HP Photosmart Pro B8300 Printer series Handleiding

Categorie
Afdrukken
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

HP Photosmart Pro B8300 series
HP Photosmart Pro B8300 series
Gebruikershandleiding
Copyright
© 2006 Copyright Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Verveelvuldiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP worden uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd. Niets
in deze verklaring mag worden opgevat als
een aanvullende garantie. HP is niet
aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Handelsmerken
ENERGY STAR® en het ENERGY STAR-
logo® zijn gedeponeerde handelsmerken in
de VS van de Amerikaanse Environmental
Protection Agency. Informatie over correct
gebruik van de handelsmerken is
beschikbaar in de publicatie 'Guidelines for
Proper use of the ENERGY STAR® Name
and International Logo'.
HP ColorSmart III en HP PhotoREt IV zijn
handelsmerken van Hewlett-Packard
Company.
Microsoft®, Windows®, Windows XP® en
Windows NT® zijn gedeponeerde
handelsmerken in de VS van Microsoft
Corporation.
Pentium® is een gedeponeerd handelsmerk
in de VS van Intel Corporation.
Veiligheidsinformatie
Neem bij gebruik van dit product altijd
voorzorgsmaatregelen om het risico van
letsel door brand of elektrische schokken te
beperken.
Zorg dat u alle instructies in de bij de printer
behorende documentatie heeft gelezen en
begrepen.
Sluit dit product altijd aan op een geaard
stopcontact. Als u niet weet of het
stopcontact geaard is, kunt u dit laten
controleren door een erkend elektricien.
Neem alle op dit product vermelde
waarschuwingen en instructies in acht.
Haal de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact voordat u dit product reinigt.
Plaats of gebruik dit product niet in de buurt
van water of als u nat bent.
Zorg dat het product stevig op een stabiel
oppervlak staat.
Zet het product op een veilige plaats waar
niemand op het netsnoer kan trappen of
erover kan struikelen en waar het netsnoer
niet kan worden beschadigd.
Zie
Problemen oplossen als het product niet
naar behoren werkt.
Dit product bevat geen door de gebruiker te
onderhouden onderdelen. Laat
onderhoudswerkzaamheden over aan
erkende onderhoudsmonteurs.
Inhoudsopgave
1 Welkom
Speciale functies .................................................................................................................................. 2
Gebruik van deze handleiding .............................................................................................................. 3
Andere informatiebronnen voor het product ......................................................................................... 4
2 Aan de slag
Onderdelen en functies van de printer ................................................................................................. 6
Vooraanzicht (lades, klep en inktpatroonhouder) ................................................................ 6
Vooraanzicht (invoerlade) .................................................................................................... 7
Printerlampjes ...................................................................................................................... 7
Achteraanzicht ..................................................................................................................... 8
De printer configureren (Windows) ....................................................................................................... 9
Rechtstreekse aansluiting .................................................................................................... 9
De printersoftware installeren en de printer delen ............................................................... 9
De software installeren voordat u de printer aansluit .......................................... 9
De printer aansluiten voordat u de software installeert ..................................... 10
Printer delen in een lokaal gedeeld netwerk ..................................................... 10
De printer configureren (Mac OS) ...................................................................................................... 12
De software installeren voor een lokaal gedeeld netwerk of voor een rechtstreekse
aansluiting .......................................................................................................................... 12
Printer delen in een lokaal gedeeld netwerk ...................................................................... 13
De printersoftware verwijderen ........................................................................................................... 14
Het setupprogramma voor de printersoftware aanpassen ................................................................. 16
Overige software installeren ............................................................................................................... 17
3 Gebruik van inktpatronen en accessoires
Gebruik van de inktpatronen .............................................................................................................. 20
Ondersteunde inktpatronen ............................................................................................... 20
Inktpatronen plaatsen ........................................................................................................ 20
Een inktpatroon installeren of vervangen .......................................................... 21
Inktpatronen uitlijnen .......................................................................................................... 22
Inktpatronen reinigen ......................................................................................................... 23
Inktpatronen automatisch reinigen .................................................................... 23
Windows ........................................................................................... 24
Macintosh ......................................................................................... 24
Inktpatronen onderhouden ................................................................................................. 24
Inktpatronen bewaren ....................................................................................... 24
Afdrukken met één inktpatroon .......................................................................................... 25
De kleuren kalibreren ......................................................................................................... 26
NLWW iii
De optionele accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) installeren ............................ 27
4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden
Afdrukmateriaal selecteren ................................................................................................................. 30
Tips voor de keuze en het gebruik van afdrukmateriaal .................................................... 30
Specificaties van ondersteund afdrukmateriaal ................................................................. 30
Ondersteunde formaten afdrukmateriaal .......................................................... 30
Ondersteunde soorten afdrukmateriaal ............................................................. 35
Ondersteunde gewichten en capaciteiten afdrukmateriaal ............................... 36
Minimummarges instellen .................................................................................................. 37
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen .............................................................................................. 38
De automatische papiertypesensor gebruiken ................................................................................... 40
De afdrukinstellingen wijzigen ............................................................................................................ 41
Geavanceerde softwarefuncties ......................................................................................................... 42
Digitale foto’s afdrukken ..................................................................................................................... 43
Verbeterde kleurendruk ..................................................................................................... 43
Richtlijnen voor het afdrukken van foto’s .......................................................... 43
Technieken voor digitale fotografie .................................................................................... 44
Afdrukken met PhotoREt ................................................................................... 44
4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd ...................................................................... 44
Met Exif Print verbeterde foto’s afdrukken ........................................................ 45
HP Photosmart Essential-software .................................................................................... 45
Afdrukken zonder rand ....................................................................................................................... 46
Afdrukken in grijstinten ....................................................................................................................... 48
Panoramafoto's afdrukken ................................................................................................................. 49
Een document afdrukken ................................................................................................................... 51
Afdrukken met de handinvoer aan de voor- of achterkant ................................................................. 52
De software-instellingen wijzigen ....................................................................................... 52
De sleuf voor handinvoer aan de voorkant gebruiken ....................................................... 53
De sleuf voor handinvoer aan de achterkant gebruiken .................................................... 54
Afdrukken op diverse soorten afdrukmateriaal ................................................................................... 55
Afdrukken op aangepast papierformaat ............................................................................................. 56
Afdrukken op enveloppen ................................................................................................................... 57
Op kaarten en afdrukmateriaal van klein formaat afdrukken .............................................................. 59
Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken ................................................................................ 62
Brochures (folders) afdrukken ............................................................................................................ 63
Handmatig folders afdrukken ............................................................................................. 63
Automatisch brochures afdrukken ..................................................................................... 63
Posters afdrukken .............................................................................................................................. 65
Banieren afdrukken ............................................................................................................................ 66
Etiketten afdrukken ............................................................................................................................. 67
T-shirt opstrijkpatronen afdrukken ...................................................................................................... 68
Dubbelzijdig afdrukken (duplexen) ..................................................................................................... 69
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken ............................................................................. 69
Handmatig dubbelzijdig afdrukken ..................................................................................... 70
Automatisch dubbelzijdig afdrukken .................................................................................. 71
Voordelen van het gebruik van de duplexeenheid ............................................ 71
Een afdruktaak annuleren .................................................................................................................. 73
5 Gebruik van de Werkset
iv NLWW
Overzicht Werkset .............................................................................................................................. 76
Printerstatus (tabblad) ........................................................................................................................ 77
Informatie (tabblad) ............................................................................................................................ 78
HP Instant Support ............................................................................................................ 78
Beveiliging en privacy ........................................................................................................ 79
Toegang verkrijgen tot HP Instant Support ........................................................................ 79
myPrintMileage .................................................................................................................. 80
Hoe kan ik… ...................................................................................................................... 80
Printerservice (tabblad) ...................................................................................................................... 82
Gebruik van het HP Printerprogramma (Macintosh) .......................................................................... 83
Panelen van het HP Printerprogramma weergeven .......................................................... 83
6 Problemen oplossen
Tips en informatiebronnen voor probleemoplossing .......................................................................... 86
Algemene tips voor het oplossen van problemen .............................................................................. 87
Een demopagina afdrukken ............................................................................................................... 88
Een diagnosepagina afdrukken .......................................................................................................... 89
Afdrukproblemen oplossen ................................................................................................................. 90
Printer schakelt onverwachts uit ........................................................................................ 90
Voeding en voedingskabels controleren ........................................................... 90
Ventilatieopeningen controleren ........................................................................ 90
Alle printerlampjes knipperen ............................................................................................ 90
Er is een onherstelbare fout opgetreden ........................................................... 90
Printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt) .................................................................. 90
De printerinstellingen controleren ..................................................................... 90
De initialisatie van de inktpatronen controleren ................................................ 90
De installatie van de printersoftware installeren ................................................ 90
De kabelaansluitingen controleren .................................................................... 90
De printerinstellingen voor de netwerkomgeving controleren ........................... 91
Personal Firewall-software die op de computer is geïnstalleerd
controleren ........................................................................................................ 91
Printer accepteert een inktpatroon niet .............................................................................. 91
Inktpatroon past niet in de printer ...................................................................... 91
Printer herkent de inktpatroon niet .................................................................... 91
De contacten van de inktpatroon reinigen ......................................................... 91
De printer weigert de pen .................................................................................................. 92
Printer drukt langzaam af ................................................................................................... 93
De systeemconfiguratie controleren .................................................................. 93
Controleren hoeveel softwareprogramma's worden uitgevoerd op de
computer ........................................................................................................... 93
Instellingen van de printersoftware controleren ................................................ 93
Er wordt een groot bestand afgedrukt ............................................................... 93
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus .................. 93
Er wordt een lege pagina afgedrukt ................................................................................... 94
Op lege inktpatronen controleren ...................................................................... 94
De beschermende tape op de spuitgaatjes van de inktpatroon is niet
verwijderd .......................................................................................................... 94
De instellingen voor de afdrukmaterialen controleren ....................................... 94
De afdruk is niet correct of onvolledig ................................................................................ 94
De marge-instellingen controleren .................................................................... 94
NLWW v
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus .................. 94
Het inktniveau in de inktpatronen controleren ................................................... 94
Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd ....................................... 94
De instellingen voor afdrukken in kleur controleren .......................................... 94
De afdruklocatie en de lengte van de USB-kabel controleren .......................... 95
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst ................................................................... 95
Controleren hoe het afdrukmateriaal is geplaatst ............................................. 95
Het formaat van het afdrukmateriaal controleren .............................................. 95
De marge-instellingen controleren .................................................................... 95
Instelling voor paginaorntatie controleren ...................................................... 95
De printerlocatie en de lengte van de USB-kabel controleren .......................... 95
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukken ............................................................................ 96
Afdrukken van slechte kwaliteit .......................................................................................... 96
Controleer de inktpatronen ................................................................................ 96
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus .................. 96
Het inktniveau in de inktpatronen controleren ................................................... 96
Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd ....................................... 96
Papierkwaliteit controleren ................................................................................ 96
Controleren welk type afdrukmateriaal in de printer is geplaatst ...................... 97
De rollen in de printer controleren ..................................................................... 97
De printerlocatie en de lengte van de USB-kabel controleren .......................... 97
Er worden betekenisloze tekens afgedrukt ........................................................................ 97
De kabelverbindingen controleren .................................................................... 97
Documentbestand controleren .......................................................................... 97
Inktvlekken ......................................................................................................................... 97
De printerinstellingen controleren ..................................................................... 97
Soort afdrukmateriaal controleren ..................................................................... 98
Controleer de marge-instellingen ...................................................................... 98
Tekst of afbeeldingen zijn niet helemaal met inkt opgevuld .............................................. 98
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus .................. 98
Het inktniveau in de inktpatronen controleren ................................................... 98
Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd ....................................... 98
Soort afdrukmateriaal controleren ..................................................................... 98
Misschien moeten de afdrukinstellingen worden gewijzigd ............................................... 98
De uitvoer is bleek of de kleuren zijn flets ......................................................................... 98
Afdrukmodus controleren .................................................................................. 98
Misschien gebruikt u niet de meest geschikte inktpatronen voor het
project ............................................................................................................... 99
Controleer de ingestelde papiersoort ................................................................ 99
Controleer de inktpatronen ................................................................................ 99
Kleuren worden zwart-wit afgedrukt .................................................................................. 99
Controleer de afdrukinstellingen ....................................................................... 99
De printer is aan het afdrukken in de Inktreservemodus ................................... 99
Er worden verkeerde kleuren afgedrukt ............................................................................. 99
Controleer de afdrukinstellingen ....................................................................... 99
Controleer de inktpatronen ................................................................................ 99
Kleuren lopen uit op de afdruk ........................................................................................... 99
Controleer de afdrukinstellingen ....................................................................... 99
Controleer de inktpatronen .............................................................................. 100
Kleuren zijn niet goed uitgelijnd ....................................................................................... 100
vi NLWW
Controleer de inktpatronen .............................................................................. 100
Plaatsing van afbeeldingen controleren .......................................................... 100
Lijnen of punten zijn weggevallen in de tekst of afbeeldingen ......................................... 100
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus ................ 100
Het inktniveau in de inktpatronen controleren ................................................. 100
Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd ..................................... 100
De contactplaatjes van de inktpatronen controleren ....................................... 100
Problemen bij de papierinvoer oplossen .......................................................................................... 101
Er treedt een ander probleem op bij de papierinvoer ...................................................... 101
Het afdrukmateriaal wordt niet ondersteund voor de printer of lade ............... 101
Afdrukmateriaal wordt niet uit de invoerlade opgenomen ............................... 101
Afdrukmateriaal komt niet goed uit het apparaat ............................................ 101
Pagina's trekken scheef .................................................................................. 101
Er worden meerdere pagina's opgenomen ..................................................... 101
Installatieproblemen oplossen .......................................................................................................... 102
Problemen bij het afdrukken van een uitlijningspagina .................................................... 102
Problemen bij het installeren van de software ................................................................. 102
De hardwarevereisten controleren .................................................................. 102
Voorbereiding voor de installatie ..................................................................... 102
De printersoftware opnieuw installeren ........................................................... 102
Papierstoringen verhelpen ............................................................................................................... 103
Tips ter voorkoming van papierstoringen ......................................................................... 105
Problemen met fotoafdrukken oplossen ........................................................................................... 106
Problemen met afdrukken zonder rand oplossen ............................................................................. 107
Problemen met het afdrukken van banieren oplossen ..................................................................... 108
Problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken oplossen ........................................................ 109
Problemen met afdrukken in een netwerk oplossen ........................................................................ 111
7 Printerlampjes
De printerlampjes ............................................................................................................................. 114
8 HP benodigdheden en accessoires
Printerbenodigdheden via de Werkset bestellen .............................................................................. 120
Accessoires ...................................................................................................................................... 121
Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken ...................................................... 121
USB-kabel ........................................................................................................................ 121
Netwerkinterface .............................................................................................................. 121
Benodigdheden ................................................................................................................................ 122
Inktpatronen ..................................................................................................................... 122
Fotopapier ........................................................................................................................ 122
Inkjetpapier ...................................................................................................................... 123
Transparanten ................................................................................................................. 123
Speciaal papier ................................................................................................................ 123
Wenskaarten .................................................................................................................... 124
Brochure .......................................................................................................................... 124
9 Klantenondersteuning en garantie
Elektronische ondersteuning ............................................................................................................ 126
HP Instant Support ........................................................................................................................... 127
NLWW vii
Telefonische ondersteuning van HP ................................................................................................ 128
Voordat u belt .................................................................................................................. 128
Nummers voor telefonische ondersteuning ..................................................................... 128
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard ........................................................................... 130
10 Printerspecificaties en verklaring van conformiteit
Printerspecificaties ........................................................................................................................... 132
Declaration of Conformity ................................................................................................................. 135
11 Overheidsvoorschriften
FCC statement ................................................................................................................................. 138
Kennisgeving voor gebruikers in Korea ........................................................................... 138
Diverse overheidsvoorschriften ........................................................................................................ 139
LED-classificatie .............................................................................................................. 139
Wettelijk modelnummer ................................................................................................... 139
Programma voor milieubehoud ........................................................................................................ 140
Papiergebruik ................................................................................................................... 140
Kunststof .......................................................................................................................... 140
Programma voor hergebruik ............................................................................................ 140
Programma voor hergebruik van HP inkjetbenodigdheden ............................................. 140
Verwerking van materialen .............................................................................................. 140
Energieverbruik - Energy Star ......................................................................................... 140
Energieverbruik - Federal Energy Management Program ............................................... 141
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de Europese
Unie .................................................................................................................................................. 142
Index ................................................................................................................................................................. 143
viii NLWW
1Welkom
Hartelijk dank voor de aanschaf van deze HP Photosmart-printer.
Dit gedeelte bevat de volgende informatie:
Speciale functies
Gebruik van deze handleiding
Andere informatiebronnen voor het product
NLWW 1
Speciale functies
Deze printer is voorzien van diverse handige functies.
Afdrukken van digitale foto's – U kunt kleurenfoto's en zwart-witfoto's afdrukken met hoge
kwaliteit.
Afdrukken op brede formaten – U kunt afdrukken op papierformaten tot 330 x 483 mm of A3+
zonder rand.
Afdrukken zonder rand – U kunt bij het afdrukken van uw foto's en kaarten het volledige
paginaoppervlak benutten door gebruik te maken van de functie afdrukken zonder rand. Druk af
op formaten tot 330 x 483 mm of A3+ zonder rand.
Modus inkt-backupU kunt doorgaan met afdrukken met één inktpatroon als de andere
inktpatroon leeg is.
Kleurbeheer – De software van de printer vertaalt de kleuren van uw foto van hun bestaande
kleurenruimte naar de kleurenruimte die in het printerstuurprogramma is geselecteerd. Raadpleeg
de on line Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie.
Automatische papiertypesensor – De printer selecteert automatisch de juiste afdrukinstellingen
voor het afdrukmateriaal dat in de printer ligt, met name bij gebruik van afdrukmateriaal van HP.
AnnuleerknopU kunt afdruktaken met één druk op de knop annuleren.
Energiebesparingsmodus – De printer schakelt over naar een energiezuinige stand nadat deze
30 minuten lang niet is gebruikt.
Werkset – U kunt informatie bekijken over de status en het onderhoud van de printer. Via de
Werkset krijgt u ook toegang tot de website myPrintMileage, tot documentatie en tot on line
hulpmiddelen voor het oplossen van printerproblemen.
Panorama-afdrukken – U kunt met een hoge kwaliteit panoramafoto's afdrukken, met of zonder
rand.
Meerdere pagina's op één vel afdrukken – Met de printersoftware kunt u maximaal 16 pagina's
afdrukken op één vel papier.
2 Hoofdstuk 1 Welkom NLWW
Gebruik van deze handleiding
Deze handleiding bestaat uit de volgende delen:
Aan de slag – Beschrijft de printeronderdelen en leert u een USB-kabel aansluiten, de
printersoftware installeren en de printer op een netwerk en een externe printserver aansluiten.
Gebruik van inktpatronen en accessoires – Leert u de inktpatronen gebruiken en de optionele
duplexeenheid installeren.
Afdrukken en afdrukmateriaal laden – Beschrijft en illustreert hoe afdrukmateriaal in de printer
wordt geladen en leert u op diverse soorten en formaten afdrukmateriaal afdrukken. Beschrijft
kleurendruk met zes inkten, wat de kwaliteit van fotoafdrukken verbetert, en leert u afdrukken
zonder rand. Beschrijft ook de functies van het printerstuurprogramma.
Gebruik van de Werkset – Beschrijft de functies van de Werkset (zoals informatie over inktniveau,
onderhoud van inktpatronen en koppelingen naar instructies voor het oplossen van problemen),
HP Instant Support en de website myPrintMileage (waarop informatie over uw printergebruik wordt
bijgehouden). Leert u ook printerbenodigdheden rechtstreeks via de Werkset bestellen.
Problemen oplossen – Helpt u bij het oplossen van veelvoorkomende printerproblemen, zoals
papierstoringen en de installatie van de software, alsmede afdrukproblemen, zoals problemen met
het afdrukken zonder rand en het afdrukken van foto's.
Printerlampjes – Beschrijft en illustreert de diverse combinaties van printerlampjes, legt uit wat
zij betekenen en wat u eventueel moet doen.
Benodigdheden en accessoires van HPBevat een lijst met de onderdeelnummers van de
accessoires, het afdrukmateriaal en de inktpatronen die u kunt aanschaffen voor gebruik met de
printer.
Klantenondersteuning en garantie – Bevat een lijst met ondersteuningsmogelijkheden voor hulp
bij printerproblemen.
Printerspecificaties en verklaring van conformiteit – Bevat informatie zoals de afdruksnelheid,
de capaciteit van de laden en de systeemeisen. Bevat tevens een verklaring van conformiteit.
Overheidsvoorschriften Bevat een FCC-verklaring en andere overheidsvoorschriften, zoals
EMI-verklaringen, LED-classificatie, energieverbruik en het wettelijke modelnummer.
NLWW Gebruik van deze handleiding 3
Andere informatiebronnen voor het product
U kunt op de volgende plaatsen productinformatie en verdere informatie voor het oplossen van
problemen vinden die niet zijn opgenomen in deze handleiding:
Aan de slag-handleiding – Biedt instructies voor de installatie van de printer en informatie over
garantie en veiligheidszaken. Wordt in gedrukte vorm meegeleverd in de verpakking van de
printer.
Leesmij-bestand en release-info – Biedt informatie en tips voor het oplossen van problemen die
op het laatste moment beschikbaar zijn gekomen. Te vinden op de Starter CD.
Werkset – Biedt informatie over het inktniveau in de inktpatronen en toegang tot
onderhoudsfuncties voor de printer. Zie
Gebruik van de Werkset voor meer informatie. Beschikbaar
als u kiest voor een installatieoptie waarbij de werkset is inbegrepen.
Elektronische Help-informatie printerstuurprogramma (Windows) – Biedt uitleg over de
functies van het printerstuurprogramma. Toegankelijk vanuit het printerstuurprogramma.
HP Printerprogramma (Macintosh) – Bevat hulpmiddelen voor het kalibreren van de printer,
reinigen van de inktpatronen, afdrukken van een testpagina en opzoeken van
ondersteuningsinformatie op de website. Zie
Gebruik van het HP Printerprogramma (Macintosh)
voor meer informatie.
HP Instant Support – Helpt u snel printerproblemen herkennen, diagnosticeren en verhelpen.
Zie
HP Instant Support voor meer informatie. Toegankelijk via elke standaard webbrowser of via
de Werkset (Windows).
Starter CD – Bevat printersoftware, een hulpprogramma voor het maken van aangepaste
installatiepakketten, een elektronisch exemplaar van deze gebruikershandleiding en
bestelinformatie. Zie
Problemen oplossen.
Diagnosepagina – Biedt informatie over de hardware van de printer, zoals de firmwareversie en
het modelnummer. Zie
Een diagnosepagina afdrukken.
HP websitesBieden de nieuwste printersoftware en product- en ondersteuningsinformatie. Ga
naar
http://www.hp.com/support/.
Telefonische ondersteuning van HP – Tijdens de garantieperiode is deze ondersteuning vaak
kosteloos. Zie
Telefonische ondersteuning van HP.
4 Hoofdstuk 1 Welkom NLWW
2 Aan de slag
Dit gedeelte bevat de volgende informatie:
Onderdelen en functies van de printer
De printer configureren (Windows)
De printer configureren (Mac OS)
De printersoftware verwijderen
Het setupprogramma voor de printersoftware aanpassen
Overige software installeren
NLWW 5
Onderdelen en functies van de printer
Vooraanzicht (lades, klep en inktpatroonhouder)
6
7
1 Uittrekbare invoerlade
2
Uittrekbare uitvoerbak
3 Papiergeleider voor handinvoer aan voorkant
4 Handinvoer aan voorkant
5 Printerkap
6 Inktpatroonvergrendeling
7 Inktpatroonhouder
6 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW
Vooraanzicht (invoerlade)
1 Invoerladevergrendeling
2
Papiergeleider voor klein afdrukmateriaal
3 Papierbreedtegeleider
4 Uitwerpmechaniek voor kleine afdrukmaterialen
Printerlampjes
De printerlampjes geven een visuele indicatie van de status van de printer. Zie Printerlampjes voor meer
informatie.
1 Inktpatroonlampje rechts (zwarte inktpatroon of fotopatroon, of grijze inktpatroon)
2
Inktpatroonlampje links (driekleurenpatroon)
3 Annuleren-knop
NLWW Onderdelen en functies van de printer 7
4 Doorgaan-knop en -lampje
5 Aan/uit-knop en -lampje
Achteraanzicht
5
1
3
4
5
6
2
1 USB-poort (Universal serial bus)
2
Toegangspaneel aan achterkant
3 Handinvoer aan achterkant
4 Papiergeleider voor handinvoer aan achterkant
5 Ontgrendelingsknoppen voor toegangspaneel aan achterkant
6 Stroomaansluiting
8 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW
De printer configureren (Windows)
U kunt de printer rechtstreeks op een computer aansluiten of delen binnen een lokaal netwerk.
Opmerking Voor het installeren van een printerstuurprogramma in Windows 2000,
Windows Server 2000 of Windows XP hebt u beheerdersrechten nodig.
Rechtstreekse aansluiting
U kunt de printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel.
Opmerking Als u de printersoftware installeert en een printer aansluit op een computer met
Windows, kunt u op dezelfde computer aanvullende printers aansluiten zonder dat u de
printersoftware opnieuw hoeft te installeren.
De printersoftware installeren en de printer delen
Bij het installeren van een printer beveelt HP aan dat u de printer aansluit nadat u de software hebt
geïnstalleerd. Het installatieprogramma is namelijk speciaal ontworpen om het installeren zo
gemakkelijk mogelijk te maken.
Als u de kabel echter eerst hebt aangesloten, raadpleegt u
De printer aansluiten voordat u de software
installeert.
De software installeren voordat u de printer aansluit
U wordt aanbevolen de Werkset te installeren. De Werkset biedt informatie over de status en het
onderhoud van uw printer. Via de Werkset krijgt u ook toegang tot documentatie en on line hulpmiddelen
voor het oplossen van printerproblemen. Als u de Werkset niet installeert, verschijnen er geen
printerfoutberichten op uw computerscherm en heeft u geen toegang tot de website myPrintMileage.
Zie
Gebruik van de Werkset.
1. Sluit alle geopende toepassingen.
2. Plaats de Starter CD in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend.
Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, klikt u achtereenvolgens op Start en
Uitvoeren. Blader naar het cd-rom-station van de computer, klik op Autorun.exe en vervolgens
op Openen. Klik in het dialoogvenster Uitvoeren op OK.
3. Klik op Printerstuurprogramma installeren in het cd-menu.
4. Volg de instructies op het scherm op om de installatie te voltooien.
5. Sluit desgevraagd de USB-kabel aan op de computer en de printer. De wizard Nieuwe hardware
gevonden verschijnt op het computerscherm en het printerpictogram wordt aan de printermap
toegevoegd.
Opmerking U kunt de printer ook met andere computers delen door middel van een
eenvoudige netwerkvorm, aangeduid als een lokaal gedeeld netwerk. Zie
Printer delen in
een lokaal gedeeld netwerk.
NLWW De printer configureren (Windows) 9
De printer aansluiten voordat u de software installeert
Als u de printer al op de computer hebt aangesloten voordat u de printersoftware installeert, verschijnt
de wizard Nieuwe hardware gevonden op het computerscherm.
Opmerking Als de printer is ingeschakeld, mag u deze niet uitschakelen of de printerkabel
ontkoppelen tijdens de uitvoering van het installatieprogramma. Als u dat toch doet, wordt het
installatieprogramma niet voltooid.
1. In het dialoogvenster van de wizard Nieuwe hardware gevonden, waarin u een methode kunt
selecteren voor het opzoeken van het stuurprogramma, selecteert u de optie Geavanceerd en
klikt u op Volgende.
Opmerking Laat het stuurprogramma niet automatisch opzoeken door de wizard Nieuwe
hardware gevonden.
2. Selecteer het selectievakje voor het opgeven van de locatie van het stuurprogramma en zorg
ervoor dat de andere selectievakjes niet zijn geselecteerd.
3. Plaats de Starter CD in het cd-romstation. Als het cd-menu verschijnt, sluit u het cd-menu.
4. Blader naar de hoofdmap van de Starter CD (bijvoorbeeld D:) en klik vervolgens op OK.
5. Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm.
6. Klik op Voltooien om de wizard Nieuwe Hardware gevonden te sluiten. De wizard start het
installatieprogramma automatisch (dit kan enige tijd duren). In Windows 98 en Windows Me moet
u het installatieprogramma op dit punt uitvoeren als u een niet-Engelstalig stuurprogramma wilt
installeren.
7. Voltooi het installatieproces.
Opmerking Het installatieprogramma biedt de mogelijkheid componenten te installeren
die niet tot het stuurprogramma zelf behoren, zoals de Werkset, en waarvan de installatie
wordt aanbevolen. Voor instructies voor het installeren van deze componenten volgt u de
stappen uit die worden beschreven in
De software installeren voordat u de printer
aansluit.
U kunt de printer ook met andere computers delen door middel van een eenvoudige
netwerkvorm, aangeduid als een lokaal gedeeld netwerk. Zie
Printer delen in een lokaal
gedeeld netwerk.
Printer delen in een lokaal gedeeld netwerk
In een lokaal gedeeld netwerk wordt de printer rechtstreeks op de USB-aansluiting van een gegeven
computer (de server) aangesloten en wordt deze door andere computers (de clients) gedeeld.
10 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW
Opmerking Bij het delen van een rechtstreeks aangesloten printer, gebruikt u de computer met
het nieuwste besturingssysteem als de server. Als u bijvoorbeeld een computer hebt waarop
Windows 2000 wordt uitgevoerd, en een andere computer met een oudere versie van Windows,
gebruikt u de computer met Windows 2000 als de server.
Gebruik deze configuratie alleen in kleine groepen of wanneer de printer niet veel wordt gebruikt.
De computer waarop de printer is aangesloten kan vertraging vertonen wanneer veel gebruikers
op de printer afdrukken.
1. Klik vanaf het bureaublad van Windows op Start, kies Instellingen en klik op Printers of Printers
en fax-apparaten.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer, klik op Eigenschappen en klik op
het tabblad Delen.
3. Klik op de optie voor het delen van de printer en geef de printer een share-naam.
4. Als u de printer deelt met clientcomputers waarop andere Windows-versies worden gebruikt, kunt
u op Extra stuurprogramma's klikken om de stuurprogramma's voor deze versies te installeren
ten behoeve van de gebruikers van deze computers. Voor deze optionele stap moet de Starter CD
in het cd-rom-station worden geplaatst.
NLWW De printer configureren (Windows) 11
De printer configureren (Mac OS)
U kunt de printer gebruiken met één enkele Macintosh-computer door deze via een USB-kabel aan te
sluiten, of u kunt de printer delen met andere gebruikers in een netwerk.
De software installeren voor een lokaal gedeeld netwerk of voor een
rechtstreekse aansluiting
1. Sluit de printer aan op de computer met behulp van een USB-kabel of op het netwerk met behulp
van een netwerkkabel.
2. Plaats de Starter CD in het cd-rom-station, dubbelklik op het cd-symbool op het bureaublad en
dubbelklik vervolgens op Setup-symbool.
-of-
Zoek naar het installatieprogramma in de map Installer op de Starter CD.
3. Klik op Stuurprogramma installeren en volg de instructies op het scherm voor het gebruikte
verbindingstype.
4. Open het hulpprogramma voor printerinstallatie, dat zich in de map Applications\Utilities bevindt.
5. Klik op het menu Printers en selecteer Voeg toe om de printer toe te voegen.
6. Selecteer in het menu de optie USB in het geval van een rechtstreekse aansluiting.
-of-
Klik in geval van een netwerkaansluiting op een IP-netwerk in het menu op Auto of Handmatig.
7. Als u Auto kiest, selecteert u vervolgens de printer in de lijst met printers.
Als u Handmatig selecteert, voert u vervolgens het IP-adres van de printer in en klikt u op
Verbinden.
8. Klik op Voeg toe. Er verschijnt een markering naast de naam van de printer om aan te duiden dat
deze printer nu de standaardprinter is.
9. Sluit Afdrukbeheer of het hulpprogramma voor printerinstallatie.
10. Deel desgewenst de printer met andere Macintosh-gebruikers.
Rechtstreekse aansluiting: Deel de printer met andere Macintosh-gebruikers. Zie
Printer
delen in een lokaal gedeeld netwerk.
Netwerkaansluiting: De Macintosh-gebruikers die gebruik willen maken van de
netwerkprinter moeten de printersoftware op hun eigen computer installeren.
12 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW
Printer delen in een lokaal gedeeld netwerk
Als u de printer rechtstreeks aansluit, kunt u de printer toch delen door middel van een eenvoudige
netwerkvorm, die wordt aangeduid als een lokaal gedeeld netwerk. Gebruik deze configuratie alleen in
kleine groepen of wanneer de printer niet veel wordt gebruikt. De computer waarop de printer is
aangesloten kan vertraging vertonen wanneer veel gebruikers op de printer afdrukken.
De basisvereisten voor het delen in een Macintosh-omgeving zijn de volgende:
De Macintosh-computers moeten binnen het netwerk met elkaar communiceren via TCP/IP, en de
Macintosh-computers moeten elk een IP-adres hebben. (AppleTalk wordt niet ondersteund.)
De gedeelde printer moet zijn aangesloten op een van de ingebouwde USB-poorten op de
Macintosh-computer die als host fungeert.
Zowel op de Macintosh-computer die als host fungeert, als op de Macintosh-computers die als
client fungeren, moet de software voor printerdeling en het printerstuurprogramma of de PPD voor
de geïnstalleerde printer worden geïnstalleerd. (U kunt het installatieprogramma gebruiken om de
software voor printerdeling en de bijbehorende Help-bestanden te installeren.)
Op de Macintosh-computers die als client fungeren, moeten de juiste HP printerstuurprogramma's
worden geïnstalleerd.
Die Macintosh-computers die als client fungeren, moeten PowerMac-computers zijn.
Raadpleeg de ondersteuningsinformatie op de website van Apple
http://www.apple.com of Mac Help
op de computer voor meer informatie over het delen van een USB-printer.
Delen met andere computers met Mac OS X (10.3 en 10.4)
Voer de volgende stappen uit om de printer te delen met andere Macintosh-computers met Mac OS X
(10.3 en 10.4):
1. Schakel printerdeling in op de computer waarop de printer is aangesloten (de host).
2. Open Systeemvoorkeuren, klik op Delen, klik op Services en selecteer het vakje
Printerdeling.
3. Als u wilt afdrukken vanaf een van de andere Macintosh-computers (clients) binnen het netwerk,
selecteert u de printer in Delen. Vervolgens kiest u de omgeving waar de printer wordt gedeeld en
selecteert u de printer.
NLWW De printer configureren (Mac OS) 13
De printersoftware verwijderen
De software verwijderen op Windows-computers
U hebt beheerdersbevoegdheden nodig om de printersoftware te verwijderen onder Windows 2000 of
Windows XP.
1. Als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten met een USB-kabel, koppelt u de printer
los.
2. Sluit alle geopende toepassingen.
3. Open het configuratiescherm vanuit het menu Start.
4. Dubbelklik op Software.
5. Selecteer de printersoftware die u wilt verwijderen.
6. Klik op de knop voor het toevoegen of verwijderen van de software.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm om het verwijderen van de printersoftware te voltooien.
Opmerking Als het verwijderen mislukt, start u de computer opnieuw op en voert u de
bovenstaande stappen nogmaals uit om de software te verwijderen.
8. (Voer de volgende stappen uit om de achtergebleven bestanden te verwijderen.) Koppel de
printer los van de computer.
9. Start Windows opnieuw op.
10. Plaats de Starter CD in het cd-rom-station. Als het cd-menu verschijnt, sluit u het cd-menu.
11. Zoek naar het hulpprogramma voor het verwijderen van achtergebleven bestanden (Scrubber) op
de Starter CD en voer het programma uit.
Voor Windows 2000 en Windows XP gebruikt u het bestand scrub2k.exe in de map Utils
\Scrubber\Win2k_XP.
12. Dubbelklik op het bestand scrubber.exe.
13. Start de computer opnieuw op en installeer het printerstuurprogramma nogmaals.
De software verwijderen op Macintosh-computers
1. Als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten met een USB-kabel, koppelt u de printer
los.
2. Start de computer opnieuw op.
Opmerking Als u de computer niet opnieuw opstart voordat u de software verwijdert,
worden sommige bestanden niet van uw computer verwijderd tijdens de procedure voor het
verwijderen.
3. Plaats de Starter CD in het cd-rom-station.
4. Dubbelklik op het cd-symbool op het bureaublad.
5. Dubbelklik op het Installer-symbool in de map Installer en volg de instructies op het scherm op.
14 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW
6. Als het dialoogvenster Hoofdinstallatie verschijnt, selecteert u Verwijderen in de keuzelijst
linksboven in het dialoogvenster.
7. Volg de instructies op het scherm op om de printersoftware te verwijderen.
NLWW De printersoftware verwijderen 15
Het setupprogramma voor de printersoftware aanpassen
De Starter CD bevat een hulpprogramma waarmee systeembeheerders aangepaste
installatiepakketten kunnen maken die stil kunnen worden gestart. Systeembeheerders kunnen dan een
aangepast installatiepakket verspreiden door het via een lokale schijf of een gekoppelde netwerkschijf
te delen.
Selecteer Aanpassingshulpprogramma in het cd-menu om dit hulpprogramma te openen. Er wordt
een software-installatiepakket gemaakt met de geselecteerde taal en de geselecteerde
printercomponenten.
Als u een printerstuurprogramma wilt installeren vanuit een aangepast installatiepakket, opent u de map
die het pakket bevat en dubbelklikt u op het bestand Install.bat.
Opmerking Het aanpassingshulpprogramma is alleen beschikbaar voor Windows.
16 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW
Overige software installeren
Gebruik HP Photosmart Essential om foto's en beeldbestanden te bekijken en bewerken in
Windows. Installeer de software als volgt: plaats de cd met de HP Photosmart Pro-software in het
cd-rom-station. Klik op de knop HP Photosmart Essential in het cd-browsermenu en selecteer
de software in de lijst die verschijnt (zie
HP Photosmart Essential-software).
Ga voor het Linux-stuurprogramma naar
www.linuxprinting.org om de software te downloaden.
Informatie over het gebruik van HP printers in Linux vindt u op
hp.sourceforge.net.
Opmerking U hebt beheerdersbevoegdheden nodig om een printerstuurprogramma te
installeren onder Windows 2000 of Windows XP.
NLWW Overige software installeren 17
18 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW
3 Gebruik van inktpatronen en
accessoires
Dit gedeelte bevat de volgende informatie:
Gebruik van de inktpatronen
De optionele accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) installeren
NLWW 19
Gebruik van de inktpatronen
Ondersteunde inktpatronen
Afdrukken Plaats deze inktpatroon in de
linkeruitsparing
Plaats deze inktpatroon in de
rechteruitsparing
Kleurenfoto's HP Drie kleuren HP Foto
Zwart-witfoto's HP Drie kleuren HP Grijze foto
Tekst en lijntekeningen in kleur HP Drie kleuren HP Zwart
Op de volgende locaties vindt u meer informatie over welke inktpatronen op uw printer worden
ondersteund.
In de Aan de slag-handleiding
Op het etiket van de inktpatroon die u vervangt.
Windows: Op het tabblad Printerstatus in de Werkset klikt u op Inktpatrooninformatie en
vervolgens op Bestelinformatie.
Mac OS: In de HP Inkjet Werkset opent u het benodigdhedenpaneel.
Ga voor het aanschaffen van inktpatronen en overige printerbenodigdheden naar:
http://www.hpshopping.com (V.S.)
http://www.hpshopping.ca (Canada)
http://www.hp.com/eur/hpoptions (Europa)
http://www.hp.com/paper (Azië (Stille Oceaan))
Opmerking De verkrijgbaarheid van inktpatronen varieert per land/regio. De inktpatronen zijn
mogelijk in verschillende formaten verkrijgbaar.
Inktpatronen plaatsen
Gebruik alleen vervangende patronen met hetzelfde patroonnummer als de patroon die u vervangt.
20 Hoofdstuk 3 Gebruik van inktpatronen en accessoires NLWW
Een inktpatroon installeren of vervangen
1. Zet de printer aan, open de bovenklep en til de printervergrendeling omhoog.
VOORZICHTIG De inktpatroonwagen zou automatisch naar de juiste plaats moeten
schuiven. De inktpatroonwagen moet zich aan de rechterzijde van de printer bevinden
voordat u begint met het verwijderen of installeren van inktpatronen.
2. Als u een inktpatroon wilt vervangen, pakt u de geïnstalleerde inktpatroon vast en schuift u deze
uit de houder. Controleer of de symbolen op de nieuwe patroon overeenkomen met die op de
vergrendeling als u er zeker van wilt zijn dat u de nieuwe patroon op de juiste manier installeert.
3. Als u een nieuwe inktpatroon wilt installeren, neemt u de inktpatroon uit de verpakking en
verwijdert u de transparante beschermingstape van de spuitgaatjes door aan het roze lipje te
trekken.
VOORZICHTIG Om verstoppingen, inktstoringen of slechte elektrische verbindingen te
voorkomen, mag u de inktsproeiers of koperen contacten van de inktpatronen niet aanraken
en de koperen strips niet verwijderen.
NLWW Gebruik van de inktpatronen 21
4. Houd de inktpatroon met de koperen contacten naar de printer gericht en schuif de inktpatroon
vervolgens in de houder.
Opmerking Afhankelijk van het formaat van de inktpatronen zijn ze mogelijk niet onderling
uitgelijnd.
Als u problemen ondervindt bij het plaatsen van de inktpatroon nadat u de
patroonvergrendeling hebt opgetild, controleert u of de printer aan staat en wacht u enkele
seconden totdat de inktpatroonwagen in de parkeerstand is gezet alvorens u de inktpatroon
probeert te installeren.
5. Duw de inktpatroonvergrendeling omlaag totdat deze vastklikt. Zorg ervoor dat de vergrendeling
niet opnieuw kan openspringen.
Opmerking Bij installatie van een nieuwe inktpatroon lijnt de printer de inktpatronen
automatisch uit en wordt één vel papier gebruikt voor het afdrukken van een uitlijnpagina.
Als er fotomateriaal van hoge kwaliteit in de invoerlade ligt, is het daarom raadzaam om een
vel gewoon papier in de lade te leggen voordat u de nieuwe inktpatroon installeert.
6. Sluit de printerkap.
Inktpatronen uitlijnen
De printer lijnt de inktpatronen altijd automatisch uit nadat er een nieuwe inktpatroon is geïnstalleerd.
Als uw afdruk korrelig is, verdwaalde puntjes bevat of gerafelde randen vertoont, kunt u de inktpatronen
opnieuw uitlijnen.
22 Hoofdstuk 3 Gebruik van inktpatronen en accessoires NLWW
Windows
U kunt de inktpatronen uitlijnen vanuit de Werkset of het printerstuurprogramma.
1. Plaats gewoon papier in de invoerlade (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Open de Werkset vanuit de instellingen van Printereigenschappen. Zie
Overzicht Werkset voor
meer informatie.
-of-
Open het printerstuurprogramma (zie
De afdrukinstellingen wijzigen).
3. Klik op het tabblad Printerservice (Werkset) of op het tabblad Services (printerstuurprogramma).
4. Klik op Inktpatronen uitlijnen en volg de aanwijzingen op het scherm.
Macintosh
1. Plaats gewoon papier in de invoerlade (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Open het HP Printerprogramma. Zie
Gebruik van het HP Printerprogramma (Macintosh).
3. Selecteer Uitlijnen in het gedeelte Configuratie-instellingen.
4. Klik op Lijn uit.
Inktpatronen reinigen
Dit gedeelte bevat een procedure voor het automatisch reinigen van de inktpatronen. Zie De printer
weigert de pen voor meer informatie over het handmatig reinigen van inktpatronen.
Inktpatronen automatisch reinigen
De inktpatronen zijn uitgerust met microscopische sproeiers die verstopt kunnen raken als zij te lang
aan lucht worden blootgesteld. Bovendien kan een inktpatroon die lange tijd niet wordt gebruikt, verstopt
raken, waardoor de afdrukkwaliteit merkbaar afneemt. Verstoppingen van de sproeiers worden
verholpen door de inktpatronen te reinigen.
Reinig de inktpatronen als tekens onvolledig worden afgedrukt of als punten of lijnen ontbreken in
afgedrukte tekst of afbeeldingen.
Opmerking Wanneer u inktpatronen onnodig reinigt, verspilt u daarmee inkt en verkort u de
levensduur van de inktpatronen.
Als de afdrukkwaliteit is verminderd, is de inktpatroon mogelijk leeg. Controleer het inktniveau
voordat u verder gaat met het reinigen van de patronen. Als de inktpatroon leeg is, vervangt u
deze.
NLWW Gebruik van de inktpatronen 23
Windows
U kunt de inktpatronen reinigen vanuit de Werkset of het printerstuurprogramma.
1. Plaats gewoon papier in de invoerlade (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Open de Werkset in de instellingen van Printereigenschappen. Zie
Overzicht Werkset voor meer
informatie.
-of-
Open het printerstuurprogramma (zie
De afdrukinstellingen wijzigen).
3. Klik op het tabblad Printerservice (Werkset) of op het tabblad Services (printerstuurprogramma).
4. Klik op Inktpatronen reinigen en volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Herhaal de reinigingsprocedure als de afdrukken nog steeds problemen vertonen.
6. Als de afdruk nog steeds problemen vertoont, is de inktpatroon leeg en moet deze worden
vervangen, of is er een probleem met de inktpatroon. Vervang de patroon als de garantie ervan is
verlopen of neem contact op met de klantenservice van HP.
Macintosh
1. Plaats gewoon papier in de invoerlade (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Open het HP Printerprogramma.
3. Selecteer Reinig in het gedeelte Configuratie-instellingen.
4. Klik op Reinig.
5. Herhaal de reinigingsprocedure als de afdrukken nog steeds problemen vertonen.
6. Als de afdruk nog steeds problemen vertoont, is de inktpatroon leeg en moet deze worden
vervangen, of is er een probleem met de inktpatroon. Vervang de patroon als de garantie ervan is
verlopen of neem contact op met de klantenservice van HP.
Inktpatronen onderhouden
De volgende tips helpen u bij het onderhoud van de inktpatronen van HP en zorgen voor een consistente
afdrukkwaliteit:
Bewaar alle inktpatronen in de afgesloten verpakking totdat u ze nodig heeft. Inktpatronen moeten
worden bewaard op kamertemperatuur, tussen 15˚ en 35˚C.
Verwijder de kunststoftape pas van de inktsproeiers als u klaar bent om de inktpatroon in de printer
te installeren. Plaats de verwijderde kunststoftape niet meer terug. De inktpatroon wordt dan
beschadigd.
VOORZICHTIG Laat de inktpatroon niet vallen. De inktpatroon kan dan worden beschadigd.
Inktpatronen bewaren
Als u een inktpatroon uit de printer verwijdert, moet u de patroon bewaren in een luchtdichte container
of in de patroonbeschermer. Bij de fotopatronen wordt een patroonbeschermer geleverd.
24 Hoofdstuk 3 Gebruik van inktpatronen en accessoires NLWW
Opmerking Als u de inktpatroon bewaart in een luchtdichte plastic container, moet u ervoor
zorgen dat de spuitgaatjes van driekleurenpatronen, fotopatronen en grijze fotopatronen naar
beneden zijn gericht en die van zwarte inktpatronen naar boven.
De inktpatroon bewaren in de patroonbeschermer
1. Schuif de inktpatroon in de beschermende klem totdat hij stevig op zijn plaats vastklikt.
2. Verwijder de inktpatroon als volgt uit de beschermende klem: druk het lipje binnen in de klem
omlaag en naar achteren om de inktpatroon te ontgrendelen en verwijder vervolgens de
inktpatroon.
Afdrukken met één inktpatroon
Opmerking U plaatst de printer in de Inktreservemodus door de lege patroon te verwijderen.
Als de inkt in een van de inktpatronen op is voordat u de patroon kunt vervangen, kunt u nog steeds
met één inktpatroon afdrukken.
Gebruikte patroon Uitvoer
Drie kleuren Kleur en zeer donker paars (niet echt zwart)
Foto Grijsschaal voor gekleurde segmenten en zwart voor zwarte
segmenten
Zwart Grijsschaal
Grijze foto Grijsschaal
NLWW Gebruik van de inktpatronen 25
Opmerking Afdrukken met één inktpatroon in plaats van twee kan langzamer verlopen en de
afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed. Het verdient aanbeveling om met beide inktpatronen af te
drukken.
Als u alleen de fotopatroon gebruikt, worden kleuren mogelijk niet correct afgedrukt.
Voor afdrukken zonder randen moet de driekleurenpatroon zijn geïnstalleerd.
De kleuren kalibreren
Om een optimale afdrukkwaliteit te realiseren kalibreert de printer automatisch de kleuren nadat u een
inktpatroon hebt geïnstalleerd. Als u niet tevreden bent over hoe de kleuren eruitzien, kunt u de kleuren
handmatig kalibreren, zoals hieronder wordt beschreven.
Werkset of printerstuurprogramma (Windows): Klik op het tabblad Printerservices of Services.
Klik vervolgens op Kleur kalibreren en volg de aanwijzingen op het scherm.
HP Printerprogramma (Macintosh): Selecteer Kleur kalibreren in het gedeelte Configuratie-
instellingen. Klik op Kleur kalibreren en volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking Voor het kalibreren van de kleuren moeten zowel de driekleurenpatroon als de
fotopatroon zijn geïnstalleerd.
26 Hoofdstuk 3 Gebruik van inktpatronen en accessoires NLWW
De optionele accessoire voor dubbelzijdig afdrukken
(duplexeenheid) installeren
De printer kan automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken als een duplexeenheid aan
de achterkant van de printer is bevestigd.
Opmerking De duplexeenheid is een optionele accessoire die beschikbaar is voor de
HP Photosmart Pro B8300 series-printer. Deze kan in sommige landen/regio's afzonderlijk
worden aangeschaft (zie
HP benodigdheden en accessoires).
De duplexeenheid installeren
1. Verwijder het achterpaneel door de ontgrendelknoppen naar elkaar toe in te drukken.
2. Haal het achterpaneel uit de printer.
3. Plaats de duplexeenheid recht in de achterkant van de printer totdat beide zijden op hun plaats
vastklikken.
Opmerking Druk tijdens de installatie niet op de knoppen aan weerszijden van de
duplexeenheid. Gebruik deze knoppen uitsluitend om de duplexeenheid uit de printer te
verwijderen.
NLWW De optionele accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) installeren 27
28 Hoofdstuk 3 Gebruik van inktpatronen en accessoires NLWW
4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden
Dit gedeelte bevat de volgende informatie:
Afdrukmateriaal selecteren
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen
De automatische papiertypesensor gebruiken
De afdrukinstellingen wijzigen
Geavanceerde softwarefuncties
Digitale foto’s afdrukken
Afdrukken zonder rand
Afdrukken in grijstinten
Panoramafoto's afdrukken
Een document afdrukken
Afdrukken met de handinvoer aan de voor- of achterkant
Afdrukken op diverse soorten afdrukmateriaal
Afdrukken op aangepast papierformaat
Afdrukken op enveloppen
Op kaarten en afdrukmateriaal van klein formaat afdrukken
Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken
Brochures (folders) afdrukken
Posters afdrukken
Banieren afdrukken
Etiketten afdrukken
T-shirt opstrijkpatronen afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken (duplexen)
Een afdruktaak annuleren
NLWW 29
Afdrukmateriaal selecteren
De printer kan afdrukken op verschillende soorten afdrukmateriaal (zoals fotopapier, normaal papier,
enveloppen en transparanten) en verschillende formaten. De printer levert goede resultaten met de
meeste soorten kantoorpapier. U verkrijgt optimale resultaten met papier dat de inkt goed absorbeert.
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties voor soort, formaat en gewicht vermeld
in
Specificaties van ondersteund afdrukmateriaal.
Het verdient aanbeveling diverse soorten afdrukmateriaal te proberen voordat u grote hoeveelheden
aanschaft. Kies afdrukmateriaal dat goede resultaten oplevert.
Opmerking Gebruik afdrukmateriaal van HP voor een optimale afdrukkwaliteit. Deze soorten
afdrukmateriaal zijn speciaal ontworpen voor gebruik met de printer. Zie
HP benodigdheden en
accessoires voor bestelinformatie.
Tips voor de keuze en het gebruik van afdrukmateriaal
Bij papier dat te dun is, erg glad of gemakkelijk rekt, kan de doorvoer door de printer problemen
opleveren.
Papier met een zware textuur of papier dat inkt niet goed absorbeert, kan slecht gevulde tekst en
afbeeldingen veroorzaken.
Om te verzekeren dat het afdrukmateriaal juist in de printer wordt ingevoerd, mag u slechts één
soort afdrukmateriaal tegelijk in de invoerlade of de handinvoeren gebruiken.
Gebruik geen beschadigd, gekruld of gekreukeld afdrukmateriaal. Wij raden u af om gegaufreerd
papier of papier met uitsparingen, perforaties of een ruwe textuur te gebruiken.
Gebruik bij voorkeur papier waarmee u goede ervaringen hebt.
Als u meer dan één pagina op transparanten, fotopapier of ander speciaal papier afdrukt, houdt
de printer op met afdrukken en knippert het lichtje Doorgaan nadat elke pagina is afgedrukt. Zo
kan de afgedrukte pagina drogen voordat een nieuwe pagina wordt afgedrukt. Als u niet wilt
wachten totdat de afgedrukte pagina droog is, kunt u de knop Doorgaan indrukken om de volgende
pagina af te drukken. Het verdient echter aanbeveling elke pagina te laten drogen.
Raadpleeg onderstaande gedeelten voor meer informatie.
Specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
Minimummarges instellen
Specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
Dit gedeelte bevat informatie over het formaat, de soort en het gewicht van het afdrukmateriaal dat met
de printer kan worden gebruikt.
Ondersteunde formaten afdrukmateriaal
Ondersteunde soorten afdrukmateriaal
Ondersteunde gewichten en capaciteiten afdrukmateriaal
Ondersteunde formaten afdrukmateriaal
De volgende tabel vermeldt welke afdrukmaterialen voor elke papierbaan kunnen worden gebruikt.
30 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Afdrukmateriaalformaat Invoerlade Handinvoer aan
voorkant
Handinvoer
aan achterkant
Accessoire voor
automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
(duplexeenheid)
A3
297 x 420 mm
A3+
330 x 483 mm
A4
210 x 297 mm
A5
148 x 210 mm
A6
105 x 148 mm
B4
257 x 364 mm
B5 (JIS)
182 x 257 mm
Banier A3
297 x 420 mm
Banier A4
210 x 297,4 mm
Letter-banier
215,9 x 279,4 mm
Banier Tabloid
279 x 432 mm
Envelop nr. 10
104,9 x 241,3 mm
Envelop A2
111 x 146 mm
Envelop C5
162 x 229 mm
Envelop C6
114 x 162 mm
Envelop DL
NLWW Afdrukmateriaal selecteren 31
Afdrukmateriaalformaat Invoerlade Handinvoer aan
voorkant
Handinvoer
aan achterkant
Accessoire voor
automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
(duplexeenheid)
110 x 220 mm
Envelop Monarch
98,5 x 190,5 mm
Executive
184,15 x 266,7 mm
Envelop HP wenskaarten
111,25 x 152,4 mm
Indexkaart
76,2 x 127 mm
Indexkaart
101,6 x 152,4 mm
Indexkaart
127 x 203,2 mm
Panorama A4
210 x 594 mm
Panorama
101,6 x 254 mm
Panorama
101,6 x 279,4 mm
Panorama
101,6 x 304,8 mm
Foto
76,2 x 127 mm
Foto
88,9 x 127 mm
Foto
101,6 x 152,4 mm
Foto met tab
101,6 x 152,4 mm
Foto
127 x 177,8 mm
32 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Afdrukmateriaalformaat Invoerlade Handinvoer aan
voorkant
Handinvoer
aan achterkant
Accessoire voor
automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
(duplexeenheid)
Foto
203,2 x 254 mm
Foto
279,4 x 355,6 mm
Foto
304,8 x 304,8 mm
Foto 10 x 15 cm
100 x 150 mm
Foto 10 x 15 cm met tab
100 x 150 mm
Legal
215,9 x 355,6 mm
Letter
215,9 x 279,4 mm
Statement
129,7 x 215,9 mm
Super B
330 x 483 mm
Tabloid
279,4 x 431,8 mm
Foto Panorama A4 zonder
rand
210 x 594 mm
Foto Panorama zonder
rand
101,6 x 254 mm
Foto Panorama zonder
rand
101,6 x 279,4 mm
Foto Panorama zonder
rand
101,6 x 304,8 mm
Foto zonder rand
NLWW Afdrukmateriaal selecteren 33
Afdrukmateriaalformaat Invoerlade Handinvoer aan
voorkant
Handinvoer
aan achterkant
Accessoire voor
automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
(duplexeenheid)
101,6 x 152,4 mm
Foto met tab zonder rand
101,6 x 152,4 mm
Foto zonder rand
127 x 177,8 mm
Foto zonder rand
203,2 x 254 mm
Foto zonder rand
215,9 x 279,4 mm
Foto zonder rand
279,4 x 355,6 mm
Foto zonder rand
304,8 x 304,8 mm
Foto zonder rand
88,9 x 127 mm
Foto 10 x 15 cm zonder
rand
100 x 150 mm
Foto 10 x 15 cm met tab
zonder rand
100 x 150 mm
Foto A3 zonder rand
297 x 420 mm
Foto A4 zonder rand
210 x 297 mm
Foto A5 zonder rand
148 x 210 mm
Foto A6 zonder rand
105 x 148 mm
Foto B5 zonder rand
182 x 257 mm
Super B zonder rand
34 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Afdrukmateriaalformaat Invoerlade Handinvoer aan
voorkant
Handinvoer
aan achterkant
Accessoire voor
automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
(duplexeenheid)
330 x 483 mm
Foto Tabloid zonder rand
279 x 432 mm
Speciaal formaat
Ondersteunde soorten afdrukmateriaal
Voor alle afdrukmaterialen wordt maximaal 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd ondersteund voor
afdrukken in kleur, en 1200 dpi voor invoer. Bij deze instelling wordt mogelijk tijdelijk gebruikgemaakt
van een grote hoeveelheid ruimte op de vaste schijf (400 MB of meer) en het afdrukken verloopt
langzamer.
De volgende tabel vermeldt de soorten afdrukmateriaal die u kunt gebruiken.
Soort afdrukmateriaal Invoerlade, invoer
aan voorkant en
invoer aan
achterkant
Dubbelzijdig
(handmatig)
Dubbelzijdig
(automatisch)
Afdrukken zonder
rand
Standaardpapier
Gewoon papier
Dik gewoon papier
HP helderwit papier
HP Premium papier
HP Premium Presentatie papier
Ander inkjetpapier
Fotopapier
HP Fotopapier
Ander fotopapier
Transparanten
HP transparanten
Andere transparanten
Speciaal papier
HP Banierpapier
HP T-shirt opstrijkpatronen
HP etiketten
NLWW Afdrukmateriaal selecteren 35
Soort afdrukmateriaal Invoerlade, invoer
aan voorkant en
invoer aan
achterkant
Dubbelzijdig
(handmatig)
Dubbelzijdig
(automatisch)
Afdrukken zonder
rand
HP Notitieblaadjes
HP Fotokaarten voor feestdagen
Andere speciale papiersoorten
Wenskaarten
HP Wenskaarten
HP Foto-wenskaarten
Andere wenskaarten
Brochure
HP Brochure
Ander brochurepapier
Ondersteunde gewichten en capaciteiten afdrukmateriaal
De volgende tabel bevat informatie over het gewicht en de capaciteit van het afdrukmateriaal dat via de
diverse papierbanen kan worden gebruikt.
Lade Soort Gewicht Capaciteit
Invoerlade Papier, enveloppen, kaarten
60 tot 135 g/m
2
(16 tot 36 lb
bond)
Maximaal 19 mm of maximaal
150 vellen gewoon papier;
maximaal 15 enveloppen;
maximaal 60 kaarten
Transparanten of etiketten Maximaal 30
Handinvoer aan voorkant Papier, enveloppen, kaarten
65 tot 135 g/m
2
(17 tot 36 lb
bond)
Maximaal 10 vellen gewoon
papier; maximaal
5 enveloppen of kaarten
Transparanten of etiketten Maximaal 8
Handinvoer aan achterkant Papier, enveloppen, kaarten
Maximaal 280 g/m
2
(74 lb
bond)
Een voor een; dik
afdrukmateriaal (maximaal
0,3 mm)
Transparanten of etiketten Een voor een
Accessoire voor automatisch
dubbelzijdig afdrukken
(duplexeenheid)
Papier
(Ondersteunt geen banieren,
indexkaarten of enveloppen.)
Maximaal 135 g/m
2
(36 lb
bond)
Uitvoerbak Maximaal 75 vellen
36 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Minimummarges instellen
De documentmarges moeten gelijk zijn aan (of groter zijn dan) deze minimummarges in de afdrukstand
staand.
Afdrukmateriaal Linker- en rechtermarges Bovenmarge Ondermarge
Foto's 3,2 mm 3,2 mm 3,1 mm
Foto met tab
10 x 15 cm
3,2 mm 3,2 mm 3,2 mm
Letter, Tabloid, A3, A3+, A4,
A5, A6, B4, B5, Super B,
Statement, Executive, Legal
3,2 mm 1,8 mm 14,2 mm
Kaarten 3,2 mm 1,8 mm 14,2 mm
Enveloppen 3,2 mm 14,2 mm 14,2 mm
Panorama materiaal 3,2 mm 1,8 mm 14,2 mm
Banier 3,2 mm 0 mm 0 mm
Aangepast afdrukmateriaal 3,2 mm 1,8 mm 14,2 mm
NLWW Afdrukmateriaal selecteren 37
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen
In dit gedeelte leert u gewoon papier en standaardsoorten en -formaten afdrukmateriaal in de invoerlade
plaatsen. Hieronder volgen algemene richtlijnen voor het plaatsen van afdrukmaterialen in de laden:
Als u op dik of fotopapier afdrukt, kunt u de handinvoer aan de achterkant gebruiken. Zie
Afdrukken
met de handinvoer aan de voor- of achterkant.
Zie
Op kaarten en afdrukmateriaal van klein formaat afdrukken en Afdrukken op enveloppen als u
kaarten of enveloppen afdrukt.
Als u één of slechts enkele enveloppen of vellen papier afdrukt, kunt u de handinvoer aan de
voorkant gebruiken en uw gewone afdrukmateriaal in de invoerlade laten liggen. Zie
Afdrukken
met de handinvoer aan de voor- of achterkant.
Afdrukmateriaal in de invoerlade plaatsen
1. Klap de uitvoerlade omhoog. Als de uitvoerlade is uitgetrokken, sluit u de lade.
2. Druk op de invoerladevergrendeling en trek de invoerlade uit.
Opmerking Als de papiergeleider voor klein afdrukmateriaal is uitgetrokken, draait u de
geleider 90
˚
naar links om deze te sluiten.
3. Druk op de knop boven op de papierbreedtegeleider en schuif de geleider zo ver mogelijk naar
links.
H
P
D
e
sk
jet 98
0
0
4. Schuif maximaal 150 vellen papier of een stapel afdrukmateriaal die niet hoger is dan de
papierbreedtegeleider, met de afdrukzijde naar beneden, langs de rechterzijde van de invoerlade
zover mogelijk in de printer.
Transparanten: Schuif maximaal 30 transparanten, met de ruwe kant naar beneden en de plakstrip
naar voren, langs de rechterzijde van de invoerlade zover mogelijk in de printer.
5. Druk op de knop boven aan de papierbreedtegeleider en schuif de geleider naar rechts totdat hij
stopt tegen de rand van het afdrukmateriaal.
6. Druk op de invoerladevergrendeling en schuif de lade in totdat deze stopt tegen de rand van het
afdrukmateriaal.
38 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Opmerking Als er papier van 215,9 x 279,4 mm in de invoerlade ligt, schuift het
ladeverlengstuk tot dicht bij de rand van het papier en laat het een kleine opening tussen
het verlengstuk en de lade. De lade kan verder worden uitgetrokken voor groot formaat
afdrukmateriaal.
7. Laat de uitvoerlade zakken tot de horizontale stand.
H
P
D
esk
jet 98
00
8. Trek de uitvoerlade eventueel uit.
NLWW Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen 39
De automatische papiertypesensor gebruiken
De automatische papiertypesensor selecteert automatisch de juiste afdrukinstellingen voor het
afdrukmateriaal in de printer, vooral als u afdrukmateriaal van HP gebruikt.
De sensor scant de eerste pagina van het geplaatste materiaal, bepaalt het materiaaltype en selecteert
de meest geschikte instellingen voor het document. Vervolgens wordt het document afgedrukt.
Opmerking Als u het materiaaltype kent, kunt u het materiaaltype selecteren in de
vervolgkeuzelijst Papiertype.
Hieronder vindt u richtlijnen voor het gebruik van de automatische papiertypesensor:
Bij gebruik van afdrukmateriaal van hoge kwaliteit, verdient het aanbeveling om de specifieke
papiersoort in het printerstuurprogramma te selecteren.
Plaats de printer niet in direct zonlicht. Direct zonlicht kan de automatische papiertypesensor
beïnvloeden.
Zie
De afdrukinstellingen wijzigen als u de automatische papiertypesensor standaard wilt
gebruiken.
Windows
1. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
2. Klik op het tabblad Functies.
3. Selecteer Automatisch in de vervolgkeuzelijst Papiertype.
4. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Macintosh
1. Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
2. Open het paneel Papiertype/kwaliteit.
3. Klik op het tabblad Papier.
4. Selecteer Automatisch in de vervolgkeuzelijst Papiertype.
5. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
40 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
De afdrukinstellingen wijzigen
U kunt de afdrukinstellingen (zoals het papierformaat of –type) wijzigen vanuit een toepassing of vanuit
het printerstuurprogramma. Wijzigingen die worden aangebracht vanuit een toepassing hebben
voorrang boven wijzigingen die worden aangebracht vanuit het printerstuurprogramma. Op het moment
dat de toepassing wordt afgesloten, worden de instellingen weer teruggezet in de standaardinstellingen
die zijn geconfigureerd in het printerstuurprogramma.
Opmerking Als u printerinstellingen wilt instellen voor alle afdruktaken, moet u de wijzigingen
aanbrengen in het printerstuurprogramma. Raadpleeg voor meer informatie over de
stuurprogrammafuncties in Windows de online Help van het printerstuurprogramma. Raadpleeg
voor meer informatie over het afdrukken vanuit een specifieke toepassing de documentatie van
de desbetreffende toepassing.
U hebt ook toegang tot deze instelling vanaf het tabblad Printing Shortcuts. Open het
printerstuurprogramma, selecteer het tabblad Printing Shortcuts en selecteer de instelling in
de vervolgkeuzelijst What do you want to do?.
De instellingen voor de huidige opdrachten wijzigen vanuit een toepassing (Windows)
1. Open het document dat u wilt afdrukken.
2. Klik in het menu Bestand op Afdrukken en vervolgens op Instellingen of Eigenschappen.
Welke opties u precies moet gebruiken, kan variëren afhankelijk van de gebruikte toepassing.
3. Wijzig eventueel andere gewenste instellingen en klik op OK, Afdrukken of een vergelijkbare
opdracht.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle komende opdrachten (Windows)
1. Klik op Start, kies Instellingen en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen,
Standaardinstellingen voor document of Voorkeursinstellingen afdrukken.
3. Wijzig desgewenst andere instellingen en klik op OK.
Instellingen wijzigen (Macintosh)
1. Klik in het menu Bestand op Pagina-instelling.
2. Wijzig de gewenste instellingen en klik op OK.
3. Klik in het menu Bestand op Afdrukken.
4. Wijzig de gewenste instellingen en klik op Afdrukken.
NLWW De afdrukinstellingen wijzigen 41
Geavanceerde softwarefuncties
Het printerstuurprogramma biedt onderstaande geavanceerde softwarefuncties. Zie Een document
afdrukken om het printerstuurprogramma te openen.
Opmerking Sommige functies zijn uitsluitend beschikbaar onder Windows. Klik met de
rechtermuisknop op een functie in het Windows-printerstuurprogramma en selecteer Wat is
dit? voor nadere informatie over de desbetreffende functie.
U kunt sommige van deze instellingen ook bereiken vanaf het tabblad Printing Shortcuts. Open
het printerstuurprogramma, selecteer het tabblad Printing Shortcuts en selecteer de instelling
in de vervolgkeuzelijst What do you want to do?.
Afdrukken zonder rand: Met de functie afdrukken zonder rand kunt u het volledige
paginaoppervlak gebruiken wanneer u foto’s of kaarten afdrukt. Zie
Afdrukken zonder rand.
Opties Formaat wijzigen: U kunt uw documenten vrijwel zonder verlies van afdrukkwaliteit en
resolutie vergroten of verkleinen. Op het tabblad Effecten selecteert u achtereenvolgens het
selectievakje Document afdrukken op, het gewenste documentformaat en het selectievakje
Passend maken. U kunt ook Centreren op pagina selecteren om het document op de afgedrukte
pagina te centreren.
U kunt ook de schuifbalk % van normaal formaat gebruiken om het documentformaat aan te
passen. U kunt op 25 tot 400% van het oorspronkelijke documentformaat in- en uitzoomen. Houd
er rekening mee dat een gedeelte van de pagina kan wegvallen.
Tweezijdig afdrukken: Voor het afdrukken van professioneel ogende brochures en catalogi is de
printer uitgerust met een functie voor dubbelzijdig afdrukken. Zie
Dubbelzijdig afdrukken
(duplexen).
Minimummarges: Druk dichter bij de benedenrand van de pagina af. Op het tabblad
Geavanceerd selecteert u het selectievakje Minimummarges. Vervolgens verkleint u de marges
van het document door de pagina-instellingen in de gebruikte toepassing te wijzigen.
HP digitale fotografie: Verbeter de kwaliteit van uw fotoafdrukken. De instelling Volledig moet
worden gebruikt voor afbeeldingen met hoge resolutie (600 dpi of hoger) die op papier van
fotokwaliteit worden afgedrukt. Selecteer op het tabblad Functies de instelling Volledig in de
vervolgkeuzelijst Foto bewerken nadat u een type fotomateriaal hebt geselecteerd.
Brochure-indeling: Maak brochures zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over de juiste
paginanummering. U hoeft de pagina’s alleen nog maar te vouwen en de brochure te binden. Kies
vervolgens links of rechts binden. Zie
Brochures (folders) afdrukken.
Pagina's per vel: Om de afdrukkosten te beperken kunt u maximaal 16 pagina’s op één vel papier
afdrukken. U kunt de volgorde van de lay-out bepalen. Zie
Meerdere pagina’s op één vel papier
afdrukken.
Paginadelen of posters afdrukken: Neem een uit één pagina bestaand document en vergroot
het maximaal vijf maal (5 x 5) voor documenten van maximaal A3+-formaat (330 bij 482 mm). Het
vergrote document kan op meerdere pagina’s worden afgedrukt zodat een grote poster kan worden
gemaakt. Zie
Posters afdrukken.
Spiegelbeeld: Draai een pagina horizontaal om. Zo kunt u op de onderkant van een transparant
afdrukken terwijl u de bovenkant vrijhoudt voor het schrijven van opmerkingen met een
markeerstift. De optie Spiegelbeeld bevindt zich op het tabblad Geavanceerd.
42 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Banieren afdrukken: Druk grote afbeeldingen en vetgedrukte, grootformaat lettertypen af op
kettingpapier. Zie
Banieren afdrukken.
Afdrukken in sepia: Druk afbeeldingen af in ouderwets ogende bruintinten. Op het tabblad
Kleur selecteert u het selectievakje Afdrukken in sepia.
Afdrukken in grijstinten: Zowel zwartwit- als kleurendocumenten kunnen in grijsschaal worden
afgedrukt. Windows: op het tabblad Kleur selecteert u het selectievakje Afdrukken in
grijsschaal. Macintosh: op het tabblad Papier selecteert u onder de vervolgkeuzelijst Kleur de
optie Grijsschaal.
Digitale foto’s afdrukken
Verbeterde kleurendruk
De printer kan fotoafdrukken van betere kwaliteit maken door af te drukken met zes kleuren inkt. Zie
Ondersteunde inktpatronen voor meer informatie over welke inktpatronen op uw printer worden
ondersteund.
Opmerking U kunt afdrukken van zwart-wit foto's in een hoge kwaliteit maken door gebruik te
maken van een grijze fotopatroon in combinatie met een driekleurenpatroon.
Opmerking Na installatie van een nieuwe inktpatroon lijnt de printer de inktpatronen
automatisch uit en wordt één vel papier gebruikt voor het afdrukken van een uitlijnpagina. Als er
fotomateriaal van hoge kwaliteit in de invoerlade ligt, is het daarom raadzaam om een vel gewoon
papier in de lade te leggen voordat u de nieuwe inktpatroon installeert.
Richtlijnen voor het afdrukken van foto’s
Voor optimale afdrukken van foto's en afbeeldingen moet u de modus Best kiezen en in het
printerstuurprogramma HP fotopapier selecteren. De modus Best maakt gebruik van de unieke HP
technieken PhotoREt IV kleurlagen en ColorSmart III kleuroptimalisatie voor realistische foto's,
levendige kleuren en uitzonderlijk scherpe tekst. PhotoREt IV levert optimale afdrukken van foto’s
en afbeeldingen dankzij een groter kleurbereik, lichtere tinten en een vloeiendere overgang tussen
de tinten.
U kunt ook Maximum dpi selecteren voor maximaal 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd* voor een
optimale afdrukkwaliteit. Zie
4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd.
*Maximaal 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd voor kleurenafdrukken en 1200 dpi invoer. Bij deze
instelling wordt mogelijk tijdelijk gebruikgemaakt van een grote hoeveelheid ruimte op de vaste
schijf (400 MB of meer) en het afdrukken verloopt langzamer. De fotopatroon, indien aanwezig,
verbetert de afdrukkwaliteit.
Zie
Afdrukken zonder rand om foto’s zonder rand af te drukken.
Het verdient aanbeveling om elk vel papier uit de printer te verwijderen en opzij te leggen om te
laten drogen.
Kalibreer de kleur als de kleuren op uw afdrukken duidelijk naar geel, magenta of blauw neigen,
of als de grijstinten een gekleurde ondertoon vertonen. Zie
De kleuren kalibreren.
Lijn de fotopatronen uit voor de beste afdrukkwaliteit. U hoeft de inktpatronen niet elke keer dat u
de fotopatroon installeert uit te lijnen, maar alleen indien nodig. Zie
Inktpatronen uitlijnen.
Zie
Inktpatronen bewaren voor instructies voor het bewaren van een inktpatroon.
NLWW Digitale foto’s afdrukken 43
Houd fotopapier altijd bij de randen vast. Vingerafdrukken op fotopapier verminderen de
afdrukkwaliteit.
Fotopapier moet effen zijn vóór het afdrukken. Als de hoeken van het fotopapier meer dan 10 mm
of krullen, maakt u het papier vlak door het opnieuw in de afsluitbare zak te plaatsen en de zak
over de rand van een tafel te rollen totdat het papier vlak is.
Digitale foto’s afdrukken
1. Laad het fotopapier:
Zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen als u een stapel fotopapier laadt.
Als u één of slechts enkele vellen afdrukt, kunt u de handinvoer aan de voorkant gebruiken.
Als u op dik papier via een rechte papierbaan wilt afdrukken, kunt u de handinvoer aan de
achterkant gebruiken. Bij gebruik van een handinvoer laadt u het papier in een latere stap.
Als u foto's van 4 x 6 inch afdrukt, kunt u de invoerlade of de handinvoer aan de achterkant
gebruiken.
2. Druk de foto’s af. Zie
Een document afdrukken.
Zie ook
Richtlijnen voor het afdrukken van foto’s.
3. Zie
Afdrukken met de handinvoer aan de voor- of achterkant voor instructies voor het laden van
afdrukmateriaal in de handinvoer aan de voor- of achterkant.
Technieken voor digitale fotografie
Naast kleurendruk met zes inkten biedt de printersoftware diverse functies voor het afdrukken van
digitale foto’s.
Opmerking U hebt ook toegang tot deze instelling vanaf het tabblad Printing Shortcuts. Open
het printerstuurprogramma, klik op het tabblad Printing Shortcuts en selecteer de instelling in
de vervolgkeuzelijst What do you want to do?.
Afdrukken met PhotoREt
4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd
Met Exif Print verbeterde foto’s afdrukken
Afdrukken met PhotoREt
De functie PhotoREt biedt de optimale combinatie afdruksnelheid/-kwaliteit voor uw afbeeldingen.
Als u wilt afdrukken met PhotoREt selecteert u de afdrukkwaliteit Best op het tabblad Functies in het
printerstuurprogramma. Zie
Een document afdrukken voor instructies voor het wijzigen van instellingen
in het printerstuurprogramma.
4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd
4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd* is de hoogste kwaliteit resolutie voor deze printer. Als de
afdrukkwaliteit Maximum dpi is geselecteerd, drukt de driekleurenpatroon af in de modus 4800 x 1200
dpi geoptimaliseerd.
44 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Om af te drukken met 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd, selecteert u de afdrukkwaliteit Maximum dpi
op het tabblad Functies in het printerstuurprogramma. Zie
Een document afdrukken voor instructies
voor het wijzigen van instellingen in het printerstuurprogramma.
*Maximaal 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd voor kleurenafdrukken en 1200 dpi invoer. Bij deze instelling
wordt mogelijk tijdelijk gebruikgemaakt van een grote hoeveelheid ruimte op de vaste schijf (400 MB of
meer) en het afdrukken verloopt langzamer. De fotopatroon, indien aanwezig, verbetert de
afdrukkwaliteit.
Met Exif Print verbeterde foto’s afdrukken
Exif (Exchangeable Image File Format 2.2) Print, een internationale norm voor digitale imaging,
vereenvoudigt digitale fotografie en verbetert fotoafdrukken. Bij het nemen van een foto met een Exif
Print digitale camera wordt informatie zoals belichtingstijd, type flash en kleurverzadiging door Exif Print
geregistreerd en in het beeldbestand opgeslagen. Aan de hand van deze informatie past de
printersoftware automatisch beeldspecifieke verbeteringen toe, wat leidt tot uitstekende foto’s.
Voor het afdrukken van Exif Print foto’s is het volgende vereist:
een digitale camera met Exif Print ondersteuning
Exif Print fotosoftware
Ga als volgt te werk om Exif Print foto’s af te drukken:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken met de Exif Print fotosoftware.
2. Zie
Verbeterde kleurendruk voor instructies voor het afdrukken.
HP Photosmart Essential-software
HP Photosmart Essential is een Windows-toepassing waarmee u snel en eenvoudig afdrukken kunt
maken van uw foto's of afdrukken on line kunt kopen. De toepassing biedt tevens toegang tot andere
basisfuncties van de HP Photosmart-software, zoals foto's opslaan, weergeven en delen.
HP Photosmart Essential openen: Klik op de taakbalk op Start en kies Programma's of Alle
programma's. Kies vervolgens HP en klik op HP Photosmart Express.
NLWW Digitale foto’s afdrukken 45
Afdrukken zonder rand
Met afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de rand van bepaalde papiertypen en diverse
standaard papierformaten van 101,6 x 152,4 mm tot 330 x 482,6 mm, of A6 tot A3+.
Opmerking Open het beeldbestand in een toepassing en wijs het beeldformaat toe. Het
formaat moet overeenkomen met het papierformaat waarop u de afbeelding wilt afdrukken.
U hebt ook toegang tot deze instelling vanaf het tabblad Printing Shortcuts. Open het
printerstuurprogramma, selecteer het tabblad Printing Shortcuts en selecteer de optie Photo
Printing-Borderless.
Windows
1. Laad het gewenste papier:
Als u één of slechts enkele vellen afdrukt, kunt u de handinvoer aan de voor- of achterkant
gebruiken. Bij gebruik van een handinvoer laadt u het papier in een latere stap.
Zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen als u de invoerlade gebruikt.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
4. Klik op het tabblad Functies.
5. Selecteer het papierformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat.
6. Selecteer het selectievakje Zonder rand.
7. Selecteer de papierbron in de vervolgkeuzelijst Papierbron. Selecteer de optie Fotolade als u op
dik papier of fotopapier afdrukt.
8. Selecteer de papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiertype. Zorg ervoor dat het selectievakje
Automatisch niet is geselecteerd.
9. Selecteer het selectievakje Aanpassen aan papierformaat, zodat de afmetingen van de
afbeelding automatisch worden aangepast wanneer u zonder rand afdrukt.
10. Als u foto’s afdrukt, selecteert u Best in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit. U kunt ook Maximum
dpi selecteren voor maximaal 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd* voor een optimale
afdrukkwaliteit.
*Maximaal 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd voor kleurenafdrukken en 1200 dpi invoer. Bij deze
instelling wordt mogelijk tijdelijk gebruikgemaakt van een grote hoeveelheid ruimte op de vaste
schijf (400 MB of meer) en het afdrukken verloopt langzamer. De fotopatroon, indien aanwezig,
verbetert de afdrukkwaliteit.
11. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
12. Druk het document af.
13. Zie
Afdrukken met de handinvoer aan de voor- of achterkant als u de handinvoer aan de voor- of
achterkant gebruikt.
14. Als u op fotopapier met een lipje hebt afgedrukt, scheurt u dat af om het document volledig randloos
te maken.
46 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Macintosh
1. Laad het gewenste papier:
Als u één of slechts enkele vellen afdrukt, kunt u de handinvoer aan de voor- of achterkant
gebruiken. Bij gebruik van een handinvoer laadt u het papier in een latere stap.
Zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen als u de invoerlade gebruikt.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Klik achtereenvolgens op Archief en Pagina-instelling.
4. Selecteer het formaat van het papier waarop u zonder rand wilt afdrukken en klik op OK.
5. Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
6. Open het paneel Papiertype/kwaliteit.
7. Klik op het tabblad Papier en selecteer het type afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst
Papiertype.
8. Als u foto’s afdrukt, selecteert u onder de lijst Kwaliteit de optie Best. U kunt ook Maximum dpi
selecteren voor maximaal 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd*.
*Maximaal 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd voor kleurenafdrukken en 1200 dpi invoer. Bij deze
instelling wordt mogelijk tijdelijk gebruikgemaakt van een grote hoeveelheid ruimte op de vaste
schijf (400 MB of meer) en het afdrukken verloopt langzamer. De fotopatroon, indien aanwezig,
verbetert de afdrukkwaliteit.
9. Selecteer de papierbron. Selecteer de optie voor handmatige invoer als u op dik papier of fotopapier
afdrukt.
10. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
11. Als u op dik papier of fotopapier afdrukt, plaatst u het papier in de handinvoer aan de achterkant
van de printer. (Zie
Afdrukken met de handinvoer aan de voor- of achterkant voor instructies over
het handmatig laden van papier.)
12. Als u op fotopapier met een lipje hebt afgedrukt, scheurt u dat af om het document volledig randloos
te maken.
NLWW Afdrukken zonder rand 47
Afdrukken in grijstinten
Met de functie voor afdrukken in grijstinten kunt u zwart-wit foto's met een hoge kwaliteit afdrukken in
grijstinten door gebruik te maken van een grijze fotopatroon.
Windows
1. Laad het afdrukmateriaal (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Open het dialoogvenster Printereigenschappen.
3. Klik op Kleur.
4. Klik in de keuzelijst Afdrukken in grijsschaal op een van de volgende opties:
Hoge kwaliteit: Gebruik deze optie voor afdrukken in hoge kwaliteit.
Alleen zwarte inkt: Gebruik deze optie voor snelle afdrukken waarbij minder inkt wordt
gebruikt.
5. Selecteer desgewenst andere printerinstellingen, bijvoorbeeld Afdrukkwaliteit en klik vervolgens
op OK.
Macintosh
1. Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
2. Open het paneel Papiertype/kwaliteit.
3. Klik op het tabblad Papier en selecteer onder de vervolgkeuzelijst Kleur de optie Grijsschaal.
4. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
48 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Panoramafoto's afdrukken
Dit gedeelte bevat informatie over het afdrukken van panoramafoto's met en zonder randen. Hieronder
vindt u enkele richtlijnen voor het afdrukken van panoramafoto's:
Gebruik een fotopatroon in combinatie met de driekleurenpatroon voor optimale resultaten.
Gebruik HP Premium Plus fotopapier en installeer fotopatronen in de printer voor afdrukken die
niet snel verbleken.
Zie
Digitale foto’s afdrukken voor meer informatie over het gebruik van de functies voor het
afdrukken van foto's.
Gebruik HP Everyday fotopapier, matglanzend als u geld en inkt wilt besparen bij het afdrukken
van foto's.
Controleer of het door u gebruikte fotopapier vlak is. Als het fotopapier niet vlak is, maakt u het
papier vlak door het in de afsluitbare zak te plaatsen en de zak over de rand van een tafel te rollen
totdat het papier vlak is.
Plaats niet meer papier dan de invoerlade kan bevatten: maximaal 25 vellen.
De printer instellen
1. Controleer of de printer is ingeschakeld.
2. Til de uitvoerlade omhoog en verwijder alle papier uit de invoerlade.
3. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en duw de lade vervolgens in of gebruik de
papiergeleider voor kleine afdrukmaterialen.
4. Controleer of het fotopapier vlak is.
5. Plaats het fotopapier in de invoerlade met de te bedrukken zijde naar beneden.
6. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier.
Opmerking Sommige papierformaten voor panoramafoto's kunnen over de rand van de
lade uitsteken. Als u op zulk papier afdrukt, moet u erop letten dat u de
papierbreedtegeleider stevig tegen de rand van het papier schuift.
7. Klap de uitvoerlade omlaag.
De software instellen
Opmerking Als uw toepassing beschikt over een functie voor het afdrukken van foto's, volgt u
de instructies die worden verstrekt bij de toepassing. Anders volgt u de nu volgende instructies.
1. Open het dialoogvenster Printereigenschappen.
2. Selecteer op het tabblad Printing Shortcuts de optie Photo printing-with white borders als het
type document en selecteer de volgende instellingen:
Afdrukkwaliteit: Normaal, Beste of Max dpi
Papierformaat: Het formaat van het fotopapier
NLWW Panoramafoto's afdrukken 49
Papiersoort: Het type van het fotopapier
Afdrukrichting: Staand of Liggend
3. Stel de volgende opties in op de tabbladen Functies en Kleur, voor zover van toepassing:
Opties voor fotobewerking
Geavanceerde kleuropties
Kleurbeheer
Grijsschaalkwaliteit
4. Selecteer desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
50 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Een document afdrukken
De stappen om een document af te drukken verschillen van toepassing tot toepassing. Volg over het
algemeen deze procedure om een document af te drukken.
Opmerking U hebt ook toegang tot deze instelling vanaf het tabblad Printing Shortcuts. Open
het printerstuurprogramma, selecteer het tabblad Printing Shortcuts en selecteer de instelling
in de vervolgkeuzelijst What do you want to do?.
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
3. Klik op OK of Afdrukken (Print op de Macintosh) om de standaardafdrukinstellingen van de printer
te gebruiken.
-of-
Open het printerstuurprogramma om de afdrukinstellingen voor het document te wijzigen:
Windows: Klik op Eigenschappen of Instelling.
Macintosh: Klik op Print of Pagina-instelling.
Het is mogelijk dat het pad naar het stuurprogramma van toepassing tot toepassing verschilt.
4. Wijzig andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK of Afdrukken of Print.
Zie andere gedeelten in dit gedeelte voor meer specifieke instructies voor het afdrukken. Hieronder vindt
u twee aanvullende informatiebronnen voor het afdrukken van documenten.
Zie
Geavanceerde softwarefuncties voor een beschrijving van de functies van het
printerstuurprogramma.
Zie
De afdrukinstellingen wijzigen om de afdrukinstellingen toe te passen op alle door de printer
af te drukken documenten.
NLWW Een document afdrukken 51
Afdrukken met de handinvoer aan de voor- of achterkant
Als u één of slechts enkele foto’s, enveloppen of vellen papier afdrukt, kunt u de handinvoer aan de
voorkant gebruiken en uw gewone afdrukmateriaal in de invoerlade laten liggen.
De handinvoer aan de achterkant heeft een rechte papierbaan en is bestemd voor het één voor één
afdrukken van vellen dik papier (maximaal 280 g/m
2
) zoals kaarten en fotopapier.
Zie
Specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor informatie over de soorten en formaten
afdrukmateriaal die met de handinvoeren kunnen worden gebruikt.
Het afdrukken vanuit de sleuven voor handinvoer verloopt in twee fasen: 1) de software-instellingen
wijzigen en 2) het afdrukmateriaal plaatsen. In de volgende gedeelten worden de procedures voor deze
beide fasen beschreven.
Opmerking Als de optionele duplexeenheid is geïnstalleerd en u de handinvoer aan de
achterkant wilt gebruiken om af te drukken, vervangt u de duplexeenheid door het
toegangspaneel aan de achterkant.
De software-instellingen wijzigen
Windows:
1. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
2. Klik op het tabblad Functies.
3. Selecteer de optie voor handmatige invoer in de vervolgkeuzelijst Papierbron.
4. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
5. Druk het document af.
Macintosh:
1. Klik achtereenvolgens op Archief en Pagina-instelling.
2. Selecteer het papierformaat en klik op OK.
3. Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
4. Open het paneel Papiertype/kwaliteit.
5. Klik op het tabblad Papier en selecteer het type afdrukmateriaal en de bron.
6. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
52 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
De sleuf voor handinvoer aan de voorkant gebruiken
Opmerking Neem eventuele afdrukken uit de uitvoerlade voordat u de handinvoer aan de
voorkant gebruikt.
1. Trek de uitvoerlade uit.
2. Schuif de papiergeleider zo ver mogelijk naar links.
3. Til de transparante plastic klep op en steek het afdrukmateriaal in de smalle opening tussen de
uitvoerlade en de plastic klep. Schuif maximaal 10 vellen papier of 5 kaarten of enveloppen, met
de afdrukzijde naar beneden, zover mogelijk in de rechterzijde van de invoer. Plaats de enveloppen
met de kleppen boven rechts.
4. Schuif de papiergeleider naar rechts tot tegen de rand van het papier.
5. Druk op de Doorgaan-knop om te beginnen met afdrukken.
Om opnieuw vanuit de invoerlade af te drukken, verwijdert u het papier uit de handinvoer aan de
voorkant.
NLWW Afdrukken met de handinvoer aan de voor- of achterkant 53
De sleuf voor handinvoer aan de achterkant gebruiken
1. Voordat u het papier laadt, plaatst u de papiergeleider tegenover het symbool onder de handinvoer
aan de achterkant dat correspondeert met het formaat van het gebruikte papier.
2. Schuif één vel papier, met de afdrukzijde naar boven, in de linkerzijde van de handinvoer aan de
achterkant. De printer grijpt het papier.
3. Druk op de Doorgaan-knop om te beginnen met afdrukken. Als u meerdere pagina's wilt afdrukken,
drukt u telkens nadat u een vel papier hebt ingevoegd op de Doorgaan-knop.
54 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Afdrukken op diverse soorten afdrukmateriaal
Opmerking Gebruik afdrukmateriaal van HP voor een optimale afdrukkwaliteit. Deze soorten
afdrukmateriaal zijn speciaal voor gebruik met de printer ontworpen. Zie
HP benodigdheden en
accessoires voor bestelinformatie.
HP beveelt aan elk afgedrukt transparant te verwijderen en opzij te leggen om te laten drogen.
Windows
1. Laad het afdrukmateriaal (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
3. Klik op het tabblad Functies.
4. Selecteer de materiaalsoort in de vervolgkeuzelijst Papiertype.
5. Selecteer het materiaalformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat.
6. Selecteer de papierbron in de vervolgkeuzelijst Papierbron.
7. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
8. Druk het document af.
Macintosh
1. Laad het afdrukmateriaal (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Klik achtereenvolgens op Archief en Pagina-instelling.
3. Selecteer het papierformaat en klik op OK.
4. Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
5. Open het paneel Papiertype/kwaliteit.
6. Klik op het tabblad Papier en selecteer het type afdrukmateriaal en de bron.
7. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
NLWW Afdrukken op diverse soorten afdrukmateriaal 55
Afdrukken op aangepast papierformaat
Opmerking De papierbreedte moet liggen tussen 76,2 en 330,2 mm; de papierlengte moet
liggen tussen 127 en 1.270 mm.
Windows
1. Laad het afdrukmateriaal (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
3. Klik op het tabblad Functies.
4. Selecteer Speciaal formaat in de vervolgkeuzelijst Formaat.
Als u Windows XP of Windows 2000 gebruikt, typt u een naam en klikt u op Opslaan.
5. Typ de waarden voor breedte en lengte in het dialoogvenster Aangepast papierformaat.
6. Kies een van de vooraf gedefinieerde namen in de vervolgkeuzelijst Naam en klik op Opslaan om
de aangepaste instellingen op te slaan.
7. Klik op OK.
8. Selecteer de naam van het gemaakte aangepaste papierformaat in de vervolgkeuzelijst
Formaat.
9. Selecteer de papierbron in de vervolgkeuzelijst Papierbron.
10. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
11. Druk het document af.
Macintosh
1. Laad het afdrukmateriaal (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Klik achtereenvolgens op Archief en Pagina-instelling.
3. Selecteer Aangepaste papierformaten in de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
4. Klik op + en typ vervolgens de waarden voor de breedte, hoogte en marges.
5. Klik op OK en vervolgens op Opslaan.
6. Klik achtereenvolgens op Archief en Pagina-instelling.
7. Selecteer het zojuist door u gedefinieerde aangepaste papierformaat en klik op OK.
8. Klik achtereenvolgens op Bestand en Afdrukken.
9. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
56 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Afdrukken op enveloppen
Opmerking Als u één of slechts enkele enveloppen afdrukt, kunt u de handinvoer aan de
voorkant gebruiken. Zie
Afdrukken met de handinvoer aan de voor- of achterkant.
Gebruik geen enveloppen met klemmetjes of vensters, enveloppen met dikke, onregelmatige of
gekrulde randen, glanzende of gegaufreerde enveloppen, of gekreukelde, gescheurde of
anderszins beschadigde enveloppen.
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder al het afdrukmateriaal uit de invoerlade.
2. Schuif maximaal 15 enveloppen met de kleppen boven rechts langs de rechterzijde van de
invoerlade zover mogelijk in de printer.
3. Druk op de knop boven aan de papierbreedtegeleider en schuif de geleider naar rechts tot tegen
de rand van de enveloppen.
4. Druk op de invoerladevergrendeling en schuif de lade in tot tegen de rand van de enveloppen.
5. Klap de uitvoerlade omlaag.
6. Windows:
a. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
b. Klik op het tabblad Functies.
c. Selecteer het envelopformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat.
d. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
e. Druk het bestand af.
Macintosh:
a. Klik achtereenvolgens op Archief en Pagina-instelling.
b. Selecteer het formaat van de enveloppen en klik op OK.
NLWW Afdrukken op enveloppen 57
c. Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
d. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
7. Wanneer u klaar bent met afdrukken verwijdert u het overgebleven afdrukmateriaal.
a. Klap de uitvoerlade omhoog. Druk op de invoerladevergrendeling en trek de lade uit.
b. Verwijder het afdrukmateriaal en plaats het gewenste materiaal in de invoerlade (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
58 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Op kaarten en afdrukmateriaal van klein formaat
afdrukken
Opmerking Als u op dik papier afdrukt (zoals kaarten), kunt u de handinvoer aan de achterkant
gebruiken. Zie
Afdrukken met de handinvoer aan de voor- of achterkant.
Zie
Afdrukken zonder rand als u tot aan de rand van de kaarten wilt afdrukken.
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder al het afdrukmateriaal uit de invoerlade.
2. Schuif maximaal 60 kaarten of een stapel afdrukmateriaal die niet hoger is dan de
papierbreedtegeleider, met de afdrukzijde naar beneden, zover mogelijk langs de rechterzijde van
de invoerlade.
3.
Open de papiergeleider voor klein afdrukmateriaal door deze 90
˚
naar rechts te draaien van de
begin- naar de eindpositie.
4. Druk op de knop boven aan de papierbreedtegeleider en schuif de geleider naar rechts tot tegen
de rand van de kaarten.
5. Druk op de invoerladevergrendeling en schuif de lade in totdat de papiergeleider voor klein
afdrukmateriaal tegen de rand van de kaarten stopt. Op het moment dat u de lade intrekt wordt de
papiergeleider voor klein afdrukmateriaal uitgeschoven tot tegen de rand van het materiaal.
NLWW Op kaarten en afdrukmateriaal van klein formaat afdrukken 59
6. Klap de uitvoerlade omlaag.
7. Windows:
a. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
b. Klik op het tabblad Functies.
c. Selecteer het formaat van de kaarten in de vervolgkeuzelijst Formaat.
Instructies voor het afdrukken op kaarten van aangepast formaat vindt u in
Afdrukken op
aangepast papierformaat.
d. Selecteer de papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiertype.
e. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
f. Druk het bestand af.
Macintosh:
a. Klik achtereenvolgens op Archief en Pagina-instelling.
b. Selecteer het formaat van de kaarten en klik op OK.
Instructies voor het afdrukken op kaarten van aangepast formaat vindt u in
Afdrukken op
aangepast papierformaat.
c. Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
d. Open het paneel Papiertype/kwaliteit.
e. Klik op het tabblad Papier en selecteer het type afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst
Papiertype.
f. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
8. Wanneer u klaar bent met afdrukken verwijdert u het overgebleven afdrukmateriaal.
a. Klap de uitvoerlade omhoog.
60 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
b. Druk op de invoerladevergrendeling en trek de lade uit.
a
b
c.
Sluit de papiergeleider voor klein afdrukmateriaal door deze 90
˚
linksom te draaien.
d. Haal het afdrukmateriaal uit het apparaat door het uitwerpmechaniek voor kleine
afdrukmaterialen uit te trekken.
e. Nadat u het afdrukmateriaal hebt verwijderd, duwt u het uitwerpmechaniek voor klein
afdrukmateriaal weer in de oorspronkelijke stand.
f. Plaats het gewenste afdrukmateriaal weer in de uitvoerlade (zie Afdrukmateriaal in invoerlade
plaatsen).
NLWW Op kaarten en afdrukmateriaal van klein formaat afdrukken 61
Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken
U kunt meerdere pagina’s van een document op één vel papier afdrukken. De printersoftware past
automatisch de afmetingen van de tekst en van de afbeeldingen in het document aan zodat ze op de
afdruk passen.
Windows
1. Laad het gewenste papier (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
3. Klik op het tabblad Functies.
4. Selecteer het aantal pagina’s dat u op elk vel papier wilt afdrukken, in de vervolgkeuzelijst Pagina’s
per vel.
5. Als u een rand rond elke pagina op het vel wilt afdrukken, selecteert u het selectievakje
Paginaranden afdrukken.
6. Selecteer een lay-out voor elk vel papier in de vervolgkeuzelijst Paginavolgorde.
7. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
8. Druk het document af.
Macintosh
1. Laad het gewenste papier (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
3. Open het paneel Lay-out.
4. Selecteer het aantal pagina's dat u op elk vel papier wilt afdrukken, in de vervolgkeuzelijst Pagina's
per vel.
5. Als u een rand rond elke pagina op het vel wilt afdrukken, selecteert u de gewenste rand in de
vervolgkeuzelijst Border.
6. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
62 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Brochures (folders) afdrukken
Met deze optie worden de pagina’s van een document automatisch geordend en het paginaformaat
automatisch aangepast, zodat de gevouwen brochure de juiste paginavolgorde heeft.
Handmatig folders afdrukken
Windows
1. Laad het gewenste papier (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
3. Klik op het tabblad Functies.
4. Selecteer Handmatig in de vervolgkeuzelijst Dubbelzijdig afdrukken.
5. Selecteer Pagina’s naar boven omslaan als u de afdrukstand wilt wijzigen.
6. Kies een brochure-indeling in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling.
7. Zie
Handmatig dubbelzijdig afdrukken, stappen 7 tot en met 10.
Automatisch brochures afdrukken
U kunt brochures automatisch afdrukken als een duplexeenheid aan de printer is bevestigd (zie De
optionele accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) installeren).
Opmerking De duplexeenheid is een optionele accessoire die beschikbaar is voor de
HP Photosmart Pro B8300 series-printer. Deze kan in sommige landen/regio's afzonderlijk
worden aangeschaft (zie
HP benodigdheden en accessoires).
In Windows 2000 en Windows XP controleert u of de duplexeenheid is geïnstalleerd en de functie
auto-duplex is ingeschakeld. Open het printerstuurprogramma, selecteer Eigenschappen en
selecteer vervolgens Apparaatinstellingen. Zorg ervoor dat Allow Manual Duplexing is
uitgeschakeld.
U hebt ook toegang tot deze instelling vanaf het tabblad Printing Shortcuts. Open het
printerstuurprogramma, selecteer het tabblad Printing Shortcuts en selecteer de instelling in
de vervolgkeuzelijst What do you want to do?.
Windows
1. Laad het gewenste papier (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
3. Klik op het tabblad Functies.
4. Selecteer Automatische duplexeenheid gebruiken in de vervolgkeuzelijst Dubbelzijdig
afdrukken.
5. Selecteer Lay-out bewaren.
6. Selecteer een bindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling.
NLWW Brochures (folders) afdrukken 63
7. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
8. Druk het document af.
Macintosh
1. Laad het gewenste papier (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
3. Open het paneel Dubbelzijdig afdrukken.
4. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
5. Klik op het symbool voor de gewenste binding.
6. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
64 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Posters afdrukken
U kunt uw document vergroten van één pagina tot verscheidene paginadelen, die tot een poster kunnen
worden samengevoegd. U kunt deze functie gebruiken om een uit één pagina bestaand document uit
te vergroten over een groot aantal paginadelen, afhankelijk van het formaat van het document.
Opmerking U hebt ook toegang tot deze instelling vanaf het tabblad Printing Shortcuts. Open
het printerstuurprogramma, selecteer het tabblad Printing Shortcuts en selecteer de instelling
in de vervolgkeuzelijst What do you want to do?.
Windows
1. Plaats het gewenste afdrukmateriaal in de invoerlade (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade
plaatsen).
2. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
3. Klik op het tabblad Geavanceerd.
4. Selecteer het aantal vellen voor de poster in de vervolgkeuzelijst Poster afdrukken.
5. Om specifieke delen van de poster af te drukken, klikt u op Pagina's selecteren.
6. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
7. Druk het document af.
Nadat de delen van de poster zijn afgedrukt, knipt u de randen van elk vel bij en plakt u de vellen
aan elkaar.
NLWW Posters afdrukken 65
Banieren afdrukken
U kunt grote afbeeldingen en vetgedrukte, grootformaat lettertypen op kettingpapier afdrukken.
Hieronder vindt u enkele richtlijnen voor het afdrukken van banieren:
Gebruik HP banierpapier voor optimale resultaten.
Verwijder alle geperforeerde stroken van het banierpapier voordat u het in de invoerlade legt.
Capaciteit van invoerlade: maximaal 20 vellen kettingpapier.
Windows
1. Laad het gewenste afdrukmateriaal (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
Zorg dat de stapel papier met de losse rand naar de printer is gekeerd.
2. Als uw toepassing beschikt over een functie voor het afdrukken van banieren, volgt u de instructies
van de toepassing. Volg onderstaande instructies als dit niet het geval is.
3. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
4. Klik op het tabblad Functies.
5. Selecteer de gewenste grootte van de banier.
6. Selecteer HP Banierpapier in de vervolgkeuzelijst Papiertype.
7. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
8. Druk het document af.
Macintosh
1. Laad het gewenste afdrukmateriaal (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
Zorg dat de stapel papier met de losse rand naar de printer is gekeerd.
2. Als uw toepassing beschikt over een functie voor het afdrukken van banieren, volgt u de instructies
van de toepassing. Volg onderstaande instructies als dit niet het geval is.
3. Klik achtereenvolgens op Archief en Pagina-instelling.
4. Selecteer het formaat van het banierpapier en klik op OK.
5. Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
6. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het document af te drukken.
66 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Etiketten afdrukken
Hieronder vindt u enkele richtlijnen voor het afdrukken van etiketten:
Gebruik alleen papieren etiketten die speciaal voor uw printer zijn ontworpen.
Gebruik alleen volledige vellen met etiketten.
De etiketten mogen niet plakkerig of gekreukeld zijn en mogen niet van de vellen loskomen.
Gebruik geen kunststofetiketten of doorschijnende etiketten. De inkt droogt niet op deze etiketten.
Capaciteit van invoerlade: maximaal 20 vellen kettingpapier.
Windows
1. Waaier de randen van de stapel etiketvellen uit om ze van elkaar te scheiden en maak er een nette
stapel van.
2. Plaats maximaal 20 etiketvellen, met de etiketzijde naar beneden, in de invoerlade (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
3. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
4. Klik op het tabblad Functies.
5. Selecteer het papierformaat A4 of US Letter.
6. Selecteer HP etiketten, glanzend of HP etiketten, mat.
7. Zorg dat de optie dubbelzijdig afdrukken niet is geselecteerd.
8. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
9. Druk het document af.
Macintosh
1. Waaier de randen van de stapel etiketvellen uit om ze van elkaar te scheiden en maak er een nette
stapel van.
2. Plaats maximaal 20 etiketvellen, met de etiketzijde naar beneden, in de invoerlade (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
3. Klik achtereenvolgens op Archief en Pagina-instelling.
4. Selecteer het papierformaat A4 of US Letter en klik op OK.
5. Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
6. Open het paneel Papiertype/kwaliteit.
7. Selecteer Automatisch of het gewenste papiertype.
8. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
NLWW Etiketten afdrukken 67
T-shirt opstrijkpatronen afdrukken
Hieronder vindt u richtlijnen voor het bedrukken van T-shirt opstrijkpatronen:
Gebruik HP T-shirt opstrijkpatronen voor optimale resultaten.
Als u een document in spiegelbeeld afdrukt, worden de tekst en de afbeeldingen horizontaal
omgekeerd ten opzichte van het beeld op het computerscherm.
Capaciteit van invoerlade: maximaal 20 vellen.
T-shirt opstrijkpatronen zijn alleen beschikbaar in Windows.
T-shirt opstrijkpatronen afdrukken
1. Laad T-shirt opstrijkpatronen in de invoerlade, met de afdrukzijde naar beneden (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Als uw toepassing beschikt over een functie voor het afdrukken van T-shirt opstrijkpatronen, volgt
u de instructies van de toepassing. Volg onderstaande instructies als dit niet het geval is.
3. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
4. Klik op het tabblad Functies.
5. Selecteer HP T-shirt opstrijkpatronen in de vervolgkeuzelijst Papiertype.
6. Klik op het tabblad Geavanceerd.
7. Geef Aan op bij Spiegelbeeld.
8. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
9. Druk het document af.
68 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Dubbelzijdig afdrukken (duplexen)
Dit gedeelte bevat richtlijnen en procedures voor afdrukken op beide zijden van het afdrukmateriaal.
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de technische specificaties van de printer. Zie
Specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor formaten en soorten afdrukmateriaal die in de
duplexeenheid kunnen worden gebruikt. Op soorten afdrukmateriaal die niet met de eenheid
kunnen worden gebruikt, drukt u handmatig op beide zijden af.
Laat de vellen langer drogen om te voorkomen dat de inkt vlekt als u op beide zijden afdrukt.
In Windows kunt u de droogtijd wijzigen op het tabblad Geavanceerd in het
printerstuurprogramma.
Op de Macintosh kunt u de droogtijd wijzigen door het tabblad Inkt in het paneel Papiertype/
kwaliteit te klikken.
Voor optimale afdrukresultaten moet u papier gebruiken dat niet zwaarder is dan 135 g/m
2
(36 lb bond). Dubbelzijdig afdrukken is niet geschikt voor etiketten, transparanten en pagina's die
dicht bedrukt zijn. Er kunnen papierstoringen optreden bij gebruik van deze soorten afdrukmateriaal
als u dubbelzijdig afdrukt, en de printer kan worden beschadigd als u dubbelzijdig afdrukt op
etiketten.
U kunt de opties voor dubbelzijdig afdrukken instellen in uw toepassing of in het
printerstuurprogramma.
Druk niet op beide zijden van transparanten, baniermateriaal, enveloppen, fotopapier, glanzend
afdrukmateriaal, of papier van minder dan 60 g/m
2
of meer dan 90 g/m
2
. Bij deze materiaaltypen
kunnen papierstoringen optreden.
Bij verschillende afdrukmaterialen is het bij dubbelzijdig afdrukken vereist dat het materiaal in een
bepaalde richting wordt ingevoerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor papier met briefhoofd, voorbedrukt
papier en papier met een watermerk of voorgeperforeerd papier. Wanneer u afdrukt vanaf een
computer met Windows, bedrukt de printer eerst de eerste zijde van het afdrukmateriaal. Wanneer
u afdrukt vanaf een Macintosh, drukt de printer eerst de tweede zijde af. Plaats het afdrukmateraal
met de voorzijde naar beneden.
Wanneer het afdrukken van de eerste zijde van het materiaal is voltooid, houdt de printer het
materiaal vast en wordt even gewacht om de inkt te laten drogen. Zodra de inkt is opgedroogd,
wordt het afdrukmateriaal weer in de printer ingevoerd en wordt de tweede zijde bedrukt. Zodra
het afdrukken is voltooid, wordt het afdrukmateriaal in de uitvoerlade geplaatst. Pak het materiaal
niet vast voordat het bedrukken is voltooid.
U kunt afdrukmaterialen met ondersteunde afwijkende formaten dubbelzijdig bedrukken door
gebruik te maken van de mogelijkheid van handmatig dubbelzijdig afdrukken. (Zie
Specificaties
van ondersteund afdrukmateriaal voor een lijst van afdrukmaterialen in afwijkende formaten die u
in de printer kunt gebruiken.)
Opmerking U hebt ook toegang tot deze instelling vanaf het tabblad Printing Shortcuts. Open
het printerstuurprogramma, selecteer het tabblad Printing Shortcuts en selecteer de instelling
in de vervolgkeuzelijst What do you want to do?.
NLWW Dubbelzijdig afdrukken (duplexen) 69
Raadpleeg onderstaande gedeelten voor instructies voor het afdrukken:
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken door het om te draaien en opnieuw in de printer in
te voeren.
Windows
1. Laad het gewenste papier (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
3. Klik op het tabblad Functies.
4. Selecteer Handmatig in de vervolgkeuzelijst Dubbelzijdig afdrukken.
5. Selecteer Pagina’s naar boven omslaan als u de afdrukstand wilt wijzigen.
6. Kies desgewenst een brochure-indeling in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling.
7. Als u de sleuf voor handinvoer gebruikt, selecteert u Handinvoer in de vervolgkeuzelijst
Papierbron. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
8. Druk het document af.
9. Nadat op één zijde van de pagina is afgedrukt, volgt u de instructies voor het opnieuw invoeren
van de bedrukte pagina's om de andere zijde van het papier te bedrukken. Als u afdrukt vanuit de
sleuf voor handinvoer aan de achterkant, negeert u de instructies op het scherm en gaat u verder
met stap 10.
10. Als u afdrukt vanuit de sleuf voor handinvoer aan de achterkant met behoud van de volgorde van
de afgedrukte pagina's, voert u de pagina's één voor één opnieuw in, de laatst bedrukte pagina
eerst, met de bedrukte zijde naar beneden, en drukt u op de Doorgaan-knop.
Opmerking De richting waarin u de bedrukte pagina's opnieuw moet invoeren is
afhankelijk van de vraag of u de optie Pagina's naar boven omslaan hebt geselecteerd.
70 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
1Als u Pagina's naar boven omslaan heeft geselecteerd, voert u de pagina's één voor één in met de bedrukte
zijde naar beneden en omgekeerd en de lege zijde naar boven.
2
Als u Pagina's naar boven omslaan niet heeft geselecteerd, voert u de pagina's één voor één in met de bedrukte
zijde naar beneden en naar voren en de lege zijde naar boven.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
U kunt automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken als een duplexeenheid aan de printer
is bevestigd (zie
De optionele accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) installeren).
Opmerking De duplexeenheid is een optionele accessoire die beschikbaar is voor de
HP Photosmart Pro B8300 series-printer. Deze kan in sommige landen/regio's afzonderlijk
worden aangeschaft (zie
HP benodigdheden en accessoires).
Zie
De afdrukinstellingen wijzigen als u wilt dat de printer standaard automatisch dubbelzijdig
afdrukt.
U hebt ook toegang tot deze instelling vanaf het tabblad Printing Shortcuts. Open het
printerstuurprogramma, selecteer het tabblad Printing Shortcuts en selecteer de instelling in
de vervolgkeuzelijst What do you want to do?.
In Windows 2000 en Windows XP controleert u of de duplexeenheid is geïnstalleerd en de functie
auto-duplex is ingeschakeld. Open het printerstuurprogramma, selecteer Eigenschappen en
selecteer vervolgens Apparaatinstellingen. Zorg ervoor dat Allow Manual Duplexing is
uitgeschakeld.
Voordelen van het gebruik van de duplexeenheid
Druk op beide zijden van een pagina af zonder dat u de pagina handmatig opnieuw hoeft in te
voeren.
Druk lange documenten snel en efficiënt af.
Gebruik minder papier door op beide zijden af te drukken.
Maak professioneel ogende brochures, rapporten, nieuwsbrieven en ander speciaal drukwerk.
Opmerking Nadat de eerste zijde van de pagina is afgedrukt, pauzeert de printer terwijl de inkt
droogt. Zodra de inkt droog is, wordt het papier weer in de duplexeenheid gevoerd en wordt de
andere zijde van de pagina bedrukt.
Windows
1. Laad het gewenste papier (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
3. Klik op het tabblad Functies.
4. Selecteer Automatische duplexeenheid gebruiken in de vervolgkeuzelijst Dubbelzijdig
afdrukken.
5. Selecteer Lay-out bewaren om de afmetingen van elke pagina automatisch aan de
schermopmaak van het document aan te passen. Zo voorkomt u ongewenste pagina-einden.
6. Selecteer Pagina’s naar boven omslaan als u de afdrukstand wilt wijzigen.
NLWW Dubbelzijdig afdrukken (duplexen) 71
7. Kies desgewenst een brochure-indeling in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling.
8. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
9. Druk het document af.
Macintosh
1. Laad het gewenste papier (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
2. Klik achtereenvolgens op Archief en Print.
3. Open het paneel Dubbelzijdig afdrukken.
4. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
5. Klik op het symbool voor de gewenste binding.
6. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
72 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
Een afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak annuleren door een van de volgende handelingen uit te voeren:
Configuratiescherm: Klik op de knop Annuleren. Hiermee wist u de opdracht die op dat moment
door de printer wordt verwerkt. Dit is niet van invloed op afdruktaken in de wachtrij.
Windows: Dubbelklik op het printerpictogram in de rechterbenedenhoek van het beeldscherm.
Selecteer de afdruktaak en druk op de Delete-toets op het toetsenbord.
Macintosh: Klik op het pictogram van het hulpprogramma voor printerinstallatie en dubbelklik
vervolgens op het printerpictogram. Selecteer de afdruktaak en klik op Verwijderen.
NLWW Een afdruktaak annuleren 73
74 Hoofdstuk 4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden NLWW
5 Gebruik van de Werkset
Dit gedeelte bevat de volgende informatie:
Overzicht Werkset
Printerstatus (tabblad)
Informatie (tabblad)
Printerservice (tabblad)
Gebruik van het HP Printerprogramma (Macintosh)
NLWW 75
Overzicht Werkset
De Werkset verstrekt informatie over de status en het onderhoud van de printer. Via de Werkset krijgt
u ook toegang tot documentatie en on line hulpmiddelen voor het oplossen van printerproblemen.
Opmerking De Werkset is alleen beschikbaar voor Windows. Zie Gebruik van het
HP Printerprogramma (Macintosh) voor de Macintosh.
Werkset openen:
1. Klik op het menu Start.
2. Klik op Printers en faxapparaten.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram HP Photosmart Pro B8300 series en selecteer
Printervoorkeuren.
76 Hoofdstuk 5 Gebruik van de Werkset NLWW
Printerstatus (tabblad)
Op het tabblad Printerstatus kunt u informatie over het inktniveau van elke inktpatroon en de
printerstatus raadplegen.
In de printerselectiekeuzelijst kunt u de printer selecteren die u met de hulpmiddelen in de Werkset wilt
gebruiken. Deze lijst bevat printers die compatibel zijn met de Werkset. De informatie in het
statusvenster, zoals Afdruktaak, Printerkap open en Inktpatroon leeg, verwijst naar de status van de
huidige printer.
Klik op deze knop… om dit te doen...
Inktpatrooninformatie De bestelnummers weergeven van de inktpatronen die
compatibel zijn met de printer.
Bestelinformatie Informatie over HP benodigdheden en bestelinformatie
raadplegen.
Voorkeuren Een dialoogvenster openen waarin u kunt kiezen welke
soorten printerfout- en waarschuwingsberichten op uw
computerscherm verschijnen als er problemen optreden. U
kunt opgeven dat u bij problemen door een geluidssignaal wilt
worden gewaarschuwd. U kunt ook myPrintMileage AutoSend
inschakelen om uw toekomstige printergebruik op de
myPrintMileage-website te laten berekenen.
NLWW Printerstatus (tabblad) 77
Informatie (tabblad)
Op het tabblad Informatie kunt u de printer registreren en informatie over de printerhardware
raadplegen. Via dit tabblad hebt u ook toegang tot het on line oplossen van problemen via HP Instant
Support en kunt u informatie raadplegen over uw printergebruik en hoe u de printer moet gebruiken,
problemen kunt oplossen en contact kunt opnemen met HP.
Klik op deze knop… om dit te doen...
myPrintMileage Toegang krijgen tot de myPrintMileage-website en informatie
over uw printergebruik. Hiervoor hebt u een internetaansluiting
nodig.
Printerhardware Printermodel- en firmwareversienummer weergeven.
HP Instant Support Toegang krijgen tot de website HP Instant Support voor
ondersteuning en tips voor het oplossen van problemen.
Hiervoor hebt u een internetaansluiting nodig.
Printer registreren Uw printer on line registreren. Hiervoor hebt u een
internetaansluiting nodig.
Hoe kan ik… Helpinformatie voor het uitvoeren van veelvoorkomende
printertaken weergeven.
Problemen oplossen Helpinformatie weergeven voor het oplossen van
veelvoorkomende printerproblemen, zoals papierstoringen en
de installatie van de software, en afdrukproblemen, zoals
problemen met het afdrukken zonder rand en het afdrukken
van foto's.
Contact opnemen met HP Contactinformatie over HP weergeven.
HP Instant Support
HP Instant Support is een pakket van hulpmiddelen op het web voor het oplossen van problemen.
HP Instant Support helpt u snel printerproblemen herkennen, diagnosticeren en verhelpen.
HP Instant Support biedt de onderstaande informatie over uw apparaat:
Snel toegang tot tips voor probleemoplossing
Biedt tips die zijn afgestemd op uw apparaat.
Oplossing van specifieke fouten op het apparaat
Biedt rechtstreekse toegang tot informatie die u kan helpen bij het oplossen van foutmeldingen
voor uw apparaat.
Klik op de koppeling binnen de melding voor een beschrijving van het probleem en aanbevelingen
voor het verhelpen en voorkomen ervan. Klik op Waarschuwingen aan de linkerkant van de
HP Instant Support-pagina voor een lijst met eerdere apparaatfouten.
Kennisgeving van updates voor printerstuurprogramma's en firmware
U ontvangt een waarschuwing als er een update beschikbaar is voor uw firmware of
stuurprogramma's. Er verschijnt dan een melding op de homepage van HP Instant Support. Klik
op de koppeling in de melding om rechtstreeks naar het downloadgedeelte van de HP website te
gaan.
78 Hoofdstuk 5 Gebruik van de Werkset NLWW
Supportservices verkrijgen
Biedt een lijst met ondersteunende services voor uw apparaat.
Inkt en afdrukmaterialen beheren (myPrintMileage)
Helpt u bij het beheren en anticiperen van het gebruik van verbruiksartikelen.
Diagnostische zelftest voor uw apparaat
Voert een diagnostische test uit op uw apparaat. Selecteer Printer in het menu Zelfhulp op de
Instant Support-pagina om de diagnose van het systeem te starten. HP Instant Support controleert
de computer en er verschijnt een lijst met geconfigureerde apparaten. Nadat u het apparaat dat u
wilt controleren hebt geselecteerd, kan HP Instant Support u helpen bij taken, zoals het controleren
of u beschikt over de nieuwste stuurprogramma's en het verkrijgen van toegang tot rapporten met
betrekking tot de status van het apparaat en gedetailleerde diagnostische informatie.
Als tijdens dit proces fouten worden gesignaleerd, wordt u de mogelijkheid geboden de
stuurprogramma's bij te werken of uitgebreide diagnostische tests uit te voeren op het apparaat.
HP Expert Help Online (Active Chat)
Biedt op elk gewenst moment persoonlijke hulp van een deskundige van HP Support via het web.
U kunt gewoon een vraag of een beschrijving van uw probleem insturen. Uw recente
apparaatgeschiedenis, systeemconfiguratie en bewerkingen die u hebt geprobeerd uit te voeren
worden (na uw toestemming) automatisch doorgestuurd naar HP, zodat u het probleem niet
nogmaals hoeft te beschrijven. Een deskundige van HP Support reageert on line om uw probleem
op te lossen via een real-time Web-chat.
Kennisdatabase
In de HP kennisdatabase kunt u snel antwoord vinden op uw vragen.
Beveiliging en privacy
Wanneer u HP Instant Support gebruikt, wordt gedetailleerde informatie over uw apparaat, zoals het
serienummer, de foutconditie en de status van het apparaat naar HP verzonden. HP respecteert uw
privacy en behandelt deze informatie in overeenstemming met de richtlijnen die zijn beschreven in de
HP Online Privacyverklaring (
http://www.hp.com/country/us/eng/privacy.htm).
Opmerking U kunt alle gegevens die naar HP worden verzonden bekijken door Bron (voor
Internet Explorer) of Paginabron (voor Netscape) te selecteren in het menu Beeld van uw
webbrowser.
Toegang verkrijgen tot HP Instant Support
Vanuit de Werkset (Windows) kunt u toegang verkrijgen tot HP Instant Support. Klik in de Werkset op
het tabblad Informatie en vervolgens op HP Instant Support.
Opmerking Open HP Instant Support niet met behulp van bladwijzers of Favorieten. Als u de
site aan uw Favorieten toevoegt en via Favorieten naar de site gaat, geven de pagina's niet de
actuele informatie weer.
NLWW Informatie (tabblad) 79
myPrintMileage
myPrintMileage is een service die wordt geboden door HP om u te helpen het gebruik van uw apparaat
bij te houden en u te helpen het gebruik van benodigdheden te anticiperen en de aankoop ervan te
plannen. Het bestaat uit twee onderdelen:
myPrintMileage-website
myPrintMileage AutoSend is een hulpprogramma dat regelmatig de informatie over het gebruik
van uw apparaat op de myPrintMileage-website bijwerkt.
Voor het gebruik van myPrintMileage hebt u het volgende nodig:
Werkset (Windows) moet zijn geïnstalleerd
Internetverbinding
Apparaat moet zijn aangesloten
Opmerking HP beveelt aan dat u myPrintMileage drie tot zes maanden gegevens laat
verzenden om een bruikbare hoeveelheid gegevens te verzamelen op de myPrintMileage-
website.
Als u gebruik wilt maken van de rekeningsfuncties, moet u zich voor deze service registreren op
de myPrintMileage-website.
Op de myPrintMileage-website treft u de volgende items aan:
Afdrukanalyse, zoals de hoeveelheid inkt die u hebt gebruikt, of u meer zwarte inkt gebruikt of meer
kleureninkt, en een schatting van het aantal pagina's dat u nog kunt afdrukken met de resterende
inkt.
Rekeningoverzicht, waarmee u rapporten kunt genereren met gebruiksgegevens, kosten per
pagina of kosten per afdruktaak voor een gegeven periode. Deze gegevens kunt u exporteren naar
een Microsoft Excel-werkblad. U kunt ook instellingen verrichten voor het versturen van
rekeningoverzichten via e-mail.
Toegang verkrijgen tot myPrintMileage
Vanuit de Werkset (Windows): Klik op het tabblad Informatie op myPrintMileage en volg de
instructies op het scherm.
-of-
Vanaf de taakbalk van Windows: Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Werkset, klik
op myPrintMileage en selecteer Mijn printergebruik weergeven.
Hoe kan ik…
De volgende lijst vermeldt de meest gebruikte printertaken. Klik op een taak in de lijst voor stapsgewijze
hulp:
De afdrukinstellingen wijzigen
Een afdruktaak annuleren
Papierstoringen verhelpen
80 Hoofdstuk 5 Gebruik van de Werkset NLWW
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen
Afdrukken op diverse soorten afdrukmateriaal
Op kaarten en afdrukmateriaal van klein formaat afdrukken
Digitale foto’s afdrukken
Afdrukken zonder rand
Afdrukken met de handinvoer aan de voor- of achterkant
De optionele accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) installeren
Inktpatronen plaatsen
Inktpatronen uitlijnen
Inktpatronen reinigen
De printerlampjes
Printerbenodigdheden via de Werkset bestellen
NLWW Informatie (tabblad) 81
Printerservice (tabblad)
Het tabblad Printerservice bevat functies waarmee u uw printer kunt testen en onderhouden. Zo kunt
u bijvoorbeeld uw inktpatronen reinigen en uitlijnen en een testpagina afdrukken.
Klik op deze knop… om dit te doen...
Inktpatronen uitlijnen Inktpatronen uitlijnen. Zie Inktpatronen uitlijnen voor meer
informatie.
Inktpatronen reinigen Het reinigen van de inktpatronen. Zie Inktpatronen reinigen
voor meer informatie.
Kleur kalibreren Kleurtinten op de afdrukken in evenwicht brengen. Zie De
kleuren kalibreren voor meer informatie.
Demopagina afdrukken Een demopagina naar de printer sturen om te controleren of
de printer goed werkt en goed is aangesloten op de computer.
82 Hoofdstuk 5 Gebruik van de Werkset NLWW
Gebruik van het HP Printerprogramma (Macintosh)
Het HP Printerprogramma bevat hulpmiddelen voor het kalibreren van de printer, reinigen van de
inktpatronen, afdrukken van een printerconfiguratiepagina en het opzoeken van informatie op de
ondersteuningswebsite.
HP Printerprogramma openen
1. Dubbelklik op het pictogram Macintosh HD op het bureaublad.
2. Selecteer Programma's, Hulpprogramma's en vervolgens HP Printer Selector.
3. Selecteer Photosmart Pro B8300 series en klik op Launch Utility (Hulpprogramma starten).
Panelen van het HP Printerprogramma weergeven
De volgende opties zijn beschikbaar in het menu van de HP Inkjet Werkset:
Testpagina: Drukt een testpagina af om de afdrukkwaliteit te controleren.
Status benodigdheden: Geeft het inktniveau in de patronen weer.
Test: Drukt een testpagina of een configuratiepagina af.
Reinig: Reinigt de inktpatronen.
Uitlijnen: Lijnt de inktpatronen uit.
Kleur kalibreren: Stelt de kleuren bij om problemen met de tint te verhelpen. De kleuren worden
alleen gekalibreerd als zowel de kleurenpatroon als de fotopatroon is geïnstalleerd.
Informatie benodigdheden: Geeft informatie weer over het vervangen van de inktpatronen.
HP Support: Biedt toegang tot de website van HP voor printerregistratie en printerondersteuning
en informatie over producten en benodigdheden van HP.
NLWW Gebruik van het HP Printerprogramma (Macintosh) 83
84 Hoofdstuk 5 Gebruik van de Werkset NLWW
6 Problemen oplossen
Dit gedeelte bevat de volgende informatie:
Tips en informatiebronnen voor probleemoplossing
Algemene tips voor het oplossen van problemen
Een demopagina afdrukken
Een diagnosepagina afdrukken
Afdrukproblemen oplossen
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukken
Problemen bij de papierinvoer oplossen
Installatieproblemen oplossen
Papierstoringen verhelpen
Problemen met fotoafdrukken oplossen
Problemen met afdrukken zonder rand oplossen
Problemen met het afdrukken van banieren oplossen
Problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken oplossen
Problemen met afdrukken in een netwerk oplossen
NLWW 85
Tips en informatiebronnen voor probleemoplossing
Zie
Papierstoringen verhelpen voor papierstoringen.
Zie
Problemen bij de papierinvoer oplossen voor problemen bij de papierinvoer, zoals
scheeftrekken.
Sommige printerproblemen kunnen worden opgelost door de printer te resetten.
De printer resetten
1. Druk op de aan/uit-knop om de printer uit te zetten.
2. Ontkoppel het netsnoer van de printer.
3. Wacht ongeveer 20 seconden en sluit het netsnoer weer aan.
4. Druk op de aan/uit-knop om de printer aan te zetten.
86 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
Algemene tips voor het oplossen van problemen
Controleer het volgende:
Aan/uit-lampje brandt en knippert niet. Nadat u de printer hebt aangezet, duurt het ongeveer
45 seconden voordat de printer is opgewarmd.
Controleer of de printer in de stand Gereed staat. Zie
Printerlampjes als lampjes branden of
knipperen.
Er verschijnen geen foutberichten op het computerscherm.
Netsnoer en andere kabels werken naar behoren en zijn stevig aangesloten op de printer.
Controleer of de printer goed is aangesloten op een werkend stopcontact en is ingeschakeld.
Zie
Printerspecificaties en verklaring van conformiteit voor de netspanningsvereisten.
Afdrukmateriaal is correct in de lade geplaatst en is niet vastgelopen in de printer.
Inktpatronen zijn volgens de kleurcode en op de juiste manier geïnstalleerd in de patroonhouders.
Druk elke inktpatroon stevig omlaag voor goed contact. Controleer of de tape van alle inktpatronen
is verwijderd.
Inktpatroonhouder is vastgeklikt en alle kleppen zijn gesloten. Zie
Inktpatronen plaatsen.
Toegangspaneel aan de achterkant of duplexeenheid is op zijn plaats vergrendeld.
Alle verpakkingsmaterialen zijn van de printer verwijderd.
De printer kan een diagnosepagina afdrukken. Zie
Een diagnosepagina afdrukken.
Printer is ingesteld als de huidige of standaardprinter. In Windows kunt u de printer als
standaardprinter selecteren in de map Printers. In Mac OS kunt u de printer als standaardprinter
selecteren in het hulpprogramma voor printerinstallatie. Raadpleeg de documentatie van uw
computer voor meer informatie.
Afdrukken onderbreken is niet geselecteerd bij gebruik van een computer met Windows.
U voert niet teveel programma's uit op het moment dat u een afdruktaak uitvoert. Sluit niet-gebruikte
toepassingen of start de computer opnieuw op voordat u de taak opnieuw uit probeert te voeren.
NLWW Algemene tips voor het oplossen van problemen 87
Een demopagina afdrukken
Door een demopagina af te drukken zonder dat de printer op een computer is aangesloten, kunt u
controleren of de printer juist is geconfigureerd.
1. Zorg dat de printer aanstaat.
2. Houd de Doorgaan-knop enkele seconden ingedrukt.
De printer drukt een demopagina af.
88 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
Een diagnosepagina afdrukken
Deze pagina bevat nuttige informatie voor de technische ondersteuning van HP als u printerproblemen
hebt.
1. Zorg dat de printer aanstaat.
2. Houd de aan/uit-knop ingedrukt, druk viermaal op de Doorgaan-knop en laat de aan/uit-knop weer
los.
De printer drukt een diagnosepagina af.
Opmerking U kunt ook een diagnosepagina afdrukken vanuit het printerstuurprogramma. Klik
met de rechtermuisknop op het printerpictogram. Selecteer Afdrukvoorkeuren. Klik op het
tabblad Services op Configuratiepagina afdrukken.
NLWW Een diagnosepagina afdrukken 89
Afdrukproblemen oplossen
Printer schakelt onverwachts uit
Voeding en voedingskabels controleren
Controleer of de printer goed is aangesloten op een werkend stopcontact. Zie Printerspecificaties en
verklaring van conformiteit voor de netspanningsvereisten.
Ventilatieopeningen controleren
De ventilatieopeningen bevinden zich aan de zijkanten van de printer. Als de ventilatieopeningen zijn
geblokkeerd en de printer oververhit raakt, wordt de printer automatisch uitgeschakeld. De
ventilatieopeningen mogen niet geblokkeerd zijn en de printer moet op een koele, droge plaats staan.
Zie
Printerspecificaties en verklaring van conformiteit voor specificaties betreffende de bedrijfsomgeving
van de printer.
Alle printerlampjes knipperen
Er is een onherstelbare fout opgetreden
Reset de printer. Zie De printer resetten.
Als het probleem zich blijft voordoen, moet u contact opnemen met HP. Zie
Klantenondersteuning en
garantie.
Printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt)
De printerinstellingen controleren
Zie Tips en informatiebronnen voor probleemoplossing.
De initialisatie van de inktpatronen controleren
Wanneer u inktpatronen installeert of vervangt, drukt de printer automatisch een uitlijningspagina af om
de inktpatronen uit te lijnen. Dit kan ongeveer zeven minuten duren. Totdat dit proces is voltooid kunt
u alleen de automatische uitlijningspagina afdrukken.
De installatie van de printersoftware installeren
Controleer of de printer goed is aangesloten op een werkend stopcontact en is ingeschakeld. Zie
Printerspecificaties en verklaring van conformiteit voor de netspanningsvereisten.
De kabelaansluitingen controleren
Controleer of beide uiteinden van de USB-kabel stevig zijn aangesloten.
Als de printer is aangesloten op een netwerk, controleert u het volgende:
Controleer of u geen telefoonkabel hebt gebruikt voor het aansluiten van de printer.
De netwerkhub, switch of router staat aan en werkt naar behoren.
90 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
De printerinstellingen voor de netwerkomgeving controleren
Controleer of het juiste stuurprogramma en de juiste poort worden gebruikt. Zie De printer configureren
(Windows), De printer configureren (Mac OS), of de documentatie die u van uw netwerkleverancier hebt
ontvangen voor meer informatie over netwerkaansluitingen.
Personal Firewall-software die op de computer is geïnstalleerd controleren
De Personal Firewall is een beveiligingstoepassing die de computer beschermt tegen indringers. De
firewall kan echter ook communicatie tussen de computer en de printer blokkeren. Als er problemen zijn
bij de communicatie met de printer, kunt u proberen de firewall tijdelijk uit te schakelen. Als het probleem
zich blijft voordoen, worden de communicatieproblemen niet door de firewall veroorzaakt. Schakel de
firewall weer in.
Als de communicatie met de printer na het uitschakelen van de firewall wel naar behoren werkt, kunt u
de printer een statisch IP-adres toewijzen en de firewall weer inschakelen.
Printer accepteert een inktpatroon niet
Inktpatroon past niet in de printer
Controleer of de inktpatroon in de juiste patroonhouder is geplaatst. De symbolen op de inktpatroon en
de patroonhouder moeten overeenkomen.
Printer herkent de inktpatroon niet
Controleer of de beschermende tape van de spuitgaatjes van de patroon is verwijderd en of de patroon
op de juiste wijze is geïnstalleerd en vergrendeld. Zie
Inktpatronen plaatsen.
De contacten van de inktpatroon reinigen
Voer de reinigingsprocedure voor de inktpatronen volledig uit. Zie Inktpatronen reinigen.
Verwijder de inktpatroon en zorg ervoor dat de vergrendeling van de inktpatroon is vastgeklikt. Schakel
de printer uit zonder dat de inktpatroon is geïnstalleerd. Start de printer opnieuw op en zet de inktpatroon
terug (zie
Inktpatronen plaatsen).
Nadat u de inktpatroon hebt verwijderd zet u de printer uit en vervolgens zet u de printer weer aan zonder
de inktpatroon. Nadat de printer weer is gestart, zet u de inktpatroon terug.
NLWW Afdrukproblemen oplossen 91
De printer weigert de pen
Als het contact tussen de inktpatronen en patroonhouders slecht is, wordt de pen mogelijk geweigerd.
U kunt dit probleem proberen op te lossen door de elektrische contacten van de inktpatronen en de
inktpatroonhouders te reinigen:
1. Haal de inktpatroon uit de printer (zie
Inktpatronen plaatsen).
2. Reinig de elektrische contacten van de inktpatroonhouder met een droog wattenstaafje.
92 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
3. Reinig de elektrische contacten van de inktpatroon zorgvuldig met een zachte, droge en pluisvrije
doek.
VOORZICHTIG Om beschadiging van de elektrische contacten te voorkomen, moet u de
contacten slechts eenmaal afnemen. Neem de inktsproeiers van de inktpatroon niet af.
4. Plaats de inktpatroon terug in de printer.
Printer drukt langzaam af
De systeemconfiguratie controleren
Controleer of uw computer aan de minimale systeemvereisten voor de printer voldoet. Zie
Printerspecificaties en verklaring van conformiteit.
Controleren hoeveel softwareprogramma's worden uitgevoerd op de computer
Misschien worden te veel programma's tegelijk uitgevoerd. Sluit alle softwareprogramma's die u niet
gebruikt.
Instellingen van de printersoftware controleren
De printer drukt langzamer af als de afdrukkwaliteit Best of Maximum dpi is geselecteerd. Verhoog de
snelheid van de printer door andere printerinstellingen in het printerstuurprogramma te selecteren.
Zie
De afdrukinstellingen wijzigen.
Er wordt een groot bestand afgedrukt
Het is normaal dat het afdrukken van een groot bestand lang duurt.
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus
De printer schakelt over naar de Inktreservemodus op het moment dat een van de inktpatronen wordt
verwijderd. Vervang de ontbrekende inktpatroon door een nieuwe. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen.
NLWW Afdrukproblemen oplossen 93
Er wordt een lege pagina afgedrukt
Op lege inktpatronen controleren
Als een lege pagina wordt uitgevoerd bij het afdrukken van tekst, zijn de inktpatronen wellicht leeg.
Zie
Inktpatronen plaatsen.
Als de Werkset is geïnstalleerd kunt u het inktniveau in de patronen controleren op het tabblad
Schatting inktniveau.
Misschien bent u aan het afdrukken in de Inktreservemodus. De printer schakelt over naar de
Inktreservemodus op het moment dat een van de inktpatronen leeg is of wordt verwijderd. Vervang
de ontbrekende inktpatroon door een nieuwe.
De beschermende tape op de spuitgaatjes van de inktpatroon is niet verwijderd
Controleer of de transparate tape is verwijderd van de spuitgaatjes van de inktpatroon (zie Inktpatronen
plaatsen).
De instellingen voor de afdrukmaterialen controleren
Zorg ervoor dat u in het printerstuurprogramma de juiste instellingen voor de afdrukkwaliteit
selecteert voor het afdrukmateriaal dat in de invoerlade is geplaatst. Maximum dpi is bijvoorbeeld
alleen beschikbaar voor fotopapier en kan niet worden gebruikt voor andere afdrukmaterialen.
Zorg ervoor dat de pagina-instellingen in het printerstuurprogramma overeenkomen met de
breedte van het afdrukmateriaal dat in de invoerlade is geplaatst. Zie
De afdrukinstellingen
wijzigen.
De afdruk is niet correct of onvolledig
De marge-instellingen controleren
De marge-instellingen van het document mogen het afdrukgebied van de printer niet overschrijden.
Zie
Minimummarges instellen.
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus
De printer schakelt over naar de Inktreservemodus op het moment dat een van de inktpatronen wordt
verwijderd. Vervang de ontbrekende inktpatroon door een nieuwe (zie
Inktpatronen plaatsen).
Het inktniveau in de inktpatronen controleren
Misschien is de inkt in een van de inktpatronen bijna op. Als u de inktniveaus wilt controleren, drukt u
een diagnosepagina af (zie
Een diagnosepagina afdrukken). (Windows: als de Werkset is geïnstalleerd,
kunt u informatie over de inktniveaus bekijken door te klikken op het tabblad Schatting inktniveau.)
Als de inkt in de inktpatroon bijna op is, vervangt u de inktpatroon (zie
Inktpatronen plaatsen).
Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd
Voer de automatische reinigingsprocedure uit (zie Inktpatronen reinigen).
De instellingen voor afdrukken in kleur controleren
Controleer dat Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
94 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
De afdruklocatie en de lengte van de USB-kabel controleren
Sterke elektromagnetische velden (zoals de velden die worden gegenereerd door USB-kabels) kunnen
de afdrukken in sommige gevallen enigszins verstoren. Zet de printer uit de buurt van de bron van deze
elektromagnetische velden. Daarnaast wordt aanbevolen USB-kabels te gebruiken die maximaal
3 meter lang zijn, om het effect van deze elektromagnetische velden zoveel mogelijk te beperken.
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
Controleren hoe het afdrukmateriaal is geplaatst
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de raden van het afdrukmateriaal zijn
geschoven en dat niet te veel afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal in invoerlade
plaatsen.
Het formaat van het afdrukmateriaal controleren
Een deel van de inhoud van de pagina kan wegvallen als de afmetingen van het document groter
zijn dan die van het gebruikte afdrukmateriaal.
Het formaat afdrukmateriaal dat in het printerstuurprogramma is geselecteerd, moet
overeenkomen met het formaat van het afdrukmateriaal dat in de invoerlade is geplaatst. Zie
De
afdrukinstellingen wijzigen.
Als u een computer met Windows gebruikt, selecteert u in het printerstuurprogramma de optie
LaserJet-marge emuleren om het document aan te laten passen aan het formaat van het
geselecteerde afdrukmateriaal. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen.
De marge-instellingen controleren
Als de tekst of de afbeeldingen van de randen van de pagina wegvallen, moet u nagaan of de marge-
instellingen van het document het afdrukgebied van uw printer misschien overschrijden. Zie
Minimummarges instellen.
Instelling voor paginaoriëntatie controleren
Het afdrukmateriaalformaat en de paginaoriëntatie die in de toepassing zijn geselecteerd, moeten
overeenkomen met de instellingen in het printerstuurprogramma. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen.
De printerlocatie en de lengte van de USB-kabel controleren
Sterke elektromagnetische velden (zoals de velden die worden gegenereerd door USB-kabels) kunnen
de afdrukken in sommige gevallen enigszins verstoren. Zet de printer uit de buurt van de bron van deze
elektromagnetische velden. Daarnaast wordt aanbevolen USB-kabels te gebruiken die maximaal
3 meter lang zijn, om het effect van deze elektromagnetische velden zoveel mogelijk te beperken.
Als de bovenstaande oplossing niet werkt, wordt het probleem mogelijk veroorzaakt doordat de
toepassing de printerinstellingen niet goed kan interpreteren. Zie de opmerkingen bij deze release voor
bekende softwareconflicten; of raadpleeg de documentatie bij de toepassing of neem contact op met
de softwareleverancier voor specifieke hulp.
NLWW Afdrukproblemen oplossen 95
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukken
Dit gedeelte bevat oplossingen voor problemen met de afdrukkwaliteit.
Afdrukken van slechte kwaliteit
Er worden betekenisloze tekens afgedrukt
Inktvlekken
Tekst of afbeeldingen zijn niet helemaal met inkt opgevuld
Misschien moeten de afdrukinstellingen worden gewijzigd
De uitvoer is bleek of de kleuren zijn flets
Kleuren worden zwart-wit afgedrukt
Er worden verkeerde kleuren afgedrukt
Kleuren lopen uit op de afdruk
Kleuren zijn niet goed uitgelijnd
Lijnen of punten zijn weggevallen in de tekst of afbeeldingen
Afdrukken van slechte kwaliteit
Controleer de inktpatronen
Vervang inktpatronen waarvan de spuitgaatjes zijn verstopt (zie Gebruik van de inktpatronen) en
probeer nogmaals af te drukken.
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus
De printer schakelt over naar de Inktreservemodus op het moment dat een van de inktpatronen leeg
is of wordt verwijderd. Vervang de ontbrekende inktpatroon door een nieuwe (zie
Inktpatronen
plaatsen).
Het inktniveau in de inktpatronen controleren
Misschien is de inkt in een van de inktpatronen bijna op. Als u de inktniveaus wilt controleren, drukt u
een diagnosepagina af (zie
Een diagnosepagina afdrukken). (Windows: als de Werkset is geïnstalleerd,
kunt u informatie over de inktniveaus bekijken door te klikken op het tabblad Schatting inktniveau.
Macintosh: open het inktniveaupaneel in de HP Inkjet Werkset.) Als de inkt in de inktpatroon bijna op
is, vervangt u de inktpatroon (zie
Inktpatronen plaatsen).
Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd
Voer de automatische reinigingsprocedure uit (zie Inktpatronen reinigen).
Papierkwaliteit controleren
Het papier is mogelijk te vochtig of te oneffen. Controleer of het gebruikte afdrukmateriaal voldoet aan
de specificaties van HP (zie
Afdrukmateriaal selecteren) en probeer nogmaals af te drukken.
96 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
Controleren welk type afdrukmateriaal in de printer is geplaatst
Controleer of het geplaatste invoermateriaal door de invoerlade wordt ondersteund. Zie
Specificaties van ondersteund afdrukmateriaal.
Controleer of u in het printerstuurprogramma de invoerlade hebt geselecteerd die het
afdrukmateriaal bevat dat u wilt gebruiken. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen.
De rollen in de printer controleren
Misschien zijn de rollen in de printer vuil, waardoor lijnen of vegen verschijnen op uw afdrukken. Schakel
de printer uit, haal het netsnoer los, reinig de rollen in de printer met pluisvrije doek bevochtigd met
isopropyl-alcohol en probeer nogmaals af te drukken.
De printerlocatie en de lengte van de USB-kabel controleren
Sterke elektromagnetische velden (zoals de velden die worden gegenereerd door USB-kabels) kunnen
de afdrukken in sommige gevallen enigszins verstoren. Zet de printer uit de buurt van de bron van deze
elektromagnetische velden. Daarnaast wordt aanbevolen USB-kabels te gebruiken die maximaal
3 meter lang zijn, om het effect van deze elektromagnetische velden zoveel mogelijk te beperken.
Er worden betekenisloze tekens afgedrukt
Als een onderbreking optreedt tijdens de uitvoering van een afdruktaak, is het mogelijk dat de printer
de rest van de afdruktaak niet goed herkent.
Annuleer de afdruktaak en wacht totdat de printer is teruggekeerd tot de toestand Gereed. Als de printer
niet terugkeert naar de toestand Gereed, annuleert u alle taken en wacht u nogmaals. Wanneer de
printer gereed is, verstuurt u de taak opnieuw. Als u door de computer wordt gevraagd de afdruktaak
opnieuw te proberen, klikt u op Annuleren.
De kabelverbindingen controleren
Controleer of de uiteinden van de USB-kabel stevig zijn aangesloten. Als het probleem zich blijft
voordoen, schakelt u de printer uit, koppelt u de kabel los van de printer, schakelt u de printer in zonder
de kabel aan te sluiten en verwijdert u de resterende afdruktaken uit de printspooler. Wanneer het Aan/
Uit-lampje brandt en niet knippert, sluit u de kabel weer aan.
Documentbestand controleren
Het documentbestand is mogelijk beschadigd. Als u andere documenten vanuit dezelfde toepassing
kunt afdrukken, kunt u proberen om een reservekopie van het document (indien voorhanden) af te
drukken.
Inktvlekken
De printerinstellingen controleren
Bij het afdrukken van documenten waarvoor veel inkt wordt gebruikt, moet u wat langer wachten
voordat u de afdrukken vastpakt. Dit is met name van belang voor transparanten. Selecteer in het
printerstuurprogramma de afdrukkwaliteit Best.
Kleurendocumenten met rijke, gemengde kleuren kunnen rimpelen of uitlopen als deze worden
afgedrukt in de afdrukkwaliteit Best. Probeer een andere afdrukkwaliteit, zoals Concept, zodat
minder inkt wordt gebruikt, of gebruik HP Premium papier dat speciaal bestemd is voor het
afdrukken van documenten met levendige kleuren. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen.
NLWW Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukken 97
Soort afdrukmateriaal controleren
Sommige typen afdrukmateriaal nemen inkt niet goed op. De inkt droogt niet zo snel en kan uitlopen.
Zie
Afdrukmateriaal selecteren.
Controleer de marge-instellingen
Als u een computer met Windows gebruikt, moet u controleren dat de optie Minimummarges niet
is geselecteerd. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen.
Opmerking U hebt ook toegang tot deze instelling vanaf het tabblad Printing
Shortcuts. Open het printerstuurprogramma, selecteer het tabblad Printing Shortcuts en
selecteer de instelling in de vervolgkeuzelijst What do you want to do?.
Vergroot de marges van uw document. Raadpleeg de documentatie bij de softwaretoepassing voor
meer informatie.
Tekst of afbeeldingen zijn niet helemaal met inkt opgevuld
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus
De printer schakelt over naar de Inktreservemodus op het moment dat een van de inktpatronen leeg
is of wordt verwijderd. Vervang de ontbrekende inktpatroon door een nieuwe (zie Inktpatronen
plaatsen).
Het inktniveau in de inktpatronen controleren
Misschien is de inkt in een van de inktpatronen bijna op. Als u de inktniveaus wilt controleren, drukt u
een diagnosepagina af (zie
Een diagnosepagina afdrukken). Als de Werkset is geïnstalleerd, kunt u
informatie over de inktniveaus bekijken door te klikken op het tabblad Schatting inktniveau. Als de inkt
in de inktpatroon bijna op is, vervangt u de inktpatroon (zie
Inktpatronen plaatsen).
Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd
Voer de automatische reinigingsprocedure uit (zie Inktpatronen reinigen).
Soort afdrukmateriaal controleren
Sommige typen afdrukmateriaal nemen inkt niet goed op. De inkt droogt niet zo snel en kan uitlopen.
Zie
Afdrukmateriaal selecteren.
Misschien moeten de afdrukinstellingen worden gewijzigd
Stel de afdrukinstellingen in op een hogere afdrukkwaliteit (bijvoorbeeld van Concept naar Normaal of
van Normaal naar Best).
De uitvoer is bleek of de kleuren zijn flets
Afdrukmodus controleren
De afdrukstanden Snel en Concept in het printerstuurprogramma zijn bestemd om documenten sneller
af te drukken. Dit is handig voor het afdrukken van concepten. Voor een beter afdrukresultaat selecteert
u Normaal of Best. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen.
98 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
Misschien gebruikt u niet de meest geschikte inktpatronen voor het project
Gebruik voor het beste resultaat de fotopatroon of grijze fotopatroon voor het afdrukken van foto's in
kleur of zwart-wit en de zwarte inktpatroon van HP voor het afdrukken van tekstdocumenten.
Controleer de ingestelde papiersoort
Als u op transparanten of andere speciale afdrukmaterialen afdrukt, moet het desbetreffende
afdrukmateriaal worden geselecteerd in het printerstuurprogramma. Zie
Afdrukken op aangepast
papierformaat.
Controleer de inktpatronen
Als lijnen in de tekst of afbeelding onderbroken zijn of niet goed worden afgedrukt, is de inkt in een van
de inktpatronen mogelijk op of is een inktpatroon defect. Druk een diagnosepagina af om de prestaties
van de inktpatronen te bekijken (zie
Een diagnosepagina afdrukken). Reinig zo nodig de inktpatronen
(zie
Inktpatronen reinigen) of vervang de inktpatronen door nieuwe (zie Inktpatronen plaatsen).
Kleuren worden zwart-wit afgedrukt
Controleer de afdrukinstellingen
Controleer dat Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
De printer is aan het afdrukken in de Inktreservemodus
Als de printer afdrukt in de Inktreservemodus bij gebruik van een zwarte inktpatroon, fotopatroon of
grijze fotopatroon, worden kleuren afgedrukt in zwart-wit. Controleer of de juiste inktpatronen zijn
geïnstalleerd.
Er worden verkeerde kleuren afgedrukt
Controleer de afdrukinstellingen
Controleer dat Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
Controleer de inktpatronen
Telkens wanneer de afdrukkwaliteit duidelijk minder wordt, kan het nodig zijn de inktpatroon te reinigen.
Zie
Gebruik van de inktpatronen.
Als de inktpatroon leeg is, wordt mogelijk niet de juiste kleur afgedrukt. Zie
Inktpatronen plaatsen.
Kleuren lopen uit op de afdruk
Controleer de afdrukinstellingen
Bij sommige afdrukmaterialen (zoals transparanten en fotopapier) en afdrukkwaliteiten (zoals Best) is
meer inkt nodig dan bij andere instellingen. Selecteer andere afdrukinstellingen in het
printerstuurprogramma en controleer dat u het juiste type afdrukmateriaal hebt geselecteerd. Zie
De
afdrukinstellingen wijzigen.
NLWW Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukken 99
Controleer de inktpatronen
Controleer of misschien met de inktpatronen is geknoeid. Navullen en het gebruik van incompatibele
inkten kunnen de werking van het complexe printersysteem verstoren, de afdrukkwaliteit doen
verminderen en schade aan de printer veroorzaken. HP verstrekt geen garantie op of ondersteuning
voor nagevulde inktpatronen. Zie
HP benodigdheden en accessoires voor bestelinformatie.
Kleuren zijn niet goed uitgelijnd
Controleer de inktpatronen
De inktpatronen worden automatisch uitgelijnd wanneer u een patroon vervangt. Soms is echter een
verbetering in de afdrukkwaliteit merkbaar als u de uitlijningsprocedure zelf uitvoert. Zie
Gebruik van de
inktpatronen.
Plaatsing van afbeeldingen controleren
Gebruik zoomen of afdrukvoorbeeld in uw software om te controleren of er gaten zijn op de plaats van
afbeeldingen op de pagina.
Lijnen of punten zijn weggevallen in de tekst of afbeeldingen
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus
De printer schakelt over naar de Inktreservemodus op het moment dat een van de inktpatronen leeg
is of wordt verwijderd. Vervang de ontbrekende inktpatroon door een nieuwe (zie
Inktpatronen
plaatsen).
Het inktniveau in de inktpatronen controleren
Misschien is de inkt in een van de inktpatronen bijna op. Als u de inktniveaus wilt controleren, drukt u
een diagnosepagina af (zie
Een diagnosepagina afdrukken). Windows: als de Werkset is geïnstalleerd,
kunt u informatie over de inktniveaus bekijken door te klikken op het tabblad Schatting inktniveau. Als
de inkt in de inktpatroon bijna op is, vervangt u de inktpatroon (zie
Inktpatronen plaatsen).
Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd
Voer de automatische reinigingsprocedure uit (zie Inktpatronen reinigen).
De contactplaatjes van de inktpatronen controleren
Misschien moeten de contactplaatjes van de inktpatroon worden gereinigd. Zie Gebruik van de
inktpatronen.
100 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
Problemen bij de papierinvoer oplossen
Dit gedeelte bevat oplossingen voor problemen bij de papierinvoer.
Er treedt een ander probleem op bij de papierinvoer
Zie
Papierstoringen verhelpen voor informatie over het oplossen van papierstoringen.
Er treedt een ander probleem op bij de papierinvoer
Het afdrukmateriaal wordt niet ondersteund voor de printer of lade
Gebruik alleen afdrukmateriaal dat wordt ondersteund voor de gebruikte printer en invoerlade. Zie
Specificaties van ondersteund afdrukmateriaal.
Afdrukmateriaal wordt niet uit de invoerlade opgenomen
Controleer of de geleiders in de laden zijn ingesteld op de juiste markeringen voor het formaat van
het gebruikte afdrukmateriaal. Controleer of de geleiders goed, maar niet te stevig tegen de stapel
rusten.
Controleer dat het afdrukmateriaal in de lade niet gekruld is. Maak het papier weer recht door het
in de tegenovergestelde richting van de krul te buigen.
Controleer dat de lade op de juiste manier is aangebracht.
Afdrukmateriaal komt niet goed uit het apparaat
Controleer of het verlengstuk van de uitvoerlade is uitgetrokken. Anders kunnen afgedrukte
pagina's uit de printer vallen.
Verwijder overtollig afdrukmateriaal uit de uitvoerlade. De uitvoerlade kan een bepaalde
hoeveelheid vellen bevatten.
Als de duplexeenheid niet goed is geplaatst, kan het afdrukmateriaal tijdens het uitvoeren van een
dubbelzijdige opdracht via de achterkant uit de printer vallen. Breng de duplexeenheid opnieuw
aan of sluit de klep ervan.
Pagina's trekken scheef
Controleer of het afdrukmateriaal in de invoerlade tegen de geleiders aan de rechter- en voorkant ligt.
Er worden meerdere pagina's opgenomen
Controleer of de geleiders in de laden zijn ingesteld op de juiste markeringen voor het formaat van
het gebruikte afdrukmateriaal. Controleer of de geleiders goed, maar niet te stevig tegen de stapel
rusten.
Controleer of niet te veel papier in de lade is geplaatst.
Waaier het papier niet uit voordat u het plaatst. Uitwaaieren van papier kan statische elektriciteit
veroorzaken en problemen bij het opnemen van meerdere vellen verergeren.
Ga voorzichtig te werk bij het aanbrengen van de laden in de printer. Als u de volle lade met geweld
plaatst, kunnen vellen papier omhoog schuiven in de printer, waardoor papierstoringen kunnen
ontstaan of meerdere vellen papier kunnen worden opgenomen.
NLWW Problemen bij de papierinvoer oplossen 101
Installatieproblemen oplossen
Dit gedeelte bevat oplossingen voor veelvoorkomende installatieproblemen.
Problemen bij het afdrukken van een uitlijningspagina
Problemen bij het installeren van de software
Problemen bij het afdrukken van een uitlijningspagina
Wanneer u inktpatronen installeert of vervangt, drukt de printer automatisch een uitlijningspagina af om
de patronen uit te lijnen. Dit proces duurt ongeveer zeven minuten. Na afloop kunt u de afgedrukte
uitlijningspagina weggooien. Zie
Tips en informatiebronnen voor probleemoplossing als de printer de
pagina niet afdrukt.
Problemen bij het installeren van de software
De hardwarevereisten controleren
Controleer of de computer voldoet aan de systeemvereisten. Zie Printerspecificaties en verklaring van
conformiteit.
Voorbereiding voor de installatie
Voordat u software installeert op een Windows-computer, moet u alle andere toepassingen sluiten.
Als de computer het door u getypte pad naar het cd-rom-station niet herkent, controleert u of u de
juiste stationsaanduiding hebt opgegeven.
Als de computer de Starter CD in het cd-rom-station niet herkent, controleert u de cd op
beschadigingen. U kunt het printerstuurprogramma downloaden vanaf
http://www.hp.com/support/
De printersoftware opnieuw installeren
Als u Windows gebruikt en de computer de printer niet herkent, voert u het hulpprogramma Scrubber
uit om het printerstuurprogramma helemaal opnieuw te kunnen installeren. (Scrubber is te vinden in de
map Utils\Scrubber op de Starter CD.) Start de computer opnieuw op en installeer het
printerstuurprogramma opnieuw. Zie
De printersoftware verwijderen.
102 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
.
Papierstoringen verhelpen
Gebruik onderstaande methoden om een papierstoring te vinden en te verhelpen. Informatie over hoe
u papierstoringen voorkomt, vindt u in
Tips ter voorkoming van papierstoringen.
Opmerking Om te voorkomen dat vastgelopen papier binnen in de printer afscheurt, pakt u het
met beide handen vast en trekt u het onder gelijkmatige druk naar u toe.
WAARSCHUWING Schakel de printer uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u deze
procedure uitvoert. Proberen een papierstoring op te lossen terwijl onderdelen in de printer in
beweging zijn, kan leiden tot verwondingen.
1. Zet de printer uit en haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder het toegangspaneel aan de achterkant, trek alle vastgelopen papier uit de printer en
plaats het toegangspaneel terug.
NLWW Papierstoringen verhelpen 103
3. Verwijder de achterklep van de duplexeenheid (indien geïnstalleerd), verwijder alle papier en plaats
de achterklep terug. Als het vastgelopen papier niet zichtbaar is na verwijdering van de achterklep,
verwijdert u de duplexeenheid om het papier te vinden.
4. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder alle vastgelopen papier uit de invoerlade.
104 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
5. Open de kap. De inktpatroonwagen schuift naar de rechterkant van de printer. Als dat niet gebeurt,
zet u de printer uit en schuift u de wagen naar rechts. Trek alle vastgelopen papier naar u toe.
VOORZICHTIG Steek uw handen niet in de printer als de printer aanstaat en de
inktpatroonwagen is vastgelopen.
Nadat u de papierstoring hebt opgeheven, schakelt u de printer weer in (als u deze had
uitgeschakeld) en drukt u op de knop Doorgaan. De printer hervat de afdruktaak met de volgende
pagina. U moet de vastgelopen pagina's opnieuw naar de printer sturen.
Tips ter voorkoming van papierstoringen
Controleer of de papierbaan vrij is.
Gebruik geen beschadigd, gekruld of gekreukeld afdrukmateriaal. Wij raden u af om gegaufreerd
papier of papier met uitsparingen, perforaties of een ruwe textuur te gebruiken.
Om te verzekeren dat het afdrukmateriaal juist in de printer wordt ingevoerd, mag u slechts één
soort afdrukmateriaal tegelijk in de invoerlade of de handinvoeren gebruiken.
Controleer of het afdrukmateriaal juist is geladen. Zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen.
Laad afdrukmateriaal in de invoerlade of de handinvoer aan de voorkant, met de afdrukzijde naar
boven en met de rechterrand van het afdrukmateriaal tegen de rechterrand van de lade of de
invoersleuf. Zorg ervoor dat de papierbreedtegeleider en het ladeverlengstuk tegen de randen van
het afdrukmateriaal zijn geplaatst. Laad afdrukmateriaal in de handinvoer aan de achterkant, met
de afdrukzijde naar boven.
Laad maximaal 150 vellen papier of 15 enveloppen of een stapel afdrukmateriaal die niet hoger is
dan de papierbreedtegeleider, in de invoerlade. Laad niet meer 10 vellen papier in de handinvoer
aan de voorkant. Laad de vellen een voor een in de handinvoer aan de achterkant.
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties voor soort, formaat en gewicht
vermeld in
Afdrukmateriaal selecteren. Dit gedeelte bevat ook tips en richtlijnen over aanbevolen
afdrukmateriaal.
NLWW Papierstoringen verhelpen 105
Problemen met fotoafdrukken oplossen
Zie ook Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukken voor extra informatie over het oplossen van
problemen.
Controleer of u op de juiste zijde van het afdrukmateriaal afdrukt
Laad afdrukmateriaal, met de afdrukzijde naar boven, in de invoerlade en de handinvoer aan
de voorkant.
Laad afdrukmateriaal, met de afdrukzijde naar boven, in de handinvoer aan de achterkant.
Controleer de afdrukinstellingen
1. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
2. Op het tabblad Functies (Windows) of het paneel Papiertype/kwaliteit (Macintosh), controleert
u de volgende instellingen:
Selecteer de gewenste soort fotopapier.
Selecteer de optie voor de hoogste resolutie, zoals Best (Best voor Macintosh) of Maximum
dpi in de keuzelijst voor de afdrukkwaliteit.
Kleuren zijn getint of verkeerd
Als de kleuren in de fotoafdrukken er getint of verkeerd uitzien, voert u de onderstaande stappen
uit:
1. Kalibreer de kleur (zie
De kleuren kalibreren). Er moeten fotopatronen zijn geïnstalleerd voor
kleurkalibratie.
2. Druk de foto opnieuw af.
3. Als de kleuren nog steeds getint of onjuist zijn, probeert u het volgende:
tabblad Kleur. Klik vervolgens op Meer kleuropties.
Macintosh: Klik achtereenvolgens op Archief en Print. Open het paneel Papiertype/
kwaliteit en klik op het tabblad Kleuropties.
4. Stel de schuifregelaars voor de kleurschakering bij: Als de kleuren te geel zijn, verplaatst u de
schuifregelaar voor de kleurschakering naar Koeler. Als de kleuren te blauw zijn, verplaatst u de
schuifregelaar voor de kleurschakering naar Warmer.
5. Druk de foto opnieuw af.
106 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
Windows: Open het printerstuurprogramma (zie Een document afdrukken) en klik op het
Problemen met afdrukken zonder rand oplossen
Controleer de afdrukinstellingen
1. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
2. Op het tabblad Functies (Windows) of het paneel Papiertype/kwaliteit (Macintosh), controleert
u de volgende instellingen:
Controleer of het in het stuurprogramma opgegeven papierformaat overeenkomt met het formaat
van het papier in de invoerlade.
Selecteer de gewenste papiersoort.
Er verschijnen strepen in een lichte partij van de afdruk
Als strepen verschijnen in een lichte partij, ongeveer 63,6 mm van een van de lange randen van een
foto, probeert u het volgende:
Installeer een fotopatroon (zie
Inktpatronen plaatsen).
Reinig de inktpatronen (zie
Inktpatronen reinigen).
Afdruk is scheef
Als het papier scheef in de printer wordt getrokken of als de marges er scheef uitzien, controleert
u of de papierbreedtegeleider en het ladeverlengstuk goed tegen de randen van het papier zijn
geplaatst.
Afdrukken met één inktpatroon
De driekleurenpatroon moet zijn geïnstalleerd als u met één inktpatroon zonder rand wilt afdrukken.
Zie
Afdrukken met één inktpatroon.
NLWW Problemen met afdrukken zonder rand oplossen 107
Problemen met het afdrukken van banieren oplossen
Controleer of het papier juist is geladen
Vouw het papier open en weer dicht als er meerdere vellen tegelijk door de printer worden
gevoerd.
Controleer of de losse rand van de stapel banieren bovenaan ligt en naar de printer is gericht.
Controleer of het juiste papier wordt gebruikt voor het afdrukken van banieren.
Controleer de afdrukinstellingen
1. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
2. Op het tabblad Functies (Windows) of het paneel Papiertype/kwaliteit (Macintosh), controleert
u de volgende instellingen:
Selecteer de papiersoort HP Banierpapier.
Selecteer het gewenste banierformaat.
Controleer de software
Controleer of de gebruikte toepassing het afdrukken van banieren ondersteunt. Niet alle
toepassingen ondersteunen het afdrukken op banieren.
Als er bij het afdrukken openingen te zien zijn aan het einde van de vellen controleert u of de
printersoftware goed functioneert.
108 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
Problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken
oplossen
Opmerking Voor soorten afdrukmateriaal die niet met de eenheid kunnen worden gebruikt,
drukt u handmatig op beide zijden af. Zie
Handmatig dubbelzijdig afdrukken.
Papierstoring binnen in de duplexeenheid
Zie
Papierstoringen verhelpen voor instructies.
Optie voor dubbelzijdig afdrukken kan niet worden geselecteerd
De duplexeenheid moet op de printer zijn geïnstalleerd. Klik met de rechtermuisknop op het
printerpictogram. Selecteer Eigenschappen. Selecteer op het tabblad
Apparaatinstellingen de optie Duplexeenheid. Controleer of de duplexmodule is
geïnstalleerd.
De duplexeenheid moet in het printerstuurprogramma zijn ingeschakeld. Zie
Automatisch
dubbelzijdig afdrukken.
De soort en het formaat afdrukmateriaal die in het printerstuurprogramma zijn geselecteerd,
moeten door de duplexeenheid worden ondersteund. Zie
Specificaties van ondersteund
afdrukmateriaal.
Er wordt op slechts één zijde van de pagina afgedrukt wanneer dubbelzijdig afdrukken is
geselecteerd
Controleer of de afdrukinstellingen in het printerstuurprogramma en de gebruikte toepassing
correct zijn. Zie
Automatisch dubbelzijdig afdrukken.
Het fotopapier mag niet gekruld zijn. Fotopapier moet effen zijn vóór het afdrukken. Zie de
richtlijnen in
Digitale foto’s afdrukken.
De soort en het formaat afdrukmateriaal die in het printerstuurprogramma zijn geselecteerd,
moeten door de duplexeenheid worden ondersteund. Zie
Specificaties van ondersteund
afdrukmateriaal.
Bindmarge bevindt zich op de verkeerde plaats
1. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
2. Kies één van de volgende opties:
Windows: Klik op het tabblad Functies.
Macintosh: Open het paneel Dubbelzijdig afdrukken.
3. Kies één van de volgende opties:
Windows: Selecteer Pagina's naar boven omslaan voor binding aan de bovenkant
(schrijfblokbinding). Selecteer een brochure-indeling in de vervolgkeuzelijst Brochure-
indeling voor binding aan de zijkant (boek).
Macintosh: Selecteer de gewenste bindzijde (selecteer het corresponderende symbool).
Zie
Dubbelzijdig afdrukken (duplexen) voor meer informatie.
Papierformaat verandert bij selectie van dubbelzijdig afdrukken
NLWW Problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken oplossen 109
Het papierformaat moet door de duplexeenheid worden ondersteund; de soort en het formaat
afdrukmateriaal die in het printerstuurprogramma zijn geselecteerd, moeten door de
duplexeenheid worden ondersteund. Zie
Specificaties van ondersteund afdrukmateriaal.
110 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
Problemen met afdrukken in een netwerk oplossen
Als u problemen ondervindt bij het afdrukken naar een gedeelde netwerkprinter, kunt u het volgende
proberen.
Als de Doorgaan-knop knippert, drukt u deze in en wacht u enkele seconden totdat het afdrukken
begint.
Als dat niet gebeurt, opent u de printerkap om te controleren of er misschien papier is vastgelopen.
Zie
Papierstoringen verhelpen.
De printer moet aanstaan en de printerkap moet gesloten zijn.
Het toegangspaneel aan de achterkant of de duplexeenheid moet juist zijn geïnstalleerd en
vastzitten.
Controleer of de inktpatronen goed zijn geplaatst (zie
Inktpatronen plaatsen) en of het
afdrukmateriaal goed in de printer is geladen (zie
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen).
Controleer de netwerk- en printerkabelaansluitingen.
Druk een demopagina af om te controleren of de printer juist is geconfigureerd. Controleer of de
printer is ingeschakeld, houd de aan/uit-knop ingedrukt, druk eenmaal op de Doorgaan-knop en
laat de aan/uit-knop weer los. De printer drukt een demopagina af.
Opmerking Het delen van een printer in een gemengde Mac- en pc-netwerkomgeving wordt
afgeraden.
Na controle van de printer kunt u proberen om een document af te drukken vanaf een andere client op
het netwerk.
Als het document via een andere computer goed wordt afgedrukt, zijn de systeeminstellingen van de
computer waarschijnlijk niet goed geconfigureerd voor gebruik met deze printer. Neem contact op met
uw systeembeheerder om het probleem op te lossen.
Als het document niet goed wordt afgedrukt vanaf een andere client, drukt u een demopagina af.
1. Sluit de printer aan op een pc met Windows.
2. Installeer de printersoftware op de pc als dit nog niet is gebeurd.
3. Open de Werkset (zie
Gebruik van de Werkset).
4. Op het tabblad Printservices klikt u op Een testpagina afdrukken.
Als de testpagina wordt afgedrukt, werkt uw printer, maar zijn uw netwerkinstellingen wellicht niet juist
geconfigureerd. Raadpleeg uw systeembeheerder voor meer informatie.
Als de testpagina niet wordt afgedrukt, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door een storing
in de printer of in de computer. Neem voor hulp contact op met het klantenondersteuningscentrum van
HP (zie
Klantenondersteuning en garantie).
Houd het serienummer en model van de printer en informatie over uw computer bij de hand.
NLWW Problemen met afdrukken in een netwerk oplossen 111
112 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW
7 Printerlampjes
De printerlampjes geven de status van de printer en de aard van het eventuele afdrukprobleem weer.
Dit gedeelte bevat informatie over de printerlampjes, licht hun betekenis toe en beschrijft wat u eventueel
moet doen.
1 Inktpatroonlampje rechts (fotopatroon, zwarte of grijze inktpatroon)
2
Inktpatroonlampje links (driekleurenpatroon)
3 Annuleren-knop
4 Doorgaan-knop en -lampje
5 Aan/uit-knop en -lampje
Opmerking U kunt beschrijvingen van de printerlampjes ook vinden op de diagnosepagina van
de printer. Zie
Een diagnosepagina afdrukken.
NLWW 113
De printerlampjes
Status van printerlampjes Toelichting en aanbevolen actie
Inktpatroonlampjes links en rechts. Het inktpatroonlampje links geeft de status van de
driekleurenpatroon weer; het inktpatroonlampje rechts geeft de
status van de fotopatroon of zwarte inktpatroon weer.
De inktpatroonlampjes kunnen constant branden of knipperen, al
dan niet in combinatie met het aan/uit-lampje en het
doorgaanlampje, zoals beschreven in deze tabel.
Branden constant: Inktpatroon is (bijna) leeg. Vervang de
inktpatroon binnen niet al te lange tijd. Zie
Inktpatronen
plaatsen.
Knipperen: Inktpatroon is beschadigd, ontbreekt of is niet
compatibel. Plaats de inktpatroon terug in de printer of
vervang de inktpatroon. Zie
Inktpatronen plaatsen. Als u
afdrukt met slechts één inktpatroon, negeert u dit lampje.
Printerlampjes doorlopen aan/uit-cyclus. De printerlampjes gaan aan en uit als de printer opnieuw wordt
geïnitialiseerd.
Geen actie nodig.
Aan/uit-lampje brandt constant. Printer staat aan en drukt niet af.
Geen actie nodig.
Aan/uit-lampje knippert. Printer drukt af of verwerkt een afdruktaak.
Geen actie nodig.
Aan/uit-lampje knippert tweemaal en gaat uit,
waarna het patroon zich herhaalt.
Printer is bezig met het annuleren van een afdruktaak.
Geen actie nodig.
114 Hoofdstuk 7 Printerlampjes NLWW
Status van printerlampjes Toelichting en aanbevolen actie
Aan/uit-lampje aan, doorgaanlampje knippert. Controleer het volgende:
Printer wacht totdat het speciale afdrukmateriaal droog is.
Druk op de Doorgaan-knop als u niet wilt wachten. U kunt de
droogtijd in het printerstuurprogramma wijzigen. Zie
Inktvlekken.
Het papier in de printer is op. Plaats papier en druk op de
Doorgaan-knop om met de afdruktaak door te gaan.
Het formaat van het afdrukmateriaal komt niet overeen. Het
formaat van het afdrukmateriaal dat in het
printerstuurprogramma is geselecteerd, moet overeenkomen
met het formaat van het afdrukmateriaal dat in de printer is
geplaatst. Als u het afdrukmateriaal wilt uitwerpen, drukt u op
de Doorgaan-knop.
I/O-storing. Zorg dat uw computer naar behoren werkt en de
printer juist op de computer is aangesloten. Zet de printer uit
en vervolgens weer aan. Stuur de afdruktaak opnieuw naar
de printer. Zie de richtlijnen in
Problemen oplossen om het
systeem te controleren.
Aan/uit-lampje uit, doorgaanlampje knippert. Stilgevallen papiermotor.
Verwijder het vastgelopen papier. Zie
Papierstoringen
verhelpen. Als de papierstoring is verholpen, drukt u op de
Doorgaan-knop om met de afdruktaak door te gaan.
Als er geen papierstoring is, drukt u op de Doorgaan-knop.
Als dit niet werkt, zet u de printer uit en weer aan. Stuur de
afdruktaak opnieuw naar de printer.
De aan/uit- en doorgaanlampjes knipperen
tegelijkertijd.
Stilgevallen wagen.
Verwijder eventueel vastgelopen papier. Zie
Papierstoringen
verhelpen. Als de papierstoring is verholpen, drukt u op de
Doorgaan-knop om met de afdruktaak door te gaan.
Als er geen papierstoring is, drukt u op de Doorgaan-knop.
Als dit niet werkt, zet u de printer uit en weer aan. Stuur de
afdruktaak opnieuw naar de printer.
Aan/uit- en doorgaanlampjes knipperen,
inktpatroonlampjes links en rechts zijn aan.
Stilgevallen servicestation.
Open de printerkap en haal de stekker uit het stopcontact.
Wacht tot de doorgaan- en aan/uit-lampjes uit gaan. Sluit de
printerkap en doe de stekker in het stopcontact. Wacht tot de
printer weer is geïnitialiseerd en verstuur de afdruktaak
opnieuw.
Alle printerlampjes knipperen samen. Hardwarefout.
Controleer of er papier is vastgelopen in de printer. Zie
Papierstoringen verhelpen.
Als u de afdruktaak niet kunt hervatten, annuleert u de
afdruktaak. Zet de printer uit, zet hem weer aan en probeer
opnieuw af te drukken. Als het probleem niet is verholpen, zet
u de printer uit en koppelt u de kabel los van de printer. Sluit
NLWW De printerlampjes 115
Status van printerlampjes Toelichting en aanbevolen actie
de kabel weer aan, zet de printer weer aan en probeer
opnieuw af te drukken.
Aan/uit-lampje en doorgaanlampje branden
constant.
Controleer het volgende:
De printerkap moet gesloten zijn.
Het toegangspaneel aan de achterkant of de duplexeenheid
moet juist zijn geïnstalleerd en vastzitten.
Inktpatroonlampje links aan, aan/uit-lampje
aan.
Driekleurenpatroon is (bijna) leeg.
Plaats de inktpatroon terug in de printer of vervang de
inktpatroon. Zie
Inktpatronen plaatsen.
U kunt alsnog met één inktpatroon afdrukken. Zie
Afdrukken
met één inktpatroon.
Inktpatroonlampje rechts aan, aan/uit-lampje
aan.
Fotopatroon of zwarte inktpatroon is (bijna) leeg.
Plaats de inktpatroon terug in de printer of vervang de
inktpatroon. Zie
Inktpatronen plaatsen.
U kunt alsnog met één inktpatroon afdrukken. Zie
Afdrukken
met één inktpatroon.
Inktpatroonlampjes links en rechts aan, aan/uit-
lampje aan.
De inktpatroon aan de linkerkant (driekleurenpatroon) en de
inktpatroon aan de rechterkant(fotopatroon of zwarte inktpatroon)
zijn beide (bijna) leeg.
Plaats de inktpatronen terug in de printer of vervang de
inktpatronen. Zie Inktpatronen plaatsen.
Inktpatroonlampje links knippert, aan/uit-lampje
aan.
Driekleurenpatroon is beschadigd of ontbreekt.
Plaats de inktpatroon terug in de printer. Als de fout niet is
verholpen, vervangt u de inktpatroon. Zie
Inktpatronen
plaatsen.
U kunt alsnog met één inktpatroon afdrukken. Zie
Afdrukken
met één inktpatroon.
Inktpatroonlampje rechts knippert, aan/uit-
lampje aan.
Fotopatroon of zwarte inktpatroon is beschadigd of ontbreekt.
Plaats de inktpatroon terug in de printer. Als de fout niet is
verholpen, vervangt u de inktpatroon. Zie
Inktpatronen
plaatsen.
U kunt alsnog met één inktpatroon afdrukken. Zie
Afdrukken
met één inktpatroon.
116 Hoofdstuk 7 Printerlampjes NLWW
Status van printerlampjes Toelichting en aanbevolen actie
Inktpatroonlampjes links en rechts knipperen,
aan/uit-lampje aan.
De inktpatroon aan de linkerkant (driekleurenpatroon) en de
inktpatroon aan de rechterkant(fotopatroon of zwarte inktpatroon)
zijn beide beschadigd of niet aanwezig.
Plaats de inktpatroon terug in de printer. Als de fout niet is
verholpen, vervangt u de inktpatroon. Zie Inktpatronen
plaatsen.
NLWW De printerlampjes 117
118 Hoofdstuk 7 Printerlampjes NLWW
8 HP benodigdheden en accessoires
U kunt benodigdheden en accessoires van HP bestellen via de website van HP.
www.hpshopping.com (V.S.)
www.hpshopping.ca (Canada)
www.hp.com/eur/hpoptions (Europa)
www.hp.com/paper (Azië (Stille Oceaan))
Printerbenodigdheden kunt u ook via de Werkset bestellen. Dit gedeelte bevat de volgende
informatie:
Printerbenodigdheden via de Werkset bestellen
Accessoires
Benodigdheden
NLWW 119
Printerbenodigdheden via de Werkset bestellen
Via de Werkset kunt u inktpatronen rechtstreeks vanaf uw computer bestellen. Om gebruik te kunnen
maken van deze functie moet aan drie voorwaarden worden voldaan:
De Werkset moet op de computer zijn geïnstalleerd (alleen ondersteund op Windows).
De printer moet via een USB-kabel op de computer zijn aangesloten.
U moet over een internetaansluiting beschikken.
Ga als volgt te werk om rechtstreeks via de Werkset te bestellen:
1. Klik op Start, kies achtereenvolgens Programma's, HP Photosmart Pro B8300 series, en klik
op HP Photosmart Pro B8300 series Werkset.
-of-
Klik in het statusgedeelte van de Windows-taakbalk (bij de klok) op het pictogram van de
Werkset.
2. Op het tabblad Printerstatus klikt u op Inktpatrooninformatie en vervolgens op Benodigdheden
bestellen. De standaardbrowser wordt geopend en er verschijnt een website waarop u
printerbenodigdheden kunt bestellen.
3. Volg de aanwijzingen op de website om printerbenodigdheden te selecteren en te bestellen.
120 Hoofdstuk 8 HP benodigdheden en accessoires NLWW
Accessoires
Hieronder vindt u een lijst met printeraccessoires.
Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
HP accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
USB-kabel
HP USB A-B (2 m)
HP USB A-B (3 m)
Netwerkinterface
HP Jetdirect 175X externe printserver (USB)
HP Jetdirect 310X externe printserver (USB)
NLWW Accessoires 121
Benodigdheden
Hieronder vindt u een lijst met printerbenodigdheden. Ga voor het online bestellen van benodigdheden
naar:
www.hpshopping.com (V.S.)
www.hpshopping.ca (Canada)
www.hp.com/eur/hpoptions (Europa)
www.hp.com/paper (Azië (Stille Oceaan))
Opmerking De verkrijgbaarheid van benodigdheden varieert per land/regio.
Inktpatronen
Gebruik alleen vervangende patronen met hetzelfde patroonnummer als de patroon die u vervangt.
Zie
Ondersteunde inktpatronen.
Fotopapier
Afdrukmateriaal Formaten
HP Premium fotopapier 10 x 15 cm
10 x 15 cm, zonder rand
210 x 297 mm, A4, satijn mat
210 x 297 mm, A4, glanzend
10 x 15 cm, met tab, satijn mat
10 x 15 cm, met tab
297 x 420 mm, A3
215,9 x 279,4 mm, A
HP Fotopapier, glanzend 210 x 297 mm, A4
215,9 x 279,4 mm, A
10 x 15 cm, met tab
HP Everyday fotopapier, matglanzend 10 x 15 cm, met tab
215,9 x 279,4 mm, A
210 x 297 mm, A4
HP Everyday fotopapier, mat 215,9 x 279,4 mm, A
HP Premium hoogglanzende film 215,9 x 279,4 mm, A
210 x 297 mm, A4
HP Premium Plus Photo 10 x 15 cm, zonder rand
210 x 297 mm, A4
122 Hoofdstuk 8 HP benodigdheden en accessoires NLWW
Afdrukmateriaal Formaten
10 x 15 cm, met tab
10 x 30 cm, panorama
297 x 420 mm, A3
215,9 x 279,4 mm, A
13 x 18 cm, zonder rand
HP Colorfast fotopapier, glanzend 215,9 x 279,4 mm, A
210 x 297 mm, A4
HP Advanced fotopapier, glanzend 215,9 x 279,4 mm, A
210 x 297 mm
Inkjetpapier
Afdrukmateriaal Formaten
HP helderwit papier 210 x 297 mm, A4
297 x 420 mm, A3
215,9 x 279,4 mm, A
279,4 x 431,8, B
HP Premium papier 210 x 297 mm, A4
297 x 420 mm, A3
HP Premium Presentatie papier 215,9 x 279,4 mm, A
279,4 x 431,8, B
HP foto- en projectpapier, mat 215,9 x 279,4 mm, A
Transparanten
Afdrukmateriaal Formaten
HP Premium Inkjet transparanten 210 x 297 mm, A4
HP Premium Plus Inkjet transparanten 210 x 297 mm, A4
Speciaal papier
Afdrukmateriaal Formaten
HP Banierpapier 210 x 297 mm, A4
HP T-shirt opstrijkpatronen (voor lichtgekleurd en wit
textiel)
210 x 297 mm, A4
NLWW Benodigdheden 123
Afdrukmateriaal Formaten
HP Full-Sheet etiketten 215,9 x 279,4 mm, A
HP adresetiketten, 33,86 x 101,6 mm 215,9 x 279,4 mm, A
HP adresetiketten, 25,4 x 66,67 mm 215,9 x 279,4 mm, A
HP verzendetiketten, 50,8 x 101,6 mm 215,9 x 279,4 mm, A
HP verzendetiketten, 84,6 x 101,6 mm 215,9 x 279,4 mm, A
HP Notitieblaadjes 152,4 x 203,2 mm
HP Notitieblaadjes (met inhoud CD) 152,4 x 203,2 mm
HP Notitieblaadjes (met Disney friends) 152,4 x 203,2 mm
HP Holiday Photo Cards 101,6 x 203,2 mm
Wenskaarten
Afdrukmateriaal Formaten
HP Foto-wenskaarten, 1/2 gevouwen 215,9 x 279,4 mm, A
HP Foto-wenskaarten, glanzend, 1/2 gevouwen 210 x 297 mm, A4
HP Wenskaarten met reliëf, wit, 1/2 gevouwen 215,9 x 279,4 mm, A
HP Wenskaarten met reliëf, ivoor, 1/2 gevouwen 215,9 x 279,4 mm, A
HP Wenskaarten met reliëf, crème, 1/2 gevouwen 210 x 297 mm, A4
HP linnen wenskaarten, wit, 1/2 gevouwen 215,9 x 279,4 mm, A
HP linnen wenskaarten, ivoor, 1/2 gevouwen 215,9 x 279,4 mm, A
HP Wenskaarten, mat, wit, 1/4 gevouwen 215,9 x 279,4 mm, A
210 x 297 mm, A4
HP Wenskaarten, mat, wit, 1/2 gevouwen (met Disney
friends)
210 x 297 mm, A4
Brochure
Afdrukmateriaal Formaten
HP Brochure & folderpapier, glanzend 215,9 x 279,4 mm, A
297 x 420 mm, A3
HP Brochure & folderpapier, dubbelzijdig, glanzend 215,9 x 279,4 mm, A
210 x 297 mm, A4
HP Brochure & folderpapier, mat 215,9 x 279,4 mm, A
HP Folderpapier, 1/3 gevouwen, mat 215,9 x 279,4 mm, A
HP Folderpapier, 1/3 gevouwen, dubbelzijdig, mat 215,9 x 279,4 mm, A
124 Hoofdstuk 8 HP benodigdheden en accessoires NLWW
9 Klantenondersteuning en garantie
In het gedeelte vindt u suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Als uw printer
niet naar behoren werkt en de oplossingen in deze handleiding het probleem niet verhelpen, probeer
dan een van de onderstaande ondersteuningsmogelijkheden.
Elektronische ondersteuning
HP Instant Support
Telefonische ondersteuning van HP
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
NLWW 125
Elektronische ondersteuning
U kunt ondersteuning verkrijgen van de volgende elektronische bronnen van HP:
Web
Bezoek de printerwebsite op hp.com voor de meest recente informatie over printersoftware,
producten, besturingssystemen en ondersteuning:
http://www.hp.com/support/.
Werkset (Windows)
De Werkset biedt eenvoudige, stap-voor-stap oplossingen voor veel voorkomende
printerproblemen. Zie
Gebruik van de Werkset.
126 Hoofdstuk 9 Klantenondersteuning en garantie NLWW
HP Instant Support
HP Instant Support is een hulpmiddel op het internet dat productspecifieke services, tips voor het
oplossen van problemen en informatie over het gebruik van inkt en afdrukmateriaal door de printer
verschaft. U heeft een internetaansluiting nodig om HP Instant Support te kunnen gebruiken.
Voor toegang tot HP Instant Support opent u de Werkset en klikt u op HP Instant Support op het
tabblad Informatie.
Opmerking De webpagina's van HP Instant Support worden dynamisch gegenereerd. Voeg
de website niet toe aan uw Favorieten; open de website altijd via de Werkset.
NLWW HP Instant Support 127
Telefonische ondersteuning van HP
Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het klantenondersteuningscentrum van HP.
Voordat u belt
Nummers voor telefonische ondersteuning
Voordat u belt
Zorg voordat u belt dat u de volgende informatie bij de hand hebt, zodat de medewerkers van ons
klantenondersteuningscentrum u zo goed mogelijk van dienst kunnen zijn:
1. Druk de diagnosepagina van de printer af. Zie
Een diagnosepagina afdrukken. Als de printer de
pagina niet afdrukt, zorgt u ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt:
Modelnummer en serienummer (zie de achterzijde van de printer).
printermodel
2. Kijk welk besturingssysteem wordt gebruikt (bijvoorbeeld Windows 2000).
3. Als de printer is aangesloten op een netwerk, kijkt u welk netwerkbesturingssysteem wordt gebruikt
(bijvoorbeeld Windows NT Server 4.0).
4. Kijk welk printerstuurprogramma en welke versie van de printersoftware wordt gebruikt, zoals
HP Photosmart Pro B8300 Versie: 2.325.0.0.
U kunt het versienummer van het printerstuurprogramma opzoeken in het printerstuurprogramma
door met de rechtermuisknop op het printerpictogram te klikken. Selecteer Eigenschappen en klik
op Info. Het versienummer wordt weergegeven in de lijst Stuurprogrammabestanden.
5. Als u problemen heeft met het afdrukken vanuit een bepaalde toepassing, noteer dan de naam en
het versienummer van de toepassing.
Nummers voor telefonische ondersteuning
Op veel plaatsen biedt HP kosteloos telefonische ondersteuning gedurende de garantieperiode. Bij
sommige van de ondersteuningsnummers moet u echter wel de normale telefoonkosten betalen.
De meest actuele lijst van telefoonnummers voor telefonische ondersteuning vindt u op
http://www.hp.com/support.
128 Hoofdstuk 9 Klantenondersteuning en garantie NLWW
NLWW Telefonische ondersteuning van HP 129
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
130 Hoofdstuk 9 Klantenondersteuning en garantie NLWW
10 Printerspecificaties en verklaring van
conformiteit
Dit gedeelte bevat de volgende informatie:
Printerspecificaties
Declaration of Conformity
NLWW 131
Printerspecificaties
Afdrukmethode Drop-on-demand thermische inkjettechnologie
Afdruksnelheid* Gewoon
papier (Letter/A4)
Snel concept Snel normaal Normaal Best
Zwarte tekst 30 ppm 8,7 ppm 8,0 ppm 0,6 ppm
Kleurentekst 20 ppm 7,5 ppm 6,0 ppm 1,5 ppm
Paginagrote afbeeldingen in
kleur
8,0 ppm 2,5 ppm 1,9 ppm 0,5 ppm
Fotopapier, met rand,
4 inkten 10 x 15 cm
Kleurenfoto 0,4 ppm 0,6 ppm 0,9 ppm 1,5 ppm
Fotopapier, zonder rand,
6 inkten 10 x 15 cm
Kleurenfoto 0,5 ppm 0,8 ppm 1,1 ppm 2,0 ppm
*Cijfers bij benadering. De werkelijke snelheid is afhankelijk van de systeemconfiguratie, de gebruikte software
en de complexiteit van het document.
Resolutie bij kleur Maximum 4800 x 1200 dpi*
*Maximaal 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd voor kleurenafdrukken en 1200 dpi invoer. Bij deze instelling wordt
mogelijk tijdelijk gebruik gemaakt van een grote hoeveelheid ruimte op de vaste schijf (400 MB of meer) en het
afdrukken verloopt langzamer. Een fotopatroon, indien aanwezig, verbetert de afdrukkwaliteit.
Printertalen HP PCL Level 3e
Softwarecompatibiliteit Microsoft Windows (2000 of XP); Mac OS X (V10.3 en V10.4); MS-DOS-toepassingen
Lettertypen 8 ingebouwde lettertypen, 4 in de afdrukstand Staand en 4 in de afdrukstand Liggend: CG Times, CG Times
Italic; Courier, Courier Italic; Letter Gothic, Letter Gothic Italic; Univers, Univers Italic (eurosymbool ondersteund)
Smart Software functies Bijgeleverde printerstuurprogrammafuncties:
Afdrukken zonder rand, minimummarges*, HP digitale fotografie, aangepast papierformaat, dubbelzijdig
afdrukken, brochure-indeling (folder), pagina's per vel, paginadelen*, opties voor formaat wijzigen, kleurbeheer,
spiegelbeeld*, afdrukvoorbeeld*, alle tekst zwart afdrukken, afdrukken in grijsschaal, afdrukken in sepia*,
ColorSync**
N.B. *alleen Windows; **alleen Macintosh
Afdrukmaterialen, typen en
formaten
Papier: gewoon papier, inkjetpapier, fotopapier, glanzend papier, banierpapier
Amerikaanse standaardformaten (US): Letter (8,5 x 11 inch), Legal (8,5 x 14 inch), Tabloid (11 x 17 inch),
Super B (13 x 9 inch), Executive (7,25 x 10,5 inch), Statement (5,5 x 8,5 inch), Photo (4 x 6 inch)
Internationale standaardformaten: A6 (105 x 148,5 mm), A5 (148,5 x 210 mm), A4 (210 x 297 mm), A3
(297 x 420 mm), A3+ (330 x 482 mm), JIS-B4 (257 x 364 mm), JIS-B5 (182 x 257 mm)
Transparanten: US Letter (8,5 x 11 inch), A4 (210 x 297 mm)
Enveloppen: US No. 10 (4,12 x 9,5 inch), US A2 Invitation (4,37 x 5,57 inch), US Monarch (3,87 x 7,5 inch),
European DL (110 x 220 mm), C5 (162 x 229 mm), C6 (114 x 162 mm)
Indexkaarten: US-indexkaart (4 x 6 inch), US-indexkaart (5 x 8 inch), A6-kaart (105 x 148,5 mm)
Etiketten: US-etiketten (8,5 x 11 inch), A4-etiketten (210 x 297 mm)
Aangepast formaat: 89,9 x 146,05 mm tot 330,2 x 1.270 mm
132 Hoofdstuk 10 Printerspecificaties en verklaring van conformiteit NLWW
Papierverwerking
Invoerlade: Maximaal 19 mm of maximaal 150 vellen gewoon papier; maximaal 15
enveloppen; maximaal 60 kaarten, maximaal 30 transparanten of etiketten;
fotomateriaal
Handinvoer aan voorkant: Maximaal 10 vellen gewoon papier; maximaal 5 enveloppen of kaarten;
maximaal 8 transparanten; fotomateriaal
Handinvoer aan
achterkant:
Enkel vel; dik afdrukmateriaal (maximaal 0,3 mm); enveloppen; kaarten,
transparanten; etiketten
Optionele accessoire voor
dubbelzijdig afdrukken
(duplexeenheid):
13 x 19 inch, 11 x 17 inch, Legal, Letter, Executive, A3+, A3, A4 en B5 (JIS).
Werkt niet met banieren, indexkaarten, enveloppen of aangepaste formaten die
kleiner dan B5 (JIS) of groter dan 13 x 19 inch/A3+ zijn.
Capaciteit uitvoerbak: Maximaal 75 vellen
Aanbevolen gewicht voor
afdrukmateriaal
Papier:
60 tot 135 g/m
2
(16 tot 36 lb bond) bij gebruik van invoerlade of sleuf voor
handinvoer aan de voorkant, en tot 280 g/m
2
(74 lb bond) bij gebruik van sleuf
voor handinvoer aan de achterkant
Enveloppen:
75 tot 90 g/m
2
Kaarten:
110 tot 200 g/m
2
bij gebruik van sleuf voor handinvoer aan de achterkant
I/O-interface Universal serial bus (USB)
Printergeheugen 16 MB ingebouwd RAM-geheugen
Afmetingen
HP Photosmart Pro B8300: 574,5 mm (breedte) bij
186,3 mm (hoogte) bij
409,5 mm (diepte)
met volledig uitgetrokken invoerlade: 631,0 mm (diepte)
Gewicht HP Photosmart Pro B8300: 11 kg
Maximumgebruik Maximaal 5.000 pagina's/maand
Stroomvoorziening Geïntegreerde universele voedingsmodule (UPS)
Stroomvereisten Ingang 100-240 V AC, 1300 mA 50/60Hz
Uitgang 32 V DC, 1500 mA
Energieverbruik 60 watt maximum
Werkomgeving Temperatuur, in bedrijf: 5˚ tot 40˚C
Voor optimale werking: 15˚ tot 30˚C
Temperatuur bij opslag: –40˚ tot 60˚C
Vochtigheidsgraad: 20 tot 80% RV, niet condenserend
Geluidsspecificatie conform ISO 9296: geluidskracht LwAD: 6,1 B(A)
Systeemeisen Minimaal
Windows 2000: Pentium 300 MHz, 64 MB RAM, 145 MB vaste-schijfruimte
Windows XP 32 bits editie: Pentium 300 MHz, 64 MB RAM, 145 MB vaste-schijfruimte
Mac OS X: G3 (behalve oorspronkelijke PowerBook G3), 128 MB RAM
Internet Explorer 4.0
NLWW Printerspecificaties 133
Aanbevolen
Windows 2000: Pentium 300 MHz, 64 MB RAM, 175 MB vaste-schijfruimte
Windows XP 32 bits editie: Pentium 300 MHz, 128 MB RAM, 190 MB vaste-schijfruimte
Mac OS X: G4 800 MHz, 256 MB RAM
Internet Explorer 5.0 of hoger
Garantie Beperkte garantie van 1 jaar
Productcertificaten Veiligheidscertificaten: CCC S&E (China), CSA (Canada), PSB (Singapore), UL (VS), TUV-GS (Duitsland),
K Mark (Korea), CE (Europese Unie)
EMC-certificaten: FCC Title 47 CFR Part 15 Class B (VS), CTICK (Australië en Nieuw-Zeeland), MIC Mark
(Korea), CE (Europese Unie), BSMI (Taiwan), GOST (Rusland), ICES (Canada)
134 Hoofdstuk 10 Printerspecificaties en verklaring van conformiteit NLWW
Declaration of Conformity
Declaration of Conformity
According to ISO/IEC Guide 22 and EN 45014
Manufacturer's Name: Hewlett-Packard Singapore (Pte) Ltd
Manufacturer's Address: Imaging and Printing Manufacturing Operation Singapore,
60 Alexandra Terrace, #07-01, The Comtech, Singapore, 118502
declares, that the product
Product Name: HP Deskjet 9800, HP Deskjet 9800d
HP Deskjet 9803, HP Deskjet 9803d
HP Deskjet 9808, HP Deskjet 9808d
HP Deskjet 9860/9868
HP Photosmart Pro B8300 series
Regulatory Model Number
(1)
:
SNPRC-0405
Product Number: C8165A/B, C8166A/B
C8165C, C8166C
C8165D, C8166D
C8183A/D
C8492A/B/C/D
Product Accessory Number: C8258A/HP Automatic Two-Sided Printing Accessory
Product Options: All
Conforms to the following Product Specifications:
Safety: IEC 60950-1: 2001 / EN 60950-1:2001
EN 60825-1:1994 + A1:2002 + A2:2001 Class 1 for LEDs
EMC:
CISPR 22: 1997 / EN 55022:1998 Class B
(2)
CISPR 24:1997 + A1 + A2 / EN 55024: 1998 + A1 + A2
IEC 61000-3-2:2000 / EN 61000-3-2:2000
IEC 61000-3-3:1994 + A1:2001 / EN 61000-3-3:1995 + A1:2001
FCC Title 47 CFR, Part 15 Class B / VCCI-2
(2)
ICES-003 Issue 4
Supplementary Information:
The product herewith complies with the requirements of the Low Voltage Directive 73/23/EEC and the EMC Directive 89/336/EEC, and carries
the CE marking accordingly.
(1) This product is assigned a Regulatory model number that stays with the regulatory aspects of the design. The Regulatory Model Number
is the main product identifier in the regulatory documentation and test reports, this number should not be confused with the marketing name
or the product numbers.
(2) The product was tested in a typical configuration with Hewlett Packard personal computer systems.
Chan Kum Yew
Director, Quality
Local contact for regulatory topics only:
European Contact: Hewlett-Packard GmbH, Department HQ-TRE / Standards Europe, Herrenberger Strasse 140, D-71034 Böblingen,
Germany
USA Contact: Hewlett-Packard Company, HPCC, 20555 S.H. 249 Houston, Texas, 77070
Australia Contact: Hewlett Packard Australia Ltd, Product Regulations Manager, 31-41 Joseph Street, Blackburn, Victoria 3130, Australia.
Singapore, 20 April 2006
NLWW Declaration of Conformity 135
136 Hoofdstuk 10 Printerspecificaties en verklaring van conformiteit NLWW
11 Overheidsvoorschriften
FCC statement
Diverse overheidsvoorschriften
Programma voor milieubehoud
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de Europese Unie
NLWW 137
FCC statement
The U.S. Federal Communications Commission (in 47 cfr 15.105) has specified that the following notices
be brought to the attention of users of this product.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant
to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful
interference in a residential installation. This equipment generates, uses and can radiate radio frequency
energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference
to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular
installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can
be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the
interference by one or more of the following measures:
Reorient or relocate the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and receiver.
Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is
connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with part 15 of the FCC rules. Operation is subject to the following two conditions:
(1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference
received, including interference that may cause undesired operation.
Modifications (part 15.21): The FCC requires the user to be notified that any changes or modifications
made to this device that are not expressly approved by HP may void the user's authority to operate the
equipment.
For further information, contact the Manager of Corporate Product Regulations, Hewlett-Packard
Company, 3000 Hanover Street, Palo Alto, CA 94304, (650) 857–1501.
Kennisgeving voor gebruikers in Korea
138 Hoofdstuk 11 Overheidsvoorschriften NLWW
Diverse overheidsvoorschriften
LED-classificatie
Wettelijk modelnummer
Voor identificatiedoeleinden is uw product voorzien van een wettelijk modelnummer. Het wettelijke
modelnummer van uw product is SNPRC-0405. Dit wettelijke nummer moet niet worden verward met
de marktnaam (bijvoorbeeld HP Photosmart Pro B8300 series) of het artikelnummer (bijvoorbeeld
C8492A of C8492B).
NLWW Diverse overheidsvoorschriften 139
Programma voor milieubehoud
Hewlett-Packard stimuleert klanten om gebruikte elektronische hardware, originele HP inktpatronen en
oplaadbare batterijen te hergebruiken. HP zet zich in om kwaliteitsproducten te leveren op een
milieuvriendelijke manier. Dit product is ontworpen met het oog op hergebruik. Het aantal materialen is
tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid.
De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen worden gescheiden.
Bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te vinden, te bereiken en te verwijderen met
normale gereedschappen. Belangrijke onderdelen zijn zodanig ontworpen dat ze eenvoudig te bereiken
zijn, zodat ze efficiënt kunnen worden gedemonteerd en gerepareerd.
Ga voor meer informatie naar de website HP's Commitment to the Environment op:
http://www.hp.com/
hpinfo/globalcitizenship/environment/index.html.
Papiergebruik
Dit product is geschikt voor het gebruik van gerecycled papier volgens DIN 19309 en EN 12281:2002.
Kunststof
Kunststof onderdelen die meer dan 25 gram wegen, zijn conform internationale normen gemarkeerd.
Op deze wijze kunnen de kunststof onderdelen eenvoudiger worden hergebruikt als het product het
eind van de levensduur heeft bereikt.
Programma voor hergebruik
HP biedt in veel landen/regio's een groeiend aantal programma's aan voor het inleveren en hergebruiken
van producten en werkt overal ter wereld samen met enkele van de grootste hergebruikcentra voor
elektronica. HP ontziet de natuurlijke hulpbronnen door wederverkoop mogelijk te maken van enkele
van de populairste HP producten. Ga voor meer informatie over het hergebruik van HP producten naar:
http://www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle
Programma voor hergebruik van HP inkjetbenodigdheden
HP zet zich in voor de bescherming van het milieu. Het programma voor hergebruik van HP
inktjetbenodigdheden is in een groot aantal landen/regio's beschikbaar en stelt u in staat inktpatronen
kosteloos te hergebruiken. Ga voor meer informatie naar de volgende website:
http://www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle
Verwerking van materialen
Dit HP product bevat materialen die aan het einde van de levensduur mogelijk speciale behandeling
verlangen:
Energieverbruik - Energy Star
Het energieverbruik neemt aanzienlijk af in de energiebesparingsstand. Hierdoor worden natuurlijke
bronnen en geld bespaard zonder dat de hoge prestaties van dit product worden beïnvloed. Dit product
komt in aanmerking voor ENERGY STAR® (versie 3.0), een vrijwillig programma dat is opgericht om
de ontwikkeling van energiezuinige kantoorproducten te stimuleren.
140 Hoofdstuk 11 Overheidsvoorschriften NLWW
ENERGY STAR® is een gedeponeerd servicemerk in de VS van de Amerikaanse Environmental
Protection Agency. Als ENERGY STAR® Partner heeft HP bepaalt dat dit product voldoet aan de
richtlijnen van ENERGY STAR® voor efficiënt energiegebruik.
Ga voor meer informatie over de richtlijnen van ENERGY STAR® naar de volgende website:
http://www.energystar.gov
Energieverbruik - Federal Energy Management Program
Dit product voldoet aan de eisen van het FEMP-programma (Federal Energy Management Program),
het Amerikaanse energiebesparingsinitiatief dat is gericht op het besparen van stroom als het product
is uitgeschakeld.
Energieverbruik in standby: Raadpleeg de productspecificaties.
Energieverbruik in uitgeschakelde toestand: Ook als het product is uitgeschakeld, verbruikt het nog
een zekere hoeveelheid stroom. Energieverbruik kan worden voorkomen door het product uit te
schakelen en vervolgens de stekker van het product uit het stopcontact te halen.
NLWW Programma voor milieubehoud 141
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in
particuliere huishoudens in de Europese Unie
Disposal of Waste Equipment by Users in Private Households in the European Union
This symbol on the product or on its packaging indicates that this product must not be disposed of with your other household waste. Instead, it is your responsibility to dispose of your
waste equipment by handing it over to a designated collection point for the recycling of waste electrical and electronic equipment. The separate collection and recycling of your waste
equipment at the time of disposal will help to conserve natural resources and ensure that it is recycled in a manner that protects human health and the environment. For more
information about where you can drop off your waste equipment for recycling, please contact your local city office, your household waste disposal service or the shop where you
purchased the product.
Évacuation des équipements usagés par les utilisateurs dans les foyers privés au sein de l'Union européenne
La présence de ce symbole sur le produit ou sur son emballage indique que vous ne pouvez pas vous débarrasser de ce produit de la même façon que vos déchets courants.
Au contraire, vous êtes responsable de l'évacuation de vos équipements usagés et, à cet effet, vous êtes tenu de les remettre à un point de collecte agréé pour le recyclage des
équipements électriques et électroniques usagés. Le tri, l'évacuation et le recyclage séparés de vos équipements usagés permettent de préserver les ressources naturelles et de
s'assurer que ces équipements sont recyclés dans le respect de la santé humaine et de l'environnement. Pour plus d'informations sur les lieux de collecte des équipements usagés,
veuillez contacter votre mairie, votre service de traitement des déchets ménagers ou le magasin où vous avez acheté le produit.
Entsorgung von Elektrogeräten durch Benutzer in privaten Haushalten in der EU
Dieses Symbol auf dem Produkt oder dessen Verpackung gibt an, dass das Produkt nicht zusammen mit dem Restmüll entsorgt werden darf. Es obliegt daher Ihrer Verantwortung,
das Gerät an einer entsprechenden Stelle für die Entsorgung oder Wiederverwertung von Elektrogeräten aller Art abzugeben (z.B. ein Wertstoffhof). Die separate Sammlung und
das Recyceln Ihrer alten Elektrogeräte zum Zeitpunkt ihrer Entsorgung trägt zum Schutz der Umwelt bei und gewährleistet, dass sie auf eine Art und Weise recycelt werden, die
keine Gefährdung für die Gesundheit des Menschen und der Umwelt darstellt. Weitere Informationen darüber, wo Sie alte Elektrogeräte zum Recyceln abgeben können, erhalten
Sie bei den örtlichen Behörden, Wertstoffhöfen oder dort, wo Sie das Gerät erworben haben.
Smaltimento di apparecchiature da rottamare da parte di privati nell'Unione Europea
Questo simbolo che appare sul prodotto o sulla confezione indica che il prodotto non deve essere smaltito assieme agli altri rifiuti domestici. Gli utenti devono provvedere allo
smaltimento delle apparecchiature da rottamare portandole al luogo di raccolta indicato per il riciclaggio delle apparecchiature elettriche ed elettroniche. La raccolta e il riciclaggio
separati delle apparecchiature da rottamare in fase di smaltimento favoriscono la conservazione delle risorse naturali e garantiscono che tali apparecchiature vengano rottamate
nel rispetto dell'ambiente e della tutela della salute. Per ulteriori informazioni sui punti di raccolta delle apparecchiature da rottamare, contattare il proprio comune di residenza,
il servizio di smaltimento dei rifiuti locale o il negozio presso il quale è stato acquistato il prodotto.
Eliminación de residuos de aparatos eléctricos y electrónicos por parte de usuarios domésticos en la Unión Europea
Este símbolo en el producto o en el embalaje indica que no se puede desechar el producto junto con los residuos domésticos. Por el contrario, si debe eliminar este tipo de residuo,
es responsabilidad del usuario entregarlo en un punto de recogida designado de reciclado de aparatos electrónicos y eléctricos. El reciclaje y la recogida por separado de estos
residuos en el momento de la eliminación ayudará a preservar recursos naturales y a garantizar que el reciclaje proteja la salud y el medio ambiente. Si desea información adicional
sobre los lugares donde puede dejar estos residuos para su reciclado, póngase en contacto con las autoridades locales de su ciudad, con el servicio de gestión de residuos
domésticos o con la tienda donde adquirió el producto.
Likvidace vysloužilého zařízení uživateli v domácnosti v zemích EU
Tato značka na produktu nebo na jeho obalu označuje, že tento produkt nesmí být likvidován prostým vyhozením do běžného domovního odpadu. Odpovídáte za to, že vysloužilé
zařízení bude předáno k likvidaci do stanovených sběrných míst určených k recyklaci vysloužilých elektrických a elektronických zařízení. Likvidace vysloužilého zařízení
samostatným sběrem a recyklací napomáhá zachování přírodních zdrojů a zajišťuje, že recyklace proběhne způsobem chránícím lidské zdraví a životní prostředí. Další informace
o tom, kam můžete vysloužilé zařízení předat k recyklaci, můžete získat od úřadů místní samosprávy, od společnosti provádějící svoz a likvidaci domovního odpadu nebo v
obchodě, kde jste produkt zakoupili.
Bortskaffelse af affaldsudstyr for brugere i private husholdninger i EU
Dette symbol på produktet eller på dets emballage indikerer, at produktet ikke må bortskaffes sammen med andet husholdningsaffald. I stedet er det dit ansvar at bortskaffe
affaldsudstyr ved at aflevere det på dertil beregnede indsamlingssteder med henblik på genbrug af elektrisk og elektronisk affaldsudstyr. Den separate indsamling og genbrug af dit
affaldsudstyr på tidspunktet for bortskaffelse er med til at bevare naturlige ressourcer og sikre, at genbrug finder sted på en måde, der beskytter menneskers helbred samt miljøet.
Hvis du vil vide mere om, hvor du kan aflevere dit affaldsudstyr til genbrug, kan du kontakte kommunen, det lokale renovationsvæsen eller den forretning, hvor du købte produktet.
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de Europese Unie
Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit product niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Het is uw verantwoordelijkheid uw afgedankte
apparatuur af te leveren op een aangewezen inzamelpunt voor de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. De gescheiden inzameling en verwerking
van uw afgedankte apparatuur draagt bij tot het sparen van natuurlijke bronnen en tot het hergebruik van materiaal op een wijze die de volksgezondheid en het milieu beschermt.
Voor meer informatie over waar u uw afgedankte apparatuur kunt inleveren voor recycling kunt u contact opnemen met het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst
of de winkel waar u het product hebt aangeschaft.
Eramajapidamistes kasutuselt kõrvaldatavate seadmete käitlemine Euroopa Liidus
Kui tootel või toote pakendil on see sümbol, ei tohi seda toodet visata olmejäätmete hulka. Teie kohus on viia tarbetuks muutunud seade selleks ettenähtud elektri- ja
elektroonikaseadmete utiliseerimiskohta. Utiliseeritavate seadmete eraldi kogumine ja käitlemine aitab säästa loodusvarasid ning tagada, et käitlemine toimub inimeste tervisele
ja keskkonnale ohutult. Lisateavet selle kohta, kuhu saate utiliseeritava seadme käitlemiseks viia, saate küsida kohalikust omavalitsusest, olmejäätmete utiliseerimispunktist või
kauplusest, kust te seadme ostsite.
Hävitettävien laitteiden käsittely kotitalouksissa Euroopan unionin alueella
Tämä tuotteessa tai sen pakkauksessa oleva merkintä osoittaa, että tuotetta ei saa hävittää talousjätteiden mukana. Käyttäjän velvollisuus on huolehtia siitä, että hävitettävä laite
toimitetaan sähkö- ja elektroniikkalaiteromun keräyspisteeseen. Hävitettävien laitteiden erillinen keräys ja kierrätys säästää luonnonvaroja. Näin toimimalla varmistetaan myös,
että kierrätys tapahtuu tavalla, joka suojelee ihmisten terveyttä ja ympäristöä. Saat tarvittaessa lisätietoja jätteiden kierrätyspaikoista paikallisilta viranomaisilta, jäteyhtiöiltä tai
tuotteen jälleenmyyjältä.
Απόρριψη άχρηστων συσκευών στην Ευρωπαϊκή Ένωση
Το παρόν σύμβολο στον εξοπλισμό ή στη συσκευασία του υποδεικνύει ότι το προϊόν αυτό δεν πρέπει να πεταχτεί μαζί με άλλα οικιακά απορρίμματα. Αντίθετα, ευθύνη σας είναι
να απορρίψετε τις άχρηστες συσκευές σε μια καθορισμένη μονάδα συλλογής απορριμμάτων για την ανακύκλωση άχρηστου ηλεκτρικού και ηλεκτρονικού εξοπλισμού. Η χωριστή
συλλογή και ανακύκλωση των άχρηστων συσκευών θα συμβάλει στη διατήρηση των φυσικών πόρων και στη διασφάλιση ότι θα ανακυκλωθούν
με τέτοιον
τρόπο, ώστε να προστατεύεται η υγεία των ανθρώπων και το περιβάλλον. Για περισσότερες πληροφορίες σχετικά με το πού μπορείτε να απορρίψετε τις άχρηστες συσκευές
για ανακύκλωση, επικοινωνήστε με τις κατά τόπους αρμόδιες αρχές ή με το κατάστημα από το οποίο αγοράσατε το προϊόν.
A hulladékanyagok kezelése a magánháztartásokban az Európai Unióban
Ez a szimbólum, amely a terméken vagy annak csomagolásán van feltüntetve, azt jelzi, hogy a termék nem kezelhető együtt az egyéb háztartási hulladékkal. Az Ön feladata,
hogy a készülék hulladékanyagait eljuttassa olyan kijelölt gyűjtőhelyre, amely az elektromos hulladékanyagok és az elektronikus berendezések újrahasznosításával foglalkozik.
A hulladékanyagok elkülönített gyűjtése és újrahasznosítása hozzájárul a természeti erőforrások megőrzéséhez, egyúttal azt is biztosítja, hogy a hulladék újrahasznosítása az
egészségre és a környezetre nem ártalmas módon történik. Ha tájékoztatást szeretne kapni azokról a helyekről, ahol leadhatja újrahasznosításra a hulladékanyagokat, forduljon
a helyi önkormányzathoz, a háztartási hulladék begyűjtésével foglalkozó vállalathoz vagy a termék forgalmazójához.
Lietotāju atbrīvošanās no nederīgām ierīcēm Eiropas Savienības privātajās mājsaimniecībās
Šis simbols uz ierīces vai tās iepakojuma norāda, ka šo ierīci nedrīkst izmest kopā ar pārējiem mājsaimniecības atkritumiem. Jūs esat atbildīgs par atbrīvošanos no nederīgās
ierīces, to nododot norādītajā savākšanas vietā, lai tiktu veikta nederīgā elektriskā un elektroniskā aprīkojuma otrreizējā pārstrāde. Speciāla nederīgās ierīces savākšana un
otrreizējā pārstrāde palīdz taupīt dabas resursus un nodrošina tādu otrreizējo pārstrādi, kas sargā cilvēku veselību un apkārtējo vidi. Lai iegūtu papildu informāciju par to, kur
otrreizējai pārstrādei var nogādāt nederīgo ierīci, lūdzu, sazinieties ar vietējo pašvaldību, mājsaimniecības atkritumu savākšanas dienestu vai veikalu, kurā iegādājāties šo ierīci.
Europos Sąjungos vartotojų ir privačių namų ūkių atliekamos įrangos išmetimas
Šis simbolis ant produkto arba jo pakuotės nurodo, kad produktas negali būti išmestas kartu su kitomis namų ūkio atliekomis. Jūs privalote išmesti savo atliekamą įrangą atiduodami
ją į atliekamos elektronikos ir elektros įrangos perdirbimo punktus. Jei atliekama įranga bus atskirai surenkama ir perdirbama, bus išsaugomi natūralūs ištekliai ir užtikrinama, kad
įranga yra perdirbta žmogaus sveikatą ir gamtą tausojančiu būdu. Dėl informacijos apie tai, kur galite išmesti atliekamą perdirbti skirtą įrangą kreipkitės į atitinkamą vietos tarnybą,
namų ūkio atliekų išvežimo tarnybą arba į parduotuvę, kurioje pirkote produktą.
Utylizacja zużytego sprzętu przez użytkowników domowych w Unii Europejskiej
Symbol ten umieszczony na produkcie lub opakowaniu oznacza, że tego produktu nie należy wyrzucać razem z innymi odpadami domowymi. Użytkownik jest odpowiedzialny za
dostarczenie zużytego sprzętu do wyznaczonego punktu gromadzenia zużytych urządzeń elektrycznych i elektronicznych. Gromadzenie osobno i recykling tego typu odpadów
przyczynia się do ochrony zasobów naturalnych i jest bezpieczny dla zdrowia i środowiska naturalnego. Dalsze informacje na temat sposobu utylizacji zużytych urządzeń można
uzyskać u odpowiednich władz lokalnych, w przedsiębiorstwie zajmującym się usuwaniem odpadów lub w miejscu zakupu produktu.
Descarte de equipamentos por usuários em residências da União Européia
Este símbolo no produto ou na embalagem indica que o produto não pode ser descartado junto com o lixo doméstico. No entanto, é sua responsabilidade levar os equipamentos
a serem descartados a um ponto de coleta designado para a reciclagem de equipamentos eletro-eletrônicos. A coleta separada e a reciclagem dos equipamentos no momento do
descarte ajudam na conservação dos recursos naturais e garantem que os equipamentos serão reciclados de forma a proteger a saúde das pessoas e o meio ambiente. Para obter
mais informações sobre onde descartar equipamentos para reciclagem, entre em contato com o escritório local de sua cidade, o serviço de limpeza pública de seu bairro ou a loja
em que adquiriu o produto.
Postup používateľov v krajinách Európskej únie pri vyhadzovaní zariadenia v domácom používaní do odpadu
Tento symbol na produkte alebo na jeho obale znamená, že nesmie by vyhodený s iným komunálnym odpadom. Namiesto toho máte povinnos odovzda toto zariadenie na zbernom
mieste, kde sa zabezpečuje recyklácia elektrických a elektronických zariadení. Separovaný zber a recyklácia zariadenia určeného na odpad pomôže chráni prírodné zdroje a
zabezpečí taký spôsob recyklácie, ktorý bude chráni ľudské zdravie a životné prostredie. Ďalšie informácie o separovanom zbere a recyklácii získate na miestnom obecnom úrade,
vo firme zabezpečujúcej zber vášho komunálneho odpadu alebo v predajni, kde ste produkt kúpili.
Ravnanje z odpadno opremo v gospodinjstvih znotraj Evropske unije
Ta znak na izdelku ali embalaži izdelka pomeni, da izdelka ne smete odlagati skupaj z drugimi gospodinjskimi odpadki. Odpadno opremo ste dolžni oddati na določenem zbirnem
mestu za recikliranje odpadne električne in elektronske opreme. Z ločenim zbiranjem in recikliranjem odpadne opreme ob odlaganju boste pomagali ohraniti naravne vire in
zagotovili, da bo odpadna oprema reciklirana tako, da se varuje zdravje ljudi in okolje. Več informacij o mestih, kjer lahko oddate odpadno opremo za recikliranje, lahko dobite
na občini, v komunalnem podjetju ali trgovini, kjer ste izdelek kupili.
Kassering av förbrukningsmaterial, för hem- och privatanvändare i EU
Produkter eller produktförpackningar med den här symbolen får inte kasseras med vanligt hushållsavfall. I stället har du ansvar för att produkten lämnas till en behörig
återvinningsstation för hantering av el- och elektronikprodukter. Genom att lämna kasserade produkter till återvinning hjälper du till att bevara våra gemensamma naturresurser.
Dessutom skyddas både människor och miljön när produkter återvinns på rätt sätt. Kommunala myndigheter, sophanteringsföretag eller butiken där varan köptes kan ge mer
information om var du lämnar kasserade produkter för återvinning.
EnglishFrançaisDeutschItalianoEspañolČeskyDanskNederlandsEestiSuomiΕλληνικάMagyarLatviskiLietuviškaiPolskiPortuguêsSlovenčinaSlovenščinaSvenska
142 Hoofdstuk 11 Overheidsvoorschriften NLWW
Index
Symbolen en getallen
4800 x 1200 dpi
geoptimaliseerd 43, 44, 46
A
aan/uit-knop 8
aan/uit-lampje 8
aangepast papierformaat,
afdrukken 56
accessoires
bestelinformatie 119
accessoire voor automatisch
dubbelzijdig afdrukken
gebruiken 71
installeren 27
problemen oplossen 109
voordelen van gebruik 71
achterkant, handinvoer
afdrukken 52
beschrijving 8
afdrukken
afdrukken zonder rand 42, 46
afdruktaak annuleren 73
automatische papiertypesensor
gebruiken 40
banieren 66
digitale foto’s 43
dubbelzijdig, automatisch 71
dubbelzijdig, handmatig 70
dubbelzijdig, overzicht 69
dubbelzijdig, richtlijnen 69
energiebesparingsmodus 2
etiketten 67
folders/brochures 63
handinvoer aan achterkant 52
handinvoer aan voorkant 52
meerdere pagina’s op één
vel 62
met één inktpatroon 25
minimummarges 37, 42
op aangepast
papierformaat 56
op afdrukmateriaal van HP 55
op diverse soorten
afdrukmateriaal 55
op enveloppen 57
op kaarten 59
op transparanten 55
panorama-afdrukken 2
panoramafoto's 49
posters 65
T-shirt opstrijkpatronen 68
afdrukken zonder rand
afdrukken 46
beschrijving 42
problemen oplossen 107
afdrukmateriaal
afdrukken op aangepast
papierformaat 56
afdrukken op afdrukmateriaal
van HP 55
afdrukken op diverse
soorten 55
afdrukken op enveloppen 57
afdrukken op kaarten 59
afdrukken op
transparanten 55
afdrukken zonder rand 46
benodigdheden bestellen 119
ondersteunde formaten 30
ondersteunde gewichten en
capaciteiten 36
ondersteunde soorten 35
papierstoringen
verhelpen 103
plaatsen in invoerlade 38
tips voor keuze en gebruik 30
transparanten laden 38
afdrukmateriaal laden
handinvoer aan achterkant 52
handinvoer aan voorkant 52
invoerlade 38
afdrukmateriaal van HP,
afdrukken 55
afdrukproblemen 90
afdruksnelheid 132
afdruktaak annuleren 73
afmetingen, printer 133
annuleerknop 73
automatische
papiertypesensor 40
B
banieren, afdrukken 66
benodigdheden en accessoires
accessoires 121
beperkte garantieverklaring 130
besturingssysteemeisen 133
C
ColorSmart III 43
D
declaration of conformity 135
demopagina, afdrukken 82, 88
diagnosepagina 4
diagnosepagina, afdrukken 89
doorgaanknop 8
Doorgaan-lampje 8
dubbelzijdig afdrukken. Zie
afdrukken
duplexen. Zie afdrukken
E
elektronische ondersteuning
hulpmiddelen 126
energiebesparingsmodus 2
enveloppen, afdrukken 57
etiketten afdrukken 67
Exif Print 45
NLWW Index 143
F
FCC statement 138
folders/brochures afdrukken 63
foto’s
4800 x 1200 dpi
geoptimaliseerd 44
afdrukken 43
afdrukken met PhotoREt 44
afdrukken zonder rand 46
digitale fotografie,
technieken 44
Exif Print 45
HP digitale fotografie 42
HP software voor foto-
imaging 45
kleurendruk met zes inkten 43
PhotoREt IV 43
richtlijnen voor afdrukken 43
foutberichten
weergave via Werkset 77
G
garantie 130
geavanceerde
softwarefuncties 42
geheugen, ingebouwd 133
H
handinvoer aan achterkant
afdrukken 52
beschrijving 8
handinvoer aan voorkant
afbeelding 6
afdrukken 52
Help bij printerstuurprogramma 4
Hoe kan ik… 80
HP digitale fotografie 42
HP Inkjet Werkset (Mac OS) 4
HP Instant Support 4, 78
HP PCL 3 132
HP Printerprogramma 83
hpshopping.com 119
HP software voor foto-imaging 45
HP websites 4
hulpmiddelen
elektronische
ondersteuning 126
Hoe kan ik… 80
klantenondersteuning 125
Telefonische ondersteuning van
HP 128
Werkset 76
I
I/O-interfaces 133
Informatie (tabblad), Werkset 78
inktpatronen
afdrukken met één
inktpatroon 25
beschermende klem voor
inktpatroon 24
installeren of vervangen 20
onderhoud en opslag 24
ondersteund 20
reinigen 23, 82
uitlijnen 22, 82
weergave inktniveau,
Macintosh 83
weergave inktniveau,
Windows 77
inktpatroonhouder 6
inktpatroonvergrendeling 6
Installatiegids 4
interfaces, I/O 133
invoerlade 38
invoerlade, uittrekbaar
afbeelding 6
invoerladevergrendeling 7
K
kaarten, afdrukken 59
klantenondersteuning 125
L
lampjes voor zwarte inktpatroon of
fotopatroon
afbeelding 7
lampje voor driekleurenpatroon
afbeelding 7
leesmij-bestand 4
lettertypen, ingebouwd 132
Linux-stuurprogramma 17
M
Macintosh
HP Printerprogramma 83
systeemeisen 133
marges, minimum 37
minimummarges 37, 42
myPrintMileage
beschrijving 80
toegang via Werkset 78
website 80
O
omgevingsspecificaties 133
onverwachte afdrukken 96
overheidsvoorschriften 137
P
panoramafoto's, afdrukken 49
papier. Zie afdrukmateriaal
papierbreedtegeleider 7
papiergeleider voor handinvoer aan
voorkant
afbeelding 6
papiergeleider voor klein
afdrukmateriaal
beschrijving 7
gebruiken 57, 59
papierstoringen
tips ter voorkoming van 105
verhelpen 103
PCL 3 132
PhotoREt IV 43
posters, afdrukken 65
printer
geavanceerde
softwarefuncties 42
geheugen 133
minimummarges 37
printerlampjes 113
printerstuur-
programmafuncties 42
registreren via Werkset 78
resolutie 132
speciale functies 2
specificaties 131
taal 132
weergave hardware-
informatie 78
printerkap 6
Printerservice (tabblad),
Werkset 82
Printerstatus (tabblad),
Werkset 77
printerstuurprogramma
geavanceerde
softwarefuncties 42, 132
144 Index NLWW
huidige afdrukinstellingen
wijzigen 51
installeren op de
Macintosh 12
installeren van andere
stuurprogramma’s 17
setupprogramma
aanpassen 16
software 9
standaardafdrukinstellingen
wijzigen 41
systeemeisen 133
verwijderen 14
problemen oplossen
accessoire voor automatisch
dubbelzijdig afdrukken 109
automatisch dubbelzijdig
afdrukken 109
banieren worden niet juist
afgedrukt 108
demopagina, afdrukken 88
diagnosepagina, afdrukken 89
printerlampjes knipperen 113
problemen met afdrukken in een
netwerk 111
problemen met afdrukken
zonder rand 107
problemen met
fotoafdrukken 106
tips en informatiebronnen 86
vastgelopen papier 103
productcertificaten 134
R
release-info 4
resolutie, printer 132
S
slechte afdrukkwaliteit 96
software
geavanceerde
softwarefuncties 42, 132
HP software voor foto-
imaging 45
huidige afdrukinstellingen
wijzigen 51
installeren op de
Macintosh 12
overige software
installeren 17
printerstuurprogramma 9
printerstuur-
programmafuncties 42
setupprogramma
aanpassen 16
standaardafdrukinstellingen
wijzigen 41
systeemeisen 133
verwijderen 14
software verwijderen 14
specificaties
maximumgebruik printer 133
printer 131
printerafmetingen 133
printergewicht 133
stroomverbruik 133
stroomvereisten 133
systeemeisen 133
werkomgeving 133
Starter CD 4
stroomaansluiting 8
systeemeisen 133
T
taal, printer 132
Telefonische ondersteuning van
HP 4, 128
toegangspaneel aan achterkant
beschrijving 8
ontgrendelingsknoppen 8
transparanten
afdrukken 55
laden 38
T-shirt opstrijkpatronen,
afdrukken 68
U
uittrekbare invoerlade 6
uittrekbare uitvoerbak 6
uitvoerbak, uittrekbaar
afbeelding 6
uitwerpmechaniek voor kleine
afdrukmaterialen 7
USB-poort 8
V
vastgelopen papier
verwijderen 103
voorkant, handinvoer
afbeelding 6
afdrukken 52
W
website
benodigdheden en accessoires
bestellen 119
Linux 17
myPrintMileage 80
Werkset
beschrijving 4
gebruiken 76
Informatie (tabblad) 78
printerbenodigdheden
bestellen 120
Printerservice (tabblad) 82
Printerstatus (tabblad) 77
Windows
systeemeisen 133
NLWW Index 145
146 Index NLWW
© 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
www.hp.com/support
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158

HP Photosmart Pro B8300 Printer series Handleiding

Categorie
Afdrukken
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor