Documenttranscriptie
filename[C:\Documents and Settings\Manual.MINNANO_WIN\My Documents\_upload job\01COV-DSCP7CEE\010COV01.FM]
masterpage:Right
010COV01.FM Page 1 Thursday, August 1, 2002 1:20 PM
3-075-896-42(1)
Digital Still Camera
Istruzioni per l’uso
IT
Prima di usare l’apparecchio, leggere attentamente questo manuale e
conservarlo per riferimenti futuri.
Gebruiksaanwijzing
NL
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel gaat
bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog kunt
raadplegen.
DSC-P7/P9
© 2002 Sony Corporation
model name1[DSC-P7/P9]
[3-075-896-42(1)]
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Voor de klanten in Nederland
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde
batterij die niet vervangen hoeft te worden
tijdens de levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien de batterij
toch vervangen moet worden. De batterij mag
alleen vervangen worden door vakbekwaam
servicepersoneel.
Lever het apparaat aan het einde van de
levensduur in voor recycling, de batterij zal
dan op correcte wijze verwerkt worden.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in
als klein chemisch afval (KCA).
2-NL
Attentie
Dit product is getest en daarbij is vastgesteld
dat het voldoet aan de voorwaarden welke zijn
vastgelegd in de Richtlijn EMC voor het
gebruik van verbindingskabels die korter zijn
dan 3 meter.
De elektromagnetische velden bij de
specifieke frequenties kunnen het beeld en het
geluid van deze digitale camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
wordt onderbroken (of mis gaat), start u het
applicatieprogramma dan opnieuw, of maak
de USB-kabel even los en sluit deze dan weer
aan.
Handelsmerken
• “Memory Stick”,
, “MagicGate Memory
Stick” en
zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
• “MagicGate” en
zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
• “InfoLITHIUM” is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• Microsoft en Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken van de U.S. Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en in andere
landen.
• Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn
handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Verder zijn de systeem- en productnamen die in
deze handleiding worden vermeld, over het
algemeen handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectievelijke
ontwikkelaars of fabrikanten. De ™- of ®markeringen worden echter niet altijd in deze
handleiding vermeld.
4-NL
Voordat u uw camera in gebruik neemt
Proefopname
Voordat u unieke gebeurtenissen gaat
vastleggen, is het verstandig om eerst een
proefopname te maken. Dan bent u er zeker
van dat de camera naar behoren functioneert.
Geen vergoeding voor schade aan
opnamen
Wanneer opnemen of weergeven niet mogelijk
is ten gevolge van een storing van
bijvoorbeeld uw camera of het opnamemedium, wordt in geen geval een
schadevergoeding uitgekeerd.
Opmerkingen over de compatibiliteit
van beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan de universele
standaard “Design Rule for Camera File
System” (ontwerpregels voor
bestandssystemen van camera’s) van de
JEITA (Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
• Het kunnen afspelen op andere apparatuur
van beelden die op deze camera zijn
opgenomen, en het kunnen afspelen op deze
camera van beelden die met andere
apparatuur zijn opgenomen of bewerkt,
wordt niet gegarandeerd.
Houd rekening met auteursrechten
Op televisieprogramma’s, films, videobanden
en ander beeldmateriaal kunnen
auteursrechten rusten. Het maken van
opnamen van dergelijk materiaal zonder
toestemming, kan in strijd zijn met de
bepalingen van het auteursrecht.
Stel de camera niet bloot aan
trillingen en stoten
Zorg ervoor dat de camera niet nat
wordt
Hiermee kunt u niet alleen de werking
belemmeren en het opnemen van beelden
onmogelijk maken, maar ook de “Memory
Stick” onbruikbaar maken en beeldgegeven
beschadigen, zodat schade en verlies kunnen
optreden.
Wanneer u buitenopnamen maakt in de regen
of onder soortgelijke omstandigheden, moet u
ervoor zorgen dat de camera niet nat wordt.
Als er condensvorming optreedt, moet u de
aanwijzingen op page 95 bestuderen en de
condens verwijderen, voordat u de camera
gebruikt.
LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen
modellen met een LCD-zoeker) en
lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
geproduceerd met hogeprecisietechnologie:
meer dan 99,99% van de pixels zijn geschikt
voor gebruik. Er kunnen echter enkele
minuscule zwarte en/of heldere puntjes
(wit-, rood-, blauw- of groengekleurd)
permanent op het LCD-scherm of de LCDzoeker aanwezig zijn. Deze puntjes zijn een
normaal gevolg van het productieproces en
hebben geen enkele invloed op de opname.
• Wees voorzichtig als u de camera bij het
raam of buitenshuis neerzet. Er kunnen
storingen optreden als u het LCD-scherm, de
zoeker of de lens gedurende langere
perioden aan direct zonlicht blootstelt.
De power-zoomlens
Deze camera is voorzien van een powerzoomlens. Zorg dat u de lens niet aan
schokken blootstelt, en dat u er geen kracht op
uitoefent.
De foto’s in deze handleiding
De voorbeeldfoto’s in deze handleiding zijn
reproducties; het zijn geen foto’s die
daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
Richt de camera niet op de zon of op
een andere heldere lichtbron
U kunt uw ogen dan onherstelbaar
beschadigen.
Maak reservekopieën
Kopieer de gegevens altijd op een andere
diskette om het risico van mogelijk verlies van
beeldgegevens te vermijden.
5-NL
Inhoud
Voordat u uw camera in gebruik
neemt ................................................ 5
De onderdelen herkennen ......................... 8
Aan de slag
De accu opladen...................................... 10
Een externe stroombron gebruiken ......... 14
De camera in het buitenland
gebruiken ........................................ 14
De camera in- en uitschakelen ................ 15
De regeltoets gebruiken .......................... 15
De datum en de tijd instellen .................. 16
Opnamen aanpassen aan de
omstandigheden
(SCENE SELECTION) ................. 30
Stilstaande beelden
weergeven
Beelden weergeven op het LCD-scherm
van de camera ................................ 32
Weergeven via het enkelvoudig
scherm ............................................ 32
Weergeven via het indexscherm
(negen of drie beelden) .................. 33
Beelden weergeven op een tv-scherm .... 34
Stilstaande beelden opnemen
Een “Memory Stick” plaatsen en
verwijderen..................................... 18
Het formaat en de kwaliteit van het
stilstaande beeld bepalen ................ 19
Basisbediening voor het opnemen
van stilstaande beelden (met
automatische instellingen) .............. 22
Het laatst opgenomen beeld
controleren (Quick Review) ........... 23
De zoomfunctie gebruiken.................. 24
Close-ups opnemen (Macro) .............. 24
De zelfontspanner gebruiken .............. 25
Een flitserstand kiezen........................ 26
Opnemen via de zoeker ...................... 28
De datum en de tijd op het beeld
weergeven....................................... 29
6-NL
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen ....................................... 36
Wissen via het indexscherm
(negen beelden) .............................. 37
Wissen via het indexscherm
(drie beelden) ................................. 38
Een “Memory Stick” formatteren........... 40
Stilstaande beelden naar uw
computer kopiëren
Stilstaande beelden naar uw computer
kopiëren.......................................... 41
1 Het USB-stuurprogramma
installeren ...................................... 42
2 Uw camera voorbereiden ................. 43
3 De camera op de computer
aansluiten .......................................44
4 Beelden kopiëren ..............................45
5 Beelden weergeven op een
computer .........................................48
Voor Macintosh-gebruikers ....................51
Voordat u met geavanceerde
bedieningsmogelijkheden
begint
De camera instellen en bedienen.............52
Menu-instellingen wijzigen ................52
Items in het SET UP-scherm
wijzigen ..........................................52
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
Een methode voor scherpstellen
kiezen..............................................53
Center AF-opnamen met
AF-vergrendeling ...........................54
De afstand tot een onderwerp instellen
(Brandpuntsafstanden)....................55
De belichting instellen
(EV-regeling)..................................55
Puntbelichting .........................................56
De kleurtonen instellen (Witbalans) .......57
Meerdere beelden opnemen
(Clip Motion)..................................58
Opnemen in de Multi Burst-stand
(Multi Burst) ...................................59
Stilstaande beelden opnemen voor
e-mail (E-MAIL) ............................61
Stilstaande beelden met geluidsbestanden
opnemen (VOICE)..........................61
Speciale effecten toevoegen
(Beeldeffecten) ...............................62
Geavanceerd weergeven van
stilstaande beelden
Een deel van een stilstaand beeld
vergroten .........................................63
Een beeld vergroten
– Vergroot weergeven ....................63
Een vergroot beeld opnemen
– Bijsnijden.....................................64
Opeenvolgende beelden afspelen
(Beeldenreeks) ................................64
Stilstaande beelden roteren .....................65
Stilstaande beelden bewerken
Beelden beveiligen (Beveiligen) .............66
Via het enkelvoudig scherm ...............66
Via het indexscherm
(negen beelden)...............................66
Via het indexscherm
(drie beelden) ..................................67
Het beeldformaat wijzigen
(Het beeldformaat wijzigen) .......... 68
Beelden kiezen om af te drukken
(Afdrukmarkering) ......................... 69
Via het enkelvoudig scherm ............... 69
Via het indexscherm
(negen beelden) .............................. 69
Via het indexscherm
(drie beelden) ................................. 70
Films bekijken
Films opnemen........................................ 71
Films weergeven op het
LCD-scherm ................................... 72
Films wissen ........................................... 73
Via het enkelvoudig scherm ............... 73
Via het indexscherm
(negen beelden) .............................. 73
Via het indexscherm
(drie beelden) ................................. 74
Films bewerken....................................... 75
Films splitsen...................................... 75
Overbodige fragmenten wissen .......... 76
Films naar uw computer kopiëren .......... 77
Voor gebruikers van Windows 98,
98SE, 2000, Me.............................. 77
Voor gebruikers van
Windows XP .................................. 77
Voor gebruikers van Macintosh ......... 78
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen..........................79
Waarschuwingen en meldingen ..............86
Zelfdiagnosedisplay ................................87
Aanvullende informatie
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen/beschikbare
opnametijd ......................................88
Menu-items..............................................89
SET UP-items..........................................93
Voorzorgsmaatregelen ............................95
De “Memory Stick”.................................96
De “InfoLITHIUM”-accu .......................96
Technische gegevens...............................97
Het LCD-scherm .....................................99
Register..................................................102
7-NL
De onderdelen herkennen
Het polsbandje bevestigen
1
7
2
8
3
4
5
9
0
6
qa
A
B
C
D
E
F
G
H
POWER-toets (15)
POWER-lampje (15)
Sluiterknop (22)
Bevestiging polsbandje
Flitser (26)
Luidspreker (bodemoppervlak)
Zoekervenster
Lampje zelfontspanner (26)/
AF-belichter (27, 93)
I Microfoon
J Lens
K Statiefaansluiting
(bodemoppervlak)
8-NL
• Gebruik een statief met een schroeflengte van
maximaal 5,5 mm. Als u een statief met een
langere schroef gebruikt, is het niet mogelijk
om de camera stevig op het statief te
bevestigen. Hierdoor kan de camera
beschadigen.
• Raak de microfoon niet aan tijdens het
opnemen.
1
8
2
9
K
L
M
N
O
RESET-toets (79)
Toegangslampje (18)
Uitwerphendel accu (11)
Afdekkapje aansluitingen
A/V OUT (MONO)-aansluiting (34)
0
3
qa
4
qs
5
qd
6
qf
7
qg
A Regeltoets
(Menu aan) (v/V/b/B/z) (15)/
(Menu uit) ( / /7/ ) (26, 25, 23,
24)
B Zoeker (28)
Lampje zelfontspanner/
Opnamelampje (rood)
AE/AF-vergrendelingslampje (groen)
/CHG
C
D
E
F
/CHG-lampje flitser
(oranje) (11, 26)
LCD-scherm
DSPL/LCD ON/OFF-toets (28)
DC IN-aansluiting (10, 14)
MENU-toets (19)
G USB-aansluiting (44)
H Modusknop (16)
SCN: Opnemen in de SCENE
SELECTION-modus
: Stilstaande beelden
opnemen
: Beelden weergeven of
bewerken
: Films, Clip Motion-beelden
of Multi Burst-beelden opnemen
SET UP: De SET UP-items
instellen
I Zoomtoets (voor opnemen) (24)/
Indextoets (voor weergeven) (33)
J Accu-/“Memory Stick”-deksel
9-NL
Aan de slag
De accu opladen
Afdekkapje
aansluitingen
OPE
N
1
2
Uitwerphendel accu
, Maak het deksel van de accu/
“Memory Stick” open.
, Plaats de accu en sluit het
deksel.
Schuif het deksel in de richting van de pijl.
Schuif de accu met het merkteken v in de
richting van de accubehuizing, zoals wordt
aangegeven in bovenstaande afbeelding.
Controleer of de accu goed is geplaatst en
sluit het deksel.
• Als u de accu oplaadt, zorg dan dat de
camera is uitgeschakeld (pagina 15).
• De camera werkt alleen met de
“InfoLITHIUM”-accu NP-FC10 (type C)
(meegeleverd). Andere accu’s zijn niet
bruikbaar (pagina 96).
10-NL
DC-stekker
• Als u de uitwerphendel met de voorste rand van
de accu naar beneden drukt, kunt u de accu
eenvoudig plaatsen.
3
Netspanningsadapter
, Open het afdekkapje van de
aansluitingen en sluit de ACLS1A-netspanningsdapter
(meegeleverd) aan op de DC
IN-aansluiting van de camera.
Open het deksel in de richting van de pijl,
zoals hierboven is aangegeven. Sluit de
stekker aan met de v-markering naar boven
gericht.
• Zorg dat u de DC-stekker van
netspanningsadapter niet kortsluit met metaal.
Dit kan een defect veroorzaken.
• Reinig de DC-stekker van de AC-adapter met
een droog wattenstaafje. Gebruik de adapter
niet als de stekker vuil is. Als de stekker vuil is,
wordt de accu mogelijk niet goed opgeladen.
2 Naar een
stopcontact
De accu verwijderen
Netsnoer
De indicator voor de resterende
accutijd geeft aan hoeveel tijd er nog is
voor opnemen of weergeven.
1
60min
4
2272
Aan de slag
Indicator resterende
accutijd
FINE
4
Netspanningsadapter
, Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en op het
stopcontact.
Het opladen begint en het /CHG-lampje
gaat branden.
Uitwerphendel accu
Open het accu-/“Memory Stick”-deksel en
duw de uitwerphendel van de accu in de
richting van de pijl zoals hierboven is
aangegeven.
• Zorg dat u de accu niet laat vallen tijdens het
uitnemen.
/CHG
• Als u het LCD-scherm in- en uitschakelt,
duurt het nog ongeveer één minuut
voordat de juiste resterende accutijd is
uitgerekend.
• Afhankelijk van de
opnameomstandigheden en het gebruik
kan het zijn dat niet de juiste resterende
accutijd wordt aangegeven.
/CHGlampje
Als het /CHG-lampje uit gaat, is het
opladen voltooid (volledig opladen).
• Als het opladen is voltooid, koppel dan de
netspanningsadapter los van zowel de camera
als het stopcontact.
11-NL
De accu opladen (vervolg)
Oplaadtijd
Stilstaande beelden opnemen
Hier wordt de tijd aangegeven die nodig is
om een volledig ontladen accu op te laden
met de meegeleverde AC-LS1Anetspanningsadapter bij een
omgevingstemperatuur van 25°C.
Accu
NP-FC10
(meegeleverd)
Volledig
opladen (min.)
Ca. 150
De accutijd en het aantal
beelden dat kan worden
opgenomen of weergegeven
De tabellen geven een benadering van de
gebruiksduur van de camera als de
opnamestand is ingesteld op Normal, bij
een omgevingstemperatuur van 25°C, en
terwijl de meegeleverde accu volledig is
geladen. Aan de hand van de richtlijnen
met betrekking tot het aantal beelden dat u
kunt opnemen of weergeven, kunt u
bepalen wanneer de meegeleverde
“Memory Stick” moet worden
verwisseld. Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden, kan het
daadwerkelijke aantal enigszins afwijken.
12-NL
Onder normale omstandigheden*1)
Beeldformaat
NP-FC10 (meegeleverd)
Aantal beelden
Accutijd (min.)
DSC-P9 2272×1704
Ca. 120
Ca. 60
DSC-P7 2048×1536
Ca. 120
Ca. 60
*1)
Opnemen onder de volgende omstandigheden:
– Het LCD-scherm is ingesteld op ON.
– De beeldkwaliteit is ingesteld op [FINE].
– Als u elke 30 seconden één beeld opneemt.
– Als u voor elke opname de zoomtoets W of T volledig indrukt.
– Als u om de andere opname de flitser gebruikt.
– Als u de camera eens per tien opnamen in- en uitschakelt.
Onafgebroken beelden opnemen*2)
Beeldformaat
2272×1704
DSC-P9 640×480
2048×1536
DSC-P7 640×480
*2)
LCD-scherm
ON
OFF
ON
OFF
NP-FC10 (meegeleverd)
Aantal beelden
Accutijd (min.)
Ca. 1400
Ca. 70
Ca. 1800
Ca. 90
Ca. 1400
Ca. 70
Ca. 1800
Ca. 90
Opnemen onder de volgende omstandigheden:
– De beeldkwaliteit is ingesteld op [STANDARD].
– De flitserstand is ingesteld op “ ” (geen flits).
– Als u elke drie seconden een beeld opneemt.
Stilstaande beelden weergeven*3)
NP-FC10
(meegeleverd)
Aantal Accutijd
beelden (min.)
DSC-P9
2272×1704
Ca. 3200 Ca. 160
640×480
DSC-P7
2048×1536
Ca. 3200 Ca. 160
640×480
*3)
Als het LCD-scherm is ingeschakeld, waarbij
opeenvolgende enkelvoudige beelden om de
drie seconden worden weergegeven
Films opnemen*4)
LCDscherm
DSC-P9
DSC-P7
*4)
NP-FC10
(meegeleverd)
Accutijd (min.)
ON
Ca. 80
OFF
Ca. 110
ON
Ca. 80
OFF
Ca. 110
De POWER SAVE-functie
Als de POWER SAVE-functie is
geactiveerd, kunt u gedurende langere tijd
opnamen maken.
Zet de modusknop op SET UP en zet
[POWER SAVE] in [SETUP 2] op [ON].
Bij aflevering is [ON] ingesteld
(pagina 94).
Aan de slag
Beeldformaat
• De accutijd en het aantal beelden dat kan
worden opgenomen, nemen af onder de
volgende omstandigheden:
– Bij lagere temperaturen.
– Als u de flitser gebruikt.
– Als u de camera vaak in- en uitschakelt.
– Als u de zoomfunctie vaak gebruikt.
– Als [POWER SAVE] is ingesteld op [OFF].
– Als [LCD BACKLIGHT] is ingesteld op
[BRIGHT].
– Als u de accu vaak gebruikt of als de accu
na het opladen vanzelf is leeggeraakt
(pagina 97).
Als de POWER SAVE-functie
is geactiveerd
• Het LCD-scherm wordt donkerder dan
wanneer [POWER SAVE] op [OFF] staat. In
deze stand is het niet mogelijk om de [LCD
BACKLIGHT]-instelling te wijzigen
(pagina 94).
• Op het moment dat de stroom wordt
ingeschakeld, is de flitserstand gewoonlijk
ingesteld op “ ” (geen flits).
• Als u de flitser wilt gebruiken, druk dan op v
( ) op de regeltoets en kies “ ” (geforceerde
flits) of Auto (pagina 26).
• Als u stilstaande beelden opneemt, wordt er
alleen scherpgesteld als de sluiterknop tot
halverwege wordt ingedrukt.
Continu opnemen met een beeldformaat van
160×112
13-NL
Een externe stroombron gebruiken
2 Naar een
stopcontact
Netsnoer
Afdekkapje
aansluitingen
DC-stekker
1
Netspanningsadapter
, Open het afdekkapje van de
aansluitingen en sluit de ACLS1A-netspanningsdapter
(meegeleverd) aan op de DC
IN-aansluiting van de camera.
Sluit de stekker aan met de v-markering
naar boven gericht.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
stopcontact waar u makkelijk bij kunt. Als er
iets mis gaat tijdens het gebruik van de adapter,
schakel de stroom dan onmiddellijk uit door de
stekker uit het stopcontact te trekken.
14-NL
1
2
, Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en op het
stopcontact.
• Als u de netspanningsadapter niet langer
gebruikt, koppel deze dan los van de DC INaansluiting van de camera.
• Zolang het toestel is aangesloten op het
stopcontact, staat er stroom op, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld.
De camera in het
buitenland
gebruiken
Voeding
U kunt uw camera met de meegeleverde
netspanningsadapter in alle landen en
streken gebruiken waar een netspanning
van tussen de 100 V en 240 V, 50/60 Hz
wordt geleverd. Gebruik zo nodig een in de
handel verkrijgbare verloopstekker [a],
afhankelijk van het soort stopcontact [b] dat
ter plaatse wordt gebruikt.
AC-LS1A
• Gebruik geen transformator. Dit kan een defect
veroorzaken.
De camera in- en uitschakelen
ON/OFF(CHG)
POWER-lampje
, Druk op POWER om het toestel
aan te zetten.
Het POWER-lampje licht groen op en de
stroom is ingeschakeld. Als u de camera
voor het eerst gebruikt, verschijnt het
CLOCK SET-scherm (zie de volgende
pagina).
De stroom uitschakelen
Druk nogmaals op POWER, het POWERlampje gaat uit en de camera is
uitgeschakeld.
De automatische
uitschakelfunctie
Als de accu gebruikt, en de camera
wordt tijdens het opnemen, afspelen of
instellen niet bediend, wordt de stroom
na enige tijd* automatisch
uitgeschakeld om zo de accu te sparen.
In de volgende gevallen treedt de
automatische uitschakelfunctie echter
niet in werking, ook al gebruikt u de
accu om de camera van stroom te
voorzien.
• Er worden films afgespeeld
• Er wordt een beeldenreeks
afgespeeld
• Er is een kabel aangesloten op de
USB-aansluiting of de A/V OUT
(MONO)-aansluiting
0EV
0EV
EV
WB
ISO
Aan de slag
POWER
POWER
De regeltoets
gebruiken
AUTO
WHITE BAL
ISO
Als u de huidige instellingen van de camera
wilt wijzigen, geef dan het menu of het SET
UP-scherm (pagina 52) weer en wijzig de
instellingen met behulp van de regeltoets.
Druk voor elk item op v/V/b/B om het
gewenste instellingsitem te kiezen. Druk
vervolgens op de z in het midden of op
b/B om de nieuwe waarde in te voeren.
* Als [POWER SAVE] is ingesteld op
[ON]: circa 90 seconden
Als [POWER SAVE] is ingesteld op
[OFF]: circa drie minuten
• Als u de stroom inschakelt terwijl de
modusknop is ingesteld op SCN,
of
,
komt de lens naar buiten. Zorg ervoor dat u het
lensgedeelte dan niet aanraakt.
15-NL
De datum en de tijd instellen
Modusknop
CLOCK SET
2002 / 1 / 1
POWER
ON/OFF(CHG)
1
, Stel de modusknop in op
2
.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop op SCN,
of
is ingesteld.
• Als u de waarden die u reeds voor de datum en
de tijd hebt ingesteld wilt wijzigen, stelt u de
modusknop in op SET UP en kiest u [CLOCK
SET] in [SETUP 1] (pagina 93). Daarna gaat u
verder vanaf stap 3.
CLOCK SET
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
2002 / 1 / 1
O K
AM
CANCEL
, Druk op POWER.
Het POWER-lampje licht groen op en het
CLOCK SET-scherm verschijnt.
12 : 00
O K
AM
CANCEL
OK
OK
POWER
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
3
, Kies via v/V op de regeltoets
de gewenste volgorde voor de
dag, de maand en het jaar en
druk vervolgens op de z in het
midden.
U kunt kiezen uit [Y/M/D] (jaar/maand/
dag), [M/D/Y] en [D/M/Y].
• Als de oplaadbare knoopcelbatterij, die zorgt
voor de stroomvoorziening voor het opslaan
van de tijdsgegevens, ooit leeg mocht raken
(pagina 95), wordt het CLOCK SET-scherm
automatisch opnieuw weergegeven. Als dit
gebeurt, kunt u de datum en tijd opnieuw
instellen door bovenstaande procedure vanaf
stap 3 uit te voeren.
16-NL
2002 / 1 / 1
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
CLOCK SET
O K
AM
CANCEL
2002 / 7 / 1
OK
4
CLOCK SET
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
2002 / 7 / 4
O K
AM
CANCEL
, Kies met b/B op de regeltoets
het item voor jaar, maand, dag,
uur of minuut dat u wilt
instellen.
, Kies de gewenste numerieke
waarde met v/V op de
regeltoets en druk op de z in
het midden.
Boven het gekozen item dat moet worden
ingesteld, verschijnt een v en eronder
verschijnt een V.
Als u de gekozen numerieke waarde hebt
ingevoerd, stel dan het volgende item in.
Herhaal bovenstaande procedure totdat alle
items zijn ingesteld.
10 : 30
O K
PM
CANCEL
OK
OK
5
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
Aan de slag
CLOCK SET
6
, Kies [OK] met B op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
Zodra de datum en de tijd zijn ingesteld,
begint de klok te lopen.
• Als u de instelprocedure wilt annuleren, kies
dan [CANCEL] en druk vervolgens op de z in
het midden.
• Als u in stap 3 [D/M/Y] kiest, gebruik dan de
24-uursweergave.
17-NL
Stilstaande beelden opnemen
Een “Memory Stick” plaatsen en verwijderen
Aansluiting
1
, Maak het deksel van de accu/
“Memory Stick” open.
Schuif het deksel in de richting van de pijl.
2
Etiket
, Plaats de “Memory Stick”.
Houd de “Memory Stick” zoals in de
afbeelding wordt getoond en schuif deze
helemaal in het toestel totdat u een klik
hoort.
• Als u een “Memory Stick” plaatst, moet u deze
altijd in zijn geheel indrukken totdat u een klik
hoort. Als u de “Memory Stick” niet goed
plaatst, wordt er mogelijk niet goed opgenomen
of afgespeeld.
18-NL
3
Toegangslampje
, Sluit het deksel van de accu/
“Memory Stick”.
De “Memory Stick” verwijderen
Open het deksel van de accu/“Memory
Stick” en druk vervolgens op de “Memory
Stick” zodat deze opspringt.
• Als het toegangslampje brandt, is de
camera een afbeelding aan het
wegschrijven of uitlezen. Als dat het
geval is, moet u de “Memory Stick”
nooit verwijderen of de stroom
uitschakelen.
Het formaat en de kwaliteit van het stilstaande beeld bepalen
FINE
WHITE BAL
1
ISO
2272x1704
2272 (3 : 2)
1600x1200
1280 x 960
640 x 480
IMAGE SIZE
IMAGE SIZE
DSC-P7
DSC-P9
2
MENU
, Zet de modusknop op
de camera aan en druk
vervolgens op MENU.
2048x1536
2048 (3 : 2)
1600x1200
1280 x 960
640 x 480
, zet
Het menu verschijnt.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop op SCN is ingesteld.
FINE
STANDARD
P.QUALITY MODE
PFX
3
, Kies
(IMAGE SIZE) met b/B
op de regeltoets.
Kies het gewenste
beeldformaat met v/V.
, Kies
(P. QUALITY) met b/B
op de regeltoets.
Kies de gewenste
beeldkwaliteit met v/V.
Het beeldformaat is ingesteld.
De beeldkwaliteit is ingesteld.
Druk op MENU als de instelling is voltooid.
Het menu verdwijnt van het scherm.
Stilstaande beelden opnemen
AUTO
• Wat betreft de beeldkwaliteit kunt u kiezen
tussen [FINE] en [STANDARD].
• De nieuw ingestelde waarden voor
beeldformaat en -kwaliteit blijven bewaard,
ook als de camera wordt uitgeschakeld.
19-NL
Het formaat en de kwaliteit van het stilstaande beeld bepalen (vervolg)
Beeldformaat en -kwaliteit
Op basis van het soort beelden dat u wilt
opnemen, kunt u kiezen voor een bepaald
beeldformaat (aantal pixels) en een
bepaalde beeldkwaliteit (compressieverhouding). Hoe groter het ingestelde
beeldformaat en hoe hoger de ingestelde
beeldkwaliteit, hoe beter het beeld is.
Daar staat echter tegenover dat er meer
gegevens moeten worden opgeslagen. Dat
betekent dat u minder beelden op uw
“Memory Stick” kunt opslaan.
Kies een beeldformaat en een
beeldkwaliteit die overeenkomen het soort
beelden dat u wilt opnemen.
U kunt het beeldformaat ook later nog
aanpassen (zie pagina 68 voor het
aanpassen van het beeldformaat).
Voor het beeldformaat kunt u aan de hand
van de volgende tabellen kiezen uit een
vijftal opties.
Beeldformaat Voorbeelden
2272×1704
(DSC-P9)
Perfecte afdrukken
2272 (3:2)
(DSC-P9)
3:2-afdrukken*
2048×1536
(DSC-P7)
Perfecte afdrukken
2048 (3:2)
(DSC-P7)
3:2-afdrukken*
1600×1200
Afdrukken in A4-formaat
1280×960
Afdrukken in
briefkaartformaat
640×480
Voor e-mailbijlagen
* Bij deze optie worden beelden in de breedtehoogteverhouding 3:2 opgenomen, zodat ze
overeenkomen met het formaat van het
gebruikte printerpapier.
20-NL
Het aantal beelden** dat op een “Memory Stick” kan worden
opgeslagen
Capaciteit
8MB
16MB
32MB
64MB
128MB
2272×1704 (DSC-P9)
4 (7)
8 (14)
16 (30)
32 (60)
65 (121)
2272 (3:2) (DSC-P9)
4 (7)
8 (14)
16 (30)
32 (60)
65 (121)
2048×1536 (DSC-P7)
5 (9)
10 (18)
20 (36)
40 (74)
82 (148)
2048 (3:2) (DSC-P7)
5 (9)
10 (18)
20 (36)
40 (74)
82 (148)
1600×1200
8 (15)
16 (30)
32 (60)
64 (120)
133 (246)
Beeldformaat
1280×960
12 (23)
24 (44)
50 (93)
100 (186)
202 (375)
640×480
48 (120)
96 (240)
195 (488)
393 (983)
789 (1973)
**Als [REC MODE] is ingesteld op
[NORMAL]
Zie pagina 88 voor het aantal beelden dat u
bij andere opnamestanden kunt opslaan.
Stilstaande beelden opnemen
Hieronder wordt het aantal beelden getoond dat in de stand FINE (STANDARD) kan
worden opgeslagen. (Eenheid: aantal beelden)
• Het beeldformaat is het schermformaat dat
wordt gebruikt als u de beelden op een
computer weergeeft. Als u de beelden op het
LCD-scherm van de camera weergeeft,
worden ze echter alle in hetzelfde formaat
weergegeven.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden
kan het aantal beelden dat kan worden
opgenomen, afwijken van deze waarden.
• De waarde voor het beeldformaat (bijv.
1600×1200) is het aantal pixels dat wordt
weergegeven.
21-NL
Basisbediening voor het opnemen van stilstaande beelden (met
automatische instellingen)
Modusknop
60min
2272
FINE
4
F2.8
30
1
, Zet de modusknop op
de camera aan.
2
en zet
• De lenskap gaat open zodra de stroom wordt
ingeschakeld.
• Zorg dat u het lensgedeelte niet aanraakt als
deze beweegt, bijvoorbeeld wanneer u op
POWER drukt om de camera in te schakelen of
wanneer u de zoomfunctie gebruikt
(pagina 24).
• Als de modusknop is ingesteld op
, worden
de belichting en de scherpstelling automatisch
ingesteld.
22-NL
, Houd de camera met beide
handen vast en richt op een
onderwerp in het midden van
het kader. Hierop kan de
camera zich scherpstellen.
Bedek de lens of de flitser niet met uw
vingers.
• U kunt kiezen uit twee AF-standen: de
Multipoint AF-stand en de Center AF-stand
(pagina 53).
3
Knippert groen t
Brandt continu
, Druk op de sluiterknop en
houd deze tot halverwege
ingedrukt.
De camera laat pieptonen horen. Als de AE/
AF-vergrendelingsindicator stopt met knipperen en daarna blijft branden, is de camera
gereed voor het maken van de opname.
• Als u de sluiterknop loslaat, wordt de opname
geannuleerd.
• Voor scherpstellen geldt een minimale afstand
tot het onderwerp van 50 cm. Als de zoom op
het einde van de W-zijde is ingesteld en 60 cm
als de zoom op het einde van de T-zijde is
ingesteld. Gebruik de Macro-modus als u
onderwerpen vanaf een nog kleinere afstand
wilt opnemen (pagina 24).
• Het kader op het LCD-scherm geeft het
gebied aan waarop wordt scherpgesteld.
(Zie pagina 53 voor meer informatie over de
AF-bereikzoeker.)
Het laatst opgenomen beeld
controleren (Quick Review)
60min
2272
FINE
, Druk de sluiterknop geheel
naar beneden.
De sluiter klikt, de opname wordt voltooid
en het stilstaande beeld wordt op de
“Memory Stick” opgenomen. Als het
opnamelampje niet meer brandt, kunt u het
volgende beeld opnemen.
• Als u de camera niet bedient terwijl de camera
door de accu van stroom wordt voorzien, wordt
de camera na enige tijd uitgeschakeld om de
accu te sparen (pagina 15).
Als u een onderwerp probeert op te
nemen waarop moeilijk kan worden
scherpgesteld, begint de AE/AFvergrendelingsindicator langzaam te
knipperen.
Bij de volgende onderwerpen kan het
moeilijk zijn de automatische
scherpstelfunctie te gebruiken. Laat in
dat geval de sluiterknop los, probeer
anders te richten en stel opnieuw
scherp.
• Het onderwerp is ver verwijderd van de
camera en donker
• Het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond is zwak
• Er wordt op een onderwerp achter glas,
bijvoorbeeld achter een raam, gericht
• Het onderwerp beweegt snel
• Het onderwerp reflecteert of er is sprake
van een lichtgevend of glimmend
onderwerp
• Een knipperend onderwerp.
60min
2272
8/8
REVIEW
100-0029
2002 7 4 10:30PM
, Druk op b (7) op de regeltoets.
Druk licht op de sluiterknop of druk
nogmaals op b (7) op de regeltoets om
naar de opnamestand terug te keren.
Stilstaande beelden opnemen
4
Automatische
scherpstelling
Het beeld wissen dat op het LCDscherm wordt weergegeven
1 Druk op MENU om het menu weer te
geven.
2 Druk op B op de regeltoets om
[DELETE] te kiezen en druk vervolgens
op de z in het midden.
3 Druk op v op de regeltoets om [OK] te
kiezen en druk vervolgens op de z in het
midden.
Het beeld wordt gewist.
23-NL
De zoomfunctie gebruiken
W (groothoek) T (teleopname)
60min
W
2272
T
FINE
60min
4
W
2272
T
FINE
4
, Druk op de zoomtoets om de
gewenste zoomstand te kiezen
maak vervolgens de opname.
De minimaal benodigde
afstand om scherp te stellen
op een onderwerp
Als de zoom op het einde van de
W-zijde is ingesteld: ongeveer 50 cm
vanaf het einde van de lens
Als de zoom op het einde van de
T-zijde is ingesteld: ongeveer 60 cm
vanaf het einde van de lens
24-NL
• Het lensgedeelte beweegt als de zoomfunctie
wordt gebruikt. Zorg dat u het lensgedeelte dan
beslist niet aanraakt.
• De zoomfunctie kan niet worden gebruikt als u
films opneemt (pagina 80).
Close-ups opnemen (Macro)
Digitale zoom
Als de zoomvergroting groter wordt
dan 3×, wordt de vergroting
gerealiseerd door middel van digitale
bewerking van het beeld. Met behulp
van de digitale zoomfunctie kan het
beeld tot maximaal 6× worden
vergroot. Het gebruik van de digitale
zoomfunctie gaat ten koste van de
beeldkwaliteit. Stel daarom [DIGITAL
ZOOM] in de SET UP-instellingen in
op [OFF] wanneer u deze functie niet
nodig hebt (pagina 93).
Het digitale zoomgebied bevindt
zich aan de T-zijde van deze lijn
W
T
• Als u de digitale zoomfunctie gebruikt,
kunt u het beeld niet via de zoeker
controleren.
• Als u de digitale zoomfunctie gebruikt,
wordt het kader voor automatische
scherpstelling niet weergegeven.
Gebruik de macrofunctie als u close-ups
van kleine onderwerpen zoals bloemen en
insecten wilt opnemen. U kunt deze functie
gebruiken voor close-ups van onderwerpen
die zich op maximaal de hieronder
gespecificeerde afstanden bevinden.
Als de zoom op het einde van de
W-zijde is ingesteld: ongeveer 10 cm
vanaf het einde van de lens
Als de zoom op het einde van de
T-zijde is ingesteld: ongeveer 60 cm
vanaf het einde van de lens
De zelfontspanner
gebruiken
60min
2272
60min
FINE
2272
60min
FINE
, Zet de modusknop op
en
druk op B ( ) op de regeltoets.
(macro) verschijnt op het LCD-scherm.
• Als het menu wordt weergegeven, druk dan
eerst op MENU om het menu weg te halen.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop is ingesteld op SCN (met
uitzondering van de Landschapmodus)
(pagina 30) of op
.
2
, Zorg dat het onderwerp zich in
het midden van het kader
bevindt en neem het beeld op.
Terugkeren naar normale opnamen
Druk nogmaals op B ( ) op de regeltoets.
verdwijnt dan van het LCD-scherm.
• Gebruik het LCD-scherm als u opneemt met de
macrofunctie. Als u de zoeker gebruikt, kunnen
er verschillen optreden tussen de beeldgrenzen
in de zoeker en de beeldgrenzen van de
daadwerkelijke opname.
FINE
1
, Zet de modusknop op
en
druk op V ( ) op de regeltoets.
(zelfontspanner) verschijnt op het LCDscherm.
Stilstaande beelden opnemen
1
2272
4
4
• Als het menu wordt weergegeven, druk dan
eerst op MENU om het menu weg te halen.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop op SCN of
is ingesteld.
25-NL
De zelfontspanner
gebruiken (vervolg)
60min
Een flitserstand kiezen
2272
60min
FINE
4
2272
FINE
4
0EV
F2.8
30
2
, Centreer het onderwerp in het
kader en druk de sluiterknop
helemaal naar beneden.
Het lampje van de zelfontspanner
(pagina 8) gaat oranje knipperen en u hoort
een pieptoon. Na ongeveer 10 seconden
wordt het beeld opgenomen.
De zelfontspanfunctie tijdens het
instellen annuleren
Druk nogmaals op V ( ) op de regeltoets.
• Als u recht voor de camera staat en op de
sluiterknop drukt, kan het zijn dat de
scherpstelling en de belichting niet goed
kunnen worden ingesteld.
26-NL
, Stel de modusknop in op
en
druk enkele malen op v ( ) op
de regeltoets om een
flitserstand te kiezen.
De flitserstand heeft te volgende standen.
Geen indicator (Auto): Op grond van de
lichtomstandigheden beslist de camera of er
voldoende licht is en gebruikt zo nodig de
flitser.
(Geforceerde flits): De flitser wordt
gebruikt ongeacht de lichtomstandigheden.
(Geen flits): De flitser wordt niet
gebruikt.
• De aanbevolen afstand bij het gebruik van de
flitser is als volgt (als [ISO] is ingesteld op
[AUTO]):
– Als de zoom op het einde van de W-zijde is
ingesteld: 0,5 tot 3,8 m.
– Als de zoom op het einde van de T-zijde is
ingesteld: 0,6 tot 2,4 m.
• Als het menu wordt weergegeven, druk dan
eerst op MENU om het menu weg te halen.
• U kunt de helderheid van het flitslicht veranderen
met behulp van [FLASH LEVEL] in de menuinstellingen (pagina 91).
• Als de flitser is ingesteld op Auto of
(Geforceerde flits), en u kijkt in een donkere
omgeving naar het LCD-scherm, kan het zijn
dat u enige “ruis” in het beeld ziet. Dit heeft
echter geen invloed op de daadwerkelijke
opname.
• Als de flitser wordt opgeladen, knippert het /
CHG-lampje. Als het opladen gereed is, gaat
het lampje uit.
De flitser knippert vóór het opnemen,
om het rode-ogeneffect te
verminderen. Stel [RED EYE
REDUCTION] in de SET UPinstellingen in op [ON] (pagina 93).
“ ” verschijnt op het LCD-scherm.
Opnemen met de AFbelichter
Deze extra belichtingsmogelijkheid is
bedoeld om het scherpstellen onder
donkere omstandigheden beter mogelijk
te maken.
Stel [AF ILLUMINATOR] (pagina 93)
in de SET UP-instellingen in op [AUTO].
Als u probeert op te nemen bij
onvoldoende licht, verschijnt “ ON ” op
het LCD-scherm. De AF-belichter
knippert automatisch gedurende de tijd
tussen het half indrukken van de
sluiterknop en het vergrendelen van de
scherpstelling.
60min
m
• De mate waarin het rode-ogeneffect kan
worden gereduceerd, varieert van individu
tot individu. Verder kunnen de afstand tot
het onderwerp en het feit of het onderwerp
voorafgaand aan de opname het knipperen
van de flitser al dan niet heeft gezien, van
invloed zijn op de effectiviteit van de
reductie van het rode-ogeneffect.
2272
FINE
6
• Ook als de AF-belichter niet helemaal in het
midden van het beeld terechtkomt, stelt de
camera toch goed scherp, zolang het
onderwerp maar wordt bereikt.
• Bij handmatige scherpstelling wordt de AFbelichter niet geactiveerd.
• In de volgende SCENE SELECTION-modi
(pagina 30) wordt de AF-belichter niet
geactiveerd.
– Bij opnamen in de Schemermodus
– Bij opnamen in de Landschapmodus
• De AF-belichter geeft een helder licht.
Hoewel er geen veiligheidsrisico’s aan zijn
verbonden, mag u bij het maken van
opnamen van dichtbij niet rechtstreeks op
iemands ogen richten.
Stilstaande beelden opnemen
Het “rode-ogeneffect”
verminderen bij het
opnemen van levende
onderwerpen
ON
• Zelfs als de AF-belichter knippert, kan het
zijn dat de camera niet goed kan
scherpstellen. Dit kan zich voordoen als er
onvoldoende licht op het onderwerp valt
(de aanbevolen maximale afstand voor deze
functie 2,8 m (groothoek) of 1,6 m
(teleopname) of als het onderwerp een zwak
contrast heeft.
27-NL
Opnemen via de zoeker
Zoeker
Alle indicatoren zijn uitgeschakeld (er
wordt alleen opname-informatie
weergegeven)
F2.8
30
DSPL/LCD
ON/OFF
r
Het LCD-scherm is
uitgeschakeld.
De zoeker kunt u gebruiken om de accu te
sparen of wanneer het lastig is om het beeld
via het LCD-scherm te controleren.
Telkens als u op DSPL/LCD ON/OFF
drukt, verandert het display in deze
volgorde.
28-NL
r
Alle beschikbare indicatoren
zijn ingeschakeld.
60min
2272
FINE
4
F2.8
30
• Zie pagina 99 voor informatie over de
weergegeven items.
• Net als bij de AE/AF-vergrendelingsindicator
op het LCD-scherm, kunt u beginnen met
opnemen zodra het AE/AF-vergrendelingslampje van de zoeker stopt met knipperen en
daarna blijft branden (pagina 22).
• Als het LCD-scherm is uitgeschakeld, is de
digitale zoomfunctie niet beschikbaar
(pagina 24).
• Als u op (flitserstand),
(zelfontspanner),
of
(macro) drukt terwijl het LCD-scherm is
uitgeschakeld, wordt het beeld gedurende
ongeveer twee seconden op het scherm
weergegeven, zodat u de betreffende
instellingen kunt controleren of wijzigen.
De datum en de tijd op het
beeld weergeven
CAMERA
MOVING IMAGE :
DATE/TIME :
DIGITAL ZOOM :
RED EYE REDUCTION :
AF ILLUMINATOR :
CAMERA
MPEG MOVIE
OFF
ON
OFF
AUTO
CAMERA
MOVING IMAGE : DAY&TIME
DATE
DATE/TIME :
DIGITAL ZOOM : OFF
RED EYE REDUCTION :
AF ILLUMINATOR :
MPEG MOVIE
DATE
ON
OFF
AUTO
OK
PAGE SELECT
1
, Stel de modusknop in op SET
UP.
Het SET UP-scherm wordt weergegeven.
• Als de datum en tijd aan het beeld worden
toegevoegd, kunnen deze later niet meer
worden verwijderd.
• Als u de datum en de tijd tijdens het opnemen
aan beeld wilt toevoegen, worden de datum- en
tijdgegevens niet op het LCD-scherm
weergegeven. In plaats hiervan wordt “
”
linksboven op het LCD-scherm weergegeven.
De datum en tijd worden weergegeven als het
beeld wordt afgespeeld.
• Als u [DATE] kiest in step 3, wordt de datum
weergegeven op de manier die in “De datum en
de tijd instellen” is vastgelegd (pagina 16).
2
, Kies
(CAMERA) met v/V op
de regeltoets en druk op B.
Kies [DATE/TIME] met v/V en
druk op B.
3
, Kies het datumtype dat u wilt
invoeren met v/V op de
regeltoets en druk op de z in
het midden.
DAY&TIME: Hiermee worden de datum en
het tijdstip van de opname aan het beeld
toegevoegd
DATE: Hiermee worden het jaar, de maand
en de dag van de opname aan het beeld
toegevoegd
OFF: Hiermee worden geen datum- of
tijdgegevens aan het beeld toegevoegd
Stilstaande beelden opnemen
SELECT
MOVING IMAGE :
DATE/TIME :
DIGITAL ZOOM :
RED EYE REDUCTION :
AF ILLUMINATOR :
Als de instellingen zijn verricht, zet dan de
modusknop op
en ga verder met
opnemen.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop op SCN is ingesteld.
• De instellingen die u hier invoert, worden
opgeslagen, ook nadat de stroom is
uitgeschakeld.
29-NL
Opnamen aanpassen aan de omstandigheden
(SCENE SELECTION)
Schemermodus
Schemer-portretmodus
Landschapmodus
0EV
0EV
SCN
EV
WB
MENU
1
Bij nachtelijke opnamen, opnamen van
personen bij nacht of bij opnamen van
landschappen, kiest u een van onderstaande
modi om de kwaliteit van uw opnamen te
verbeteren.
Schemermodus
Als u in situaties met weinig licht de
Schemermodus gebruikt, kunt u toch goede
beelden opnemen. Maar aangezien in deze
modus gebruik wordt gemaakt van een
tragere sluitersnelheid, raden we u aan een
statief te gebruiken.
• U kunt in deze modus geen flitser gebruiken.
30-NL
Schemer-portretmodus
Gebruik deze modus als u bij nacht
opnamen maakt met mensen op de
voorgrond.
Aangezien in deze modus gebruik wordt
gemaakt van een trage sluitersnelheid,
raden we u aan een statief te gebruiken.
• Hiermee kunt u mensen op de voorgrond met
duidelijke contouren opnemen zonder dat dit
ten koste gaat van het gevoel dat het om een
nachtelijke opname gaat.
• De flitser knippert automatisch.
Landschapmodus
In deze modus wordt er scherpgesteld op
verafgelegen onderwerpen. Daarom is deze
modus bij uitstek geschikt voor het van
afstand opnemen van landschappen.
• In deze modus kunt u de macrostand niet
gebruiken.
• U kunt niet kiezen voor automatische flits.
, Stel de modusknop in op SCN
en druk op MENU.
Het menu verschijnt.
NR-stand voor lange
sluitertijden
WB
2
, Kies [SCN] met b/B op de
regeltoets.
SCN
WB
3
, Kies de gewenste modus met
v/V op de regeltoets.
De door u gewenste modus wordt ingesteld.
Druk op MENU als de instelling is voltooid.
Het menu verdwijnt van het scherm.
In de NR-stand voor lange sluitertijden
wordt de ruis van de opgenomen
beelden verwijderd, zodat u heldere
opnamen krijgt. Om bewogen beelden
te voorkomen, raden we u het gebruik
van een statief aan.
F2.8
NR2''
De SCENE SELECTION annuleren
Stel de modusknop in op een ander item dan
SCN.
• De instellingen die u hier invoert, worden
opgeslagen, ook nadat de stroom is
uitgeschakeld.
Druk de sluiterknop
geheel naar beneden.
Stilstaande beelden opnemen
SCN
Als er in de Schemermodus of de in de
Schemer-portretmodus wordt gekozen
voor een sluitertijd van een 1/2 seconde
of meer, wordt “NR” weergeven vóór de
indicatie van de sluitertijd. De camera
gaat dan automatisch over op de NRstand voor lange sluitertijden.
r
CAPTURING
Het scherm wordt
vervolgens zwart.
r
PROCESSING
Als ten slotte
“PROCESSING”
verdwijnt, is het
beeld opgenomen.
31-NL
Stilstaande beelden weergeven
Beelden weergeven op het LCD-scherm
van de camera
Enkelvoudig
(éé beeld)
60min
Index
(negen beelden)
2272
VOLUME
• SINGLE DISPLAY
U kunt de beelden die u met deze camera
opneemt, vrijwel direct bekijken op het
LCD-scherm. Bij deze camera kunt u op de
volgende drie manieren uw beelden
weergeven.
Enkelvoudig (één beeld)
U kunt één beeld tegelijkertijd bekijken. Dit
beeld vult het volledige scherm.
Index (negen beelden)
Er worden negen afzonderlijke beelden
tegelijkertijd op het scherm weergegeven.
Index (drie beelden)
Er worden drie afzonderlijke beelden
tegelijkertijd op het scherm weergegeven.
Verder worden er verschillende gegevens
over het beeld getoond.
32-NL
2272
8/8
8/8
2002 7 4 10:30PM
FILE BACK/NEXT
60min
Index
(drie beelden)
APERTURE VALUE :
SHUTTER SPEED :
EXPOSURE VALUE :
ISO :
100-0028
Weergeven via het
enkelvoudig scherm
100-0028
• SINGLE DISPLAY
F2.8
1/125
0.0
100
100-0028
2002 7 4 10:30PM
FILE BACK/NEXT
VOLUME
2002 7 4 10:30PM
• Zie pagina 72 voor films.
• Zie pagina 101 voor informatie over de diverse
weergegeven symbolen.
1
, Zet de modusknop op
de camera aan.
Het laatst opgenomen beeld wordt
weergegeven.
en zet
Weergeven via het indexscherm (negen of drie beelden)
60min
2272
6/8
APERTURE VALUE :
SHUTTER SPEED :
EXPOSURE VALUE :
ISO :
100-0026
2002 7 4 10:30PM
FILE BACK/NEXT
VOLUME
• SINGLE DISPLAY
100-0028
• SINGLE DISPLAY
F2.8
1/125
0.0
100
2002 7 4 10:30PM
, Kies een stilstaand beeld met
b/B op de regeltoets.
, Druk eenmaal op de
W-zoomtoets.
, Druk nogmaals op de
W-zoomtoets.
b : Hiermee wordt het vorige beeld
weergegeven.
B : Hiermee wordt het volgende beeld
weergegeven.
Het display schakelt over op het
indexscherm (negen beelden).
Het display schakelt over op het
indexscherm (drie beelden).
Als u op v/V op de regeltoets drukt,
worden de overige beeldgegevens
weergegeven.
Het vorige (volgende) indexscherm
weergeven
Druk op v/V/b/B op de regeltoets om het
gele kader respectievelijk naar boven, naar
beneden, naar links of naar rechts te
verplaatsen .
Stilstaande beelden weergeven
2
Het vorige (volgende) indexscherm
weergeven
Druk op b/B op de regeltoets.
Terugkeren naar het scherm voor
enkelvoudige beelden
Druk enkele malen op de T-zoomtoets of
druk op de z in het midden van de
regeltoets.
33-NL
Beelden weergeven op een tv-scherm
60min
2272
8/8
A/V OUT (MONO)aansluiting
100-0028
2002 7 4 10:30PM
FILE BACK/NEXT
1
A/V-kabel (meegeleverd)
, Verbind de A/V OUT (MONO)uitgang van de camera via de
A/V-kabel met audio-/videoingang van het tv-toestel.
Als de tv is voorzien van stereo-ingangen,
sluit u de audiostekker (zwart) van de A/Vkabel aan op de Lch-aansluiting.
• Sluit de A/V-kabel pas aan op de camera en de
tv als beide toestellen zijn uitgeschakeld.
34-NL
2
Tv/video-wisselschakelaar
, Zet de tv aan en zet de tv/videowisselschakelaar van de tv op
“Video”.
• De naam en de positie van deze schakelaar
kunnen per tv verschillen.
VOLUME
3
, Zet de modusknop op
de camera aan.
en zet
Druk op b/B op de regeltoets om een beeld
te selecteren.
• Als u deze functie gebruikt, kan het nodig zijn
om het video-uitgangssignaal te wijzigen zodat
deze overeenkomt het systeem van uw tv
(pagina 94).
NTSC-systeem
De Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, de Filippijnen,
Jamaica, Japan, Korea, Mexico, MiddenAmerika, Peru, Suriname, Taiwan,
Venezuela, Verenigde Staten enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongkong, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nederland, NieuwZeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje,
Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk,
Zweden, Zwitserland enz.
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Hongarije,
Iran, Irak, Monaco, Oekraïne, Polen,
Rusland enz.
Stilstaande beelden weergeven
Een beeld op tv weergeven
Als u een opgenomen beeld op een tvscherm wilt weergeven, hebt u een tv
nodig met een video-ingang en een
videokabel.
Het kleurensysteem van de tv dient
overeen te komen met dat van de digitale
fotocamera. Aan de hand van de volgende
lijst kunt u dit nagaan:
PAL-M-systeem
Brazilië
35-NL
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen
60min
2272
60min
2272
5/5
60min
5/5
2272
5/5
DELETE
O K
100-0028
DELETE PROTECT
2002 7 4 10:30PM
FILE BACK/NEXT
, Zet de modusknop op
en zet
de camera aan.
Kies het beeld dat u wilt wissen
met b/B op de regeltoets.
SLIDE
CANCEL
OK
VOLUME
1
PRINT
2
MENU
, Druk op MENU.
Kies [DELETE] met b/B op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
Op dit moment is het beeld nog niet gewist.
OK
3
, Kies [OK] met v op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
“MEMORY STICK ACCESS” verschijnt
op het scherm. Als deze melding verdwijnt,
is het beeld gewist.
Het wissen annuleren
Kies [CANCEL] met V op de regeltoets en
druk vervolgens op de z in het midden.
36-NL
Wissen via het indexscherm (negen beelden)
DELETE PROTECT
MENU
, Druk op MENU als er een
indexscherm (negen beelden)
(pagina 33) wordt
weergegeven.
Kies [DELETE] met b/B op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
DELETE
CANCEL
SELECT
• SET
ALL
2
, Kies [SELECT] met b/B op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
Alle beelden wissen
Kies [ALL] met b/B op de regeltoets en
druk vervolgens op de z in het midden.
Kies vervolgens [OK] en druk op de z in
het midden. Als u het wissen wilt annuleren,
kiest u [EXIT] en drukt u vervolgens op de
z in het midden.
MENU TO NEXT
3
, Selecteer het beeld dat u wilt
wissen met v/V/b/B op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
De -markering wordt op het
geselecteerde beeld geplaatst. Op dit
moment is het beeld nog niet gewist. Plaats
de -markering op alle beelden die u wilt
wissen.
Stilstaande beelden wissen
1
PRINT
• Druk nogmaals op de z in het midden als u uw
selectie wilt annuleren.
37-NL
Wissen via het indexscherm
(negen beelden) (vervolg)
Wissen via het indexscherm (drie beelden)
APERTURE VALUE :
SHUTTER SPEED :
EXPOSURE VALUE :
ISO :
DELETE
EXIT
4
, Druk op MENU.
Kies [OK] met b/B op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
Als “MEMORY STICK ACCESS”
verdwijnt, zijn de beelden gewist.
Het wissen annuleren
Kies [EXIT] met b op de regeltoets en druk
vervolgens op de z in het midden.
38-NL
100-0028
OK
• SINGLE DISPLAY
F2.8
1/125
0.0
100
PRINT
PROTECT
DELETE
100-0028
2002 7 4 10:30PM
1
, Terwijl het indexscherm (drie
beelden) (pagina 33) wordt
weergegeven, verplaatst u het
beeld dat u wilt wissen naar het
midden met b/B op de
regeltoets.
• OK
2
2002 7 4 10:30PM
MENU
, Druk op MENU.
Kies [DELETE] met V op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
Op dit moment is het beeld nog niet gewist.
DELETE
O K
CANCEL
100-0028
• OK
2002 7 4 10:30PM
, Kies [OK] met v op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
Als “MEMORY STICK ACCESS”
verdwijnt, is het beeld gewist.
Het wissen annuleren
Kies [CANCEL] met V op de regeltoets en
druk vervolgens op de z in het midden.
Stilstaande beelden wissen
3
39-NL
Een “Memory Stick” formatteren
SETUP 1
FORMAT :
FILE NUMBER :
/LANGUAGE :
CLOCK SET :
FORMAT
OK
CANCEL
ALL DATA WILL BE ERASED
READY?
O K
CANCEL
OK
OK
1
, Plaats de “Memory Stick” die u
wilt formatteren in de camera.
Zet de modusknop op SET UP
en zet de camera aan.
• De term “formatteren” houdt in dat een
“Memory Stick” wordt voorbereid voor het
opnemen van beelden. Dit proces wordt ook
wel “initialiseren” genoemd. De “Memory
Stick” die met deze camera is meegeleverd en
ook die in de handel verkrijgbaar zijn, zijn
reeds geformatteerd en kunnen dus meteen
worden gebruikt.
• Als u een “Memory Stick” formatteert,
denk er dan aan dat alle beelden die op
de “Memory Stick” zijn opgeslagen,
definitief worden gewist.
40-NL
2
, Kies
(SETUP 1) met v/V op
de regeltoets.
Kies [FORMAT] met B en druk
vervolgens op B.
Kies [OK] met v/V en druk
vervolgens op de z in het
midden.
Het formatteren annuleren
Kies [CANCEL] met V op de regeltoets en
druk vervolgens op de z in het midden.
3
, Kies [OK] met v/V op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
De melding “FORMATTING” verschijnt.
Als deze melding verdwijnt, is het
formatteren voltooid.
Stilstaande beelden naar uw computer kopiëren
Stilstaande beelden naar uw computer kopiëren
Volg onderstaande stappen om de beelden
die u hebt opgenomen, naar uw computer te
kopiëren.
De stappen die van toepassing
zijn op uw besturingssysteem
Besturingssysteem
Stappen
Windows 98/98SE/2000/ Stap 1 t/m 5
Me
(pagina 42 t/m 46
en 48)
Stap 2 t/m 5
(pagina 43, 44 en
46 t/m 48)
Mac OS 8.5.1/8.6/
9.0/9.1/9.2,
Mac OS X (v10.0/v10.1)
Pagina 51
• Bij sommige besturingssystemen kunt u stap 1
overslaan.
• Als u het USB-stuurprogramma hebt
geïnstalleerd, kunt u stap 1 overslaan.
Aanbevolen computersysteem
Aanbevolen Windows-omgeving
Besturingssysteem:
Microsoft Windows 98, Windows
98SE, Windows 2000 Professional,
Windows Millennium Edition,
Windows XP Home Edition of
Windows XP Professional
Aanbevolen Macintosh-omgeving
Besturingssysteem:
Mac OS 8.5.1, 8.6, 9.0, 9.1, 9.2 of
Mac OS X (v10.0/v10.1)
Voor een juiste werking dient u een
voorgeïnstalleerd besturingssysteem
te gebruiken. Bij de volgende modellen moet u uw besturingssystemen
updaten naar Mac OS 9.0 of 9.1.
– iMac met een voorgeïnstalleerde
versie van Mac OS 8.6 en een CDROM-station met sleuflade
– iBook of Power Mac G4 met een
voorgeïnstalleerde Mac OS 8.6
Display:
Resolutie van 800×600 dots of hoger,
32 000 kleuren of hoger
USB-aansluiting:
Standaard aanwezig
• Als u meerdere USB-apparaten tegelijkertijd op
uw computer aansluit, kan het zijn dat sommige
van deze USB-apparaten, inclusief uw camera,
niet meer werken.
• Als u een USB-hub gebruikt, wordt een
correcte werking niet gegarandeerd.
• Voor alle hierboven genoemde omgevingen
wordt een probleemloze werking niet
gegarandeerd.
USB-stand
Voor een USB-aansluiting zijn er twee
modi beschikbaar: [NORMAL] en [PTP].
Bij aflevering is de [NORMAL]-modus
actief. In deze paragraaf wordt de USBverbinding op basis van de [NORMAL]modus beschreven.
Communicatie met de
computer (alleen voor
Windows-gebruikers)
Als u de computer uit de wachtstand haalt,
kan het gebeuren dat de communicatie
tussen de camera en de computer niet wordt
hersteld.
Als uw computer niet beschikt
over een USB-aansluiting
Als uw computer niet beschikt over een
USB-aansluiting en ook niet over een
“Memory Stick”-sleuf, kunt u de beelden
met behulp van een apart verkrijgbaar
apparaat kopiëren. Raadpleeg de Sonywebsite voor meer informatie.
http://www.sony.net/
Stilstaande beelden naar uw computer
kopiëren
Windows XP
Voor een juiste werking dient u een
voorgeïnstalleerd besturingssysteem
te gebruiken en geen geüpdate versie.
Voor besturingssystemen die hierboven niet staan vermeld, kunnen we
een juiste werking niet garanderen.
Processor:
MMX Pentium 200 MHz of sneller
Display:
Resolutie van 800×600 dots of hoger,
hoge kleuren (16-bits kleur, 65 000
kleuren) of meer
USB-aansluiting:
Standaard aanwezig
41-NL
1 Het USB-stuurprogramma installeren
Klik hier
Beginvenster
1
, Zet de computer aan en plaats
de meegeleverde CD-ROM in
het CD-ROM-station.
Sluit de camera op dit moment nog
niet aan op de computer.
2
, Klik op [USB Driver] in het
beginvenster.
Het “InstallShield wizard”-venster
verschijnt.
Het beginvenster verschijnt. Als het
beginvenster niet verschijnt, dubbelklik dan
achtereenvolgens op
(My Computer) t
(ImageMixer).
42-NL
• Als voorbeeld wordt in deze paragraaf
beschreven hoe u een USB-verbinding tot stand
brengt bij Windows Me. Bij andere besturingssystemen kan de procedure enigszins afwijken.
• Sluit alle overige toepassingen af
voordat u het stuurprogramma
installeert.
• Als u Windows 2000 gebruikt, moet u zich
aanmelden als Beheerder.
• Stel het display in op 800×600 dots of hoger en
op hoge kleuren (16-bits kleur, 65 000 kleuren)
of meer. Als het display wordt ingesteld op
minder dan 800×600 dots en 256 kleuren,
wordt het installatievenster niet weergegeven.
3
Klik hier
, Klik op [Next]. Klik op [Next]
als het “Information”-venster
verschijnt.
De installatie van het USB-stuurprogramma
begint. Als de installatie is voltooid, wordt
u via het venster hiervan op de hoogte
gesteld. Verwijder de CD-ROM.
2 Uw camera voorbereiden
Naar een
stopcontact
3
1
POWER
ON/OFF(CHG)
1
“Memory Stick”
4
De computer wordt opnieuw opgestart.
Vervolgens kunt u de USB-verbinding tot
stand brengen.
• Met de “PIXELA ImageMixer for Sony”software kunt u beelden naar de computer
kopiëren. Klik op [PIXELA ImageMixer] in het
beginvenster om deze software te installeren en
volg de aanwijzingen op elk venster.
• Als u de “PIXELA ImageMixer for Sony”software gebruikt, dient u DirectX te
installeren. Klik op [DirectX] en volg de
aanwijzingen op de achtereenvolgende
vensters. Als de installatie is voltooid, wordt de
computer opnieuw opgestart.
, Plaats de “Memory Stick” met
de te kopiëren beelden in de
camera. Sluit de netspanningsadapter aan op de camera en
steek de adapter in een
stopcontact.
• Zie pagina 14 voor meer informatie over de
netspanningsadapter.
• Zie pagina 18 voor meer informatie over de
“Memory Stick”.
2
, Zet de computer en de camera
aan.
Stilstaande beelden naar uw computer
kopiëren
, Klik op [Yes, I want to restart
my computer now] en
vervolgens op [Finish].
1
Netspanningsadapter 2
43-NL
3 De camera op de computer aansluiten
USB MODE
NORMAL
aaaa
1
44-NL
2
, Sluit de meegeleverde USBkabel aan op uw camera. Sluit
daarna het andere uiteinde van
de USB-kabel aan op de
computer.
“USB MODE NORMAL” verschijnt op het
LCD-scherm van de camera. Als de USBverbinding voor het eerst tot stand wordt
gebracht, activeert de computer
automatisch het programma voor het
herkennen van de camera. Wacht enige tijd.
• Als u een bureaucomputer gebruikt, sluit dan de
USB-kabel aan op de USB-aansluiting aan de
achterzijde van de computer.
• Als u Windows XP gebruikt, verschijnt
automatisch de kopieerwizard op het
bureaublad. Ga verder op pagina 46.
• Als “USB MODE NORMAL” niet
verschijnt, controleer dan of [USB
CONNECT] in de SET UP-instellingen is
ingesteld op [NORMAL] (pagina 94).
4 Beelden kopiëren
1
Nu verschijnt de inhoud van de “Memory
Stick” die in de camera is geplaatst.
• In deze paragraaf gebruiken we als voorbeeld
het kopiëren van beelden naar de map “My
Documents”.
• Kijk op de volgende pagina als het “Removable
Disk”-pictogram niet verschijnt.
• Met de “PIXELA ImageMixer for Sony”software kunt u beelden naar de computer
kopiëren. Raadpleeg de helpbestanden van deze
software voor meer informatie.
pagina 46 t/m 48)
2
3
, Dubbelklik op [DCIM] en
vervolgens op [100MSDCF].
, Sleep de beeldbestanden naar
de map “My Documents”.
De map “100MSDCF” wordt geopend.
De beeldbestanden worden gekopieerd naar
de map “My Documents”.
• De map “100MSDCF” bevat de
beeldbestanden die u met uw camera hebt
opgenomen.
• De mapnamen variëren al naar gelang het type
beeldbestanden dat ze bevatten (pagina 49).
• Als u een beeldbestand probeert te kopiëren
naar een map waarin zich reeds een bestand
met dezelfde naam bevindt, wordt van u een
bevestiging gevraagd of het betreffende bestand
moet worden overschreven. Als u het bestaande
bestand inderdaad wilt overschrijven, klikt u op
[Yes]. Als u het bestand niet wilt overschrijven,
klikt u op [No]. Vervolgens wijzigt u de
bestandsnaam.
Stilstaande beelden naar uw computer
kopiëren
, Dubbelklik op [My Computer]
en vervolgens op [Removable
Disk].
(
45-NL
Als er geen “Removable
Disk”-pictogram wordt
getoond
1 Klik met de rechtermuisknop op
[My Computer] en klik vervolgens
op [Properties].
Het “System Properties”-venster
verschijnt.
2 Geef aan of er reeds andere
apparaten zijn geïnstalleerd.
1 Klik op [Device Manager].
2 Controleer of er een [ Sony
DSC] of een [ Sony
Handycam] met een markering in [ Other Devices]
aanwezig is.
3 Mocht een van de genoemde
apparaten aanwezig zijn, volgt u
onderstaande stappen om deze te
verwijderen.
1 Klik op [ Sony DSC] of [
Sony Handycam].
2 Klik op [Delete].
Het “Device deletion
confirmation”-venster
verschijnt.
3 Klik op [OK].
Het apparaat is verwijderd.
Probeer het USB-stuurprogramma
nogmaals te installeren vanaf de
meegeleverde CD-ROM (pagina 42).
46-NL
4 Beelden kopiëren
1
2
1
, Klik op het venster [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
en vervolgens op [OK].
Het “Scanner and Camera Wizard”-venster
verschijnt.
• Als u de stappen op pagina 44 volgt, verschijnt
de kopieerwizard op het bureaublad van de
computer.
2
Klik hier
, Klik op [Next].
De beelden die op de “Memory Stick” zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
1
1
1
2
3
Het “Picture Name and Destination”venster verschijnt.
, Voer de namen van de te
kopiëren beeldbestanden en
de doelmap in en klik
vervolgens op [Next].
Het kopiëren van de beelden begint. Als
deze taak is voltooid, verschijnt het “Other
Options”-venster.
• Als voorbeeld wordt hier de map “My
Documents” gebruikt om de beelden naar toe te
kopiëren.
5
2
, Klik op [Nothing. I’m finished
working with these pictures] en
vervolgens op [Next].
Het “Completing the Scanner and Camera
Wizard”-venster verschijnt.
Stilstaande beelden naar uw computer
kopiëren
, Klik op
om de markering te
verwijderen van beelden die u
niet naar de computer wilt
kopiëren. Klik vervolgens op
[Next].
2
4
47-NL
4 Beelden
(vervolg)
6
kopiëren
Klik hier
, Klik op [Finish].
Het wizardvenster wordt afgesloten.
• Als u wilt doorgaan met het kopiëren van
andere beeldbestanden, koppel de USB-kabel
dan eenmaal los en sluit deze daarna weer aan.
Volg daarna de procedure vanaf stap 1.
48-NL
5 Beelden weergeven op een computer
1
2
, Dubbelklik op [My Documents]
op het bureaublad.
, Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
De map “My Documents” wordt geopend.
Het beeldbestand wordt geopend.
• In deze paragraaf gaan we ervan uit dat u de
stappen voor het kopiëren van beelden naar de
map “My Documents” op pagina 45 en 46 hebt
gevolgd.
• Als u Windows XP gebruikt, klikt u
achtereenvolgens op [Start]t[My
Documents].
• Met de “PIXELA ImageMixer for Sony”software kunt u beelden op de computer
weergeven. Raadpleeg de helpbestanden van
deze software voor meer informatie.
De USB-kabel van de
computer loskoppelen of de
“Memory Stick” uit de
camera verwijderen tijdens
een USB-verbinding
Voor gebruikers van Windows
2000, Me of XP
1 Dubbelklik op
op de taakbalk.
De manier waarop beeldbestanden worden opgeslagen
Afhankelijk van de gebruikte opnamestand,
worden de beeldbestanden die met de
camera zijn opgenomen, in verschillende
mappen op de “Memory Stick” opgeslagen.
Voorbeeld: als u de mappen weergeeft
in Windows Me
2 Klik op
(Sony DSC) en
vervolgens op [Stop].
4 Klik op [OK].
Windows XP-gebruikers kunnen
deze stap overslaan.
5 Koppel nu de USB-kabel los of
verwijder de “Memory Stick”.
Voor gebruikers van Windows 98
of 98SE
Voer alleen stap 5 hierboven uit.
Map met bestanden van stilstaande beelden,
Clip Motion-beelden en Multi Burst-beelden
Map met bestanden van beelden opgenomen in
de E-MAIL-stand
Map met filmbestanden
Map met geluidsbestanden in de VOICE-stand
Stilstaande beelden naar uw computer
kopiëren
3 Controleer of het juiste apparaat in
het venster wordt weergegeven en
klik op [OK].
49-NL
De manier waarop beeldbestanden worden opgeslagen (vervolg)
Map
Bestandsnaam
De inhoud van het bestand
100MSDCF
DSC0ssss.JPG
• Normaal opgenomen stilstaande beelden
• Stilstaande beelden, opgenomen in de
– E-MAIL-stand (pagina 61)
– VOICE-stand (pagina 61)
– Multi Burst-stand (pagina 59)
CLP0ssss.GIF
• Clip Motion-bestanden, opgenomen in de NORMAL-stand (pagina 58)
CLP0ssss.THM
• Indexbeeldbestanden van Clip Motion-bestanden opgenomen in de NORMAL-stand
MBL0ssss.GIF
• Clip Motion-bestanden, opgenomen in de MOBILE-stand (pagina 58)
MBL0ssss.THM
• Indexbeeldbestanden van Clip Motion-bestanden opgenomen in de MOBILE-stand
IMCIF100
DSC0ssss.JPG
• Miniatuurbeeldbestanden opgenomen in de E-MAIL-stand (pagina 61)
MOML0001
MOV0ssss.MPG
• Normaal opgenomen filmbestanden (pagina 71)
MOMLV100
DSC0ssss.MPG
• Geluidsbestanden opgenomen in de VOICE-stand (pagina 61)
Opmerking over de tabel
• De betekenis van de bestandsnamen wordt hierboven beschreven.
ssss staat voor elk mogelijk getal binnen het bereik van 0001 t/m 9999.
• Bij de volgende bestanden is het numerieke deel van de bestandsnamen identiek.
– Een miniatuurbeeldbestand opgenomen in de E-MAIL-stand en het bijbehorende beeldbestand
– Een geluidsbestand opgenomen in de VOICE-stand en het bijbehorende beeldbestand
– Een beeldbestand opgenomen met Clip Motion en het bijbehorende indexbeeldbestand
50-NL
Voor Macintosh-gebruikers
Volg hieronder de stappen die horen bij het
besturingssysteem dat u gebruikt.
Besturingssysteem
Stappen
Mac OS 8.5.1/8.6/9.0
Stap 1 t/m 5
Mac OS 9.1/9.2/
Mac OS X (v10.0/v10.1)
Stap 2 t/m 5
• Stel het display in op 800×600 dots of hoger en
op 32 000 kleuren of hoger.
• Sony USB Driver
• Sony USB Shim
6 Als er om bevestiging wordt gevraagd,
klikt u op [OK].
7 Start de computer opnieuw op.
2 Uw camera voorbereiden
Zie pagina 43 voor meer informatie.
3 De camera op de computer
aansluiten
(Alleen voor gebruikers van Mac OS
8.5.1, 8.6 en 9.0)
Zie pagina 44 voor meer informatie.
1 Zet de computer aan en plaats de
meegeleverde CD-ROM in het CDROM-station.
Het “PIXELA ImageMixer”-venster
verschijnt.
De USB-kabel van de computer
loskoppelen of de “Memory Stick” uit
de camera verwijderen tijdens een
USB-verbinding
2 Dubbelklik op
(Setup Menu).
3 Klik op
(USB Driver).
Het “USB Driver”-venster verschijnt.
4 Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf waarop het
besturingssysteem staat, om het venster
te openen.
5 Sleep de volgende twee bestanden vanaf
het venster dat u in stap 3 hebt geopend,
naar het pictogram System Folder in het
venster dat u in stap 4 hebt geopend.
Sleep het stationspictogram van de
“Memory Stick” naar het “Trash”pictogram en koppel vervolgens de USBkabel los of verwijder de “Memory Stick”.
* Als u Mac OS X gebruikt, verwijder dan de
USB-kabel e.d. pas nadat u de computer hebt
uitgeschakeld.
4 Beelden kopiëren
1 Dubbelklik op het nieuwe pictogram op
het bureaublad.
Nu verschijnt de inhoud van de
5 Beelden weergeven op een
computer
1 Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand in de map met de
gekopieerde bestanden.
Het beeldbestand wordt geopend.
• Met de “PIXELA ImageMixer for Sony”software kunt u beelden naar de computer
kopiëren en op de computer weergeven. Om de
software te installeren, plaatst u de
meegeleverde CD-ROM in het CD-ROMstation. Vervolgens klikt u op het
installatiepictogram om de gewenste taal te
selecteren onder “PIXELA ImageMixer” op het
openingsvenster en volg de aanwijzingen op de
achtereenvolgende vensters. Raadpleeg de
helpbestanden van deze software voor meer
informatie.
Stilstaande beelden naar uw computer
kopiëren
1 Het USB-stuurprogramma
installeren
“Memory Stick” die in de camera is
geplaatst.
2 Dubbelklik op [DCIM].
3 Dubbelklik op [100MSDCF].
4 Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf.
De beeldbestanden worden naar de vaste
schijf gekopieerd.
51-NL
Voordat u met geavanceerde bedieningsmogelijkheden begint
De camera instellen
en bedienen
In deze paragraaf vindt u een beschrijving
van de meest gebruikt menu’s en het SET
UP-scherm.
Regeltoets
MENU
Modusknop
b Kies het instellingsitem dat u
wilt wijzigen met v/V/b/B op
de regeltoets.
∞
7.0m
3.0m
1.0m
0.5m
CENTER AF
MULTI AF
FOCUS
WB
ISO
SETUP 2
Het kader van de gekozen instelling
wordt nu geel en de instelling wordt
vastgelegd.
Druk op MENU.
a Druk op MENU.
Items in het SET UP-scherm
wijzigen
a Stel de modusknop in op SET
UP.
Het menu verschijnt.
Het SET UP-scherm verschijnt.
0EV
CAMERA
0EV
EV
WB
ISO
b Kies het instellingsitem dat u
wilt wijzigen met b/B op de
regeltoets.
52-NL
De letters en symbolen van het
gekozen item worden nu geel.
LCD BRIGHTNESS :
LCD BACKLIGHT :
BEEP :
VIDEO OUT :
USB CONNECT :
POWER SAVE :
c Kies de gewenste instelling
met v/V op de regeltoets.
Het menuscherm uitschakelen
Menu-instellingen wijzigen
Het kader van het item dat u hebt
gekozen wordt nu groen.
MOVING IMAGE :
DATE/TIME :
DIGITAL ZOOM :
RED EYE REDUCTION :
AF ILLUMINATOR :
SELECT
MPEG MOVIE
OFF
ON
OFF
AUTO
SHUTTER
O N
OFF
OK
c Druk op de z in het midden
van de regeltoets om de
instelling vast te leggen.
Het SET UP-schermdisplay
uitschakelen
Stel de modusknop in op een ander item dan
SET UP.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Een methode voor
scherpstellen kiezen
Modusknop:
/SCN/
Multipoint AF
Het kader van de AF-bereikzoeker wordt
verbreed.
c Kies 9 (FOCUS) met b/B en
kies vervolgens [MULTI AF] of
[CENTER AF] met v/V.
De scherpte wordt automatisch
ingesteld. De kleur van het kader voor
de AF-bereikzoeker verandert van wit
naar groen.
Multipoint AF
60min
Center AF
2272
FINE
4
Het kader van de AF-bereikzoeker beperkt
zich tot het midden van het kader.
a Stel de modusknop in op
SCN of .
,
Center AF
60min
2272
FINE
4
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
• Als u films opneemt (MPEG-films) en u kiest
Multipoint AF, wordt er gewerkt met de
gemiddelde afstand tot het midden van het
scherm, zodat de AF-functie zelfs bij enige
mate van trilling werkt. De Center AF stelt
alleen automatisch scherp op het midden van
het beeld. Deze functie kunt u dus gebruiken als
u wilt scherpstellen op het onderwerp waar u op
richt.
• Als u de digitale zoomfunctie of de AFbelichter gebruikt, geeft de AF-functie prioriteit
aan bewegende onderwerpen in de buurt van
het midden van het kader. In dit geval wordt de
AF-bereikzoeker niet weergegeven.
53-NL
Center AF-opnamen met AFvergrendeling
Ook als het moeilijk is om Center AFopnamen scherp te krijgen omdat het
onderwerp zich niet in het midden van het
kader bevindt, kunt u scherpstellen met
behulp van de AF-bereikzoeker. Als u
bijvoorbeeld twee mensen opneemt
waartussen zich een gat bevindt, zou de
camera kunnen gaan scherpstellen op de
achtergrond die in het gat zichtbaar is.
Gebruik in dat geval de AF-vergrendeling
om ervoor te zorgen dat er goed op de
onderwerpen wordt scherpgesteld.
Sluiterknop
a Richt op het onderwerp zodat
deze zich in het midden van de
AF-bereikzoeker bevindt.
Vervolgens houdt u de
sluiterknop tot halverwege
ingedrukt.
Nu gaat de camera eerst scherpstellen
op het onderwerp waar u op richt. Als
de AE/AF-vergrendelingsindicator
stopt met knipperen en continu gaat
branden en er een pieptoon klinkt, is
het scherpstellen gereed.
60min
2272
60min
2272
FINE
4
4
F2.8
125
AE/AF-vergrendelingsindicator
54-NL
Als de sluiter klikt, wordt een beeld
opgenomen dat goed is scherpgesteld
op de twee personen.
F2.8
125
FINE
AF-bereikzoeker
• Als u de AF-vergrendeling gebruikt, kunt u een
scherp beeld opnemen van een onderwerp, ook
al bevindt deze buiten het kader.
b Herpositioneer de camera
zodat u de gewenste
compositie in beeld krijgt.
Druk vervolgens de
sluiterknop volledig naar
beneden.
• Zolang u de sluiterknop nog niet volledig hebt
ingedrukt, kunt u zonodig de procedure voor de
AF-vergrendeling herhalen.
c Kies 9 (FOCUS) met b/B, en
kies vervolgens met v/V de
afstand tot het onderwerp.
De afstand tot een
onderwerp instellen
U kunt kiezen uit de volgende
afstanden.
0.5m, 1.0m, 3.0m, 7.0m, ∞ (oneindig)
– Brandpuntsafstanden
Modusknop:
/SCN/
Als u een beeld opneemt met een vooraf
ingestelde afstand tot het onderwerp, of
wanneer u een onderwerp opneemt door een
net of een raam, is het moeilijk om via
automatische scherpstelling een scherp
beeld te krijgen. In dat geval kunt u gebruik
maken van de vooraf ingestelde
brandpuntsafstanden.
Regeltoets
1.0m
7.0m
3.0m
1.0m
0.5m
CENTER AF
MULTI AF
FOCUS
WB
ISO
Terugkeren naar de automatische
belichtingsinstelling
Druk nogmaals op MENU, kies 9
(FOCUS) en kies vervolgens [MULTI AF]
of [CENTER AF].
Modusknop
• De vooringestelde brandpuntsafstanden zijn
niet exact.
• Als u de lens naar boven of beneden richt,
neemt de fout toe.
• Als de brandpuntsafstand knippert terwijl
[0.5m] is gekozen, druk dan op de Wzoomtoets totdat de brandpuntsafstand ophoudt
met knipperen.
a Stel de modusknop in op
SCN of .
,
– EV-regeling
Modusknop:
/SCN/
Dit wordt gebruikt als u de belichting zelf
wilt instellen en geen gebruik wilt maken
van de automatische belichting. U kunt
waarden instellen van +2.0EV tot –2.0EV
in stappen van 1/3EV.
a Stel de modusknop in op
SCN of .
,
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(EV) met b/B.
De huidige belichtingswaarde wordt
weergegeven.
0EV
0EV
EV
WB
ISO
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
MENU
∞
De belichting
instellen
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
55-NL
d Kies de gewenste
belichtingswaarde.
Kies de belichtingswaarde met v/V.
Stel een waarde in terwijl u de
helderheid van de achtergrond van het
onderwerp controleert op het LCDscherm.
Terugkeren naar de
automatische
belichtingsinstelling
Opnametechnieken
Normaal gesproken kiest de camera
automatisch de juiste belichtingsinstelling. Als
het beeld dat u wilt opnemen kenmerken
vertoont van onderstaand beeld, dient u
handmatig in te stellen. Als u iemand opneemt
die zich voor een lichtbron bevindt of in een
sneeuwomgeving, stel dan de belichting bij in
de richting van de +. Als u een beeldvullend
donker onderwerp opneemt, krijgt u het beste
resultaat als u de belichting bijstelt in de
richting van de –.
Breng de belichtingswaarde terug naar
0EV.
• Als het onderwerp extreem licht of donker is of
als de flitser wordt gebruikt, leidt het aanpassen
van de belichtingswaarde niet altijd tot
resultaten.
Puntbelichting
Modusknop:
/SCN/
Als er sprake is van tegenlicht of als de
achtergrond sterk contrasteert met het
onderwerp, kunt u de scherpstelling
instellen die het best bij uw onderwerp past.
U kunt op een bepaald punt richten en de
hoeveelheid licht opmeten op basis
waarvan moet worden scherpgesteld.
Regeltoets
MENU
Modusknop
Sluiterknop
Onvoldoende belicht
t Bijstellen in de richting van de +
Goed belicht
a Stel de modusknop in op
SCN of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Overbelicht
t Bijstellen in de richting van de –
56-NL
,
c Kies
(SPOT METER) met
b/B en kies vervolgens [ON]
met v/V.
Het richtpunt voor de puntbelichting
wordt weergegeven.
De kleurtonen
instellen
– Witbalans
Modusknop:
ON
OFF
WB SPOT METER ISO
Richtpunt
puntbelichting
d Richt het richtpunt van de
puntbelichting op het punt
waarop u wilt opnemen.
Daarna neemt u op.
Kies [OFF] in stap 3. Het richtpunt voor
de puntbelichting verdwijnt, waarna de
camera terugkeert naar de normale
lichtbemeting.
AUTO (geen indicatie)
De witbalans wordt automatisch ingesteld.
(Daglicht)
Deze instelling wordt gebruikt bij
buitenopnamen, nachtelijke opnamen, bij
neonlampen, en voor vuurwerk,
zonsopgangen en zonsondergangen.
(Bewolkt)
Wordt gebruikt als u opnamen maakt onder
een bewolkte hemel.
(Gloeilampen)
• Wordt gebruikt als u opnamen maakt met
sterk veranderlijke lichtomstandigheden,
bijvoorbeeld tijdens een feest
• Wordt gebruikt in een studio, onder
videolampen
• Wordt gebruikt als u opneemt bij
natrium- of kwiklampen
a Stel de modusknop in op
SCN of .
,
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [WB] (WHITE BAL) met
b/B en kies vervolgens de
gewenste instelling met v/V.
Terugkeren naar de
automatische instellingen
Kies [AUTO] in stap 3.
• Zelfs als u
kiest, kunnen bij knipperende
tl-lampen de kleuren van het beeld afwijken
van de werkelijke kleuren.
• Als de flitser wordt geactiveerd, worden de
handmatige instellingen geannuleerd en wordt
het beeld opgenomen in de AUTO-stand.
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
De puntbelichting annuleren
/SCN/
Als u beelden opneemt met automatische
opname-instellingen, wordt de witbalans
automatisch aangepast aan de toestand van
het onderwerp en ook de algehele
kleurbalans wordt op basis hiervan
ingeregeld. Als u de opnameomstandigheden waarin het beeld is stilgezet wilt
vastleggen of wanneer u opnamen verricht
onder bijzondere lichtomstandigheden,
kunt u ervoor kiezen de instellingen
handmatig in te voeren.
(Tl-verlichting)
Wordt gebruikt als u opnamen maakt bij tllampen.
57-NL
Opnametechnieken
De kleuren die worden vastgelegd variëren
al naar gelang de lichtomstandigheden.
Onder een heldere zomerzon wordt alles
blauwachtig, en onder lichtbronnen zoals
gloeilampen worden witte objecten
roodachtig. Het menselijk oog is uitstekend
in staat om zich hieraan aan te passen. Zelfs
onder wisselende lichtomstandigheden kan
het oog zich aanpassen, zodat vrijwel
onmiddellijk de juiste kleur wordt
waargenomen. Digitale camera’s hebben
echter meer moeite om zich aan de
lichtomstandigheden aan te passen. Normaal
gesproken stelt de camera zich automatisch
in. Als u echter de indruk hebt dat de kleur
van het gehele beeld tijdens de weergave op
het LCD-scherm enigszins onnatuurlijk
overkomt, raden we u aan de witbalans aan
te passen.
Meerdere beelden
opnemen
– Clip Motion
Modusknop:
U kunt een aantal stilstaande beelden
achterelkaar opnemen (GIF-animatie).
Omdat de bestandsomvang gering is, zijn
deze opnamen ideaal om te gebruiken op
een website of om als bijlage toe te voegen
aan een e-mailbericht.
• Bij Clip Motion-beelden is het aantal
kleurniveaus beperkt tot maximaal 256. Dit is
kenmerkend voor opnamen in GIF-formaat.
Daarom is er bij sommige beelden sprake van
een mindere beeldkwaliteit.
NORMAL (160×120)
Het maximale aantal beelden in één Clip
Motion-opname bedraagt 10. Dit is de beste
keuze als u de opname wilt gebruiken op
een website.
MOBILE (120×108)
In deze stand kunt u maximaal twee
beeldjes per Clip Motion-opname
opnemen.
58-NL
Voordat u aan de slag kunt gaan
Stel [MOVING IMAGE] in de SET UPinstellingen in op [CLIP MOTION] (pagina
52, 93).
• Bij de MOBILE-stand is het bestandsgrootte
zeer beperkt, waardoor de beeldkwaliteit
aanzienlijk minder is.
• Zie pagina 88 voor het aantal Clip Motionbestanden dat u kunt opnemen.
Regeltoets
MENU
Modusknop
Sluiterknop
a Stel de modusknop in op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(IMAGE SIZE) met b/B
en kies vervolgens de
gewenste stand met v/V.
d Neem het eerste beeldje op.
MAKING “CLIP MOTION”
e Neem het volgende beeldje op.
Druk eenmaal op de sluiterknop om
het volgende beeldje op te nemen.
Herhaal dit totdat u het gewenste
aantal beeldjes hebt opgenomen.
• Als u stap 6 niet uitvoert, worden de beeldjes
niet op de “Memory Stick” opgeslagen. Tot dat
punt worden de beeldjes tijdelijk in de camera
opgeslagen.
• In de Clip Motion-stand worden de datum en de
tijd niet opgenomen.
• Als u Clip Motion-beelden weergeeft via het
indexscherm, kunnen de weergegeven beelden
afwijken van de daadwerkelijke opname.
• GIF-beelden die op andere camera’s zijn
opgenomen, worden niet altijd goed op deze
camera weergegeven.
Opnemen in de Multi
Burst-stand
– Multi Burst
Modusknop:
Druk eenmaal op de sluiterknop om 16
beeldjes achter elkaar op te nemen. Deze
stand komt van pas als u bijvoorbeeld een
sportbeweging wilt analyseren. Via het
menu kunt u het interval tussen de beeldjes
instellen.
f Druk op de z in het midden.
Alle beeldjes worden op de “Memory
Stick” opgeslagen.
1 Druk in stap 4 of 5 op b (7).
De opgenomen beeldjes worden in
volgorde afgespeeld totdat het laatste
beeldje is bereikt.
2 Druk op MENU en kies [DELETE
LAST] of [DELETE ALL] en druk op de
z in het midden.
3 Kies [OK] en druk op de z in het
midden. Als u [DELETE LAST] kiest in
stap 2, herhaal dan stap 1 t/m 3 om de
beelden achtereenvolgens vanaf het
laatst opgenomen beeldje te wissen.
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
Beeldjes tijdens het opnemen
wissen
59-NL
Voordat u aan de slag kunt gaan
Stel [MOVING IMAGE] in de SET UPinstellingen in op [MULTI BURST]
(pagina 52, 93).
(Zie pagina 92 voor meer informatie
over NTSC/PAL.)
1/30
Regeltoets
1/7.5
1/15
1/30
MENU
Modusknop
WB
INTERVAL
Sluiterknop
d Druk op de sluiterknop.
Er worden 16 beeldjes als één beeld
opgenomen (beeldformaat:
1280×960).
Opgenomen beelden wissen
a Stel de modusknop in op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(INTERVAL) met b/B
en kies vervolgens met v/V
het gewenste interval tussen
de beeldjes.
U kunt kiezen uit de volgende
intervallen.
NTSC: 1/7,5 sec., 1/15 sec. en 1/30
sec.
PAL: 1/6,3 sec., 1/12,5 sec. en 1/25
sec.
60-NL
In deze stand is het niet mogelijk om
afzonderlijke beeldjes te wissen. Als u
afbeeldingen wist, worden alle 16 beeldjes
tegelijkertijd gewist.
1 Stel de modusknop in op
.
2 Druk op MENU en kies [DELETE] en
druk op de z in het midden.
3 Kies [OK] en druk op de z in het
midden.
Alle beeldjes worden gewist.
• Als u de beelden afspeelt die in de Multi Burststand zijn opgenomen, worden de 16 beeldjes
met een vast interval achtereenvolgens
afgespeeld.
• Als de beeldjes op een computer worden
afgespeeld, worden de 16 beeldjes die u hebt
opgenomen tegelijkertijd weergegeven als
delen van één beeld.
• Als u de Multi Burst-opname afspeelt op een
camera zonder Multi Burst-functie, worden de
16 beeldjes tegelijkertijd weergegeven als delen
van één beeld, net als op een computer.
• Zie pagina 88 voor het aantal beelden dat kan
worden opgenomen.
• U kunt in deze modus geen flitser gebruiken.
• U kunt de datum en tijd niet aan het beeld
toevoegen.
Stilstaande beelden
opnemen voor e-mail
– E-MAIL
Modusknop:
–VOICE
/SCN
Het is mogelijk om beelden op te nemen en
op te slaan in een bestand dat klein genoeg
is om te gebruiken als bijlage bij een emailbericht. Het beeld dat is opgenomen in
de normale opnamestand en dat u via het
item
(IMAGE SIZE) (pagina 19) hebt
gekozen, wordt ook opgenomen.
a Stel de modusknop in op
SCN.
of
b Druk op MENU.
d Neem het beeld op.
Terugkeren naar normale opnamen
Kies [NORMAL] in stap 3.
Modusknop:
Terugkeren naar normale opnamen
Kies [NORMAL] in stap 3.
• Om beelden weer te geven die zijn opgenomen
in de VOICE-stand, voert u de procedure uit die
is beschreven in “Films weergeven op het
LCD-scherm” (pagina 72).
/SCN
Het is mogelijk om stilstaande beelden met
geluidsbestanden op te nemen.
a Stel de modusknop in op
SCN.
of
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [MODE] (REC MODE) met
b/B en kies vervolgens
[VOICE] met v/V.
d Neem het beeld op.
Als u de sluiterknop indrukt en
weer loslaat, wordt gedurende vijf
seconden geluid opgenomen.
Als u de sluiterknop ingedrukt
houdt, wordt er geluid opgenomen
totdat u de sluiterknop weer loslaat,
met een maximum van 40 seconden.
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
Het menu verschijnt.
c Kies [MODE] (REC MODE)
met b/B en kies vervolgens
[E-MAIL] met v/V.
• Raadpleeg de Help-bestanden van uw emailsoftware voor informatie over de wijze
waarop u uw beelden als bijlage kunt
meesturen met een e-mailbericht.
Stilstaande beelden
met geluidsbestanden
opnemen
61-NL
Speciale effecten
toevoegen
Regeltoets
MENU
Modusknop
– Beeldeffecten
Modusknop:
/SCN/
U kunt speciale effecten toevoegen om het
contrast in uw beelden te vergroten.
SOLARIZE
B&W
a Stel de modusknop in op
SCN of .
Als in een tekening
In zwart-wit
met duidelijk
afgebakende licht- en
donkergebieden
SEPIA
NEG.ART
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [PFX] (P.EFFECT) met
b/B en kies vervolgens de
gewenste stand met v/V.
Beeldeffecten annuleren
Kies [OFF] in stap 3.
Met kleuren als op
een oude foto
62-NL
Als een negatief
,
Geavanceerd weergeven van stilstaande beelden
Een deel van een
stilstaand beeld
vergroten
Modusknop:
U kunt een beeld vergroten tot maximaal
vijfmaal de originele grootte. Ook is het
mogelijk om het vergrote beeld als een
nieuw bestand op te slaan.
Regeltoets
Een beeld vergroten
– Vergroot weergeven
a Stel de modusknop in op
.
e Druk enkele malen op de
T-zoomtoets om het deel van
het beeld dat u stap 4 hebt
geselecteerd, te vergroten.
b Geef het beeld weer dat u wilt
vergroten.
c Druk op de T-zoomtoets om
het beeld te vergroten.
d Druk enkele malen op v/V/b/B
om een deel van het beeld te
selecteren.
Modusknop
Vergrote weergave annuleren.
Druk op v
Zoomtoets
Druk op de z in het midden.
Druk
op b
Druk
op B
v: Een deel van de bovenkant van
het beeld weergeven
V: Een deel van de onderkant van
het beeld weergeven
b: Een deel van de linkerkant van
het beeld weergeven
B: Een deel van de rechterkant van
het beeld weergeven
Geavanceerd weergeven van
stilstaande beelden
Druk op V
• U kunt de functie voor vergroot weergeven niet
toepassen films (MPEG-films) of op beelden
die zijn opgenomen in de Clip Motion- of Multi
Burst-stand.
• Als u op de W-zoomtoets drukt terwijl u
beelden weergeeft die niet zijn vergroot, wordt
het indexscherm weergegeven (pagina 33).
• De beelden die via Quick Review (pagina 23)
worden weergegeven, kunnen worden vergroot
via de procedure die in stap 3 t/m 5 wordt
beschreven.
63-NL
Een vergroot beeld opnemen
– Bijsnijden
a Geef een beeld vergroot weer
met behulp van de functie voor
vergroot weergeven.
Vervolgens drukt u op MENU.
b Kies [TRIMMING] met B en
druk vervolgens op de z in het
midden.
c Kies de beeldgrootte met v/V
en druk op de z in het midden.
INTERVAL-instellingen
3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min
Modusknop:
Het is mogelijk om opgenomen beelden
achter elkaar af te spelen. Dit is handig als u
bijvoorbeeld al uw beelden wilt bekijken of
aan iemand wilt laten zien.
Regeltoets
MENU
REPEAT
ON: De beelden worden
herhaaldelijk afgespeeld.
OFF: De beelden worden eenmaal
afgespeeld, waarna de
beeldenreeks stopt.
d Kies [START] met v/V/b/B en
druk op de z in het midden.
Modusknop
De beeldenreeks gaat van start.
De beeldenreeksinstelling
annuleren
Kies [CANCEL] in stap 3.
a Stel de modusknop in op
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
64-NL
Kies een van de hieronder genoemde
intervallen.
– Beeldenreeks
Het beeld wordt opgenomen en het
schermbeeld keert terug naar het
formaat van voor de vergroting.
• Het bijgesneden beeld wordt opgenomen als
het nieuwste bestand. Het originele beeld blijft
echter ook bewaard.
• Bijgesneden beelden vertonen soms enige
achteruitgang in beeldkwaliteit
• Het is niet mogelijk om beelden met het 3:2beeldformaat bij te snijden.
c Kies [SLIDE] met b/B en druk
op de z in het midden.
Opeenvolgende
beelden afspelen
.
Het afspelen van de
beeldenreeks beëindigen
Druk op de z in het midden en kies [EXIT]
met B en druk vervolgens op de z in het
midden.
Het volgende of vorige beeld
overslaan
Druk op de B (volgende) of op de b
(vorige).
• Gebruik de intervalinstellingen slechts als
richtlijn. De feitelijke intervallen wijken
namelijk af ten gevolge van bijvoorbeeld
afwijkende beeldgroottes.
Stilstaande beelden
roteren
a Zet de modusknop op
en
geef het beeld weer dat u wilt
roteren.
Modusknop:
b Druk op MENU.
Beelden die u opneemt terwijl u de camera
verticaal vasthoudt, kunnen worden
geroteerd en horizontaal weergegeven.
Het menu verschijnt.
c Kies [ROTATE] met b/B en
druk op de z in het midden.
d Kies
met v/V en roteer
het beeld met b/B.
e Kies [OK] met v/V en druk op
de z in het midden.
Het roteren annuleren
Kies [CANCEL] in stap 4.
Geavanceerd weergeven van
stilstaande beelden
• Beveiligde beelden, films (MPEG-films) en
beelden die zijn opgenomen in de Clip Motionof Multi Burst-stand, kunnen niet worden
geroteerd.
• Beelden die op andere camera’s zijn
opgenomen, kunnen niet altijd goed op deze
camera worden geroteerd.
• Als u beelden op een computer weergeeft, kan
het zijn dat de door u gebruikte
weergavesoftware de rotatiegegevens niet goed
interpreteert.
65-NL
Stilstaande beelden bewerken
Beelden beveiligen
– Beveiligen
Via het enkelvoudig scherm
a Stel de modusknop in op
.
b Geef met b/B het beeld weer
dat u wilt beveiligen.
Modusknop:
Om te voorkomen dat u een belangrijk
beeld per ongeluk wist, kunt u het
beveiligen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies [PROTECT] met b/B en
druk op de z in het midden.
Regeltoets
MENU
Modusknop
Het beeld dat momenteel wordt
weergegeven, is nu beveiligd. Op het
scherm wordt dit met een -markering (Beveiligen) aangegeven.
60min
DELETE PROTECT
2272
PRINT
5/5
SLIDE
OK
De beveiliging annuleren
Via het indexscherm (negen
beelden)
a Stel de modusknop in op
en
druk eenmaal op de Wzoomtoets. Het indexscherm
(negen beelden) verschijnt.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [PROTECT] met b/B en
druk op de z in het midden.
d Kies [SELECT] met b/B en
druk op de z in het midden.
e Selecteer het beeld dat u wilt
beveiligen met v/V/b/B en
druk vervolgens op de z in het
midden.
Er wordt een --markering
(Beveiligen) op het geselecteerde
beeld weergegeven.
Druk in stap 4 nogmaals op de z in het
midden. De - -markering verdwijnt.
• SET
66-NL
MENU TO NEXT
f Herhaal stap 5 als u meer
beelden wilt beveiligen.
Via het indexscherm (drie
beelden)
g Druk op MENU.
a Stel de modusknop in op
en druk tweemaal op de
W-zoomtoets om over te
schakelen op het indexscherm
(drie beelden).
Het menu verschijnt.
h Kies [OK] met B en druk
vervolgens op de z in het
midden.
De beveiliging annuleren
b Verplaats het beeld dat u wilt
afdrukken naar het midden van
het scherm met b/B.
Kies [CANCEL] in stap 4 of kies [EXIT]
in stap 8.
c Druk op MENU.
De beveiliging opheffen
d Kies [PROTECT] met v/V en
druk vervolgens op de z in het
midden.
In stap 5, selecteert u een beeld met v/V/
b/B waarvan u de beveiliging wilt
opheffen en druk op de z in het midden.
Herhaal deze procedure voor alle beelden
waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
Druk vervolgens op MENU, kies [OK] en
druk op de z in het midden.
Het menu verschijnt.
Het middelste beeld is nu beveiligd en
er wordt een --markering
(Beveiligen) op dat beeld weergegeven.
Alle beelden beveiligen
Kies [ALL] in stap 4 en druk op de z in
het midden. Kies vervolgens [ON] en druk
op de z in het midden.
Alle beveiligingsmarkeringen
verwijderen
Kies [ALL] in stap 4 en druk op de z in
het midden. Kies vervolgens [OFF] en druk
op de z in het midden.
Selecteer in stap 4 het beeld waarvan u de
beveiliging wilt opheffen en druk op de z
in het midden. Als u de beveiliging van al
uw beelden wilt opheffen, moet u deze
procedure voor alle beelden herhalen.
Stilstaande beelden bewerken
De geselecteerde beelden worden
beveiligd.
De beveiliging opheffen
PRINT
PROTECT
DELETE
100-0005
• OK
2002 7 4 10:30PM
e Als u andere beelden wilt
beveiligen, verplaats dan het
te beveiligen beeld naar het
midden van het scherm met
b/B en herhaal stap 4.
67-NL
c Druk op MENU.
Het beeldformaat
wijzigen
Het menu verschijnt.
d Kies [RESIZE] met b/B en druk
op de z in het midden.
– Het beeldformaat wijzigen
Modusknop:
U kunt het formaat van uw beelden wijzigen
en deze als nieuwe bestanden opslaan.
U kunt uw beelden wijzigen in de volgende
formaten.
2272×1704 (alleen DSC-P9), 2048×1536
(alleen DSC-P7), 1600×1200, 1280×960,
640×480
Als u het beeldformaat wijzigt, blijft het
oorspronkelijke beeld behouden.
MENU
Modusknop
68-NL
Het beeld in het nieuwe formaat wordt
opgeslagen als het nieuwste bestand.
Het wijzigen van het
beeldformaat annuleren
Kies [CANCEL] in stap 5.
• Het beeldformaat van films (MPEG-films) en
van beelden die zijn opgenomen in de Clip
Motion- of Multi Burst-stand, kan niet worden
gewijzigd.
• Als beelden worden vergroot, gaat dit ten koste
van de beeldkwaliteit.
• Het formaat van 3:2-beelden kan niet worden
gewijzigd.
• Als u het formaat van een 3:2-beeld probeert te
wijzigen, verschijnt er een zwarte strook aan de
boven- en onderzijde van het beeld.
Regeltoets
a Stel de modusknop in op
e Kies de nieuwe beeldgrootte
met v/V en druk op de z in het
midden.
.
b Selecteer het beeld waarvan u
het formaat wilt wijzigen met
b/B.
Beelden kiezen om af
te drukken
– Afdrukmarkering
Modusknop:
• Films (MPEG-films) en beelden die zijn
opgenomen in de Clip Motion-stand, kunnen
niet worden voorzien van afdrukmarkeringen.
• In de E-MAIL-stand wordt de afdrukmarkering
geplaatst op het normale beeld dat tegelijkertijd
met het e-mailbeeld is opgenomen.
• Als u een afdrukmarkering plaatst op een
beeldje dat in de Multi Burst-stand is
opgenomen, worden alle beelden afgedrukt die
zich op het overzichtsbeeld met 16 beeldjes
bevinden.
a Stel de modusknop in op
.
a Stel de modusknop in op
en
druk eenmaal op de Wzoomtoets om over te
schakelen op het indexscherm
(negen beelden).
b Geef met b/B het beeld weer
dat u wilt afdrukken.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies [PRINT] met b/B en druk
op de z in het midden.
Het beeld is nu voorzien van een
markering (Afdrukken).
60min
2272
5 /5
Via het indexscherm (negen
beelden)
-
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [PRINT] met b/B en druk
op de z in het midden.
d Kies [SELECT] met b/B en
druk op de z in het midden.
• Het is niet mogelijk om [ALL] te kiezen.
DELETE PROTECT
PRINT
SLIDE
OK
De afdrukmarkering wissen
Druk in stap 4 nogmaals op de z in het
midden. De
-markering verdwijnt.
e Selecteer het beeld dat u wilt
afdrukken met v/V/b/B en
druk vervolgens op de z in het
midden.
Stilstaande beelden bewerken
U kunt bepaalde beelden markeren zodat
deze kunnen worden afgedrukt.
Deze functie komt van pas als u beelden
wilt laten afdrukken in een winkel die
DPOF-specificaties kan verwerken (Digital
Print Order Format).
Via het enkelvoudig scherm
Het geselecteerde beeld is nu voorzien
van een
-markering (Afdrukken).
• SET
MENU TO NEXT
69-NL
f Als u meer beelden wilt
afdrukken, herhaal dan stap 5
voor elk beeld dat u wilt
afdrukken.
g Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
h Kies [OK] met B en druk
vervolgens op de z in het
midden.
De
-markering is nu geplaatst.
Een afdrukmarkering wissen
In stap 5, selecteert u een beeld met
v/V/b/B. Vervolgens drukt u op de z in
het midden.
Alle afdrukmarkeringen van al
uw beelden wissen
Via het indexscherm (drie
beelden)
a Stel de modusknop in op
en druk tweemaal op de
W-zoomtoets om over te
schakelen op het indexscherm
(drie beelden).
b Verplaats het beeld dat u wilt
afdrukken naar het midden van
het scherm met b/B.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies [PRINT] met v/V en druk
vervolgens op de z in het
midden.
Het middelste beeld is nu voorzien van
een
-markering (Afdrukken).
Kies [ALL] in stap 4 en druk op de z in
het midden. Kies vervolgens [OFF] en druk
op de z in het midden.
PRINT
PROTECT
DELETE
Het toevoegen van
afdrukmarkeringen annuleren
Kies [CANCEL] in stap 4, of kies [EXIT]
in stap 8.
70-NL
100-0005
• OK
2002 7 4 10:30PM
e Als u andere beelden wilt
afdrukken, verplaats dan het af
te drukken beeld naar het
midden van het scherm met
b/B en herhaal stap 4.
Een afdrukmarkering wissen
Druk in stap 4 nogmaals op de z in het
midden.
De
-markering verdwijnt.
Films bekijken
c Kies
(IMAGE SIZE) met b/B
en kies vervolgens de
gewenste stand met v/V.
Films opnemen
Modusknop:
Met deze camera kunt u ook films opnemen
(MPEG-films).
Voordat u aan de slag kunt gaan
Stel [MOVING IMAGE] in de SET UPinstellingen in op [MPEG MOVIE] (pagina
52 en 93).
Regeltoets
MENU
Modusknop
U kunt kiezen uit 320 (HQX),
320×240 en 160×112.
Zie pagina 88 voor de maximale
opnametijd voor elk beeldformaat.
d Druk de sluiterknop geheel
naar beneden.
“RECORDING” verschijnt op het
scherm en de camera begint met
opnemen.
60min
• Als de “Memory Stick” vol is, stopt de
opname.
• Zie pagina 88 voor meer informatie over
de maximaal beschikbare opnametijd voor
filmopnamen.
Het menu verschijnt.
Zet de modusknop op
en volg de
procedure op pagina 24.
Opnemen met de zelfontspanner
e Druk de sluiterknop nogmaals
geheel naar beneden als u de
opname wilt beëindigen.
• Het is niet mogelijk de flitser te gebruiken.
• Het is niet mogelijk om de datum en de tijd op
de opname schrijven.
• Tijdens het opnemen van films is de
zoomfunctie niet beschikbaar.
Films bekijken
b Druk op MENU.
.
Close-ups opnemen (macro)
Zet de modusknop op
en volg de
procedure op pagina 25.
Sluiterknop
a Stel de modusknop in op
Deze indicatoren worden niet opgenomen.
Telkens als u op DSPL/LCD ON/OFF
drukt, verandert de status van het LCDscherm als volgt: Indicatoren OFF t LCD
OFF t Indicatoren ON. Zie pagina 100
voor een uitgebreide beschrijving van de
aangegeven items.
160
REC 0:01[ 5:28]
DSPL/LCD ON/OFF
Indicatoren op het scherm
tijdens het opnemen van films
71-NL
c Druk op de z in het midden.
Films weergeven op
het LCD-scherm
Modusknop:
U kunt de films weergeven op het LCDscherm van de camera en de geluiden
beluisteren via de luidspreker van de
camera.
De film en het geluid worden
afgespeeld.
Als er een film wordt afgespeeld,
verschijnt B (afspelen) op het LCDscherm.
60min
160
6/ 8
0:02
Afspeelbalk
Regeltoets
MOV00001 2002 7 4 10:30PM
STOP
Modusknop
REV/CUE
VOLUME
Het afspelen beëindigen
Druk op de z in het midden.
Het volume regelen
Druk op v/V.
Snel voor- of achteruitspoelen
a Stel de modusknop in op
.
b Selecteer de gewenste film
met b/B.
Films worden één formaat kleiner
weergegeven dan stilstaande beelden.
60min
160
6/8
0:00
MOV00001 2002 7 4 10:30PM
PLAY
72-NL
FILE BACK/NEXT
VOLUME
Druk tijdens het afspelen van een film op b/
B.
Om terug te keren naar normaal afspelen,
drukt u op de z in het midden.
Films van hoge kwaliteit
Films met het beeldformaat “320 (HQX)”
nemen het gehele scherm in beslag.
Indicatoren op het scherm
tijdens het weergeven van films
Telkens als u op DSPL/LCD ON/OFF
drukt, verandert de status van het LCDscherm als volgt: Indicatoren OFF t LCD
OFF t Indicatoren ON. Zie pagina 101
voor een uitgebreide beschrijving van de
aangegeven items.
• De procedure voor het weergeven van films op
een tv-scherm is identiek aan de procedure voor
het weergeven van stilstaande beelden op een
tv-scherm (pagina 34).
Via het enkelvoudig scherm
Films wissen
a Stel de modusknop in op
Modusknop:
Overbodige films kunt u wissen.
.
b Selecteer met b/B de film die u
wilt wissen.
c Druk op MENU.
Regeltoets
MENU
Modusknop
Het menu verschijnt.
d Kies [DELETE] met b/B en
druk op de z in het midden.
Dit betekent echter niet dat de film al
is gewist.
e Kies [OK] met v en druk
vervolgens op de z in het
midden.
“MEMORY STICK ACCESS”
verschijnt op het scherm.
Als deze melding verdwijnt, is de film
gewist.
Het wissen annuleren
Kies [CANCEL] in stap 5.
Via het indexscherm (negen
beelden)
a Stel de modusknop in op
en
druk eenmaal op de
W-zoomtoets om het
indexscherm (negen beelden)
weer te geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [DELETE] met b/B en
druk op de z in het midden.
d Kies [SELECT] met b/B en
druk op de z in het midden.
e Selecteer de films die u wilt
wissen met v/V/b/B en druk
vervolgens op de z in het
midden.
De geselecteerde film is nu voorzien
van een -markering.
MENU TO NEXT
Dit betekent echter niet dat de film al
is gewist.
Films bekijken
• SET
73-NL
f Herhaal stap 5 van deze
procedure als u meerdere
films wilt wissen.
g Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
h Kies [OK] met b/B en druk op
de z in het midden.
Als de melding “MEMORY STICK
ACCESS” verdwijnt, zijn de film
gewist.
Het wissen annuleren
Kies [EXIT] in stap 8.
Alle films wissen
Kies [ALL] in stap 4 en druk op de z in
het midden. Als u het wissen wilt annuleren,
kiest u [CANCEL] met b/B en drukt u op
de z in het midden.
Via het indexscherm (drie
beelden)
a Stel de modusknop in op
en
druk tweemaal op de
W-zoomtoets om over te
schakelen op het indexscherm
(drie beelden).
b Verplaats de film die u wilt
wissen naar het midden van
het scherm met b/B.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies [DELETE] met V en druk
vervolgens op de z in het
midden.
Dit betekent echter niet dat het film al
is gewist.
DELETE
O K
CANCEL
MOV00005
• OK
2002 7 4 10:30PM
e Kies [OK] met v en druk
vervolgens op de z in het
midden.
Als de melding “MEMORY STICK
ACCESS” verdwijnt, is de film gewist.
74-NL
Het wissen annuleren
Kies [CANCEL] in stap 5.
Films bewerken
Films splitsen
<Voorbeeld> Bestand MOV00002.MPG
splitsen
MOV00003.MPG
MOV00001.MPG
Regeltoets
Modusknop:
U kunt films splitsen of bepaalde
fragmenten verwijderen. Dit wordt met
name aanbevolen als de capaciteit van de
“Memory Stick” niet toereikend is, of als u
een film als bijlage wilt toevoegen aan uw
e-mailberichten.
Toegekende bestandsnummers
als films worden gesplitst
De bestanden die worden opgeslagen nadat
een film is gesplitst, worden aangemerkt als
de meest recente bestanden en er worden
nieuwe nummers aan toegekend. De
oorspronkelijke bestanden worden gewist
en de nummers die eerder aan deze
bestanden waren toegekend, worden nu
overgeslagen.
1
3
2
MENU
Modusknop
MOV00002.MPG
1. Fragment A afsplitsen.
1
A
B
2
3
MOV00002.MPG
DIVIDE-punt
2. Fragment B afsplitsen.
a Stel de modusknop in op
MOV00004.MPG
1
3
A
2
B
MOV00005.MPG DIVIDE
-punt
3. Fragmenten A en B wissen als deze
overbodig zijn.
MOV00004.MPG
1
3
A
MOV00007.MPG
B
2
DELETE
MOV00006.MPG
DELETE
1
3
2
MOV00006.MPG
b Selecteer met b/B de film die u
wilt splitsen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies [DIVIDE] met B en druk
vervolgens op de z in het
midden. Kies vervolgens [OK]
met v en druk op de z in het
midden.
De film wordt nu afgespeeld.
Films bekijken
4. Alleen de gewenste fragmenten
blijven behouden.
.
75-NL
e Een splitspunt kiezen.
Druk bij het gewenste splitspunt op de
z in het midden.
60min
160
6/ 8
0:04
DIVIDE
DIVIDING
POINT
c C
O K
CANCEL
EXIT
OK
Als u een splitspunt wilt opzoeken
gebruikt u [c/C] (beeldje vooruit/
achteruit) en b/ B. Als u het splitspunt
wilt wijzigen, kiest u [CANCEL]. De
film wordt nogmaals afgespeeld.
f Als u een splitspunt hebt
gekozen, kies dan [OK] met
v/V en druk op de z in het
midden.
g Kies [OK] met v en druk
vervolgens op de z in het
midden.
De film is nu gesplitst.
Het splitsen annuleren
Kies [EXIT] in stap 5. De film verschijnt
nogmaals op het scherm.
76-NL
• De volgende bestanden kunt u niet splitsen.
– Clip Motion-bestanden
– Multi Burst-bestanden
– Bestanden met stilstaande beelden
– Films die niet lang genoeg zijn om te kunnen
worden gesplitst
– Beveiligde MPEG-filmbestanden
• Als u bestanden eenmaal hebt gesplitst, kunt u
dat niet meer ongedaan maken.
• Na het splitsen wordt het oorspronkelijke
bestand gewist.
Overbodige fragmenten
wissen
a Splits een overbodige
fragment af van een film (zie
de vorige pagina).
b Geef het filmgedeelte weer dat
u wilt wissen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies [DELETE] met b/B en
druk op de z in het midden.
e Kies [OK] met v en druk
vervolgens op de z in het
midden.
De film die nu op het scherm wordt
weergegeven, is nu gewist.
Films naar uw
computer kopiëren
Volg onderstaande stappen om de films die
u hebt opgenomen, naar uw computer te
kopiëren.
Voordat u aan de slag kunt gaan
Maak de camera en de computer gereed
volgens de procedures die zijn beschreven
op pagina 42 t/m 44.
Voor gebruikers van
Windows 98, 98SE, 2000, Me
Voor gebruikers van
Windows XP
a Dubbelklik op
(My
Computer) en vervolgens op
(Removable Disk).
Zie pagina 46 t/m 48 voor meer informatie.
Nu verschijnt de inhoud van de
“Memory Stick” die in de camera is
geplaatst.
• In deze paragraaf gebruiken we als
voorbeeld het kopiëren van films naar de
map “My Documents”.
b Dubbelklik op
(MSSONY)
en vervolgens op
(MOML0001).
De map “MOML0001” wordt
geopend.
c Sleep de filmbestanden naar
de map “My Documents”.
De filmbestanden worden gekopieerd
naar de map “My Documents”.
a Klik op [Copy pictures to a
folder on my computer using
Microsoft Scanner and Camera
Wizard] en vervolgens op
[OK].
Het “Scanner and Camera Wizard”venster verschijnt.
b Klik op [Next].
De films die op de “Memory Stick”
zijn opgeslagen, worden weergegeven.
c Klik op
om de markering te
verwijderen van films die u
niet naar de computer wilt
kopiëren. Klik vervolgens op
[Next].
Het “Picture Name and Destination”venster verschijnt.
Het kopiëren van de films begint. Als
deze taak is voltooid, verschijnt het
“Other Options”-venster.
• Als voorbeeld wordt hier de map “My
Documents” gebruikt om de bestanden
naar toe te kopiëren.
Films bekijken
d Voer de namen van de te
kopiëren filmbestanden en de
doelmap in en klik vervolgens
op [Next].
77-NL
e Klik op [Nothing. I’m finished
working with these pictures]
en vervolgens op [Next].
Het “Completing the Scanner and
Camera Wizard”-venster verschijnt.
f Klik op [Finish].
De wizard wordt afgesloten.
• Als u wilt doorgaan met het kopiëren van
andere filmbestanden, koppel de USBkabel dan eenmaal los en sluit deze daarna
weer aan. Volg daarna de procedure vanaf
stap 1.
78-NL
Voor gebruikers van
Macintosh
1 Dubbelklik op het nieuwe pictogram op
het bureaublad.
Nu verschijnt de inhoud van de
“Memory Stick” die in de camera is
geplaatst.
2 Dubbelklik op [MSSONY].
3 Dubbelklik op [MOML0001].
4 Sleep de filmbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf.
De filmbestanden worden naar de vaste
schijf gekopieerd.
Filmbestanden kopiëren met de
“ImageMixer”
Met de “PIXELA ImageMixer for Sony”software kunt u films naar de computer
kopiëren. Raadpleeg de helpbestanden van
deze software voor meer informatie.
Verhelpen van storingen
Verhelpen van
storingen
Als u problemen ondervindt met de camera,
kijk dan eerst of een van de hier vermelde
punten een oplossing biedt.
1 Controleer de items op pagina 79 t/m 85.
Als “C:ss:ss” op het scherm
wordt weergegeven, is de
zelfdiagnosefunctie geactiveerd.
Raadpleeg pagina 87.
2 Druk op RESET (pagina 9) aan de
binnenzijde van het accu-/“Memory
Stick”-deksel en zet de camera weer aan.
(Hierdoor worden de instellingen voor
datum en tijd e.d. gewist.)
3 Neem contact op met uw Sony-dealer of
met het plaatselijke erkende Sonyservicecentrum.
RESET
De accu en de stroomvoorziening
Oorzaak
Oplossing
De accu is niet geladen.
• De camera is ingeschakeld.
p Zet de camera uit (pagina 15).
De accu kan niet worden
geplaatst.
• De accu wordt niet juist geplaatst.
p Houd tijdens het plaatsen van de accu de uitwerphendel met de
voorste rand van de accu naar beneden gedrukt (pagina 10).
• De accu is niet juist geplaatst.
• De accu is defect.
p Plaats de accu op de juiste wijze (pagina 10).
p Neem contact op met uw Sony-dealer of met het plaatselijke
erkende Sony-servicecentrum.
Tijdens het opladen van
de accu gaat het /CHGlampje niet branden.
• De netspanningsadapter is niet aangesloten.
• De accu is niet juist geplaatst.
• Het opladen is gereed.
p Sluit de netspanningsadapter op de juiste wijze aan (pagina 10).
p Plaats de accu op de juiste wijze (pagina 10).
—
De indicator voor de resterende accutijd geeft niet
de juiste informatie weer.
Of er wordt aangegeven
dat er voldoende resterende accutijd is, terwijl
de accu bijna leeg is.
• U hebt de camera lange tijd gebruikt onder
extreem hete of koude omstandigheden.
• De accu is versleten (pagina 97).
• De accu is leeg.
• De indicator voor de resterende accutijd heeft
zich niet op de juiste gegevens gebaseerd.
/CHG-lampje knippert.
De accu raakt te snel leeg. • U neemt op of speelt af bij extreem lage
temperaturen.
• De accu is onvoldoende opgeladen.
• De accu is versleten (pagina 97).
—
p Vervang de accu door een nieuw exemplaar.
p Vervang de accu door een opgeladen exemplaar (pagina 10).
p Laad de accu volledig op (pagina 10).
Verhelpen van storingen
Probleem
—
p Laad de accu volledig op (pagina 10).
p Vervang de accu door een nieuw exemplaar.
79-NL
De accu en de stroomvoorziening (vervolg)
Probleem
De stroom kan niet
worden ingeschakeld.
De camera wordt
plotseling uitgeschakeld.
Oorzaak
• De accu is niet juist geplaatst.
• De netspanningsadapter is niet aangesloten.
• Als de ingeschakelde camera gedurende
ongeveer 90 seconden niet wordt bediend, wordt
deze automatisch uitgeschakeld, om zo het
leegraken van de accu te voorkomen (als
[POWER SAVE] is ingesteld op [OFF] gebeurt
dit na drie minuten). (pagina 15).
• De accu is leeg.
Oplossing
p Plaats de accu op de juiste wijze (pagina 10).
p Sluit de adapter goed aan op de camera (pagina 14).
p Zet de camera weer aan (pagina 15).
p Vervang de accu door een opgeladen exemplaar (pagina 10).
Stilstaande beelden en films opnemen
Probleem
Het LCD-scherm gaat niet
aan als de stroom wordt
ingeschakeld.
Het onderwerp is niet
zichtbaar op het LCDscherm.
Het beeld is onscherp.
Kan niet zoomen.
De digitale zoomfunctie
werkt niet.
80-NL
Oorzaak
• De laatste keer dat de camera werd gebruikt,
werd deze uitgeschakeld toen het LCD-scherm
was ingesteld op OFF.
• De modusknop is niet ingesteld op
, SCN of
.
• Het onderwerp is te dichtbij.
• De SCENE SELECTION-modus is ingesteld op
de Landschapmodus
• Er is een vooringestelde brandpuntsafstand
geselecteerd.
• Als u een film opneemt (MPEG-film), is de
zoomfunctie niet beschikbaar.
• Als u een film opneemt (MPEG-film), is de
zoomfunctie niet beschikbaar.
• [DIGITAL ZOOM] in de SET UP-instellingen is
ingesteld op [OFF].
• Het LCD-scherm is ingesteld op OFF.
Oplossing
p Zet het LCD-scherm op ON (pagina 28).
p Zet de camera in de
30, 71).
-stand of de SCN
-stand (pagina 22,
p Als u een onderwerp opneemt op een afstand van minder dan
50 cm vanaf de lens, stel dan de macro-opnamestand in. Zorg
dat u de lens niet dichter bij het onderwerp plaatst dan de
minimale opnameafstand (pagina 24).
p Wijzig deze instelling (pagina 30).
p Stel de camera in op automatische scherpstelling (pagina 55).
—
—
p Instellen op [ON] (pagina 52, 93).
p Instellen op ON (pagina 28).
Probleem
Het beeld is te donker.
Het beeld is te helder.
Oorzaak
• U neemt een onderwerp op waarachter zich een
lichtbron bevindt.
• De helderheid van het LCD-scherm is op een te
laag niveau ingesteld.
• [POWER SAVE] is ingesteld op [ON].
• U neemt op onder een spotlicht in een donkere
omgeving, zoals op een podium.
• Het LCD-scherm is te helder.
• [PFX] (P. EFFECT) is ingesteld op [B&W].
p Pas de helderheid van het LCD-scherm aan (pagina 52, 94).
p Stel [POWER SAVE] in op [OFF] (pagina 52, 94).
p Pas de belichting aan (pagina 55).
p Pas de helderheid van het LCD-scherm aan (pagina 52, 94).
p Annuleer de B&W-modus (pagina 62).
p Dit is geen storing.
p Plaats een “Memory Stick” (pagina 18).
p Wis de beelden op de “Memory Stick” of formatteer de
“Memory Stick”.
p Plaats een andere “Memory Stick”.
p Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 96).
• De wispreventieschakelaar van de “Memory
Stick” staat op de LOCK-stand.
• Het is niet mogelijk op te nemen terwijl de flitser —
nog wordt opgeladen.
p Zet de camera in de
-stand of de SCN-stand (pagina 22, 30).
• U probeert een stilstaand beeld op te nemen
terwijl de modusknop niet is ingesteld op
of
SCN.
p Stel de keuzeschakelaar in op
(pagina 71).
• U probeert een film op te nemen terwijl de
modusknop niet is ingesteld op
.
Kan geen beelden
opnemen met de flitser.
• De modusknop is ingesteld op
, SET UP of
.
• De flitser is ingesteld op
(geen flits).
• U neemt stilstaande beelden op terwijl de
SCENE SELECTION-modus is ingesteld op de
Schemermodus.
p Kies een andere instelling dan
, SET UP of
(pagina 26).
Verhelpen van storingen
Het beeld is monochroom
(zwart-wit).
Wanneer u een zeer helder • Dit soort vlekken is een bekend verschijnsel in
onderwerp opneemt,
de fotografie.
verschijnen er verticale
strepen.
Kan geen beelden
• Er is geen “Memory Stick” in het toestel
opnemen.
geplaatst.
• De capaciteit van de “Memory Stick” is niet
toereikend.
Oplossing
p Pas de belichting aan (pagina 55).
p Stel de flitser in op “Auto” (geen indicatie) of op (geforceerde
flits) (pagina 26).
p Annuleer de Schemermodus (pagina 30).
81-NL
Stilstaande beelden en films opnemen (vervolg)
Probleem
Oorzaak
De ogen van het
—
onderwerp zijn rood.
Er wordt een verkeerde
• De datum en tijd zijn niet goed ingesteld.
datum en tijd opgenomen.
Oplossing
p Stel de automatische onderdrukking van het rode-ogeneffect in
(pagina 27).
p Stel de juiste datum en tijd in (pagina 16).
Beelden weergeven
Probleem
Het beeld kan niet worden
weergegeven.
Als de beelden zijn
afgespeeld, is de
beeldkwaliteit
achteruitgegaan.
De beelden kunnen niet
op een tv worden
weergegeven.
De beelden kunnen niet
op een computer worden
afgespeeld.
Tijdens het weergeven
van een film klinken er
onbekende pieptonen.
Oorzaak
• De modusknop is niet ingesteld op
.
• Het is niet mogelijk het beeld op de camera af te
spelen als het beeld op een computer werd
gewijzigd of als zijn bestandsnaam werd
gewijzigd.
—
Oplossing
p Stel de modusknop in op
—
(pagina 32).
p Dit is geen storing.
• De [VIDEO OUT]-instelling van de camera in
SET UP is niet juist.
• De verbinding is niet goed.
—
p Stel deze in op [NTSC] of [PAL] (pagina 52, 94).
p Controleer de verbinding (pagina 34).
p Zie pagina 83.
• Deze pieptonen klinken als de automatische
scherpstelling actief is.
p Dit is geen storing. Kies een vooringestelde brandpuntsafstand
(pagina 55).
Een beeld wissen of bewerken
Probleem
De camera kan een beeld
niet wissen.
U hebt het beeld per
ongeluk gewist.
82-NL
Oorzaak
• Het beeld is beveiligd.
• De wispreventieschakelaar van de “Memory
Stick” staat op de LOCK-stand.
• Als u een bestand eenmaal hebt gewist, kunt u
deze niet meer terughalen.
Oplossing
p Hef de beveiliging op (pagina 66).
p Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 96).
p Als u de wispreventieschakelaar op de “Memory Stick”
gebruikt, voorkomt u het per ongeluk wissen van beelden
(pagina 96).
Probleem
Het lukt niet om het
beeldformaat te wijzigen.
Het is niet mogelijk een
beeld te voorzien van een
afdrukmarkering.
Oorzaak
• Het beeldformaat van films (MPEG-films) en
Clip Motion- en Multi Burst-beelden kan niet
worden gewijzigd.
• Films (MPEG-films) en Clip Motion-beelden
kunnen niet worden voorzien van
afdrukmarkeringen.
Oplossing
—
—
Computers
Oorzaak
—
Oplossing
p Zie “Aanbevolen computersysteem” (pagina 41).
—
p In Windows 2000 moet u zich aanmelden als Beheerder
(pagina 42).
• De camera is uitgeschakeld.
• Het energieniveau van de accu is te laag.
• U maakt geen gebruik van de meegeleverde
USB-kabel.
• De USB-kabel is niet goed aangesloten.
p Schakel de camera in (pagina 15).
p Gebruik de netspanningsadapter (meegeleverd) (pagina 14).
p Gebruik de meegeleverde USB-kabel (pagina 44).
p Maak de USB-kabel los en sluit deze opnieuw goed aan.
Controleer of “USB MODE” op het LCD-scherm wordt
weergegeven (pagina 44).
p Instellen op [NORMAL] (pagina 52, 94).
• [USB CONNECT] in de SET UP-instellingen is
ingesteld op [PTP].
• Naast het toetsenbord, de muis en de camera, is p Ontkoppel de USB-kabels, behalve de kabels die verbinding
maken met het toetsenbord, de muis en de camera.
er nog andere apparatuur aangesloten op de
USB-aansluitingen van de computer.
p Installeer het USB-stuurprogramma (pagina 42).
• Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd.
p Verwijder het foutief herkende apparaat van de computer, en
• De computer heeft het apparaat niet goed
installeer vervolgens het USB-stuurprogramma (pagina 42, 46).
herkend omdat u de camera en de computer eerst
via de USB-kabel met elkaar hebt verbonden, en
pas daarna de “USB Driver” hebt geïnstalleerd
vanaf de meegeleverde CD-ROM.
Verhelpen van storingen
Probleem
U weet niet of uw
besturingssysteem
geschikt is voor deze
camera.
U kunt het USBstuurprogramma niet
installeren.
De computer herkent de
camera niet.
83-NL
Computers (vervolg)
Probleem
Kan geen beelden
kopiëren.
Oorzaak
• De camera is niet goed op de computer
aangesloten.
• De te volgen kopieerprocedure verschilt per
besturingssysteem.
—
Het beeld kan niet op een
computer worden
afgespeeld.
Het beeld en geluid
vertonen storingen als
een beeld op een
computer wordt
afgespeeld.
Kan een beeld niet
afdrukken.
—
—
• U speelt het bestand rechtstreeks af vanaf een
“Memory Stick”.
—
Oplossing
p Sluit de camera op de juiste wijze aan op de computer met
behulp van de USB-kabel (zie hierboven).
p Volg de procedure die hoort bij uw besturingssysteem (pagina
45, 46, 51).
p Klik op HELP als u de “PIXELA ImageMixer for Sony”software gebruikt.
p Klik op HELP als u de “PIXELA ImageMixer for Sony”software gebruikt.
p Raadpleeg de producent van de computer of de software.
p Kopieer het bestand naar de vaste schijf van de computer en
speel het bestand vervolgens vanaf de vaste schijf af
(pagina 77).
p Controleer de printerinstellingen.
p Zie “Beelden kiezen om af te drukken” (pagina 69), of klik op
HELP als u de “PIXELA ImageMixer for Sony”-software
gebruikt.
“Memory Stick”
84-NL
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Kan geen “Memory Stick”
plaatsen.
• U plaatst de “Memory Stick” achterstevoren.
p Plaats de “Memory Stick” op de juiste wijze (pagina 18).
Kan niet opnemen op een
“Memory Stick”.
• De wispreventieschakelaar van de “Memory
Stick” staat op de LOCK-stand.
• De “Memory Stick” is vol.
p Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 96).
Kan geen “Memory Stick”
formatteren.
• De wispreventieschakelaar van de “Memory
Stick” staat op de LOCK-stand.
p Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 96).
U hebt per ongeluk een
“Memory Stick”
geformatteerd.
• Als u een “Memory Stick” formatteert, gaan alle
opgeslagen bestanden verloren.
p We raden u aan om de wispreventieschakelaar van de “Memory
Stick” in de LOCK-stand te zetten om te voorkomen dat u de
inhoud per ongeluk wist (pagina 96).
p Wis overbodige bestanden (pagina 36, 73).
Overige problemen
Oorzaak
• U gebruikt geen “InfoLITHIUM”-accu.
• De accu is bijna of geheel leeg (de
-indicator
verschijnt.).
• De netspanningsadapter is niet stevig genoeg
aangesloten.
• Het interne systeem werkt niet goed.
De camera is
ingeschakeld, maar werkt
niet.
• Het interne systeem werkt niet goed.
U weet niet welke
indicator op het LCDscherm verschijnt.
De lens gaat niet terug
naar de beginpositie als u
de camera uitschakelt.
De lens beslaat.
—
Als de camera gedurende
lange tijd wordt gebruikt,
wordt deze heet.
Oplossing
p Gebruik uitsluitend een “InfoLITHIUM”-accu (pagina 96).
p Laad de accu op (pagina 10).
p Sluit de adapter stevig aan op de DC IN-aansluiting van de
camera en op een stopcontact (pagina 14).
p Ontkoppel alle stroombronnen en herstel de stroomvoorziening
na één minuut. Zet de camera aan en controleer of de camera
goed werkt.
p Verwijder de accu en plaats deze na één minuut weer terug.
Als dit niet het gewenste resultaat geeft, druk dan met een
puntig voorwerp op de RESET-knop aan de binnenzijde van het
accu-/“Memory Stick”-deksel. Zet daarna de camera weer aan.
(Hierdoor worden de instellingen voor datum en tijd e.d.
gewist.)
p Controleer de betekenis op (pagina 99 t/m 101).
• De accu is leeg.
p Vervang de accu door volledig geladen exemplaar of gebruik de
netspanningsadapter (pagina 10, 14).
• Er treedt condensvorming op.
p Laat de camera ongeveer een uur met rust en probeer het daarna
opnieuw (pagina 95).
p Dit is geen storing.
—
Verhelpen van storingen
Probleem
De camera reageert op
geen enkele
bedieningshandeling.
85-NL
Waarschuwingen en
meldingen
De volgende meldingen kunnen op het LCD-scherm verschijnen.
Melding
NO MEMORY STICK
SYSTEM ERROR
MEMORY STICK ERROR
FORMAT ERROR
MEMORY STICK LOCKED
NO MEMORY SPACE
NO FILE
FILE ERROR
FILE PROTECT
For "InfoLITHIUM"
BATTERY ONLY
FOLDER ERROR
IMAGE SIZE OVER
INVALID OPERATION
86-NL
Betekenis / Oplossing
• Plaats een “Memory Stick” (pagina 18).
• Schakel de camera uit en weer in (pagina 15).
• De geplaatste “Memory Stick” is niet geschikt voor uw camera (pagina 96).
• De “Memory Stick” is beschadigd of het aansluitgedeelte van de “Memory Stick” is vuil.
• Plaats de “Memory Stick” op de juiste wijze (pagina 18).
• Het formatteren van de “Memory Stick” is mislukt. Formatteer de “Memory Stick” opnieuw (pagina 40).
• De wispreventieschakelaar van de “Memory Stick” staat op de LOCK-stand. Zet de schakelaar in de stand voor
opnemen (pagina 96).
• De capaciteit van de “Memory Stick” is niet toereikend. U kunt geen beelden meer opnemen. Wis overbodige bestanden
(pagina 36, 73).
• Er zijn geen beelden op de “Memory Stick”opgenomen.
• Er is tijdens het weergeven van een beeld een fout opgetreden.
• Het beeld is beveiligd tegen wissen.
• De accu is niet van het type “InfoLITHIUM”.
•
•
•
•
CAN NOT DIVIDE
•
•
•
TURN THE POWER OFF
AND ON AGAIN
•
Er bevindt zich reeds een map met dezelfde naam op de “Memory Stick”.
U probeert een beeld weer te geven met een formaat dat niet op deze camera kan worden weergegeven.
U speelt een bestand af dat is aangemaakt op andere apparatuur dan deze camera.
De accu is bijna of geheel leeg. Laad de accu op (pagina 10). Afhankelijk van de opnameomstandigheden of het
accutype gaat de indicator al knipperen hoewel er nog 5 tot 10 minuten accutijd beschikbaar is.
Het film is niet lang genoeg om te kunnen worden gesplitst.
Het bestand is geen filmbestand (MPEG-film).
U houdt de camera niet stil genoeg. Gebruik de flitser en bevestig de camera op een statief of zorg er op een andere
manier voor dat de camera goed stil staat.
Er heeft zich een probleem met de lens voorgedaan.
Zelfdiagnosedisplay
De camera is voorzien van een
zelfdiagnosefunctie. Deze functie geeft de
toestand van de camera weer op het LCDscherm door middel van een combinatie van
een letter en vier cijfers. Als dit gebeurt,
raadpleeg dan nevenstaande tabel en tref de
aldaar vermelde maatregelen. De laatste
twee cijfers (aangegeven door ss)
variëren al naar gelang de toestand van de
camera.
Zelfdiagnosedisplay
Oorzaak
Maatregel
C:32: ss
Er heeft zich een probleem
voorgedaan met de hardware van
de camera of met de zoomfunctie.
• Schakel de camera uit en weer in
(pagina 15).
C:13: ss
De camera kan niet opslaan of
lezen met deze “Memory Stick”.
• Plaats de “Memory Stick” enkele malen
opnieuw.
Er is een ongeformatteerde
“Memory Stick” geplaatst.
• Formatteer de “Memory Stick”
(pagina 40).
De geplaatste “Memory Stick” is
niet geschikt voor deze camera, of
de gegevens zijn beschadigd.
• Plaats een nieuwe “Memory Stick”
(pagina 18).
Er heeft zich een camerastoring
voorgedaan.
• Druk op de RESET-knop (pagina 9) aan
de binnenzijde van het accu-/“Memory
Stick”-deksel en zet de camera weer aan.
E:61: ss
E:91: ss
Als u met de voorgeschreven handelingen
meerdere keren tevergeefs hebt geprobeerd het
probleem te verhelpen, neem dan contact op
met uw Sony-dealer of met een erkend Sonyservicecentrum bij u in de buurt en vermeld
daarbij de code van 5 tekens.
Voorbeeld: E:61:10
Verhelpen van storingen
C:32:ss
Code
87-NL
Aanvullende informatie
Clip Motion
Het aantal beelden
dat kan worden
opgeslagen/
beschikbare
opnametijd
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de beschikbare opnametijd
hangen af van de capaciteit van de
“Memory Stick”, het beeldformaat en de
beeldkwaliteit. Als u een “Memory Stick”
kiest, raadpleeg dan de volgende tabellen.
• Het aantal beelden wordt weergegeven in
volgorde van afnemende beeldkwaliteit
FINE (STANDARD).
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het aantal beelden of de
opnametijd variëren.
• Zie pagina 21 voor het aantal beelden dat
kan worden opgeslagen onder normale
opnameomstandigheden.
88-NL
(Eenheid: aantal beelden)
8M
16M
32M
64M 128M
NORMAL
40
80
160
320
MOBILE
300
450
900
1800 3600
VOICE
(Eenheid: aantal beelden)
8M
16M
32M
64M 128M
2272×1704
(DSC-P9)
3
(7)
7
(13)
15
(28)
30
(56)
60
(112)
NORMAL: Als er 10 beeldjes worden
opgenomen
MOBILE: Als er twee beeldjes worden
opgenomen
2272 (3:2)
(DSC-P9)
3
(7)
7
(13)
15
(28)
30
(56)
60
(112)
2048×1536
(DSC-P7)
4
(8)
9
(16)
19
(34)
39
(69)
78
(138)
Multi Burst
2048 (3:2)
(DSC-P7)
4
(8)
9
(16)
19
(34)
39
(69)
78
(138)
1280×960
(Eenheid: aantal beelden)
8M
16M
32M
64M 128M
1600×1200
12
(23)
24
(44)
50
(93)
100 202
(186) (375)
7
(13)
14
(26)
31
(54)
62
124
(108) (216)
1280×960
11
(19)
22
(38)
45
(78)
90
180
(156) (312)
640×480
34
(56)
68
139 280 560
(120) (244) (491) (982)
E-mail
2272×1704
(DSC-P9)
640
(Eenheid: aantal beelden)
8M
16M
32M
64M 128M
3
(7)
7
(14)
16
(29)
32
(58)
64
(116)
MPEG-films
8M
16M
32M
320 (HQX)
20
40
85
170
340
320×240
80
160
340
680
1360
160×112
320
640
1300 2700 5400
2272 (3:2)
(DSC-P9)
3
(7)
7
(14)
16
(29)
32
(58)
64
(116)
2048×1536
(DSC-P7)
4
(8)
9
(17)
20
(36)
40
(72)
81
(146)
2048 (3:2)
(DSC-P7)
4
(8)
9
(17)
20
(36)
40
(72)
81
(146)
1600×1200
8
(14)
16
(28)
32
(59)
64
128
(118) (236)
1280×960
12
(21)
24
(42)
48
(88)
96
192
(176) (352)
640×480
43
(95)
87
177 357 714
(192) (390) (786) (1572)
(Eenheid: seconden)
64M 128M
Menu-items
De menu-items die u kunt instellen
verschillen afhankelijk van de stand van de
modusknop. Het LCD-scherm toont alleen
de items die op basis van de huidige stand
van de modusknop beschikbaar zijn. De
oorspronkelijke instellingen worden
gemarkeerd met een x.
Als de modusknop is ingesteld op
Item
Instellingen
SCN
x
(EV)
WB (WHITE BAL)
Functie
Hiermee kiest u een van de SCENE SELECTION-modi (als de modusknop is
ingesteld op
, kan deze instelling niet worden uitgevoerd) (pagina 30).
/
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /
+1.0EV /+0.7EV / +0.3EV / x0EV
/ −0.3EV / −0.7EV / −1.0EV /
−1.3EV / −1.7EV / −2.0EV
Hiermee past u de belichting aan (pagina 55).
∞ / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m /
CENTER AF / x MULTI AF
Hiermee kiest u de methode voor automatisch scherpstellen (pagina 53) of stelt u de
brandpuntsafstand in (pagina 55).
/
/
/
/ xAUTO
Hiermee stelt u de witbalans in (pagina 57).
ON / x OFF
Hiermee kiest u een belichting die past bij het onderwerp dat u wilt opnemen
(pagina 56).
ISO
400 / 200 / 100 / xAUTO
Hiermee kiest u de ISO-gevoeligheid. Als u opneemt onder donkere omstandigheden
of als u een snel bewegend onderwerp opneemt, kies dan een hoge waarde. Als u
kwaliteitsbeelden opneemt, kies dan een lage waarde (Als de modusknop is ingesteld
op SCN, kan deze instelling niet worden ingevoerd.).
(IMAGE SIZE)
(DSC-P9)
x2272×1704 / 2272 (3:2) /
1600×1200 / 1280×960 / 640×480
Hiermee kiest u een beeldformaat als u stilstaande beelden opneemt (pagina 19).
(IMAGE SIZE)
(DSC-P7)
x2048×1536 / 2048 (3:2) /
1600×1200 / 1280×960 / 640×480
Hiermee kiest u een beeldformaat als u stilstaande beelden opneemt (pagina 19).
(SPOT METER)
Aanvullende informatie
9 (FOCUS)
/
of SCN
89-NL
Als de modusknop is ingesteld op
Item
(P.QUALITY)
MODE (REC MODE)
of SCN (vervolg)
Instellingen
Functie
xFINE/STANDARD
Hiermee neemt u beelden op met een hoge beeldkwaliteit. / Hiermee neemt u beelden
op in de standaardbeeldkwaliteit (pagina 19).
VOICE
xNORMAL
– Hiermee neemt u een geluidsbestand op (bij een stilstaand beeld) en koppelt deze
aan het betreffende JPEG-bestand (pagina 61).
– Hiermee neemt u een JPEG-bestand in miniatuurformaat (320×240) op, naast het
gekozen beeldformaat (pagina 61).
– Hiermee neemt u een beeld op in de normale opnamestand.
HIGH
xNORMAL
LOW
– Hiermee stelt u het flitsniveau hoger in dan normaal.
– Hiermee stelt u het flitsniveau op normaal niveau in.
– Hiermee stelt u het flitsniveau lager in dan normaal.
SOLARIZE / B&W / SEPIA /
NEG.ART / xOFF
Hiermee stelt u speciale beeldeffecten in (pagina 62).
+2 / +1 / x0 / –1 / –2
Hiermee stelt u de scherpte van het beeld in. De
als de instelling 0 is).
E-MAIL
± (FLASH LEVEL)
PFX (P.EFFECT)
(SHARPNESS)
Als de modusknop is ingesteld op
MOVIE])
Item
(EV)
9 (FOCUS)
WB (WHITE BAL)
(SPOT METER)
(IMAGE SIZE)
PFX (P.EFFECT)
90-NL
-indicator verschijnt (behalve
(als [MOVING IMAGE] in de SET UP-instellingen is ingesteld op [MPEG
Instellingen
Functie
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /
+1.0EV / +0.7EV / +0.3EV / x0EV
/ −0.3EV / −0.7EV / −1.0EV /
−1.3EV / −1.7EV / −2.0EV
Hiermee past u de belichting aan (pagina 55).
∞ / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m /
CENTER AF / x MULTI AF
Hiermee kiest u de methode voor automatisch scherpstellen (pagina 53) of stelt u de
brandpuntsafstand in (pagina 55).
/
/
/
/ xAUTO
Hiermee stelt u de witbalans in (pagina 57).
ON / x OFF
Hiermee kiest u een belichtingswaarde die past bij het onderwerp dat u wilt opnemen
(pagina 56).
320 (HQX) / 320×240 / x160×112
Hiermee kiest u het MPEG-beeldformaat tijdens het opnemen van films (pagina 71).
SOLARIZE / B&W / SEPIA /
NEG.ART / xOFF
Hiermee stelt u speciale beeldeffecten in (pagina 62).
Als de modusknop is ingesteld op
MOTION])
Item
(EV)
9 (FOCUS)
WB (WHITE BAL)
(SPOT METER)
(IMAGE SIZE)
± (FLASH LEVEL)
PFX (P.EFFECT)
Instellingen
Functie
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /
+1.0EV / +0.7EV / +0.3EV / x0EV
/ −0.3EV / −0.7EV / −1.0EV /
−1.3EV / −1.7EV / −2.0EV
Hiermee past u de belichting aan (pagina 55).
∞ / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m /
CENTER AF / x MULTI AF
Hiermee kiest u de methode voor automatisch scherpstellen (pagina 53) of stelt u de
brandpuntsafstand in (pagina 55).
/
/
/
(EV)
9 (FOCUS)
WB (WHITE BAL)
Hiermee stelt u de witbalans in (pagina 57).
Hiermee kiest u een belichtingswaarde die past bij het onderwerp dat u wilt opnemen
(pagina 56).
xNORMAL/MOBILE
Hiermee stelt u het Clip Motion-beeldformaat in (pagina 58).
HIGH
xNORMAL
LOW
– Hiermee stelt u het flitsniveau hoger in dan normaal.
– Hiermee stelt u het flitsniveau op normaal niveau in.
– Hiermee stelt u het flitsniveau lager in dan normaal.
SOLARIZE / B&W / SEPIA /
NEG.ART / xOFF
Hiermee stelt u speciale beeldeffecten in (pagina 62).
+2 / +1/ x0 / –1 / –2
Hiermee stelt u de scherpte van het beeld in. De
de instelling 0 is).
Als de modusknop is ingesteld op
BURST])
Item
/ xAUTO
ON / x OFF
-indicator verschijnt (behalve als
(als [MOVING IMAGE] in de SET UP-instellingen is ingesteld op [MULTI
Instellingen
Functie
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /
+1.0EV / +0.7EV / +0.3EV / x0EV
/ −0.3EV / −0.7EV / −1.0EV /
−1.3EV / −1.7EV / −2.0EV
Hiermee past u de belichting aan (pagina 55).
∞ / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m /
CENTER AF / x MULTI AF
Hiermee kiest u de methode voor automatisch scherpstellen (pagina 53) of stelt u de
brandpuntsafstand in (pagina 55).
/
/
/
/ xAUTO
Aanvullende informatie
(SHARPNESS)
(als [MOVING IMAGE] in de SET UP-instellingen is ingesteld op [CLIP
Hiermee stelt u de witbalans in (pagina 57).
91-NL
Item
(SPOT METER)
(INTERVAL)
Instellingen
Functie
ON / x OFF
Hiermee kiest u een belichtingswaarde die past bij het onderwerp dat u wilt opnemen
(pagina 56).
– Hiermee kiest u in de NTSC-stand het sluiterinterval tussen de Multi Burstbeeldjes.
– Hiermee kiest u in de PAL-stand het sluiterinterval tussen de Multi Burst-beeldjes.
* De keuze van het sluiterinterval tussen de beeldjes hangt af van de instelling van
het [VIDEO OUT]-item in SET UP (pagina 94).
Hiermee neemt u beelden op met een hoge beeldkwaliteit. / Hiermee neemt u beelden
op in de standaardbeeldkwaliteit (pagina 19).
Hiermee stelt u speciale beeldeffecten in (pagina 62).
1/7.5 / 1/15 / x1/30 (NTSC)
1/6.3 / 1/12.5 / x1/25 (PAL)
(P.QUALITY)
PFX (P.EFFECT)
(SHARPNESS)
xFINE/STANDARD
SOLARIZE / B&W / SEPIA /
NEG.ART / xOFF
+2 / +1 / x0 / –1 / –2
Hiermee stelt u de scherpte van het beeld in. De
de instelling 0 is).
-indicator verschijnt (behalve als
Als de modusknop is ingesteld op
Item
Instellingen
Functie
DELETE
OK
CANCEL
—
—
INTERVAL
– Hiermee wist u het weergegeven beeld (pagina 36, 73).
– Hiermee annuleert u het wissen van het beeld.
Hiermee beveiligt u de beelden tegen per ongeluk wissen (pagina 66).
Hiermee kiest u stilstaande beelden die u wilt afdrukken (pagina 69).
– Hiermee stelt u het interval in voor de presentatie van een beeldenreeks. (Alleen
voor het enkelvoudig scherm.)
x3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min
– Hiermee herhaalt u de beeldenreeks.
xON/OFF
– Hiermee start u de beeldenreeks.
– Hiermee annuleert u de instellingen en de uitvoering van de beeldenreeks.
Hiermee wijzigt u het formaat van het opgenomen beeld (pagina 68). (Alleen voor
enkelvoudige beelden.)
PROTECT
PRINT
SLIDE
REPEAT
START
CANCEL
RESIZE
ROTATE
92-NL
DIVIDE
2272×1704 (alleen DSC-P9) /
2048×1536 (alleen DSC-P7) /
1600×1200 / 1280×960 / 640×480 /
CANCEL
(linksom) /
(rechtsom) / OK / CANCEL
OK / CANCEL
Hiermee roteert u de stilstaande afbeelding (pagina 65). (Alleen voor enkelvoudige
beelden.)
Hiermee splitst u een film (pagina 75). (Alleen voor enkelvoudige beelden.)
SET UP-items
Stel de modusknop in op SET UP. Het SET UPscherm verschijnt.
De oorspronkelijke instellingen worden
gemarkeerd met een x.
Bij films of bij beelden die zijn opgenomen in de
Clip Motion- of Multi Burst-modus, kunt u de
datum en tijd niet aan het beeld toevoegen. Ook
tijdens het opnemen worden de datum en tijd
niet weergegeven. Als de beelden worden
afgespeeld, worden de datum en tijd van het
moment van afspelen op het beeld weergegeven.
CAMERA
Item
MOVING IMAGE
DATE/TIME
DIGITAL ZOOM
Instellingen
xMPEG MOVIE / CLIP
MOTION / MULTI BURST
DAY & TIME / DATE /
xOFF
xON/OFF
Hiermee kiest u of de datum en tijd aan het beeld moeten worden toegevoegd (pagina 29).
Hiermee kiest u of er al dan niet gebruik moet worden gemaakt van de digitale
zoomfunctie (pagina 24).
Hiermee reduceert u door middel van de flitser het rode-ogeneffect (pagina 27).
Hiermee kiest u of in het donker gebruik moet worden gemaakt van de AF-belichter. Deze
functie gebruikt u als het moeilijk is om onder donkere omstandigheden scherp te stellen
op het onderwerp (pagina 27).
SETUP 1
Item
Instellingen
Functie
FORMAT
OK / CANCEL
Hiermee formatteert u de “Memory Stick”. Denk eraan dat alle gegevens die op de “Memory Stick” zijn
opgenomen, tijdens het formatteren worden gewist. Dat geldt ook voor beveiligde opnamen (pagina 40).
FILE NUMBER
x SERIES
– Hiermee wijst u de nummers opeenvolgend toe aan bestanden, zelfs als de “Memory Stick” wordt
verwisseld.
– Hiermee stelt u elke keer als de “Memory Stick” wordt verwisseld de bestandsnummering opnieuw in, te
beginnen bij 0001.
RESET
/ LANGUAGE x ENGLISH
/ JPN
CLOCK SET
OK / CANCEL
Aanvullende informatie
RED EYE REDUCTION ON / xOFF
AF ILLUMINATOR
xAUTO/OFF
Functie
Hiermee kiest u de opnamestand (pagina 52, 58, 59, 71).
– Hiermee geeft u de menu-items, waarschuwingen en meldingen in het Engels weer.
– Hiermee geeft u de menu-items, waarschuwingen en meldingen in het Japans weer.
De datum en tijd instellen (pagina 16).
93-NL
SETUP 2
Item
Instellingen
Functie
LCD
BRIGHTNESS
BRIGHT/
xNORMAL/DARK
Hiermee kiest u de LCD-helderheid. Dit heeft geen effect op de opgenomen beelden.
BRIGHT/
Hiermee kiest u de helderheid van de LCD-verlichting. Als u [BRIGHT] kiest, wordt het scherm helder
en makkelijk zichtbaar wanneer u de camera buitenshuis of bij andere heldere omstandigheden gebruikt.
De accu raakt dan echter wel sneller leeg. Wordt alleen weergegeven als u de camera met accu gebruikt.
Dit item kan niet worden ingesteld als [POWER SAVE] op [ON] staat.
LCD BACKLIGHT
xNORMAL
OFF
– Hiermee schakelt u het sluitergeluid in dat u hoort als u de sluiterknop loslaat.
– Hiermee schakelt u de pieptoon en het sluitergeluid in dat u hoort als u de regeltoets of de sluiterknop
gebruikt.
– Hiermee schakelt u de pieptoon en het sluitergeluid uit.
NTSC
PAL
– Hiermee stelt u het video-uitgangssignaal in op de NTSC-stand (Japan, V.S.).
– Hiermee stelt u het video-uitgangssignaal in op de PAL-stand (Europa).
USB CONNECT
PTP/xNORMAL
Hiermee schakelt u de USB-modus in (pagina 41).
POWER SAVE
x ON / OFF
Hiermee kiest u of er al dan niet gebruik moet worden gemaakt van de POWER SAVE-stand
(pagina 13). Wordt alleen weergegeven als u de camera met accu gebruikt.
BEEP
SHUTTER
x ON
VIDEO OUT
94-NL
Voorzorgsmaatregelen
Reinigen
Het LCD-scherm reinigen
Reinig het schermoppervlak met een LCDreinigingsset (niet meegeleverd) om
vingerafdrukken, stof etc. te verwijderen.
De lens reinigen
Reinig de lens met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof etc. te verwijderen.
De buitenkant van de camera
reinigen
Reinig de buitenkant van de camera met een
zachte doek die licht met water is
bevochtigd. Veeg vervolgens het oppervlak
met een droge doek droog. Gebruik geen
chemische oplosmiddelen zoals verdunners,
alcohol of benzeen, omdat hierdoor de
afwerking of de behuizing kunnen worden
beschadigd.
Opmerking over de
bedrijfstemperatuur
De camera is ontworpen om te gebruiken
binnen het temperatuurbereik van 0° tot
De interne oplaadbare
knoopcelbatterij
Condensvorming
Deze camera beschikt over een interne
oplaadbare knoopcelbatterij. Hierdoor
blijven de datum- en tijdgegevens en andere
instellingen bewaard, ook al is de stroom
uitgeschakeld.
Deze oplaadbare knoopcelbatterij wordt
altijd opgeladen zolang u de camera
gebruikt. Als u de camera echter alleen
gedurende korte perioden gebruikt, raakt de
knoopcelbatterij op den duur leeg. Als u de
camera ongeveer een maand lang niet
gebruikt, is de knoopcelbatterij volledig
ontladen. Zorg er in dat geval voor dat de
oplaadbare knoopcelbatterij wordt
opgeladen voordat u de camera in gebruik
neemt.
Als de oplaadbare knoopcelbatterij niet is
geladen, kunt u de camera toch gewoon
gebruiken, maar u kunt dan niet de datum en
de tijd opnemen.
Als de camera direct van een koude in een
warme omgeving wordt gebracht, of in een
zeer vochtige ruimte, kan er zowel in als op
de camera condensvorming optreden. Deze
condens kan de werking van de camera
verstoren.
In de volgende omstandigheden
treedt er vaak condensvorming op:
• Als de camera van een koude omgeving bijvoorbeeld een skipiste - naar een goed
verwarmde ruimte wordt gebracht.
• Als de camera bijvoorbeeld vanuit een
ruimte of een auto met airconditioning in
de warme buitenlucht wordt gebracht.
Condensvorming voorkomen
Als u van een koude naar een warme
omgeving gaat, berg de camera dan op in
een afgesloten plastic tas en laat het toestel
vervolgens ongeveer een uur lang
acclimatiseren in de nieuwe omgeving. Als
de temperatuur van de camera gelijk is aan
de nieuwe omgevingstemperatuur, kunt de
camera uit de plastic tas halen.
Wanneer condensvorming is
opgetreden
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur totdat de condens is verdampt.
Wanneer u een opname gaat maken terwijl
zich condens aan de binnenkant van de lens
bevindt, is het onmogelijk heldere beelden
op te nemen.
De knoopcelbatterij opladen
Sluit de camera aan op een stopcontact met
behulp van de netspanningsadapter of
plaats een opgeladen accu en laat de camera
ten minste 24 uur staan met de POWERtoets op OFF.
Aanvullende informatie
De DC-stekker reinigen
Reinig de DC-stekker van de AC-adapter
met een droog wattenstaafje. Gebruik de
adapter niet als de stekker vuil is. Als de
stekker vuil is wordt de accu mogelijk niet
goed opgeladen.
40°. Het maken van opnamen op extreem
koude of warme locaties wordt afgeraden.
95-NL
De “Memory Stick”
“Memory Stick” is een nieuw, compact,
draagbaar en veelzijdig IC-opslagmedium
met een grotere opslagcapaciteit dan een
diskette.
Er zijn twee typen “Memory Stick”: een
algemene “Memory Stick” en een
“MagicGate Memory Stick” die is voorzien
van de copyright-beveiligingstechnologie
MagicGate. Bij deze camera kunt u beide
typen “Memory Stick” gebruiken. Maar
aangezien uw camera de MagicGatestandaard niet ondersteunt, worden de
gegevens die u met uw camera opslaat, niet
beschermd door de copyrightbeveiliging
van MagicGate*.
* MagicGate is een copyrightbeveiligingstechnologie die gebruikmaakt
van encryptie.
96-NL
• Het is niet mogelijk om beelden op te nemen of
te wissen als de wispreventieschakelaar op
LOCK staat. De positie en de vorm van de
wispreventieschakelaar kunnen per type
“Memory Stick” verschillen.
De “InfoLITHIUM”accu
Aansluiting
Wat is een “InfoLITHIUM”-accu?
Wispreventieschakelaar
Plaats voor het etiket
• Verwijder de “Memory Stick” niet tijdens het
lezen of schrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen beschadigd raken als de
“Memory Stick” zich op een locatie met veel
statische elektriciteit of storingen bevindt.
• Plak geen dingen op het oppervlak, behalve het
meegeleverde etiket op de daarvoor bestemde
plaats.
• Bewaar de “Memory Stick” in het
meegeleverde draagetui als u deze wilt
opbergen of vervoeren.
• Raak de aansluitpunten van een “Memory
Stick” niet aan met uw hand of met een metalen
voorwerp.
• Sla niet met een “Memory Stick”, buig deze
niet en laat deze ook niet vallen.
• Haal een “Memory Stick” niet uit elkaar en
breng geen wijzigen aan.
• Stel een “Memory Stick” niet bloot aan water.
De “InfoLITHIUM”-accu is een lithium
ion-accu die op basis van de
bedieningsomstandigheden van de camera,
informatie kan geven met betrekking tot de
stroomvoorziening.
De “InfoLITHIUM”-accu berekent het
stroomverbruik op basis van de wijze
waarop u de camera gebruikt en geeft de
resterende accutijd weer in minuten.
De accu opladen
• We raden u aan om de accu op te laden bij
een omgevingstemperatuur van tussen de
10°C en 30°C. Als u de accu oplaadt
buiten dit temperatuurbereik, wordt de
accu mogelijk niet optimaal opgeladen.
• We raden u aan om de accu volledig op te
laden.
De accu optimaal gebruiken
De indicator voor de resterende
accutijd
Als de stroom uitgaat terwijl wordt
aangegeven dat de resterende accutijd nog
voldoende is, ontlaad dan de accu en laad
deze daarna weer volledig op, zodat de
juiste resterende accutijd weer wordt
aangegeven. De juiste resterende accutijd
wordt echter niet hersteld als de accu
gedurende langere tijd is gebruikt bij hoge
temperaturen of als de accu is bewaard in
volledig opgeladen toestand, of als de accu
vaak is gebruikt.
Technische gegevens
De accu opbergen
Systeem
• Als u de accu lange tijd niet gebruikt,
volg dan eenmaal per jaar onderstaande
onderhoudsprocedure.
1. Laad de accu volledig op.
2. Ontlaad de accu in de camera.
3. Haal de accu uit de camera en bewaar
de accu op een droge, koele plaats.
• Om de accu in de camera te ontladen, laat
u de POWER-toets net zo lang aan staan
in de stand voor het afspelen van een
beeldenreeks (pagina 64) tot de camera
uit gaat.
Beeldchip
DSC-P9
8,98 mm (Typ 1/1,8) kleur-CCD
Primair kleurenfilter
DSC-P7
8,93 mm (Typ 1/1,8) kleur-CCD
Primair kleurenfilter
Totaal aantal pixels van de camera
DSC-P9
Ca. 4 130 000 pixels
DSC-P7
Ca. 3 340 000 pixels
Lens
3× zoomlens
f=8−24,0 mm
(35 mm cameraconversie: 39 tot
117 mm)
F2.8−5.6
De levensduur van de accu
• De levensduur van de accu is beperkt. De
opslagcapaciteit van de accu gaat in de
loop der tijd beetje bij beetje achteruit
naarmate u de accu langer gebruikt. Als
de accutijd aanzienlijk is bekort, wordt
dat waarschijnlijk veroorzaakt doordat de
accu het einde van zijn levensduur heeft
bereikt.
• De levensduur van de accu varieert
afhankelijk van de omstandigheden
waarin deze is bewaard en gebruikt.
Verder verschilt de levensduur per accu.
Camera
Effectief aantal pixels van de camera
DSC-P9
Ca. 3 950 000 pixels
DSC-P7
Ca. 3 210 000 pixels
Belichtingssysteem
Automatisch,
SCENE SELECTION (drie modi)
Witbalans
Automatisch, daglicht, bewolkt,
natriumlampen, kwiklampen
Aanvullende informatie
• De prestaties van de accu gaan achteruit
in een omgeving met lage temperaturen.
Bovendien gaat de accu dan minder lang
mee. De accu gaat langer mee als u deze
op een warme plaats, bijvoorbeeld in uw
broekzak of op een andere plaats dicht bij
uw lichaam bewaart. Plaats vervolgens de
accu pas vlak voor de opname in het
toestel.
• Als u het LCD-scherm, de zoomfunctie of
de flitser vaak gebruikt, raakt de accu
sneller leeg.
• We raden u aan om een aantal
reserveaccu’s achter de hand te houden,
zodat u twee tot drie keer langer dan
normaal kunt opnemen. Verder is het
belangrijk om testopnamen te maken,
voordat u daadwerkelijk gaat opnemen.
• Stel de accu niet bloot aan water. De accu
is niet waterbestendig.
97-NL
Bestandsformaat
Stilstaande beelden: DCF-conform
(Exif-versie 2.2, JPEG-conform
GIF voor Clip Motion)
DPOF-compatibel
Films: MPEG1-conform (mono)
Geluid met stilstaand beeld:
MPEG1-conform (mono)
Opnamemedium
“Memory Stick”
Flitser
Aanbevolen afstand
0,5 tot 3,8 m (W)
0,6 tot 2,4 m (T)
(als de ISO-gevoeligheid is ingesteld
op Auto)
Uitgangen
A/V OUT (MONO)-aansluiting
Ministekker
Video: 1 Vp-p, 75 Ω,
ongebalanceerd, synchr. negatief
Audio: 327 mV (bij een belasting
van 47 kΩ)
Uitgangsimpedantie 2,2 kΩ
USB-aansluiting
Mini-B
LCD-scherm
Gebruikt LCD-paneel
3,8 cm (Typ 1,5) TFT-besturing
Totaal aantal beeldpunten
123 200 (560×220) puntjes
98-NL
Stroomvoorziening, algemeen
NP-FC10-accu
Gebruikte accu
NP-FC10
Voeding
3,6 V
Stroomverbruik (tijdens het opnemen)
1,9 W
Bereik bedrijfstemperatuur
0° tot +40°C
Bereik opslagtemperatuur
−20° tot +60°C
Afmetingen 114 × 51,5 × 35,8 mm
(B/H/D, exclusief uitstekende delen)
Gewicht
206 g (inclusief NP-FC10-accu,
“Memory Stick” en polsbandje)
Microfoon
Electret-condensormicrofoon
Luidspreker Dynamische luidspreker
Gebruikte accu
Lithium ion-accu
Maximaal voltage
4,2 V gelijkstroom
Nominaal voltage
3,6 V gelijkstroom
Vermogen
2,4 Wh (675 mAh)
AC-LS1A Netspanningsadapter
Voeding
100 tot 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Nominaal uitgangsvoltage
4,2 V gelijkstroom, 1,5 A
Bereik bedrijfstemperatuur
0° tot +40°C
Bereik opslagtemperatuur
−20° tot +60°C
Afmetingen 105 × 36 × 56 mm(B/H/D, exclusief
uitstekende delen)
Gewicht
Ca. 180 g
(alleen de adapter)
Accessoires
•
•
•
•
•
•
•
•
A/V-kabel (1)
NP-FC10-accu (1)
AC-LS1A-netspanningsadapter (1)
Netsnoer (1)
USB-kabel (1)
Polsbandje (1)
“Memory Stick” (16MB) (1)
CD-ROM (USB-stuurprogramma: SPVD-008)
(1)
• Gebruiksaanwijzing (1)
Het ontwerp en de technische gegevens kunnen
worden gewijzigd zonder voorafgaande
kennisgeving.
Het LCD-scherm
Voor het opnemen van
stilstaande beelden
1
2
3
4
5
60min
qs
qd
qf
qg
qh
2272
3:2
6
7
8
qj
SOLARIZE
+
9
q;
qa
A Beeldformaatindicator (19, 20)
B Indicator opnamestand (58 – 61)
C AE/AF-vergrendelingsindicator
(22, 54)
D Indicator resterende accutijd (11)
qk
ql
ISO
w;
wa
ws
wd
E Flitserstand (26)/Rodeogenreductie (27)/
Witbalansindicator (57)/Indicator
AF-belichter (27, 93)
F Indicator datum en tijd (29)
ISO-gevoeligheid (89)
G Scherpte-indicator (90, 91, 92)
• Als u op de MENU-toets drukt, schakelt u het
menuscherm aan of uit.
Aanvullende informatie
WB
F2.8
125
H Beeldeffectindicator (62)
I Waarschuwing geringe
acculading (11)
J AF-bereikzoeker (53)
K Richtpunt puntbelichting (57)
L Beeldkwaliteitindicator (19, 20)
M SCENE SELECTION-indicator
(30)
N Indicator resterende beelden (21)
Zelfdiagnosedisplay (87)
O Indicator resterende “Memory
Stick”-capaciteit (21)
P Center AF
-indicator (53)/
Brandpuntsafstand (55)
Q Indicator EV-regeling (55)
R Indicator diafragmawaarde
S Indicator sluitersnelheid
T Macro
(24)
U Zelfdiagnosedisplay (25)
V Waarschuwingsindicator voor
trillingen (86)
W Menuscherm (52)
99-NL
Voor films
1
2
3
4
5
60min
160
STBY
SOLARIZE
+
6
WB
A
B
C
D
E
F
G
H
Indicator opnamestand (71)
Indicator resterende accutijd (11)
Witbalansindicator (57)
Beeldeffectindicator (62)
Richtpunt puntbelichting (57)
AF-bereikzoeker (53)
Beeldformaatindicator (71)
Indicator resterende opnametijd
(maximale opnametijd) (12)/
Zelfdiagnosedisplay (87)
I Indicator resterende “Memory
Stick”-capaciteit (21)
J Center AF
-indicator (53)/
Brandpuntsafstand (55)
K Indicator EV-regeling (55)
100-NL
7
8
9
q;
qa
qs
qd
qf
L Macro
(24)
M Zelfontspannerindicator (25)
N Menuscherm (52)
• Als u op de MENU-toets drukt, schakelt u het
menuscherm aan of uit.
Tussen haakjes wordt verwezen naar
pagina’s met belangrijke aanvullende
informatie.
Voor het afspelen van
stilstaande beelden
Voor het afspelen van films
1
2
60min
640
x1.3
11/12
5
6
7
8
q;
qa
qs
60min
VOL.
320
6/8
0:12
Tussen haakjes wordt verwezen naar
pagina’s met belangrijke aanvullende
informatie.
qf
qg
qh
qd
3
qj
qk
4
9
FILE BACK/NEXT
DELETE PROTECT
VOLUME
PRINT
SLIDE
OK
ql
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
Beeldformaatindicator (72)
Indicator opnamestand (72)
Volume-indicator (72)
Afspeelindicator (72)
Filmnummer/Aantal films
opgenomen op de “Memory
Stick” (72)
Resterende “Memory Stick”capaciteit (72)
Teller (72)
Afspeelscherm (72)
Afspeelbalk (72)
Menuscherm (52)
Aanvullende informatie
A Indicator opnamestand (61)
B Volume-indicator (61)/
Beveiligingsindicator (66)/
Afdrukmarkeringsindicator (69)
C Zoomindicator (63)
D Bestandsnaam (50)
E Aantal beelden opgenomen op
de “Memory Stick” (21)
F Indicator resterende “Memory
Stick”-capaciteit (21)
G Beeldnummer (21)
H Beeldformaatindicator (19, 20)
I Indicator opnamedatum en -tijd
(29)/Menuscherm (52)
101-NL
Aanvullende informatie
Register
A
A/V-kabel ......................................................... 34
Accu
Accutijd ...................................................... 12
De accu opladen .......................................... 10
Indicator resterende accutijd ....................... 11
Oplaadtijd ................................................... 12
AE/AF-vergrendeling ................................ 22, 54
AE/AF-vergrendelingslampje ............................ 9
AF ILLUMINATOR ........................................ 93
AF-belichter ................................................. 8, 27
AF-vergrendeling ............................................ 54
AF-vergrendelingslampje (groen) ..................... 9
Automatische scherpstelling ............................ 55
Automatische uitschakelfunctie ...................... 15
B
Beeldeffecten ................................................... 62
Beelden
Beelden kopiëren ........................................ 45
Beeldformaat .................................. 19, 20, 88
Beeldkwaliteit ............................................. 19
Bestandsnamen ........................................... 49
Wijze van opslaan ....................................... 49
Beelden kopiëren ....................................... 45, 51
Beelden wissen ................................................ 36
Belichting
EV-regeling ................................................. 55
Bestand
Bestandsnamen ........................................... 49
Wijze van opslaan ....................................... 49
Bijsnijden ......................................................... 64
Buitenland, camera gebruiken ......................... 14
102-NL
C
G
CD-ROM ......................................................... 42
Close-ups opnemen (macro) ............................ 24
Computer
Beelden kopiëren .................................. 45, 51
Films naar uw computer kopiëren .............. 77
USB-kabel ................................................... 44
USB-stuurprogramma ................................. 42
Condensvorming .............................................. 95
GIF ................................................................... 50
D
Datum en tijd instellen ..................................... 16
Datum en tijd op het beeld weergeven ............ 29
DC-stekker ................................................. 10, 95
DIVIDE ........................................................... 75
I
Index ................................................................ 32
Installeren
USB-stuurprogramma ................................. 42
Instellingen
Beeldformaat ................................... 19, 20, 88
Beeldkwaliteit ............................................. 19
Datum en tijd .............................................. 16
Menu wijzigen ............................................ 52
SET UP ....................................................... 52
ISO ................................................................... 89
J
E
JPG ................................................................... 50
E-MAIL ........................................................... 61
Enkelvoudige beelden weergeven ................... 32
EV-regeling ...................................................... 55
L
F
Films
Continu opnemen ........................................ 13
Films naar uw computer kopiëren .............. 77
Films opnemen ............................................ 71
Films splitsen .............................................. 75
Films wissen ............................................... 73
Weergeven .................................................. 72
Flitser
Een flitserstand kiezen ................................ 26
FLASH LEVEL .................................... 90, 91
RED EYE REDUCTION ........................... 27
FORMAT ......................................................... 40
LCD-schermdisplay
DSPL/LCD ON/OFF .................................. 28
Helderheid ................................................... 94
M
Memory Stick
Aantal beelden dat kan worden
opgenomen ............................................. 21
Een “Memory Stick” formatteren ............... 40
Een “Memory Stick” plaatsen ..................... 18
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen/beschikbare opnametijd ...... 88
Menu
Menu wijzigen ............................................ 52
Modusknop .................................................. 9, 52
MPG ................................................................. 50
N
NR-stand voor lange sluitertijden ....................31
NTSC ................................................................94
O
Opladen
De accu opladen ..........................................10
Oplaadtijd ....................................................12
Opnamestand
Clip Motion .................................................58
E-MAIL .......................................................61
MPEG MOVIE ............................................71
Opnemen (met automatische
instellingen) ............................................22
Opnemen in de Multi Burst-stand ...............59
VOICE .........................................................61
P
R
RED EYE REDUCTION ...........................27, 93
Regeltoets .........................................................15
RESET-knop .................................................9, 87
S
SCENE SELECTION ......................................30
Scherpstellen
AE/AF-vergrendelingslampje ........................9
AF-vergrendeling ........................................54
Brandpuntsafstanden ...................................55
Opnemen (met automatische
instellingen) ............................................22
T
Toegangslampje ............................................... 18
Tv-toestel ......................................................... 34
U
USB ........................................................... 42, 44
V
Voeding
Accu ............................................................ 10
De accu plaatsen ......................................... 10
Externe stroombron .................................... 14
In- en uitschakelen ...................................... 15
VOICE ............................................................. 61
Voorzorgsmaatregelen ..................................... 95
W
Waarschuwingen en meldingen ....................... 86
Z
Zelfontspanner ................................................. 25
Zoeker .............................................................. 28
Zoomfunctie
De zoomfunctie gebruiken .......................... 24
Digitale zoom .............................................. 24
Vergroot weergeven .................................... 63
Aanvullende informatie
PAL ...................................................................94
Pieptoon en sluitergeluid ..................................94
SCN ................................................................. 30
SHARPNESS .................................................. 90
Stilstaande beelden afspelen
Beelden weergeven op een computer ... 48, 51
Beelden weergeven op een tv-scherm ........ 34
Beeldenreeks ............................................... 64
De zoomfunctie gebruiken .......................... 24
Enkelvoudige beelden weergeven .............. 32
Markeren via het indexscherm (negen
beelden) .................................................. 33
Quick Review ............................................. 23
ROTATE ..................................................... 65
Stilstaande beelden bewerken
Afdrukmarkering ........................................ 69
Beveiligen ................................................... 66
Formaat wijzigen ........................................ 68
Stilstaande beelden opnemen
Aantal beelden dat kan worden
opgenomen ....................................... 12, 21
Aantal beelden dat kan worden
opgeslagen ............................................. 88
AE/AF-vergrendelingslampje ....................... 9
Automatische scherpstelling ....................... 55
Beeldeffecten .............................................. 62
Beeldformaat .............................................. 19
Beeldkwaliteit ............................................. 19
Close-ups opnemen (macro) ....................... 24
Datum en tijd op het beeld weergeven ....... 29
De zelfontspanner gebruiken ...................... 25
Een flitserstand kiezen ................................ 26
EV-regeling ................................................. 55
Met automatische instellingen .................... 22
Puntbelichting ............................................. 56
SCENE SELECTION ................................. 30
Witbalans .................................................... 57
Zoomfunctie ................................................ 24
103-NL
010BCO.FM Page 108 Thursday, August 1, 2002 1:20 PM
3 0 7 5 8 9 6 4 2
Stampato con inchiostro a base di
olio vegetale senza COV
(composto organico volatile).
Gedrukt met VOC (vluchtige
organische verbinding)-vrije inkt
op basis van plantaardige olie.
Sony Corporation Printed in Japan
Ulteriori informazioni su questo prodotto e risposte agli
interrogativi più comuni sono reperibili presso il nostro sito Web
di sostegno acquirenti.
Nadere bijzonderheden over dit product en de antwoorden op
vaak gestelde vragen kunt u vinden op onze Klantendienst
Website.