NL
- 31 -
het te bevestigen apparaat kunnen
ofwel de korte (pos. 17) of de lange
binnenzeskantschroeven (pos. 18) worden
gebruikt.
5.3 Instelling van de geleiderollen (afbeelding
11, 12)
De hoogte van de geleiderollen moet worden
ingesteld op de hoogte van de werktafel van het
apparaat. Maak daarvoor de vastzetgreep (pos.
9) los, stel de hoogte van de geleiderollen voor
het betreff ende apparaat in en draai de greep
weer vast.
Waarschuwing! De geleiderollen mogen niet
hoger worden ingesteld dan de hoogte van de
werktafel van het apparaat. Dit kan tot gevolg
hebben dat het zaagblad resp. het snijmateriaal
kantelen.
Daarnaast kunnen de geleiderollen ook in
de breedte worden versteld. Zet daarvoor de
vastzethefboom (pos. 4) los, stel de geleiderollen
in al naargelang de lengte van het werkstuk en
draai de hefboom vervolgens weer vast.
6. Bediening
Waarschuwing! Controleer alvorens het
apparaat in te schakelen of de spaninrichting
(pos. 1), geleiderollen (pos. 10) en de schroeven
(pos. 17 resp. 18) goed zijn vastgezet. Gebruik
het onderstel nooit als het niet stabiel staat. Zorg
ervoor dat het onderstel veilig staat. Stel het
indien nodig bij zoals beschreven onder punt
5.1. Controleer of alle standvoeten goed zijn
vergrendeld.
Als hulpmiddel bij het werken met het apparaat
dienen de beide afl egboxen (pos. 22) (afbeelding
7), waarin plaats is voorzien voor diverse
kleine delen. Bovendien kunnen de beide
werkstukdragers (pos. 23) worden uitgeklapt
(afbeelding 1). Deze kunnen onder andere dienen
als plaats om het te snijden materiaal weg te
leggen.
Als het onderstel ineen is geklapt, dan kan
het aan de transportgreep (pos. 24) worden
gedragen.
Aanwijzingen voor de bediening van het
betreff ende apparaat kunt u afl eiden uit de bij het
apparaat gevoegde originele handleiding en de
veiligheidsinstructies.
7. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
7.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
7.2 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
7.3 Bestellen van wisselstukken:
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken vol-
gende gegevens te vermelden:
•
Type van het toestel
•
Artikelnummer van het toestel
•
Ident-nummer van het toestel
•
Wisselstuknummer van het benodigd stuk
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info
8. Verwijdering en recyclage
Het toestel bevindt zich in een verpakking om
transportschade te voorkomen. Deze verpakking
is een grondstof en bijgevolg herbruikbaar of kan
naar de grondstofkringloop worden teruggevo-
erd. Het toestel en zijn accessoires bestaan uit
diverse materialen, zoals b.v. metaal en kunststof.
Defecte toestellen horen niet thuis in het huisvuil.
Om zich van het toestel naar behoren te ontdoen
dient het naar een geschikte verzamelplaats te
worden gebracht. Als u geen verzamelplaats kent
gelieve u dan bij de gemeente te informeren.
Anl_MSS_1610_SPK2.indb 31Anl_MSS_1610_SPK2.indb 31 14.11.2018 08:13:1014.11.2018 08:13:10