RUITENWISSERS EN REGENSENSOR*
Enkele wisslag
Uit
Intervalstand wissers, voor instellen
aan (2) draaien.
Normale snelheid
Hoge snelheid
Ruiten- en koplampsproeiers
Ruitensproeier achterklep
Ruitenwisser achterklep intervalstand/
normale stand
AUDIOSYSTEEM
Activeert regensensor, stand D–F
deactiveert regensensor.
Gevoeligheid instellen met duimwiel.
Displaysymbool bij regensensor aan.
Aan/uit en volume. Indrukken om aan/uit
te zetten. Omdraaien voor instellen
volume. Individueel vastgelegde volu-
mestanden voor radio, TP, handsfree* en
RTI*.
FM1, FM2 of AM.
Display, klok instellen onder persoonlijke
instellingen.
MODE, CD of AUX
1
Geluidsweergave, indrukken om te
kiezen uit BAS of Dolby Pro Logic II*.
Omdraaien om bij te regelen.
MENU, AUX, volume en geavanceerde
geluidsinstellingen.
RADIO
Radiozender kiezen door te draaien.
Zender zoeken met pijl-links/pijl-rechts
of met SCAN (8). Tot 20 zenders vast-
leggen door 0–9 ingedrukt te houden bij
FM1 en 0–9 bij FM2. Na vastlegging van
een zender verschijnt een bevestiging op
het display.
Zenders automatisch vastleggen.
Ca. 2 seconden op AUTO drukken. De tien
best doorkomende zenders worden vast-
gelegd. Op 0–9 drukken om een zender te
selecteren.
CD-SPELER
Ander nummer op cd met pijl-links/pijl-
rechts of aan (6) draaien.
Cd kiezen
2
met pijl-omhoog/pijl-omlaag.
Cd uitwerpen. Bij kort indrukken wordt
alleen de beluisterde cd uitgeworpen. Bij
lang indrukken worden alle cd’s uitgewor-
pen
2
.
Rechtstreeks cd kiezen
2
. Op 1–6 druk-
ken.
1. AUX-ingang voor bijv. mp3-speler (voor optimale
geluidsweergave volume op half zetten).
2. Alleen cd-wisselaar*.