Volvo C30 Snelstartgids

Type
Snelstartgids

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEFELICITEERD MET DE AANKOOP VAN UW
NIEUWE VOLVO!
Het is altijd spannend een nieuwe auto te leren kennen.
Neem deze Quick Guide door om nog meer plezier te hebben van uw
nieuwe Volvo. Gedetailleerde informatie vindt u in het instructieboekje.
Waarschuwingsteksten en andere belangrijke informatie staan alleen in
het instructieboekje, niet in deze folder. Het instructieboekje bevat de
meest recente gegevens.
Opties staan aangegeven met een sterretje (*).
VOLVO C30
Quick Guide
AUTOSTART (GELDT VOOR DE 2.4i, T5 EN
D5)
De contactsleutel/startknop naar stand III
draaien en loslaten. De motor start automa-
tisch.
Een dieselmotor altijd laten voorgloeien in
stand II, voordat u de motor start.
SLEUTELBLAD
Te gebruiken om het dashboardkastje te
vergrendelen/ontgrendelen of het slot in het
bestuurdersportier te bedienen als de auto
bijvoorbeeld zonder stroom zit.
KOUDE START
N.B.
Om te zorgen dat de emissieregeling snel
op temperatuur komt, is het mogelijk dat de
motor korte tijd iets hogere stationaire toeren
maakt.
SLEUTEL & AFSTANDSBEDIENING
Vergrendelt de portieren en de ach-
terklep en activeert het alarm*.
Ontgrendelt de portieren en de ach-
terklep
1
en deactiveert het alarm.
Ontgrendelt de achterklep. (Klep
wordt niet geopend).
Activeert 30 seconden
2
lang de verlich-
ting van de buitenspiegels* alsmede de
interieur-, instap- en kentekenplaatver-
lichting. Richtingaanwijzers en stads-
lichten vóór/achterlichten branden.
“Paniek”-knop, in noodgevallen de
knop ca. 3 seconden ingedrukt houden
om het alarm te laten afgaan. Het alarm
uitschakelen met de ontgrendelings-
toets.
RICHTINGAANWIJZERS
A. Korte signalen, drie knippersignalen.
B. Onafgebroken serie knippersignalen.
WAARSCHUWING! Stel het stuurwiel in, voor-
dat u gaat rijden. Doe dit nooit tijdens het rijden.
STUURWIEL INSTELLEN
1. Als geen van de portieren noch de achterklep
binnen 2 minuten na ontgrendeling wordt geopend,
worden deze na enige tijd automatisch opnieuw
vergrendeld.
2. De tijd is in te stellen op 30, 60 of 90 seconden (zie
instructieboekje).
VERLICHTINGSBEDIENING
Koplamphoogteverstelling, automa-
tisch voor Bi-Xenonverlichting*
Automatisch dimlicht en grootlicht-
signalen. Het is niet mogelijk het groot
licht te voeren.
Stadslichten voor/achterlichten
Dimlicht, dooft bij het afzetten van de
motor. Het is mogelijk het groot licht te
voeren.
Display- en instrumentenverlichting
Mistlampen vóór*
Mistachterlicht, (één lamp)
A
Grootlichtsignalen
B
Wisselen groot licht/dimlicht.
Approach-verlichting.
OPBERGMOGELIJKHEDEN, 12V-AANSLUITINGEN & AUX
Met de AUX-ingang is het mogelijk om muziek
op bijv. een mp3-speler te beluisteren via het
audiosysteem van de auto.
De 12V-aansluitingen voor/achter werken,
wanneer het contactslot in stand I of II staat.
Voor de lak is het beter om de auto met de
hand te wassen dan in een automatische was-
straat. Een nieuwe laklaag is bovendien kwets-
baarder dan een oude laag. U wordt daarom
geadviseerd de eerste maanden na aankoop
van een nieuwe auto deze alleen met de hand
te wassen.
VERZORGING
Leren bekleding heeft regelmatige verzorging
nodig. Gebruik daarom een- à viermaal per jaar
(zo nodig vaker) een leerverzorgingsproduct.
Leerverzorgingsproducten zijn verkrijgbaar bij
de erkende Volvo-werkplaats.
D
E
C
0
F
G
RUITENWISSERS EN REGENSENSOR*
#
Enkele wisslag
0
Uit
$
Intervalstand wissers, voor instellen
aan (2) draaien.
%
Normale snelheid
F
Hoge snelheid
G
Ruiten- en koplampsproeiers
H
Ruitensproeier achterklep
3
Ruitenwisser achterklep intervalstand/
normale stand
AUDIOSYSTEEM
1
Activeert regensensor, stand DF
deactiveert regensensor.
2
Gevoeligheid instellen met duimwiel.
Displaysymbool bij regensensor aan.
1
Aan/uit en volume. Indrukken om aan/uit
te zetten. Omdraaien voor instellen
volume. Individueel vastgelegde volu-
mestanden voor radio, TP, handsfree* en
RTI*.
2
FM1, FM2 of AM.
4
Display, klok instellen onder persoonlijke
instellingen.
5
MODE, CD of AUX
1
6
Geluidsweergave, indrukken om te
kiezen uit BAS of Dolby Pro Logic II*.
Omdraaien om bij te regelen.
9
MENU, AUX, volume en geavanceerde
geluidsinstellingen.
RADIO
6
Radiozender kiezen door te draaien.
10
Zender zoeken met pijl-links/pijl-rechts
of met SCAN (8). Tot 20 zenders vast-
leggen door 09 ingedrukt te houden bij
FM1 en 09 bij FM2. Na vastlegging van
een zender verschijnt een bevestiging op
het display.
11
Zenders automatisch vastleggen.
Ca. 2 seconden op AUTO drukken. De tien
best doorkomende zenders worden vast-
gelegd. Op 09 drukken om een zender te
selecteren.
CD-SPELER
10
Ander nummer op cd met pijl-links/pijl-
rechts of aan (6) draaien.
Cd kiezen
2
met pijl-omhoog/pijl-omlaag.
3
Cd uitwerpen. Bij kort indrukken wordt
alleen de beluisterde cd uitgeworpen. Bij
lang indrukken worden alle cd’s uitgewor-
pen
2
.
7
Rechtstreeks cd kiezen
2
. Op 1–6 druk-
ken.
1. AUX-ingang voor bijv. mp3-speler (voor optimale
geluidsweergave volume op half zetten).
2. Alleen cd-wisselaar*.
2
AUTOMATISCHE REGELING
In de stand AUTO regelt het ECC-systeem
automatisch alle functies voor een groter bedie-
ningsgemak en optimale luchtkwaliteit.
1
Automatische functie
Op AUTO drukken om de temperatuur en
de overige functies automatisch te laten
regelen.
2
Temperatuur
Indrukken voor individuele temperatuur-
instelling voor de linker- (L) of rechter-
zijde (R). Knop naar gewenste tempera-
tuurstand draaien. Ingestelde temperatuur
staat op display.
ELEKTRONISCHE KLIMAATREGELING, ECC*
WAARSCHUWING
Onoordeelkundig gebruik kan levensgevaar-
lijke situaties opleveren. Bij twijfel over het
juiste gebruik het instructieboekje raadple-
gen.
HANDMATIGE REGELING
Ventilatorsnelheid
Luchtverdeling
Ontwaseming om de voorruit en zijrui-
ten snel van condens te ontdoen.
Interior Air Quality System* aan A.
Recirculatie aan M.
Airconditioning aan/uit
Elektrische verwarming achterruit
en buitenspiegels. Automatisch uitscha-
kelen
1
.
PACOS*, PASSAGIERSAIRBAG DEACTIVEREN
PACOS (Passenger Airbag Cut Off Switch)
Contactsleutel gebruiken voor omzetten
ON/OFF.
OFF: Airbag gedeactiveerd.
PASSENGER AIRBAG OFF verschijnt op
waarschuwingslampje boven de achteruitkijk-
spiegel.
Kinderen op een comfortkussen of in een
kinderzitje mogen op de voorstoel zitten, maar
nooit passagiers groter dan 1,40 m.
ON: Airbag geactiveerd.
Passagiers groter dan 1,40 m mogen op de
voorstoel zitten, maar nooit kinderen op een
comfortkussen of in een kinderzitje.
1. Achterruit 12 minuten. Spiegels 6 minuten.
BRANDSTOF
1
Laag brandstofpeil
Nog 8 liter benzine (7 liter dieselolie) in de
tank.
2
Brandstofmeter
De pijl geeft aan dat de tankdop aan de
rechterzijde zit.
DAGTELLERS
5
Op het display staan twee verschillende
dagtellers, T1 & T2.
3
Wisselen tussen T1 & T2 door kort in-
drukken. Lang indrukken om actuele teller
te resetten.
BOORDCOMPUTER EN DAGTELLER
BLIS, BLIND SPOT INFORMATION
SYSTEM*
BOORDCOMPUTER
6
Indrukken om een melding te verwijde-
ren.
7
Omdraaien om bijv. KILOMETER TOT
LEGE TANK op het display (4) weer te
geven.
8
Actuele functie resetten. Lang indruk-
ken om alle functies te resetten.
BELANGRIJK
KILOMETER TOT LEGE TANK is een schat-
ting op basis van eerdere rijomstandigheden.
Als het controlelampje voor BLIS oplicht
zonder dat u voertuigen in de dode hoeken
kunt waarnemen, kunnen reflecties op een
nat wegdek, eigen schaduwen op betonnen
wegen of een laag staande zon in de camera
daarvan de oorzaak zijn.
Bij een storing in het BLIS verschijnt de mel-
ding BLIS SERVICE VEREIST op het display.
Dieselmodellen zijn uitgerust met een
roetfilter, waardoor een nog efficiëntere
emissieregeling mogelijk is. Onder normale
rijomstandigheden blijven de roetdeeltjes uit
de uitlaatgassen in het filter achter. Om de
roetdeeltjes te verbranden en het filter te le-
gen wordt een zogeheten regeneratie gestart.
Tijdens de regeneratie ligt het motorvermogen
mogelijk iets lager.
ROETFILTER
D
C
ZACHTE BAGAGEAFDEKKING*
HARDE BAGAGEAFDEKKING*
Aanbrengen
Alle vier de vergrendelingsknoppen in de
eindstand naar achteren trekken. De bagage-
afdekking voorzichtig naar binnen tillen en het
voorste gedeelte aan weerszijden op de twee
steunen leggen achter (A).
HOUDER VOOR VLOERLUIK
De haken aan de vloer (A) bevestigen.
De veerbelaste rail induwen en deze aan weers-
zijden aanbrengen in de bevestigen bij (B).
De rail op dezelfde manier aanbrengen in de
bevestigingen bij (C).
De haken bevestigen bij (D).
Bij het inladen de bevestigingspunten (D) en (C)
aan weerszijden loshalen.
(D), (C), (B) en (A) loshalen en de bagageafdek-
king oprollen, wanneer u deze niet nodig hebt.
Vloerluik in geopende stand zonder/met baga-
geafdekking.
De ene vergrendeling achteraan aanbrengen
bij (B) en de vergrendelingsknop naar voren
duwen. De resterende drie op dezelfde manier
aanbrengen.
Verwijderen
Eerst de vergrendelingsknoppen bij (A) en daar-
na die bij (B) tot in de eindstand naar achteren
trekken. De bagageafdekking uit de auto tillen.
RUGGEDEELTE OMKLAPPEN
+
-
6
A
E
B
F
G
*
C
D
VOORSTOEL INSTELLEN
1
Lendensteun
2
Hellingshoek rugleuning
3
Stoel omhoog/omlaag
4
Voorkant zitting omhoog/omlaag
5
Vooruit/achteruit
6
Achterinstap
TP
9325
(Dutch). AT 0720. Printed in Sweden, Göteborg 2007. Copyright © 2000–2007 Volvo Car Corporation.
TANKEN
De tankdop ophangen tijdens het tanken.
ACHTERINSTAP
Handmatig verstelbare stoel
Stoel naar voren zetten:
A. De veiligheidsgordel van de gordelgeleider
nemen.
B. Aan de handgreep trekken en de rugleu-
ning tot in de geblokkeerde stand voorover-
klappen.
C. De stoel naar voren zetten.
Stoel naar achteren zetten:
D. De stoel naar achteren in de uitgangsposi-
tie duwen.
E. Wanneer de stoel de uitgangspositie
bereikt heeft, aan de handgreep (B) trekken en
de rugleuning terugklappen.
F. De veiligheidsgordel op de gordelgeleider
terugplaatsen.
Elektrisch bedienbare stoel*
Stoel naar voren zetten:
A. De veiligheidsgordel van de gordelgeleider
nemen.
B. De handgreep omhoogtrekken en de rug-
leuning vooroverklappen.
G. De knop ingedrukt houden terwijl de stoel
naar voren komt.
Stoel naar achteren zetten:
G. De knop nogmaals ingedrukt houden
totdat de stoel de uitgangspositie bereikt. aan
de handgreep (B) trekken en de rugleuning
terugklappen.
F. De veiligheidsgordel op de gordelgeleider
terugplaatsen.
N.B.
De veiligheidsgordel bij het omdoen vanon-
der bij de gordelgeleider omhooghalen, niet
vanboven bij de schouder omlaag.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Volvo C30 Snelstartgids

Type
Snelstartgids
Deze handleiding is ook geschikt voor