BR-M596
SM-BH90-SS
SM-RT64
BL-M596
< Voor rechter hendel >
BL-M596
BR-M596
■ Afstelling van het bereik
Draai met behulp van een 2,5 mm inbussleutel de afstelbout vast (rechtsom) om de slag
te vergroten en draai deze los (linksom) om de slag te verkleinen.
< Voor linker hendel >
Bereikafstelbout
■ Monteren van de remhendel
Bevestig de remhendel zoals aangegeven in
de illustratie. (Controleer of de remhendel
tijdens de bediening de schakelhendel niet
hindert. Zie ook de montage-instructies voor
de schakelhendel. Bij bepaalde typen kan het
noodzakelijk zijn dat de schakelhendel als
eerste gemonteerd wordt als gevolg van de
positie van de
schakelhendelbevestigingsbouten.)
■ Minerale olie vernieuwen
Het wordt aanbevolen de olie in de reservoirtank te vernieuwen als deze ernstig verkleurd
raakt.
Bevestig een slang met een zak aan de ontluchtingsnippel, open vervolgens de
ontluchtingsnippel en tap de olie af. U kunt daarbij de remhendel indrukken om het
aftappen van de olie te bespoedigen. Na het aftappen van de olie, het systeem met nieuwe
minerale olie vullen. Zie "Bijvullen van minerale olie en ontluchten". Gebruik uitsluitend
originele Shimano minerale olie.
Ruim de afgewerkte olie op overeenkomstig de landelijk geldende milieuwetgeving.
Lees de montage-instructies voor het “Bijvullen van minerale olie en
ontluchten” tesamen met deze montage-instructies.
Aantrekkoppel van remhendel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Algemene veiligheidsinformatie
• Opruimen van afgewerkte olie : Houd u bij het opruimen aan de landelijk geldende
milieuwetgeving. Neem bij het gereedmaken van de
olie voor het opruimen de nodige voorzichtigheid in
acht.
• Aanwijzingen : Houd het blik gesloten om binnendringen van vuil en vocht te
voorkomen en bewaar dit op een koele, donkere plaats buiten het
bereik van direct zonlicht of hitte.
■
Inloopperiode
• Schijfremmen hebben een inloopperiode en de remkracht zal geleidelijk aan met het
verloop van de inloopperiode toenemen. Zorg er voor dat u op de toename van de
remkracht voorbereid bent wanneer u de remmen tijdens de inloopperiode gebruikt.
Hetzelfde doet zich voor wanneer de remblokken of de rotor vernieuwd worden.
■ Bij het reinigen met een compressor
• Als u bij het demonteren van het huis van de remblokhouder voor het reinigen van
de interne onderdelen gebruik maakt van een compressor, er rekening mee houden
dat vocht van de perslucht op de onderdelen van de remblokhouder achterblijft. Laat
de onderdelen van de remblokhouder voldoende drogen alvorens de remblokhouder
te monteren.
Opmerking
• De 203 mm en 180 mm rotors hebben een grotere diameter dan de 160 mm rotors
voor cross-country fietsen en dus hebben deze rotors een grotere flexibiliteit. Als
gevolg kunnen deze met de remblokken in aanraking komen.
• Als het montageuitsteeksel van de remklauw en de vork niet parallel zijn, bestaat de
kans dat de rotor en de remklauw elkaar raken.
• Het wordt aanbevolen de remblokafstandstukken te monteren wanneer het fietswiel
verwijderd wordt. De remblokafstandstukken voorkomen dat de zuiger naar buiten
komt als de remhendel wordt ingedrukt wanneer het wiel verwijderd is.
• Als de remhendel wordt ingedrukt zonder dat de remblokafstandsstukken
gemonteerd zijn, zullen de zuigers verder dan normaal naar buiten gedrukt worden.
Gebruik een platte schroevendraaier of soortgelijk gereedschap om de remblokken
terug te duwen. Let er op daarbij de buitenzijden van de remblokken niet te
beschadigen. (Als de remblokken niet gemonteerd zijn, een plat gereedschap
gebruiken om de zuigers recht naar binnen te drukken en er op letten ze daarbij niet
te beschadigen.) Als het moeilijk is de remblokken of de zuigers terug te duwen, de
ontluchtingsschroeven verwijderen en vervolgens nogmaals proberen. (Het is
mogelijk dat er dan enige olie uit de reservoirtank lekt.)
• Gebruik isopropyl alcohol, zeepwater of een droge doek bij het reinigen of het
uitvoeren van onderhoud aan het remsysteem. Gebruik geen in de handel
verkrijgbare remreinigingsmiddelen of smeermiddelen, aangezien deze beschadiging
van onderdelen als afdichtingen kunnen veroorzaken.
• Bij het demonteren van de remblokhouder de zuigers niet verwijderen.
• Als de rotor versleten, gescheurd of kromgetrokken is, dient deze vernieuwd te
worden.
• Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage of veroudering dat het
gevolg is van normaal gebruik.
• De 203 mm en 180 mm rotors leveren een groter remvermogen dan de 160 mm rotors. Zorg ervoor
dat u volledig vertrouwd bent met de remeigenschappen alvorens u de remmen gaat gebruiken.
• Neem extra voorzichtigheid in acht en houd uw vingers uit de buurt van de
draaiende schijfremrotor tijdens montage of onderhoud aan het wiel. De rotor is
bijzonder scherp en kan ernstig letsel aan uw vingers toebrengen als deze in de
openingen van de draaiende rotor beklemd raken.
• De remblokhouder en de rotor zullen tijdens het gebruik van de remmen heet worden, dus raak
deze onderdelen tijdens het fietsen of onmiddellijk na het afstappen van de fiets niet aan, omdat
anders de kans bestaat dat u brandwonden oploopt. Controleer alvorens te proberen de remmen af
te stellen of de remonderdelen voldoende afgekoeld zijn.
• De benodigde remafstand zal langer zijn bij nat weer. Verminder uw snelheid en trek de remmen
tijdig en voorzichtig aan.
• Als het wegdek nat is, zullen de banden gemakkelijker slippen. Als de banden slippen, bestaat de
kans dat u van de fiets valt. Om dit te voorkomen, uw snelheid verminderen en de remmen tijdig en
voorzichtig aantrekken.
• Controleer steeds alvorens u met de fiets gaat rijden of de voor- en achterremmen correct
functioneren.
• Wees voorzichtig en laat geen olie of vet in aanraking komen met de rotor en de remblokken,
anders bestaat de kans dat de remmen niet correct functioneren.
• Als er per ongeluk olie of vet op de remblokken terechtkomt, dient u de
remblokken te vernieuwen. Als er olie of vet op de rotor terechtkomt, dient u de
rotor te reinigen. Als dit niet gebeurt, bestaat de kans dat de remmen niet correct
functioneren.
• Controleer alvorens met de fiets te gaan rijden of de dikte van elk remblok 0,5 mm
of meer is.
• Dampstremming kan zich voordoen wanneer de remmen continu worden gebruikt.
Om deze toestand te verhelpen, de remhendel kortstondig loslaten.
• Gebruik uitsluitend originele Shimano minerale olie. Als andere soorten olie worden gebruikt, kan dit
problemen met de remwerking opleveren en er toe leiden dat het systeem onbruikbaar wordt.
• Gebruik uitsluitend olie uit een pas geopend blik en gebruik olie die afgetapt is van de
ontluchtingsnippel niet opnieuw. Oude olie of reeds gebruikte olie kan water bevatten dat
dampstremming in het remsysteem kan veroorzaken.
• Zorg er voor dat geen water of luchtbellen in het remsysteem terechtkomen, omdat anders de kans
op dampstremming bestaat. Wees speciaal voorzichtig tijdens het verwijderen van de
ontluchtingsschroeven.
• Als voor het afstellen van de lengte van de remslang de slang wordt afgeknipt of wanneer de
remslang van links naar rechts of vice versa wordt verwisseld, de slang ontluchten aan de hand van
de stappen (4), (8) tot en met (12) zoals aangegeven in "Bijvullen van minerale olie en ontluchten" in
de montage-instructies.
• Bij het ondersteboven of op zijn kant plaatsen van de fiets, is het mogelijk dat er wat luchtbellen in
de reservoirtank van het remsysteem terechtkomen die zijn achtergebleven toen de
ontluchtingsschroeven werden aangebracht of die zich in verschillende onderdelen van het
remsysteem verzameld hebben nadat dit gedurende langere tijd gebruikt is. Dit schijfremsysteem is
niet geschikt om ondersteboven te worden geplaatst. Als de fiets ondersteboven of op zijn kant
wordt geplaatst, bestaat de kans dat de luchtbellen in de reservoirtank in de richting van de
remblokhouder verplaatst worden. Als er in deze toestand met de fiets wordt gereden, bestaat het
gevaar dat de remmen niet functioneren en dat er een ernstig ongeluk veroorzaakt wordt. Als de
fiets ondersteboven of op zijn kant is geplaatst, de remhendel enkele malen indrukken om te
controleren of de remmen normaal functioneren alvorens met de fiets te gaan rijden. Als de remmen
niet normaal functioneren, deze aan de hand van de volgende procedure afstellen.
• Als zich olielekkages voordoen, het gebruik van de remmen onmiddellijk stoppen en de juiste
reparaties uitvoeren. Als u blijft doorgaan met fietsen terwijl olie lekt, bestaat het gevaar dat de
remmen plotseling niet meer functioneren.
• Als de quick release hendel zich aan dezelfde zijde als de rotor bevindt, bestaat het gevaar dat deze
de rotor hindert, dus controleer of er geen hinder is.
• Het is van vitaal belang dat u de werking van het remsysteem van uw fiets volledig begrijpt. Indien
het remsysteem niet op de juiste wijze gebruikt wordt, kan dit tot gevolg hebben dat u de macht over
het stuur verliest of tot een ongeluk leiden waarbij u ernstige verwondingen kunt oplopen. Omdat de
bediening van elke fiets verschillend is, dient u de juiste remtechnieken te leren (zoals de kracht
waarmee de remhendel ingedrukt dient te worden alsmede de overige bedieningseigenschappen
van uw fiets). Raadpleeg hiervoor het instructieboekje van uw fiets en een professionele
fietsenhandelaar en oefen uw rij- en remtechniek.
• Als de voorrem te krachtig wordt aangetrokken, bestaat de kans dat het wiel blokkeert en dat de
fiets over de kop slaat wat ernstig letsel kan veroorzaken.
• Shimano schijfremsystemen zijn niet compatibel met tandemfietsen. Aangezien tandemfietsen een
groot totaalgewicht hebben, neemt bij gebruik van de remmen de belasting op het remsysteem toe.
Als hydraulische schijfremmen met tandemfietsen gebruikt worden, wordt de olietemperatuur te
hoog en kan er dampverstopping optreden of kunnen er scheurtjes in de remslangen ontstaan wat
tot gevolg heeft dat de remmen niet meer functioneren.
• Zorg er voor dat u de montage-instructies heeft en lees deze nauwkeurig alvorens de
onderdelen te monteren. Loszittende, versleten of beschadigde onderdelen kunnen tot gevolg
hebben dat u met de fiets komt te vallen en ernstig letsel oploopt. Het wordt ten zeerste aanbevolen
uitsluitend gebruik te maken van originele Shimano vervangingsonderdelen.
• Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig en bewaar ze op een veilige plaats voor
toekomstige referentie.
• A01S remblokken zijn ontworpen ter vermindering van bijgeluiden die tijdens het
gebruik van de remmen door de remblokken en de rotor worden geproduceerd. Voor
dit type remblok echter is een langere inloopperiode vereist in vergelijking tot M06
remblokken.
■ Behandeling van de minerale olie
• Gebruik bij de behandeling een veiligheidsbril en vermijd aanraking met de ogen. Aanraking met de
ogen kan irritatie veroorzaken. In het geval van aanraking met de ogen, deze met schoon water
uitspoelen en onmiddellijk medische hulp inroepen.
• Gebruik bij de behandeling handschoenen. Aanraking met de huid kan huiduitslag en irritatie
veroorzaken. In het geval van aanraking met de huid, deze goed met water en zeep wassen.
• Het inademen van olienevel of dampen kan braken veroorzaken. Bedek neus en mond met een
stofmasker en werk op een goed geventileerde plaats. Als u olienevel of damp heeft ingeademd,
onmiddellijk naar een plaats met frisse lucht gaan. Doe een deken om. Houd uzelf warm en stabiel
en roep deskundige medische hulp in.
• Niet drinken. Dit kan braken of diarree veroorzaken.
• Buiten het bereik van kinderen houden.
• Het olieblik niet inknippen, lassen of onder druk brengen, aangezien dit ontploffing of brand kan
veroorzaken.
Technische montage-instructies SI-8KC0A-001
Remblokhouder
Slang
Rotor
Remhendel
Kabelsteun
Minerale Olie
Remblokeenheid
Kunststof remblokken
Metalen remblokken
SM-HANG
SM-DB-OIL
A01S
M06
Voor het verkrijgen van de beste prestaties wordt het aanbevolen gebruik te maken
van de onderstaande combinatie.
Gebruik bij C-vormige geleiders en
kabelaanslagen van het normale type
voor het bevestigen de speciale
Shimano kraag (afzonderlijk
verkrijgbare onderdelen), zoals
aangegeven in de illustratie.
Druk de remhendel enkele malen in en controleer of de remmen al dan niet normaal
functioneren. Controleer ook of er geen zichtbare tekenen zijn van olielekkage.
Aantrekkoppel:
0,3 - 0,5 N·m {3 - 5 kgf·cm}
< C-vormige geleider > < Normaal type kabelaanslag >
■ Remblokken vernieuwen
Onderhoud
Opmerking: Dit remsysteem is zodanig ontworpen dat naarmate de remblokken
versleten raken, de zuigers geleidelijk naar buiten verplaatst worden voor
het automatisch afstellen van de tussenruimte tussen de rotor en de
remblokken. Daarom moeten bij het vervangen van de remblokken de
zuigers terug in hun uitgangsposities geduwd worden.
Vernieuw de remblokken als na het olie bijvullen olie op
de remblokken is terechtgekomen, of als de remblokken
afgesleten zijn tot een dikte van 0,5 mm of als de
remblokdrukveren met de rotor in aanraking komen.
1. Verwijder het wiel uit het frame en verwijder de
remblokken zoals aangegeven in de illustratie.
2. Reinig de zuigers en de directe omgeving daarvan.
3. Duw met behulp van een plat
gereedschap de zuigers recht en
volledig naar binnen en let er op de
zuigers daarbij niet te verdraaien. De
zuigers niet met een scherp
gereedschap naar binnen duwen. De
zuigers kunnen daardoor beschadigd
worden.
4. Monteer de nieuwe remblokken
en monteer vervolgens de
remblokafstandstukken (rood).
Buig daarna de splitpen open.
5. Druk de remhendel enkele malen in om te controleren of de werking stroef wordt.
6. Verwijder de remblokafstandstukken, monteer het wiel en controleer vervolgens of de
rotor en remblokhouder elkaar niet raken. Als deze elkaar raken, afstellen aan de hand
van de instructies onder "Monteren van de remblokhouder".
■ Afstelling wanneer de zuigers niet correct werken
Het mechanisme van de remblokhouder omvat twee zuigers. Als deze zuigers niet goed
werken of ongelijkmatig uitsteken of als de remblokken in contact blijven met de rotor, de
zuigers aan de hand van de volgende procedure afstellen.
1. Verwijder het wiel en de remblokken. Reinig de zuigers en hun directe omgeving.
2. Duw met behulp van een plat gereedschap de zuigers recht en volledig naar binnen en
let er op de zuigers daarbij niet te verdraaien. De zuigers niet met een scherp
gereedschap naar binnen duwen. De zuigers kunnen daardoor beschadigd worden.
3. Monteer de remblokken en de remblokafstandstukken (rood).
4. Druk de remhendel volledig in en druk deze daarna nog enkele malen in zodat de twee
zuigers alle naar hun uitgangsposities terugkeren.
5. Verwijder het remblokafstandsstuk, monteer het wiel en controleer vervolgens of de
rotor en de remblokken elkaar niet raken. Als deze elkaar raken, de bevestigingsbouten
losdraaien en zodanig afstellen dat deze elkaar niet meer raken.
■ Monteren van de rotor
SM-RT64 (160mm)
SM-RT64M (180mm)
SM-RT64L (203mm)
Voor de montage van dit product zijn de volgende gereedschappen
vereist.
Plaats van gebruik
Borgring van rotorbevestiging
Bevestigingsbout van remhendel
Bevestigingsbout van remblokhouder
Bevestigingsas van remblok
Ontluchtingsschroef van remhendel
Kabelsteun
Bevestigingsbout van remslang
Ontluchtingsnippel
TL-LR15
Inbussleutel 4 mm
Inbussleutel 5 mm
Bevestigingsbout van adapter (stang-gemonteerde type)
Inbussleutel 5 mm
Radiotang
2,5 mm inbussleutel
Phillips schroevendraaier #2
Steeksleutel 8 mm
Steeksleutel 7 mm
Gereedschap
Aantrekkoppel:
40 - 50 N·m {400 - 500 kgf·cm}
Controleer in het geval van het monteren van onderdelen aan een koolstof
frame/stuurdelen de aanbeveling van de fabrikant van het koolstof frame/delen
omtrent het aantrekkoppel om beschadiging van het koolstof materiaal door een
te hoog aantrekkoppel en/of het losraken van onderdelen als gevolg van een te
laag aantrekkoppel te voorkomen.
Borgring van
rotorbevestiging
TL-LR15
Montage
WAARSCHUWING
LET OP
■ Inrijgen van de wielspaken
Controleer of de spaken zijn ingeregen zoals aangegeven in de illustratie.
Radiaalmontage mag niet worden toegepast.
Rijg de spaken in zoals aangegeven in Afbeelding 1 hieronder voor de
linkerzijde van het voorwiel (de zijde waar de rotor gemonteerd is) en de linker
en rechter zijden van het achterwiel en zoals aangegeven in Afbeelding 2
hieronder voor de rechterzijde van het voorwiel.
Draairichting
van wiel
Linksvoor Linksachter Rechtsachter Rechtsvoor
Afb. 2Afb. 1
• Verwijder het afstandsstuk voor ontluchten (geel) en plaats vervolgens het wiel met de rotor er
aan in het frame.
• Monteer de remblokken. Buig daarna de splitpen open.
■ Monteren van de remblokhouder en bevestigen van de slang
< Voorzijde >
< Voorzijde >
< Achterzijde >
Aantrekkoppel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Aantrekkoppel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Remblokhouder
Rotor
Adapter
Bevestigingsbouten
van remblokhouder
Bevestigingsbouten
van remblokhouder
Bevestigingsbouten
van adapter
Bevestigingsbouten
van adapter
Monteer bij internationale standaard bevestigingen adapters aan de remblokhouders voor
post-type bevestigingen.
(Er zijn afzonderlijke voor en achter adapters beschikbaar.)
1. Monteer eerst de adapter en monteer vervolgens de remblokhouder provisorisch aan het
frame. (De remblokhouder moet in zijdelingse richting kunnen bewegen.)
2. Druk de remhendel zodanig in dat de rotor door de remblokken vastgeklemd wordt en draai
vervolgens de bevestigingsbouten van de remblokhouder vast.
● Internationale standaard montagetype ● Stang-gemonteerde montagetype
Monteer provisorisch de
remblokhouder aan het frame (zodat
de remblokhouder zijdelings verplaatst
kan worden), druk de remhendel
zodanig in dat de rotor door de
remblokken vastgeklemd wordt en
draai vervolgens de bevestigingsbouten
van de remblokhouder vast.
■ Monteren van de slang
Zie de montage-instructies voor de SM-BH90-SS remslang (SI-8KH0) voor
bijzonderheden over het monteren van de slang. Zorg ervoor tijdens het
monteren de slang niet te verdraaien. Let erop dat de remblokhouder en de
hendels in de posities zijn zoals aangegeven in de illustraties.
Afstandsstuk
voor ontluchten
(geel)
Remblokken
Splitpen
Monteer de bijgeleverde kapjes zoals aangegeven in de illustratie om losraken van de bouten te
voorkomen.
< Voorzijde > < Achterzijde >
Kapjes
Kapje
Kapjes
Stang-gemonteerd type
Remblokafstandstuk
(rood)
Splitpen
Remblokken
Zuiger
Splitpen
SI-8KC0A-001-03
Schijfremsysteem
Dampstremming is een verschijnsel waarbij de olie binnen in het remsysteem verhit raakt,
waardoor water of luchtbellen die in het remsysteem aanwezig zijn gaan uitzetten. Dit kan
vervolgens een plotselinge toename in de remhendelslag veroorzaken.
< Als de remwerking traag is wanneer de hendel wordt ingedrukt >
Druk de remhendel voorzichtig enkele malen in en wacht totdat de luchtbellen naar de
reservoirtank terugkeren. Het wordt aanbevolen vervolgens de ontluchtingsschroeven te
verwijderen en de reservoirtank met minerale olie te vullen totdat er geen luchtbellen meer
over zijn. Als de remmen nog steeds traag werken, het remsysteem ontluchten. (Zie
"Bijvullen van minerale olie en ontluchten".)
* Montage-instructies in andere talen zijn beschikbaar op :
http://techdocs.shimano.com
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
Ontluchten SM-DISC, Spuitje