Documenttranscriptie
3-866-529-54(1)
Mini Hi-Fi
Component
System
Gebruiksaanwijzing
NL
Istruzioni per l’uso
IT
Manual de Instruções
PT
DHC-MDX10
©1999 by Sony Corporation
1
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om gevaar voor elektrische schokken te vermijden,
dient u de behuizing van het apparaat nooit te
openen. Laat onderhoud en eventuele reparatie over
aan bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte,
zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Dit apparaat is
geklassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product. De aanduiding
CLASS 1 LASER
PRODUCT bevindt zich
aan de achterkant van
het apparaat.
IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE
VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN
GESTELD VOOR DIRECTE SCHADE,
SECUNDAIRE SCHADE OF WAT VOOR
SCHADE DAN OOK, VOORTVLOEIEND UIT
GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN
DEFECT HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE
SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF
VERLIEZEN.
Deze stereo-installatie is voorzien van het B-type
Dolby* ruisonderdrukkingssysteem.
* Geproduceerd onder licentie van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
DOLBY en het dubbel D symbool a zijn
handeismerken van: Dolby Laboratories Licensing
Corporation.
Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het
apparaat.
BELANGRIJK: Sluit nooit twee netsnoeren
aan op één enkele stekker.
Voor de Klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
2NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereoinstallatie ........................................... 5
Stap 2: Gelijkzetten van de klok .......... 7
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete
radiozenders ..................................... 8
Stroom besparen in de gebruiksklaarstand ................................................ 10
Basisbediening
Afspelen van een compact disc .......... 11
Opnemen van een CD op minidisc .... 13
Opnemen van een compact disc ........ 14
Afspelen van een minidisc .................. 15
Afspelen van een cassette ................... 17
Luisteren naar de radio ....................... 18
Opnemen van de radio op een MD ... 20
Opnemen van de radio op een cassette
.......................................................... 21
Luisteren naar een CD
Gebruik van het CD uitleesvenster .... 23
Willekeurige weergave van
muziekstukken op CD .................. 24
Programma-weergave van
muziekstukken op CD .................. 25
Herhaalde weergave van
muziekstukken op CD .................. 26
Weergave van CD’s zonder
onderbreking tussen de
muziekstukken ............................... 27
Repeteerweergave van een muziekpassage op CD ................................ 28
“Flits” weergave van een
muziekpassage op CD .................. 28
Labellen van een CD ............................ 29
Luisteren naar een MD
Gebruik van het MD uitleesvenster ... 31
Afspelen in willekeurige volgorde .... 32
Programmeren van MD fragmenten . 33
Herhalen van MD fragmenten ........... 35
Voorbereidingen
Inhoudsopgave
Opnemen op een minidisc
Alvorens u begint met opnemen ........ 36
Opnemen van uw favoriete CDmuziekstukken ............................... 37
Snel opnemen van het huidige
muziekstuk ..................................... 38
Handmatig opnemen op een minidisc .. 38
Opnemen in mono ............................... 39
Invoegen van drie seconden pauze
tussen de muziekstukken ............. 40
Veiligheids-opnamestart met zes
seconden muziek uit het
buffergeheugen .............................. 41
Aanbrengen van muziekstuknummers
.......................................................... 42
Instellen van het opnameniveau ........ 44
NL
Monteren van een MD
Alvorens u begint met bewerken ....... 45
Disctitel en muziektitels kiezen .......... 46
Wissen van minidisc-opnamen .......... 48
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken ............................... 51
Splitsen van opgenomen
muziekstukken ............................... 52
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken ............................... 54
Ongedaan maken van de laatste
bewerking ....................................... 55
3NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Inhoudsopgave (vervolg)
Opnemen op een cassette
Opnemen van een cassette op een
cassette ............................................ 57
Handmatig opnemen ........................... 58
Geprogrammeerde opname van een
CD .................................................... 59
Instellen van de weergave
Bijregelen van het geluid ..................... 61
Kiezen van een akoestiek-instelling .. 62
Omschakelen van de spectrum
analyzer aanduidingen ................. 63
Weergave met een ruimtelijk effect ... 64
Bijregelen met de grafiek
-toonregeling .................................. 64
Vastleggen van uw eigen akoestiekinstellingen ..................................... 65
Extra functies
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)* .............................................. 67
Karaoke: meezingen met muziek ....... 69
Labellen van een voorkeurzender ..... 71
Met muziek in slaap vallen ................. 72
Met muziek gewekt worden ............... 73
Schakelklok-opname van radiouitzendingen ................................... 74
Gebruik van los verkrijgbare
audio/video-apparatuur
Aansluiten van een MD Walkman* ... 76
Opnemen vanaf een MD Walkman op
een andere minidisc ...................... 77
Aansluiten van digitale apparatuur .. 79
Opnemen van de digitale componenten . 80
Opnemen van digitale geluidsbronnen
op minidisc ..................................... 80
Aansluiten van een tapedeck,
videorecorder, enz. ........................ 81
Luisteren naar het geluid van
aangesloten AV-componenten .... 82
Opnemen van aangesloten externe
analoge componenten ................... 83
Aansluiten van een ultralaagluidspreker ...................................... 84
Aansluiten van buitenantennes .......... 84
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ........................ 86
Beperkingen van het minidisc-systeem
.......................................................... 88
Verhelpen van storingen ..................... 89
Zelfdiagnose-aanduidingen ................ 92
Foutmeldingen ...................................... 93
Technische gegevens ............................ 94
Index ....................................................... 96
* Alleen Europees model
** “MD WALKMAN” is een handelsmerk van Sony
Corporation.
4NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Voorbereidingen
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.
AM-kaderantenne
FM-draadantenne
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie
2
1
1
3
1
4
Rechter voorluidspreker
Linker voorluidspreker
1 Sluit de voorluidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren van de
voorluidsprekers aan op de SPEAKER
klemmen zoals hieronder getoond.
Steek alleen het vrijgemaakte
uiteinde in de aansluiting.
Opmerking
• Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt
van de antennes, om storing in de
weergave te voorkomen.
• Het type luidsprekers verschilt afhankelijk
van het model dat u zich hebt aangeschaft
(zie de “Technische gegevens” op blz. 94).
R
+
L
+
wordt vervolgd
–
Rood (‘)
Zwart (’)
5NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Stap 1: Aansluiten van de stereoinstallatie (vervolg)
3 Bij de modellen met een
spanningskiezer, stelt u deze
VOLTAGE SELECTOR in op het
voltage van het plaatselijk lichtnet.
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de kaderantenne in elkaar en sluit
deze aan.
Aansluiting type A
AM-kaderantenne
VOLTAGE SELECTOR
220-240V
Strek de FMdraadantenne zover
mogelijk horizontaal uit.
110-120V
FM
75
CO
AX
IAL
het stopcontact.
AM
Het uitleesvenster toont nu een
demonstratie van de mogelijkheden.
Wanneer u op de
toets drukt, wordt
de stereo-installatie ingeschakeld en
stopt automatisch de demonstratie.
Als de bijgeleverde verloopstekker niet
in het stopcontact past, verwijdert u deze
en gebruikt u de vaste netstekker (alleen
voor de modellen met verloopstekker).
Aansluiting type B
AM-kaderantenne
(bijgeleverd)
4 Steek de stekker van het netsnoer in
Strek de FMdraadantenne zover
mogelijk horizontaal uit.
Aansluiten van andere audio/
video-apparatuur
Zie blz. 76.
FM
Uitschakelen van de demonstratie
75
CO
AX
AM
IAL
Wanneer u de tijd instelt (zie Stap 2:
Gelijkzetten van de klok) wordt de
demonstratie automatisch uitgeschakeld.
Om de demonstratie weer te starten/stoppen,
drukt u op de DISPLAY toets terwijl de
stereo-installatie uit staat.
6NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Aanbrengen van de voetjes onder
de voorluidsprekers
Stap 2: Gelijkzetten
van de klok
Om de schakelklok-functies te kunnen
gebruiken, zult u eerst de ingebouwde klok
op de juiste tijd moeten instellen.
Bij de Europese modellen geeft de
ingebouwde klok de tijd aan volgens een 24uurs cyclus en bij de overige modellen
volgens een 12-uurs cyclus.
Voorbereidingen
Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes
onder de voorluidsprekers, om te zorgen dat
ze stevig staan en niet kunnen wegglijden.
De afbeeldingen tonen het model met 24-uurs
tijdsaanduiding.
Plaats twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de afstandsbediening
3,5
DISPLAY
]
}
]
}
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer
zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet
meer goed op de afstandsbediening reageert,
vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet
gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit
verwijderen, om schade door eventuele
batterijlekkage en corrosie te vermijden.
Wanneer u de stereo-installatie
vervoert
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om
het CD-mechanisme te beschermen.
1
1
3 De stekker uit het stopcontact tekken.
Druk op de CLOCK/TIMER SET
toets.
De uren-aanduiding begint te knipperen.
1 Druk meermalen op de FUNCTION
keuzeschakelaar totdat de aanduiding
“CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Houd de CD LOOP toets ingedrukt en
druk dan op de
toets zodat er
“LOCK” in het uitleesvenster verschijnt.
2,4
2
Stel het uur in door de instelknop te
verdraaien tot het juiste uur wordt
aangegeven.
wordt vervolgd
7NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Stap 2: Gelijkzetten van de klok
(vervolg)
3
Druk op de ENTER/YES toets.
De minuten-aanduiding begint te
knipperen.
Stap 3: Vastleggen
van uw favoriete
radiozenders
U kunt een aantal van uw favoriete
radiozenders vastleggen, als volgt:
4
Stel de minuten in door de
instelknop te verdraaien tot de juiste
minuut wordt aangegeven.
5
Druk op de ENTER/YES toets.
De klok begint te lopen.
– Model met 2 afstembanden: 20 FM zenders
en 10 AM zenders
– Model met 3 afstembanden: 20 FM zenders,
10 middengolf-zenders en 10 kortegolfzenders.
(Aan/uitschakelaar)
Instelknop
4
Tip
Heeft u een fout gemaakt, begin dan opnieuw vanaf
stap 1.
Corrigeren van de tijdinstelling
Hierboven wordt beschreven hoe u de tijd
instelt wanneer de apparatuur is
uitgeschakeld. Voor het gelijkzetten van de
klok terwijl de apparatuur is ingeschakeld,
gaat u als volgt te werk:
1 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.
2 Draai aan de instelknop om in te stellen op
SET CLOCK.
3 Druk op de ENTER/YES toets.
4 Volg de bovenstaande aanwijzingen 2 t/m
5.
Tips
• De demonstratie zal uitgeschakeld worden
wanneer u de tijd in gaat stellen. Om de
demonstratie weer in te schakelen, dient u op
DISPLAY te drukken terwijl het systeem uit staat.
• Wanneer het systeem uit staat, zal de klok op het
display verschijnen, maar wanneer het systeem in
de stroombesparingsstand gezet is, zal deze niet
verschijnen.
3
2
1
Opmerking
De tijdinstelling verdwijnt uit het geheugen
wanneer er een stroomonderbreking is of de stekker
niet in het stopcontact zit.
8NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
1
n
Welke afstembanden u kunt ontvangen,
hangt af van het model dat u zich hebt
aangeschaft. Controleer welke
afstembanden het model biedt.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de afstemband als volgt:
Model met 2 afstembanden:
FM ˜ AM
Model met 3 afstembanden:
FM n MW n SW
2
Druk op de TUNER MEMORY toets.
In het uitleesvenster verschijnt een
voorinstelnummer.
De zenders worden nu vastgelegd vanaf
voorinstelnummer 1.
Voorinstelnummer
4
Druk op de ENTER/YES toets.
De zender wordt nu vastgelegd onder
uw gekozen nummer.
5
Druk in stap 2 enkele malen achtereen op de
+ of – toets om handmatig op de gewenste
zender af te stemmen.
Vastleggen van een nieuwe
zender onder een al gebruikt
voorinstelnummer
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1. Na
stap 3 draait u aan de instelknop om in te
stellen op het voorinstelnummer waaronder u
de nieuwe zender wilt vastleggen. U kunt na
het laatste voorinstelnummer een nieuw
voorinstelnummer toevoege.
Wissen van een voorkeurzender
Houd de + of de – toets ingedrukt
totdat de frequentie-aanduiding gaat
veranderen en laat de toets dan los.
Wanneer er op een duidelijk
doorkomende zender is afgestemd. In het
uitleesvenster verschijnt de aanduiding
“TUNED” (en ook “STEREO” als er een
stereo radio-uitzending wordt ontvangen).
3
Afstemmen op een zender die te zwak
is voor automatische afstemming
Voorbereidingen
Druk net zovaak op de TUNER/
BAND toets tot de gewenste
afstemband in het uitleesvenster
wordt aangegeven.
Herhaal de stappen 1 t/m 4 voor elk
van de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
1 Druk op MENU/NO.
2 Verdraai de instelknop, kies “P.ERASE ?”
om een station te wissen en druk op
ENTER/YES. Kies P.ALL ERASE ?” met de
instelknop als u alle voorkeurzenders wilt
wissen.
3 Draai aan de instelknop en kies het
nummer van de voorkeurzender die u wilt
wissen.
4 Druk op ENTER/YES. De aanduiding
“COMPLETE!!” verschijnt.
Nadat u een voorkeurzender gewist heeft
zullen alle hogere nummers met een verlaagd
worden en worden hernummerd.
Omschakelen van het AM
afsteminterval
(Uitgezonderd de modellen voor
Europa en het Midden-Oosten)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de
fabriek ingesteld op 9 kHz (voor sommige gebieden
10 kHz). Om dit AM afsteminterval om te schakelen,
stemt u eerst af op een willekeurige AM zender en
dan schakelt u het apparaat uit. Houd vervolgens de
ENTER/YES toets ingedrukt en schakel zo de
stroom weer in. Bij omschakelen van het
afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM
voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om het
afsteminterval weer terug te schakelen, herhaalt u
deze werkwijze.
Tip
De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het
verwijderen van de stekker uit het stopcontact of na
uitvallen van de stroom ongeveer.
9NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Stroom besparen in
de gebruiksklaarstand
U kunt het stroomverbruik in de
uitgeschakelde gebruiksklaar-stand
verminderen (stroombesparingsstand) om
energie te besparen.
(Aan/uitschakelaar)
POWER SAVE/
DEMO (STANDBY)
Tips
• Telkens wanneer u in de stroombesparingsstand
op de POWER SAVE/DEMO (STANDBY) toets
drukt, schakelt het uitleesvenster over tussen de
stroombesparingsstand en de demonstratiestand.
• In de stroombesparingsstand blijft het
spanningslampje nog wel branden, evenals de
schakelklok-indicator (wanneer de schakelklok is
ingesteld).
• In de stroombesparingsstand zal de schakelklok
gewoon werken.
Opmerkingen
• De klok kan niet op de juiste tijd worden ingesteld
in de stroombesparingsstand.
• De één-toets weergavestart zal niet werken in de
stroombesparingsstand.
Uitschakelen van de
stroombesparingsstand
Druk op de DISPLAY toets.
De tijdsaanduiding licht nu weer op.
DISPLAY
/ Druk op de POWER SAVE/DEMO
(STANDBY) toets wanneer de
stroom is uitgeschakeld (terwijl de
demonstratie loopt of de
tijdsaanduiding zichtbaar is).
Het apparaat komt in de
stroombesparingsstand en de
tijdsaanduiding dooft.
In deze stand kunt u de stereo-installatie
aan/uit zetten door indrukken van de
DISPLAY toets.
10NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Basisbediening
1
Afspelen van een
compact disc
Met deze stereo-installatie kunt u tot drie
compact discs achtereen afspelen.
1
CD
(P
Met de bedrukte
label-kant boven.
Voor het afspelen
van een 8 cm CD
singletje plaatst u
dit in de binnenste
uitsparing van de
disc-lade.
Basisbediening
Als een disc niet goed geplaatst is, kan
deze niet worden afgespeeld.
— Normale weergave
DISC SKIP/
(Aan/uit- EX-CHANGE
schakelaar)
DISC 1~3
Druk op de § open/sluit-toets en
leg een of twee compact discs in de
disc-lade.
Voor het inleggen van een derde
compact disc drukt u op de DISC SKIP/
EX-CHANGE toets om het disc-plateau
door te draaien.
2
Druk op een van de DISC 1-3
toetsen.
De disc-lade sluit en het afspelen van de
gekozen CD begint.
Als u op de CD (P toets (of op de
CD ( toets van de afstandsbediening)
drukt met de disc-lade dicht, dan begint
het afspelen vanaf het begin van de CD
in de disc-uitsparing waarvan het
nummer (de toets) groen oplicht.
Muziekstuknummer
p PLAY
MODE
Verstreken
speelduur
0/) VOLUME
Instelknop
CD (
P
p
Nummer van de disc-uitsparing
=+
0)
wordt vervolgd
◊
VOL +/–
√
11NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Afspelen van een compact disc
(vervolg)
Voor het
Doet u het volgende
Stoppen met
afspelen
Druk op de p stoptoets.
Pauzeren
Druk op de CD (P toets (of
op de P toets van de
afstandsbediening). Druk
nogmaals op de toets om de
weergave te hervatten.
CD weergavefuncties
Elke keer dat u op PLAY MODE drukt, zal de
weergavefunctie voor de CD-speler als volgt
veranderen:
n Normale weergave van alle discs.
(Alle CD’s in het toestel worden
afgespeeld. “ ” of “ ” of “ ” gaat
branden op het display.)
µ
Normale weergave van één disc (De
CD waarvan de DISC indicator groen
oplicht zal worden afgespeeld.)
Opzoeken van
Draai de instelknop tijdens
een muziekstuk weergave of pauzeren naar
rechts (om vooruit te gaan) of
naar links (om terug te gaan)
en laat de knop los bij het
gewenste muziekstuk.
(Ook kunt u de + toets (om
vooruit te gaan) of de =
toets (om terug te gaan) op de
afstandsbediening gebruiken.)
Opzoeken van
een punt in een
muziekstuk
Druk tijdens weergave op de
) of 0 toets en laat de
toets bij het gewenste punt los.
Kiezen van een
compact disc in
de stopstand
Druk op de DISC 1-3 toets of
op de DISC SKIP/EXCHANGE toets.
Afspelen van
alleen de eerste
compact disc
Druk net zovaak op de PLAY
MODE toets tot er “ ” of “ ”
of “ ” wordt aangegeven.
Afspelen van
alle CD’s
Druk net zovaak op de PLAY
MODE toets tot er “ ” of
“ ” of “ ” wordt
aangegeven.
Uitnemen of
Druk op de § open/sluittoets.
een compact disc
Verwisselen van Druk op de DISC SKIP/
een andere CD EX-CHANGE toets.
tijdens weergave
Bijregelen
van de
geluidssterkte
Draai aan de VOLUME
regelaar (of druk op de
VOL +/– toets van de
afstandsbediening).
µ
Willekeurige weergave van alle discs
(Alle muziekstukken van alle CD’s
worden door elkaar afgespeeld.
“SHUFFLE” en “ ” of “ ” of “ ”
gaan branden op het display.)
µ
Willekeurige weergave van één disc
(De muziekstukken op de CD
waarvan de DISC indicator groen
oplicht worden door elkaar
afgespeeld.)
µ
Programma-weergave (De
geprogrammeerde muziekstukken
worden afgespeeld.)
Tips
• Bij indrukken van de CD (P toets wanneer de
stereo-installatie nog uit staat, wordt deze
automatisch ingeschakeld en begint het afspelen
van de compact disc, mits er een CD in de disclade aanwezig is (één-toets weergavestart).
Wanneer de stereo-installatie in de
stroombesparingsstand staat, zal de één-toets
weergavestart niet werken.
• U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron en de weergave van een
compact disc starten, eenvoudig met een druk op
de CD (P toets of een van de DISC 1-3 toetsen
(automatische geluidsbron-keuze).
• Als er geen CD in de disc-lade aanwezig is,
verschijnt de aanduiding “CD No Disc”.
• Tijdens het afspelen van een disc of wanneer er is
ingesteld op een disc-uitsparing met een CD er in
zal de DISC 1-3 toets van de betreffende discuitsparing groen oplichten. Als er is ingesteld op
een disc-uitsparing zonder CD er in, zal de
betreffende DISC 1-3 toets oranje oplichten.
Wanneer alle disc-uitsparingen leeg zijn, zullen
alle DISC 1-3 toetsen groen oplichten.
12NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Opnemen van een CD
op minidisc
1
(Aan/uitschakelaar)
1
4
2
Met de pijl naar
binnen gericht.
Basisbediening
Druk de minidisc naar binnen tot het
apparaat hem pakt.
Wanneer
al op het display brandt, is
er al een andere MD in het toestel
gedaan. Druk op MD § om deze MD uit
te werpen en doe, indien nodig, een MD
in het toestel waarop kan worden
opgenomen.
— CD-MD synchroon-opname
U kunt een compact disc volledig digitaal
opnemen op een minidisc, met de
muziekstuknummers in dezelfde volgorde als
op de oorspronkelijke CD. Ook kunt u
desgewenst een selectie van uw favoriete
muziekstukken opnemen (zie blz. 25).
Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de gleuf.
Met de label-kant
boven en het
schuifje rechts.
2
Druk op de § uitschuiftoets om de
disc-lade te openen en leg een
compact disc in de disc-lade.
Met de bedrukte
label-kant boven.
Voor het afspelen
van een 8-cm CD
singletje plaatst u dit
in de binnenste
uitsparing van de
disc-lade.
Druk op de § uitschuiftoets om de disclade te sluiten.
DISC SKIP/
EX-CHANGE
p
CD (P
5
3
Druk op DISC SKIP/EXCHANGE
en kies de gewenste CD.
4
Druk op de CD-MD SYNC toets.
De r REC opnametoets licht rood op, de
MD komt in gereedheid voor opname en
de CD-speler pauzeert aan het begin van
de compact disc.
MD (
P
p
CD (
5
Druk op de MD (P toets.
Het opnemen begint. Wanneer de
opname klaar is, zullen de CD-speler en
de MD-recorder automatisch stoppen.
◊
VOL +/–
wordt vervolgd
√
13NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Opnemen van een CD op minidisc
(vervolg)
Voor het
Doet u het volgende
Stoppen met
opnemen
Druk op de p stoptoets.
Uitnemen van de
CD of minidisc
Druk op de § voor CD of
MD.
Tip
• Als u een minidisc gebruikt waarop al iets is
opgenomen, zoekt de minidisc-recorder
automatisch het eind van het opgenomen gedeelte
op, om vanaf dat punt te gaan opnemen. Als u
wilt opnemen na eerst alle oude opnamen van de
minidisc gewist te hebben, volg dan de
aanwijzingen onder “Wissen van minidiscopnamen” op blz. 48.
Opnemen van een
compact disc
— CD-TAPE synchroon-opname
Met behulp van de CD-TAPE SYNC toets
kunt u een compact disc snel en doeltreffend
op de band opnemen. U kunt TYPE I
(normaalband) of TYPE II (CrO2-band)
cassettes gebruiken. Het opnameniveau
wordt automatisch ingesteld.
(Aan/uitschakelaar)
3
2
CD
(P
Terwijl de aanduiding “TOC”
brandt of knippert
Om te zorgen dat het opnemen goed
verloopt, mag u op dit moment het apparaat
niet verplaatsen en ook niet de stekker uit het
stopcontact trekken. Wanneer de aanduiding
“TOC” knippert, is de minidisc-recorder
bezig met het bijwerken van de
inhoudsopgave (TOC = Table Of Contents).
Opmerkingen
• Als de minidisc beveiligd is tegen opnemen en
wissen, verschijnen in het uitleesvenster
beurtelings de aanduidingen “C11” en “Protected”
en dan is opnemen niet mogelijk. Druk op de MD
§ uitschuiftoets, neem de minidisc uit en schuif
het wispreventienokje dicht (zie blz. 36), steek de
minidisc opnieuw in en probeer het opnemen
nogmaals.
• Het is niet mogelijk om met de CD synchroonopname een compact disc tegelijk op minidisc en
op cassette op te nemen.
5
1
DOLBY NR p
6 4
1
Druk op de 6 toets en plaats een
voor opnemen geschikte cassette in
deck B.
Met de kant
voor opname
naar u toe
gericht
14NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
2
Druk op de CD § open/sluit-toets
en plaats een compact disc.
Druk dan nogmaals op de toets om de
disc-lade te sluiten.
3
Druk dan net zovaak op de DISC
SKIP/EX-CHANGE toets tot de
indicator groen oplicht.
4
Druk op de CD-TAPE SYNC toets.
— Normal play
POWER SAVE
(Aan/uit- DEMO/STANDBY
schakelaar)
1
2
Basisbediening
Met de bedrukte
label-kant boven.
Voor het afspelen van
een 8 cm CD singletje
plaatst u dit in de
binnenste uitsparing
van de disc-lade.
Afspelen van een
minidisc
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan en de CD-speler komt in de weergavepauzestand te staan. De indicator
van de TAPE B ( toets (voor de
voorkant van de cassette) licht op.
5
6
Kies met de DIRECTION schakelaar
de A instelling voor het opnemen
op één cassettekant of de ß (of
RELAY) instelling voor opnemen op
beide cassettekanten.
p
Instelknop 0/) VOLUME
Druk op de REC PAUSE/START
toets.
Het opnemen begint.
1
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets.
Tips
• Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met
opnemen, druk dan na de CD-TAPE SYNC toets op de
TAPE B 9 toets zodat de indicator van die toets oplicht.
• Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de
voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de
achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van
die kant is bereikt.
• Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge
frequenties te onderdrukken, drukt u op de DOLBY NR
schakelaar nadat u op de CD-TAPE SYNC toets heeft
gedrukt, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR”
verschijnt.
Opmerking
Tijdens het opnemen kunt u niet naar een andere
geluidsbron luisteren; daarvoor zult u eerst moeten
stoppen met opnemen.
Plaats een bespeelde minidisc in de
gleuf.
Druk de minidisc naar binnen tot het
apparaat hem pakt.
al op het display brandt, is
Wanneer
er al een andere MD in het toestel
gedaan. Druk op MD § om deze MD uit
te werpen en doe, indien nodig, een MD
in het toestel waarop kan worden
opgenomen.
Met de pijl naar
binnen gericht.
Met de label-kant
boven en het
schuifje rechts.
wordt vervolgd
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
15NL
Afspelen van een minidisc
(vervolg)
2
Druk op de MD (P weergave/
pauzetoets (of op de MD (
weergavetoets van de
afstandsbediening).
Het afspelen van de minidisc begint.
Tips
• Bij stap 2 kunt u als volgt het afspelen beginnen bij
het gewenste muziekstuk.
1 Draai aan de instelknop (of de =/+ toets
van de afstandsbediening), net zo vaak tot het
gewenste muziekstuk in het uitleesvenster
wordt aangegeven.
2 Druk op de MD (P toets.
• Met een druk op de (P weergave/pauzetoets
(of de MD ( weergavetoets van de
afstandsbediening) kunt u van een andere
geluidsbron rechtstreeks overschakelen op
weergave van een minidisc (d.i. automatische
geluidsbronkeuze).
Opmerking
Voor het
Doet u het volgende
Stoppen met
afspelen
Druk op de p stoptoets.
Pauzeren
Druk op de MD (P toets
(of op de P pauzetoets van
de afstandsbediening).
Nogmaals drukken om het
afspelen te hervatten.
Doorgaan naar
een ander
muziekstuk
Draai aan de instelknop (of
de =/+ toets van de
afstandsbediening), net zo
vaak tot u het gewenste
muziekstuk bereikt.
Opzoeken van
een gewenste
passage
Houd tijdens weergave de
0 of ) toets ingedrukt
en laat de toets los wanneer
u de gewenste passage
hoort.
Uitnemen van
de minidisc
Druk op de § uitschuiftoets.
Instellen van de
geluidssterkte
Draai aan de VOLUME
knop (of druk op de
VOL +/– toets van de
afstandsbediening).
Gebruik geen minidiscs waarvan het etiket of label
scheef zit of uitsteekt. Dergelijke minidiscs kunnen
klem raken en het apparaat beschadigen.
16NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
1
Afspelen van een
cassette
(Aan/uitschakelaar)
3
p
Met de kant
die u wilt
weergeven
naar u toe
gericht
2
Kies met de DIRECTION schakelaar
de A instelling voor het afspelen
van één cassettekant of de ß*
instelling voor het afspelen van
beide cassettekanten.
Basisbediening
De cassettedecks zijn geschikt voor weergave van
TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO2-band) en
TYPE IV (metaalband) cassettes. Bij plaatsen van
een cassette neemt het deck automatisch de
bandsoort waar en stelt daarop in. Ook kunt u de
AMS* zoekfuncties van de instelknop gebruiken
om de muziekstukken die u wilt horen vlot en
gemakkelijk op te zoeken. Gebruik de DECK A (
en DECK B ( toetsen op de afstandsbediening
om het gewenste deck te kiezen.
Druk op de 6 toets en steek een
bespeelde cassette in deck A of B.
Kies de RELAY** instelling (continuweergave) voor het achter elkaar
afspelen van de cassettes in beide decks.
Instelknop
3
Druk op de ( cassetteweergavetoets voor TAPE A of
TAPE B (op de afstandsbediening
DECK A of DECK B ().
Om de achterkant van de cassette af te
spelen drukt u op de 9 achterkantweergavetoets voor TAPE A of TAPE B
(op de afstandsbediening drukt u voor
de achterkant nogmaals op DECK A of
DECK B (). Dan begint de weergave.
1
0/) VOLUME
2
1
DOLBY NR
* Het deck stopt automatisch nadat de
cyclus, d.w.z. afspelen van beide
cassettekanten, vijfmaal is herhaald.
** De continu-weergave verloopt altijd in de
onderstaande volgorde:
Deck A (voorkant), Deck A (achterkant),
Deck B (voorkant), Deck B (achterkant).
Voor het
Doet u het volgende
Stoppen met
Druk op de p stoptoets.
Vooruitspoelen Druk op de 0 of )
snelspoeltoets.
Terugspoelen
Druk op de 0 of )
snelspoeltoets.
0)
Uitnemen van
de cassette
Druk op de 6 toets.
DECK A (
DECK B (
Bijregelen van Draai aan de VOLUME
de geluidssterkte regelaar (of druk op de VOL
+/– toets van de
afstandsbediening).
p
=+
◊
VOL +/–
√
wordt vervolgd
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
17NL
Afspelen van een cassette
(vervolg)
Tips
• Bij indrukken van de TAPE A (of TAPE B) ( of 9
weergavetoets wanneer de stereo-installatie nog uit
staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint
het afspelen van de cassette, mits er een cassette in het
deck aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer
de stereo-installatie in de stroombesparingsstand
staat, zal de één-toets weergavestart niet werken.
• U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron en de weergave van een
cassette starten, eenvoudig met een druk op de
TAPE A (of TAPE B) ( of 9 weergavetoets
(automatische geluidsbron-keuze).
• Om storende bandruis in zacht doorkomende
hoge frequenties te onderdrukken, drukt u op de
DOLBY NR schakelaar zodat in het uitleesvenster
“DOLBY NR” verschijnt.
Luisteren naar de
radio
–– Geheugenafstemming
Leg eerst uw favoriete radiozenders in het
afstemgeheugen vast (zie “Stap 3: Vastleggen
van uw favoriete radiozenders”).
(Aan/uitschakelaar)
1
Opzoeken van het begin van een
muziekstuk (AMS* zoekfunctie)
Draai tijdens afspelen de instelknop in
dezelfde richting als de 9 of ( indicator
om vooruit te zoeken. Draai de instelknop in
de andere richting om terugwaarts te zoeken.
(Of druk op de = of + toets van de
afstandsbediening.)
De richting waarin u zoekt, + (vooruit) of –
(terugwaarts) en het aantal versprongen
nummers (1-9) worden in het uitleesvenster
aangegeven.
Voorbeeld: twee nummers vooruit zoeken
STEREO/
MONO
2
VOLUME
* AMS zoekfunctie (Automatische Muziek Sensor)
Opmerking
De AMS-zoekfunctie kan wel eens niet goed werken
in de volgende gevallen:
– als er tussen twee muziekstukken geen vier
seconden stilte is.
– als de geluidssterkte van het linker kanaal sterk
verschilt van die van het rechter kanaal.
– bij langdurige stille of erg zachte passages in een
muziekstuk, of geruime tijd alleen maar lage
tonen (zoals bij een bas-solo, een tuba of een
bariton-saxofoon).
– als het cassettedeck te dicht bij een TV-toestel
staat. (In dit geval kunt u de apparatuur beter wat
verder van het TV-toestel zetten of de TV
uitschakelen.)
=+
TUNER/BAND
◊
VOL +/–
√
18NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
1
n
Welke afstembanden u kunt ontvangen,
hangt af van het model dat u zich hebt
aangeschaft. Controleer welke
afstembanden het model biedt.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de afstemband als volgt:
Model met 2 afstembanden:
FM ˜ AM
Model met 3 afstembanden:
FM n MW n SW
2
Draai aan de instelknop (of druk op
de = of + toets van de
afstandsbediening) om af te
stemmen op de gewenste
voorkeurzender.
Draai naar links
(of druk op de
= toets van
de afstandsbediening) om af te
stemmen op een
lager genummerde
zender.
Voorinstelnummer*
=
+
Draai naar rechts
(of druk op de
+ toets van de
afstandsbediening)
om af te stemmen
op een hoger
genummerde
zender.
Afstemfrequentie
Luisteren naar radiozenders die
niet zijn vastgelegd
Gebruik handmatige of automatische
afstemming in stap 2. Voor handmatige
afstemming drukt u enkele malen achtereen
op de + of – toets (of druk op de = of +
toets van de afstandsbediening). Voor
automatische afstemming houdt u de + of –
toets (of druk op de = of + toets van de
afstandsbediening) langer ingedrukt.
Tips
• Bij indrukken van de TUNER/BAND toets
wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt
deze automatisch ingeschakeld en begint de
weergave van de laatst ontvangen radiozender
(één-toets weergavestart). Wanneer de stereoinstallatie in de stroombesparingsstand staat, zal
de één-toets weergavestart niet werken.
• U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron naar de tuner en de radioontvangst starten, eenvoudig met een druk op de
TUNER/BAND toets (automatische geluidsbronkeuze).
• Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet
duidelijk doorkomt, drukt u op de STEREO/
MONO toets, zodat de aanduiding “MONO”
oplicht. Het stereo-effect zal nu verloren gaan,
maar de radio-ontvangst zal helderder klinken.
Druk nogmaals op de toets om weer naar stereogeluid te luisteren.
• Om de beste radio-ontvangst te verkrijgen kan het
nodig zijn verschillende standen van de
bijgeleverde antennes uit te proberen.
Basisbediening
Druk net zovaak op de TUNER/
BAND toets tot de gewenste
afstemband in het uitleesvenster
wordt aangegeven.
* Als er slechts één voorkeurzender is
ingesteld, verschijnt de aanduiding
“ONE PRESET” in het uitleesvenster.
Voor het
Doet u het volgende
Uitschakelen van
de radio
Druk op de
schakelaar.
Bijregelen van de
geluidssterkte
Draai aan de VOLUME
regelaar (of druk op de
VOL +/– toets van de
afstandsbediening).
19NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Opnemen van de
radio op een MD
U kunt op gewone analoge wijze radiouitzendingen op minidisc opnemen.
(Aan/uitschakelaar)
4
p
1
2
Druk enkele malen op de TUNER/
BAND toets tot de gewenste radioafstemband wordt aangegeven.
3
Draai aan de instelknop (of druk op
de = of + toets van de
afstandsbediening) om af te
stemmen op de gewenste
voorkeurzender.
MD §
Voorkeurzendernummer
Afstemfrequentie
of RDS
zendernaam*
* Alleen bij de Europese modellen
Als u afgestemd heeft op een station dat
van een label voorzien is, zal de naam
van het station op het display
verschijnen.
4
Druk op de REC opnametoets.
De minidisc wordt gereed gemaakt voor
opname en de REC opnametoets licht
rood op.
3
5
2
5
Druk op de MD (P weergave/
pauzetoets.
Het opnemen begint.
1
Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de gleuf.
Druk de minidisc naar binnen tot het
apparaat hem pakt.
Wanneer
al op het display brandt, is
er al een andere MD in het toestel
gedaan. Druk op MD § om deze MD uit
te werpen en doe, indien nodig, een MD
in het toestel waarop kan worden
opgenomen.
Voor het
Doet u het volgende
Stoppen met
opnemen
Druk op de p stoptoets.
Pauzeren van Druk op de MD (P toets.
de opname
Nogmaals drukken om het
opnemen te hervatten.
Uitnemen van Druk op de MD § uitschuiftoets
de minidisc wanneer het opnemen op de
minidisc gestopt is.
Met de pijl naar
binnen gericht.
Met de label-kant
boven en het
schuifje rechts.
20NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Tip
Terwijl de aanduiding “TOC”
brandt of knippert
Om te zorgen dat het opnemen goed
verloopt, mag u op dit moment het apparaat
niet verplaatsen en ook niet de stekker uit het
stopcontact trekken. Wanneer de aanduiding
“TOC” knippert, is de minidisc-recorder
bezig met het bijwerken van de
inhoudsopgave (TOC = Table Of Contents).
Opnemen van de
radio op een cassette
Na keuze van de gewenste vastgelegde
voorkeurzender kunt u radio-uitzendingen
op de band opnemen. U kunt TYPE I
(normaalband) of TYPE II (CrO2-band)
cassettes gebruiken. Het opnameniveau
wordt automatisch ingesteld.
(Aan/uitschakelaar)
Basisbediening
Als u een minidisc gebruikt waarop al iets is
opgenomen, zoekt de minidisc-recorder
automatisch het eind van het opgenomen gedeelte
op, om vanaf dat punt te gaan opnemen. Als u wilt
opnemen na eerst alle oude opnamen van de
minidisc gewist te hebben, volg dan de
aanwijzingen onder “Wissen van minidiscopnamen” op blz. 48.
1
p
Opmerking
Als de minidisc beveiligd is tegen opnemen en
wissen, verschijnen in het uitleesvenster beurtelings
de aanduidingen “C11” en “Protected” en dan is
opnemen niet mogelijk. Druk op de MD §
uitschuiftoets, neem de minidisc uit en schuif het
wispreventienokje dicht (zie blz. 36), steek de
minidisc opnieuw in en probeer het opnemen
nogmaals.
5
1
DOLBY NR
2 4,6
3
Druk op de TUNER/BAND toets
om de gewenste afstemband te
kiezen.
wordt vervolgd
21NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Opnemen van een radiouitzending (vervolg)
Stoppen met opnemen
2
Tips
Draai aan de instelknop om af te
stemmen op de gewenste
voorkeurzender.
Draai naar links
(of druk op de
= toets van
de afstandsbediening) om af te
stemmen op een
lager genummerde
zender.
=
+
Voorinstelnummer
Draai naar rechts
(of druk op de
+ toets van de
afstandsbediening)
om af te stemmen
op een hoger
genummerde
zender.
Afstemfrequentie
Als u afgestemd heeft op een station dat
van een label voorzien is, zal de naam
van het station op het display
verschijnen.
3
Druk op de p stoptoets.
• Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen
met opnemen, druk dan na de REC PAUSE/
START toets in stap 4 op de TAPE B 9 toets
zodat de indicator van die toets oplicht.
• Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin
dan aan de voorkant van de cassette met
opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt
het opnemen zodra het einde van die kant is
bereikt.
• Voor het opnemen van een uitzending van een
radiozender die niet is vastgelegd, gebruikt u in
stap 2 de + en – toets om handmatig op de
gewenste zender af te stemmen.
• Om storende bandruis in zacht doorkomende
hoge frequenties te onderdrukken, drukt u op de
DOLBY NR schakelaar nadat u in stap 4 op de
REC PAUSE/START toets heeft gedrukt, zodat in
het uitleesvenster “DOLBY NR” verschijnt.
• Als er bij het opnemen van een radio-uitzending
storing klinkt, kunt u dit verhelpen door de
antenne voor de betreffende afstemband in een
andere richting te draaien.
Druk op de 6 toets en plaats een
voor opnemen geschikte cassette in
deck B.
Met de kant
voor opname
naar u toe
gericht
4
Druk op de REC PAUSE/START
toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan.
5
Kies met de DIRECTION schakelaar
de A instelling voor het opnemen
op één cassettekant of de ß (of
RELAY) instelling voor opnemen op
beide cassettekanten.
6
Druk op de REC PAUSE/START
toets.
Het opnemen begint.
22NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Luisteren naar een CD
Gebruik van het CD
uitleesvenster
Als er een CD TEXT disc is geplaatst, kunt u
de tekst daarvan, zoals de disc-titel,
muziektitels en de naam van de artiest(en) in
het uitleesvenster zien.
(Aan/uitschakelaar)
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
Tijdens normale weergave
n Verstreken speelduurvan het
weergegeven muziekstuk
µ
Resterende speel nam het weergegeven
muziekstuk
µ
Resterende speelduur van de huidige
compact disc ( , of
1 DISC stand)
of “--.--” aanduiding ( ,
of
ALL
DISC stand)
µ
Titel van het weergegeven muziekstuk*
µ
Normale klok (wordt acht seconden
aangegeven)
µ
Effect (P FILE) naam of “EFFECT ON
(OFF)”
Luisteren naar een CD
In het uitleesvenster kunt u de resterende
speelduur van het weergegeven muziekstuk
of de gehele compact disc controleren.
/ Druk op de DISPLAY toets.
In de stopstand
DISPLAY
n Titel van de CD*
µ
Naam van de artiest(en)*
µ
Tal aantal muziekstukken en totale
speelduur
µ
Normale klok (wordt acht seconden
aangegeven)
µ
Effect (P FILE) naam of “EFFECT ON
(OFF)”
* Allen met CD TEXT discs (bepaalde letters
kunnen niet worden aangegeven). Als er meer dan
50 muziekstukken op de disc zijn, zal er geen CD
TEXT meer getoond worden vanaf muziekstuk 51.
23NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Willekeurige
weergave van
muziekstukken op CD
2
Bij “
,
, ” worden de
muziekstukken van alle CD’s in
willekeurige volgorde weergegeven. Bij
“ ”, “ ” of “ ” worden de
muziekstukken van de CD waarvan de
DISC indikator groen oplicht in
willekeurige volgorde weergegeven.
–– SHUFFLE weergave
Alle muziekstukken van een compact disc of
van alle compact discs kunnen in
willekeurige volgorde worden weergegeven.
(Aan/uitschakelaar)
2
DISC 1~3
3
Druk net zovaak op de PLAY
MODE toets tot de aanduiding
“SHUFFLE” en “ ”, “ ”, “ ” of
, ”
“SHUFFLE” en “ ,
verschijnt.
3
Druk op de CD (P toets.
Dan begint het afspelen in willekeurige
volgorde.
Uitschakelen van de willekeurige
weergave
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot
de aanduiding “SHUFFLE” of “PROGRAM”
in het uitleesvenster dooft. Hierna worden de
muziekstukken in de normale volgorde
weergegeven.
Kiezen van een gewenste compact
disc
Druk op de DISC 1-3 toets.
Tips
1
1
Instelknop
• Ook tijdens normale weergave kunt u
overschakelen op willekeurige weergave, door op
de PLAY MODE toets te drukken totdat er
“SHUFFLE” in het uitleesvenster verschijnt.
• Om een ongewenst muziekstuk over te slaan,
draait u de instelknop naar rechts (of drukt u op
de + toets van de afstandsbediening).
Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“CD” verschijnt en leg dan een of
meer compact discs in de disc-lade.
24NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“CD” verschijnt en leg dan een of
meer compact discs in de disc-lade.
–– PROGRAM weergave
2
U kunt uw eigen muziekselectie samenstellen
door maximaal 32 nummers van alle CD’s te
programmeren in de volgorde waarin u de
muziek wilt horen.
Druk net zovaak op de PLAY
MODE toets tot de aanduiding
“PROGRAM” verschijnt.
3
Druk op een van de DISC 1-3
toetsen om in te stellen op de CD
met het gewenste muziekstuk.
4
Draai aan de instelknop tot het
gewenste muziekstuk in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
(Aan/uitschakelaar)
p
3
7
Nummer van CD
Luisteren naar een CD
1
Programmaweergave van
muziekstukken op CD
Totale speelduur
(inclusief het gekozen
muziekstuk)
Nummer van muziekstuk
5
Druk op de ENTER/YES toets.
Het gekozen muziekstuk is nu in uw
muziekprogramma opgenomen. Het
volgnummer in het muziekprogramma
verschijnt, gevolgd door de totale
speelduur.
1
2
CLEAR
4
5
6
Voor elk muziekstuk dat u aan uw
muziekprogramma wilt toevoegen,
herhaalt u de stappen 3 t/m 5.
Voor het kiezen van een volgend
muziekstuk van dezelfde compact
disc kunt u stap 3 achterwege laten.
7
Druk op de CD (P toets.
CD (
p
=+
Alle geprogrammeerde muziekstukken
worden dan in de door u gekozen
volgorde afgespeeld.
◊
VOL +/–
√
wordt vervolgd
25NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Programma-weergave van
muziekstukken op CD (vervolg)
Uitschakelen van de programmaweergave
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot
de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE”
dooft.
Voor het
Doet u het volgende
Wissen vat het
Druk op de CLEAR
laatste
terwijl het systeem gestopt
muziekstuknummer is.
Toevoegen van een 1 Kies de compact disc met
muziekstuk aan uw
de DISC 1-3 toetsen.
muziekprogramma 2 Kies het muziekstuk met
de instelknop.
3 Druk op de ENTER/
YES toets.
Herhaalde weergave
van muziekstukken
op CD
–– REPEAT weergave
Met de herhaalfunctie kunt u een enkele
compact disc of alle CD’s laten herhalen met
normale weergave, willekeurige weergave of
programma-weergave.
(Aan/uitschakelaar)
Wissen van het
Druk in de stopstand
gehele
éénmaal, of tijdens
muziekprogramma weergave tweemaal, op
de p toets of druk tijdens
afspelen op de CLEAR
toets.
Controleren van de
volgorde van de
geprogrammeerde
muziekstukken.
Verdraai de instelknop
(of druk op de = of +
toets van de toets of
druk tijdens
afstandsbediening)
tijdens CD-weergave.
Controleren van
het totale aantal
geprogrammeerde
muziekstukken.
Druk op DISPLAY terwijl
het systeem gestopt is.
Het totale aantal
geprogrammeerde stappen
zal verschijnen, gevolgd
door het nummer van het
laatste geprogrammeerde
muziekstuk en de totale
weergavetijd.
1
2
Tips
• Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft
ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een
druk op de CD (P toets kunt u hetzelfde
programma dus nogmaals weergeven.
• Als tijdens programmeren in plaats van de totale
speelduur “--.--” verschijnt, betekent dit:
– dat u een muziekstuknummer boven de 20 heeft
geprogrammeerd, of dat.
– de totale geprogrammeerde speelduur meer
bedraagt dan 100 minuten.
26NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Druk net zo vaak op FUNCTION
totdat “CD” op het display
verschijnt en doe vervolgens een CD
in het toestel.
Weergave van CD’s
zonder onderbreking
tussen de muziekstukken
2
Druk tijdens CD-weergave op de
REPEAT toets tot de aanduiding
“REPEAT” verschijnt.
–– Non-stop weergave
De herhaalde weergave zal beginnen
afhankelijk van de op dit moment
ingestelde weergavefunctie. Om slechts
één muziekstuk te laten herhalen, dient
u nog een keer op REPEAT te drukken
zodat op het display “REPEAT 1” te zien
is.
Bij non-stop weergave worden de muziekstukken
op de CD’s direct achter elkaar weergegeven; er is
geen pauze tussen de muziekstukken.
(Aan/uitschakelaar)
3
Uitschakelen van de
herhaalfunctie
Luisteren naar een CD
1
Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat
de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding in
het uitleesvenster dooft.
1
2
1
Druk net zo vaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“CD” verschijnt en leg dan een of
meer compact discs in de disc-lade.
2
Druk op de CD NON-STOP toets
zodat het indicatorlampje oplicht.
In het uitleesvenster verschijnt de
aanduiding “NON-STOP PLAY”.
3
Druk op de CD (P toets.
Uitschakelen van de non-stop weergave
Druk nogmaals op de CD NON-STOP toets zodat
het indicatorlampje dooft en de aanduiding
“NON-STOP OFF” in het uitleesvenster verschijnt.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
27NL
Repeteerweergave
van een muziekpassage op CD
— CD LOOP weergave
Tijdens afspelen kunt u een bepaalde
muziekpassage enkele malen laten herhalen.
Zo kunt u interessante effecten bereiken voor
creatieve eigen opnamen.
“Flits” weergave van een
muziekpassage op CD
— CD FLASH weergave
Tijdens afspelen kunt u een bepaalde muziekpassage
met plotseling opkomende en afvallende
geluidssterkte weergeven. Zo kunt u interessante
effecten bereiken voor creatieve eigen opnamen.
(Aan/uitschakelaar)
CD FLASH
Instelknop
(Aan/uitschakelaar)
/ Druk tijdens afspelen op de CD
FLASH toets bij het punt waar u de
flits-weergave wilt starten en houd de
toets ingedrukt totdat u de normale
weergave wilt laten doorgaan.
CD LOOP Instelknop
/ Druk tijdens afspelen op de CD
LOOP toets bij het punt waar u de
repeteerweergave wilt starten en
houd de toets ingedrukt totdat u de
normale weergave wilt laten
doorgaan.
Instellen van de lengte van de
repeteerlus
Stel de lengte van de repeteerlus in door aan
de instelknop te draaien terwijl u de CD
LOOP toets ingedrukt houdt (of door op de
FILE SELECT > of . toets van de
afstandsbediening te drukken terwijl u de
LOOP toets ingedrukt houdt) (LOOP 1~20).
28NL
Instellen van de lengte van de
flits-weergavelus
Stel de lengte van de flits-weergavelus CD FLASH
(FLASH 1~20) in door aan de instelknop te draaien
terwijl u de FLASH toets ingedrukt houdt (of door
op de FILE SELECT > of . toets van de
afstandsbediening te drukken terwijl u de FLASH
toets ingedrukt houdt).
Gecombineerd gebruik van de
LOOP en FLASH functies
Houd de CD LOOP en de CD FLASH toets
tegelijk ingedrukt.
Opmerkingen
• In dit geval kunt u de lengte van de LOOP
repeteerlus en de flits-weergavelus niet instellen.
Indien gewenst, kunt u de lengte voor beide
functies afzonderlijk vooraf instellen.
• Om het flits-effect op te nemen, gebruikt
cassettedeck van deze stereo-installatie.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Labellen van een CD
Druk herhaaldelijk op DISC SKIP/
EXCHANGE en kies de gewenste
CD.
4
Druk op NAME EDIT/CHAR. De
cursor begint te knipperen.
5
Druk net zo vaak op NAME EDIT/
CHAR totdat het soort teken dat u
wilt invoeren verschijnt. Elke keer
dat u op deze toets drukt, zal het
display als volgt veranderen:
–– Disc Memo functie
U kunt maximaal 50 CD’s voorzien van titels
van maximaal 20 symbolen en tekens.
Wanneer u een op deze manier van een label
voorziene CD in het toestel doet, zal de titel
(de naam die u aan de CD gegeven heeft) op
het display verschijnen.
DISC SKIP/
(Aan/uitschakelaar) EX-CHANGE p
9
Luisteren naar een CD
3
A (hoofdletters) n a (kleine letters)
n 0 (cijfers) n ! (symbolen)*
n
(spatie)** n A...
* U kunt de volgende symbolen
gebruiken:
!”#$%&’()∗+,–./:;<=>?@_`
** Invoeran van een spatie
Ga door met stap 7.
Overigens kunt u geen spatie op de
eerste plaats van de titel zetten.
1 2
1
2
6
4 7
6
Verdraai de instelknop totdat het
teken dat u wilt invoeren verschijnt.
7
Druk op ).
De cursor schuift naar rechts en blijft
daar wachten totdat u het volgende
teken invoert.
Druk net zo vaak op FUNCTION
totdat “CD” op het display
verschijnt.
Om een disc te kunnen labellen
moet u eerst op p drukken om het
afspelen van de disc te stoppen. Als
er op het display “SHUFFLE” of
“PROGRAM” staat, dient u net zo
vaak op PLAY MODE te drukken
totdat deze aanduiding verdwenen
is.
8
Herhaal de stappen 5 t/m 7 en voer
zo de hele titel in.
Als u zich vergist
Druk op 0 of ) totdat het teken dat
u wilt veranderen begint te knipperen en
herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6.
Wissen van een teken
Druk op CLEAR wanneer het te wissen
teken knippert.
9
Druk op ENTER/YES om het
labellen af te sluiten.
wordt vervolgd
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
29NL
Labellen van een CD (vervolg)
Om het labellen te annuleren.
Druk op p.
Controleren van de
disctitel
1 Druk op MENU/NO terwijl de CD gestopt
is.
2 Verdraai de instelknop, kies “Name
Check?” en druk vervolgens ENTER/YES.
De titel zal nu langs het display komen
rollen.
Controleren van de titels met de
afstandsbediening
Druk op DISC SKIP om de gewenste CD te
kiezen en druk vervolgens op SCROLL.
Wissen van een disctitel
1 Druk op MENU/NO terwijl de CD gestopt
is.
2 Verdraai de instelknop, kies “Name
Erase?” en druk vervolgens ENTER/YES.
De titel zal nu langs het display komen
rollen.
3 Druk nog een keer op ENTER/YES.
Wanneer "No Name" verschijint, de disc of
het muziekstuk heeft geen titel.
De aanduiding “Complete!!” verschijnt en
de disctitel is gewist.
Om het wissen van een disctitel te
annuleren
Druk op p.
Wissen van de tiels
1 Druk op MENU/NO terwijl de CD gestopt is.
2 Verdraai de instelknop, kies "All Erase" en druk
vervolgens ENTER/YES. "All Erase ? vershijnt.
3 Druk op ENTER/YES.
“Complete!!” vershijnt.
Om het wissen van de titels te
annuleren.
Druk op p.
Opmerking
30NL
Om erven verzekerd te zijn dat de geprogram
meerde CD-titels niet worden gewist, dient u het
systeem tenministe eenmaalper week in te schakelen.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Luisteren naar een MD
Gebruik van het
MD uitleesvenster
In het uitleesvenster kunt u het totale aantal
muziekstukken, de totale of verstreken
speelduur en de resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk of de gehele
minidisc controleren.
1
Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat de aanduiding “MD”
verschijnt in het uitleesvenster.
2
Druk in de stopstand enkele malen
op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
2
In de stopfunctie
n
n Totaal aantal muziekstukken en totale
speelduur
Resterende speelduur van de minidisc
(alleen voor opname-minidiscs; bij
voorbespeelde weergave-minidiscs
verschijnt alleen de disc-titel, niet de
resterende speelduur.)
Luisteren naar een MD
(Aan/uit-schakelaar)
Controleren van de totale
speelduur
n
Disc-titel*
n
Klokdisplay
n
Effect (P FILE) naam of “EFFECT ON
(OFF)”
* Als er nog geen titel voor de disc is gekozen, verschijnt
de aanduiding “No Name”, gevolgd door het totale
aantal muziekstukken en de totale speelduur.
1
wordt vervolgd
SCROLL
◊
√
31NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Gebruik van het MD uitleesvenster
(vervolg)
Gedurende normale weergave
n Nummer en verstreken speelduur van
het weergegeven muziekstuk
n
Nummer en resterende speelduur van
het weergegeven muziekstuk
Weergeven van de
MD fragmenten in
willekeurige
volgorde
–– SHUFFLE weergave
n
Resterende speelduur van de gehele
minidisc
n
n
Muziektitel**
Klokdisplay
Alle muziekstukken van een minidisc kunnen
in willekeurige volgorde worden weergegeven.
(Aan/uitschakelaar)
3
2
n
Effect (P FILE) naam of “EFFECT ON
(OFF)”
**Als er nog geen titel voor het muziekstuk is
gekozen, verschijnt de aanduiding “No Name”,
gevolgd door de verstreken speelduur van het
muziekstuk.
Tips
• Om de disctitels te controleren, drukt u in de
stopstand op de SCROLL toets. Om de
muziektitels te zien, drukt u tijdens weergave op
de SCROLL toets. De gekozen titels zullen door
het uitleesvenster lopen. Om het doorlopen te
stoppen, drukt u weer op de SCROLL toets. Druk
nogmaals op de toets om de titels weer te laten
doorlopen.
• Zie voor het invoeren van titels voor uw minidisc
en de muziekstukken de beschrijving onder
“Disctitel en muziektitels kiezen” op blz. 46.
32NL
1
Instelknop
1
Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets totdat de aanduiding
“MD” verschijnt in het uitleesvenster.
2
Druk in de stopstand van de
minidisc-recorder enkele malen op
de PLAY MODE toets tot de
aanduiding “SHUFFLE” verschijnt.
3
Druk op de MD ( weergavetoets.
De willekeurige weergave begint.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Uitschakelen van de willekeurige
weergave
Stop met afspelen en druk enkele malen op
de PLAY MODE toets tot de aanduidingen
“SHUFFLE” en “PROGRAM” verdwijnen.
Programmeren van
MD fragmenten
–– PROGRAM weergave
Tip
Opmerking
Tijdens de weergave kunt u niet overschakelen op
een andere afspeelfunctie.
U kunt uw eigen muziekselectie van maximaal
25 nummers van een minidisc programmeren, in
de volgorde waarin u de muziek wilt horen.
(Aan/uitschakelaar)
1 2
5
CLEAR
Luisteren naar een MD
Om door te gaan naar een ander muziekstuk, drukt
u op de + toets van de afstandsbediening. Druk
op de = toets om terug te keren naar het begin
van het weergegeven muziekstuk. Terugkeren naar
een eerder muziekstuk is echter niet mogelijk.
3
1
Druk enkele malen op de
FUNCTION keuzetoets totdat de
aanduiding “MD” verschijnt in het
uitleesvenster.
2
Druk in de stopstand van de minidiscrecorder enkele malen op de PLAY
MODE toets tot de aanduiding
“PROGRAM” verschijnt.
wordt vervolgd
33NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Programmeren van de muziekstukken
die u wilt horen (vervolg)
Voor het
3
Wissen van het gehele Druk net zo vaak op
muziekprogramma
CLEAR terwijl de MD
gestopt is, totdat het hele
programma gewist is.
Verdraai de instelknop, kies het
gewenste muziekstuk en druk
vervolgens op ENTER/YES.
Het muziekstuk is geprogrammeerd. Het
aantal programmastappen wordt
getoond gevolgd door de totale speeltijd.
4
Om nog andere muziekstukken te
programmeren, herhaalt u stap 3.
Telkens wanneer u een nummer hebt
toegevoegd, verschijnt de totale
speelduur van uw muziekprogramma.
U kunt in totaal 25 muziekstukken
programmeren.
5
Toevoegen van een
nummer aan het
programma
Volg de aanwijzingen 3.
Controleren van de
volgorde van de
geprogrammeerde
muziekstukken.
Draaiaan de instelknop.
(druk op + of =
toets van de
afstandsbediening)
tijdens MD-weergave.
Controleren van het
totale aantal
geprogrammeerde
muziekstukken.
Druk op DISPLAY terwijl
het toestel gestopt is. Het
totale aantal
geprogrammeerde
stappen zal verschijnen,
Druk op de MD (P toets.
Uw muziekprogramma wordt
weergegeven in de door u gekozen
volgorde.
Uitschakelen van de programmaweergave
Stop met afspelen en druk enkele malen op
de PLAY MODE toets tot de aanduidingen
“SHUFFLE” of “PROGRAM” uit het
uitleesvenster verdwijnen.
Doet u het volgende
Wissen van het laatste Druk op de CLEAR toets.
muziekstuknummer terwijl de MD gestopt
Tips
• Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft
ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een
druk op de MD (P weergavetoets kunt u
hetzelfde programma nogmaals weergeven.
• Als u probeert meer dan het maximale aantal
muziekstukken te programmeren, verschijnt de
aanduiding “ProgramFull”. Om dan
muziekstukken toe te voegen, zult u eerst een of
meer andere uit uw programma moeten wissen.
Wijzigen van uw
muziekprogramma
U kunt uw muziekprogramma voor het
afspelen nog naar wens aanpassen.
34NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Herhalen van MD
fragmenten
–– REPEAT weergave
Uitschakelen van de
herhaalfunctie
Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat
de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding
dooft.
Met de herhaalfunctie kunt u een minidisc laten
herhalen met normale weergave, willekeurige
weergave of programma-weergave.
Luisteren naar een MD
(Aan/uitschakelaar)
1
2
1
Druk enkele malen op de
FUNCTION toets totdat de
aanduiding “MD” verschijnt in het
uitleesvenster.
2
Druk tijdens weergave enkele malen
op de REPEAT toets totdat er
“REPEAT” wordt aangegeven.
Herhaalde weergave zal beginnen,
afhankelijk van de op dit moment
ingestelde weergavefunctie. Om één
muziekstuk te laten herhalen, dient u
nog een keer op REPEAT te drukken
zodat de aanduiding “REPEAT 1” op het
display verschijnt.
35NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Opnemen op een minidisc
Alvorens u begint
met opnemen
Minidiscs (afgekort tot MD) zijn een digitaal
medium, waarop u muziek kunt opnemen en
afspelen met een geluidskwaliteit vergelijkbaar
met die van compact discs. Een van de handige
functies van minidiscs is de mogelijkheid
muziekstukken te markeren. Dit stelt u in staat
vlot en gemakkelijk een gewenst punt in de
muziek op te zoeken en om de opgenomen
muziekstukken naar keuze in een andere volgorde
te zetten of anderszins aan te passen. Afhankelijk
van de geluidsbron worden er verschillende
methoden van opnemen gebruikt en worden de
muziekstuknummers ook anders vastgelegd.
Bij opnemen vanaf als geluidsbron:
• De compact disc speler van deze
stereo-installatie
– Het digitale signaal van de CD-speler
wordt ongewijzigd op de minidisc
opgenomen (volledig digitale opname)*.
– De muziekstuknummers worden
automatisch overgenomen net als ze op de
oorspronkelijke compact disc staan.
• De tuner van deze stereo-installatie
en andere analoge geluidsapparatuur
– Het analoge ingangssignaal wordt omgezet
in digitale vorm en aldus opgenomen
(analoge opname)**.
– Kies SURROUND OFF tijdens het
opnemen.
– Aan het begin van de opname wordt er in
elk geval automatisch een
muziekstuknummer aangebracht, maar als
u de LEVEL-SYNC stilte-markering
inschakelt (zie blz. 42), worden er
automatisch muziekstuknummers
aangebracht volgens het niveau van het
inkomend geluidssignaal.
• Andere met een optische kabel
aangesloten componenten
– Het digitale signaal van de CD wordt als
zodanig opgenomen (digitale opname*).
– Muziekstuknummers worden onder
verschillende omstandigheden
aangebracht, afhankelijk van de
signaalbron.
36NL
* Zie blz. 88 voor een uitleg over de vaste
beperkingen bij het digitaal opnemen.
**Deze signaalomzetting vindt plaats omdat deze
geluidsbronnen geen digitale signalen uitsturen.
Muziekstuknummers op minidisc
(“TOC” inhoudsopgave)
Op een minidisc worden de muziekstuknummers (voor
de volgorde) en de informatie betreffende de begin- en
eindpunten van de muziek vastgelegd in een speciaal
hiervoor bestemd gebied, de TOC* genaamd, afzonderlijk
van het muziekgebied. Dit heeft het voordeel dat u
muziekstukken naar wens kunt aanpassen, door alleen de
informatie in de TOC inhoudsopgave te veranderen.
* TOC: “Table of Contents” = Inhoudsopgave.
Na afloop van het opnemen
/ Druk op de MD § uitschuiftoets om
de minidisc te verwijderen of druk
op de
toets om het apparaat uit
te schakelen.
De aanduiding “TOC” licht op of gaat
knipperen. De muziek is pas definitief
op de minidisc opgenomen wanneer de
opnamegegevens zijn vastgelegd in de
inhoudsopgave.
Opmerking
Het opnemen op een minidisc is pas compleet
wanneer de “TOC” aanduiding stopt met knipperen
en dooft, nadat de opnamegegevens zijn vastgelegd
in de inhoudsopgave. Tot dat moment mag u niet
tegen de minidisc-recorder stoten of de stekker uit
het stopcontact trekken. Als u de stroom wilt
afsluiten, dient u eerst het volgende te doen:
– De minidisc verwijderen.
– Op de
toets drukken om het apparaat uit te
schakelen.
Beveiligen van een opgenomen minidisc
• Om de opnamen op een minidisc te beveiligen tegen
per ongeluk wissen, schuift u het wispreventienokje
in de hoek van de minidisc open.
In die stand is opnemen op de minidisc niet meer
mogelijk. Om de minidisc weer geschikt te maken
voor opname, schuift u het wispreventienokje
weer dicht.
Wispreventienokje
Schuif
het nokje open.
• Als de minidisc beveiligd is tegen opnemen en
wissen, verschijnen de aanduidingen “C11” en
“Protected” beurtelings in het uitleesvenster en
dan is opnemen niet mogelijk. Schuif het
wispreventienokje dicht, steek de minidisc
opnieuw in en probeer het opnemen nogmaals.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Opnemen van uw
favoriete CDmuziekstukken
–– CD-MD synchroon-opname
4
Dit muziekstuk is nu geprogrammeerd.
5
7
6 3
8
Om nog andere muziekstukken te
programmeren, herhaalt u stap 3 en
4.
Telkens na keuze van een nummer
verschijnt de totale speelduur van uw
muziekprogramma. U kunt in totaal 32
muziekstukken programmeren.
6
Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de gleuf.
7
Druk op de CD-MD SYNC toets.
De minidisc-recorder komt in
gereedheid voor opname en de CDspeler komt in de weergavepauzestand.
Als u een minidisc gebruikt waarop al
iets is opgenomen, zoekt de minidiscrecorder automatisch het eind van het
opgenomen gedeelte op, om vanaf dat
punt te gaan opnemen.
8
1
1
2
3
2
4
p
Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets totdat de aanduiding
“CD” in het uitleesvenster verschijnt
en leg een compact disc in de disclade.
Druk enkele malen op de PLAY
MODE toets tot de aanduiding
“PROGRAM” verschijnt.
Druk op een van de DISC 1 t/m 3
toetsen en kies een CD.
Opnemen op een minidisc
U kunt uw favoriete muziekstukken in de
gewenste volgorde programmeren met de
CD programma-weergave, om ze dan in die
volgorde met de CD synchroon-opname op
een minidisc op te nemen.
(Aan/uitschakelaar)
Verdraai de instelknop totdat het
gewenste muziekstuk op het display
verschijnt en druk vervolgens op
ENTER/YES.
Druk op de MD (P weergave/
pauzetoets.
Het opnemen begint, aansluitend op de
laatste opname op de minidisc. De
CD-speler en de MD-recorder stoppen
automatisch wanneer de opname klaar
is.
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets.
Als de minidisc vol raakt tijdens
opnemen
Dan stopt automatisch de minidisc-opname
en ook de CD-weergave.
Opmerking
Als de minidisc beveiligd is tegen opnemen en
wissen, verschijnen in het uitleesvenster beurtelings
de aanduidingen “C11” en “Protected” en dan is
opnemen niet mogelijk. Druk op de MD §
uitschuiftoets, neem de minidisc uit en schuif het
wispreventienokje dicht (zie blz. 36), steek de
minidisc opnieuw in en probeer het opnemen
nogmaals.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
37NL
Snel opnemen van
het huidige
muziekstuk
Handmatig
opnemen op een
minidisc
— Rec It
Met deze functie kunt u snel een muziekstuk
opnemen terwijl u naar een CD luistert.
Indien de MD voor een gedeelte reeds
opnamen bevat, begint het opnemen na het
laatst opgenomen muziekstuk.
(Aan/uitschakelaar)
2
De minidisc-recorder zoekt automatisch het
eind van het opgenomen gedeelte op de
minidisc op, om vanaf dat punt te gaan
opnemen.
(Aan/uitschakelaar)
p
Druk op REC IT terwijl u naar een
muziekstuk luistert dat u wilt
opnemen.
Met het afspelen wordt teruggekeerd
naar het begin van het muziekstuk en de
opname begint. Wanneer het einde van
het muziekstuk is bereikt, stopt het MDdeck automatisch.
Om de opname te stoppen
38NL
Druk op p.
4
p
1
Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de gleuf.
2
Druk enkele malen op de
FUNCTION keuzetoets totdat de
geluidsbron die u wilt opnemen
wordt aangegeven in het
uitleesvenster.
Druk op DISC 1~3
Het afspelen van de CD begint.
2
1
1
2
1
3
CD: Doe een CD in het toestel. Om te
beginnen vanaf een bepaald muziekstuk
dient u eerst een programma te maken
(zie “Programma-weergave van
muziekstukken op CD”).
Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Stap 3: Vastleggen
van uw favoriete radiozenders”).
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Cassette: Doe een cassette in het toestel
met de kant die u wilt afspelen naar
voren.
Zie “Gebruik van los verkrijgbare
audio/video-apparatuur” wanneer u
wilt opnemen van losse AV
componenten.
3
Druk op de REC opnametoets.
De minidisc-recorder komt in
gereedheid voor opname.
4
U kunt de stereosignalen van FMuitzendingen enz. in mono opnemen. Bij het
opnemen in mono zal de opnametijd twee
keer zo lang worden (120 minuten met een
60-minuten MD) als bij een normale (stereo)
opname.
(Aan/uitschakelaar)
6
7
Het opnemen begint.
5
Start de weergave van de
geluidsbron die u wilt opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets.
Tips
• Als u tijdens het opnemen op de FUNCTION toets
drukt, stopt automatisch de minidisc-opname en
ook de CD-weergave.
• De aanduiding “OVER” licht op als er een te
krachtig ingangssignaal is doorgekomen tijdens
opnemen vanaf een geluidsbron die is aangesloten
op de VIDEO aansluitingen.
• U kunt de resterende tijd op het display
controleren terwijl u aan het opnemen bent door
op DISPLAY te drukken.
1,5
2
Instelknop
Opnemen op een minidisc
Druk op de MD (P weergave/
pauzetoets (of de MD (
weergavetoets van de
afstandsbediening).
Opnemen in mono
3,4
Opmerking
Als u tijdens het opnemen van CD de opname
pauzeert, zal er op dat punt een nieuw
muziekstuknummer worden ingevoegd.
1
Druk net zo vaak op FUNCTION tot
MD op het display verschijnt.
2
Druk twee keer op MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt.
3
Verdraai de instelknop totdat op het
display “Stereo Rec” (of “Mono
Rec”) verschijnt en druk vervolgens
op ENTER/YES.
wordt vervolgd
39NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Opnemen in mono (vervolg)
4
5
6
Verdraai de instelknop totdat
“Mono Rec” verschijnt en druk
vervolgens op ENTER/YES. De
opnamefunctie schakelt over naar
opnemen in mono en op het display
zal de aanduiding “MONO”
oplichten.
Druk net zo vaak op FUNCTION tot
de signaalbron (bijv.: TUNER voor
de radio) waarvan u wilt opnemen
op het display verschijnt.
Invoegen van drie
seconden pauze
tussen de
muziekstukken
— Smart Space pauze-verkorting
Met de “Smart Space” pauze-inkortfunctie
kunt u bij het digitaal opnemen automatisch
standaard pauzes van drie seconden tussen
de muziekstukken invoegen.
(Aan/uitschakelaar)
p
6
Druk op REC.
Het deck staat nu klaar om op te gaan
nemen.
7
Druk op MD (P.
De opname begint. Het via de
luidsprekers weergegeven geluid is het
originele geluid.
Om de opname te stoppen
Druk op p.
Terugkeren naar opnemen in
stereo.
1 Druk net zo vaak op FUNCTION tot MD
op het display verschijnt.
2 Druk twee keer op MENU/NO, zodat het
“Setup Menu” verschijnt.
3 Verdraai de instelknop totdat “Mono Rec”
verschijnt en druk vervolgens op ENTER/
YES.
4 Verdraai de instelknop totdat “Stereo Rec”
verschijnt en druk vervolgens op ENTER/
YES. De opnamefunctie schakelt terug naar
opnemen in stereo en op het display zal de
aanduiding “MONO” uitgaan.
2,5 3,4
1
Druk op REC.
Het systeem zal nu in de opnamepauzestand gaan.
2
Druk in de opnamepauzestand
tweemaal op de MENU/NO toets.
Dan verschijnt het “Setup Menu” in het
uitleesvenster.
3
40NL
Draai aan de instelknop totdat er
“S. Space Off” (of “S. Space On”)
wordt aangegeven en druk dan op
de ENTER/YES toets.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
4
Draai aan de instelknop totdat er
“S. Space On” wordt aangegeven en
druk dan op de ENTER/YES toets.
De aanduiding “S. Space On” blijft
verlicht om aan te geven dat de “Smart
Space” pauze-inkortfunctie is
ingeschakeld.
Veiligheidsopnamestart met zes
seconden muziek uit
het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname
Druk op de MENU/NO toets.
6
Druk op de MD (P weergave/
pauzetoets.
Het opnemen begint.
Als er tijdens het opnemen een stilte van
4 tot 29 seconden optreedt, verschijnt de
aanduiding “Smart Space” en dan
vervangt de minidisc-recorder de lange
stilte door een standaard pauze van
3 seconden lengte, waarna het opnemen
op de minidisc gewoon verder gaat. Als
er meer dan 30 seconden geen geluid
doorkomt, verschijnt de aanduiding
“Auto Cut”, de minidisc-recorder
vervangt de stilte door een pauze van
3 seconden en dan komt de minidiscrecorder in de opnamepauzestand te
staan. Wanneer u wilt doorgaan met
opnemen, drukt u op de MD (P
weergave/pauzetoets.
Stoppen met opnemen
Bij het opnemen van een radio-uitzending
kunnen de eerste paar seconden van de
uitzending vaak verloren gaan. U kunt dit
verlies van de beginklanken voorkomen met
behulp van de tijdmachine-opname, die
werkt met een 6-seconden buffergeheugen.
Audiogegevens in een 6seconden buffergeheugen
Einde van het
Indrukken van de ENTER/ programma dat u
YES toets in stap 5
wilt opnemen
Tijd
Opnemen op een minidisc
5
Opgenomen
gedeelte
Begin van het programma dat u wilt opnemen
(Aan/uitschakelaar)
Druk op de p stoptoets.
1
3
Uitschakelen van de Smart Space
pauze-verkorting
1 Volg de bovenstaande aanwijzingen 1 en 2.
2 Verdraai de instelknop totdat “S.Space
ON” verschijnt en druk vervolgens op
ENTER/YES.
3 Draai aan de instelknop totdat er “S. Space
Off” wordt aangegeven en druk dan op de
ENTER/YES toets.
4 Druk op de MENU/NO toets.
Tips
• De Smart Space pauze-inkortfunctie is in de
fabriek al ingeschakeld.
• Ook als u de stereo-installatie uitschakelt of de
stekker uit het stopcontact trekt, zal de minidiscrecorder de laatste instelling (aan of uit) van de
pauze-inkortfunctie onthouden, zodat die
ongewijzigd is wanneer u het apparaat weer
inschakelt.
2
p
5
wordt vervolgd
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
41NL
Veiligheids-opnamestart met zes seconden
muziek uit het buffergeheugen (vervolg)
1
Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de gleuf.
2
Druk enkele malen op de
FUNCTION keuzetoets totdat de
geluidsbron die u wilt opnemen
(bijv. de TUNER) wordt aangegeven
in het uitleesvenster.
3
Druk op de REC opnametoets.
De minidisc-recorder komt in
gereedheid voor opname.
4
Start de weergave van de
geluidsbron die u wilt opnemen.
5
Druk op de ENTER/YES toets
wanneer u met opnemen wilt
beginnen.
De opname van de geluidsbron begint
dan met de 6 seconden aan
audiogegevens die even tevoren in het
buffergeheugen werden vastgehouden.
Als u een minidisc gebruikt waarop al
iets was opgenomen, zoekt de minidiscrecorder automatisch het eind van het
opgenomen gedeelte op, om vanaf dat
punt te gaan opnemen.
Stoppen van de tijdmachineopname
Druk op de p stoptoets.
Aanbrengen van
muziekstuknummers
De muziekstuknummers kunnen als volgt op
de minidisc worden aangebracht:
• Automatisch markeren van
muziekstukken:
Bij digitaal opnemen vanaf de compact disc
speler van deze stereo-installatie en bij
stilte-markering (bij analoge opname)
worden de muziekstuknummers
automatisch op de minidisc aangebracht.
• Handmatig markeren van muziekstukken
bij opname:
U kunt tijdens het opnemen zelf bij elk
gewenst punt een muziekstuknummer
aanbrengen, ongeacht de opgenomen
geluidsbron.
• Markeren na het opnemen:
U kunt het begin van muziekstukken
markeren met de DIVIDE functie voor het
splitsen van muziekstukken (zie blz. 52).
Automatisch markeren
van muziekstukken
tijdens analoog opnemen
–– LEVEL-SYNC stilte-markering
Met de “LEVEL-SYNC” stilte-markering, die
in de fabriek is ingeschakeld, worden er bij
analoog opnemen automatisch
muziekstuknummers aangebracht. Als de
“L-SYNC” aanduiding tijdens opnemen niet
zichtbaar is, schakelt u deze markering in
zoals hieronder beschreven. Hiermee zal de
minidisc-recorder een nieuw
muziekstuknummer aanbrengen, telkens
wanneer het meer dan twee seconden stil
blijft (met het ingangssignaal onder dan een
bepaald peil) en er dan weer geluid klinkt.
42NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
(Aan/uitschakelaar)
Uitschakelen van de automatische
stilte-markering
Opmerking
Er zullen geen muziekstuknummers worden
aangebracht als het ruisniveau te hoog bij opnamen
van radio of cassette, zelfs al is de LEVEL-SYNC
functie is ingeschakeld.
1,4 2,3
1
Druk in de opnamepauzestand
tweemaal op de MENU/NO toets.
Dan verschijnt het “Setup Menu” in het
uitleesvenster.
2
3
Draai aan de instelknop totdat er
“T. Mark Off” verschijnt en druk
dan op de ENTER/YES toets.
Aanbrengen van
nummers bij gewenste
punten tijdens opnemen
Opnemen op een minidisc
1 Druk in de opnamepauzestand tweemaal op de
MENU/NO toets.
Dan verschijnt het “Setup Menu”.
2 Draai aan de instelknop totdat er “T. Mark L
Sync” verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets.
3 Draai aan de instelknop totdat er “T. Mark Off”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets.
4 Druk op de MENU/NO toets.
De aanduiding “LEVEL-SYNC” dooft.
Wanneer de aanduiding “LEVEL-SYNC” gedoofd is,
wordt er alleen aan het eerste begin van de opname
een enkel muziekstuknummer aangebracht.
– Muziekstuk markeren
U kunt tijdens het opnemen zelf
muziekstuknummers aanbrengen wanneer u wilt,
ongeacht de geluidsbron waarvan u opneemt.
(Aan/uitschakelaar) REC
Draai aan de instelknop totdat er
“T. Mark L Sync” verschijnt en druk
dan op de ENTER/YES toets.
De aanduiding “LEVEL-SYNC” licht op.
4
Druk op de MENU/NO toets.
Om de opname te stoppen
Druk op p.
/ Druk tijdens opnemen bij het punt
waar u een nummer wilt markeren
op de REC toets.
Dan wordt er bij dat punt een nieuw
muziekstuknummer aangebracht.
43NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Instellen van het
opnameniveau
3
Wanneer het inkomend geluid bij opnemen te
luid of te zacht klinkt, kunt u het
opnameniveau bijregelen. Bovendien kunt u
het gekozen opnameniveau voor elke
geluidsbron vastleggen, zodat u het niet
telkens opnieuw hoeft in te stellen.
Draai aan de instelknop om het
opnameniveau in te stellen.
Het opnameniveau is instelbaar van –12
tot +12. Stel het zo in dat bij de luidste
passages de aanduiding “OVER” nog net
niet oplicht in het uitleesvenster.
4
(Aan/uitschakelaar)
Druk op de MENU/NO toets.
Hiermee is de instelling compleet. Nu
kunt u beginnen met opnemen, als u de
instelling hebt gemaakt in de
pauzestand.
Tip
Het opnameniveau is voor elke geluidsbron
afzonderlijk instelbaar en wordt daarna ook voor
elke geluidsbron afzonderlijk onthouden.
Opmerking
Als u het opnameniveau verandert tijdens het
opnemen, zal het opgenomen geluid na de instelling
kwalitatief anders klinken dan er vóór.
1,4
1
2,3
Druk tijdens opnemen of in de
opnamepauzestand tweemaal op de
MENU/NO toets.
Dan verschijnt de “Setup Menu”
aanduiding.
2
Draai aan de instelknop totdat er
“LevelAdjust” verschijnt en druk
dan op de ENTER/YES toets.
Het uitleesvenster geeft de opgenomen
geluidsbron en het geldende
opnameniveau aan.
44NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Monteren van een MD
Alvorens u begint
met bewerken
U kunt de opgenomen muziekstukken op een
minidisc met de bewerkingsfuncties
aanpassen. Zo kunt u de volgorde van de
muziekstukken omzetten en ze samen
“monteren” totdat de minidisc precies naar
wens is samengesteld.
Voor het bewerken
Om de opnamen op de minidisc aan te passen,
moet er aan de volgende voorwaarden zijn
voldaan:
• De minidisc moet voor opnemen geschikt zijn.
• De minidisc-recorder moet zijn ingesteld op gewone
continu-weergave.
Alvorens te gaan bewerken, controleert u dit op de
onderstaande wijze.
1
Bewerkingsfuncties
Als de minidisc beveiligd is tegen opnemen en
wissen, verschijnen in het uitleesvenster
beurtelings de aanduidingen “C11” en “Protected”
en dan is opnemen en bewerken niet mogelijk.
Om de minidisc weer voor bewerken geschikt te
maken, schuift u het wispreventienokje dicht.
2
Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets tot de aanduidingen “SHUFFLE”
en “PROGRAM” verdwijnen.
Het bewerken van de minidisc is alleen
mogelijk in de gewone continu-weergave
stand. De minidisc kan niet worden bewerkt
wanneer is ingesteld op willekeurige
weergave of programma-weergave.
Monteren van een MD
• Name – Disctitel en muziektitels
kiezen
Gebruik deze functie om uw minidiscs en
de muziek daarop elk van een eigen titel te
voorzien. In uw titels kunt u hoofdletters,
kleine letters, cijfers en symbolen
gebruiken.
• Erase – Wissen van opnamen
Met de Erase functies kunt u een enkel
muziekstuk of een deel van een
musiekstuk verwijderen of alle nummers in
één keer van de minidisc wissen.
• Move – Volgorde van de
muziekstukken wijzigen
Gebruik de Move functie om de
muziekstukken in de gewenste volgorde te
zetten.
• Divide – Begin van een nieuw
muziekstuk markeren
Gebruik de Divide functie om op de
gewenste punten nieuwe
muziekstuknummers aan te brengen. Dan
zijn uw favoriete muziekpassages daarmee
direct op te zoeken.
• Combine – Samenvoegen van
opgenomen muziekstukken
Met deze functie kunt u de pauze tussen
twee muziekstukken verwijderen en ze zo
tot een enkel nummer samenvoegen. Ook
niet-opeenvolgende muziekstukken, zoals
bijvoorbeeld nummer 1 en nummer 4, kunt
u aldus samenvoegen.
• Undo – Ongedaan maken van de
laatste wijziging
Met deze functie kunt u de laatste
bewerking annuleren en de minidisc
terugbrengen in de vorige toestand.
Controleer het wispreventienokje van de
minidisc die u wilt bewerken.
Na afloop van het
bewerken
/ Druk op de MD § uitschuiftoets om
de minidisc te verwijderen of druk op
toets om de stereo-installatie
de
uit te schakelen.
De aanduiding “TOC” licht op of gaat
knipperen. De bewerkingen op de minidisc
worden pas definitief van kracht wanneer de
opnamegegevens zijn vastgelegd in de
inhoudsopgave.
Opmerking
Het bewerken van een minidisc is pas compleet
wanneer de “TOC” aanduiding stopt met knipperen
en dooft, nadat de opnamegegevens zijn vastgelegd
in de inhoudsopgave. Tot dat moment mag u niet
tegen de minidisc-recorder stoten of de stekker uit
het stopcontact trekken. Als u de stroom wilt
afsluiten, dient u eerst het volgende te doen:
– De minidisc verwijderen.
– Op de
drukken om de stereo-installatie uit te
schakelen.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
45NL
Disctitel en
muziektitels kiezen
1
–– “Name” functie
Om een MD te kunnen labellen, moet u
eerst op p drukken om de weergave van
de MD te stoppen.
Om een muziekstuk te labellen dient u
eerst aan de instelknop te draaien totdat
het nummer van het gewenste
muziekstuk verschijnt.
Daarnaast kunt u zelf direct titels invoeren
voor uw minidiscs en de muziekstukken er
op. Per minidisc is er ruimte voor in totaal
1.700 letters.
(Aan/uitschakelaar)
4
p
3,7
Druk enkele malen op de
FUNCTION keuzetoets totdat de
aanduiding “MD” verschijnt in het
uitleesvenster.
2
Druk op de NAME EDIT/CHAR
toets.
De cursor gaat knipperen.
Het muziekstuk dat u bij stap 1, zal het
afspelen automatisch beginner.
3
1
CLEAR
0/)
Druk enkele malen op de NAME
EDIT/CHAR toets om in te stellen
op het gewenste soort letterteken.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de lettertype-aanduiding in
het uitleesvenster als volgt:
A (hoofdletters) n a (kleine letters)
n 0 (cijfers) n ! (symbolen)*
n
(spatie)** n A…
* U kunt de volgende symbolen in uw
titels gebruiken:
2,3
!”#$%&’()∗+,–./:;<=>?@_`
**Invoeren van een spatie
Ga door met stap 5.
Druk op de ENTER/YES toets.
Overigens kunt u geen spatie op de
eerste plaats van de titel zetten.
0/)
4
Draai aan de instelknop totdat de
gewenste letter wordt aangegeven.
5
Druk op de ) vooruitzoektoets.
FUNCTION
◊
√
Het in stap 4 gekozen letterteken blijft
branden en de cursor schuift een plaatsje
naar rechts, voor de volgende letter.
46NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
6
Herhaal de stappen 3 t/m 5 tot u de
gehele titel hebt ingevoerd.
Bij een vergissing in de letterkeuze drukt
u op de 0 of ) toets tot de letter die
u wilt wijzigen knippert en dan herhaalt
u de stappen 3 t/m 5.
Druk op CLEAR wanneer het te wissen
teken knippert om het teken te wissen.
7
Druk op de ENTER/YES toets om
de titelinvoer af te ronden.
De disc of het muziekstuk is dan van een
titel voorzien. Uw gekozen titels worden
in volgorde aangegeven.
Druk op de p stoptoets.
Tip
U kunt ook tijdens afspelen een titel invoeren voor
het weergegeven muziekstuk. Dat muziekstuk
wordt dan herhaaldelijk weergegeven, net zolang
tot de titelinvoer compleet is.
Opmerking
Als de minidisc beveiligd is tegen opnemen en
wissen, verschijnen in het uitleesvenster beurtelings
de aanduidingen “C11” en “Protected” en dan is
opnemen niet mogelijk. Druk op de MD §
uitschuiftoets, neem de minidisc uit en schuif het
wispreventienokje dicht (zie blz. 36), steek de
minidisc opnieuw in en probeer het opnemen
nogmaals.
Kopiâren van de titel van
een disc of fragment
U kunt de titel van een disc of fragment
kopiâren om deze te gebruiken als titel van
een ander fragment op de disc of als titel van
de disc.
1 Druk op MENU/NO terwijl het toestel
gestopt is.
2 Draai aan de instelknop tot er “Name?”
wordt aangegeven en druk dan op
ENTER/YES.
3 Draai aan de instelknop totdat er “Name
Copy?” wordt aangegeven en druk weer
op ENTER/YES.
Annuleren van het kopiâren
Druk op p.
Controleren van de titels
Druk op SCROLL op de afstandsbediening
terwijl de weergave gestopt is om de disctitels
te controleren. Om de titels van de
muziekstukken te zien, drukt u op de
SCROLL doorlooptoets tijdens afspelen. De
titels lopen in volgorde door het
uitleesvenster. Druk weer op de SCROLL
toets om het doorlopen van de titelweergave
te pauzeren en nogmaals wanneer u het
doorlopen wilt hervatten.
Monteren van een MD
Uitschakelen van de titelinvoer
4 Draai aan de instelknop totdat er “Disc”
wordt aangegeven (als u de titel van de
disc wilt kopiâren) of het fragment
verschijnt waarvan u de titel wilt kopiâren.
en druk vervolgens op de ENTER/YES
toets.
Wanneer de aanduiding “No Name”
verschijnt, is de disc of het fragment nog
niet van een titel voorzien.
5 Draai aan de instelknop totdat er “Disc”, of
het fragmentnummer waar u de titel
naartoe wilt kopiâren verschijnt en druk op
ENTER/YES.
Wanneer de aanduiding “Overwrite?”
verschijnt, heeft de gekozen disc of het
gekozen fragment al een titel. Om door te
gaan met het kopiâren van de titel dient u
op ENTER/YES te drukken.
Wissen van titels
1 Druk in de stopstand op de MENU/NO
toets.
2 Draai aan de instelknop tot er “Name?”
wordt aangegeven en druk dan op de
ENTER/YES toets.
3 Draai aan de instelknop totdat er “Name
Erase?” verschijnt en druk weer op de
ENTER/YES toets.
Om alle titels te wissen, stelt u in op
“Name All Ers?”.
4 Draai aan de instelknop totdat de minidisc
of de of het muziekstuk waarvan u de titel
wilt wissen wordt aangegeven en druk dan
op de ENTER/YES toets.
De aanduiding “Complete!!” verschijnt.
47NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Wissen van
minidisc-opnamen
(Aan/uit-schakelaar)
p
–– “Erase” functies
U kunt ongewenste opnamen gemakkelijk
van een minidisc wissen, door enkel de
inhoudsopgave bij te werken. Als het mis
gaat, kunt u de minidisc herstellen in de
toestand vóór de laatste bewerking, met de
“Undo” herstelfunctie.
Wees bij het wissen wel voorzichtig, want de
bewerking is niet meer ongedaan te maken
als u erna nog andere aanpassingen hebt
gemaakt.
U kunt kiezen uit de volgende drie
wismethoden:
• Wissen van een enkel muziekstuk (Erase).
• Wissen van alle muziekstukken (All Erase).
• Wissen van een deel van een muziekstuk
(A-B Erase).
1
1
Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets totdat de aanduiding “MD”
verschijnt in het uitleesvenster.
2
Druk op MENU/NO terwijl de MD
gestopt is.
Wissen van een enkel
muziekstuk
U kunt een muziekstuk wissen door
eenvoudigweg het nummer ervan in te
voeren.
Bij het wissen wordt het totale aantal
muziekstukken op de minidisc met één
verminderd en schuiven alle muziekstukken
volgend op het gewiste nummer een plaatsje
op.
Voorbeeld: Wissen van muziekstuk B
Muziekstuknummers
1
A
A
4
3
B
2
1
ERASE
2
C
D
Muziekstuk
B is gewist.
3
C
D
2 3,4
Dan verschijnt de “Edit Menu”
aanduiding.
3
Draai aan de instelknop totdat er “Tr
Erase ?” verschijnt en druk dan op de
ENTER/YES toets.
4
Draai aan de instelknop totdat het
nummer verschijnt van het muziekstuk
dat u wilt wissen en druk dan op de
ENTER/YES toets.
De aanduiding “Complete!!” verschijnt
enkele seconden lang in het
uitleesvenster en het gekozen
muziekstuk wordt met titel en al van de
minidisc gewist. Als u een muziekstuk
verwijdert tijdens afspelen ervan, gaat de
weergave onmiddellijk door met het
volgende muziekstuk. (Als u het laatste
muziekstuk verwijdert, vervolgt de
weergave met het tot dan toe voorlaatste
muziekstuk.)
48NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Annuleren van de wisfunctie
Druk op de p stoptoets.
1
Druk enkele malen op de
FUNCTION keuzetoets totdat de
aanduiding “MD” verschijnt in het
uitleesvenster.
2
Druk op MENU/NO terwijl de MD
gestopt is.
Ongedaan maken van het wissen
Gebruik de “Undo” herstelfunctie
onmiddellijk nadat er een muziekstuk
abusievelijk gewist is (zie blz. 55).
Opmerking
De aanduiding “Erase ???” verschijnt als het
betreffende muziekstuk werd opgenomen, of
bewerkt, op een andere minidisc-recorder en
daarmee tegen wissen is beveiligd. Als u dit
muziekstuk desondanks wilt wissen, druk dan weer
op de ENTER/YES toets terwijl deze “Erase ???”
aanduiding oplicht.
U kunt de minidisc-titel, alle muziekstukken
en al hun titels in één keer van de minidisc
wissen.
3
Draai aan de instelknop totdat er
“All Erase ?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets.
Ter bevestiging verschijnt er “All
Erase ??”.
4
Druk op de ENTER/YES toets.
De aanduiding “Complete!!” verschijnt
enkele seconden lang in het
uitleesvenster.
Alle muziekstukken, nummers en titels
worden van de minidisc gewist.
(Aan/uit-schakelaar)
Annuleren van de
complete-minidisc wisfunctie
Monteren van een MD
Wissen van alle
muziekstukken
Dan verschijnt de “Edit Menu”
aanduiding.
Druk op de p stoptoets.
Ongedaan maken van het wissen
Gebruik de “Undo” herstelfunctie
onmiddellijk nadat alle muziekstukken
abusievelijk zijn gewist (zie blz. 55).
1
2
3,4
49NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Wissen van een deel van
een muziekstuk (A-B Erase)
U kunt een ongewenste passage in een
opname markeren om alleen dat deel te
wissen. Dat kan bijvoorbeeld handig zijn om
reclameboodschappen uit een opgenomen
radio-uitzending te verwijderen.
1
Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets totdat de aanduiding “MD”
verschijnt in het uitleesvenster.
2
Druk tijdens het afspelen van een
minidisc op de MD (P weergave/
pauzetoets bij het beginpunt van de
passage die u wilt wissen (punt A).
Voorbeeld: Wissen van een deel van
muziekstuk A
De minidisc-recorder pauzeert.
3
Muziekstuknummers
Beginpunt
A
1
A-a
Dan verschijnt de “Edit Menu” aanduiding.
Eindpunt
B
2
A-b A-c
B
(Aan/uitschakelaar)
Draai aan de instelknop totdat er “A-B
Erase ?” verschijnt en druk dan op de
ENTER/YES toets.
5
Druk nogmaals op de ENTER/YES
toets.
C
3
2
A- (a+c )
4
3
A-B
ERASE
1
Druk op de MENU/NO toets.
B
4,6
De aanduidingen “-Rehearsal-” en
“Point A ok?” verschijnen beurtelings in
het uitleesvenster, terwijl het gekozen
muziekstuk wordt weergegeven vanaf
het begin tot aan het in stap 2 gekozen
punt A.
C
p
2
6
Let aandachtig op het weergegeven
geluid en draai aan de instelknop om
het beginpunt van de te wissen passage
(punt A) preciezer te kiezen.
Bij het draaien aan de instelknop wordt
het punt op de minidisc nauwkeurig
aangegeven in minuten (m), seconden (s)
en fragmenten
(f = 1/86 seconde). Het punt A is te
verschuiven in stapjes van 1 fragment.
Als u punt A wilt verschuiven in grotere
stappen van 1 seconde of 1 minuut,
drukt u op de 0/) toets tot de
gewenste eenheid (“s” of “m”) gaat
knipperen en dan draait u aan de
instelknop om het wis-beginpunt te
verschuiven.
1
3
0/)
50NL
4,5,8,
9,11
7
Herhaal stap 6 totdat punt A correct
weergegeven wordt.
8
Druk op de ENTER/YES toets wanneer
punt A precies naar wens is ingesteld.
De aanduiding “Point B set” verschijnt
en de weergave wordt hervat, zodat u
het eindpunt van de te wissen passage
(punt B) kunt bepalen.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
9
Ga door met afspelen tot het punt B
op de minidisc wordt bereikt en
druk dan op de ENTER/YES toets.
De aanduidingen “A-B Ers” en “Point B
ok?” verschijnen beurtelings, terwijl de
minidisc-recorder nu de beide passages
van enkele seconden vóór punt A en na
punt B aaneensluitend laat horen.
10
Als punt B niet geheel naar wens
is, draait u aan de instelknop om
punt B nauwkeurig in te stellen.
Ga net zo te werk als bij stap 6.
Druk op de ENTER/YES toets
wanneer punt A precies naar wens
is ingesteld.
De aanduiding “Complete!!” verschijnt
nu enkele seconden lang en de passage
tussen punt A en punt B wordt van de
minidisc gewist.
–– “Move” functie
Met de “Move” functie kunt u de volgorde
van de muziekstukken op de minidisc
aanpassen. Bij het verplaatsen van een
muziekstuk worden de andere
muziekstukken automatisch hernummerd.
Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk C
naar plaats nummer 2.
Muziekstuknummers
1
3
2
A
C
B
Annuleren van de wisfunctie
D
Muziekstuk C verplaatsen
naar plaats nummer 2.
3
4
MOVE
1
4
2
C
A
B
D
Druk op de p stoptoets.
Monteren van een MD
11
Verplaatsen van
opgenomen
muziekstukken
Ongedaan maken van het wissen
Gebruik de “Undo” herstelfunctie
onmiddellijk nadat er een muziekpassage
abusievelijk gewist is (zie blz. 55).
3
(Aan/uitschakelaar)
p
Opmerking
Als er “Impossible” in het uitleesvenster wordt
aangegeven, dan betekent dat:
– Punt B is ergens vóór punt A gekozen. Dat kan
niet; punt B moet altijd na punt A komen.
– De gekozen passage kan niet worden gewist. Dit
kan zich voordoen als er aan een betrokken
muziekstuk al te veel “gesleuteld” is; het betreft
hier een inherente beperking van het minidiscopnamesysteem, geen storing in de werking.
1
2
0/)
3,4,
5,6
wordt vervolgd
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
51NL
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
1
2
Druk enkele malen op de
FUNCTION keuzetoets totdat de
aanduiding “MD” verschijnt in het
uitleesvenster.
Druk op de MENU/NO toets
tijdens weergave, in de pauzestand
of in de stopstand.
Dan verschijnt de “Edit Menu”
aanduiding.
3
Draai aan de instelknop totdat er
“Move ?” verschijnt en druk dan op
de ENTER/YES toets.
4
Draai aan de instelknop totdat het
nummer verschijnt van het
muziekstuk dat u wilt verplaatsen
en druk dan op de ENTER/YES
toets.
5
Draai aan de instelknop totdat het
nummer verschijnt van de plaats
waar u het muziekstuk wilt zetten
(het nieuwe plaatsnummer).
Splitsen van
opgenomen
muziekstukken
–– “Divide” functie
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
aanbrengen in een lange opname die ten onrechte
onder een enkel nummer staat.
Ook kunt u hiermee de nodige
muziekstuknummers aanbrengen na afloop van
het opnemen. Bij een enkele onderverdeling
wordt het aantal nummers op de minidisc met
één verhoogd en schuiven alle muziekstukken na
het gesplitste nummer een plaatsje op.
Voorbeeld: Onderverdelen van muziekstuk 2 om
deel B en deel C afzonderlijk te nummeren.
Muziekstuknummers
2
1
A
3
B
DIVIDE
2
1
A
3
B
(Aan/uit-schakelaar)
Nummer van het
muziekstuk dat u
wilt verplaatsen
6
C
D
Muziekstuk 2 splitsen in
muziekstuk B en muziekstuk C.
4
C
3,4
D
p
Nieuw
plaatsnummer
Druk op de ENTER/YES toets.
De aanduiding “Complete!!” verschijnt
enkele seconden lang en het gekozen
muziekstuk wordt op de nieuwe plaats
gezet.
Vervolgens wordt het verplaatste
muziekstuk weergegeven.
Annuleren van de verplaatsfunctie
Druk op de p stoptoets.
Ongedaan maken van het verplaatsen
NL
52
Gebruik de “Undo” herstelfunctie
onmiddellijk nadat er een muziekstuk
abusievelijk verplaatst is (zie blz. 55).
1
2
0/)
4,6
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
1
2
Druk enkele malen op de
FUNCTION keuzetoets totdat de
aanduiding “MD” verschijnt in het
uitleesvenster.
Druk op de MENU/NO toets.
Dan verschijnt de “Edit Menu”
aanduiding.
Annuleren van de splitsfunctie
Druk op de p stoptoets.
Ongedaan maken van het splitsen
Gebruik de “Undo” herstelfunctie
onmiddellijk nadat er een muziekstuk
abusievelijk gesplitst is (zie blz. 55) of voeg de
delen weer samen met de “Combine” functie
(zie blz. 54).
Tips
Draai aan de instelknop totdat er
“Divide ?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets.
4
Verdraai de instelknop, kies het
muziekstuk dat u wilt splitsen en
druk vervolgens op ENTER/YES.
De aanduiding “-Rehearsal-” verschijnt
en de passage voor het splitsen van het
muziekstuk wordt herhaaldelijk
weergegeven.
• U kunt een muziekstuk in tweeën splitsen
wanneer de minidisc wordt afgespeeld of gestopt
is.
• U kunt een ander muziekstuk kiezen om te
splitsen door aan de instelknop te draaien
alvorens u in stap 5 op de ENTER/YES toets
drukt.
Opmerkingen
• Wanneer u een muziekstuk met een titel (zie blz.
46) in tweeën splitst, zal alleen het eerste gedeelte
de titel behouden.
Bijvoorbeeld:
Muziekstuknummers
5
Let aandachtig op het weergegeven Originele
muziekstukken
geluid en draai aan de instelknop
om het punt voor het splitsen van
DIVIDE
het muziekstuk preciezer te kiezen.
Bij het draaien aan de instelknop wordt
het punt op de minidisc nauwkeurig
aangegeven in minuten (m), seconden (s)
en fragmenten (f = 1/86 seconde). Het
splitspunt is te verschuiven in stapjes
van 1 fragment.
Als u het splitspunt wilt verschuiven in
grotere stappen van 1 seconde of 1
minuut, drukt u op de 0/) toets tot
de gewenste eenheid (“s” of “m”) gaat
knipperen en dan draait u aan de
instelknop om het splitspunt te
verschuiven.
6
1
2
Andante
1
3
2
Andante
4
Adagio
Adagio
Allegro
3
4
Monteren van een MD
3
5
Allegro
Het tweede gedeelte
draagt geen titel meer.
• Een muziekstuk kan niet vlak na het begin of vlak
voor het eind worden gesplitst. Als u een
onmogelijk splitspunt kiest, verschijnt de
aanduiding “Impossible”. Draai aan de instelknop
om een beter splitspunt te kiezen.
Druk op de ENTER/YES toets
wanneer het punt voor het splitsen
van het muziekstuk precies naar
wens is ingesteld.
De aanduiding “Complete!!” licht enkele
seconden lang op en het nieuw
afgesplitste muziekstuk wordt
weergegeven. Als het oorspronkelijke
muziekstuk een titel had, zal het
afgesplitste tweede gedeelte nu geen titel
meer dragen.
53NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Samenvoegen van
opgenomen
muziekstukken
–– “Combine” functie
U kunt twee muziekstukken of afzonderlijk
opgenomen passages tot een enkel
muziekstuk samenvoegen.
Het totale aantal muziekstukken op de
minidisc wordt met één verminderd en alle
latere muziekstukken worden hernummerd.
Voorbeeld: Samenvoegen van muziekstukken
B en C.
1
Druk enkele malen op de
FUNCTION keuzetoets totdat de
aanduiding “MD” verschijnt in het
uitleesvenster.
2
Druk op de MENU/NO toets
tijdens weergave, in de pauzestand
of in de stopstand.
Dan verschijnt de “Edit Menu”
aanduiding.
3
Draai aan de instelknop totdat er
“Combine ?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets.
4
Draai aan de instelknop totdat het
nummer verschijnt van het eerste
muziekstuk dat u met een ander
wilt samenvoegen en druk dan op
de ENTER/YES toets.
Muziekstuknummers
2
1
A
3
B
COMBINE
1
4
B
(Aan/uit-schakelaar)
C
p
π
1
D
Nu verschijnt de aanduiding voor keuze
van het tweede muziekstuk en begint de
weergave van de aansluitende passages
(d.w.z. het eind van het eerst gekozen
muziekstuk en het begin van het
daarmee samen te voegen muziekstuk).
Samenvoegen van B en
C tot één muziekstuk.
3
2
A
C
D
5
Draai aan de instelknop om het
tweede muziekstuk te kiezen dat u
met het eerste wilt samenvoegen en
druk op de ENTER/YES toets.
De aanduiding “Complete!!” licht enkele
seconden lang op en de gekozen
muziekstukken worden tot één nummer
samengevoegd. Als beide
oorspronkelijke muziekstukken titels
hadden, zal de titel van het tweede nu
komen te vervallen.
2 3,4,5
54NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Annuleren van de
samenvoegfunctie
Ongedaan maken
van de laatste
bewerking
Druk op de p stoptoets.
Ongedaan maken van het
samenvoegen
Gebruik de “Undo” herstelfunctie
onmiddellijk nadat er twee muziekstukken
abusievelijk samengevoegd zijn (next page) of
splits de twee delen weer met de “Divide”
functie (zie blz. 52).
–– “Undo” herstelfunctie
Opmerkingen
Met de herstelfunctie kunt u de laatste
ingreep op de minidisc ongedaan maken,
zodat de minidisc weer in de oorspronkelijke
toestand terugkomt.
• Als beide samengevoegde muziekstukken titels
hadden, zal de titel van het tweede komen te
vervallen.
Bijvoorbeeld:
Overigens zult u een bewerking niet
ongedaan kunnen maken als u erna het
volgende hebt gedaan:
1
Originele
muziekstukken
2
Andante
1
COMBINE
3
Adagio
2
Andante
4
Allegro
3
• een andere bewerking;
• indrukken van de REC, REC IT
opnametoets of de CD-MD SYNC toets;
• bijwerken van de inhoudsopgave door
uitschakelen van de minidisc-recorder of
uitnemen van de minidisc;
• de stekker uit het stopcontact trekken.
Adagio
• Als de aanduiding “Impossible” verschijnt, dan
kunnen de gekozen muziekstukken niet worden
samengevoegd. Dit kan zich voordoen als er aan
een betrokken muziekstuk al te veel “gesleuteld”
is; het betreft hier een inherente beperking van het
minidisc-opnamesysteem, geen storing in de
werking.
(Aan/uitschakelaar)
1
Monteren van een MD
Muziekstuknummers
Het tweede gedeelte
draagt geen titel meer.
2 3,4
wordt vervolgd
55NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Ongedaan maken van de laatste
bewerking (vervolg)
1
Druk op MENU/NO terwijl het
deck gestopt is.
Dan verschijnt de “Edit Menu”
aanduiding.
2
Draai aan de instelknop totdat er
“Undo ?” in het uitleesvenster
verschijnt.
4
Druk nogmaals op de ENTER/YES
toets.
De aanduiding “Complete!!” verschijnt
nu enkele seconden lang en de inhoud
van de minidisc wordt hersteld in de
toestand vóór de laatste bewerking.
Annuleren van de “Undo”
herstelfunctie
Druk op de p stoptoets.
De aanduiding “Undo ?” zal niet
verschijnen als er nog geen bewerking is
verricht.
3
Druk op de ENTER/YES toets.
Een van de volgende aanduidingen
verschijnt in het uitleesvenster,
afhankelijk van de laatste bewerking die
u ongedaan kunt maken:
Laatste
bewerking:
Aanduiding:
Titelkeuze voor de
minidisc
Wijzigen van een
bestaande titel
“Name Undo?”
Wissen van alle
titels van de
minidisc
Kopiëren van een
titel
EWissen van een
enkel muziekstuk
Wissen van alle
muziekstukken
“Erase Undo?”
Wissen van een
deel van een
muziekstuk
Verplaatsen van
een muziekstuk
“Move Undo?”
Onderverdelen van “Divide Undo?”
een muziekstuk
Samenvoegen van “Combine Undo?”
muziekstukken
56NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Opnemen op een cassette
Opnemen van een
cassette op een
cassette
— Kopiëren met hoge snelheid
3
Kies met de DIRECTION schakelaar
de A instelling voor het opnemen
op één cassettekant of de ß (of
RELAY) instelling voor opnemen op
beide cassettekanten.
4
Druk op de REC PAUSE/START
toets.
U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II
(CrO2-band) cassettes gebruiken. Het
opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
Het kopiëren begint.
Stoppen met kopiëren
(Aan/uitschakelaar) DOLBY NR
p
Druk op de p stoptoets.
4
Tips
1
1
3
2
Opnemen op een cassette
• Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin
dan aan de voorkant van de cassette met
opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt
het opnemen zodra het einde van die kant is
bereikt.
• Als u de DIRECTION schakelaar op ß zet en de
cassettes in de decks een verschillende lengte
hebben, zullen de cassettes onafhankelijk van
elkaar op de andere kant overschakelen. Als u de
schakelaar op RELAY zet, schakelen beide
cassettes gelijktijdig op de andere kant over.
• Instellen van de DOLBY NR schakelaar is niet
nodig. De cassette in deck B wordt automatisch
van dezelfde codering voorzien, d.w.z. met/
zonder Dolby, als de cassette in deck A.
1
Druk op de 6 toets en plaats een
bespeelde cassette in deck A en een
voor opnemen geschikte cassette in
deck B.
Met de kant
voor weergave/
opname naar u
toe gericht
2
Druk op de HI-DUB toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan.
57NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Stap 3: Vastleggen
van uw favoriete radiozenders”).
Cassette: Doe een cassette in het toestel
met de kant die u wilt afspelen naar voren.
Zie “Gebruik van los verkrijgbare audio/
video-apparatuur” wanneer u wilt
opnemen van losse AV componenten.
Handmatig opnemen
op een cassette
U kunt een compact disc, cassette of radiouitzending opnemen. Bij handmatig opnemen
kunt u naar wens muziekstukken overslaan
of bijvoorbeeld in het midden van de cassette
beginnen met opnemen. Het opnameniveau
wordt automatisch ingesteld.
(Aan/uitschakelaar) DOLBY NR
p
3
Druk op de REC PAUSE/START
opnametoets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan. De indicator van de TAPE B (
toets (voor de voorkant van de cassette)
licht op.
3,5
4
Kies met de DIRECTION schakelaar
de A instelling voor het opnemen
op één cassettekant of de ß (of
RELAY) instelling voor opnemen op
beide cassettekanten.
5
Druk op de REC PAUSE/START
toets van deck B.
Het opnemen begint.
6
2
58NL
4
1
1
Steek een voor opnemen geschikte
cassette in deck B.
2
Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
voor de geluidsbron die u wilt
opnemen verschijnt (bijv. “CD” voor
het opnemen van een compact disc).
CD: Doe een CD in het toestel. Om te
beginnen vanaf een bepaald muziekstuk
dient u eerst een programma te maken
(zie “Programma-weergave van
muziekstukken op CD” ).
MD: Doe een MD in het toestel. Om te
beginnen vanaf een bepaald muziekstuk
dient u eerst een programma te maken
(zie “Programma-weergave van
muziekstukken op MD”).
Begin met de weergave van de
geluidsbron die u wilt opnemen.
Voor het
Doet u het volgende
Stoppen met
opnemen
Druk op de p stoptoets.
Kort onderbreken
(pauzeren) van
de opname
Druk op de REC PAUSE/
START pauzetoets.
Tips
• Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met
opnemen, druk dan na de REC PAUSE/START toets in
stap 3 op de TAPE B 9 toets zodat de indicator van die
toets (voor de achterkant van de cassette) oplicht.
• Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge
frequenties te onderdrukken, drukt u op de DOLBY NR
schakelaar nadat u in stap 3 op de REC PAUSE/START
opnametoets heeft gedrukt, zodat in het uitleesvenster
“DOLBY NR” verschijnt.
• In de opnamepauzestand (na indrukken van de REC
PAUSE/START opnametoets in stap 3 en vóór
nogmaals indrukken hiervan in stap 5) kunt u de
instelknop gebruiken om op de CD-speler de gewenste
muziekstukken te kiezen.
• Kies SURROUND OFF tijdens het opnemen.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
1
Leg een of meer compact discs in de
disc-lade en steek een voor opnemen
geschikte cassette in deck B.
— Programma-montage
2
Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“CD” verschijnt.
3
Druk net zovaak op de PLAY
MODE toets tot de aanduiding
“PROGRAM” verschijnt.
4
Druk op een van de DISC 1-3
toetsen om in te stellen op de CD
met het gewenste muziekstuk.
5
Verdraai de instelknop totdat het
gewenste muziekstuk op het display
verschijnt en druk vervolgens op
ENTER/YES. Dit muziekstuk is nu
geprogrammeerd.
U kunt de muziekstukken op de compact
discs in een zelf gekozen volgorde opnemen.
Bij het programmeren van de volgorde dient
u erop te letten dat de totale speelduur van de
muziekstukken die op een bepaalde
cassettekant moeten worden opgenomen, niet
langer is dan de betreffende cassettekant.
(Aan/uitschakelaar)
3
4
1 11
Totale speelduur (met inbegrip
Nummer van CD van het gekozen muziekstuk)
Nummer van muziekstuk
6
2 10
p
5
9
7
◊
√
1
Opnemen op een cassette
Geprogrammeerde
opname van een CD
Voor elk muziekstuk dat u aan uw
muziekprogramma voor
cassettekant A wilt toevoegen,
herhaalt u de stappen 4 t/m 5.
Voor het kiezen van een volgend
muziekstuk van dezelfde compact disc
kunt u stap 4 achterwege laten.
7
Druk op de P toets van de
afstandsbediening om een pauze in
te voegen. Deze pauze geeft het
einde van het muziekprogramma
voor cassettekant A aan.
De letter “P” verschijnt en de totale
speelduur komt op “0.00” te staan.
wordt vervolgd
59NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Geprogrammeerde opname van
een CD (vervolg)
8
Voor het programmeren van de
muziekstukken bestemd voor
opname op cassettekant B, herhaalt
u de stappen 5 en 6 indien het
muziekstukken van dezelfde disc
betreft of anders de stappen 4 t/m 6.
9
Druk op de CD-TAPE SYNC toets.
(Aan/uitschakelaar)
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan en de CD-speler komt in de
weergavepauzestand te staan. De
indicator van de TAPE B ( toets (voor
de voorkant van de cassette) licht op.
10 Kies met de DIRECTION schakelaar
de A instelling voor het opnemen
op één cassettekant of de ß (of
RELAY) instelling voor opnemen
op beide cassettekanten.
11 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
2 3
1
Plaats een compact disc.
2
Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot het
uitleesvenster “CD” aangeeft.
3
Druk eenmaal op de EDIT toets,
zodat de aanduiding “EDIT” gaat
knipperen.
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets.
Uitschakelen van de programmamontage
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot
de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE”
verdwijnt.
Tip
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge
frequenties te onderdrukken, drukt u na de
CD-TAPE SYNC toets op de DOLBY NR schakelaar
tot in het uitleesvenster “DOLBY NR” verschijnt.
Automatische selectie van
de vereiste bandlengte
— Bandlengte-montage
60NL
U kunt de CD-speler de geschikte bandlengte voor
het opnemen van een bepaalde compact disc laten
bepalen en aangeven, zodat u de disc automatisch
op een passende cassette kunt opnemen. Voer de
volgende stappen uit voor u gaat opnemen.
De vereiste bandlengte voor het
opnemen van de gekozen compact disc
verschijnt, gevolgd door de totale
speelduur voor achtereenvolgens
cassettekant A en B.
Opmerking
• De CD-speler kan echter geen passende cassette
bepalen voor compact discs met meer dan 20
muziekstukken.
• De bandlengte-montage functie werkt niet voor
discs met minder dan 1 minuut weergavetijd.
• U kunt deze functie niet gebruiken wanneer u
reeds muziekstukken heeft geprogrammeerd.
Voor het gebruik moet u eerst de programmaweergave uitschakelen door enkele malen op de
PLAY MODE toets te drukken tot de aanduiding
“PROGRAM” of “SHUFFLE” uit het
uitleesvenster verdwijnt.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Instellen van de weergave
Voor het meest geschikte
basgeluid (SYNC BASS)
Bijregelen van het
geluid
Druk op de SYNC BASS toets.
U kunt het weergegeven geluid meer kracht
geven door de bassen of het gehele
klankbeeld extra te versterken. Ook is er een
hoofdtelefoon-aansluiting om te luisteren
zonder anderen te storen.
Het basgeluid wordt dan aangepast aan de
lage tonen van de geluidsbron en de aanduiding “SYNC BASS H” of “SYNC BASS L”
licht op, al naar gelang de frequentie van de
aangepaste bastonen. Druk nogmaals op de
SYNC BASS toets om terug te keren naar het
oorspronkelijke basgeluid.
Extra vermogen voor het
totaalgeluid (GROOVE)
(Aan/uitschakelaar)
DBFB
SYNC BASS
Druk op de GROOVE toets. De geluidssterkte
wordt verhoogd, de DBFB basversterking
komt op volle sterkte te staan, de instelling
van de grafiek-toonregeling verandert en de
GROOVE toets licht op. Druk nogmaals op de
GROOVE toets om weer terug te keren naar
de oorspronkelijke geluidssterkte.
Opmerkingen
GROOVE PHONES
• Bij het uitschakelen van de GROOVE functie komt
” te
de DBFB basversterkingsfunktie op “
staan en de grafiek-toonregeling in de
neutraalstand (geen bijregeling). Om de DBFB
funktie uit te schakelen, drukt u net zovaak op de
DBFB toets tot de aanduiding verdwijnt.
Opnemen op een cassette
• Bij sommige stukken muziek zal het geluid
vervormen wanneer u het DBFB systeem gebruikt
met de grafische equalizer en de bas te sterk is. Zet
”
de DBFB basversterkingsfunctie op “DBFB
of uit (OFF), of annuleer de grafiek-toonregeling.
Luisteren via een hoofdtelefoon
/ Druk op de DBFB* toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
n DBFB normale basversterking (
)
µ
DBFB extra basversterking (
)
µ
DBFB OFF (geen basversterking)
* DBFB = Dynamic Bass Feedback (Dynamische
basversterking)
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
aansluiting. Wanneer de hoofdtelefoon is
aangesloten, zal er geen geluid via de
luidsprekers te horen zijn.
Opmerking
(Behalve voor de Europwe
datacompese modellen.)
Als u een “superwoofer” ultralage-tonen
luidspreker hebt aangesloten, zal deze ook bij
luisteren via een hoofdtelefoon nog steeds geluid
weergeven. Schakel bij luisteren via een
hoofdtelefoon de “superwoofer” ultralaagluidspreker uit.
61NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Kiezen van een
akoestiek-instelling
1
Het laatst gekozen akoestiekeffect
verschijnt in het uitleesvenster.
2
Met behulp van het akoestiek-menu kunt u
het klankbeeld aanpassen aan de muziek
waar u naar luistert.
Bovendien kunt u de frequentiekarakteristiek
van de weergave aanpassen met de synchrone
equalizerfunctie. Bij deze functie kiest het
apparaat automatisch de equalizer-karakteristiek
die het best past bij het muziekgenre.
Druk op de FILE SELECT toets.
Gebruik de instelknop om het door
u gewenste voorgeprogrammeerde
effect te kiezen en druk vervolgens
op ENTER/YES.
De naam van het akoestiekeffect
verschijnt in het uitleesvenster.
Zie de tabel onder “Akoestiek-menu” in
de kolom hiernaast.
Keuze van een effect uit
het akoestiek-menu
Uitschakelen van het akoestiekeffect
(Aan/uitschakelaar)
Druk enkele malen op de EFFECT toets of de
ON/OFF toets van de afstandsbediening,
zodat de aanduiding “EFFECT OFF” in het
uitleesvenster oplicht.
SYNC EQ
Akoestiek-menu’s
De aanduiding “
” verschijnt als u een
akoestiek-instelling kiest met ruimtelijk
rondom-effect.
EFFECT
1
2
Effect
Voor
ROCK
POP
JAZZ
DANCE
SOUL
Standaard
muziekbronnen
ACTION
ROMANCE
SF
DRAMA
SPORTS
Geluid van speelfilms en
speciale luistersituaties
SHOOTING
RACING
RPG
BATTLE
ADVENTURE
Videospelletjes
P FILE 1~5
Eigen instellingen
(Personal file)*
* U kunt ook zelfgemaakte akoestiek-instellingen in
het geheugen vastleggen (zie “Vastleggen van uw
eigen akoestiek-instellingen” op blz. 65).
62NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Gebruik van de synchrone
equalizer
U kunt de frequentiekarakteristiek
automatisch laten aanpassen aan het ritme en
het tempo van de muziek.
/ Druk op de SYNC EQ toets.
Het indicatorlampje knippert terwijl de
equalizer het ritme en het tempo van de
muziek registreert. Daarna blijft het
indicatorlampje in het uitleesvenster
branden.
Omschakelen van de
spectrum analyzer
aanduidingen
Tijdens het luisteren naar muziek kunt u de
meest dynamische spectrum analyzer
aanduidingen kiezen.
(Aan/uitschakelaar)
De SYNC EQ equalizer kan de muziek als
volgt indelen
Aantal slagen
LO (laag)
HI (hoog)
Scherpte van de
beat
SMOOTH
MEDIUM
STRONG
Druk nogmaals op de SYNC EQ toets. Dan
dooft het indicatorlampje.
De synchrone equalizer zal ook automatisch
worden uitgeschakeld wanneer u:
—
—
—
—
—
het akoestiekeffect uitschakelt;
een nieuw effect uit het akoestiekmenu kiest;
het ruimtelijk rondom-effect inschakelt;
de grafiek-toonregeling bijregelt;
meezingt (met de karaoke-functie).
SPECTRUM
ANALYZER
Opnemen op een cassette
Uitschakelen van de synchrone
equalizer
Opmerkingen
• De SYNC EQ equalizer werkt niet in de
KARAOKE stand.
• P FILE MEMORY werkt niet in de SYNC EQ
functie.
• De aanduidingen van de SYNC EQ equalizer
houden geen verband met de muzieksoort van de
geluidsbron.
/ Druk op de SPECTRUM
ANALYZER toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
IMAGE PATTERN
˜
NORMAL PATTERN
63NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Weergave met een
ruimtelijk effect
Bijregelen met de
grafiek-toonregeling
U kunt de muziek weergeven met een fraai
ruimtelijk akoestiekeffect.
Met de grafiek-toonregeling kan het niveau
van de diverse frequentiebanden naar wens
verhoogd of verlaagd worden.
(Aan/uitschakelaar)
Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde
akoestiek-instelling die gebruikt wordt als
basis voor de bijregeling van de klank.
(Aan/uitschakelaar)
4 6
SURROUND
/ Druk enkele malen achtereen op de
SURROUND toets om in te stellen
op het gewenste akoestiekeffect.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
SURROUND ON (
2
1
Kies de akoestiek-instelling die
gebruikt wordt als basis voor de
bijregeling (zie de paragraaf
“Kiezen van een akoestiekinstelling” op blz 62).
2
Druk op de GEQ CONTROL toets.
3
Druk enkele malen op de + of –
toets om in te stellen op de
frequentieband die u wilt bijregelen.
)
˜
SURROUND OFF (uit)
Tip
Als u het effect wilt opslaan in het geheugen, dient u
dit te doen in een persoonlijk bestand (zie
“Aanmaken van een persoonlijk audio-effect
bestand”).
3
Opmerking
64NL
Wanneer u een ander akoestiekeffect kiest, zal het
ruimtelijk SURROUND effect meestal worden
uitgeschakeld.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
4
Stel het niveau in met de instelknop.
5
Herhaal de stappen 3 en 4.
6
Druk op de ENTER/YES toets nadat
u de gewenste bijregeling heeft
gemaakt.
Vastleggen van uw
eigen akoestiekinstellingen
— Personal File functie
Opmerking
Als u een andere akoestiek-instelling kiest uit het
menu, komt de gemaakte bijregeling te vervallen
(dit is niet het geval als “EFFECT OFF” wordt
gekozen). Wilt u de instellingen bewaren voor
toekomstig gebruik, leg deze dan vast in het
geheugen van de stereo-installatie. (Zie “Vastleggen
van uw eigen akoestiek-instellingen”)
Na het samenstellen van uw eigen akoestiekinstellingen (met behulp van de grafiektoonregeling en het ruimtelijk rondom-effect)
kunt u deze in het geheugen van de stereoinstallatie vastleggen. Zo kunt u telkens voor
de weergave van een favoriete radiouitzending, cassette of compact disc het
bijbehorende akoestiekpatroon oproepen. U
kunt vijf zelfgemaakte akoestiekinstellingen
vastleggen.
Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde
akoestiekinstelling die gebruikt wordt als
basis voor de bijregeling van het geluid.
Opnemen op een cassette
(Aan/uitschakelaar)
2
3
wordt vervolgd
65NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Vastleggen van uw eigen
akoestiek-instellingen (vervolg)
1
Regel de akoestiekinstelling bij met
behulp van de grafiek-toonregeling
en het ruimtelijk rondom-effect.
2
Druk op de P FILE MEMORY toets.
Er verschijnt een nummer voor het
akoestiekpatroon in het uitleesvenster.
3
Gebruik de instelknop om het
nummer te kiezen van het bestand
(P FILE 1~5) waaronder u het
geluidseffect wilt opslaan en druk
vervolgens op ENTER/YES.
Het bijgeregelde akoestiekeffect is nu
vastgelegd onder het gekozen nummer.
Het voorheen op deze plaats vastgelegde
akoestiekpatroon wordt gewist en
vervangen door de nieuwe instellingen.
Oproepen van een zelfgemaakt
akoestiekpatroon
1 Druk op de FILE SELECT toets.
2 Draai aan de instelknop om het gewenste
akoestiekpatroon te kiezen.
3 Druk op de ENTER/YES toets.
66NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Extra functies
Gebruik van het
Radio Data Systeem
(RDS)
(Alleen voor het Europese model)
Welke mogelijkheden biedt het
RDS informatiesysteem?
De RDS (Radio Data Systeem) is een digitaal
radio-informatiesysteem waarmee
radiozenders naast de gewone radiouitzendingen allerlei nuttige informatie
kunnen uitzenden. De ingebouwde tuner
biedt enkele handige RDS functies, zoals de
aanduiding van de naam van de radiozender
in het uitleesvenster en het opzoeken van
radiozenders aan de hand van het soort
programma dat ze uitzenden. De RDS is
alleen beschikbaar voor FM zenders.*
Opmerking
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets
drukt, verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
n Zendernaam*
µ
Afstemfrequentie
µ
Programmatype*
µ
Tijdsaanduiding
µ
Akoestiekpatroon of “EFFECT ON
(OFF)”
* Als er geen RDS informatie wordt ontvangen, kan
de zendernaam en het programmatype niet in het
uitleesvenster worden aangegeven.
Opzoeken van een
radiozender aan de hand van
het programmatype (PTY)
U kunt een radiozender van uw keuze uit de FM
afstemband opzoeken door in te stellen op het
gewenste programmatype. De tuner stemt dan af
op een uitzending van het gekozen type, verzorgd
door een van de FM RDS zenders die zijn
vastgelegd in het afstemgeheugen van de tuner.
Extra functies
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet
goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende
is.
* Niet alle FM radiozenders geven RDS informatie
door, en de zenders die dit wel doen bieden niet
alle dezelfde soorten informatie. Voor nadere
bijzonderheden omtrent de in uw woongebied
beschikbare RDS informatie kunt u het best
contact opnemen met de plaatselijk actieve
radiozenders.
Aangeven van RDS informatie in
het uitleesvenster
(Aan/uit-schakelaar)
Ontvangst van RDS
uitzendingen
/ Kies eenvoudigweg een radiozender
uit de FM band. Bij afstemming op
een zender die RDS informatie
uitzendt, zal automatisch de
zendernaam samen met de RDS
indicator in het uitleesvenster
verschijnen.
1 2,4 3,5
wordt vervolgd
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
67NL
Gebruik van het Radio Data
Systeem (RDS) (vervolg)
SPORT (sport)
Sportverslagen, uitslagen e.d.
1
Druk tijdens het luisteren naar de
radio op de PTY toets.
2
EDUCATION (educatie)
Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden, praktische tips en
advies op allerlei gebied.
Draai aan de instelknop om in te
stellen op het programmatype dat u
wilt horen. Zie het onderstaande
“Overzicht van de programmatypes”
waaruit u kunt kiezen.
DRAMA (toneel)
Hoorspelen en radioseries.
Druk op de ENTER/YES toets.
SCIENCE (wetenschap)
Programma’s over
natuurwetenschappen en technologie.
3
De tuner doorloopt dan de
vooringestelde FM RDS radiozenders, op
zoek naar het gekozen soort programma
(hierbij verschijnen afwisselend de
aanduidingen “SEARCH” en het
gekozen programmatype).
Wanneer de tuner het soort programma
vindt dat u hebt gekozen, gaat het
voorkeurzendernummer knipperen.
4
5
Draai aan de instelknop om de
gewenste voorkeurzender in het
uitleesvenster aan te geven.
Druk nogmaals op de ENTER/YES
toets terwijl het
voorkeurzendernummer nog
knippert.
Uitschakelen van de PTY
programmatype-zoekfunctie
Druk nogmaals op de PTY toets.
Overzicht van de programmatypes
(PTY)
NEWS (nieuws)
Nieuwsbulletins.
AFFAIRS (actualiteiten)
Actualiteiten-programma’s die op de
achtergronden van het huidige nieuws
ingaan.
INFORMATION (informatie)
Uitzendingen over consumentenzaken,
medisch advies.
68NL
CULTURE (cultureel)
Programma’s over nationale en regionale
cultuur.
VARIED (gevarieerd)
Gevarieerd amusement, zoals interviews
met bekende persoonlijkheden,
quizprogramma’s en komedies.
POP (popmuziek)
Populaire muziek.
ROCK (rockmuziek)
Moderne serieuze muziek.
EASY MUSIC (achtergrondmuziek)
Easy listening muziek.
L CLASSICAL (licht klassiek)
Lichte klassieke muziek voor een breed
publiek zowel vocale als instrumentale
muziek.
S CLASSICAL (serieus klassiek)
Uitvoeringen van klassieke
orkestwerken, kamermuziek, opera,
enz..
OTHER MUSIC (andere muziek)
Muziek die niet is onder te brengen in
één van de andere muzikale categorieën,
rhythm-and-blues, reggae, enz.
WEATHER
Weerbericht.
FINANCE
Beursberichten, financieel en
zakennieuws.
CHILDREN
Kinderprogramma’s.
SOCIAL
Programma’s over mensen en hun
bezigheden.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
RELIGION
Programma’s over godsdienst en
religieuze zaken.
PHONE IN
Programma’s waarin luisteraars via de
telefoon of in een publiek forum kunnen
reageren.
TRAVEL
Programma’s over reizen. Niet voor
aankondigingen die met de TP/TA
verkeersinformatiefuncties te vinden
zijn.
Karaoke: meezingen
met muziek
U kunt de zang op een stereo compact disc of
cassette onderdrukken zodat u zelf kunt zingen
met de muziek als instrumentale begeleiding.
Voor het gebruik van de karaoke-functie heeft
u een los verkrijgbare microfoon nodig.
(Aan/uitschakelaar)
3
LEISURE
Programma’s over vrijetijdsbesteding en
hobbies als vissen, tuinieren, koken e.d.
JAZZ
Jazz en geïmproviseerde muziek.
COUNTRY
Country & western muziek.
Extra functies
NATION
Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald gebied.
OLDIES
Hits van vroeger.
FOLK
Volksmuziekprogramma’s.
DOCUMENTARY
Documentaires.
ALARM-ALARM
Nooduitzendingen.
NONE (onbepaald)
Ieder type uitzending dat niet onder een
van de bovengenoemde categorieën valt.
Opmerking
De aanduiding “NO PTY” zal verschijnen als er
geen zender is die het door u gekozen
programmatype uitzendt.
1,5 2
4
1
Draai de MIC LEVEL regelaar naar
“0” om het microfoon-niveau te
verminderen.
2
Sluit een los verkrijgbare mikrofoon
aan op de MIX MIC aansluiting.
3
Druk net zovaak op de KARAOKE
PON/MPX toets totdat u het
gewenste karaoke-effect heeft.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert
de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
KARAOKE PON n MPX R n MPX L
n
ALARM TEST
Testsignaal voor nooduitzendingen.
EFFECT OFF (ON)* N
* Wanneer er een akoestiekeffect is gekozen,
verschijnt nu de naam van het effect.
wordt vervolgd
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
69NL
Karaoke: meezingen met muziek
(vervolg)
Bij het inschakelen van de karaoke-functie
verschijnt de “h” aanduiding. Kies de
“KARAOKE PON” instelling voor meezingen met
een normale CD en “MPX R” of “MPX L” voor
meezingen met een multiplex CD of cassette.
4
Speel de muziek af en stel de
geluidssterkte in.
5
Stel met de MIC LEVEL regelaar de
geluidssterkte van de microfoon in.
1
Volg de aanwijzingen in de stappen
1 t/m 5 uit het hoofdstuk “Karaoke:
meezingen met muziek”. Steek
vervolgens een cassette in deck B.
2
Druk op de REC PAUSE/START toets.
3
Druk nogmaals op de REC PAUSE/
START toets.
Het opnemen begint.
4
Wanneer u wilt stoppen
Draai de MIC LEVEL regelaar naar “0” en maak
de microfoon los van de MIX MIC aansluiting.
Druk daarna meermalen op de KARAOKE PON/
MPX toets totdat de “h” aanduiding verdwijnt.
Druk op de CD (P toets om te
beginnen met de weergave van de
compact disc (of druk op MD (P
voor weergave van een MD, of op
TAPE A ( voor weergave van een
cassette in deck A).
De muziek begint en u kunt meezingen.
Opmerking
Bij bepaalde muziekstukken kunnen de
zangstemmen niet verdwijnen wanneer u instelt op
“KARAOKE PON”.
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets.
Tips
Opnemen van gemengd geluid
U kunt karaoke muziek Œmengen’ met uw
stem met behulp van een microfoon (los
verkrijgbaar). Het gemengde geluid kan
vervolgens op een cassette worden opgenomen.
(Aan/uitschakelaar)
p
4
• Als akoestische terugkoppeling optreedt (u hoort
een rondzingende toon), dient u de microfoon
verder van de luidsprekers vandaan te houden of
u draait de microfoon in een andere richting.
• Wilt u alleen uw eigen zang opnemen, kies dan de
CD functie maar speel geen compact disc af.
• Wanneer het niveau van het ingangssignaal te
hoog is, past het toestel automatisch het
opnameniveau aan om te voorkomen dat het
opgenomen geluidssignaal vervormd raakt.
(Automatische opnameniveau-regeling).
• U kunt alleen karaoke muziek met uw stem via
een microfoon mengen en opnemen op een MD
tijdens TUNER, TAPE en VIDEO IN opnamen.
Opmerkingen
70NL
2,3 1
• Als u druk op de EFFECT (of ON/OFF toets van
de afstandsbediening) of een akoestiek-effect
oproept, wordt de karaoke-functie uitgeschakeld.
• Als de muziek waarbij u meezingt in mono is
opgenomen, is het mogelijk dat niet alleen de
zangstemmen maar ook bepaalde instrumenten
worden onderdrukt.
• In de volgende gevallen kan het gebeuren dat de
zangstemmen niet worden onderdrukt:
—bij muziek met slechts weinig instrumenten.
—bij weergave van een duet.
—bij muziek met veel echo of koorzang.
—bij muziek waar de zangstem niet in het
midden, maar grotendeels op één kanaal is
opgenomen.
—bij muziek waar de zangstem een hoge
sopraan of tenor is.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Labellen van een
voorkeurzender
4
Elke keer dat u op deze toets drukt, zal
het display als volgt veranderen:
A (hoofdletters) n a (kleine letters)
n 0 (cijfers) n ! (symbolen)*
n
(spatie) n A...
* U kunt de volgende symbolen
gebruiken:
U kunt elke voorkeurzender voorzien van een
naam van maximaal 12 tekens (zendernaam).
Wanneer u afstemt op een op deze manier
van een naam voorziene voorkeurzender, zal
de zendernaam op het display verschijnen.
(Aan/uitschakelaar)
Druk net zo vaak op NAME EDIT/
CHAR totdat het soort teken dat u
wilt invoeren verschijnt.
!”#$%&’()∗+,–./:;<=>?@_`
8 6
** Invoeren van een spatie
Ga door stap 6.
Overigens kunt u geen spatie op de
eerste plaats van de titel zetten.
5
Verdraai de instelknop totdat het
teken dat u wilt invoeren verschijnt.
6
Druk op ).
7
2,5 3,4 1
1
Druk net zo vaak op TUNER/
BAND totdat de gewenste band
verschijnt.
2
Verdraai de instelknop en kies het
nummer van de voorkeurzender
waaraan u een naam wilt geven.
3
Druk op NAME EDIT/CHAR. De
cursor begint te knipperen.
Herhaal de stappen 4 t/m 6 en voer
zo de hele titel in.
Als u zich vergist
Druk op 0 of ) totdat het teken dat
u wilt veranderen begint te knipperen en
herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6.
Wissen van een teken.
Druk op CLEAR wanneer het te wissen
teken knippert.
Extra functies
De cursor schuift naar rechts en blijft
daar wachten totdat u het volgende
teken invoert.
wordt vervolgd
71NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Labellen van een voorkeurzender
(vervolg)
8
Druk op ENTER/YES om het
labellen af te sluiten.
Om het labellen te annuleren
Druk op MENU/NO.
Controleren van het
nummer van de
voorkeurzender en de
frequentie
De zendernaam zal op het display
verschijnen wanneer u op de betreffende
voorkeurzender afstemt. Druk op DISPLAY
om het nummer van de voorkeurzender en
de frequentie daarvan te controleren. Het
nummer en de frequentie van de
voorkeurzender zullen 4 seconden lang op
het display getoond worden, waarna het
display weer terugkeert naar de zendernaam.
Wissen van een
zendernaam
Herhaal de stappen 1 t/m 5 en druk
vervolgens herhaaldelijk op CLEAR totdat
alle ingevoerde tekens gewist zijn.
Met muziek in slaap
vallen
— Sluimerfunctie
U kunt de stereo-installatie na een zelf te
kiezen periode automatisch laten
uitschakelen, zodat u gerust met muziek in
slaap kunt vallen (dit noemen we de
sluimerfunctie). De sluimerduur is instelbaar
in stappen van 10 minuten.
SLEEP
/ Druk op de SLEEP toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de minuten-aanduiding (de
sluimerduur of tijd tot het uitschakelen)
als volgt:
AUTO n 90min n 80min n 70min
n … n 10min n OFF n AUTO …
Als u de “AUTO” instelling kiest
De stereo-installatie wordt uitgeschakeld
wanneer de huidige compact disc, MD of
cassette is afgelopen (maximaal na 100
minuten).
Controleren van de resterende
sluimertijd
Druk eenmaal op de SLEEP toets.
Wijzigen van de sluimertijd tijdens
gebruik van de sluimerfunctie
Kies weer de gewenste tijd tot het
uitschakelen met de SLEEP toets.
Uitschakelen van de
sluimerfunctie
Druk net zovaak op de SLEEP toets tot de
aanduiding “SLEEP OFF” verschijnt.
72NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
• Cassette: Steek een cassette in het deck
met de gewenste cassettekant naar u
toe gericht.
• Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Stap 3:
Vastleggen van uw favoriete
radiozenders” op blz. 8).
Met muziek gewekt
worden
— Wekfunctie
U kunt de stereo-installatie automatisch op
een vooraf gekozen tijdstip laten inschakelen,
zodat u ’s ochtends met muziek gewekt
wordt. Voor het gebruik van deze wekfunctie
moet wel eerst de ingebouwde klok op de
juiste tijd zijn ingesteld (zie “Stap 2:
Gelijkzetten van de klok”).
9
TIMER
SELECT
2
2
Stel de geluidssterkte in.
3
Druk op de CLOCK/TIMER SET
toets.
De aanduiding “SET DAILY 1”
verschijnt.
4
Draai aan de instelknop en kies
“DAILY 1” of “DAILY 2”. Druk
vervolgens op de ENTER/YES toets.
De aanduiding “ON” verschijnt en de
uren-cijfers voor de inschakeltijd gaan
knipperen.
Stel het tijdstip in waarop u door de
stereo-installatie gewekt wilt
worden.
Draai aan de instelknop om het
gewenste uur in te stellen en druk op de
ENTER/YES toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
Extra functies
5
4,5,7,8
1
Draai aan de instelknop om de gewenste
minuut in te stellen en druk op de
ENTER/YES toets.
Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu
voor de uitschakeltijd.
Breng de geluidsbron waarmee u
gewekt wilt worden in gereedheid.
• CD: Leg een CD in de disc-lade. Als u
wilt beginnen met een bepaald
muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie “Programmaweergave van muziekstukken op CD”
op blz. 25).
• MD: Leg een MD in de disc-lade. Als u
wilt beginnen met een bepaald
muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie “Programmaweergave van muziekstukken op MD”
op blz. 33).
6
Stel op dezelfde wijze de tijd in
waarop u de stereo-installatie weer
automatisch wilt laten uitschakelen.
wordt vervolgd
73NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Met muziek gewekt worden
(vervolg)
7
Draai aan de instelknop om de
geluidsbron te kiezen waarmee u
gewekt wilt worden.
De aanduiding van de geluidsbron
verspringt als volgt:
n TUNER ˜ CD PLAY N
n TAPE PLAY ˜ MD PLAY N
8
Druk op de ENTER/YES toets.
In het uitleesvenster verschijnen nu de
geldende wekfunctie (DAILY 1 of
DAILY 2) en dan de door u gekozen
inschakeltijd, de uitschakeltijd en de
geluidsbron, gevolgd door de
oorspronkelijke aanduidingen.
9
Schakelklok-opname
van radiouitzendingen
U kunt de schakelklok instellen voor het op
cassette opnemen van een radio-uitzending op een
bepaalde tijd, maar dan moet de radiozender wel
in het afstemgeheugen zijn vastgelegd (zie “Stap 3:
Vastleggen van uw favoriete radiozenders”) en
moet de klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie
“Stap 2: Gelijkzetten van de klok”).
7
TIMER
SELECT
1
Schakel de stereo-installatie uit.
Controleren van de wekfunctieinstellingen
Druk op de TIMER SELECT toets en draai
dan aan de instelknop om “DAILY 1” of
“DAILY 2” te kiezen. Druk vervolgens op de
ENTER/YES toets.
Om de instellingen te wijzigen, volgt u weer
de aanwijzingen vanaf stap 1.
Uitschakelen van de schakelklokwekfunctie
Druk op de TIMER SELECT toets en draai
dan aan de instelknop tot de aanduiding
“TIMER OFF” in het uitleesvenster verschijnt.
Druk vervolgens op de ENTER/YES toets.
3
4,5,6
1
Tip
15 seconden voordat de ingestelde tijd wordt
bereikt, zal de stereo-installatie worden
ingeschakeld.
74NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
1
Doe een MD of cassette waarop kan
worden opgenomen in het toestel.
6
Gebruikt u een cassette, dan moet u deze
in deck B doen.
2
Wanneer u op gaat nemen op een MD,
kunt u kiezen of u in mono of in stereo
wilt opnemen door de instelknop te
verdraaien en vervolgens op ENTER/
YES te drukken voor u de eindtijd
instelt.
In het uitleesvenster verschijnen nu de door
u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd,
en het nummer van de voorkeurzender
waarvan u een uitzending wilt opnemen
(bijvoorbeeld “TUNER FM 5”), gevolgd
door de oorspronkelijke aanduidingen.
Stem af op de voorkeurzender waarvan
u een uitzending wilt opnemen (zie
“Luisteren naar de radio” op blz. 17).
Wanneer u op wilt nemen van een losse
component die is aangesloten op de
optische ingangsaansluiting, dient u de
schakelklok van dat toestel eveneens in
te stellen. Raadpleeg de handleiding van
de componenten die u wilt gebruiken
voor de juiste instructies hieromtrent.
3
Druk op de CLOCK/TIMER SET
toets.
De aanduiding “SET DAILY 1”
verschijnt.
4
De aanduiding “ON” verschijnt en de
uren-cijfers voor de inschakeltijd gaan
knipperen.
5
7
Schakel de stereo-installatie uit.
Wanneer het opnemen begint, wordt de
geluidsweergave automatisch gedempt.
Controleren van de
schakelklokopname-instellingen
Druk op de TIMER SELECT toets en draai
dan aan de instelknop om of “MD REC”, of
“TAPE REC” te kiezen. Druk vervolgens op
de ENTER/YES toets.
Om de instellingen te wijzigen, volgt u weer
de aanwijzingen vanaf stap 1.
Uitschakelen van de schakelklokfunctie
Extra functies
Draai aan de instelknop tot er of
“MD REC”, of “TAPE REC” in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
Druk vervolgens op de ENTER/YES
toets.
Stel op dezelfde wijze de tijd in waarop
u de stereo-installatie weer automatisch
wilt laten stoppen met opnemen.
Druk op de TIMER SELECT toets en draai
dan aan de instelknop tot de aanduiding
“TIMER OFF” in het uitleesvenster verschijnt.
Druk vervolgens op de ENTER/YES toets.
Stel het tijdstip in waarop u wilt
beginnen met opnemen.
Draai aan de instelknop om het
gewenste uur in te stellen en druk op de
ENTER/YES toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
opname-aanvangstijd knipperen.
Opmerking
• Als de stereo-installatie op de ingestelde opnameaanvangstijd reeds ingeschakeld is, zal er geen
opname plaatsvinden.
• Probeer niet de apparatuur te bedienen gedurende
de tijd tussen het inschakelen en het begin van de
opname of weergave (ongeveer 30 seconden).
• Bij de schakelklok-opname zullen de “Smart
Space” pauze-inkortfunctie en de “L-SYNC” stiltemarkering niet werken.
Draai aan de instelknop om de gewenste
minuut in te stellen en druk op de
ENTER/YES toets.
Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu
voor de uitschakeltijd.
75NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Gebruik van los verkrijgbare
audio/video-apparatuur
Aansluiten van een
MD Walkman*
5
Met het speciale MD Walkman aansluitsnoer
kunt u een Sony draagbare MD Walkman
minidisc-speler/recorder aansluiten.
De verstreken speelduur en het
muziekstuknummer kunnen ook
worden doorgegeven via de
afstandsbedieningsaansluiting van de
MD Walkman.
Zie voor de bediening van de MD Walkman
de daarbij geleverde gebruiksaanwijzing.
Opmerking
Probeer niet een MD Walkman die niet voorkomt in
het onderstaande lijstje aan te sluiten op de MD WM
LINK stekkerbus. Dit zou storing en defecten
kunnen veroorzaken.
• MD Walkman modellen die geschikt zijn
voor aansluiten op dit apparaat:
Draagbare minidisc-spelers:
MZ-E70, E45 (alleen voor Hongkong), E55,
E50, E44, E35, E33, E32, E30, E25, EP11
Draagbare minidisc-recorders:
MZ-R30, R35, R50, R55, R5ST (alleen voor
Europa)**
**Verwijder het draagbare MD Walkman gedeelte
van het “MD Station” onderstel en sluit alleen de
MD Walkman zelf aan.
Druk enkele malen op de DISPLAY
toets van de MD Walkman totdat de
verstreken speelduur en het
muziekstuknummer worden
aangegeven in het uitleesvenster van
de afstandsbediening (of op de MD
Walkman zelf, bij het model MZ-R30).
6
Zet de volumeregelaar van de
afstandsbediening van de MD
Walkman in de maximumstand.
7
Maak de afstandsbediening los van
de MD Walkman en sluit de laatste
aan op de DHC-MDX10.
Sluit het speciale MD Walkman
aansluitsnoer zo aan dat het filterblokje
zich dichter bij de MD Walkman bevindt.
• Bij aansluiten van een MD Walkman op dit
apparaat kunt u de analoge opname op de
MD automatisch laten beginnen zodra de
MD Walkman begint met afspelen
(synchroon-opnamefunctie).
* MD Walkman is een handelsmerk van Sony
Corporation.
1
2
Als de apparatuur aan staat, drukt u
aan/uit-schakelaar om de
op de
stroom uit te schakelen.
Schakel de Digital Mega Bass
versterking van de MD Walkman uit.
Zet de DIGITAL MEGA BASS regelaar op
“0” of druk op de DIGITAL MEGA BASS
toets zodat de “BASS” aanduiding dooft.
3
Schakel de AVLS volumebegrenzing
van de MD Walkman in.
Zet de AVLS schakelaar in de “LIMIT” stand.
4
NL
76
Start het afspelen van de MD
Walkman.
Speciaal MD Walkman
aansluitsnoer
Opmerkingen
• Plaats de MD Walkman niet bovenop de
DHC-MDX10. Dit zou de geluidsweergave
kunnen storen of onderbreken. Bovendien kan het
storing in de werking van de MD Walkman
veroorzaken.
• De weergave van de MD Walkman kan vervormd
gaan klinken als de Digital Mega Bass versterking
wordt ingeschakeld of de AVLS
volumebegrenzing wordt uitgeschakeld.
• Schakel voor het aansluiten altijd eerst de stroom
uit, anders kan er storing in de werking optreden
of kunnen er storende geluiden klinken.
• Bij aansluiten op de DHC-MDX10 vergt de MD
Walkman meer stroom dan bij afzonderlijk
gebruik. Zorg dat de stroomvoorziening nog
geruime tijd mee kan, alvorens u gaat opnemen.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Opnemen vanaf
een MD Walkman
op een andere
minidisc
(Aan/uitschakelaar)
4
Press MD WALKMAN SYNC.
The deck stands by for recording.
5
Druk op de ( weergavetoets van
de MD Walkman.
Het opnemen begint nu tegelijk met het
afspelen van de MD Walkman.
4
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets en dan op de p
stoptoets van de MD Walkman.
Dan stopt het opnemen en klinkt er geen
geluid meer uit de luidsprekers.
Wanneer de aanduiding “TOC”
brandt of knippert
Om te zorgen dat het opnemen goed
verloopt, mag u op dit moment het apparaat
niet verplaatsen en ook niet de stekker uit het
stopcontact trekken. Terwijl de aanduiding
“TOC” knippert, is de minidisc-recorder
bezig met het bijwerken van de
inhoudsopgave (TOC = Table Of Contents).
Opmerkingen
1
Druk enkele malen op de
FUNCTION keuzetoets totdat de
aanduiding “MD WALKMAN”
verschijnt in het uitleesvenster.
2
Zet de MD Walkman in de
pauzestand.
wordt vervolgd
Als uw MD Walkman geen pauzestand
heeft, zet het apparaat dan in de
stopstand.
3
Druk enkele malen op de = of
+ toets van de MD Walkman om
in te stellen op het muziekstuk dat u
wilt opnemen.
Opmerking
U kunt de =/+ toets van bepaalde MD
Walkman modellen niet gebruiken, wanneer
deze ook dient als ( weergavetoets.
Gebruik van los verkrijgbare audio/video-apparatuur
1
• Als u de MD WALKMAN SYNC opname start
terwijl de MD Walkman nog in de stopstand staat,
kunnen er enkele seconden stilte worden
opgenomen voordat het afspelen van de MD
Walkman begint.
• Bij het stoppen of pauzeren van de opname kan de
geluidsweergave van de luidsprekers even
onderbroken worden, voor maximaal 3 seconden.
Dit wijst niet op storing in de werking.
• Bij het opnemen vanaf een MD Walkman zullen
de “Smart Space” pauze-inkortfunctie en de
“L-SYNC” stilte-markering niet werken.
77NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Opnemen vanaf een MD Walkman
op een andere minidisc (vervolg)
Instellen van het
opnameniveau
Verricht de volgende handelingen na de
bovenstaande stap 3.
1 Druk tweemaal op de MENU/NO toets.
Dan verschijnt de “Setup Menu”
aanduiding.
2 Draai aan de instelknop totdat er “Level
Adjust?” verschijnt en druk dan op de
ENTER/YES toets.
Het opnameniveau verschijnt.
3 Draai aan de instelknop om het
opnameniveau in te stellen.
Opmerkingen
• De titel kan niet altijd worden meegekopieerd als
u ergens halverwege een muziekstuk met
opnemen begint.
• De titel kan niet altijd juist gekopieerd worden als
u de titel overneemt van een draagbare minidiscrecorder (MZ-R30/R35/R50/R55/R5ST (alleen
voor Europa)).
Markeren van
muziekstuknummers
Druk tijdens het opnemen op de REC toets bij
het punt waar u een muziekstuknummer wilt
aanbrengen.
Tip
Wanneer u een draagbare minidisc-speler gebruikt,
worden de muziekstuknummers automatisch
vastgelegd op dezelfde punten als op de minidisc
die u afspeelt op de MD Walkman.
Opmerkingen
`Het opnameniveau is instelbaar van –12
tot +12. Stel het zo in dat bij de luidste
passages de aanduiding “OVER” nog net
niet oplicht in het uitleesvenster.
4 Druk op de MENU/NO toets.
Kopiëren van de titel
Bij het opnemen vanaf een draagbare minidiscspeler kunt u de titel van een overgenomen
muziekstuk tegelijk mee kopiëren.
• MD Walkman modellen die geschikt zijn
voor aansluiten op dit apparaat:
MZ-E70, E45 (alleen voor Hongkong), E55,
E50, E44, E35, E33, E32, E30, E25, EP11.
1 Druk tijdens het opnemen op de MENU/NO
toets.
Dan verschijnt de “Edit Menu” aanduiding.
2 Draai aan de instelknop totdat er “Nm In ?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets.
Als het opgenomen muziekstuk van een titel is
voorzien, wordt die titel nu aangegeven. Bij een
erg lange titel drukt u op de = of + toets
om de titel door het uitleesvenster te laten
lopen.
Als het muziekstuk nog geen titel heeft, kunt u
het nu van een titel voorzien. (Zie voor de
titelinvoer blz. 46.)
3 Druk op de ENTER/YES toets.
De aangegeven titel wordt overgekopieerd.
Om de opnemen op de titel, volgt u de
aanwijzingen 1 t/m 7 onder “Disctitel en
muziektitels kiezen” op blz. 46.
• Wanneer u een draagbare minidisc-recorder
gebruikt, kunnen de muziekstuknummers niet
altijd worden vastgelegd op dezelfde punten als
op de minidisc die u afspeelt op de MD Walkman.
Na het opnemen kunt u de muziekstuknummers
dan opnieuw aanbrengen met behulp van de
bewerkingsfuncties.
• Tijdens opnemen van een MD Walkman zal de
automatische LEVEL-SYNC stilte-markering niet
werken.
78NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Aansluiten van
digitale apparatuur
1
Sluit een digitale kabel aan (optisch,
los verkrijgbaar).
OPTICAL IN
OPTICAL
U kunt op dit apparaat andere digitale
componenten aansluiten met behulp van een
digitale kabel (optisch, los verkrijgbaar) en
een gewoon audio-aansluitsnoer (los
verkrijgbaar). Als u een digitale kabel
gebruikt voor het aansluiten van de
componenten kunt u digitaal opnemen op de
MD.
OPTICAL
COVER
HOLDER
1
1 Verwijder het
dopje van de
aansluiting.
2 Doe het dopje in
het houdertje
aangeduid met
“OPTICAL COVER
HOLDER”.
2
OPTICAL IN
Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de
aangesloten apparatuur.
OPTICAL
OPTICAL
COVER
HOLDER
3
naar de digitale uitgangsaansluiting
van de digitale component
3 Sluit de
optische kabel
aan.
4
4 Sluit het andere uiteinde aan op de
digitale uitgang van de digitale
apparatuur.
Sluit een gewoon audioaansluitsnoer (los verkrijgbaar) aan.
O
PT
IC
AL
V
(A IDE
U O
D
IO
)
R
L
naar de gewone audiouitgangsaansluiting van de digitale
component
Sluit het andere uiteinde
aan op de gewone audiouitgangen van de digitale
apparatuur.
Gebruik van los verkrijgbare audio/video-apparatuur
2
79NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Opnemen van de
digitale
componenten
(Aan/uitschakelaar)
Opnemen van digitale
geluidsbronnen op
minidisc
(Aan/uitschakelaar)
3
2
1
Breng de digitale apparatuur in
gereedheid voor weergave.
2
Druk enkele malen op de
FUNCTION keuzetoets totdat de
aanduiding “OPTICAL IN”
verschijnt in het uitleesvenster.
Dan zult u het geluid van de aangesloten
digitale apparatuur kunnen horen.
4
2
5
p
2
1
Breng de digitale apparatuur in
gereedheid voor weergave.
2
Doe een MD of cassette waarop kan
worden opgenomen in het toestel.
Gebruikt u een cassette, dan moet u deze
in deck B doen.
3
Druk enkele malen op de
FUNCTION keuzetoets totdat de
aanduiding “OPTICAL IN”
verschijnt in het uitleesvenster.
80NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
4
Wanneer u op wilt nemen op een
MD, moet u op REC drukken. Druk
op REC PAUSE/START wanneer u
op een cassette wilt opnemen.
De MD of cassette staat klaar om op te
nemen en u kunt het geluid horen van
de aangesloten digitale apparatuur.
5
Druk op MD (P om op te nemen
op een MD, of op REC PAUSE/
START om op een cassette op te
nemen.
Het opnemen begint.
6
Begin de gewenste muziekbron af te
spelen.
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets.
Terwijl de aanduiding “TOC”
brandt of knippert
Opmerkingen
• Deze minidisc-recorder heeft een ingebouwde
bemonsteringsfrequentie-omzetter. Elk
audiosignaal van digitale geluidsbronnen
aangesloten op de MD kan worden
opgenomen op dit apparaat, ongeacht de
bemonsteringsfrequentie (32 kHz, 44,1 kHz of
48 kHz).
• Van de meeste DVD videodiscs kan het geluid niet
digitaal worden opgenomen. Bij het opnemen van
een dergelijke kopieerbeveiligde DVD videodisc
schakelt het apparaat over op gewone analoge
opname, ook al zijn de digitale aansluitingen wel
juist gemaakt.
• Er wordt analoog opgenomen bij opname op een
cassette.
Om uw systeem te verbeteren, kunt u los
verkrijgbare componenten aansluiten.
Analoog geluid van de aangesloten
component wordt als analoog signaal op de
MD opgenomen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
betreffende component.
Aansluiten van de audiokabels
(niet bijgeleverd)
Wanneer u audiokabels (niet bijgeleverd)
gebruikt om andere AV-componenten aan te
sluiten op het systeem, dient u de stekkers er
stevig en helemaal in te duwen. Indien de
stekkers er niet stevig zijn ingeduwd, zal er
geen geluid worden geproduceerd.
Er niet helemaal ingeduwd
Niet
correct
Correct
Er helemaal ingeduwd
wordt vervolgd
Gebruik van los verkrijgbare audio/video-apparatuur
Om te zorgen dat het opnemen goed
verloopt, mag u op dit moment het apparaat
niet verplaatsen en ook niet de stekker uit het
stopcontact trekken. Wanneer de aanduiding
“TOC” knippert, is de minidisc-recorder
bezig met het bijwerken van de
inhoudsopgave (TOC = Table Of Contents).
Aansluiten van een
tapedeck,
videorecorder, enz.
81NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Aansluiten van een tapedeck,
videorecorder, enz. (vervolg)
Sluit aan op de VIDEO
ingangsaansluiting.
Luisteren naar het
geluid van
aangesloten AVcomponenten
(Aan/uitschakelaar)
Naar de audio uitgangsaansluiting
van een component.
Wenk
Aangezien dit systeem niet werkt met Dolby Pro
Logic, kunt u niet luisteren naar materiaal dat wordt
afgespeeld op een DVD-speler met Dolby Digital of
Dolby Pro Logic. Ook kan er met dit systeem geen
digitale opname worden gemaakt van een disc die
met Dolby Digital werd opgenomen.
* DOLBY, het dubbel D symbool a, Dolby Digital
en PRO LOGIC zijn handelsmerken van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
2
MENU/NO
ENTER/YES
1
Tref de nodige voorbereidingen bij
de aangesloten analoge component.
2
Druk herhaald op FUNCTION om
“VIDEO” te kiezen.
82NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Opnemen van
aangesloten
externe analoge
componenten
(Aan/uitschakelaar)
4
2
5
Druk op MD (P om op een MD
op te nemen, of op REC PAUSE/
START om op een cassette op te
nemen.
De opname begint.
6
Begin met het afspelen van de
gewenste geluidsbron.
5
Om de opname te stoppen
Druk op p.
Wenk
Nadat u stap 4 hebt voltooid, kunt u het
opnameniveau instellen op het gewenste volume
(zie blz. 44).
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
3
1
Breng de aangesloten analoge
apparatuur in gereedheid.
2
Doe een MD of cassette waarop kan
worden opgenomen in het toestel.
3
Druk herhaald op FUNCTION om
“VIDEO” te kiezen.
4
Druk op REC om op te nemen op
een MD, of op REC PAUSE/START
om op een cassette op te nemen. De
MD of cassette staat klaar om op te
nemen en u kunt het geluid horen
van de aangesloten analoge
apparatuur.
Het MD-deck bevindt zich in de
wachtstand voor opnemen.
Gebruik van los verkrijgbare audio/video-apparatuur
Wanneer de inhoudsopgave (TOC = Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen
van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt
bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op
(aan/uit) drukt en het systeem uitschakelt. Trek de
stekker niet uit het stopcontact voordat de
inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt)
of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt
(terwijl “TOC” knippert), dit om ervan verzekerd te
zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
83NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Aansluiten van een
ultralaagluidspreker
(Behalve voor de Europese
modellen.)
U kunt op dit apparaat ook een los
verkrijgbare “superwoofer” ultralage-tonen
luidspreker aansluiten.
Aansluiten van
buitenantennes
Voor de beste radio-ontvangst is het
aanbevolen een of meer buitenantennes aan
te sluiten. Zie voor nadere bijzonderheden
tevens de gebruiksaanwijzing van het aan te
sluiten apparaat.
FM-antenne
Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne
aan. U kunt ook gebruik maken van een TVantenne.
Aansluiting type A
75-ohm coaxiaalkabel
(niet bijgeleverd)
FM
75
CO
AX
IAL
AM
Aansluiting type B
Naar de ultralaag-luidspreker
IEC standaard
antennestekker
(niet bijgeleverd)
FM
75
CO
AX
IAL
AM
84NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
AM-antennes
Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter
lengte aan op de AM antenne-aansluiting.
Laat tevens de bijgeleverde AMkaderantenne aangesloten.
Aansluiting type A
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
FM
75
CO
AX
IAL
AM
Aansluiting type B
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
FM
75
CO
AX
IAL
Gebruik van los verkrijgbare audio/video-apparatuur
AM
85NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik
te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Veiligheid
• Zolang de stekker van het netsnoer in het
stopcontact steekt, blijft er een geringe
hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ook
al is het apparaat zelf uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken.
Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te
trekken. Trek nooit aan het snoer.
• Mocht er vloeistof of een voorwerp in het
inwendige van het apparaat terechtkomen,
verbreek dan de aansluiting op het stopcontact en
laat het appraat eerst door een deskundige
nakijken alvorens dit weer in gebruik te nemen.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
• Zolang de stekker in het stopcontact zit, verbruikt
het apparaat wat stroom voor de
afstandsbediening en de schakelklok-functies, ook
al staat het apparaat nog uitgeschakeld. Het
apparaat kan dan warm aanvoelen, maar dit is
normaal.
Opstelling
• Let op dat de ingebouwde ventilator werkt
wanneer het apparaat is ingeschakeld. Zet het
apparaat op een goed geventileerde plaats en zet
niets bovenop het apparaat.
• Zet de stereo-installatie op een plaats met
voldoende ventilatie om oververhitting van de
inwendige onderdelen te voorkomen, in het
belang van een langdurige betrouwbare werking.
• Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk
horizontaal staat.
• Plaats het apparaat ergens waar het niet
blootgesteld wordt aan:
— extreme hitte of koude
— stof of vuil
— erg veel vocht
— heftige trillingen
— directe zonnestraling.
Voorkomen van beschadiging
• Als de stereo-installatie rechtstreeks van een
koude in een warme omgeving wordt gebracht of
in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op
de lens binnenin de compact disc speler vocht uit
de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de
stereo-installatie niet naar behoren functioneren.
In zulke gevallen dient u de CD te verwijderen en
het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar
ongebruikt aan te laten staan, zodat alle
condensvocht kan verdampen.
• Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert,
dient u de compact disc(s) uit het apparaat te
verwijderen.
Mocht u vragen of problemen met uw stereoinstallatie hebben, neemt u dan a.u.b. contact op
met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar of
onderhoudsdienst.
Betreffende de omgang met
compact discs
• Veeg een CD voor het afspelen schoon met een
niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het midden
naar de rand. Berg elke CD na het afspelen weer in
het bijbehorende doosje op.
• Gebruik voor het reinigen geen oplosmiddelen als
benzine of thinner, evenmin als
reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor
het reinigen van conventionele grammofoonplaten.
• Zorg dat uw compact discs niet worden
blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een
kachel of verwarmingsradiator; laat compact discs
nooit achter in een afgesloten auto die in de volle
zon geparkeerd staat.
Omtrent minidiscs
• Open nooit het schuifje van de minidisc zodanig
dat het magnetisch gevoelige oppervlak zichtbaar
wordt. Als het schuifje geopend is, dient u het
onmiddellijk weer te sluiten.
• Plak geen etiket zodanig op de minidisc dat de
beweging van het schuifje belemmerd wordt. Plak
een etiket alleen op de daarvoor bestemde plaats
op de minidisc. Gebruik alleen de etiketten die bij
de minidisc geleverd zijn, want de vorm en de
afmetingen van de etiketten kunnen per merk
verschillen.
Plaats voor
etiket
Schuifje
Vervoeren of verplaatsen
Verwijder de minidisc uit het apparaat voor u dit
verplaatst.
• Als de minidisc vuil is, veegt u deze schoon met
een droog doekje.
• Leg minidiscs niet in de volle zon, niet in de buurt
van een warmtebron en laat ze niet achter in een
auto die in de zon geparkeerd staat.
86NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Reinigen van de behuizing
Maak de buitenkant van de apparatuur schoon met
een zacht doekje, droog of licht bevochtigd met wat
milde vloeibare zeep.
Beveiligen van uw bandopnamen
tegen per ongeluk wissen
Om een cassette tegen abusievelijk wissen te
beschermen, breekt u het wispreventienokje uit voor
cassettekant A of B waarvan u de opnamen wilt
beveiligen, zoals in de afbeelding is aangegeven.
Bandsoortherkenningsopeningen
Nokje voor kant B
Nokje voor kant A
Kant A
Ter beveiliging het
wispreventienokje
voor cassettekant A
uitbreken
Bandsoort:
CrO2/metaalband
normaalband
Trek een eventuele lus in de band strak. Dit om te
voorkomen dat de band zich rondom de onderdelen
wikkelt, met beschadiging van de band en het
cassettedeck als gevolg.
Betreffende het gebruik van
cassettes langer dan 90 minuten
De band van deze cassettes is erg dun. Bij gebruik
van deze cassettes wordt het afgeraden veelvuldig
en snel achter elkaar om te schakelen tussen
afspelen, stoppen, snelspoelen e.d., aangezien de
band kan uitrekken of verstrikt kan raken.
Reinigen van de koppen
De koppen van het cassettedeck dienen om de tien
gebruiksuren gereinigd te worden, anders kunnen
de volgende problemen ontstaan:
— verminderde geluidskwaliteit
— verminderde geluidssterkte
— wegvallend geluid
— onvolledig wissen
— tegenvallende opnameresultaten.
Om verzekerd te kunnen zijn van de beste
geluidskwaliteit, verdient het aanbeveling de
koppen vóór iedere belangrijke opname te reinigen
en ook nadat u een oude cassette heeft afgespeeld.
Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare
reinigingscassette (droog type of vloeistof-type). Zie
de handleiding van de reinigingscassette voor
nadere bijzonderheden.
Demagnetiseren van de koppen
De koppen en alle metalen onderdelen waarmee de
band in aanraking komt, dienen om de 20 tot 30
gebruiksuren gedemagnetiseerd te worden met een
in de handel verkrijgbaar demagnetiseerapparaat.
Zie de handleiding van het demagnetiseerapparaat
voor nadere bijzonderheden.
Bandsoort-herkenningsopeningen
Aanvullende informatie
Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor
opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane
opening(en) met een stukje plakband afdekken. Let
bij het afplakken echter wel op dat de
bandsoortopeningen voor het automatische
bandsoort-detectiesysteem niet afgedekt worden.
Alvorens de cassette in het
cassettedeck te plaatsen
87NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Beperkingen van het
minidisc-systeem
Het opnamesysteem van uw minidiscrecorder is gebonden aan een aantal
specifieke beperkingen, waarvan hieronder
een overzicht volgt.
Deze beperkingen zijn inherent aan het
ontwerp van het minidisc-systeem en duiden
niet op storing in uw apparatuur.
De “Disc Full” foutmelding
verschijnt reeds vóór het
bereiken van de maximale
opnameduur
Wanneer er 255 nummers op de minidisc zijn
opgenomen, zal de “Disc Full” foutmelding
verschijnen, ongeacht de feitelijke opnameduur. Een
minidisc kan niet meer dan 255 muziekstukken
bevatten. Om door te gaan met opnemen, dient u
muziekstukken te wissen of een andere minidisc te
gebruiken.
De “Disc Full” foutmelding
verschijnt reeds vóór het bereiken
van het maximaal aantal
muziekstukken (255)
Soms kunnen de zachtere passages binnen
muziekstukken worden opgevat als pauzes
ertussen, zodat het aantal nummers het feitelijk
aantal muziekstukken overschrijdt. Dan zal de
“Disc Full” foutmelding al gauw verschijnen.
De resterende opnameduur
vermeerdert niet, ook na het
wissen van diverse korte nummers
Nummers van minder dan 12 seconden lengte tellen
niet mee, zodat het wissen ervan niet tot meer
beschikbare opnameduur zal leiden.
Bepaalde muziekstukken laten zich
niet met andere samenvoegen
Na bewerking kunnen muziekstukken van minder
dan 12 seconden niet meer met andere te
combineren zijn.
De totale opgenomen speelduur plus
de resterende beschikbare
opnameduur op de minidisc komen in
totaal niet aan de nominale speelduur
van de disc (60,74 tot 80 minuten)
88NL
Het opnemen wordt verricht in minimum-eenheden
van 2 seconden, ongeacht de lengte van het
opgenomen materiaal. Dit kan leiden tot een geringe
afwijking van de nominale speelduur. Daarnaast
kan de speelduur van een minidisc beperkt worden
door krassen en dergelijke.
Bij het doorzoeken van muziekstukken
die door bewerking zijn samengesteld
valt het geluid af en toe weg
Muziekstukken die niet rechtstreeks zijn opgenomen,
maar door bewerking zijn samengesteld, kunnen nogal
over de minidisc verspreid zijn en dan kan de versnelde
weergave het zoeken niet altijd bijhouden.
De muziekstuknummers worden
niet juist vastgelegd
Ook al wordt er tijdens analoog opnemen “L-SYNC” (zie
blz. 42) in het uitleesvenster aangegeven, dan nog kunnen
de muziekstuknummers soms niet naar behoren worden
vastgelegd aan het begin van elk muziekstuk:
• Als het ingangssignaal minder dan twee seconden lang
onder het grensniveau blijft, m.a.w. bij een te korte
pauze tussen twee muziekstukken;
• Als het ingangssignaal midden in een muziekstuk
langer dan twee seconden onder het grensniveau blijft.
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”)
Digitale audio-apparatuur zoals voor compact discs,
minidiscs en DAT cassettes maken het mogelijk om
vrijwel perfecte kopieën te maken van geluidsmateriaal,
want bij het kopiëren van digitale signalen blijft de
kwaliteit intact.
Ter bescherming van de auteursrechten van componisten
en musici is dit apparaat voorzien van het “Serial Copy
Management System” dat slechts één generatie aan
volledig digitale kopieën toestaat via digitale
aansluitingen.
Via digitale aansluitingen kunt u
uitsluitend een eerste-generatie kopie*
maken van digitaal geluidsmateriaal.
Bijvoorbeeld:
1 U kunt een digitale kopie maken van een in de handel
verkrijgbaar digitaal medium (zoals een compact disc of
een voorbespeelde minidisc), maar het is niet mogelijk
van deze kopie weer een (tweede-generatie) kopie te
maken.
2 U kunt een digitale kopie maken van het digitaal
opgenomen geluid van een oorspronkelijk analoge
geluidsbron (zoals een grammofoonplaat of een
muziekcassette) of een opname van een digitale
satelliet-uitzending, maar hiervan kunt u weer geen
tweede-generatie kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname van
digitale signalen, gemaakt met digitale
geluidsapparatuur. Als u bijvoorbeeld met deze
minidisc-recorder en de CD-speler van uw stereoinstallatie het geluid van een compact disc opneemt, is
dit een eerste-generatie digitale kopie.
Opmerking
Het één-generatie kopieersysteem legt u geen
beperkingen op wanneer u opneemt via analoge
aansluitingen.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Verhelpen van
storingen
Mocht zich een probleem voordoen met de
stereo-installatie, neemt u dan de volgende
lijst met controlepunten door.
Controleer echter eerst of het netsnoer stevig
is aangesloten en of alle aansluitingen van de
luidsprekers in orde zijn.
Is het probleem niet zo eenvoudig te
verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met
uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
Er beginnen aanduidingen in het
uitleesvenster te knipperen wanneer u de
stekker in het stopcontact steekt, terwijl u
de stereo-installatie nog niet heeft
ingeschakeld (demonstratiefunctie).
•Druk op de DISPLAY toets terwijl de
stereo-installatie uit staat. De
demonstratie verdwijnt dan.
De demonstratiefunctie wordt
automatisch ingeschakeld wanneer u de
stekker de eerste maal in het stopcontact
steekt nadat de stroom langer dan een
halve dag onderbroken is.
De radio-voorkeurzender- en
schakelklokinstellingen zijn vervallen.
•De stekker is langer dan een halve dag uit
het stopcontact geweest of er is een
langdurige stroomonderbreking geweest.
Doe opnieuw “Stap 3: Vastleggen van uw
favoriete radiozenders”.
Ernstige brom of ander storend geluid.
•De stereo-installatie staat te dicht bij een
TV of videorecorder. Zet de stereoinstallatie verder van de TV of
videorecorder vandaan.
Er knippert “0:00” (of “12:00”) in het
uitleesvenster.
•De stroomvoorziening is onderbroken
geweest. Stel de klok weer op de juiste
tijd in en leg uw voorkeurzenders
opnieuw in het geheugen vast.
De schakelklok-functies werken niet naar
behoren.
•Stel de klok op de juiste tijd in.
Bij indrukken van de TIMER SELECT toets
verschijnen de “DAILY 1”, “DAILY 2” en “
MD/TAPE REC” aanduidingen niet.
•Maak de schakelklok-instellingen
zorgvuldig volgens de aanwijzingen.
•Stel de klok op de juiste tijd in.
De afstandsbediening werkt niet.
•Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie
zijn.
•Richt de afstandsbediening, van niet al te
ver, recht op de afstandsbedieningssensor
van de stereo-installatie.
•Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Aanvullende informatie
De tijdinstellingen zijn vervallen.
•De stekker is uit het stopcontact of er is
een stroomstoring. Doe opnieuw “Stap 2:
Gelijkzetten van de klok”. Als u
bovendien de schakelklok had ingesteld,
volgt u tevens de aanwijzingen onder
“Met muziek gewekt worden” en/of
“Schakelklok-opname van radiouitzendingen”.
Er klinkt geen geluid.
•Draai de VOLUME regelaar rechtsom.
•Wellicht is er een hoofdtelefoon
aangesloten.
•Let erop dat u alleen het vrijgemaakte
uiteinde van het luidsprekersnoer in de
SPEAKER aansluiting steekt. Als u het
snoer te ver naar binnen steekt, is het
mogelijk dat de isolatie van het snoer een
goed contact verhindert.
•De zekerheid van de versterker is in
werking getreden vanwege een
kortsluiting. (De “PROTECT” en “PUSH
POWER” aanduidingen knipperen om
beurten.) Zet het toestel uit, verhelp het
probleem dat de kortsluiting
veroorzaakte en zet het toestel weer aan.
•Tijdens een schakelklok-opname wordt er
geen geluid weergegeven.
wordt vervolgd
89NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Verhelpen van storingen (vervolg)
Er is akoestische terugkoppeling (u hoort
een rondzingende fluittoon).
•Verminder de geluidssterkte.
•Houd de microfoon verder van de
luidsprekers vandaan of draai de
microfoon in een andere richting.
Er is storing in de kleuren van het TVbeeld.
•Schakel het TV-toestel eenmaal uit en
vervolgens na 15 à 30 minuten weer in.
Als er na weer inschakelen geen
verbetering in de kleurweergave
zichtbaar is, zet de luidsprekers en de TV
dan iets verder uit elkaar.
Om en om verschijnen de aanduidingen
“PROTECT” en “PUSH POWER”.
•Er is een te krachtig ingangssignaal
doorgekomen. Druk op de
toets om
de stroom uit te schakelen, laat de stereoinstallatie een tijdje uit staan en druk dan
weer op de
toets om het apparaat
weer in te schakelen.
Luidsprekers
Geen geluid van één kanaal of
onevenwichtige weergave van links en
rechts.
•Controleer de luidspreker-aansluitingen
en de opstelling van de luidsprekers.
Erg weinig lage tonen.
•Controleer of de + en – aansluitingen van
de luidsprekersnoeren niet zijn
verwisseld.
CD-speler
De disc-lade gaat niet dicht.
•Er ligt een compact disc niet goed in de
disc-uitsparing.
90NL
Het afspelen van de compact disc begint
niet.
•De compact disc ligt niet goed
horizontaal in de disc-lade.
•Controleer of de compact disc vuil is.
•De compact disc ligt ondersteboven in de
disc-lade.
•Er is vocht uit de lucht in het apparaat
gecondenseerd. Verwijder de compact
disc(s) en laat de stereo-installatie een uur
lang ongebruikt aan staan, zodat het
condensvocht kan verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
•De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in
willekeurige volgorde. Druk enkele
malen op de PLAY MODE toets, zodat de
“PROGRAM” of “SHUFFLE” aanduiding
uit het uitleesvenster verdwijnt.
De aanduiding “OVER” verschijnt in het
uitleesvenster.
•Tijdens het snel doorzoeken is het einde
van de compact disc bereikt. Druk op 0
om terug te gaan.
MD deck
In het uitleesvenster verschijnt beurtelings
een code van drie letters en een
mededeling.
•De zelfdiagnosefunctie van dit apparaat
is ingeschakeld (Zie de paragraaf
“Zelfdiagnose-aanduidingen” op blz. 92).
Insteken van de minidisc is niet mogelijk.
•Steek de minidisc in de richting van de
pijl in het apparaat.
De minidisc-recorder reageert niet of
werkt niet goed.
•Wellicht is de minidisc beschadigd.
Vervang de minidisc door een andere.
Het afspelen van de minidisc begint niet.
•Wellicht is er vocht uit de lucht in de
minidisc-recorder gecondenseerd.
Verwijder de minidisc en laat het
apparaat een uur lang ongebruikt aan
staan, zodat het condensvocht kan
verdampen.
•Wellicht is er niets op de minidisc
opgenomen.
Het opnemen op een minidisc lukt niet.
•De minidisc is tegen opnemen en wissen
beveiligd. (De aanduidingen “C11” en
“Protected” lichten beurtelings op.)
Schuif het wispreventienokje opzij om de
opening af te sluiten (zie blz. 36).
•Zorg dat de geluidsbron naar behoren is
aangesloten.
•Wellicht is de geplaatste minidisc een
voorbespeelde disc, niet geschikt voor
opnemen. Vervang deze door een
opname-minidisc.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
•Er is te weinig ruimte voor opnemen op
de minidisc over. Wis enkele
muziekstukken of vervang de disc door
een andere opname-minidisc met meer
ruimte.
•Tijdens opnemen is de stroom
weggevallen of de stekker uit het
stopcontact geraakt. Maak de gewenste
opname opnieuw.
De aanduiding “-OVER-” verschijnt in het
uitleesvenster.
•Het einde van de minidisc is bereikt.
Druk op de 0 toets om terug te keren
naar het begin van de minidisc.
“OVER” lights up during recording.
•Bij opnemen via de TAPE ingangen is er
een te krachtig ingangssignaal
doorgekomen. Als het geluid vervormd
klinkt, vermindert u het opnameniveau
(zie “Instellen van het opnameniveau” op
blz. 44) en dan maakt u de opname
opnieuw.
Cassettedeck
Het is niet mogelijk op te nemen of weer
te geven, of het geluidsvolume neemt af.
•Vuile bandkoppen. Reinig de koppen (zie
“Reinigen van de koppen” op blz. 87).
•De koppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de koppen (zie
“Demagnetiseren van de koppen” op
blz. 87).
Eerdere opnamen worden onvoldoende
gewist.
•De koppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de koppen (zie
“Demagnetiseren van de koppen” op
blz. 87).
Te veel snelheidsfluctuaties of het geluid
valt weg.
•Vuil op de capstan-assen of
aandrukrollen. Reinig deze onderdelen
(zie “Reinigen van de koppen” op
blz. 87).
Bij indrukken van de ( (9)
weergavetoets of de 6 uitwerptoets
verschijnt er “EJECT” in het uitleesvenster,
dan klinkt er een mechanisch geluid en
wordt het apparaat uitgeschakeld.
•De cassette is niet juist ingestoken. Neem
de cassette uit de houder en schakel dan
het apparaat weer in.
Tuner
Ernstige brom of andere storing in de
radio-ontvangst (in het uitleesvenster
knippert de “TUNED” of de “STEREO”
aanduiding).
•Richt of verstel de antenne.
•De ontvangen zender komt te zwak door.
Sluit een buitenantenne aan.
Een stereo FM uitzending wordt niet in
stereo weergegeven.
•Druk op de STEREO/MONO toets zodat
er “MONO” in het uitleesvenster
verschijnt.
Als er zich andere problemen
voordoen, die hierboven niet zijn
beschreven, kunt u de stereoinstallatie als volgt terugstellen in
de uitgangsstand:
1 Druk de p, ENTER/YES en
toets
tegelijk in.
2 Trek de stekker uit het stopcontact.
3 Steek de stekker weer in het stopcontact.
4 Druk op de
aan/uit-schakelaar om de
installatie in te schakelen.
Aanvullende informatie
Opnemen is niet mogelijk.
•Er is geen cassette in de houder
aanwezig.
•Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd (zie “Beschermen van uw
bandopnamen tegen per ongeluk wissen”
op blz. 87).
•De band is geheel naar één kant
opgespoeld.
Veel ruis of wissen van de hoge
frequenties.
•De koppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de koppen (zie
“Demagnetiseren van de koppen” op
blz. 87).
De stereo-installatie is nu teruggesteld op de
fabrieksinstellingen. Alle door u gemaakte
instellingen, zoals de tijd, de voorkeurzenders
en de schakelklok-instellingen zijn uit het
geheugen gewist. Dan zult u de gewenste
instellingen opnieuw moeten maken.
91NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Zelfdiagnoseaanduidingen
Om het storingzoeken te vergemakkelijken, is
dit apparaat voorzien van een
zelfdiagnosefunctie. Als er iets mis is,
verschijnt er in het uitleesvenster beurtelings
een code van drie letters en een foutmelding.
De betekenis daarvan kunt u vinden in de
nevenstaande tabel. Als het probleem niet
eenvoudig te verhelpen is, raadpleeg dan
a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
C11
Protected
C11 / Protected
De minidisc is tegen wissen/opnemen
beveiligd.
mVerwijder de minidisc en schuif het
wispreventienokje opzij om de opening af
te sluiten (zie blz. 36).
C12 / Cannot Copy
U probeert een CD met een voor dit
systeem ongeschikt formaat op te nemen,
zoals een CD-ROM.
m—
C13 / REC Error
Opnemen op de minidisc is niet mogelijk.
mZet de minidisc-recorder op een meer
stabiele plaats en probeer het opnemen
opnieuw.
De minidisc is vuil of bekrast of wijkt af
van de norm.
mVervang de minidisc door een andere en
probeer het opnemen opnieuw.
C13 / Read Error
De MD kan de informatie op de minidisc
niet goed lezen.
mNeem de minidisc eenmaal uit het
apparaat en plaats deze opnieuw.
C14 / Toc Error
De MD kan de informatie op de minidisc
niet goed lezen.
mVervang de minidisc door een andere.
mWis alle opnamen van de minidisc met
behulp van de “Erase” wisfunctie,
beschreven op blz. 48.
C41 / Cannot Copy
Dit apparaat werkt volgens het SCMS ééngeneratie kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”), dat het aantal
digitale kopieën van een digitale
geluidsbron beperkt tot slechts één
generatie (zie blz. 88).
C71 / Check OPT-IN
Opnemen van een digitale geluidsbron is
niet mogelijk omdat er geen digitale
component is aangesloten op de OPTICAL
IN aansluiting of omdat het apparaat niet
naar behoren is aangesloten.
mSluit de digitale geluidsbron naar
behoren aan op de OPTICAL IN
aansluiting met behulp van een optische
digitale aansluitkabel.
De aangesloten digitale geluidsbron staat
nog uitgeschakeld.
mSchakel de digitale geluidsbron in.
92NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Foutmeldingen
De onderstaande mededelingen kunnen in
het uitleesvenster verschijnen of gaan
knipperen als er bij de bediening van de
minidisc-recorder iets mis gaat.
MD
Auto Cut
De minidisc-recorder pauzeert de opname,
omdat er tijdens digitaal opnemen al meer
dan 30 seconden stilte is (die wordt
vervangen door een pauze van 3
seconden).
Blank Disc
Er is getracht een blanco, onbespeelde of
compleet gewiste minidisc af te spelen.
Cannot Edit
De geplaatste minidisc is een weergaveminidisc, niet voor bewerken geschikt.
Er is getracht een minidisc op te nemen of
te bewerken tijdens geprogrammeerde
weergave of weergave in willekeurige
volgorde.
Complete!!
De MD-montage is voltooid.
Impossible
Er is getracht twee nummers samen te
voegen terwijl het eerste muziekstuk wordt
afgespeeld. Of er is getracht een
muziekstuk te kort na het begin of te kort
voor het einde te splitsen.
Disc Full
Er is geen ruimte meer over op de minidisc
(zie “Beperkingen van het minidiscsysteem” op blz. 88).
Eject
De minidisc-recorder zal de minidisc
uitschuiven.
No Name
De geplaatste minidisc bevat wel
muziekstuknummers maar geen titels.
– OVER –
Bij het snel doorzoeken van de minidisc is
het eind van het laatste muziekstuk bereikt.
Position OK?
Bevestiging van de positie in de weergave
waar u een MD muziekstuk zou willen
splitsen.
Push STOP!
Er is tijdens afspelen op de PLAY MODE
toets gedrukt.
Standby (knippert)
Als de schakelklok wel was ingesteld maar
al lang niet meer is gebruikt, zijn de
schakelklok-instellingen vervallen en niet
meer terug te halen. Hetzelfde kan gelden
voor een reeds lang niet meer gebruikt
muziekprogramma: de gekozen nummers
zijn vervallen en het programma is niet
meer af te spelen.
Rehearsal
De door u aangewezen passage waar het
muziekstuk gesplitst moet worden, wordt
afgespeeld.
Smart Space
Tijdens digitaal opnemen is er weer een
geluidssignaal doorgekomen na 3 tot 30
seconden stilte (die wordt vervangen door
een standaard pauze van 3 seconden).
TOC Reading
De minidisc-recorder is bezig de
inhoudsopgave van de minidisc te lezen.
TOC Writing
De minidisc-recorder is bezig de gegevens
voor de opname of bewerking in de
inhoudsopgave te schrijven.
Aanvullende informatie
Cannot REC
Druk op de FUNCTION keuzetoets om de
geluidsbron voor opname te kiezen.
De geplaatste minidisc is een weergaveminidisc, niet voor opnemen geschikt.
Name Full
Het titelgeheugen van de minidisc is vol.
Track End
Bij het kiezen van een splitspunt voor het
splitsen van een muziekstuk met de
“Divide” functie is het einde van het
muziekstuk bereikt.
No Disc
Er bevindt zich geen minidisc in het
apparaat.
93NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Technische gegevens
Versterker
Modellen voor Canada:
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
50 + 50 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz, 10%
THV)
Totale harmonische vervorming minder dan 0,07%
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
25 watt)
Modellen voor Europa:
DIN uitgangsvermogen (nominaal)
60 + 60 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
80 + 80 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz, 10%
THV)
Muziekvermogen (referentie)
140 + 140 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz, 10%
THV)
Overige modellen:
De volgende waarden zijn gemeten bij
wisselstroomvoeding van 110, 220 V, 50/60 Hz
DIN uitgangsvermogen (nominaal)
80 + 80 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
100 + 100 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz,
10% THV)
De volgende waarden zijn gemeten bij
wisselstroomvoeding van 120, 240 V, 50/60 Hz
DIN uitgangsvermogen (nominaal)
95 + 95 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
120 + 120 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz,
10% THV)
Ingangen
VIDEO (AUDIO) IN:
(tulpstekkerbussen)
MIX MIC:
(klinkstekkerbus)
Uitgangen
PHONES:
(stereo klinkstekkerbus)
SPEAKER:
SUPER WOOFER:
(Modellen voor
Europa)
ingangsspanning 250 mV,
impedantie 47 kOhm
gevoeligheid 1 mV,
impedantie 10 kOhm
voor hoofdtelefoons van
8 ohm of meer
voor luidsprekers met
impedantie van 6 tot 16
ohm
uitgangsspanning 1 V,
impedantie 1 kOhm
Compact disc speler
Afspeelsysteem
Compact disc digitaal
audiosysteem
Laser
Halfgeleider laser
(λ=780nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW*
* Deze waarde is gemeten
op een afstand van ca.
200 mm van het
lensoppervlak van het
optisch blok, bij een
diafragma van 7 mm.
Frequentiebereik
2 Hz – 20 kH5z (±0,5 dB)
Golflengte
780 – 790 nm
Signaal/ruisverhouding Meer dan 85 dB
Dynamisch bereik
Meer dan 85dB
MD deck
Opname/weergavesysteem
MiniDisc digitaal
audiosysteem
Laser
Halfgeleider laser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW*
*Deze waarde is gemeten
op een afstand van ca.
200 mm van het
lensoppervlak van het
optisch blok, bij een
diafragma van 7 mm.
Opnameduur
Maximaal 80 minuten (in
stereo, op een MDW-80
minidisc)
Maximaal 160 minuten
(in mono, op een
MDW-80 minidisc)
Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz
Frequentiebereik
20 - 20.000 Hz
OPTICAL DIGITAL IN
(vierkante optische aansluitbus, achterpaneel)
Golflengte
700 nm
94NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Cassettedeck
Bandopnamesysteem
Frequentiebereik
(zonder Dolby
ruisonderdrukking)
Snelheidsfluctuaties
Luidsprekers
4 sporen, 2 kanalen stereo
40 – 13.000 Hz (±3 dB),
met Sony TYPE I
cassette
40 – 14.000 Hz (±3 dB),
met Sony TYPE II cassette
±0,15% Gewogen piek
(IEC)
0,1% W.RMS (NAB)
±0,2% Gewogen piek
(DIN)
Tuner-gedeelte
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik
Antenne
Antenne-aansluitingen
Tussenfrequentie
SS-MDX10
Luidsprekersysteem
3-wegsysteem 3-luidspreker,
in basreflexkast
Luidsprekereenheden
Lagetonen-luidspreker:
17 cm doorsnede,
conus-type
Hogetonen-luidspreker: 5 cm doorsnede,
conus-type
Superhogetonen-luidspreker:
2 cm doorsnede,
conus-type
Nominale impedantie
6 ohm
Afmetingen (b/h/d)
Ca. 240 x 360 x 320 mm
Gewicht
Ca. 5 kg netto per
luidspreker
Algemeen
87,5 – 108,0 MHz
FM draadantenne
75 ohm, asymmetrisch
10,7 MHz
AM afstemtrap
Stroomverbruik
Modellen voor de V.S.:
Modellen voor Canada:
Modellen voor Europa:
Overige modellen:
115 watt
95 watt
165 watt
170 watt
Afmetingen (b/h/d)
Ca. 280 x 360 x 390 mm
Gewicht
Modellen voor Noord-Amerika
Ca. 10,0 kg
Modellen voor Europa
Ca. 10,2 kg
Overige modellen
Ca. 11,0 kg
Bijgeleverd toebehoren:
AM kaderantenne (1)
Afstandsbediening (1)
Batterijen (2)
FM draadantenne (1)
Speciaal MD Walkman
aansluitsnoer (1)
Voorluidspreker-voetjes (8)
Luidsprekersnoeren (2)
Aanvullende informatie
Afstembereik
Model met 2 afstembanden:
Modellen voor Noord-Amerika:
530 - 1.710 kHz
(afsteminterval 10 kHz)
531 – 1.710 kHz
(afsteminterval 9 kHz)
Europese modellen:
531 - 1.602 kHz
(afsteminterval 9 kHz)
Overige modellen:
531 - 1.602 kHz
(afsteminterval 9 kHz)
530 - 1.710 kHz
(afsteminterval 10 kHz)
Modellen met 3 afstembanden:
Modellen voor het Midden-Oosten:
MG:
531 - 1.602 kHz
(afsteminterval 9 kHz)
KG:
5,95 - 17,90 MHz
(afsteminterval 5 kHz)
Overige modellen:
MG:
531 - 1.602 kHz
(afsteminterval 9 kHz)
530 - 1.710 kHz
(afsteminterval 10 kHz)
KG:
5,95 - 17,90 MHz
(afsteminterval 5 kHz)
Antenne
AM kaderantenne
Antenne-aansluitingen
Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie
450 kHz
Stroomvoorziening
Modellen voor Noord-Amerika:
120 V AC, 60 Hz
Modellen voor Europa: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Modellen voor Australië: 240 V wisselstroom, 50/
60 Hz
Modellen voor Mexico: 120 V wisselstroom,
50/60 Hz
Overige modellen:
110 - 120 V of 220 - 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz,
omschakelbaar met
spanningskiezer
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
95NL
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
Index
D
Divide splitsfunctie 52
E
A
Aanduidingen in het
uitleesvenster 23, 31
Aansluiten
antennes 6, 84
los verkrijgbare
apparatuur 76-84
luidsprekers 5
stereo-installatie 5
stroomvoorziening 6
Afspelen
cassette 17
compact disc 11
een minidisc 15
herhaaldelijk (REPEAT
weergave) 26, 35
in gekozen volgorde
(PROGRAM weergave) 25
in willekeurige volgorde
(SHUFFLE weergave) 24, 32
gekozen volgorde
(programma-weergave) 25
herhaalde weergave 26, 35
willekeurige volgorde 24, 32
Afsteminterval 9
Akoestiek-instelling 62
Antennes 6, 84
Automatische geluidsbronkeuze 12, 16, 18
B
Batterijen 7
Beperkingen van het
minidisc-systeem 88
Beveiligen van opnamen 87
Bijregelen
akoestiek-instellingen 29
geluidssterkte 12, 16, 17
geluidsweergave 28
C
96NL
CD-MD synchroon-opname
13, 37
CD-TAPE synchroonopname 14
Combine functie 54
Compact disc speler
11
Eén-toets weergavestart 12,
16, 18
Eén-generatie
kopieersysteem (SCMS)
88
Erase wisfunctie 48
F
FLASH functie 28
Foutmeldingen 93
G
Geheugenafstemming 18
Gelijkzetten van de klok 7
Geluidsinstellingen 74
Geluidssterkte instellen 8
H, I, J
Herhaalde weergave 26, 55
Herstellen van de vorige
toestand 36
K
Karaoke 69
Klok gelijkzetten 7
L
LOOP functie 28
Luidsprekers 5
Luisteren naar een
voorkeurzender 80
LEVEL-SYNC stiltemarkering 42
M
Markeren van
muziekstukken 42
Move verplaatsfunctie 51
Muziekstuknummers 42
N
Name titelfunctie 29, 46, 71
O
Opnemen
compact disc 14
radio-uitzending 20
op minidisc 9, 13, 38
op een cassette 57
schakelklok-opname 74
P, Q
PERSONAL FILE functie 65
Programma-weergave 25, 33
PTY programmatype 67
Pauze-inkortfunctie (Smart
Space) 40
R
Radio Data Systeem 67
Radiozenders
afstemmen 19
voorinstellen 8
S
Schakelklok
gewekt worden met
muziek 73
inslapen met muziek 72
schakelklok-opname 74
Sluimerfunctie 72
T
Terugstellen in
uitgangsstand 91
Tijdinstelling 7
Tuner 8, 19
U
Uitleesvenster 23, 31
V
Vastleggen van
voorkeurzenders 8
Verhelpen van storingen 89
W, X, Y
Wekfunctie 79
Willekeurige weergave 24, 32
Wispreventienokje 36
Z
Zelfdiagnose-aanduidingen
92
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL