let erop dat vuil en zand krassen op
de lak kunnen veroorzaken.
Handmatige koplamphoogteregeling
(automatisch bij Dual Xenon-verlichting*).
Automatisch dimlicht. Grootlichtsigna-
len werken maar continu grootlicht niet.
Stadslichten voor/achterlichten
Dimlicht. Dooft bij het afzetten van de
motor. Het is mogelijk het groot licht te
voeren.
Display- en instrumentenverlichting.
Mistlampen vóór
Mistachterlicht (alleen bestuurderszijde).
A
Grootlichtsignalen
B
Wisselen groot licht/dimlicht en “Follow
Me Home”-verlichting.
AUDIOSYSTEEM
1
Indrukken voor Aan/Uit.
Er aan draaien om het volume bij regelen.
2
Radio FM1, FM2 of AM.
4
Display
5
MODECD of AUX
A
.
6
Indrukken om te kiezen uit BAS, Dolby
Pro Logic II* of SUBWOOFER* – eraan
draaien om bij te regelen.
9
MENUAUX, volume en geavanceerde
geluidsinstellingen.
SUBWOOFER* activeren/deactiveren.
RADIO
6
Eraan draaien om een zender te kiezen.
8
Eerstvolgende goed doorkomende zender
opzoeken.
10
Zender zoeken met pijl-links/pijl-rechts.
Tot 20 zenders opslaan (tien voor FM1
en tien voor FM2) door bij de gewenste
zender 09 ingedrukt te houden totdat een
bevestiging op het display verschijnt.
Ca. 2 seconden indrukken om automa-
tisch de 10 best doorkomende zenders
op te slaan. Op het display verschijnt
AUTOM.OPSLAAN tijdens het zoeken.
Een van de opgeslagen zenders kiezen
met 09.
CD-SPELER
3
Bij kort indrukken wordt alleen de
beluisterde cd uitgeworpen.
Bij lang indrukken worden alle cd’s
uitgeworpen
B
.
6
Eraan draaien om van track te wisselen.
7
Cd-wisselaar* – cd kiezen met 16.
10
Van cd-track wisselen met pijl-links/
pijl-rechts.
Cd kiezen
B
met pijl-omhoog/pijl-omlaag.
A
AUX-ingang voor bijv. mp3-speler (voor optimale
geluidsweergave volume op half zetten).
B
Alleen cd-wisselaar*.
RUITENWISSERS EN REGENSENSOR*
A
Enkele wisslag
0
Uit
B
Intervalfunctie, zie ook (2).
C
Normale wissnelheid.
D
Hoge wissnelheid.
E
Sproeiers voorruit en koplampen.
F
Sproeier achterruit.
Brandt bij een actieve regensensor.
1
Regensensor Aan/Uit, met hendel in stand 0.
2
Gevoeligheid sensor of duur intervalfunc-
tie instellen.
3
Wisser achterruit – intervalfunctie/normale
functie.
ELEKTRONISCHE KLIMAATREGELING, ECC*
AUTOMATISCHE REGELING
In de stand AUTO regelt het ECC-systeem
automatisch alle functies voor een groter bedie-
ningsgemak en optimale luchtkwaliteit.
1
Indrukken om de gekozen temperatuur en
de overige functies automatisch te laten
regelen.
7
Indrukken voor individuele temperatuur
links (L) of rechts (R).
In de gewenste temperatuurstand draaien.
De gekozen temperatuur staat op het
display.
HANDMATIGE REGELING
1
Eraan draaien om ventilatorsnelheid te
wijzigen.
2
Ontwaseming. Om voorruit en zijruiten
snel van condens ontdoen.
3
M – Recirculatie Aan/Uit.
A – Interior Air Quality System* Aan/Uit.
4
Elektrische achterruit- en buitenspiegel-
verwarming.
5
Luchtverdeling
6
AC – Airconditioning aan/uit. Voor koeling
van het interieur en ontwaseming van de
ruiten.
PASSAGIERSAIRBAG DEACTIVEREN, PACOS*
WAARSCHUWING
Onoordeelkundig gebruik kan levensgevaar-
lijke situaties opleveren. Bij twijfel over het
juiste gebruik het instructieboekje raadple-
gen.
PACOS (Passenger Airbag Cut Off Switch)
Sleutelblad gebruiken voor omzetten ON/OFF.
OFF
– Airbag gedeactiveerd.
PASSENGER AIRBAG OFF verschijnt
op waarschuwingslampje boven de
achteruitkijkspiegel.
Kinderen op een comfortkussen of in een
kinderzitje mogen op de voorstoel zitten, maar
nooit passagiers groter dan 1,40 m.
ON – Airbag geactiveerd.
Passagiers groter dan 1,40 m mogen op de
voorstoel zitten, maar nooit kinderen op een
comfortkussen of in een kinderzitje.
BLIS, BLIND SPOT INFORMATION
SYSTEM*
Als het controlelampje voor BLIS oplicht
zonder dat u voertuigen in de dode hoeken
kunt waarnemen, kunnen reflecties op een
nat wegdek, eigen schaduwen op betonnen
wegen of een laag staande zon in de camera
daarvan de oorzaak zijn.
Bij een storing in het BLIS verschijnt de mel
-
ding
BLIS SERVICE VEREIST op het display.
In bepaalde omstandigheden verschijnt op
het display van het instrumentenpaneel de
melding
ROETFILTER VOL. In dat geval
moet het roetfilter van het uitlaatsysteem
geregenereerd worden. Dat gebeurt
automatisch door ca. 20 minuten op matige
snelheid (70–90 km) te rijden. Wanneer
de melding verdwijnt heeft regeneratie
plaatsgevonden.
ROETFILTER
BOORDCOMPUTER EN DAGTELLERS
1
Laag brandstofpeil. Bij een brandend
symbool zo spoedig mogelijk tanken.
2
Brandstofmeter De pijl van het symbool
geeft de kant aan waar de tankdop zit.
3
Display voor boordcomputer, meldingen,
klok en buitentemperatuur.
4
Kort indrukken om te wisselen tussen T1
& T2.Lang indrukken om de actuele teller
op nul te stellen.
5
T1 & T2 onafhankelijke dagteller, die
altijd aanstaat.
6
Indrukken om een melding te laten ver-
schijnen/verdwijnen.
7
Eraan draaien om de boordcomputerop-
ties te zien.
8
Kort indrukken om de actuele boordcom-
puterfunctie op nul te stellen.
Lang indrukken om alle boordcomputer-
functies op nul te stellen.
N.B.
Displaymelding KILOMETER TOT LEGE
TANK is een schatting van de actieradius op
basis van eerdere rijomstandigheden.
ZACHTE BAGAGEAFDEKKING*
BAGAGEAFDEKKING – HARD*
Aanbrengen
1. Alle vier de vergrendelingsknoppen tot in de
eindstand naar achteren trekken.
2. De bagageafdekking voorzichtig naar binnen
tillen en het voorste gedeelte aan weerszijden
op de twee steunen leggen achter (A).
HOUDER VOOR VLOERLUIK
De haken aan de vloer (A) bevestigen.
De veerbelaste rail induwen en deze aan
weerszijden aanbrengen in de bevestigen bij
(B).
De rail op dezelfde manier aanbrengen in de
bevestigingen bij (C).
De haken bevestigen bij (D).
Bij het inladen de bevestigingspunten (D) en (C)
aan weerszijden loshalen.
(D), (C), (B) en (A) loshalen en de bagageafdek
-
king oprollen, wanneer u deze niet nodig hebt.
1.
2.
3.
4.
Vloerluik in geopende stand zonder/met
bagageafdekking.
3. De ene vergrendeling achteraan aanbrengen
bij (B) en de vergrendelingsknop naar voren
duwen.
4. De resterende drie op dezelfde manier
aanbrengen.
Verwijderen
Alle vier de vergrendelingsknoppen tot in de
eindstand naar achteren trekken – eerst (A),
daarna (B) en daarna uit de auto tillen.
RUGGEDEELTE OMKLAPPEN
Pal omhoogtrekken en rugleuning naar voren
klappen.
VOORSTOEL INSTELLEN
1
Lendensteun
2
Hellingshoek ruggedeelte.
3
Stoel omhoog/omlaag.
4
Voorkant zitgedeelte omhoog/omlaag.
5
Vooruit/achteruit.
6
Achterinstap.
TP 11085 (Dutch). AT 0920. Printed in Sweden, Göteborg 2009. Copyright © 2000–2009 Volvo Car Corporation.
TANKEN
1. Indrukken om de tankvulklep te openen.
2. De tankdop ophangen tijdens het tanken.
ACHTERINSTAP
HANDMATIG VERSTELBARE STOEL
Stoel naar voren zetten
Veiligheidsgordel van de gordelgeleider (A)
nemen.
Handgreep (B) optillen en rugleuning tot in
geblokkeerde stand vooroverklappen.
Stoel naar voren duwen (C).
Stoel naar achteren zetten
Stoel tot in gewenste stand naar achteren
duwen (D).
Handgreep (B) optillen en rugleuning
terugklappen.
Veiligheidsgordel in de gordelgeleider (F)
terugplaatsen.
ELEKTRISCH BEDIENBARE STOEL*
Stoel naar voren zetten
Veiligheidsgordel van de gordelgeleider (A)
nemen.
Handgreep (B) optillen en rugleuning tot in
geblokkeerde stand vooroverklappen.
Voorkant knop ingedrukt houden (G).
Stoel naar achteren zetten
Achterkant knop ingedrukt houden (G).
Handgreep (B) optillen en rugleuning
terugklappen.
Veiligheidsgordel in de gordelgeleider (F)
terugplaatsen.
N.B.
Veiligheidsgordel bij het omdoen vanonder
bij de gordelgeleider omhooghalen, niet
vanboven bij de schouder omlaag.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Volvo 2011 Snelstartgids

Type
Snelstartgids
Deze handleiding is ook geschikt voor