Nikon COOLPIX S6700 Referentie gids

Type
Referentie gids
DIGITALE CAMERA
Naslaggids
Nl
i
Inleiding
Onderdelen van de camera
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
Opnamefuncties
Weergavefuncties
Films opnemen en weergeven
Algemene camera-instellingen
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Referentiegedeelte
Technische opmerkingen en index
ii
Inleiding
Inleiding
Dank u voor uw aankoop van de Nikon COOLPIX S6700 digitale camera. Voor u deze camera
gebruikt, dient u de informatie in “Voor uw veiligheid” (Aviii-x) te lezen en u vertrouwd te maken
met de informatie in deze handleiding. Als u deze handleiding heeft gelezen, dient u ze in de buurt
te bewaren, zodat u de handleiding kunt raadplegen om uw nieuwe camera nog beter te leren
gebruiken.
Lees dit eerst
iii
Inleiding
Over deze handleiding
Als u de camera onmiddellijk wilt gebruiken, zie “De basisbeginselen van opnemen en weergeven”
(A10).
Als u meer wilt weten over de onderdelen van de camera en de informatie die op de monitor wordt
weergegeven, raadpleegt u “Onderdelen van de camera” (A1).
iv
Inleiding
Andere informatie
Symbolen en conventies
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten worden in deze handleiding “geheugenkaarten”
genoemd.
Met “standaardinstelling” wordt de instelling bij aankoop bedoeld.
De namen van de menuopties die op de cameramonitor verschijnen en de namen van knoppen
of meldingen die op de computermonitor verschijnen, worden vet weergegeven.
In sommige schermvoorbeelden in deze handleiding zijn afbeeldingen weggelaten om
aanduidingen op de monitor duidelijker weer te geven.
De illustraties en monitorinhoud in deze handleiding kunnen afwijken van de eigenlijke
weergave.
Symbool Beschrijving
B
Dit symbool staat bij waarschuwingen en informatie die moeten worden gelezen
voordat u de camera gaat gebruiken.
C
Dit symbool staat bij opmerkingen en informatie die moeten worden gelezen voordat u
de camera gaat gebruiken.
A/E/
F
Deze pictogrammen verwijzen naar andere pagina's met relevante informatie;
E: “Referentiegedeelte”, F: “Technische opmerkingen en index”
v
Inleiding
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue productondersteuning
en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en
algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer informatie contact op met
de dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiger. Bezoek de onderstaande website voor de contactgegevens.
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en bevatten
complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (inclusief batterijladers,
batterijen, lichtnetlaadadapter en lichtnetadapters), die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik
met deze digitale camera van Nikon, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen
van deze elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN VERVAARDIGD, KAN DE
CAMERA BESCHADIGEN EN DE
NIKON-GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van derden die het Nikon
holografische zegel niet dragen, kan de normale werking van de camera
verstoren of ertoe leiden dat de batterijen oververhit raken, ontbranden,
barsten of lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op
met een door Nikon erkende leverancier.
Voordat u belangrijke beelden gaat maken
Voordat u beelden gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis), kunt u best
enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor
schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan uw camera.
Holografisch zegel:
Dit zegel duidt aan dat dit
apparaat een origineel
Nikon-product is.
vi
Inleiding
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde documentatie mag worden gereproduceerd,
overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in enige vorm worden
vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de hardware
en software die in deze documentatie worden beschreven op elk gewenst moment te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze documentatie juist en
volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op de hoogte brengt van eventuele
onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd met
behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke)
overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van een stempel “Voorbeeld” of
“Specimen”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buitenland
in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of
reproduceren van ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden. Het
kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post) zegels en gecertificeerde wettelijke
documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en
dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal
kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of reproduceren
van door de overheid uitgegeven paspoorten, door overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven
vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechtelijk beschermde creatieve werken, zoals boeken, muziek,
schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto's, wordt gereguleerd door de nationale en
internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product niet voor het maken van illegale kopieën of voor
andere activiteiten die het auteursrecht schenden.
vii
Inleiding
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van beelden of het formatteren van opslagmedia, zoals
geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden
verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden
op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot
gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot
dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te werpen of aan
een ander over te dragen. U kunt het medium ook eerst formatteren en vervolgens geheel vullen met
beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld beelden van de lucht). Vergeet ook niet
eventuele beelden te vervangen die u voor de optie Selecteer beeld bij de instelling Welkomstscherm
(A73) heeft geselecteerd. Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van opslagmedia en voorkom letsel
en beschadiging van eigendommen.
viii
Inleiding
Om schade aan uw Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen, verzoeken wij u de
volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit product in gebruik te nemen.
Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar alle gebruikers van dit product deze kunnen
lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk vermelde
veiligheidsvoorschriften worden aangeduid door middel van het volgende symbool:
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur uit de
camera of de lichtnetlaadadapter komt, koppel
de lichtnetlaadadapter dan los en verwijder de
batterij onmiddellijk. Let hierbij op dat u geen
brandwonden oploopt. Als u de camera blijft
gebruiken, kan dit tot letsel leiden. Nadat de
batterij is verwijderd resp. de stekker uit het
stopcontact is gehaald, dient het apparaat door
een door Nikon erkende servicedienst te
worden nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van de
camera of lichtnetlaadadapter kan leiden tot
letsel. Reparaties mogen uitsluitend door
bevoegde technici worden uitgevoerd. Als de
camera of de lichtnetlaadadapter door een val
of ander ongeluk openbreekt, haalt u de
stekker uit het stopcontact en/of verwijdert u
de batterij en laat u het product nakijken door
een door Nikon erkende servicedienst.
Gebruik de camera of
lichtnetlaadadapter niet in de buurt
van ontvlambare gassen
Gebruik elektronische apparatuur niet in de
buurt van ontvlambare gassen, omdat dit kan
leiden tot ontploffingen of brand.
Wees voorzichtig met de camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek van een
baby of kind.
Buiten bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterij of
andere kleine onderdelen niet in hun mond
kunnen stoppen.
Voor uw veiligheid
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit Nikon-product
in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt voorkomen.
ix
Inleiding
Vermijd langdurig contact met de
camera, batterijlader of
lichtnetadapter terwijl de apparaten
zijn ingeschakeld of in gebruik zijn
Delen van de apparaten worden heet. Laat u de
apparaten voor langere tijd in direct contact
komen met de huid, dan kan dit lichte
brandwonden tot gevolg hebben.
Laat het product niet achter op
plaatsen waar het blootstaat aan
extreem hoge temperaturen, zoals
een afgesloten auto of in direct
zonlicht
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dat schade of brand veroorzaken.
Ga voorzichtig om met de batterij
Bij onjuist gebruik kan de batterij gaan lekken,
oververhit raken of ontploffen. Let op de
volgende punten bij het gebruik van de batterij
in combinatie met dit product:
Schakel het apparaat uit voordat u de
batterij verwisselt. Wanneer u de
lichtnetlaadadapter/lichtnetadapter
gebruikt, dient u zeker te zijn dat de stekker
is uitgetrokken.
Gebruik enkel een oplaadbare Li-ionbatterij
EN-EL19 (meegeleverd). Laad de batterij op
met behulp van een camera die het
opladen van batterijen ondersteunt. Gebruik
daartoe de lichtnetlaadadapter EH-70P
(meegeleverd) of de functie Opladen via
computer. De batterijlader MH-66 (apart
verkrijgbaar) is ook geschikt om de batterij
op te laden zonder een camera te
gebruiken.
Probeer de batterij niet ondersteboven of
achterstevoren in de camera te plaatsen.
U mag de batterij niet kortsluiten of uit
elkaar halen, of de isolatie of het omhulsel
verwijderen of openbreken.
Stel de batterij niet bloot aan vuur of
bovenmatige hitte.
Dompel de batterij niet onder in water en
zorg dat deze niet vochtig wordt.
Plaats de batterij in een plastic zak enz. om
ze te isoleren voor u ze transporteert.
Vervoer of bewaar de batterij niet bij
metalen voorwerpen, zoals halskettingen of
haarspelden.
Een volledig ontladen batterij kan gaan
lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, dient u de batterij te
verwijderen wanneer deze leeg is.
Stop onmiddellijk met het gebruik van de
batterij wanneer zich een verandering
voordoet, zoals verkleuring of vervorming.
Spoel kleding of huid die in contact is
gekomen met vloeistof uit een beschadigde
batterij onmiddellijk af met veel water.
Neem bij gebruik van de
lichtnetlaadadapter de
onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht
Houd de lichtnetlaadadapter droog. Als u
deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot brand of een
elektrische schok.
Verwijder stof op of bij de metalen
onderdelen van de stekker met een droge
doek. Als u dit nalaat en het product blijft
gebruiken, kan dit brand veroorzaken.
Raak de stekker niet aan en blijf uit de buurt
van de lichtnetlaadadapter tijdens onweer.
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot een elektrische
schok.
x
Inleiding
Voorkom beschadigingen of veranderingen
aan de USB-kabel. Trek de kabel niet met
kracht los en buig deze niet. Plaats geen
zware voorwerpen op de kabel en stel de
kabel niet bloot aan hitte of vuur. Als de
isolatie beschadigd raakt en de draden bloot
komen te liggen, laat de kabel dan door een
door Nikon erkende servicedienst nakijken.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in
acht neemt, kan dit brand of een elektrische
schok veroorzaken.
Raak de stekker of de lichtnetlaadadapter
niet met natte handen aan. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan
dit leiden tot een elektrische schok.
Gebruik geen converters of adapters om van
de ene spanning naar de andere spanning
om te schakelen en gebruik geen DC-naar-
AC omvormers. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan het product
beschadigen of leiden tot oververhitting of
brand.
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de voor
dit doel meegeleverde of bij Nikon verkrijgbare
kabels, zodat wordt voldaan aan de
productvoorschriften.
Wees voorzichtig met de bewegende
delen
Pas op dat uw vingers of andere voorwerpen
niet bekneld raken tussen de
objectiefbescherming of andere bewegende
delen.
Cd-rom's
Speel de cd-rom's die bij dit apparaat worden
geleverd niet af op een audio-cd-speler. Als u
cd-rom's afspeelt op een audio-cd-speler, kan
dit leiden tot gehoorverlies of beschadiging
van de apparatuur.
Als u een flitser dichtbij de ogen van
een te fotograferen persoon
gebruikt, kan dat tijdelijk oogletsel
veroorzaken
De flitser mag niet minder dan 1 meter van het
onderwerp worden gehouden.
Wees extra voorzichtig bij het fotograferen van
kleine kinderen.
Flits niet als het flitsvenster met een
persoon of voorwerp in aanraking
komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dat brand of brandwonden
veroorzaken.
Vermijd contact met vloeibare
kristallen
Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop
te letten dat u zich niet verwondt aan de
glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare
kristallen in de monitor in aanraking komen
met uw huid, ogen of mond.
Schakel de camera uit in een
vliegtuig of ziekenhuis
Zet de camera uit als u zich in een vliegtuig
bevindt en dit gaat opstijgen of landen.
Gebruik draadloze netwerkfuncties niet in een
vliegtuig. Volg de geldende regels in een
ziekenhuis bij gebruik in een ziekenhuis. De
elektromagnetische straling die door deze
camera wordt geproduceerd, kan de
elektronische systemen van het vliegtuig of de
instrumenten in het ziekenhuis van slag
brengen. Als u een Eye-Fi-kaart gebruikt, dient
u deze uit de camera te halen voor u aan boord
van een vliegtuig stapt of een ziekenhuis
binnengaat.
xi
Inleiding
Mededeling voor Europese klanten
OPGELET
GEVAAR VOOR ONTPLOFFING ALS DE
BATTERIJ WORDT VERVANGEN DOOR EEN
VERKEERD TYPE.
DOE GEBRUIKTE BATTERIJEN VOLGENS DE
INSTRUCTIES WEG.
Dit pictogram geeft aan dat
elektrische en elektronische
apparaten via gescheiden
inzameling moet worden
afgevoerd.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese landen:
Dit product moet gescheiden van het
overige afval worden ingeleverd bij een
daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi
dit product niet weg als huishoudafval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt
bij het behoud van natuurlijke bronnen en
voorkomt negatieve consequenties voor
mens en milieu die kunnen ontstaan door
onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met
de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij duidt
aan dat de batterij afzonderlijk
moet ingezameld worden. Het
volgende is alleen van toepassing
op gebruikers in Europese landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit
symbool, moeten afzonderlijk worden
ingezameld op een geschikt inzamelpunt.
Gooi niet samen met het huishoudelijk afval
weg.
Neem voor meer informatie contact op met
de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Mededelingen
xii
Inleiding
Inleiding........................................................... ii
Lees dit eerst.......................................................... ii
Over deze handleiding......................................... iii
Informatie en voorzorgsmaatregelen .......... v
Voor uw veiligheid .......................................... viii
WAARSCHUWINGEN ........................................... viii
Mededelingen...................................................... xi
Onderdelen van de camera ...................... 1
De camerabody .................................................... 1
De camerariem bevestigen ................................ 3
Menu's gebruiken (de d-knop) ................. 4
De monitor ............................................................. 6
Opnamestand ............................................................. 6
Weergavestand .......................................................... 8
De basisbeginselen van opnemen en
weergeven.................................................... 10
Voorbereiding 1 Plaats de batterij.............. 10
Voorbereiding 2 Laad de batterij op.......... 12
Voorbereiding 3 Plaats een geheugenkaart
................................................................................. 14
Intern geheugen en geheugenkaarten
........................................................................................... 15
Voorbereiding 4 De taal, datum en tijd
instellen................................................................ 16
Stap 1 Schakel de camera in ......................... 20
Stap 2 Selecteer een opnamestand ........... 22
Beschikbare opnamestanden......................... 23
Stap 3 Het beeld kadreren............................. 24
De zoom gebruiken.............................................. 25
Stap 4 Scherpstellen en opnemen ............. 26
De ontspanknop ..................................................... 27
Stap 5 Beelden weergeven............................ 28
Stap 6 Beelden wissen .................................... 30
Opnamefuncties......................................... 32
x (Autom. scènekeuzekn.) stand .............. 32
Onderwerpstand (Opname voor
vastgestelde onderwerpen).......................... 33
Tips en opmerkingen........................................... 34
Stand speciale effecten (effecten toepassen
tijdens opname) ................................................ 38
Stand Slim portret (beelden van lachende
gezichten vastleggen)..................................... 40
Stand A (Auto) ................................................ 42
Sneleffecten gebruiken ...................................... 43
Functies die met de multi-selector kunnen
worden ingesteld.............................................. 44
De flitser gebruiken............................................... 45
De zelfontspanner gebruiken......................... 47
Macrostand gebruiken........................................ 49
Helderheid aanpassen
(Belichtingscompensatie) ................................. 50
Standaardinstellingen ......................................... 51
Inhoudsopgave
xiii
Inleiding
Functies die kunnen worden ingesteld met
de d-knop (opnamemenu)...................... 53
Beschikbare opties in het opnamemenu
........................................................................................... 54
Functies die niet tegelijk kunnen worden
gebruikt................................................................ 56
Scherpstellen...................................................... 58
Gezichtsherkenning gebruiken..................... 58
De functie Huid verzachten gebruiken.... 59
AF met doelopsporing gebruiken............... 60
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor
Autofocus.................................................................... 61
Scherpstelvergrendeling................................... 62
Weergavefuncties ...................................... 63
Zoomweergave ................................................. 63
Miniatuurweergave/Kalenderweergave
................................................................................. 64
Functies die kunnen worden ingesteld met
de d-knop (Weergavemenu) .................. 65
Films opnemen en weergeven.............. 67
Films opnemen.................................................. 67
Functies die kunnen worden ingesteld met
de d-knop (filmmenu) ................................. 70
Films weergeven ............................................... 71
Algemene camera-instellingen............. 73
Functies die kunnen worden ingesteld met
de d-knop (setup-menu).......................... 73
De camera aansluiten op een televisie,
computer of printer .................................. 75
Aansluitmethoden ........................................... 75
Gebruik van ViewNX 2..................................... 77
Installeren ViewNX 2............................................. 77
Beelden naar een computer kopiëren ...... 80
Beelden bekijken .................................................... 82
Referentiegedeelte............................... E1
Panorama Assist gebruiken...................... E2
Stand Favoriete beelden........................... E5
Beelden toevoegen aan albums............. E5
Beelden in albums weergeven................ E6
Beelden verwijderen uit albums............. E7
Het pictogram Favoriet album wijzigen
..................................................................................... E8
Stand Automatisch sorteren.................... E9
Stand Sorteer op datum .......................... E10
Beelden bewerken (foto's)...................... E11
Voor beelden worden bewerkt ............ E11
Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen
.................................................................................. E12
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging
verbeteren ......................................................... E13
D-Lighting: Helderheid en contrast
verbeteren ......................................................... E13
Rode-ogencorrectie: Rode ogen corrigeren
bij opname met flitser ................................ E14
Glamour-retouchering: Menselijke
gezichten verbeteren ................................. E15
xiv
Inleiding
Kleine afbeelding: Het beeldformaat
verkleinen........................................................... E17
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
.................................................................................. E 18
De camera aansluiten op een televisie
(beelden weergeven op een televisie)
.......................................................................... E19
De camera op een printer aansluiten (Direct
Print) ............................................................... E20
De camera op een printer aansluiten
.................................................................................. E 21
Beelden één voor één afdrukken ........ E23
Meerdere beelden afdrukken................ E25
Het opnamemenu (voor stand
A (Automatisch))..................................... E28
Beeldmodus (beeldformaat en
beeldkwaliteit) ................................................ E28
Witbalans (Tint aanpassen) ..................... E30
Continu-opnamen ....................................... E33
ISO-waarde........................................................ E35
Kleuropties ........................................................ E36
AF-veldstand .................................................... E37
Autofocus-stand ............................................ E41
Sneleffecten...................................................... E41
Het menu Slim portret ............................. E42
Huid verzachten............................................. E42
Glimlachtimer.................................................. E43
Knipperdetectie ............................................. E44
Het weergavemenu .................................. E45
Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht
maken)................................................................. E45
Diashow .............................................................. E49
Beveiligen........................................................... E50
Beeld draaien ................................................... E52
Spraakmemo .................................................... E 53
Kopiëren (Kopiëren tussen intern geheugen
en geheugenkaart)....................................... E 54
Het filmmenu .............................................. E56
Filmopties........................................................... E56
Autofocus-stand ............................................ E57
Film VR.................................................................. E58
Windruisreductie ........................................... E58
Het setup-menu ......................................... E59
Welkomstscherm........................................... E59
Tijdzone en datum ....................................... E60
Monitorinstellingen ..................................... E62
Datumstempel (Datum en tijd afdrukken)
.................................................................................. E64
Foto VR................................................................. E65
Bewegingsdetectie ...................................... E66
AF-hulplicht ...................................................... E67
Digitale zoom .................................................. E67
Geluidsinstellingen....................................... E68
Automatisch uit.............................................. E68
Geheug. formatteren/Geheugenkaart form.
.................................................................................. E69
Taal/Language ................................................ E70
Videostand......................................................... E70
Opladen via computer............................... E71
Knipperwaarsch. ........................................... E72
Uploaden via Eye-Fi ..................................... E73
Standaardwaarden ....................................... E74
Firmware-versie.............................................. E74
Foutmeldingen........................................... E75
Bestandsnamen.......................................... E79
Optionele accessoires .............................. E80
xv
Inleiding
Technische opmerkingen en index
....................................................................... F1
Verzorging van het product....................... F2
De camera .............................................................. F2
De batterij ............................................................... F4
Lichtnetlaadadapter......................................... F5
Geheugenkaarten.............................................. F5
Reinigen en opbergen ................................. F6
Reinigen................................................................... F6
Opslag....................................................................... F6
Problemen oplossen..................................... F7
Specificaties .................................................. F16
Goedgekeurde geheugenkaarten........ F20
Index................................................................ F22
xvi
1
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera
De camerabody
12345 6
8910
7
11
Objectiefbescherming
gesloten
1
Ontspanknop................................................................26
2
Zoomknop......................................................................25
f: Groothoek.........................................................25
g: Tele ........................................................................ 25
h: Miniatuurweergave.................................. 64
i: Zoomweergave ............................................. 63
j: Help .......................................................................33
3
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje...........20
4
Flitser..................................................................................45
5
Ingebouwde microfoon................................E 53
6
Zelfontspannerlampje.............................................48
AF-hulpverlichting.....................................................74
7
Objectief
8
Objectiefbescherming....................................... F2
9
Oogje voor camerariem........................................... 3
10
Deksel aansluitingen................................................75
11
USB/AV-uit-aansluiting............................................75
2
Onderdelen van de camera
1
2
4
3
5
7
8
6
9
11 12 1310
1
Laadlampje.....................................................................13
Flitserlampje..................................................................45
2
b (e filmopname)-knop ...................................67
3
A (opnamestand)-knop...... 22, 33, 38, 40, 42
4
c (weergave)-knop................................................28
5
Multi-selector
6
k (selectie toepassen)-knop
7
l (wissen)-knop................................ 30, 72, E54
8
d-knop...........................................4, 53, 65, 70, 73
9
Monitor............................................................................... 6
10
Luidspreker
11
Statiefaansluiting.................................................F18
12
Deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf..........................................10, 14
13
Afdekking van de stroomaansluiting (voor
aansluiting met optionele lichtnetadapter)
.......................................................................................E80
3
Onderdelen van de camera
De camerariem bevestigen
4
Onderdelen van de camera
Gebruik de multi-selector en de k-knop om in de menu's te navigeren.
Menu's gebruiken (de d-knop)
1 Druk op de d-knop.
Het menu wordt weergegeven.
2 Druk op J van de multi-selector.
Het huidige menupictogram wordt geel
weergegeven.
3 Selecteer het gewenste
menupictogram.
Het menu wordt gewijzigd.
4 Druk op de k-knop.
De menuopties kunnen worden
geselecteerd.
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
Kleuropties
AF-veldstand
Autofocus
-
stand
Opnamemenu
Menupictogrammen
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
Bewegingsdetectie
AF
-
hulplicht
Set-up
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
Bewegingsdetectie
AF
-
hulplicht
5
Onderdelen van de camera
C Menu-opties instellen
Bepaalde menu-opties kunnen, afhankelijk van de huidige opnamestand of de toestand van de camera,
niet worden ingesteld. Onbeschikbare opties worden grijs weergegeven en kunnen niet worden
geselecteerd.
Wanneer een menu wordt weergegeven, schakelt u naar de opnamestand door op de ontspanknop, de
A (opnamestand)-knop of de b (e filmopname)-knop te drukken.
5 Selecteer een menu-optie. 6 Druk op de k-knop.
De instellingen voor de geselecteerde
optie worden weergegeven.
7 Selecteer een instelling. 8 Druk op de k-knop.
De geselecteerde instelling wordt
toegepast.
Als u klaar bent met het menu, drukt u op
de d-knop.
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
Bewegingsdetectie
AF
-
hulplicht
Foto VR
Aan
Uit
Foto VR
Aan
Uit
6
Onderdelen van de camera
De informatie die op de monitor wordt weergegeven tijdens opname en weergave is afhankelijk van
de instellingen en de gebruikstoestand van de camera.
Standaard wordt informatie weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld en wanneer u de
camera bedient; de informatie verdwijnt na enkele seconden (wanneer Foto-informatie is
ingesteld op Automatische info in Monitorinstellingen (A73)).
Opnamestand
De monitor
999
999
9999
9999
2
2
10
10
PRE
PRE
AF
AF
AE / A F - L
AE/AF-L
13
14
15
16
1722
23
24
25
18192021
12
11
28
26
27
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
4
356
7
1
2
8
10
9
999
999
29
m
0s
29
m
0s
10
10
F3.5
F 3.5
1/2 5 0
1/250
+ 1 .0
+1.0
400
400
7
Onderdelen van de camera
1
Opnamestand
.............................22, 33, 38, 40, 42
2
Flitsstand..........................................................................45
3
Macro-stand...................................................................49
4
Zoomaanduiding ...............................................25, 49
5
Scherpstelaanduiding.............................................26
6
AE/AF-L-aanduiding...........................................E4
7
Filmopties.......................................................70, E56
8
Beeldmodus..................................................54, E28
9
Foto VR-pictogram...................................73, E65
10
Film VR-pictogram....................................70, E58
11
Bewegingsdetectie-pictogram......... 73, E66
12
Windruisreductie.......................................70, E58
13
Belichtingscorrectiewaarde.................................50
14
Filmduur...........................................................................67
15
Aantal resterende opnamen (foto's)
..............................................................................20, E29
16
Aanduiding intern geheugen.............................20
17
Diafragmawaarde.......................................................27
18
Scherpstelveld (AF met doelopsporing)
..............................................................................60, E39
19
Scherpstelveld (voor handmatig of centrum)
......................................................................................E38
20
Scherpstelveld (gezichtsherkenning,
dierherkenning).......................... 37, 40, 58, E37
21
Scherpstelveld (onderwerp volgen)......E38
22
Sluitertijd..........................................................................27
23
ISO-waarde....................................................54, E35
24
Aanduiding batterijniveau....................................20
25
Datumstempel............................................73, E64
26
Aanduiding “Datum niet ingesteld”................16
27
Eye-Fi-communicatie-aanduiding
...............................................................................74, E73
28
Reisbestemming................................................E60
29
Witbalansstand...........................................54, E30
30
Huid verzachten.........................................55, E42
31
Kleuropties.....................................................54, E36
32
Pictogram Sneleffecten.................43, 54, E41
33
Continu-opnamestand..........................54, E33
34
Knipperdetectie..........................................55, E44
35
Uit de hand/statief.....................................................34
36
Aanduiding zelfontspanner.................................47
37
Glimlachtimer..............................................55, E43
38
Dierenp. autom. ontsp....................................37, 47
8
Onderdelen van de camera
Weergavestand
29
m
00 s
29
m
00s
29
m
00 s
29
m
00s
999
/
999
999
/
999
99 99
/
99 99
9999
/
9999
13
a
b
4 5 6 7 8 9
10
15
1819
21
16
17
20
14
12
1
11
23
22
23
24
25
a
b
15
/
05
/
20 14 15:30
15
/
05
/
2014 15:30
99 99.
JP G
9999.
JPG
999
/
999
999
/
999
9
Onderdelen van de camera
1
Albumpictogram in stand Favoriete beelden
.........................................................................................E5
2
Categoriepictogram in stand Automatisch
sorteren ......................................................................E9
3
Pictogram Sorteer op datum.....................E10
4
Beveiligingspictogram...........................65, E50
5
Pictogram afdrukopdracht..................65, E45
6
Spraakmemo-pictogram ......................65, E53
7
Pictogram Glamour-retouchering
..............................................................................65, E15
8
Pictogram Sneleffecten......................... 29, E12
9
D-Lighting-pictogram............................65, E13
10
Pictogram Snel retoucheren.............. 65, E13
11
Pictogram Rode-ogencorrectie........65, E14
12
Aanduiding intern geheugen
13
a Nummer huidig beeld/
totaal aantal beelden
b Filmduur
14
Beeldmodus..................................................54, E28
15
Filmopties.......................................................70, E56
16
Pictogram Kleine afbeelding..............65, E17
17
Uitsnede-pictogram ................................63, E18
18
Volumeaanduiding....................................................71
19
Gids Sneleffecten
20
Gids filmweergave
21
Opnametijd
22
Opnamedatum
23
a Aanduiding batterijniveau...............................20
b Aansluitaanduiding lichtnetlaadadapter
24
Bestandsnummer en-type...........................E79
25
Eye-Fi-communicatie-aanduiding
...............................................................................74, E73
10
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
De basisbeginselen van opnemen en
weergeven
1 Open het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf.
2 Plaats de batterij.
Duw de oranje batterijvergrendeling in de met de pijl (
1
)
aangegeven richting en plaats de batterij volledig (
2
).
De batterij vergrendelt wanneer ze juist geplaatst is.
B Let op dat u de batterij in de juiste richting plaatst
Als u probeert de batterij ondersteboven of achterstevoren te
plaatsen, kan dit schade aan de camera veroorzaken.
Voorbereiding 1 Plaats de batterij
Batterijvergrendeling
11
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
3 Sluit het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf.
De batterij verwijderen
Zet de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de
monitor zijn uitgeschakeld en open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Duw de batterijvergrendeling in de met de pijl aangegeven
richting (
1
) om de batterij uit te werpen (
2
).
B Opgelet hoge temperatuur
De camera, de batterij en de geheugenkaart kunnen heet zijn wanneer de camera net werd gebruikt.
12
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 De meegeleverde lichtnetlaadadapter voorbereiden.
Als een stekkeradapter* bij uw camera is meegeleverd, bevestigt u de
stekkeradapter op de stekker van de lichtnetlaadadapter. Druk de
stekkeradapter er stevig op zodat deze goed blijft zitten. Zodra deze twee aan
elkaar vast zitten, kan het product beschadigd raden als u de stekkeradapter
met geweld probeert los te maken.
* De vorm van de stekkeradapter is afhankelijk van het land of de regio waar
de camera werd aangeschaft. Deze stap kan worden overgeslagen als de
stekkeradapter permanent op de lichtnetlaadadapter bevestigd is.
2 Controleer of de batterij in de camera is geïnstalleerd en verbind de
camera vervolgens met de lichtnetlaadadapter in volgorde van
1
tot
3
.
De camera moet uitgeschakeld blijven.
Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen onder een hoek in
te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
Het laadlampje knippert traag groen om aan te geven dat de batterij wordt opgeladen.
Opnemen is niet mogelijk wanneer de camera verbonden is met de lichtnetlaadadapter.
Voorbereiding 2 Laad de batterij op
USB-kabel
(meegeleverd)
Stopcontact
Laadlampje
13
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
3 Koppel de lichtnetlaadadapter los van het stopcontact en koppel daarna
de USB-kabel los.
C Opladen met een computer of batterijlader
U kunt de batterij ook opladen door de camera aan te sluiten op een computer (A74, E71).
U kunt de batterijlader MH-66 (apart verkrijgbaar; E80) gebruiken om de batterij op te laden zonder de
camera te gebruiken.
Laadlampje Beschrijving
Knippert langzaam
(groen)
De batterij laadt op.
Uit
Als het opladen is voltooid, knippert het laadlampje niet meer groen en wordt
het uitgeschakeld. Het duurt ongeveer 2 uur en 40 minuten voor het opladen van
een volledig lege batterij.
Knippert snel
(groen)
De omgevingstemperatuur is niet geschikt om op te laden. Laad de batterij
binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5 °C tot 35 °C.
De USB-kabel of de lichtnetlaadadapter is niet correct aangesloten of er is een
probleem met de batterij. Koppel de USB-kabel los of trek de
lichtnetlaadadapter uit en sluit hem opnieuw aan, of vervang de batterij.
14
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Zet de camera uit en open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
2 Plaats de geheugenkaart.
Duw de geheugenkaart in de sleuf tot deze op zijn plaats klikt.
B Let op dat u de geheugenkaart in de juiste richting
plaatst
Als u de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren
plaatst, kan dat schade aan de camera of de geheugenkaart
veroorzaken.
3 Sluit het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Voorbereiding 3 Plaats een geheugenkaart
Geheugenkaartsleuf
15
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
B Een geheugenkaart formatteren
De eerste keer dat u een geheugenkaart in deze camera plaatst die eerder in een ander apparaat werd
gebruikt, dient u deze kaart met deze camera te formatteren. Plaats de geheugenkaart in de camera, druk op
de d-knop en selecteer Geheugenkaart form. in het setup-menu.
De geheugenkaart verwijderen
Zet de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de
monitor zijn uitgeschakeld en open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Duw de geheugenkaart voorzichtig in de camera (
1
) om de
kaart gedeeltelijk uit te werpen (
2
).
B Opgelet hoge temperatuur
De camera, de batterij en de geheugenkaart kunnen heet zijn wanneer de camera net werd gebruikt.
Intern geheugen en geheugenkaarten
Cameragegevens, zoals beelden en films, kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen van
de camera of op een geheugenkaart. Om het interne geheugen van de camera te gebruiken, dient u
eerst de geheugenkaart te verwijderen.
16
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt het taalkeuzescherm en het
instelscherm voor de datum en de tijd voor de cameraklok.
Wanneer u stopt zonder de datum en de tijd in te stellen, knippert O wanneer het
opnamescherm wordt weergegeven.
1 Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan
te zetten.
2 Gebruik HI van de multi-selector om
de gewenste taal te selecteren en druk
op de k-knop.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Voorbereiding 4 De taal, datum en tijd instellen
Taal/Language
Annuleren
Ja
Nee
Tijdzone kiezen en datum en
tijd instellen?
AnnulerenAnnuleren
17
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
4 Selecteer uw eigen tijdzone en
druk op de k-knop.
Om de zomertijd in te schakelen, drukt u op
H. Als de functie zomertijd ingeschakeld is,
wordt W weergegeven boven de kaart. Om
de functie zomertijd uit te schakelen, drukt
u op I.
5 Selecteer de datumnotatie en druk op de
k-knop.
6 Stel de datum en tijd in en druk op de k-knop.
Selecteer een veld: Druk op JK (schakelt tussen D, M, J, uren
en minuten).
Wijzig de datum en tijd: Druk op HI.
Bevestig de instellingen: Selecteer het minutenveld en druk op
de k-knop.
7 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Wanneer de instellingen klaar zijn, schuift het objectief uit en
gaat de camera naar de opnamestand.
TerugTerug
London, Casablanca
Datumnotatie
Maand/dag/jaar
Dag/maand/jaar
Jaar/maand/dag
2014
01
01
00
00
Datum en tijd
Bewerk.
D
M
Jum
Datum en tijd
Bewerk.
2014
01
01
00
00
Ja
Nee
OK?
15/05
/
2014
15
:
30
18
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
C De instelling voor de taal of de datum en tijd wijzigen
U kunt deze instellingen wijzigen met de instellingen Taal/Language en Tijdzone en datum in het
setup-menu z (A73).
U kunt de zomertijd in- of uitschakelen in het z setup-menu door Tijdzone en datum en vervolgens
Tijdzone te selecteren. Druk op K en vervolgens op H van de multi-selector om de zomertijd in te
schakelen en de klok een uur vooruit te zetten, of druk op I om de zomertijd uit te schakelen en de klok
een uur achteruit te zetten.
C De klokbatterij
De cameraklok wordt gevoed door een ingebouwde reservebatterij.
De reservebatterij laadt op wanneer de hoofdbatterij in de camera is geplaatst of wanneer de camera is
verbonden met een optionele lichtnetadapter, en kan na ongeveer tien uur laden gedurende enkele
dagen de klok van stroom voorzien.
Als de reservebatterij van de camera leeg raakt, verschijnt het instelscherm voor de datum en de tijd
wanneer de camera wordt ingeschakeld. Stel de datum en de tijd opnieuw in. Zie stap 3 (A16) van
“Voorbereiding 4 De taal, datum en tijd instellen” voor meer informatie.
C De opnamedatum op afgedrukte beelden plaatsen
U kunt de opnamedatum permanent in beelden plaatsen terwijl ze worden vastgelegd door
Datumstempel in te stellen in het setup-menu (A 73).
U kunt de software ViewNX 2 (A77) gebruiken om de opnamedatum af te drukken op beelden die
werden vastgelegd zonder de optie Datumstempel te gebruiken.
19
20
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk op de hoofdschakelaar.
De monitor schakelt in.
Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om de camera uit te
zetten.
2 Controleer de aanduiding van het batterijniveau en het aantal resterende
opnamen.
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen
Het aantal beelden dat kan worden gemaakt, wordt weergegeven.
C wordt weergegeven wanneer er geen geheugenkaart in de camera is geplaatst; beelden
worden opgeslagen in het interne geheugen.
Stap 1 Schakel de camera in
Melding Beschrijving
b Het batterijniveau is hoog.
B Het batterijniveau is laag.
P
Batterij is leeg.
De camera kan geen beelden
vastleggen. Laad de batterij op.
1400
1400
8
m
0s
8
m
0s
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende
opnamen
21
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
C De functie Automatisch uit
De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-by-stand gaat, bedraagt ongeveer één minuut. Deze
tijd kan worden gewijzigd met de instelling Automatisch uit in het setup-menu (A73).
Terwijl de camera in de stand-by-stand staat, wordt de monitor weer ingeschakeld wanneer u een van de
volgende handelingen uitvoert:
- Druk op de hoofdschakelaar, ontspanknop, A (opnamestand)-knop, c (weergave)-knop of
b (e filmopname)-knop.
140 0
1400
8
m
0s
8
m
0s
Knippert
Geen handelingen
uitgevoerd
Geen handelingen
uitgevoerd
3 min
Camera gaat naar
stand-by-stand.
Camera wordt
uitgeschakeld.
22
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk op de knop A.
2 Gebruik HI van de multi-se lector om
een opnamestand te selecteren, en
druk op de k-knop.
In dit voorbeeld wordt de stand x (Autom.
scènekeuzekn.) gebruikt.
De instelling voor de opnamestand wordt
opgeslagen wanneer de camera wordt uitgezet.
Stap 2 Selecteer een opnamestand
Autom. scènekeuzekn.
23
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
Beschikbare opnamestanden
x Autom. snekeuzekn. A32
De camera selecteert automatisch de beste onderwerpstand wanneer u een beeld kadreert,
zodat u nog eenvoudiger beelden kunt maken met instellingen die aangepast zijn aan het
onderwerp.
b Onderwerp A33
De camera-instellingen worden geoptimaliseerd voor het onderwerp dat u selecteert.
D Speciale effecten A38
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
F Slim portret A40
Wanneer de camera een lachend gezicht detecteert, kunt u automatisch een beeld maken
zonder op de ontspanknop te drukken (Glimlachtimer). U kunt de optie Huid verzachten ook
gebruiken om de huidtinten van menselijke gezichten te verzachten.
A Autostand A42
Gebruikt voor algemene opnamen. De instellingen kunnen worden aangepast
overeenkomstig de opnameomstandigheden en het gewenste type opname.
24
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Houd de camera stevig vast.
Let op dat uw vingers en overige voorwerpen zich niet voor het
objectief, de flitser, de AF-hulpverlichting, de microfoon of de
luidspreker bevinden.
Als u opnamen in de portretstand (“staand”) maakt, draait u de
camera op zo'n manier dat de flitser zich boven het objectief
bevindt.
2 Kadreer de foto.
Wanneer de camera automatisch de onderwerpstand bepaalt,
verandert het pictogram voor de opnamestand (A32).
B Opmerkingen over de stand x (Autom. scènekeuzekn.)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden selecteert de camera mogelijk niet de gewenste
onderwerpstand. Selecteer in dit geval een andere onderwerpstand (A33, 38, 40, 42).
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, verandert de onderwerpstand in d.
Stap 3 Het beeld kadreren
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
Pictogram opnamestand
25
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
C Wanneer u een statief gebruikt
Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren in de volgende
omstandigheden:
- Opnemen wanneer er weinig licht is
- Wanneer u opnamen maakt met de flitsstand (A46) ingesteld op W (uit)
- Wanneer u de tele-instelling gebruikt
Wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren, stelt u Foto VR in op Uit
in het setup-menu (A73) om mogelijke fouten door deze functie te voorkomen.
De zoom gebruiken
Wanneer u de zoomknop verplaatst, verandert de zoompositie van
het objectief.
Dichter inzoomen op het onderwerp: Verplaats de zoomknop
naar g (tele).
Uitzoomen en een groter gebied weergeven: Verplaats de
zoomknop naar f (groothoek).
Als u de camera inschakelt, gaat de zoom naar de maximale
groothoekstand.
Een zoomaanduiding verschijnt aan de bovenzijde op de
monitor zodra de zoomknop wordt verplaatst.
De digitale zoom, waarmee u het onderwerp verder kunt
vergroten tot ca. 4× de maximale optische zoomverhouding, kan
worden geactiveerd door de zoomknop naar g te verplaatsen en
vast te houden wanneer de camera is ingezoomd naar de
maximale optische zoomstand.
C Opmerkingen over digitale zoom
De zoomaanduiding wordt blauw wanneer de digitale zoom wordt geactiveerd, en wordt geel wanneer de
zoomvergroting verder toeneemt.
Zoomaanduiding is blauw: De beeldkwaliteit is niet merkbaar gedaald door gebruik te maken van de
dynamische fijne zoom.
Zoomaanduiding is geel: De beeldkwaliteit is merkbaar gedaald.
De aanduiding blijft blauw over een breder gebied wanneer het beeldformaat kleiner is.
De zoomaanduiding wordt mogelijk niet blauw wanneer bepaalde instellingen voor continu-opnamen
worden gebruikt.
Uitzoomen
Inzoomen
Optische
zoom
Digitale
zoom
26
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk de ontspanknop half in.
Wanneer het onderwerp scherp is, wordt het
scherpstelveld groen weergegeven (meerdere
scherpstelvelden kunnen groen oplichten).
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, stelt de
camera scherp in het midden van het beeld en
wordt het scherpstelveld niet weergegeven.
Wanneer de camera heeft scherpgesteld, licht de
scherpstelaanduiding (A7) groen op.
Als het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding
knippert, kan de camera niet scherpstellen. Wijzig
de compositie en probeer de ontspanknop
opnieuw half in te drukken.
2 Druk, zonder u w vinger op te heffen, de
ontspanknop helemaal in.
Stap 4 Scherpstellen en opnemen
F3.5
F3.5
1/ 2 5 0
1/250
27
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
De ontspanknop
B Opmerkingen over het opslaan van beelden en het opnemen van films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de maximale filmduur
aangeeft, knippert terwijl beelden worden opgeslagen of terwijl een film wordt opgenomen. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de batterij of de geheugenkaart
niet terwijl een aanduiding knippert. Dit zou tot verlies van gegevens kunnen leiden of tot schade aan de
camera of de geheugenkaart.
Half indrukken
Om de scherpstelling en de belichting (sluitertijd en diafragmawaarde)
in te stellen, drukt u de ontspanknop zachtjes in tot u een lichte
weerstand voelt. De scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven
geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Helemaal
indrukken
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te ontspannen en een
beeld te maken.
Oefen niet te veel kracht uit wanneer u de ontspanknop indrukt, want
dit kan leiden tot cameratrilling en onscherpe beelden. Druk voorzichtig
op de knop.
28
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk op de c (weergave)-knop.
Als u de c (weergave)-knop indrukt en
ingedrukt houdt terwijl de camera uitgeschakeld
is, schakelt de camera in met de weergavestand.
2 Gebruik de multi-selector om het weer te geven
beeld te selecteren.
Houd HIJK ingedrukt om snel door de beelden te
bladeren.
Om terug te keren naar de opnamestand drukt u op de
A-knop of op de ontspanknop.
Stap 5 Beelden weergeven
Het vorige beeld
weergeven
Het volgende beeld
weergeven
15
/
05
/
2014 15:30
15
/
05
/
2014 15:30
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
29
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
C De functie Sneleffecten
Wanneer e wordt weergegeven in de schermvullende
weergavestand, kunt u op de k-knop drukken om een effect toe te
passen op het beeld.
Wanneer het effectselectiescherm wordt weergegeven, gebruikt u
HIJK van de multi-selector om een effect te selecteren, druk op
de k-knop en selecteer vervolgens Ja in het bevestigingsvenster en
druk op de k-knop om het beeld als een afzonderlijk bestand op te
slaan.
Zie “Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen” (E12) voor meer informatie.
15
/
05
/
2014 15:30
15
/
05
/
2014 15:30
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
30
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk op de l-knop om het beeld te
wissen dat momenteel op de monitor
wordt weergegeven.
2 Gebruik HI van de multi-selector om de
gewenste wismethode te selecteren en druk op
de k-knop.
Om te sluiten zonder te verwijderen, drukt u op de d-knop.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer terughalen.
Selecteer Nee en druk op de k-knop om te annuleren.
Stap 6 Beelden wissen
Wissen
Wis gesel. beeld(en)
Huidig beeld
Alle beelden
Ja
Nee
1 beeld wissen?
31
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
Het scherm Wis gesel. beeld(en) gebruiken
1 Gebruik JK van de multi-selector om het te
wissen beeld te selecteren, en gebruik H om K
weer te geven.
Om de selectie ongedaan te maken, drukt u op I om K te
verwijderen.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
2 Voeg K toe aan alle beelden die u wilt wissen en druk op de k-knop om
de selectie te bevestigen.
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Volg de instructies op het scherm om de handelingen te
voltooien.
C Het laatst vastgelegde beeld wissen in de opnamestand
Wanneer u de opnamestand gebruikt, drukt u op de l-knop om het laatst opgeslagen beeld te wissen.
Wis gesel. beeld(en)
TerugTerug
32
Opnamefuncties
Opnamefuncties
De camera selecteert automatisch de beste onderwerpstand wanneer u een beeld kadreert, zodat u
nog eenvoudiger beelden kunt maken met instellingen die aangepast zijn aan het onderwerp.
Wanneer de camera een onderwerpstand selecteert, verandert het pictogram voor de
opnamestand dat in het opnamescherm wordt weergegeven, in het pictogram voor de momenteel
ingeschakelde onderwerpstand.
Beschikbare functies in de stand x (Autom. scènekeuzekn.)
Flitsstand (A45)
Zelfontspanner (A47)
Belichtingscorrectie (A50)
x (Autom. scènekeuzekn.) stand
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M x (Autom. scènekeuzekn.) M
k-knop
e Portret (om close-upportretten van een of twee mensen te maken)
b Portret (om portretten van drie of meer mensen of beelden met veel achtergrond te maken)
f Landschap
h Nachtportret (om close-upportretten van een of twee mensen te maken)
c
Nachtportret (om portretten van drie of meer mensen of beelden met veel achtergrond te
maken)
g Nachtlandschap
i Close-up
j Tegenlicht (om beelden te maken van andere onderwerpen dan mensen)
d Tegenlicht (om portretbeelden te maken)
d Andere onderwerpen
33
Opnamefuncties
Wanneer een onderwerp is geselecteerd, worden de camera-instellingen automatisch
geoptimaliseerd voor het geselecteerde onderwerp.
*Het pictogram voor het laatst geselecteerde onderwerp wordt weergegeven.
1
De camera stelt scherp op oneindig.
2
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
3
Het gebruik van een statief is aanbevolen omdat de sluitertijd lang is. Stel Foto VR in op Uit in het setup-
menu (A73) als u een statief gebruikt om de camera bij opname te stabiliseren.
Een beschrijving voor elke onderwerpstand weergeven (Helpscherm)
Selecteer een onderwerp en zet de zoomknop (A1) naar g (j) om
een beschrijving van dat onderwerp te bekijken. Om terug te keren naar
het oorspronkelijke scherm verplaatst u de zoomknop opnieuw naar
g (j).
Onderwerpstand (Opname voor vastgestelde
onderwerpen)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram van boven*)
M K M HI M selecteer een onderwerp M k-knop
b Portret
(standaardinstelling)
c Landschap
1
d Sport
2
(A34)
e Nachtportret
3
f Party/binnen
2
(A34)
Z Strand
2
z Sneeuw
2
h Zonsondergang
2, 3
i Schemering
1, 3
j Nachtlandschap
1, 3
(A34)
k Close-up
(A35)
u Voedsel
(A35)
l Museum
2
(A35)
m Vuurwerk
1, 3
(A35)
n Zwart-wit-kopie
2
(A35)
o Tegenlicht
2
(A36)
U Panorama assist
(A36)
O Dierenportret
(A37)
Panorama assist
34
Opnamefuncties
Tips en opmerkingen
d Sport
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera continu ongeveer 6
beelden met een snelheid van ongeveer 1,1 bps (als de beeldmodus is ingesteld op x).
De beeldsnelheid bij continuopnamen hangt af van de huidige instelling voor de beeldstand, de
gebruikte geheugenkaart of de opnameomstandigheden.
Scherpstelling, belichting en tint worden ingesteld op de waarden bepaald voor het eerste beeld in
elke reeks.
f Party/binnen
Om de effecten van cameratrilling te vermijden, dient u de camera stevig vast te houden. Stel Foto VR
in op Uit in het setup-menu (A73) als u een statief gebruikt om de camera bij opname te stabiliseren.
j Nachtlandschap
In het scherm dat verschijnt nadat j Nachtlandschap is geselecteerd, selecteert u u Uit de hand
of w Statief.
u Uit de hand (standaardinstelling): Selecteer deze optie om opnamen met minder onscherpte en
ruis te maken, zelfs wanneer de camera in de hand wordt gehouden.
w Statief: Selecteer deze optie wanneer u een statief of een andere manier gebruikt om de camera
tijdens de opname te stabiliseren.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld wanneer Foto VR (A73) in het setup-menu is ingesteld op Aan.
35
Opnamefuncties
k Close-up
Macro-stand (A49) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie
waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de k-knop, gebruik HIJK van de multi-selector
om het scherpstelveld te verplaatsen en druk op de k-knop om de instelling toe te passen.
u Voedsel
Macro-stand (A49) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie
waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt de tint aanpassen met HI van de multi-selector. De
instelling voor de tint wordt opgeslagen in het geheugen van de
camera, ook wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de k-knop, gebruik
HIJK van de multi-selector om het scherpstelveld te
verplaatsen en druk op de k-knop om de instelling toe te passen.
l Museum
De camera legt een reeks van maximaal tien beelden vast terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt
wordt gehouden, waarna het scherpste beeld in de reeks automatisch wordt geselecteerd en
opgeslagen (BSS (Best Shot Selector)).
De flitser gaat niet af.
m Vuurwerk
De sluitertijd is vast ingesteld op vier seconden.
n Zwart-wit-kopie
Gebruikt met de macro-stand (A49) om een onderwerp van dichtbij te fotograferen.
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
36
Opnamefuncties
o Tegenlicht
De flitser gaat altijd af.
U Panorama assist
U kunt deze stand gebruiken wanneer u een reeks beelden maakt die later op een computer kunnen
worden samengevoegd tot één panorama.
Selecteer de richting waarin de beelden aan het panorama moeten worden toegevoegd, door
HIJK van de multi-selector te gebruiken en vervolgens op de k-knop te drukken.
Als het eerste beeld gemaakt is, maakt u de vereiste bijkomende opnamen terwijl u controleert hoe elk
beeld aansluit op het volgende. Om de opname te beëindigen, drukt op de k-knop.
Zet de beelden over naar een computer en gebruik Panorama Maker (A79) om ze samen te voegen
tot één panorama.
Zie “Panorama Assist gebruiken” (E2) voor meer informatie.
37
Opnamefuncties
B Dierenp. autom. ontsp.
Druk op J (n) van de multi-selector om de instelling voor Dierenp. autom. ontsp. te wijzigen.
- Y: De camera herkent het gezicht van een hond of kat en laat automatisch de sluiter los.
- OFF: De camera laat de sluiter niet automatisch los, zelfs als het gezicht van een hond of kat wordt
gedetecteerd. Druk de ontspanknop in. De camera detecteert ook menselijke gezichten wanneer OFF
is geselecteerd.
Dierenp. autom. ontsp. is ingesteld op OFF nadat vijf serieopnamen werden gemaakt.
Opnemen is ook mogelijk door de ontspanknop in te drukken, ongeacht de instelling voor Dierenp.
autom. ontsp.. Wanneer V Continu is geselecteerd, kunt u beelden continu maken terwijl u de
ontspanknop helemaal ingedrukt houdt.
B Scherpstelveld
Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het gezicht
weergegeven in een gele rand. Wanneer de camera scherpstelt op een
gezicht binnen een dubbele rand (scherpstelveld), wordt de dubbele
rand groen. Als geen gezichten worden herkend, stelt de camera
scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
In bepaalde opnameomstandigheden kan het gezicht van een dier
mogelijk niet worden gedetecteerd en kunnen andere onderwerpen
binnen een rand worden weergegeven.
O Dierenportret
Wanneer u de camera op een hond of kat richt, herkent de camera het gezicht van het dier en stelt
hierop scherp. Standaard detecteert de camera het gezicht van een hond of kat en laat automatisch te
sluiter los (Dierenp. autom. ontsp.).
In het scherm dat verschijnt nadat O Dierenportret is geselecteerd, selecteert u U Enkelvoudig of
V Continu.
- U Enkelvoudig: De camera legt één beeld vast waarin het gezicht van een hond of kat is herkend.
- V Continu: De camera legt continu drie beelden vast waarin het gezicht van een hond of kat is
herkend.
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
38
Opnamefuncties
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
* Het pictogram van het laatst geselecteerde effect wordt weergegeven.
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens
opname)
Ga naar de opnamestand M A (opnamest and)-knop M D (derde pictogram van boven*) M
K M HI M selecteer een effect M k-knop
Categorie Beschrijving
D Zacht
(standaardinstelling)
Verzacht het beeld door een lichte waas aan het volledige beeld toe te
voegen.
E Nostalgisch sepia
Voegt een sepia toon toe en vermindert het contrast om de
eigenschappen van een oude foto te simuleren.
F Hoogcontrast monochr. Verandert het beeld in zwart-wit en geeft het een scherp contrast.
G High-key Geeft het volledige beeld een lichte toon.
H Low-key Geeft het volledige beeld een donkere toon.
I Selectieve kleur
Maakt een zwart-wit-beeld waarin alleen de opgegeven kleur behouden
blijft.
l Pop
Verhoogt de kleurverzadiging van het volledige beeld om een helder
uitzicht te creëren.
k Superlevendig
Vermindert de kleurverzadiging van het volledige beeld en maakt het
contrast scherper.
h Schilderij Geeft het beeld het uitzicht van een schilderij.
39
Opnamefuncties
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
Wanneer Selectieve kleur of Cross-process is geselecteerd,
gebruikt u HI van de multi-selector om de gewenste kleur
met de instelknop te selecteren.
Om instellingen voor een van de volgende functies te wijzigen,
drukt u op de k-knop om de kleurselectie te annuleren.
-Flitsstand (A45)
-Zelfontspanner (A47)
-Macro-stand (A49)
- Belichtingscorrectie (A50)
Om terug te keren naar het kleurselectiescherm drukt u
nogmaals op de k-knop.
m
Speelgoedcamera-eff. 1
Geeft het volledige beeld een geelachtige tint en maakt de rand van het
beeld donkerder.
n
Speelgoedcamera-eff. 2
Vermindert de kleurverzadiging van het volledige beeld en maakt de rand
van het beeld donkerder.
o Cross-process Geeft het beeld een mysterieus uitzicht op basis van een specifieke kleur.
Categorie Beschrijving
Opslaan
Schuifknop
40
Opnamefuncties
Wanneer de camera een lachend gezicht detecteert, kunt u automatisch een beeld maken zonder
op de ontspanknop te drukken (Glimlachtimer (A55)). U kunt de optie Huid verzachten gebruiken
om de huidtinten van menselijke gezichten te verzachten.
1 Kadreer de foto.
Richt de camera op een menselijk gezicht.
2 Wacht, zonder de ontspanknop in te drukken, tot het onderwerp
glimlacht.
Als de camera detecteert dat het gezicht dat door de dubbele rand omkaderd is, glimlacht, wordt
de sluiter automatisch ontspannen.
Als de camera een glimlachend gezicht detecteert, wordt de sluiter automatisch ontspannen.
3 Beëindig de automatische opname.
Voer een van de volgende handelingen uit om de opname te beëindigen.
-Stel Glimlachtimer in op Uit.
-Druk op de knop A en selecteer een andere opnamestand.
B Opmerkingen over de stand Slim portret
In bepaalde opnameomstandigheden kan de camera gezichten of een glimlach niet herkennen (A58). De
ontspanknop kan ook worden gebruikt om op te nemen.
Stand Slim portret (beelden van lachende gezichten
vastleggen)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret M k-knop
41
Opnamefuncties
C Wanneer het zelfontspannerlampje knippert
Wanneer u de glimlachtimer gebruikt, knippert het zelfontspannerlampje wanneer de camera een gezicht
detecteert; het lampje knippert snel onmiddellijk nadat de sluiter werd ontspannen.
Beschikbare functies in de stand Slim portret
Flitsstand (A45)
Zelfontspanner (A47)
Belichtingscorrectie (A50)
Menu Slim portret (A53)
42
Opnamefuncties
Gebruikt voor algemene opnamen. De instellingen kunnen worden aangepast overeenkomstig de
opnameomstandigheden en het gewenste type opname.
U kunt de manier wijzigen waarop de camera het scherp te stellen gebied van het beeld
selecteert, door de instelling voor AF-veldstand te wijzigen (A54). De standaardinstelling is AF
met doelopsporing (A60).
Beschikbare functies in de stand A (Auto)
Flitsstand (A45)
Zelfontspanner (A47)
Macro-stand (A49)
Belichtingscorrectie (A50)
Opnamemenu (A54)
Stand A (Auto)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M stand A (auto) M k-knop
43
Opnamefuncties
Sneleffecten gebruiken
In de stand A (auto) kunt u effecten op de beelden toepassen onmiddellijk nadat de sluiter werd
ontspannen.
Het bewerkte beeld wordt in een afzonderlijk bestand met een andere naam opgeslagen.
1 Druk op de k-knop wanneer het beeld wordt
weergegeven nadat het werd gemaakt in de
stand A (auto).
Wanneer u op d-knop drukt of wanneer gedurende
ongeveer vijf seconden geen handelingen worden uitgevoerd,
verschijnt het opnamescherm opnieuw op de monitor.
Om het scherm rechts niet weer te geven, stelt u Sneleffecten
in het opnamemenu in op Uit (A54).
2 Gebruik HIJK van de multi-selector om het
gewenste effect te selecteren en druk o p de
k-knop.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te slaan, drukt u op
de d-knop. Wanneer een bevestigingsscherm verschijnt,
selecteert u Ja en drukt u op de k-knop.
Zie “Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen” (E12) voor meer informatie over de effecttypes.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Sneleecten
Kies het eectAnnuleren
AnnulerenAnnuleren
Sneleecten
PopSuperlevendigSchilderij
Foto-illustratie
High-key
Speelgoed-
camera-eect 1
Contr.
44
Opnamefuncties
De beschikbare functies zijn afhankelijk van de opnamestand, zoals hierna wordt aangegeven.
* De beschikbaarheid is afhankelijk van de instelling.
Functies die met de multi-selector kunnen worden
ingesteld
x
(Autom.
scènekeuzekn.)
Onderwerp
Speciale
effecten
Slim portret
Stand
A (auto)
1 X Flitsstand (A45) w
*
ww
*
w
2 n
Zelfontspanner
(A47)
www
*
w
3 p Macro-stand (A49) w w
4 o
Belichtingscorrectie
(A50)
w www
1
2
3
4
45
Opnamefuncties
De flitser gebruiken
U kunt een flitsstand selecteren overeenkomstig de opnameomstandigheden.
1 Druk op H (m) van de multi-selector.
2 Selecteer de gewenste flitsstand (A46) en druk
op de k-knop.
Als een instelling niet wordt toegepast door binnen enkele
seconden op de k-knop te drukken, wordt de selectie
geannuleerd.
B Het flitserlampje
De status van de flitser kan worden gecontroleerd door de
ontspanknop half in te drukken.
- Aan: De flitser gaat af wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
- Knippert: De flitser wordt opgeladen. De camera kan geen beelden
maken.
- Uit: De flitser gaat niet af wanneer een beeld wordt gemaakt.
Als de batterij bijna leeg is, schakelt de monitor uit terwijl de flitser wordt opgeladen.
Automatisch
46
Opnamefuncties
Beschikbare flitsstanden
C De flitsstandinstelling
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnameomstandigheden.
De instelling die wordt gebruikt in de stand A (auto), wordt opgeslagen in het geheugen van de camera,
zelfs als de camera uitgezet is.
C Rode-ogenreductie
Als de camera rode ogen vaststelt terwijl een beeld wordt opgeslagen, wordt het gebied in kwestie bewerkt
om rode ogen te verminderen voor het beeld wordt opgeslagen.
Houd rekening met het volgende tijdens de opname:
Er is meer tijd nodig om beelden op te slaan.
Rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat opleveren.
In uitzonderlijke gevallen kan de rode-ogenreductie nodeloos worden toegepast op andere delen van het
beeld. In dergelijke gevallen selecteert u een andere flitsstand en maakt u het beeld opnieuw.
U Automatisch
De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld als er weinig licht is.
Het pictogram voor de flitsstand op het opnamescherm wordt alleen direct na het uitvoeren
van de instelling weergegeven.
V Autom. met rode-ogenred.
Minder “rode ogen” in portretten ten gevolge van de flitser.
W Uit
De flitser gaat niet af.
Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren wanneer u in
donkere omgevingen fotografeert.
X Invulflits
De flitser wordt bij elk beeld gebruikt. Gebruik deze stand om schaduwen en onderwerpen in
tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Y Lange sluitertijd
Geschikt voor avond- en nachtportretten met achtergronddecors. De flitser gaat indien nodig af
om het hoofdonderwerp te verlichten. De lange sluitertijd wordt gebruikt om in het donker of
bij weinig licht de achtergrond vast te leggen.
47
Opnamefuncties
De zelfontspanner gebruiken
De camera is voorzien van een zelfontspanner, die de sluiter ongeveer tien seconden of twee
seconden na het indrukken van de ontspanknop ontspant.
Stel Foto VR in op Uit in het setup-menu (A73) als u een statief gebruikt om de camera bij
opname te stabiliseren.
1 Druk op J (n) van de multi-selector.
2 Selecteer n10s of n2s en druk op de k-knop.
n10s (tien seconden): voor belangrijke gelegenheden, zoals
bruiloften.
n2s (twee seconden): om cameratrilling te voorkomen.
Als een instelling niet wordt toegepast door binnen enkele
seconden op de k-knop te drukken, wordt de selectie
geannuleerd.
Wanneer de opnamestand de onderwerpstand Dierenportret
is, wordt Y (Dierenp. autom. ontsp.) weergegeven (A 37). De
zelfontspanner kan niet worden gebruikt.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop
half in.
De scherpstelling en de belichting zijn ingesteld.
Zelfontspanner
10
10
F3.5
F3.5
1/ 2 5 0
1/250
48
Opnamefuncties
4 Druk de ontspanknop helemaal in.
Het aftellen begint. Het zelfontspannerlampje
knippert en licht daarna constant gedurende
ongeveer één seconde op voor de sluiter wordt
ontspannen.
Zodra de sluiter is ontspannen, wordt de
zelfontspanner weer op OFF gezet.
Om de aftelling te stoppen, drukt u nogmaals op de
ontspanknop.
F3.5
1/250
9
49
Opnamefuncties
Macrostand gebruiken
Gebruik de macro-stand om close-upbeelden te maken.
1 Druk op I (p) van de multi-selector.
2 Selecteer ON en druk op de k-knop.
Als de instelling niet wordt toegepast door binnen enkele
seconden op de k-knop te drukken, wordt de selectie
geannuleerd.
3 Verplaats de zoomknop om de zoomfactor op
een positie te zetten waarbij F en de
zoomaanduiding groen oplichten.
Wanneer de zoomfactor is ingesteld op een positie waarbij de zoomaanduiding groen oplicht, kan
de camera scherpstellen op onderwerpen tot op ca. 30 cm van het objectief. Wanneer de zoom op
een positie staat waar G wordt weergegeven, kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot
op circa 5 cm van het objectief.
B Opmerkingen over het gebruik van de flitser
De flitser kan mogelijk het volledige onderwerp niet verlichten op afstanden van minder dan 50 cm.
C De instelling Macro-stand
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnameomstandigheden.
De instelling die wordt gebruikt in de stand A (auto), wordt opgeslagen in het geheugen van de camera,
zelfs als de camera uitgezet is.
Macro-stand
50
Opnamefuncties
Helderheid aanpassen (Belichtingscompensatie)
U kunt de algemene helderheid van het beeld aanpassen.
1 Druk op K (o) van de multi-selector.
2 Selecteer een correctiewaarde en druk op de
k-knop.
Om het beeld helderder te maken, stelt u een positieve (+)
waarde in.
Om het beeld donkerder te maken, stelt u een negatieve (–)
waarde in.
De correctiewaarde wordt toegepast, ook zonder de k-knop in
te drukken.
C Waarde voor belichtingscorrectie
De instelling die wordt gebruikt in de stand A (auto), wordt opgeslagen in het geheugen van de camera,
zelfs als de camera uitgezet is.
Belichtingscompensatie
+
0
.
3
-
2
.
0
+
2
.
0
51
Opnamefuncties
Standaardinstellingen
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hierna beschreven.
Flitsstand
(A45)
Zelfontspanner
(A47)
Macro-stand
(A49)
Belichtingscom pensatie
(
A
50)
x (Autom.
scènekeuzekn.)
U
1
Uit Uit
2
0,0
Onderwerp
b (portret) V Uit Uit
2
0,0
c (landschap) W
2
Uit Uit
2
0,0
d (sport) W
2
Uit
2
Uit
2
0,0
e (nachtportret) V
3
Uit Uit
2
0,0
f (party/binnen) V
4
Uit Uit
2
0,0
Z (strand) U Uit Uit
2
0,0
z (sneeuw) U Uit Uit
2
0,0
h (zonsondergang) W
2
Uit Uit
2
0,0
i (schemering) W
2
Uit Uit
2
0,0
j (nachtlandschap) W
2
Uit Uit
2
0,0
k (close-up) W Uit Aan
2
0,0
u (voedsel) W
2
Uit Aan
2
0,0
l (museum) W
2
Uit Uit 0,0
m (vuurwerk) W
2
Uit
2
Uit
2
0,0
2
n (zwart-wit-kopie) W Uit Uit 0,0
52
Opnamefuncties
1
U (automatisch flitsen) of W (Uit) kunnen worden geselecteerd. Wanneer U (automatisch flitsen)
geselecteerd is, selecteert de camera automatisch de flitsstand die geschikt is voor het door de camera
geselecteerde onderwerp.
2
De instelling kan niet worden gewijzigd.
3
De instelling kan niet worden gewijzigd. De flitsstand is vastgezet op invulflits met synchronisatie met
lange sluitertijd en rode-ogenreductie.
4
De flitsstand lange sluitertijd met rode-ogenreductie kan worden gebruikt.
5
De zelfontspanner kan niet worden gebruikt. De functie Dierenp. autom. ontsp. kan worden in- of
uitgeschakeld (A37).
o (tegenlicht) X
2
Uit Uit
2
0,0
U (panorama assist) W Uit Uit 0,0
O (dierenportret) W
2
Y
5
Uit 0,0
D (speciale effecten) W Uit Uit 0,0
F (slim portret) U Uit Uit
2
0,0
A (auto) U Uit Uit 0,0
Flitsstand
(A45)
Zelfontspanner
(A47)
Macro-stand
(A49)
Belichtingscom pensatie
(
A
50)
53
Opnamefuncties
De hierna vermelde instellingen kunnen worden gewijzigd door tijdens de opname op de
d-knop te drukken (A4).
De instellingen die kunnen worden gewijzigd variëren naargelang de opnamestand, zoals hierna
weergegeven.
1
Deze instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden.
2
Bijkomende instellingen zijn beschikbaar voor bepaalde onderwerpstanden. Zie “Tips en opmerkingen”
(A34) voor meer informatie.
Functies die kunnen worden ingesteld met de
d-knop (opnamemenu)
Autom.
scènekeuzekn.
Onderwerp
2
Speciale
effecten
Slim portret Autostand
Beeldmodus
1
wwwww
Witbalans ––––w
Continu ––––w
ISO-waarde ––––w
Kleuropties ––––w
AF-veldstand ––––w
Autofocus-stand ––––w
Sneleffecten ––––w
Huid verzachten –––w
Glimlachtimer –––w
Knipperdetectie –––w
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
Kleuropties
AF-veldstand
Autofocus
-
stand
1400
1400
8
m
0s
8
m
0s
54
Opnamefuncties
Beschikbare opties in het opnamemenu
Optie Beschrijving A
Beeldmodus
Hiermee kunt u de combinatie van beeldformaat en beeldkwaliteit
kiezen die moet worden gebruikt wanneer beelden worden
opgeslagen.
Standaardinstelling: x 5152×3864
E28
Witbalans
Hiermee kunt u de witbalans aanpassen aan de
weersomstandigheden of de lichtbron, zodat de kleuren in de
beelden eruit zien zoals u ze met uw oog waarneemt.
Standaardinstelling: Automatisch
E30
Continu
Hiermee kunt u enkelvoudige of continuopnamen selecteren.
Standaardinstelling: Enkelvoudig
E33
ISO-waarde
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de camera voor licht bepalen.
Standaardinstelling: Automatisch
Wanneer Automatisch is geselecteerd, verschijnt E op de
monitor tijdens opnamen als de ISO-gevoeligheid toeneemt.
E35
Kleuropties
Hiermee kunt u de kleurtoon van beelden wijzigen.
Standaardinstelling: Normale kleur
E36
AF-veldstand
Hiermee kunt u bepalen hoe de camera het scherpstelveld
selecteert dat voor autofocus wordt gebruikt.
Standaardinstelling: AF met doelopsporing (A60)
E37
Autofocus-stand
Hiermee kunt u Enkelvoudige AF selecteren, waarmee alleen
wordt scherpgesteld wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt, of Fulltime-AF, waarmee continu wordt scherpgesteld,
zelfs als de ontspanknop niet half wordt ingedrukt.
Standaardinstelling: Enkelvoudige AF
E41
Sneleffecten
Hiermee kunt u de functie Sneleffecten in- of uitschakelen (A43).
Standaardinstelling: Aan
E41
55
Opnamefuncties
Huid verzachten
Hiermee kunt u het niveau voor de huidverzachting van menselijke
gezichten selecteren.
Standaardinstelling: Normaal
E42
Glimlachtimer
Hiermee kunt u bepalen of de camera de sluiter automatisch
ontspant wanneer de camera een glimlachend gezicht detecteert.
Standaardinstelling: Aan
E43
Knipperdetectie
De camera ontspant de sluiter automatisch twee keer bij elke
opname en slaat één beeld op waarin de ogen van het onderwerp
geopend zijn.
Standaardinstelling: Uit
E44
Optie Beschrijving A
56
Opnamefuncties
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt.
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt
Beperkte functie Optie Beschrijving
Flitsstand
Continu (A54)
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig is
geselecteerd, kan de flitser niet worden gebruikt.
Knipperdetectie
(A55)
Wanneer Knipperdetectie is ingesteld op Aan, kan de
flitser niet worden gebruikt.
Zelfontspanner
AF-veldstand (A54)
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd, kan de
zelfontspanner niet worden gebruikt.
Glimlachtimer
(A55)
Wanneer Glimlachtimer is geselecteerd, kan de
zelfontspanner niet worden gebruikt.
Macro-stand AF-veldstand (A54)
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd, kan de
macro-stand niet worden gebruikt.
Beeldmodus
Continu (A54)
Wanneer Multi-shot 16 is geselecteerd, is de instelling
Beeldmodus ingesteld op L (beeldformaat:
2560 × 1920 pixels).
ISO-waarde (A54)
Wanneer 3200 is geselecteerd, kan voor de beeldmodus
alleen de instelling r 2272×1704, q 1600×1200 of
O 6
40×480 worden geselecteerd. Als een andere
instelling voor de beeldstand dan hierboven wordt
geselecteerd, wordt de instelling voor de beeldstand
automatisch gewijzigd in r 2272×1704 wanneer ISO-
waarde is ingesteld op 3200.
Witbalans
Kleuropties
(A54)
Wanneer Zwart-wit, Sepia, of Koelblauw is
geselecteerd, is de instelling Witbalans vast ingesteld
op Automatisch.
ISO-waarde Continu (A54)
Wanneer Multi-shot 16 is geselecteerd, is de ISO-
gevoeligheid vast ingesteld op Automatisch.
AF-veldstand Digitale zoom (A74)
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera
scherp in het midden van het beeld, ongeacht de
instelling voor AF-veldstand.
57
Opnamefuncties
B Opmerkingen over digitale zoom
Afhankelijk van de opnamestand of de huidige instellingen is de digitale zoom mogelijk niet beschikbaar
(E67).
Wanneer digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp op het midden van het beeld.
Sneleffecten Continu (A54)
Sneleffecten kunnen niet worden toegepast op
beelden onmiddellijk nadat ze met continu-opname
werden vastgelegd.
Monitorinstellingen Sneleffecten (A 54)
Wanneer Sneleffecten is ingesteld op Aan terwijl foto's
worden gemaakt, wordt het vastgelegde beeld
weergegeven na de opname, ongeacht de instelling
voor Beeld terugspelen.
Bewegingsdetectie
Continu (A54)
Wanneer Multi-shot 16 is geselecteerd, is
Bewegingsdetectie uitgeschakeld.
ISO-waarde (A54)
Wanneer een andere instelling dan Automatisch is
geselecteerd, is Bewegingsdetectie uitgeschakeld.
AF-veldstand (A54)
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd, is
Bewegingsdetectie uitgeschakeld.
Digitale zoom
Continu (A54)
Wanneer Multi-shot 16 is geselecteerd, kan de digitale
zoom niet worden gebruikt.
AF-veldstand (A54)
Wanneer
Onderwerp volgen is geselecteerd, kan de
digitale zoom niet worden gebruikt.
Sluitergeluid Continu (A54)
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig is
geselecteerd, is het sluitergeluid uitgeschakeld.
Knipperwaarsch. Continu (A54)
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig is
geselecteerd, is Knipperwaarsch. uitgeschakeld.
Beperkte functie Optie Beschrijving
58
Opnamefuncties
Het scherpstelveld is afhankelijk van de opnamestand.
Gezichtsherkenning gebruiken
Wanneer de camera in de hierna vermelde opnamestanden op een
menselijk gezicht wordt gericht, detecteert de camera automatisch
het gezicht en stelt hierop scherp.
e/b Portret, h/c Nachtportret of d Tegenlicht in de
stand x (Autom. scènekeuzekn.) (A32)
Portret of Nachtportret in onderwerpstand (A33)
Stand Slim portret (A40)
Wanneer AF-veldstand (A54) is ingesteld op
Gezichtprioriteit in de stand A (auto) (A42)
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand (scherpstelveld)
weergegeven rond het gezicht waarop de camera scherpstelt, en wordt een enkele rand
weergegeven rond de andere gezichten.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt wanneer geen gezichten worden herkend:
Wanneer de stand x (Autom. scènekeuzekn.) is geselecteerd, verandert het scherpstelveld
afhankelijk van het onderwerp.
In de onderwerpstanden Portret en Nachtportret of in de stand Slim portret stelt de camera
scherp in het midden van het beeld.
In de stand A (auto) selecteert de camera het scherpstelveld met het onderwerp dat zich het
dichtst bij de camera bevindt.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
De mate waarin de camera gezichten kan detecteren, is afhankelijk van diverse factoren, waaronder de
richting waarin de gezichten kijken.
In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten detecteren:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
Scherpstellen
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
59
Opnamefuncties
De functie Huid verzachten gebruiken
Wanneer de sluiter wordt ontspannen terwijl een van de hierna vermelde onderwerpstanden wordt
gebruikt, detecteert de camera menselijke gezichten en wordt het beeld verwerkt om de huidtinten
te verzachten (tot drie gezichten).
Stand Slim portret (A40)
- Het niveau van de functie Huid verzachten kan worden aangepast.
e Portret, h Nachtportret of d Tegenlicht in de stand x (Autom. scènekeuzekn.) (A32)
Portret of Nachtportret in onderwerpstand (A33)
Bewerkingsfuncties zoals Huid verzachten kunnen worden toegepast op opgeslagen beelden met
behulp van Glamour-retouchering (A65), zelfs na de opname.
B Opmerkingen over Huid verzachten
Het kan langer duren dan normaal om beelden na de opname op te slaan.
In bepaalde opnameomstandigheden worden de gewenste resultaten van de functie Huid verzachten
niet verkregen en kan de functie Huid verzachten worden toegepast op delen van het beeld zonder
gezichten.
60
Opnamefuncties
AF met doelopsporing gebruiken
Wanneer AF-veldstand (A54) in de stand A (auto) is ingesteld op AF met doelopsporing, stelt
de camera scherp op de hierna beschreven wijze wanneer u de ontspanknop half indrukt.
De camera detecteert het hoofdonderwerp en stelt hierop
scherp. Zodra het onderwerp scherp is, licht het scherpstelveld
groen op. Als een menselijk gezicht wordt gedetecteerd, stelt de
camera hierop automatisch de scherpstelprioriteit in.
Wanneer geen hoofdonderwerp wordt gedetecteerd, selecteert
de camera automatisch een of meer van de negen
scherpstelvelden met het onderwerp dat zich het dichtst bij de
camera bevindt. Wanneer het onderwerp scherp is, lichten de
scherpstelvelden die scherp zijn, groen op.
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat de camera als hoofdonderwerp
bepaalt, variëren.
Het hoofdonderwerp kan bij bepaalde instellingen voor de Witbalans mogelijk niet worden
gedetecteerd.
De camera kan in de volgende situaties het hoofdonderwerp mogelijk niet detecteren:
- Wanneer het onderwerp zeer donker of helder is
- Wanneer het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Wanneer de opname dusdanig wordt gekadreerd, dat het hoofdonderwerp zich aan de rand van de
monitor bevindt
- Wanneer het hoofdonderwerp bestaat uit een terugkerend patroon
F3.5
F3.5
1/ 2 5 0
1/250
Scherpstelvelden
F3.5
F3.5
1/ 2 5 0
1/250
Scherpstelvelden
61
Opnamefuncties
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor Autofocus
De camera stelt in de volgende situaties mogelijk niet scherp zoals verwacht. Het kan soms
voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp ondanks het feit dat het scherpstelveld
of de scherpstelaanduiding groen worden weergegeven:
Het onderwerp is zeer donker.
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in het onderwerp (bijv. wanneer de zon
achter het onderwerp staat en het onderwerp daardoor zeer donker wordt).
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijv. wanneer de persoon op de foto
een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat).
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera (bijv. wanneer
het onderwerp in een kooi zit).
Onderwerpen met terugkerende patronen (vensterjaloezieën, gebouwen met meerdere rijen
ramen met dezelfde vorm, enz.)
Het onderwerp beweegt snel.
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om opnieuw scherp te
stellen, of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt
als het gewenste onderwerp, en gebruik de scherpstelvergrendeling (A62).
62
Opnamefuncties
Scherpstelvergrendeling
Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen wanneer de camera het scherpstelveld
met het gewenste onderwerp niet activeert.
1 Stel AF-veldstand in op Centrum in de stand A (auto) (A 54).
2 Positioneer het onderwerp in het
midden van het beeld en druk de
ontspanknop half in.
De camera stelt scherp op het onderwerp en het
scherpstelveld licht groen op.
De scherpstelling en de belichting zijn vergrendeld.
3 Pas de compositie van de foto aan zonder uw
vinger op te heffen.
De afstand tussen de camera en het onderwerp mag niet
veranderen.
4 Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te
maken.
F3.5
F3.5
1/ 2 5 0
1/250
F3.5
F3.5
1/ 2 5 0
1/250
63
Weergavefuncties
Weergavefuncties
Verplaats de zoomknop naar g (i) in de schermvullende weergavestand (A28) om in te zoomen
op het beeld.
U kunt de zoomfactor wijzigen door de zoomknop te verplaatsen naar f (h) of g (i).
Om een ander gedeelte van het beeld te zien, drukt u op HIJK van de multi-selector.
Als u een beeld bekijkt dat werd vastgelegd met gezichtsherkenning of dierherkenning, zoomt
de camera in op het tijdens de opname herkende gezicht, behalve wanneer beelden werden
vastgelegd met Continu, BSS, Multi-shot 16 of Onderwerp volgen. Om in te zoomen op een
gebied van het beeld waar er geen gezichten zijn, wijzigt u zoomfactor en drukt u op HIJK.
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, drukt u op de k-knop om terug te keren
naar de schermvullende weergavestand.
C Beelden uitsnijden
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, kunt u op de d-knop drukken om het beeld uit te
snijden, zodat alleen het zichtbare gedeelte wordt opgeslagen als een afzonderlijk bestand (E18).
Zoomweergave
15
/
05
/
2014 15:3 0
15
/
05
/
2014 15:30
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
Schermvullende
weergave
Beeld wordt ingezoomd
g
(i)
f
(h)
Gids weergavegebied
3.0
3.0
64
Weergavefuncties
Door de zoomknop naar f (h) te verplaatsen in de schermvullende weergavestand (A28),
worden beelden als miniaturen weergegeven.
U kunt het aantal weergegeven miniaturen wijzigen door de zoomknop te verplaatsen naar
f
(
h
)
of g (i).
Wanneer de miniatuurweergavestand wordt gebruikt, drukt u op HIJK van de multi-selector
om een beeld te selecteren, waarna u op de k-knop drukt om dat beeld in de schermvullende
weergavestand weer te geven.
Wanneer u de kalenderweergavestand gebruikt, drukt u op HIJK om een datum te
selecteren, waarna u op de
k
-knop drukt om het beeld weer te geven dat op die datum werd
vastgelegd.
B Opmerkingen over kalenderweergave
Beelden die werden vastgelegd toen de datum van de camera nog niet was ingesteld, worden beschouwd
als beelden die werden vastgelegd op 1 januari 2014.
Miniatuurweergave/Kalenderweergave
1
/
20
1
/
20
15
/
05
/
2014 15:3 0
15
/
05
/
2014 15:30
0004.
JPG
0004.
JPG
Schermvullende
weergave
Miniatuurweergave
f
(h)
g
(i)
Kalenderweergave
f
(h)
g
(i)
1
/
20
1
/
20
Sun
M
on
Tue
W
ed
Th u
F
ri
Sat
31
3 1
31
30
3 0
30
29
2 9
29
28
2 8
28
27
2 7
27
26
2 6
26
25
2 5
25
24
2 4
24
23
2 3
23
22
2 2
22
21
2 1
21
20
2 0
20
19
1 9
19
18
1 8
18
17
1 7
17
16
1 6
16
15
1 5
15
14
1 4
14
13
1 3
13
12
1 2
12
11
1 1
11
10
1 0
10
9
9
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
4
4
05
2014
65
Weergavefuncties
Wanneer u beelden in de schermvullende weergavestand of de miniatuurweergavestand bekijkt,
kunt u de hierna vermelde menubewerkingen configureren door op de d-knop (A4) te
drukken.
Functies die kunnen worden ingesteld met de
d-knop (Weergavemenu)
Optie Beschrijving A
Snel retoucheren*
Hiermee kunt u eenvoudig geretoucheerde kopieën maken waarin
het contrast en de verzadiging werden verhoogd.
E13
D-Lighting*
Hiermee kunt u kopieën maken met verhoogde helderheid en
verhoogd contrast, waardoor donkere gedeeltes van een beeld
lichter worden.
E13
Rode-ogencorrectie*
Corrigeert “rode ogen” die kunnen voorkomen in beelden wanneer
met een flitser wordt opgenomen.
E14
Glamour-
retouchering*
Detecteert gezichten in beelden en retoucheert de gedetecteerde
gezichten op aantrekkelijke wijze.
E15
Afdrukopdracht
Hiermee kunt u selecteren welke beelden worden afgedrukt en
hoeveel kopieën er van elk beeld worden afgedrukt voor het
afdrukken wordt gestart.
E45
Diashow Hiermee kunt u beelden in een automatische diashow bekijken. E49
Beveiligen Beveiligt geselecteerde beelden tegen ongewild wissen. E50
Beeld draaien
Hiermee kunt u het weergegeven beeld draaien naar portret- of
landschapsrichting.
E52
Kleine afbeelding* Maakt een kleine kopie van beelden. E
17
Spraakmemo
Hiermee kunt de microfoon van de camera gebruiken om
spraakmemo's op te nemen en aan beelden te koppelen.
E53
Kopiëren
Hiermee kunt u beelden kopiëren tussen het interne geheugen en
een geheugenkaart.
E54
66
Weergavefuncties
* Bewerkte beelden worden als aparte bestanden opgeslagen. Sommige beelden kunnen niet worden
bewerkt.
Favoriete beelden
Hiermee kunt u beelden toevoegen aan een album.
Deze optie wordt niet weergegeven in de stand Favoriete beelden.
E5
Verwijderen uit favor.
Hiermee kunt u beelden uit een album verwijderen.
Deze optie wordt alleen weergegeven in de stand Favoriete
beelden.
E7
Optie Beschrijving A
67
Films opnemen en weergeven
Films opnemen en weergeven
1 Geef het opnamescherm weer.
Controleer de resterende opnametijd voor films.
Als de optie Foto-informatie in Monitorinstellingen (A73)
in het setup-menu is ingesteld op Filmbeeld+autom. info, kan
het gebied dat in de film zichtbaar zal zijn, worden
gecontroleerd voor de filmopname start.
2 Druk op de b (e filmopname)-knop om de
filmopname te starten.
De camera stelt scherp in het midden van het beeld.
3 Druk opnieuw op de b (e filmopname)-knop om de opname te
beëindigen.
Films opnemen
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
Maximale filmduur
2
m
3
0s
2
m
3
0s
68
Films opnemen en weergeven
B Maximale filmduur
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 2 GB of niet langer duren dan 29 minuten, zelfs als er
voldoende vrije ruimte is op de geheugenkaart voor een langere opname.
De maximale filmduur voor één film wordt weergegeven op het opnamescherm.
De opname kan eindigen voor een van deze limieten wordt bereikt als de temperatuur van de camera te
hoog wordt.
De effectieve filmduur kan afhankelijk zijn van de inhoud van de film, de bewegingen van het onderwerp
of het type geheugenkaart.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden en het opnemen van films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de maximale filmduur
aangeeft, knippert terwijl beelden worden opgeslagen of terwijl een film wordt opgenomen. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de batterij of de geheugenkaart
niet terwijl een aanduiding knippert. Dit zou tot verlies van gegevens kunnen leiden of tot schade aan de
camera of de geheugenkaart.
B Opmerkingen over filmopname
Geheugenkaarten met een Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden aanbevolen om films op te
nemen (F20). De filmopname kan onverwachts stoppen wanneer geheugenkaarten met een lagere
Speed Class-waarde worden gebruikt.
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, kan de beeldkwaliteit lichtjes dalen.
Het geluid van de zoomknop, het zoomen, bewegingen van de objectiefaandrijving tijdens autofocus,
filmvibratiereductie en diafragma wanneer de helderheid wijzigt, kan worden opgenomen.
Vegen (F3) die tijdens filmopname zichtbaar zijn op de monitor, worden met films opgenomen. Vermijd
heldere objecten zoals de zon, weerkaatsingen van de zon en elektrische verlichting wanneer films
worden opgenomen.
Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de intensiteit van de toegepaste zoom kunnen
onderwerpen met terugkerende patronen (stoffen, vensters met lattenwerk, enz.) gekleurde strepen
vertonen (interferentiepatronen, moiré, enz.) tijdens de filmopname en -weergave. Dit doet zich voor
wanneer het patroon in het onderwerp en de indeling van de beeldsensor elkaar storen; dit is geen
defect.
69
Films opnemen en weergeven
B Opmerkingen over vibratiereductie tijdens het opnemen van films
Wanneer Film VR in het filmmenu (A70) is ingesteld op Aan (hybride), wordt de beeldhoek (m.a.w. het
gebied dat zichtbaar is in het beeld) smaller tijdens filmopname.
Wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens opname te stabiliseren, stelt u Film VR in op Uit om
potentiële fouten ten gevolge van deze functie te voorkomen.
B Opmerkingen over cameratemperatuur
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt gebruikt op een
hete locatie.
Als de binnenzijde van de camera zeer heet wordt tijdens het opnemen van films, stopt de camera de
opname automatisch.
De resterende tijd tot de camera stopt met opnemen (B10s) wordt weergegeven.
Als de camera gestopt is met opnemen, schakelt hij zichzelf uit.
Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera afgekoeld is.
B Opmerkingen over autofocus voor filmopname
De autofocus levert mogelijk niet het gewenste resultaat (A61). In dit geval probeert u het volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op Enkelvoudige AF (standaardinstelling) voor u de
filmopname start.
2. Kadreer een ander onderwerp (op dezelfde afstand van de camera als het gewenste onderwerp) in het
midden van het beeld, druk op de b (e filmopname)-knop om de opname te starten en wijzig
vervolgens de compositie.
70
Films opnemen en weergeven
Functies die kunnen worden ingesteld met de d-knop
(filmmenu)
De instellingen van de hierna vermelde menuopties kunnen
worden geconfigureerd.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M k -knop
Optie Beschrijving A
Filmopties
Selecteer het filmtype.
Standaardinstelling: f 720/30p/V 720/25p
De standaardinstelling is g 480/30p/W 480/25p
wanneer het interne geheugen wordt gebruikt.
E56
Autofocus-stand
Selecteer Enkelvoudige AF, waarmee de scherpstelling wordt
vergrendeld wanneer de filmopname begint, of Fulltime-AF,
waarmee continu wordt scherpgesteld tijdens de filmopname.
Standaardinstelling: Enkelvoudige AF
E57
Film VR
Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het
opnemen van films.
Standaardinstelling: Aan (hybride)
E58
Windruisreductie
Stel in of de windruis tijdens de filmopname moet worden beperkt.
Standaardinstelling: Uit
E58
Filmopties
Autofocus-stand
Film VR
Windruisreductie
71
Films opnemen en weergeven
Druk op de knop c om naar de weergavestand te gaan.
Films worden aangeduid met het pictogram voor de filmopties
(A70).
Druk op de k-knop om films weer te geven.
Om het volume aan te passen, verplaatst u de zoomknop terwijl
een film wordt weergegeven (A1).
Films weergeven
15
/
05
/
2014 15:30
15
/
05
/
2014 15:30
0010.
AVI
0010.
AVI
10s
10s
Filmopties
4s
Volumeaanduiding
72
Films opnemen en weergeven
Bediening tijdens filmweergave
Bedieningsknoppen verschijnen onderaan de monitor.
De hierna vermelde handelingen kunnen worden uitgevoerd met
JK van de multi-selector om een knop te selecteren, waarna u op
de k-knop drukt.
Films wissen
Om een film te wissen, selecteert u de gewenste film in de schermvullende weergavestand (A28)
of in de miniatuurweergavestand (A64), waarna u op de l-knop drukt (A30).
Functie
Pictogram
Beschrijving
Terugspoelen A Houd de k-knop ingedrukt op de film terug te spoelen.
Vooruitspoelen B Houd de k-knop ingedrukt op de film vooruit te spoelen.
Pauze E
Afspelen pauzeren.
De hierna vermelde bewerkingen kunnen worden uitgevoerd terwijl de
film gepauzeerd is.
C
Spoel de film één beeld terug. Houd de k-knop ingedrukt om
continu terug te spoelen.
D
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de k-knop ingedrukt om
continu vooruit te spoelen.
F Weergave hervatten.
Beëindigen G Terugkeren naar de schermvullende weergavestand.
4s
Gepauzeerd
73
Algemene camera-instellingen
Algemene camera-instellingen
De instellingen van de hierna vermelde menuopties kunnen
worden geconfigureerd.
Functies die kunnen worden ingesteld met de
d-knop (setup-menu)
Druk op de d-knop M z (setup)-menupictogram M k-knop
Optie Beschrijving
A
Welkomstscherm
Hiermee kunt u kiezen of het welkomstscherm wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld.
E59
Tijdzone en datum Hiermee kunt u de cameraklok instellen. E60
Monitorinstellingen
Hiermee kunt u de weergave van foto-informatie, het controlebeeld
na de opname en de helderheidsinstellingen van de monitor
aanpassen.
E62
Datumstempel Hiermee kunt u de opnamedatum en -tijd afdrukken op beelden. E64
Foto VR
Hiermee kunt u de instelling voor vibratiereductie selecteren die
tijdens het opnemen van foto's wordt gebruikt.
E65
Bewegingsdetectie
Hiermee kunt u instellen of de camera onscherpte ten gevolge van
cameratrilling beperkt wanneer beweging wordt gedetecteerd
tijdens het opnemen van foto's.
E66
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
Bewegingsdetectie
AF
-
hulplicht
74
Algemene camera-instellingen
AF-hulplicht Hiermee kunt u de AF-hulpverlichting in- of uitschakelen. E67
Digitale zoom Hiermee kunt u de digitale zoom in- en uitschakelen. E67
Geluidsinstellingen Hiermee kunt u geluidsinstellingen aanpassen. E68
Automatisch uit
Hiermee kunt u de tijd instellen die verstrijkt voor de monitor
uitschakelt om stroom te sparen.
E68
Geheug. formatteren/
Geheugenkaart form.
Hiermee kunt u het interne geheugen of de geheugenkaart
formatteren.
E69
Taal/Language Hiermee kunt u de taal van de camera instellen. E70
Videostand
Hiermee kunt u de instellingen voor de videostand aanpassen voor
aansluiting op een televisie. Selecteer tussen NTSC en PAL.
E70
Opladen via
computer
Hiermee kunt u instellen of de batterij in de camera wordt
opgeladen wanneer de camera aangesloten is op een computer.
E71
Knipp
erwaarsch.
Hiermee kunt u instellen of gesloten ogen worden gedetecteerd
wanneer met behulp van gezichtsherkenning beelden van mensen
worden gemaakt.
E72
Uploaden via Eye-Fi
Hiermee kunt u instellen of de functie voor het verzenden van
beelden naar een computer met behulp van een in de handel
verkrijgbare Eye-Fi-kaart wordt ingeschakeld.
E73
Standaardwaarden
Hiermee kunt u de instellingen van de camera terugzetten op de
standaardinstellingen.
E74
Firmware-versie Bekijk de huidige firmwareversie van de camera. E74
Optie Beschrijving
A
75
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
De camera aansluiten op een televisie,
computer of printer
U kunt extra genieten van foto's en films door de camera aan te sluiten op een televisie, computer of
printer.
Voordat u de camera aan een extern toestel aansluit, dient u er zeker van te zijn dat het
resterende batterijniveau voldoende is, waarna u de camera uitschakelt. Voor u de verbinding
verbreekt, dient u de camera uit te zetten.
Als de lichtnetadapter EH-62G (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze camera worden
gevoed via een stopcontact. Gebruik geen lichtnetadapter van een ander merk of model, omdat
dat kan leiden tot oververhitting van of een defect aan de camera.
Voor informatie over de aansluitmethodes en daaropvolgende handelingen, raadpleeg naast dit
document ook de documentatie die met het toestel werd meegeleverd.
Aansluitmethoden
Open het deksel aansluitingen.
USB/AV-uit-
aansluiting
Voer de plug recht in.
76
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Beelden bekijken op een televisie E19
Beelden en films die werden vastgelegd met de camera, kunnen worden
weergegeven op een televisie.
Aansluitmethode: Sluit de video- en audiopluggen van een optionele AV-kabel aan
op de ingangsaansluitingen van de televisie.
Beelden bekijken en organiseren op een computer A77
U kunt gegevens overzetten naar een computer om beeldgegevens eenvoudig te
retoucheren en te beheren.
Aansluitmethode: Sluit de camera met de USB-kabel aan op de USB-aansluiting van
de computer.
Voor u verbinding maakt met een computer, dient u ViewNX 2 op de computer
te installeren (A77).
Als er USB-toestellen zijn aangesloten die stroom krijgen van de computer,
koppel ze dan van de computer los voordat u de camera erop aansluit. Wanneer
u tegelijk de camera en andere USB-toestellen op dezelfde computer aansluit,
kan er een storing optreden of kan er te veel stroom van de computer worden
gevoerd, waardoor de camera of de geheugenkaart beschadigd kan raken.
Beelden afdrukken zonder computer E20
Als u de camera aansluit op een PictBridge-compatibele printer, kunt u beelden
afdrukken zonder een computer te gebruiken.
Aansluitmethode: Sluit de camera rechtstreeks op de USB-ingangsaansluiting van
de printer aan met de USB-kabel.
77
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
ViewNX 2 is een alles-in-één softwarepakket waarmee u beelden kunt overzetten, weergeven,
bewerken en delen. Installeer ViewNX 2 met behulp van meegeleverde ViewNX 2-cd-rom.
Installeren ViewNX 2
Een internetverbinding is vereist.
Compatibele besturingssystemen
Windows
Windows 8.1, Windows 7, Windows Vista, Windows XP
Mac
OS X 10.9, 10.8, 10.7
Raadpleeg de Nikon-website voor informatie over de systeemvereisten, zoals de meest recente
informatie over compatibele besturingssystemen.
Gebruik van ViewNX 2
Uw gereedschapsbox voor foto's
ViewNX 2
78
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
1 Start de computer en plaats de ViewNX 2-cd-rom in het cd-rom-station.
Windows: Als de instructies voor het gebruik van de cd-rom worden weergegeven in het venster,
volgt u de instructies om naar het installatievenster te gaan.
Mac: Wanneer het venster ViewNX 2 verschijnt, dubbelklikt u op het pictogram Welcome.
2 Selecteer een taal in het menu voor taalselectie om het installatievenster
te openen.
Als de gewenste taal niet wordt weergegeven, klikt u op Regioselectie om een andere regio te
kiezen en selecteer vervolgens de gewenste taal (de knop Regioselectie is niet beschikbaar in de
Europese versie).
Klik op Volgende om het installatievenster op te roepen.
3 Start het installatieprogramma.
Het is aan te bevelen in het installatievenster op Installatiehandleiding te klikken om de
helpinformatie bij de installatie en de systeemvereisten te raadplegen voor u ViewNX 2 installeert.
Klik op Standaardinstallatie (aanbevolen) in het installatievenster.
4 Download de softwar e.
Wanneer het scherm Softwaredownload wordt weergegeven, klikt u op Ik ga akkoord -
Download starten.
Volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
79
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
5 Sluit het installatieprogramma af als het voltooiingsscherm van de
installatie wordt weergegeven.
Windows: Klik op Ja.
Mac: Klik op OK.
De volgende software wordt geïnstalleerd:
ViewNX 2 (bestaat uit de volgende drie modules)
- Nikon Transfer 2: Om beelden over te zetten naar de computer
- ViewNX 2: Om overgezette beelden weer te geven, te bewerken en af te drukken
- Nikon Movie Editor: Voor de basisbewerking van overgezette films
Panorama Maker (om één panoramafoto te maken op basis van een reeks beelden die werden
opgenomen in de onderwerpstand Panorama Assist)
6 Haal de ViewNX 2-cd -rom uit het cd-rom-station.
80
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Beelden naar een computer kopiëren
1 Kies hoe beelden naar de computer worden gekopieerd.
Kies een van de volgende methoden:
Directe USB-aansluiting: schakel de camera uit en zorg ervoor dat de geheugenkaart in de
camera is geplaatst. Sluit de camera aan op de computer met de USB-kabel. De camera wordt
automatisch ingeschakeld.
Om beelden over te zetten die opgeslagen zijn in het interne geheugen van de camera, haalt u de
geheugenkaart uit de camera voor u de camera aansluit op de computer.
SD-kaartsleuf: Als uw computer is voorzien van een SD-kaartsleuf, kunt u de kaart rechtstreeks in
de sleuf steken.
SD-kaartlezer: Sluit een kaartlezer (apart verkrijgbaar bij de detailhandelaar) op de computer aan
en plaats de geheugenkaart.
81
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Als er een bericht wordt weergegeven met de aanduiding dat u een programma moet kiezen,
selecteert u Nikon Transfer 2.
Bij gebruik van Windows 7
Als het rechts getoonde venster wordt
weergegeven, dient u de onderstaande stappen
te volgen om Nikon Transfer 2 te selecteren.
1Bij Afbeeldingen en video's importeren
klikt u op Ander programma. Er verschijnt
een dialoogvenster waar u het programma
kunt selecteren; selecteer Bestand
importeren met Nikon Transfer 2 en klik
op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal beelden bevat, kan het enige tijd duren voor Nikon Transfer 2
start. Wacht tot Nikon Transfer 2 start.
B De USB-kabel aansluiten
De verbinding wordt mogelijk niet herkend als de camera via een USB-hub op de computer is aangesloten.
2 Kopieer de beelden naar een computer.
Klik op Overspelen starten.
Bij de standaardinstellingen worden alle beelden op de geheugenkaart naar de computer
gekopieerd.
Overspelen starten
82
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
3 Beëindig de verbinding.
Wanneer de camera op een computer is aangesloten, schakelt u de camera uit en koppelt u de
USB-kabel los. Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kies dan de gepaste optie in het
besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf die overeenstemt met de
geheugenkaart uit te werpen en haal de kaart uit de kaartlezer of kaartsleuf.
Beelden bekijken
Start ViewNX 2.
Beelden worden weergegeven in ViewNX 2 wanneer
het kopiëren is voltooid.
Raadpleeg de online-help voor meer informatie over
het gebruik van ViewNX 2.
C Handmatig starten van ViewNX 2
Windows: Dubbelklik op de ViewNX 2-snelkoppeling op het bureaublad.
Mac: Klik op het ViewNX 2-pictogram in de dock.
E1
Het referentiegedeelte omvat gedetailleerde informatie en tips voor het gebruik van de camera.
Opname
Panorama Assist gebruiken.............................................................................................. E2
Weergave
Stand Favoriete beelden................................................................................................... E5
Stand Automatisch sorteren............................................................................................ E9
Stand Sorteer op datum..................................................................................................E10
Beelden bewerken (foto's)..............................................................................................E11
De camera aansluiten op een televisie (beelden weergeven op een televisie)
..................................................................................................................................................E19
De camera op een printer
aansluiten (Direct Print) ..............................................E20
Menu
Het opnamemenu (voor stand A (Automatisch))...............................................E28
Het menu Slim portret .....................................................................................................E42
Het weergavemenu ..........................................................................................................E45
Het filmmenu ......................................................................................................................E56
Het setup-menu .................................................................................................................E59
Aanvullende informatie
Foutmeldingen...................................................................................................................E75
Bestandsnamen..................................................................................................................E79
Optionele accessoires ......................................................................................................E80
Referentiegedeelte
E2
Referentiegedeelte
Gebruik een statief voor de beste resultaten. Stel Foto VR in op Uit in het setup-menu (A73) als u
een statief gebruikt om de camera bij opname te stabiliseren.
* Het pictogram voor de laatst geselecteerde onderwerpstand wordt weergegeven.
1 Gebruik HIJK van de multi-selector om de
richting te selecteren waarin de beelden worden
samengevoegd, en druk op de k-knop.
Gebruik in deze stap indien nodig de flitsstand (A45), de
zelfontspanner (A47), de macro-stand (A49) en
belichtingscorrectie (A50).
Druk op de k-knop om de richting opnieuw te selecteren.
2 Kadreer het eerste gedeelte van het
panoramaonderwerp en maak de eerste
foto.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het
midden van het beeld.
Ongeveer een derde van het beeld wordt
doorschijnend weergegeven.
Panorama Assist gebruiken
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram van boven*)
M K M HI M U (Panorama assist) M k-knop
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
E3
Referentiegedeelte
3 Maak de volgende foto.
Pas de omtrek van het volgende beeld dusdanig aan,
dat een derde van het beeld overlapt met het vorige
beeld, en druk op de ontspanknop.
4 Druk op de k-knop als de opname voltooid is.
De camera keer terug naar stap 1.
B Opmerkingen over Panorama Assist
De opname voor de panoramareeks wordt beëindigd als de functie Automatisch uit (E68) tijdens de
opname de stand-by-stand oproept. Het is aan te bevelen de tijd die mag verstrijken voor de functie
Automatisch uit wordt ingeschakeld, langer in te stellen.
Beelden kunnen niet worden verwijderd terwijl wordt opgenomen in de stand Panorama Assist. Om een
nieuw beeld op te nemen, keert u terug naar stap 1 en begint u opnieuw.
Einde
8
m
0s
8
m
0s
1399
1399
Einde
8
m
0s
8
m
0s
1397
1397
E4
Referentiegedeelte
C R-aanduiding
In de onderwerpstand Panorama Assist worden de belichting, de
witbalans en de scherpstelling voor alle beelden in een panorama
vastgezet op de waarden voor het eerste beeld in elke reeks.
Wanneer het eerste beeld wordt gemaakt, wordt R
weergegeven om aan te duiden dat de belichting, de witbalans en de
scherpstelling vergrendeld zijn.
C Panorama maken met Panorama Maker
Zet beelden over naar een computer (A80) en gebruik Panorama Maker om ze samen te voegen tot één
panorama.
Panorama Maker kan worden geïnstalleerd op een computer met behulp van de meegeleverde
ViewNX 2-cd (A77).
Voor meer informatie over het gebruik van Panorama Maker raadpleegt u de instructies op het scherm en
de helpinformatie in Panorama Maker.
EindeEinde
8
m
0s
8
m
0s
1399
1399
E5
Referentiegedeelte
Door beelden (behalve films) aan albums toe te voegen als favoriete beelden, kunt u alleen de
toegevoegde beelden weergeven.
Beelden kunnen naar negen albums worden gesorteerd. Aan elk album kunnen tot 200 beelden
worden toegevoegd.
De originele beelden worden niet gekopieerd of verplaatst.
U kunt hetzelfde beeld toevoegen aan meerdere albums.
Beelden toevoegen aan albums
1 Gebruik JK van de multi-selector om een beeld
te selecteren, en gebruik H om L weer te
geven.
U kunt L toevoegen aan meerdere beelden. Om L te
verwijderen, drukt u op I.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
2 Druk op de k-knop nadat u de instellingen heeft geconfi gureerd.
3 Selecteer het gewenste album en druk op de
k-knop.
De geselecteerde beelden worden toegevoegd.
Stand Favoriete beelden
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Favoriete beelden M k-knop
Favoriete beelden
TerugTerug
Favoriete beelden
Toev.TerugTerug
E6
Referentiegedeelte
Beelden in albums weergeven
Gebruik de multi-selector om een album te selecteren en druk
vervolgens op de k-knop om de beelden in het geselecteerde
album weer te geven.
Functies in het weergavemenu (A65) kunnen worden gebruikt
voor de beelden in het geselecteerde album (behalve
Kopiëren en Favoriete beelden).
De volgende bewerkingen zijn mogelijk in het
albumselectiescherm.
- d-knop: Wijzigt het albumpictogram (E8).
- l-knop: Verwijdert alle originele beelden die aan het
geselecteerde album werden toegevoegd.
B Opmerkingen over wissen
Als een beeld wordt verwijderd terwijl de stand Favoriete beelden wordt gebruikt, wordt het originele beeld
verwijderd. Om beelden uit albums te verwijderen, zie “Beelden verwijderen uit albums” (E7).
Druk op de c-knop (weergavestand) M c-knop M h Favoriete beelden M k-knop
Favoriete beelden
Kies pictogramKies pictogram
E7
Referentiegedeelte
Beelden verwijderen uit albums
1 Gebruik JK van de multi-selector om een beeld
te selecteren, en gebruik H om L te verbergen.
Om de pictogrammen opnieuw weer te geven, drukt u op I.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
2 Druk op de k-knop nadat u de instellingen heeft geconfi gureerd.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Om de verwijdering te annuleren, selecteert u Nee.
Ga naar de stand h Favoriete beelden M selecteer het album met het beeld dat u wilt
verwijderen M k-knop M d-knop M Verwijderen uit favor. M k-knop
Verwijderen uit favor.
TerugTerug
E8
Referentiegedeelte
Het pictogram Favoriet album wijzigen
1 Gebruik de multi-selector om een album te
selecteren en druk op de d-knop.
2 Gebruik JK om een pictogramkleur te
selecteren en druk op de k-knop.
3 Selecteer een pictogram en druk op de k-knop.
Het pictogram wijzigt.
Druk op de c-knop (weergavestand) M c-knop M h Favoriete beelden M k-knop
Favoriete beelden
Kies pictogramKies pictogram
Kies pictogram
TerugTerug
Kies pictogram
TerugTerug
E9
Referentiegedeelte
Beelden worden automatisch gesorteerd naar categorieën, zoals portretten, landschappen en films,
overeenkomstig de camera-instellingen tijdens de opname.
Gebruik de multi-selector om een categorie te selecteren en druk
vervolgens op de k-knop om de beelden in de geselecteerde
categorie weer te geven.
Functies in het weergavemenu (A65) kunnen worden gebruikt
voor de beelden in de geselecteerde categorie (behalve
Kopiëren en Verwijderen uit favor.).
Terwijl het categorieselectiescherm wordt weergegeven, drukt
u op de l-knop om alle originele beelden in de geselecteerde
categorie te verwijderen.
B Opmerkingen over de stand Automatisch sorteren
In de stand Automatisch sorteren kunnen in elke categorie maximaal 999 beelden of filmbestanden
worden gesorteerd.
Beelden of films die met een andere camera dan deze camera werden opgeslagen, kunnen niet worden
weergegeven in de stand Automatisch sorteren.
Stand Automatisch sorteren
Druk op de c-knop (weergavestand) M c-knop M F Automatisch sorteren M k-knop
Portretten
Andere onderwerpen
E10
Referentiegedeelte
Gebruik de multi-selector om een datum te selecteren en druk op
de k-knop om de beelden weer te geven die op de geselecteerde
datum werden vastgelegd.
Functies in het weergavemenu (A65) kunnen worden gebruikt
voor de beelden van de geselecteerde opnamedatum (behalve
Kopiëren en Verwijderen uit favor.).
De volgende bewerkingen zijn mogelijk terwijl het
selectiescherm voor de opnamedatum wordt weergegeven.
- d-knop: De volgende functies zijn beschikbaar.
Afdrukopdracht*
Diashows
Beveiligen*
* Dezelfde instellingen kunnen worden toegepast op alle beelden die op de geselecteerde datum
werden vastgelegd.
- l-knop: Verwijdert alle beelden die op de geselecteerde datum werden vastgelegd.
B Opmerkingen bij de stand Sorteer op datum
De camera kan de meest recente 29 datums selecteren. Als er beelden voor meer dan 29 datums zijn,
worden alle beelden die vroeger werden opgeslagen dan de recentste 29 datums, gecombineerd onder
Overige.
De 9.000 recentste beelden kunnen worden weergegeven.
Beelden die werden vastgelegd toen de datum van de camera nog niet was ingesteld, worden
beschouwd als beelden die werden vastgelegd op 1 januari 2014.
Stand Sorteer op datum
Druk op de c-knop (weergavestand) M c-knop M C Sorteer op datum M k-knop
3
20/05/2014
2
15/05/2014
1
10/05/2014
05/05/2014
10
Sorteer op datum
E11
Referentiegedeelte
Voor beelden worden bewerkt
U kunt beelden heel eenvoudig op deze camera bewerken. Bewerkte kopieën worden als aparte
bestanden opgeslagen.
Bewerkte kopieën worden met dezelfde opnamedatum en -tijd opgeslagen als het origineel.
C Beperkingen voor beelden bewerken
Een beeld kan tot tien keer worden bewerkt.
Beelden bewerken (foto's)
E12
Referentiegedeelte
Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen
1 Geef het beeld waarop u een effect wilt
toepassen, weer in de schermvullende
weergavestand en druk op de k-knop.
2 Gebruik HIJK van de multi-selector om het
gewenste effect te selecteren en druk o p de
k-knop.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te slaan, drukt u op
de d-knop.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
Optie Sneleffecten Beschrijving
Pop en Superlevendig Verbetert vooral de kleurverzadiging.
Schilderij, High-key, Speelgoedcamera-effect 1,
Speelgoedcamera-effect 2, Low-key, Cross-
process (rood), Cross-process (geel), Cross-process
(groen) en Cross-pro
cess (blauw)
Past vooral de tint aan en creëert een
verschillende look voor het beeld.
Foto-illustratie, Zacht, Zacht portret, Fisheye, Ster
en Miniatuureffect
Verwerkt beelden met diverse effecten.
Hoogcontrast monochr., Sepia, Koelblauw en
Selectieve kleur
Wijzigt meerkleurige beelden in beelden met een
kleur. Selectieve kleur zet alle kleuren, behalve een
opgegeven kleur, om naar zwart en wit.
15
/
05
/
2014 15:30
15
/
05
/
2014 15:30
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
4
AnnulerenAnnuleren
Sneleecten
PopSuperlevendigSchilderij
Foto-illustratie
High-key
Speelgoed-
camera-eect 1
Contr.
E13
Referentiegedeelte
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om de intensiteit
van het toegepaste effect te selecteren en druk op
de k-knop.
De bewerkte versie wordt rechts weergegeven.
Als u wilt sluiten zonder de kopie op te slaan, drukt u op J.
D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om Uitvoeren te
selecteren en druk op de k-knop.
De bewerkte versie wordt rechts weergegeven.
Om te sluiten zonder de kopie op te slaan, selecteert u Annuleren en
drukt u op de k-knop.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Snel retoucheren M k-knop
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M D-Lighting M
k-knop
Snel retoucheren
WaardeWaarde
Normaal
D-Lighting
Uitvoeren
Annuleren
E14
Referentiegedeelte
Rode-ogencorrectie: Rode ogen corrigeren bij opname met
flitser
Bekijk een voorbeeld van het resultaat en druk op de
k-knop.
Als u wilt sluiten zonder de kopie op te slaan, drukt u op J van de
multi-selector.
B Opmerkingen over rode-ogencorrectie
Rode-ogencorrectie kan alleen worden toegepast op beelden wanneer rode ogen worden gedetecteerd.
De rode-ogencorrectie kan worden toegepast op huisdieren (honden of katten), zelfs als hun ogen niet
rood zijn.
Rode-ogencorrectie zal niet bij alle beelden het gewenste resultaat opleveren.
In uitzonderlijke gevallen kan de rode-ogencorrectie nodeloos worden toegepast op andere delen van
het beeld.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Rode-ogencorrectie M k-knop
OpslaanTerug
Rode-ogencorrectie
E15
Referentiegedeelte
Glamour-retouchering: Menselijke gezichten verbeteren
1 Gebruik HIJK van de multi-selector om het
gezicht te selecteren dat u wilt retoucheren, en
druk op de k-knop.
Wanneer er slechts één gezicht wordt gedetecteerd, gaat u
naar stap 2.
2 Gebruik JK om het effect te selecteren, gebruik
HI om het effectniveau te selecteren en druk
op de k-knop.
U kunt meerdere effecten tegelijk toepassen.
Wijzig of controleer de instellingen voor alle effecten voor u op
de k-knop drukt.
F (Klein gezicht), B (Huid verzachten), l (Poeder),
m (Glansreductie), E (Wallen onder ogen verbergen),
A (Grote ogen), G (Ogen witter maken), n (Oogschaduw),
o (Mascara), H (Tanden witter maken), p (Lippenstift), D (Wangen roder maken)
Druk op de d-knop om terug te keren naar het scherm om een persoon te selecteren.
3 Bekijk een voorbeeld van het resultaat en druk
op de k-knop.
Om de instellingen te wijzigen, drukt u op J om terug te keren
naar stap 2.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te slaan, drukt u op
de d-knop.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Glamour-retouchering M k-knop
Onderwerpselectie
Terug
Klein gezicht
TerugTerug
Voorbeeld
Opslaan
E16
Referentiegedeelte
4 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
B Opmerkingen over Glamour-retouchering
Er kan slechts één gezicht tegelijk worden bewerkt met de functie Glamour-retouchering.
Afhankelijk van de richting waarin de gezichten kijken, of van de helderheid van de gezichten, kan de
camera de gezichten mogelijk niet nauwkeurig detecteren of werkt de functie Glamour-retouchering niet
zoals verwacht.
Als er geen gezichten worden gedetecteerd, wordt een waarschuwing getoond en verschijnt het
weergavemenu weer op het scherm.
De functie Glamour-retouchering is alleen beschikbaar voor beelden die werden vastgelegd met een
ISO-gevoeligheid van 1600 of minder en een beeldformaat van 640 × 480 of groter.
Ja
Nee
Opslaan OK?
E17
Referentiegedeelte
Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen
1 Gebruik HI van de multi-selector om het
gewenste kopieformaat te selecteren en druk op
de k-knop.
Beelden die werden gemaakt met een beeldmodus-instelling
van z 5120×2880 worden opgeslagen met een formaat
640 × 360, terwijl beelden die werden gemaakt met een
beeldmodus-instelling van s 3864×3864 worden
opgeslagen bij 480 × 480. Druk op de k-knop om verder te
gaan met stap 2.
2 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt (compressieverhouding
van ongeveer 1:16).
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Kleine afbeelding M k-knop
640×480
320×240
160×120
Kleine afbeelding
Ja
Nee
Kleine kopie maken?
E18
Referentiegedeelte
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
1 Verplaats de zoomknop om het beeld te vergroten (A63).
2 Verfijn de compositie van de kopie en druk op
de d-knop.
Verplaats de zoomknop naar g (i) of f (h) om de
zoomfactor aan te passen. Stel een zoomfactor in waarin u
wordt weergegeven.
Gebruik HIJK van de multi-selector om het beeld dusdanig
te bladeren, dat alleen het te kopiëren gedeelte zichtbaar is op
de monitor.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
C Beeldformaat
Kopieën die werden gemaakt met de functie Kleine afbeelding of werden uitgesneden tot een formaat van
320 × 240 of kleiner, worden weergegeven in een klein formaat op het weergavescherm en kunnen niet
worden uitgesneden.
C Het beeld uitsnijden in zijn huidige oriëntatie “Staand”
Gebruik de optie Beeld draaien (E52) om het beeld zo te draaien, dat het wordt weergegeven in de
oriëntatie Landschap. Nadat het beeld werd uitgesneden, draait u het uitgesneden beeld terug naar de
oriëntatie “Staand”.
3.0
3.0
Ja
Nee
Dit beeld opslaan als
getoond?
E19
Referentiegedeelte
1 Schakel de camera uit en sluit hem aan op de televisie .
Sluit de gele plug aan op de video-in-aansluiting en de witte plug op de audio-in-aansluiting op de
televisie.
Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen onder een hoek in
te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
2 Stem de televisie af op het videokanaal.
Raadpleeg de documentatie van uw televisie voor meer informatie.
3 Houd de knop c ingedrukt om de camera aan
te zetten.
Beelden worden weergegeven op de televisie.
De monitor van de camera schakelt niet in.
B Als beelden niet worden weergegeven op de televisie
Zorg dat Videostand (E70) in het setup-menu overeenkomt met de standaard die uw televisie gebruikt.
De camera aansluiten op een televisie (beelden
weergeven op een televisie)
WitGeel
E20
Referentiegedeelte
Gebruikers van een PictBridge-compatibele printer kunnen de camera rechtstreeks op de printer
aansluiten en beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een computer.
De camera op een printer aansluiten (Direct Print)
Beelden maken.
Sluit de camera aan op een printer (E21).
Druk beelden één voor één af
(E23).
Druk meerdere beelden af (E25).
Wanneer het afdrukken is voltooid, schakelt u de camera uit en koppelt u de USB-kabel los.
Selecteer beelden die u wilt
afdrukken en het aantal kopieën
met de optie Afdrukopdracht
(E45).
E21
Referentiegedeelte
De camera op een printer aansluiten
1 Zet de camera uit.
2 Zet de printer aan.
Controleer de printerinstellingen.
3 Sluit de camera met de USB-kabel aan op de printer.
Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen onder een hoek in
te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
E22
Referentiegedeelte
4 De camera wordt automatisch ingeschakeld.
Het PictBridge-opstartscherm (
1
) verschijnt op de monitor van de camera, gevolgd door het
Afdrukselectie-scherm (
2
).
B Als het PictBridge-startscherm niet verschijnt
Wanneer Automatisch is geselecteerd voor Opladen via computer (E71), kunnen beelden eventueel
niet worden afgedrukt wanneer de camera direct aangesloten is op bepaalde printers. Als het PictBridge-
opstartscherm niet verschijnt nadat de camera werd ingeschakeld, zet u de camera uit en ontkoppelt u de
USB-kabel. Stel Opladen via computer in op Uit en sluit de camera opnieuw aan op de printer.
32
15
/
05
/
2014
Afdrukselectie
12
E23
Referentiegedeelte
Beelden één voor één afdrukken
1 Gebruik de multi-selector om het gewenste
beeld te selecteren en druk op de k-knop.
Verplaats de zoomknop naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan, of naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan.
2 Gebruik HI om Kopieën te selecteren en druk
op de k-knop.
3 Selecteer het gewenste aantal kopieën
(maximaal negen) en druk op de k-knop.
32
15
/
05
/
2014
Afdrukselectie
PictBridge
1
Kopieën
Papierformaat
Afdrukken starten
afdrukken
Kopieën
4
E24
Referentiegedeelte
4 Selecteer Papierformaat en druk op de
k-knop.
5 Selecteer het gewenste papierformaat en druk
op de k-knop.
Als u de instellingen voor het papierformaat wilt gebruiken die
op de printer zijn geconfigureerd, selecteert u Standaard bij
de optie Papierformaat.
De op de camera beschikbare opties voor het papierformaat
zijn afhankelijk van de printer die u gebruikt.
6 Selecteer Afdrukken starten en druk op de
k-knop.
De afdruk begint.
Om het afdrukken te annuleren, drukt op de k-knop.
PictBridge
4
Kopieën
Papierformaat
Afdrukken starten
afdrukken
Papierformaat
Standaard
3,5×5 in.
7 in.
100×150 mm
6 in.
8×10 in.
Letter
PictBridge
4
Kopieën
Papierformaat
Afdrukken starten
afdrukken
E25
Referentiegedeelte
Meerdere beelden afdrukken
1 Wanneer het Afdrukselectie-scherm wordt
weergegeven, drukt u op de d-knop.
2 Gebruik HI van de multi-selector om
Papierformaat te selecteren en druk op de
k-knop.
Om het afdrukmenu te sluiten, drukt u op de d-knop.
3 Selecteer het gewenste papierformaat en druk
op de k-knop.
Als u de instellingen voor het papierformaat wilt gebruiken die
op de printer zijn geconfigureerd, selecteert u Standaard bij
de optie Papierformaat.
De op de camera beschikbare opties voor het papierformaat
zijn afhankelijk van de printer die u gebruikt.
32
15
/
05
/
2014
Afdrukselectie
Afdrukmenu
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
DPOF-afdrukken
Papierformaat
Papierformaat
Standaard
3,5×5 in.
7 in.
100×150 mm
6 in.
8×10 in.
Letter
E26
Referentiegedeelte
4 Selecteer Afdrukselectie, Druk alle beelden af
of DPOF-afdrukken en druk op de k-knop.
Afdrukselectie
Selecteer de beelden (maximaal 99) en het aantal
afdrukken (maximaal negen) voor elk beeld.
Gebruik JK van de multi-selector om beelden te
selecteren en gebruik HI om het aantal afdrukken
op te geven.
Beelden die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent
u aan M en een getal dat het gewenste aantal
afdrukken aangeeft. Als geen kopieën werden
geselecteerd voor beelden, wordt de selectie
geannuleerd.
Verplaats de zoomknop naar g (i) om naar de schermvullende weergave te gaan, of
naar f (h) om naar de miniatuurweergave te gaan.
Druk op de k-knop als de instelling voltooid is.
Wanneer het scherm rechts wordt weergegeven,
selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de
k-knop om de afdruk te starten.
Afdrukmenu
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
DPOF-afdrukken
Papierformaat
Afdrukselectie
TerugTerug
311
10
Afdrukselectie
Afdrukken starten
Annuleren
afdrukken
E27
Referentiegedeelte
Druk alle beelden af
Een kopie van alle beelden die opgeslagen zijn in het
interne geheugen of op de geheugenkaart, wordt
afgedrukt.
Wanneer het scherm rechts wordt weergegeven,
selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de
k-knop om de afdruk te starten.
DPOF-afdrukken
Druk beelden af waarvoor een afdrukopdracht werd
aangemaakt met de optie Afdrukopdracht (E45).
Wanneer het scherm rechts wordt weergegeven,
selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de
k-knop om de afdruk te starten.
Om de huidige afdrukopdracht te bekijken, selecteert
u Bek. beelden en drukt u op de k-knop. Om
beelden af te drukken, drukt u nogmaals op de
k-knop.
Druk alle beelden af
Afdrukken starten
Annuleren
afdrukken
DPOF-afdrukken
Bek. beelden
Annuleren
Afdrukken starten
afdrukken
E28
Referentiegedeelte
Beeldmodus (beeldformaat en beeldkwaliteit)
Selecteer de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding die wordt gebruikt om
beelden op te slaan. Hoe groter de instelling voor de beeldmodus, hoe sterker vergroot beelden
kunnen worden afgedrukt, en hoe lager de compressieverhouding, hoe hoger de kwaliteit van de
beelden, maar het aantal beelden dat kan worden opgeslagen is kleiner.
* Het totaal aantal vastgelegde pixels en het aantal pixels dat horizontaal en verticaal wordt vastgelegd.
Voorbeeld: x 5152×3864 = ca. 20 megapixels, 5152 × 3864 pixels
Het opnamemenu (voor stand A (Automatisch))
Ga naar de opnamestand M d-knop M Beeldmodus M k-knop
Optie* Compressieverhouding
Beeldverhouding
(horizontaal t .o.v. verticaal)
w 5152×3864P Circa 1/4 4:3
x 5152×3864 (standaardinstelling) Circa 1/8 4:3
i 3648×2736 Circa 1/8 4:3
r 2271704 Circa 1/8 4:3
q 1600×1200 Circa 1/8 4:3
O 640×480 Circa 1/8 4:3
z 5120×2880 Circa 1/8 16:9
s 3864×3864 Circa 1/8 1:1
E29
Referentiegedeelte
C Beeldmodus
De instelling voor de beeldmodus kon ook worden gewijzigd in andere opnamestanden dan
Automatisch. De gewijzigde instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden.
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A56).
C Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
Het aantal beelden dat bij benadering kan worden opgeslagen, kunt u tijdens de opname op de monitor
controleren (A20).
Merk op dat vanwege de JPEG-compressie het aantal beelden dat kan worden opgeslagen, sterk
afhankelijk is van de beeldinhoud, zelfs wanneer geheugenkaarten met dezelfde capaciteit en dezelfde
instelling voor de beeldmodus worden gebruikt. Bovendien kan het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen, sterk verschillen volgens het merk van de geheugenkaart.
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt het aantal resterende opnamen
weergegeven als “9999”.
C Beelden afdrukken met een beeldverhouding 1:1
Verander de printerinstelling in “Rand” wanneer u beelden afdrukt met een beeldverhouding 1:1. Sommige
printers kunnen geen beelden afdrukken met een beeldverhouding van 1:1.
E30
Referentiegedeelte
Witbalans (Tint aanpassen)
Pas de witbalans aan overeenkomstig de lichtbron of de weersomstandigheden, zodat de kleuren in
de beelden eruit zien zoals u ze met uw oog waarneemt.
Gebruik Automatisch voor de meeste omstandigheden. Wijzig de instelling wanneer u de tint
van het te maken beeld wilt wijzigen.
B Opmerkingen over Witbalans
Zet de flitsstand op W (uit) wanneer de witbalans is ingesteld op een andere instelling dan Automatisch
en Flitser (A45).
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A56).
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M Witbalans M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De witbalans wordt automatisch aan de lichtomstandigheden
aangepast.
b Handm. voorinstelling
Wanneer het gewenste resultaat niet wordt verkregen met
Automatisch, Gloeilamplicht enz. (E31).
c Daglicht Voor opname bij zonlicht.
d Gloeilamplicht Voor opnamen bij gloeilamplicht.
e TL-licht Voor opnamen bij TL-verlichting.
f Bewolkt Voor opnamen bij bewolkt weer.
g Flitser Voor opnamen met de flitser.
E31
Referentiegedeelte
Gebruik van Handm. voorinstelling
Gebruik de volgende procedure om de witbalanswaarde te meten bij het licht dat tijdens de
opname zal worden gebruikt.
1 Plaats een wit of grijs referentievoorwerp onder de verlichting die voor de
foto wordt gebruikt.
2 Gebruik HI van de multi-selector om Handm.
voorinstelling te selecteren in het Witbalans-
menu en druk op de k-knop.
De camera zoomt in naar de positie om de witbalans te meten.
3 Selecteer Meten.
Om de laatst gemeten waarde toe te passen, selecteert u
Annuleren en drukt u op de k-knop.
4 Kadreer het referentievoorwerp in het
meetvenster.
Automatisch
Automatisch
Automatisch
Handm. voorinstelling
Daglicht
Daglicht
Daglicht
Gloeilamplicht
Gloeilamplicht
Gloeilamplicht
TL-licht
TL-licht
TL-licht
Bewolkt
Bewolkt
Bewolkt
FlitserFlitser
Witbalans
Handm. voorinstelling
Annuleren
Meten
Handm. voorinstelling
Annuleren
Meten
Meetvenster
E32
Referentiegedeelte
5 Druk op de k-knop om de waarde te meten.
De sluiter wordt ontspannen en de meting wordt uitgevoerd. Er wordt geen beeld opgeslagen.
B Opmerkingen over Handm. voorinstelling
Een waarde voor de flitserbelichting kan niet worden gemeten met Handm. voorinstelling. Wanneer u
met behulp van de flitser opneemt, dient u Witbalans in te stellen op Automatisch of Flitser.
E33
Referentiegedeelte
Continu-opnamen
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M Continu M k-knop
Optie Beschrijving
U Enkelvoudig
(standaardinstelling)
Er wordt één beeld gemaakt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
V Continu
Wanneer de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, worden
beelden continu vastgelegd.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa 1,1 bps en
het maximale aantal continu-opnamen bedraagt circa 6 (wanneer de
beeldmodus is ingesteld op x 5152×3864).
D BSS
(Best Shot Selector)
Terwijl de ontspanknop volledig ingedrukt wordt gehouden, legt de
camera een reeks van maximaal tien beelden vast en wordt het
scherpste beeld automatisch opgeslagen.
Gebruik deze functie om een stilstaand onderwerp op te nemen op
plaatsen waar de flitser niet mag worden gebruikt en er veel kans is op
cameratrilling.
W Multi-shot 16
Telkens wanneer de ontspanknop helemaal
wordt ingedrukt, legt de camera een reeks van
16 beelden vast en slaat deze op als één beeld.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen
bedraagt circa 30 bps.
Beeldmodus is vast ingesteld op
L (beeldformaat: 2560 × 1920 pixels).
Digitale zoom is niet beschikbaar.
E34
Referentiegedeelte
B Opmerkingen bij Continu-opnames
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig is geselecteerd, kan de flitser niet worden gebruikt.
Scherpstelling, belichting en witbalans worden ingesteld op de waarden bepaald voor het eerste beeld in
elke reeks.
Het kan even duren om de beelden na de opname op te slaan.
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A56).
B Opmerkingen over Multi-shot 16
Vegen (F3) die zichtbaar zijn op de monitor wanneer wordt opgenomen met Multi-shot 16
ingeschakeld, worden opgenomen in de beelden. Vermijd heldere objecten zoals de zon, weerkaatsingen
van de zon en elektrische verlichting wanneer u opnamen maakt met Multi-shot 16 ingeschakeld.
E35
Referentiegedeelte
ISO-waarde
Met een hogere ISO-waarde kunnen donkere onderwerpen worden vastgelegd. Bovendien kunnen,
zelfs bij onderwerpen met gelijke helderheid, beelden met kortere sluitertijden worden gemaakt,
waardoor waasvorming ten gevolge van cameratrilling en bewegingen van het onderwerp kan
worden beperkt.
Wanneer een hogere ISO-gevoeligheid wordt ingesteld, kunnen de beelden ruis bevatten.
B Opmerking over ISO-gevoeligheid
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A56).
B Opmerking over ISO 3200
Wanneer ISO-waarde is ingesteld op 3200, zijn de beschikbare
instellingen voor Beeldmodus beperkt tot r 2272×1704,
q 1600×1200 en O 640×480. X wordt weergegeven naast de
aanduiding voor de ISO-gevoeligheid linksonder op de monitor.
C Weergave van ISO-gevoeligheid op het opnamescherm
Wanneer Automatisch is geselecteerd, wordt E weergegeven als de ISO-gevoeligheid automatisch
toeneemt.
Wanneer Vast bereik automatisch is geselecteerd, wordt de maximumwaarde voor de ISO-
gevoeligheid weergegeven.
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M ISO-waarde M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De gevoeligheid wordt automatisch geselecteerd tussen ISO 80 en 1600.
I Vast bereik automatisch
Selecteer het bereik waarin de camera automatisch de ISO-gevoeligheid
aanpast, uit ISO 80-400 of ISO 80-800.
80, 100, 200, 400, 800, 1600,
3200
De gevoeligheid wordt vergrendeld op de vastgestelde waarde.
3200
3200
E36
Referentiegedeelte
Kleuropties
Maak kleuren levendiger of sla beelden monochroom op.
B Opmerkingen over kleuropties
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A56).
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M Kleuropties M k-knop
Optie Beschrijving
n Normale kleur
(standaardinstelling)
Voor beelden met een natuurlijke kleur.
o Levendig Voor een levendig, “fotoprint”-effect.
p Zwart-wit Slaat beelden in zwart-wit op.
q Sepia Slaat beelden in sepiatinten op.
r Koelblauw Slaat beelden in cyaan-blauw monochroom op.
E37
Referentiegedeelte
AF-veldstand
Gebruik deze optie om te bepalen hoe de camera het scherpstelveld voor autofocus selecteert.
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M AF-veldstand M k-knop
Optie Beschrijving
a Gezichtprioriteit
Wanneer de camera een menselijk gezicht
detecteert, stelt deze scherp op dat gezicht.
Zie “Gezichtsherkenning gebruiken” (A58)
voor meer informatie.
Wanneer een compositie zonder
menselijke onderwerpen of gedetecteerde
gezichten wordt gekadreerd, selecteert de
camera automatisch een of meer van de
negen scherpstelvelden met het
onderwerp dat zich het dichtst bij de
camera bevindt wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
1400
1400
8
m
0s
8
m
0s
Scherpstelveld
F3.5
F3.5
1/ 2 5 0
1/250
Scherpstelvelden
E38
Referentiegedeelte
x Handmatig
Gebruik HIJK van de multi-selector om
het scherpstelveld te verplaatsen naar het
gebied waarop u wilt scherpstellen.
Om de multi-selector te gebruiken om
de flitsstand of andere instellingen te
configureren, drukt u op de k-knop.
Om terug te keren naar het verplaatsen
van het scherpstelveld, drukt u nogmaals
op de k-knop.
y Centrum
De camera stelt scherp op het onderwerp
in het midden van het beeld.
s Onderwerp
volgen
Gebruik deze functie om beelden te maken
van bewegende onderwerpen. Registreer
het onderwerp waarop de camera
scherpstelt. Het scherpstelveld verplaatst
zich automatisch om het onderwerp te
volgen.
Zie “Onderwerp volgen gebruiken” (E40)
voor meer informatie.
Optie Beschrijving
Bereik van verplaatsbaar
scherpstelveld
Scherpstelveld
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
Scherpstelveld
Start
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
E39
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over de AF-veldstand
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp in het midden van het beeld, ongeacht
de instelling voor AF-veldstand.
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A56).
M AF met
doelopsporing
(standaardinstelling)
Wanneer de camera het hoofdonderwerp
detecteert, stelt deze scherp op dat
onderwerp.
Zie “AF met doelopsporing gebruiken”
(A60) voor meer informatie.
Optie Beschrijving
F3.5
F3.5
1/ 2 5 0
1/250
Scherpstelvelden
E40
Referentiegedeelte
Onderwerp volgen gebruiken
1 Een onderwerp registreren.
Lijn het onderwerp dat u wilt volgen, uit met de rand in het
midden van de monitor en druk op de k-knop.
Wanneer het onderwerp geregistreerd is, wordt een gele rand
(scherpstelveld) weergegeven rond het onderwerp en begint
de camera het onderwerp te volgen.
Als het onderwerp niet kan worden geregistreerd, licht de rand
rood op. Wijzig de compositie en probeer het onderwerp
opnieuw te registreren.
Om het registreren van het onderwerp te annuleren, drukt op de k-knop.
Als de camera het geregistreerde onderwerp niet meer kan volgen, verdwijnt het scherpstelveld.
Registreer het onderwerp opnieuw.
2 Druk de ontspanknop volledig in om de foto te
maken.
Wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl het
scherpstelveld niet wordt weergegeven, stelt de camera scherp
op het onderwerp in het midden van het beeld.
B Opmerkingen bij Onderwerp volgen
Als u handelingen zoals inzoomen uitvoert terwijl de camera het onderwerp volgt, wordt de registratie
geannuleerd.
Het onderwerp kan in bepaalde opnameomstandigheden niet worden gevolgd.
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M AF-veldstand M k-knop M
s Onderwerp volgen M k-knop M d-knop
Start
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
F3.5
F3.5
1/ 2 5 0
1/250
E41
Referentiegedeelte
Autofocus-stand
Selecteer hoe de camera scherpstelt wanneer foto's worden gemaakt.
C Autofocus-stand voor filmopname
De autofocus-stand voor filmopname kan worden ingesteld met Autofocus-stand (E57) in het
filmmenu.
Sneleffecten
B Opmerkingen over Sneleffecten
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A56).
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M Autofocus-stand M k-knop
Optie Beschrijving
A Enkelvoudige AF
(standaardinstelling)
De camera stelt alleen scherp wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp zelfs wanneer de ontspanknop niet half
wordt ingedrukt. U hoort het geluid van de objectiefmotor terwijl de
camera scherpstelt.
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M Sneleffecten M k-knop
Optie Beschrijving
p Aan (standaardinstelling)
In de stand A (auto) drukt u onmiddellijk na het ontspannen van de
sluiter op de k-knop om het effectselectiescherm weer te geven en de
functie Sneleffecten te gebruiken (A43).
Uit Schakelt de functie Sneleffecten uit (tijdens opname).
E42
Referentiegedeelte
Zie “Beeldmodus (beeldformaat en beeldkwaliteit)” (E28) voor meer informatie over
Beeldmodus.
Huid verzachten
De effecten van de functie Huid verzachten zijn niet zichtbaar wanneer u beelden kadreert voor
opname. Controleer de resultaten in de weergavestand nadat u de beelden heeft gemaakt.
Het menu Slim portret
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret M k-knop M
d-knop M Huid verzachten M k-knop
Optie Beschrijving
S Hoog
Wanneer de sluiter wordt losgelaten, detecteert de camera een of
meer menselijke gezichten (maximaal drie) en wordt het beeld
verwerkt om de huidtinten te verzachten voordat het beeld wordt
opgeslagen. U kunt de intensiteit van het toegepaste effect selecteren.
R Normaal
(standaardinstelling)
Q Laag
Uit Schakelt de functie Huid verzachten uit.
E43
Referentiegedeelte
Glimlachtimer
De camera detecteert menselijke gezichten en laat automatisch de sluiter los wanneer een glimlach
wordt gedetecteerd.
B Opmerkingen over glimlachtimer
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A56).
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret M k-knop M
d-knop M Glimlachtimer M k-knop
Optie Beschrijving
a Aan (standaardinstelling) Schakelt de glimlachtimer in.
Uit Schakelt de glimlachtimer uit.
E44
Referentiegedeelte
Knipperdetectie
B Opmerkingen over Knipperdetectie
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A56).
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret M k-knop M
d-knop M Knipperdetectie M k-knop
Optie Beschrijving
y Aan
De camera ontspant de sluiter
automatisch twee keer bij elke
opname en slaat één beeld op
waarin de ogen van het
onderwerp geopend zijn.
Als de camera een beeld heeft
opgeslagen waarin de ogen van
het onderwerp mogelijk
gesloten zijn, verschijnt het
dialoogvenster rechts
gedurende enkele seconden.
De flitser kan niet gebruikt worden.
Uit (standaardinstelling) Schakelt de knipperdetectie uit.
Er werd geknipperd op de foto
die zojuist werd genomen.
E45
Referentiegedeelte
Zie “Beelden bewerken (foto's)” (E11) voor informatie over beeldbewerkingsfuncties.
Zie “Stand Favoriete beelden” (E5) voor meer informatie over Favoriete beelden en
Verwijderen uit favor..
Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht maken)
Als u de instellingen voor de afdrukopdracht vooraf configureert, kunt u ze gebruiken met de hierna
vermelde afdrukmethoden.
Breng de geheugenkaart naar een digitale fotoservice die het afdrukken van DPOF (Digital Print
Order Format (Digitaal afdrukformaat voor digitale camera's)) ondersteunt.
Een geheugenkaart plaatsen in de kaartsleuf van een DPOF-compatibele printer.
De camera aansluiten op een PictBridge-compatibele printer (E20).
1 Gebruik HI van de multi-selector om Beelden
selecteren te selecteren en druk op de k-knop.
In de stand Favoriete beelden, Automatisch sorteren of Sorteer
op datum wordt het scherm rechts niet weergegeven. Ga
verder met stap 2.
Het weergavemenu
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Afdrukopdracht M k-knop
Beelden selecteren
Afdrukopdracht
Afdrukopdracht wissen
E46
Referentiegedeelte
2 Selecteer de beelden (maximaal 99) en het
aantal afdrukken (maximaal negen) voor elk
beeld.
Gebruik JK van de multi-selector om beelden te selecteren en
gebruik HI om het aantal afdrukken op te geven.
Beelden die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent u aan M
en een getal dat het gewenste aantal afdrukken aangeeft. Als
geen kopieën werden geselecteerd voor beelden, wordt de
selectie geannuleerd.
Verplaats de zoomknop naar g (i) om naar de schermvullende weergave te gaan, of naar f (h)
om naar de miniatuurweergave te gaan.
Druk op de k-knop als de instelling voltooid is.
3 Selecteer of u ook de opna med atum en
opnamegegevens wilt afdrukken.
Selecteer Datum en druk op de k-knop om de opnamedatum
op alle beelden af te drukken.
Selecteer Info en druk op de k-knop om de sluitertijd en de
diafragmawaarde op alle beelden af te drukken.
Selecteer tenslotte Gereed en druk op de k-knop om de
afdrukopdracht te voltooien.
Afdrukselectie
TerugTerug
311
Afdrukopdracht
Datum
Gereed
Info
E47
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over afdrukopdracht
Wanneer een afdrukopdracht wordt gemaakt in de stand Favoriete beelden, Automatisch sorteren of
Sorteer op datum, verschijnt het volgende scherm als andere beelden dan de beelden in het geselecteerde
album, de geselecteerde categorie of van de geselecteerde opnamedatum gemarkeerd zijn voor afdruk.
Ja: Verwijdert de afdrukmarkeringen niet van andere beelden en voegt de instellingen voor de huidige
afdrukopdracht toe.
Nee: Verwijdert de afdrukmarkeringen van alle andere beelden en gebruikt alleen de instellingen voor de
huidige afdrukopdracht.
Als het totale aantal beelden in de afdrukopdracht groter is dan 99 wanneer de nieuwe instellingen worden
toegepast, verschijnt het volgende scherm.
Ja: Verwijdert de afdrukmarkeringen van alle andere beelden en gebruikt alleen de instellingen voor de
huidige afdrukopdracht.
Annuleren: Verwijdert afdrukmarkeringen niet uit andere beelden en annuleert de instellingen voor de
huidige afdrukopdracht.
Afdrukopdracht
Datum
Gereed
Info
Ja
Nee
Afdrukmarkering voor andere
beelden opslaan?
Afdrukopdracht
Datum
Gereed
Info
Ja
Nee
Afdrukmarkering voor
andere data opslaan?
Stand Favoriete beelden of
Automatisch sorteren
Stand Sorteer op datum
Afdrukopdracht
Datum
Gereed
Info
Ja
Annuleren
Teveel geselecteerde beelden.
Afdrukmarkering van andere
beelden verwijderen?
Afdrukopdracht
Datum
Gereed
Info
Ja
Annuleren
Teveel geselecteerde
beelden. Afdrukmarkering voor
andere data verwijderen?
Stand Favoriete beelden of
Automatisch sorteren
Stand Sorteer op datum
E48
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over opnamedatum en opname-informatie voor afdrukopdracht
Op sommige printers kan de opnamedatum en opname-informatie niet worden afgedrukt.
Opname-informatie kan niet worden afgedrukt als de camera aangesloten is op een printer.
De instellingen van Datum en Info worden gereset telkens wanneer de optie Afdrukopdracht wordt
weergegeven.
De opnamedatum is de datum die was ingesteld op de camera toen
het beeld werd vastgelegd.
Voor beelden die werden gemaakt met de optie Datumstempel
(E64) ingeschakeld, wordt alleen de datum en tijd afgedrukt die
werd aangebracht op het tijdstip van de opname, zelfs als de
datumoptie Afdrukopdracht ingeschakeld is voor de beelden.
C Bestaande afdrukopdracht annuleren
Selecteer Afdrukopdracht wissen in stap 1 van “Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht maken)”
(E45).
C Meer informatie
Zie “Beelden afdrukken met een beeldverhouding 1:1” (E29) voor meer informatie.
15 .05. 2 014
15.05. 2014
E49
Referentiegedeelte
Diashow
Geef beelden een voor een weer in een automatische “diashow”. Wanneer filmbestanden in de
diashow worden weergegeven, wordt alleen het eerste beeld van elke film getoond.
1 Gebruik HI van de multi-selector om Start te
selecteren en druk op de k-knop.
De diashow begint.
Om het interval tussen de beelden te wijzigen, selecteert u
Tussenpauze, druk op de k-knop en geef het gewenste
interval in voor u Start selecteert.
Om de diashow automatisch te herhalen, selecteert u
Herhalen en drukt u op de k-knop voor u Start selecteert.
De maximale afspeelduur bedraagt ongeveer 30 minuten, zelfs als Herhalen is ingeschakeld.
2 Beëindig de diashow of start hem opnieuw.
Het scherm rechts wordt weergegeven als de diashow ten
einde is of wordt gepauzeerd. Om de diashow te sluiten,
selecteert u G en drukt u op de k-knop. Om de diashow te
hervatten, selecteert u F en drukt u op de k-knop.
Handelingen tijdens weergave
Gebruik JK om het vorige/volgende beeld weer te geven. Houd de knop ingedrukt om snel
vooruit/achteruit te spoelen.
Druk op de k-knop om de diashow te pauzeren of te beëindigen.
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Diashow M k-knop
Diashow
Tussenpauze
Start
Herhalen
PauzerenPauzeren
E50
Referentiegedeelte
Beveiligen
De camera beveiligt geselecteerde beelden tegen ongewild wissen.
Selecteer beelden die u wilt beveiligen of annuleer de beveiliging van voordien beveiligde beelden
in het beeldselectiescherm (E51).
Houd er rekening mee dat beveiligde bestanden permanent worden gewist als het interne
geheugen van de camera of de geheugenkaart wordt geformatteerd (E69).
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Beveiligen M k-knop
E51
Referentiegedeelte
Het beeldselectiescherm
Wanneer een beeldselectiescherm zoals rechts hiernaast wordt
weergegeven terwijl de camera wordt bediend, volgt u de hierna
beschreven procedures om de beelden te selecteren.
1 Gebruik JK van de multi-selector om een beeld
te selecteren.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
Er kan slechts één beeld worden geselecteerd voor Beeld
draaien en Welkomstscherm. Ga verder met stap 3.
2 Gebruik HI om de selectie uit te voeren of op
te heffen (of het aantal kopieën op te geven).
Wanneer een beeld wordt geselecteerd, verschijnt een
pictogram onder het beeld. Herhaal stappen 1 en 2 om
bijkomende beelden te selecteren.
3 Druk op de k-knop om de beeldselectie toe te passen.
Wanneer Geselecteerde beelden is geselecteerd, verschijnt een bevestigingsvenster. Volg de
instructies die op de monitor worden weergegeven.
Beveiligen
TerugTerug
Beveiligen
TerugTerug
Beveiligen
TerugTerug
E52
Referentiegedeelte
Beeld draaien
Geef de richting op waarin de opgeslagen beelden worden weergegeven. U kunt beelden
90 graden rechtsom of 90 graden linksom draaien.
Selecteer een beeld in het beeldselectiescherm (E51). Wanneer het scherm Beeld draaien
verschijnt, drukt u op JK van de multi-selector om het beeld 90 graden te draaien.
Druk op de k-knop om de oriëntatie van de weergave te voltooien en deze oriëntatie-informatie
samen met het beeld op te slaan.
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Beeld draaien M k-knop
Beeld draaien
TerugTerug
DraaienDraaien
Beeld draaien
TerugTerug
DraaienDraaien
Beeld draaien
TerugTerug
DraaienDraaien
90 graden linksom
draaien
90 graden rechtsom
draaien
E53
Referentiegedeelte
Spraakmemo
Spraakmemo's kunnen worden opgenomen en toegevoegd aan beelden.
Spraakmemo's opnemen
Houd de k-knop ingedrukt om op te nemen (maximaal
ongeveer 20 seconden).
Raak de microfoon niet aan.
Tijdens de opname knipperen o en p op de monitor.
Zodra de opname eindigt, verschijnt het spraakmemo-
weergavescherm. Druk op de k-knop om de spraakmemo
weer te geven.
Wis de huidige spraakmemo voor u een nieuwe spraakmemo
opneemt (E54).
p wordt weergegeven bij beelden met een spraakmemo wanneer ze in schermvullende
weergave worden weergegeven.
Spraakmemo's afspelen
Selecteer een beeld met p voor u op de d-knop drukt.
Druk op de k-knop om de spraakmemo weer te geven. Druk
nogmaals op de knop om de weergave te stoppen.
Verplaats de zoomknop tijdens de weergave om het
weergavevolume aan te passen.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M Spraakmemo M
k-knop
17s
17s
Terug
E54
Referentiegedeelte
Spraakmemo's wissen
Druk op de l-knop terwijl het scherm wordt weergegeven dat in
“Spraakmemo's afspelen” (E53) is beschreven.
Wanneer het bevestigingsvenster verschijnt, gebruikt u HI van de
multi-selector om Ja te selecteren, waarna u op de k-knop drukt.
Om een spraakmemo bij een beveiligd beeld te verwijderen,
moet eerst de instelling Beveiligen worden uitgeschakeld.
Kopiëren (Kopiëren tussen intern geheugen en
geheugenkaart)
Kopieer beelden tussen het interne geheugen en een geheugenkaart.
1 Gebruik HI van de multi-selector om een
bestemmingsoptie te selecteren waarnaar
beelden worden gekopieerd, en druk op de
k-knop.
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Kopiëren M k-knop
Ja
Nee
Bestand wordt gewist. OK?
Camera kaart
Kaart camera
Kopiëren
E55
Referentiegedeelte
2 Selecteer een kopieeroptie en druk op de
k-knop.
Als u de optie Geselecteerde beelden kiest, gebruikt u het
beeldselectiescherm om beelden te specificeren (E51).
B Opmerkingen over het kopiëren van beelden
Alleen bestanden in formaten die door deze camera kunnen worden opgenomen, kunnen worden
gekopieerd.
De werking wordt niet gegarandeerd voor beelden die met een camera van een ander merk werden
gemaakt of die werden aangepast op een computer.
De instellingen Afdrukopdracht (E45) die voor beelden geconfigureerd zijn, worden niet gekopieerd.
Gekopieerde beelden of films kunnen niet worden weergegeven in de stand Automatisch sorteren
(E9).
Als een beeld dat toegevoegd is aan een album (E5) wordt gekopieerd, wordt het gekopieerde beeld
niet toegevoegd aan het album.
C Kopiëren naar een geheugenkaart die geen beelden bevat
Wanneer de camera naar de weergavestand wordt geschakeld, wordt Geheugen bevat geen beelden.
weergegeven. Druk op de d-knop om Kopiëren te selecteren.
Geselecteerde beelden
Alle beelden
Camera kaart
E56
Referentiegedeelte
Filmopties
Selecteer de gewenste filmoptie voor de opname.
Geheugenkaarten (klasse 6 of hoger) worden aanbevolen om films op te nemen (F20).
1
De items en de beeldsnelheid die kunnen worden ingesteld, zijn afhankelijk van de Videostand-
instelling in het setup-menu (E70).
2
Wanneer wordt opgenomen in het interne geheugen, is de standaardinstelling g 480/30p/
W 480/25p en kunnen f 720/30p/V 720/25p niet worden geselecteerd.
Het filmmenu
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Filmopties M k-knop
Optie
(Beeldformaat/beeldsnelheid
1
)
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal t.o.v. verticaal)
f 720/30p/V 720/25p
(standaardinstelling
2
)
1280×720 16:9
g 480/30p/W 480/25p 640×480 4:3
u 240/30p/q 240/25p 320×240 4:3
E57
Referentiegedeelte
Autofocus-stand
Stel in hoe de camera scherpstelt in de filmstand.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Autofocus-stand M k-knop
Optie Beschrijving
A Enkelvoudige AF
(standaardinstelling)
Het scherpstellen wordt vergrendeld wanneer u op de
b (e filmopname)-knop drukt om de opname te starten. Selecteer
deze optie wanneer de afstand tussen de camera en het onderwerp vrij
constant blijft tijdens de opname.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp tijdens de filmopname. Selecteer deze
optie wanneer de afstand tussen de camera en het onderwerp sterk
wijzigt tijdens de opname. Het gebruik van Enkelvoudige AF is
aanbevolen om te voorkomen dat het geluid van de scherpstellende
camera de opname stoort.
E58
Referentiegedeelte
Film VR
Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het opnemen van films.
Selecteer Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren.
B Opmerkingen over Film VR
De effecten van cameratrilling kunnen in bepaalde situaties niet volledig worden vermeden.
Windruisreductie
Stel in of de windruis tijdens de filmopname moet worden beperkt.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Film VR M k-knop
Optie Beschrijving
V Aan (hybrid)
(standaardinstelling)
Voert optische correctie uit voor cameratrilling met behulp van lens-shift
VR en voert tegelijk elektronische VR uit met behulp van
beeldverwerking. De beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in
het beeld) wordt smaller.
g Aan Voert correctie voor cameratrilling uit met behulp van lens-shift VR.
Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Windruisreductie M
k-knop
Optie Beschrijving
Y Aan
Vermindert het geluid dat optreedt wanneer de wind over de microfoon
blaast. Andere geluiden kunnen tijdens de weergave moeilijk te horen
zijn.
Uit (standaardinstelling) Windruisreductie is niet ingeschakeld.
E59
Referentiegedeelte
Welkomstscherm
Configureer het welkomstscherm dat wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld.
Het setup-menu
Druk op de d-knop M z menupictogram M Welkomstscherm M k-knop
Optie Beschrijving
Geen
(standaardinstelling)
Toont het welkomstscherm niet.
COOLPIX Toont een welkomstscherm met het COOLPIX-logo.
Selecteer beeld
Toont het beeld dat voor het welkomstscherm werd geselecteerd.
Het beeldselectiescherm verschijnt. Selecteer een beeld (E51) en druk op
de k-knop.
Omdat een kopie van het geselecteerde beeld wordt opgeslagen in de
camera, wordt het beeld weergegeven wanneer de camera wordt
ingeschakeld, zelfs als het originele beeld is gewist.
Een beeld kan niet worden geselecteerd als de beeldverhouding
verschillend is van de beeldverhouding van het scherm of als het beeld
uiterst klein is nadat de functie Kleine afbeelding of Uitsnede werd
toegepast.
E60
Referentiegedeelte
Tijdzone en datum
Stel de cameraklok in.
Tijdzone instellen
1 Gebruik HI van de multi-selector om Tijdzone
te selecteren en druk op de k-knop.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Tijdzone en datum M k-knop
Optie Beschrijving
Datum en tijd
Selecteer een item: Druk op JK van de
multi-selector (schakelt tussen D, M, J,
uur en minuut).
Wijzig de datum en tijd: Druk op HI.
Pas de instelling toe: Selecteer de
minuut-instelling en druk op de
k-knop.
Datumnotatie Selecteer Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/jaar.
Tijdzone
Stel de tijdzone en de zomertijd in.
Wanneer Reisbestemming (x) wordt ingesteld nadat u de eigen
tijdzone (w) heeft ingesteld, wordt het tijdverschil tussen de
reisbestemming en de eigen tijdzone automatisch berekend en de datum
en tijd voor de geselecteerde regio worden opgeslagen.
2014
01
01
00
00
Datum en tijd
Bewerk.
D
M
Jum
15/05/2014 15:30
Tijdzone en datum
Datum en tijd
Datumnotatie
Tijdzone
E61
Referentiegedeelte
2 Selecteer w Eigen tijdzone of
x Reisbestemming en druk op de k-knop.
De datum en tijd die op de monitor worden weergegeven,
veranderen naarmate de eigen tijdzone of de reisbestemming
is geselecteerd.
3 Druk op K.
4 Gebruik JK om de tijdzone te selecteren.
Druk op H om de zomertijdfunctie in te schakelen, waarna W
wordt weergegeven. Druk op I om de zomertijdfunctie uit te
schakelen.
Druk op de k-knop om de tijdzone toe te passen.
Als de juiste tijd niet wordt weergegeven voor de instelling van
de eigen tijdzone of de tijdzone van de reisbestemming, stelt u
de juiste tijd in bij Datum en tijd.
15/05/2014 15:30
Tijdzone
Eigen tijdzone
Reisbestemming
15/05/2014 15:30
Tijdzone
Eigen tijdzone
Reisbestemming
10:30
–05:00
Terug
15/05/2014 10:30
Tijdzone
Eigen tijdzone
Reisbestemming
E62
Referentiegedeelte
Monitorinstellingen
Foto-informatie
Druk op de d-knop M z menupictogram M Monitorinstellingen M k-knop
Optie Beschrijving
Foto-informatie Bepaal of informatie op de monitor wordt weergegeven.
Beeld terugspelen
Deze instelling bepaalt of het vastgelegde beeld al dan niet onmiddellijk na de
opname wordt weergegeven.
Standaardinstelling: Aan
Helderheid
U kunt kiezen uit vijf instellingen.
Standaardinstelling: 3
Opnamestand Weergavestand
Info tonen
Automatische info
(standaardinstelling)
De huidige instellingen en bedieningsgids worden weergegeven zoals bij Info
tonen. Als gedurende enkele seconden geen handelingen worden uitgevoerd,
wordt de informatie verborgen zoals bij Info verbergen. De informatie wordt
opnieuw weergegeven wanneer de volgende handeling wordt uitgevoerd.
Info verbergen
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
4
/
4
4
/
4
15
/
05
/
2014 15:3 0
15
/
05
/
2014 15:30
0004.
JPG
0004.
JPG
E63
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over monitorinstellingen
Wanneer Sneleffecten (E41) is ingesteld op Aan terwijl foto's worden gemaakt, wordt het vastgelegde
beeld weergegeven na de opname, ongeacht de instelling voor Beeld terugspelen.
Raster+autom.
info
Filmbeeld+autom.
info
De huidige instellingen of de
bedieningsgids worden
weergegeven zoals in
Automatische info.
Opnamestand Weergavestand
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
Naast de informatie die weergegeven is bij
Automatische info, verschijnt een raster
om beelden beter te kunnen kadreren. Het
raster wordt niet weergegeven wanneer
films worden opgenomen.
4
/
4
4
/
4
15
/
05
/
2014 15:3 0
15
/
05
/
2014 15:30
0004.
JPG
0004.
JPG
De huidige instellingen of de
bedieningsgids worden
weergegeven zoals in
Automatische info.
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
Naast de informatie die aangegeven is bij
Automatische info, wordt voor de opname
begint een kader weergegeven dat het
gebied aangeeft dat zal worden vastgelegd
wanneer films worden opgenomen. Het
kader wordt niet weergegeven wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt of tijdens
opname.
E64
Referentiegedeelte
Datumstempel (Datum en tijd afdrukken)
De opnamedatum en -tijd kunnen op beelden worden afgedrukt
bij opname, waardoor de gegevens zelfs met printers die geen
datum afdrukken ondersteunen, kunnen worden afgedrukt
(E48).
B Opmerkingen over datumstempel
De in het beeld opgenomen datum vormt een permanent onderdeel van de beeldgegevens en kan niet
worden verwijderd. De datum en tijd kunnen niet op beelden worden afgedrukt nadat ze werden
vastgelegd.
De datum en tijd kunnen niet worden afgedrukt in de volgende situaties:
- Wanneer de onderwerpstand Panorama assist wordt gebruikt
- Wanneer films worden opgenomen.
De afgedrukte datum en tijd kunnen moeilijk leesbaar zijn wanneer een klein beeldformaat wordt
gebruikt.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Datumstempel M k-knop
Optie Beschrijving
f Datum De datum wordt afgedrukt op de beelden.
S Datum en tijd De datum en tijd worden afgedrukt op beelden.
Uit (standaardinstelling) De datum en tijd worden niet afgedrukt op de beelden.
15 .05. 2 014
15.05. 2014
E65
Referentiegedeelte
Foto VR
Selecteer de instelling voor vibratiereductie die tijdens het opnemen van foto's wordt gebruikt.
Selecteer Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren.
B Opmerkingen over Foto VR
Na het inschakelen van de camera of nadat werd omgeschakeld van de weergavestand naar de
opnamestand, wacht u tot het scherm voor de opnamestand volledig wordt weergegeven voor u
beelden maakt.
Beelden die onmiddellijk na de opname op de monitor van de camera worden weergegeven, kunnen
wazig zijn.
De effecten van cameratrilling kunnen in bepaalde situaties niet volledig worden vermeden.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Foto VR M k-knop
Optie Beschrijving
g Aan
(standaardinstelling)
Voert correctie voor cameratrilling uit.
Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
E66
Referentiegedeelte
Bewegingsdetectie
Activeer bewegingsdetectie om de effecten van bewegingen van het onderwerp en cameratrilling
te verminderen als u foto's maakt.
B Opmerkingen over Bewegingsdetectie
De bewegingsdetectie kan de effecten van bewegingen van het onderwerp of cameratrilling in bepaalde
situaties niet elimineren.
De bewegingsdetectie kan uitgeschakeld zijn als het onderwerp te sterk beweegt of te donker is.
De beelden die met bewegingsdetectie werden vastgelegd, kunnen een “korrelig” uitzicht hebben.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Bewegingsdetectie M k-knop
Optie Beschrijving
U Automatisch
(standaardinstelling)
De bewegingsdetectie is ingeschakeld in bepaalde opnamestanden of
instellingen wanneer r wordt weergegeven op het opnamescherm.
Wanneer de camera bewegingen van het onderwerp of cameratrilling
detecteert, wordt r groen en worden de ISO-gevoeligheid en de sluitertijd
automatisch verhoogd om wazige beelden te voorkomen.
Stel ISO-waarde (E35) in op Automatisch in de stand A (auto).
Uit Bewegingsdetectie is uitgeschakeld.
E67
Referentiegedeelte
AF-hulplicht
Schakel de AF-hulpverlichting, die helpt bij het automatisch scherpstellen, in of uit.
Digitale zoom
B Opmerkingen over digitale zoom
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de volgende situaties:
Wanneer Portret, Nachtportret of Dierenportret is geselecteerd in de onderwerpstand
Wanneer de stand Slim portret is geselecteerd
Wanneer Continu (E33) is ingesteld op Multi-shot 16 in de stand A (auto)
Wanneer AF-veldstand (E37) is ingesteld op Onderwerp volgen in de stand A (auto)
Druk op de d-knop M z menupictogram M AF-hulplicht M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De AF-hulpverlichting licht automatisch op wanneer het onderwerp zwak
verlicht is. De verlichting heeft een bereik van ongeveer 1,9 m in de
maximale groothoekstand en een bereik van ongeveer 1,5 m in de
maximale telestand.
Merk op dat voor bepaalde onderwerpstanden of scherpstelvelden de
AF-hulpverlichting mogelijk niet oplicht.
Uit De AF-hulpverlichting gaat niet aan.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Digitale zoom M k-knop
Optie Beschrijving
Aan (standaardinstelling) Digitale zoom is ingeschakeld.
Uit Digitale zoom is uitgeschakeld.
E68
Referentiegedeelte
Geluidsinstellingen
Automatisch uit
Stel de tijd in die verstrijkt voor de camera naar de stand-by-stand gaat (A21).
U kunt 30 sec., 1 min. (standaardinstelling), 5 min. of 30 min. selecteren.
C De functie Automatisch uit instellen
De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-by-stand gaat, ligt vast in de volgende situaties:
Wanneer een menu wordt weergegeven: 3 minuten (wanneer automatisch uit is ingesteld op
30 sec.
of
1 min.
)
Wanneer wordt opgenomen met Dierenp. autom. ontsp.: 5 minuten (wanneer automatisch uit is
ingesteld op 30 sec. of 1 min.)
Wanneer wordt opgenomen met Glimlachtimer: 5 minuten (wanneer automatisch uit is ingesteld op
30 sec. of 1 min.)
Wanneer de lichtnetadapter EH-62G is aangesloten: 30 minuten
Wanneer een AV-kabel is aangesloten: 30 minuten
Druk op de d-knop M z menupictogram M Geluidsinstellingen M k-knop
Optie Beschrijving
Knopgeluid
Wanneer Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, geeft de camera één
pieptoon wanneer bewerkingen worden uitgevoerd, twee pieptonen wanneer
de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp en drie pieptonen wanneer
er zich een fout voordoet. Het opstartgeluid wordt ook weergegeven.
Geluiden zijn uitgeschakeld wanneer de onderwerpstand Dierenportret
wordt gebruikt.
Sluitergeluid
Wanneer Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, wordt het sluitergeluid
weergegeven wanneer de sluiter wordt ontspannen.
Het sluitergeluid wordt niet weergegeven in de continu-opnamestand,
wanneer films worden opgenomen of wanneer de onderwerpstand
Dierenportret wordt gebruikt.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Automatisch uit M k-knop
E69
Referentiegedeelte
Geheug. formatteren/Geheugenkaart form.
Gebruik deze optie om het interne geheugen of een geheugenkaart te formatteren.
Als u het interne geheugen of een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens
voorgoed gewist. Gegevens die werden gewist, kunnen niet worden hersteld. Zet
belangrijke beelden over naar een computer voordat u gaat formatteren.
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet tijdens
het formatteren.
Het interne geheugen formatteren
Haal de geheugenkaart uit de camera. De optie Geheug.
formatteren wordt weergegeven in het setup-menu.
Een geheugenkaart formatteren
Plaats een geheugenkaart in de camera. De optie Geheugenkaart
form. wordt weergegeven in het setup-menu.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Geheug. formatteren/Geheugenkaart form. M
k-knop
Geluidsinstellingen
Automatisch uit
Geheug. formatteren
Taal/Language
Digitale zoom
AF-hulplicht
B
eweg
i
ngs
d
e
t
ec
ti
e
Videostand
Formatteren
Nee
Alle beelden worden gewist!
OK?
Geluidsinstellingen
Automatisch uit
Geheug. formatteren
Taal/Language
Digitale zoom
AF-hulplicht
B
eweg
i
ngs
d
e
t
ec
ti
e
Videostand
Formatteren
Nee
Alle beelden worden gewist!
OK?
E70
Referentiegedeelte
Taal/Language
Selecteer een taal voor de weergave van cameramenu's en berichten.
Videostand
Pas de nodige instellingen voor aansluiting op een televisie aan.
Selecteer tussen NTSC en PAL.
Zowel NTSC als PAL zijn standaards voor analoge kleurentelevisie-uitzendingen.
De beschikbare beeldsnelheden in Filmopties (E56) zijn afhankelijk van de ingestelde
videostand.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Taal/Language M k-knop
Druk op de d-knop M z menupictogram M Videostand M k-knop
E71
Referentiegedeelte
Opladen via computer
B Opmerkingen over het laden met een computer
Bij aansluiting op een computer schakelt de camera automatisch in en begint hij op te laden. Als de
camera wordt uitgeschakeld, stopt het opladen.
Het duurt ongeveer 3 uur om een volledig lege batterij op te laden. De laadtijd wordt groter wanneer
beelden worden overgespeeld terwijl de batterij wordt geladen.
De camera schakelt automatisch uit als er gedurende 30 minuten geen communicatie met de computer
plaatsvindt nadat de batterij volledig was geladen.
B Wanneer het laadlampje snel groen knippert
Opladen is niet mogelijk, waarschijnlijk wegens een van de hierna beschreven redenen.
De omgevingstemperatuur is niet geschikt om op te laden. Laad de batterij binnenshuis op bij een
omgevingstemperatuur van 5 °C tot 35 °C.
Een USB-kabel is niet correct aangesloten of de batterij is defect. Controleer of de USB-kabel correct is
aangesloten en vervang de batterij indien nodig.
De computer staat in de slaapstand en levert geen stroom. Haal de computer uit de slaapstand.
De batterij kan niet worden opgeladen omdat de computer geen stroom naar de camera kan sturen ten
gevolge van de instellingen of specificaties van de computer.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Opladen via computer M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
Wanneer de camera wordt aangesloten op een ingeschakelde computer
(A75), wordt de in de camera geplaatste batterij automatisch opgeladen met
de stroombron van de computer.
Uit
De in de camera geplaatste batterij wordt niet opgeladen wanneer de camera
is aangesloten op een computer.
E72
Referentiegedeelte
Knipperwaarsch.
Bepaal of de camera menselijke gezichten moet herkennen die hebben geknipperd tijdens opname
met gezichtsherkenning (A58) in de volgende standen:
x (Autom. scènekeuzekn.) stand (A32)
Portret of Nachtportret in onderwerpstand (A33).
Stand A (auto) (wanneer Gezichtprioriteit (E37) is geselecteerd voor de optie AF-veldstand)
Het Knipperwaarsch.-scherm
Gezichten die door de knipperwaarschuwing worden
gedetecteerd, worden binnen een rand weergegeven.
De volgende handelingen zijn beschikbaar.
Het gezicht vergroten: Verplaats de zoomknop naar g (i). Als
meer dan een gezicht is gedetecteerd, gebruikt u JK van de
multi-selector om het gewenste gezicht te selecteren.
Naar schermvullende weergave gaan: Verplaats de zoomknop
naar f (h).
Als u op de k-knop drukt of als gedurende enkele seconden geen
handelingen worden uitgevoerd, keert de camera terug naar de opnamestand.
B Opmerkingen over Knipperwaarschuwing
De knipperwaarschuwing is uitgeschakeld bij andere continue instellingen dan Enkelvoudig (E33).
De knipperwaarschuwing werkt in bepaalde opnameomstandigheden mogelijk niet goed.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Knipperwaarsch. M k-knop
Optie Beschrijving
Aan
Wanneer één of meer menselijke onderwerpen mogelijk met de ogen hebben
geknipperd in een beeld dat met gezichtsherkenning werd vastgelegd, wordt
het scherm Knipperde er iemand? weergegeven op de monitor.
Controleer het beeld en leg indien gewenst een nieuw beeld vast.
Uit
(standaardinstelling)
De knipperwaarschuwing is uitgeschakeld.
Knipperde er iemand?
SluitenSluitenInzoomenInzoomen
E73
Referentiegedeelte
Uploaden via Eye-Fi
B Opmerkingen over Eye-Fi-kaarten
Merk op dat beelden niet worden geüpload als de signaalsterkte onvoldoende is, zelfs als Inschakelen is
geselecteerd.
Haal uw Eye-Fi-kaart uit de camera op plaatsen waar draadloze apparaten verboden zijn. Signalen kunnen
worden doorgestuurd, zelfs als Uitschakelen is geselecteerd.
Raadpleeg de instructiehandleiding van uw Eye-Fi-kaart voor meer informatie. In geval van een storing
neemt u contact op met de fabrikant van de kaart.
De camera kan worden gebruikt om Eye-Fi-kaarten in en uit te schakelen, maar andere Eye-Fi-functies
worden mogelijk niet ondersteund.
De camera is niet compatibel met de functie Eindeloos geheugen. Wanneer deze functie is ingesteld op
een computer, dient u de functie uit te schakelen. Als de functie Eindeloos geheugen ingeschakeld is,
wordt het aantal gemaakte beelden mogelijk niet correct weergegeven.
Eye-Fi-kaarten zijn alleen bedoeld voor gebruik in het land van aankoop. Houd rekening met alle lokale
wetten m.b.t. de draadloze apparaten.
Als u de instelling Inschakelen behoudt, raakt de batterij sneller leeg.
C Eye-Fi-communicatie-aanduiding
De communicatiestatus van de Eye-Fi-kaart in de camera kan worden gecontroleerd op de monitor (A7).
w: Uploaden via Eye-Fi is ingesteld op Uitschakelen.
x (licht op): Eye-Fi-uploaden ingeschakeld, wacht tot het uploaden begint.
x (knippert): Eye-Fi-uploaden ingeschakeld, gegevens worden geüpload.
y: Eye-Fi-uploaden ingeschakeld maar geen beelden beschikbaar voor uploaden.
z: Er heeft zich een fout voorgedaan. De camera kan de Eye-Fi-kaart niet aansturen.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Uploaden via Eye-Fi M k-knop
Optie Beschrijving
b Inschakelen
(standaardinstelling)
Upload beelden die met de camera werden gemaakt, naar een vooraf
geselecteerde bestemming.
c Uitschakelen Beelden worden niet geüpload.
E74
Referentiegedeelte
Standaardwaarden
Wanneer Standaard is geselecteerd, worden de camera-instellingen gereset naar de
standaardwaarden.
Bepaalde instellingen zoals Tijdzone en datum of Taal/Language worden niet gereset.
C Bestandsnummering resetten
Als u de bestandsnummering wilt terugzetten op “0001”, moet u eerst alle beelden die opgeslagen zijn in
het interne geheugen of op de geheugenkaart (A30) wissen voor u Standaardwaarden selecteert.
Firmware-versie
Bekijk de huidige firmwareversie van de camera.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Standaardwaarden M k-knop
Druk op de d-knop M z menupictogram M Firmware-versie M k-knop
E75
Referentiegedeelte
Raadpleeg de volgende tabel als een foutmelding verschijnt.
Foutmeldingen
Melding Oorzaak/Oplossing A
De batterijtemperatuur
is te hoog. De camera
wordt uitgeschakeld.
De camera schakelt automatisch uit. Wacht tot de camera of de
batterij afgekoeld is voor u deze weer gebruikt.
De camera schakelt uit
om oververhitting te
voorkomen.
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven.
De beveiligingsschuif is vergrendeld (“lock”). Schuif de
beveiligingsschuif in de schrijfstand (“write”).
Deze kaart kan niet
gebruikt worden.
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens toegang tot de
geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde kaart.
Controleer of de aansluitingen schoon zijn.
Controleer of de geheugenkaart correct is geplaatst.
14,
F20
Deze geheugenkaart
kan niet gelezen
worden.
Ongeformatteerde
kaart. Kaart
formatteren?
De geheugenkaart is niet geformatteerd voor gebruik in de
camera.
Formatteren wist alle gegevens die op de geheugenkaart
opgeslagen zijn. Als u kopieën van beelden wilt behouden, dient
u Nee te selecteren en de kopieën op een computer of een ander
medium op te slaan voor u de geheugenkaart formatteert.
Selecteer Ja en druk op de k-knop om de geheugenkaart te
formatteren.
F5
Niet beschikbaar als
Eye-Fi-kaart is
vergrendeld.
De beveiligingsschuif van Eye-Fi-kaart is vergrendeld (“lock”).
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens toegang tot de Eye-Fi-
kaart.
Controleer of de aansluitingen schoon zijn.
Controleer of de Eye-Fi-kaart correct is geplaatst.
14
E76
Referentiegedeelte
Geen geheugen meer. Wis beelden of plaats een nieuwe geheugenkaart. 14, 30, 72
Beeld kan niet worden
opgeslagen.
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het opslaan van het
beeld.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer het interne
geheugen of de geheugenkaart.
14, E69
De camera kan geen nieuwe bestandsnummers genereren.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer het interne
geheugen of de geheugenkaart.
14, E69
Het beeld kan niet worden gebruikt voor het welkomstscherm. E59
Er is onvoldoende ruimte om de kopie op te slaan.
Wis beelden van het doelmedium.
30
Album is vol. Er kunnen
geen foto's worden
toegevoegd.
Er zijn al 200 beelden toegevoegd aan het album.
Verwijder beelden uit het album.
Voeg toe aan andere albums.
E7
E5
Geluidsbestand kan
niet worden
opgeslagen.
Aan dit beeld kan geen spraakmemo worden toegevoegd.
Spraakmemo's kunnen niet worden toegevoegd aan films.
Selecteer een beeld dat met deze camera werd vastgelegd.
Beeld kan niet worden
gewijzigd.
Selecteer beelden die u wél kunt bewerken.
E11,
F14
Kan film niet opnemen.
Er heeft zich een time-out fout voorgedaan tijdens het opslaan
van de film op de geheugenkaart.
Gebruik een snellere geheugenkaart.
68, E56
Melding Oorzaak/Oplossing A
E77
Referentiegedeelte
Geheugen bevat geen
beelden.
Er staan geen beelden in het interne geheugen of op de
geheugenkaart.
Haal de geheugenkaart uit de camera om beelden weer te
geven in het interne geheugen van de camera.
Om beelden die opgeslagen zijn in het interne geheugen van
de camera, te kopiëren naar de geheugenkaart, drukt u op de
d-knop om Kopiëren in het weergavemenu te selecteren.
15
E54
Er werden geen beelden toegevoegd aan het geselecteerde
album.
E5,
E6
Er staan geen beelden in de categorie die u hebt geselecteerd in
de stand Automatisch sorteren.
E9
Bestand bevat geen
beeldgegevens.
Het bestand werd niet gemaakt of bewerkt met deze camera.
Het bestand kan niet worden weergegeven op deze camera.
Bekijk het bestand met een computer of het apparaat dat werd
gebruikt om dit bestand te maken of bewerken.
Dit bestand kan niet
weergegeven worden.
Alle beelden zijn
verborgen.
Er zijn geen beelden beschikbaar voor een diashow, enz. E49
Dit beeld kan niet
gewist worden.
Het beeld is beveiligd.
Schakel de beveiliging uit.
E50
Lensfout
Er heeft zich een lensfout voorgedaan.
Zet de camera uit en weer aan. Als de fout zich blijft voordoen,
neemt u contact op met uw leverancier of met een door Nikon
erkende servicedienst.
20
Communicatiefout
Er is een fout opgetreden tijdens de communicatie met de
printer.
Schakel de camera uit en sluit de USB-kabel weer aan.
E21
Systeemfout
Er is een fout opgetreden in de interne schakelingen van de
camera.
Zet de camera uit, verwijder de batterij en plaats deze terug, en
zet de camera weer aan. Als de fout zich blijft voordoen, neemt u
contact op met uw leverancier of met een door Nikon erkende
servicedienst.
10, 20
Melding Oorzaak/Oplossing A
E78
Referentiegedeelte
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
Printerfout: controleer
printerstatus
Als het probleem opgelost is, selecteert u Hervatten en drukt u
op de k-knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
papier.
Plaats papier van het gewenste formaat, selecteer Hervatten en
druk op de k-knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout:
papierstoring.
Verwijder het vastgelopen papier, selecteer Hervatten en druk
op de k-knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen
papier.
Plaats papier van het gewenste formaat, selecteer Hervatten en
druk op de k-knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
inkt.
Er is een probleem met de inkt van de printer.
Controleer de inkt, selecteer Hervatten en druk op de k-knop
om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen inkt.
Vervang de inktpatroon, selecteer Hervatten en druk op de
k-knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: beschadigd
bestand.
Er is een probleem met het af te drukken beeldbestand.
Selecteer Annuleren en druk op de k-knop om het afdrukken te
annuleren.
Melding Oorzaak/Oplossing A
E79
Referentiegedeelte
De bestandsnamen van beelden, films of spraakmemo's zijn op de volgende manier opgebouwd.
Bestandsnamen voor spraakmemo's hebben dezelfde identificatie en hetzelfde
bestandsnummer als het beeld waarbij de spraakmemo behoort.
Wanneer de stand Panorama Assist wordt gebruikt, wordt een nieuwe map aangemaakt telkens
wanneer een panorama wordt gemaakt. Elk beeld in de reeks wordt opgeslagen met een
volgnummer, te beginnen vanaf “0001”.
Bestandsnamen
DSCN0001.JPG
Identificatie (wordt niet weergegeven op de
monitor)
Originele foto's (inclusief
spraakmemo) en films
DSCN
Kleine kopieën (inclusief
spraakmemo)
SSCN
Uitgesneden kopieën (inclusief
spraakmemo)
RSCN
Kopieën die werden gemaakt met
andere bewerkingsfuncties dan
kleine afbeelding of uitsnede*
(met spraakmemo)
FSCN
Extensie (geeft het bestandsformaat
aan)
Foto's .JPG
Films .AVI
Spraakmemo's .WAV
Bestandsnummer (wordt automatisch
toegewezen in oplopende volgorde, vanaf “0001”)
* Inclusief beelden die werden bewerkt met de functie Sneleffecten (A43) in de stand A (auto).
E80
Referentiegedeelte
De beschikbaarheid is afhankelijk van het land of de regio.
Raadpleeg onze website of brochures voor de recentste informatie.
Optionele accessoires
Batterijlader
Batterijlader MH-66
(Laadtijd wanneer de batterij leeg is: Circa 1 uur 50 minuten)
Lichtnetadapter
Lichtnetadapter EH-62G (aansluiten zoals aangegeven)
Controleer of het snoer van de stroomaansluiting correct in de groeven van de
stroomaansluiting en het batterijvak is geplaatst voordat u het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf sluit. Als een deel van het snoer uit de
groeven loopt, kan het deksel of het snoer beschadigd raken wanneer het
deksel wordt gesloten.
AV-kabel AV-kabel EG-CP14
1 23
F1
Verzorging van het product...............................................F2
De camera.................................................................................................................................F2
De batterij.................................................................................................................................F4
Lichtnetlaadadapter .............................................................................................................F5
Geheugenkaarten..................................................................................................................F5
Reinigen en opbergen ........................................................F6
Reinigen ....................................................................................................................................F6
Opslag........................................................................................................................................F6
Problemen oplossen...........................................................F7
Specificaties.......................................................................F16
Goedgekeurde geheugenkaarten................................................................................ F20
Index ..................................................................................F22
Technische opmerkingen
en index
F2
Technische opmerkingen en index
De camera
Als u lang plezier van dit Nikon-product wilt hebben, is het belangrijk dat u de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht neemt naast de waarschuwingen in “Voor uw veiligheid” (Aviii-x)
wanneer u dit apparaat gebruikt of opbergt.
B Houd de camera droog
Als de camera in water wordt ondergedompeld of aan hoge luchtvochtigheid wordt blootgesteld, raakt
deze beschadigd.
B Laat de camera niet vallen
Als de camera wordt blootgesteld aan sterke schokken of trillingen, kan deze defect raken.
B Wees voorzichtig bij het hanteren van het objectief en alle bewegende onderdelen
Oefen geen kracht uit op het objectief, de objectiefbescherming, de monitor, de geheugenkaartsleuf of het
batterijvak. Deze onderdelen raken gemakkelijk beschadigd. Als u kracht uitoefent op de
objectiefbescherming, kan dat leiden tot defecten in de camera of beschadiging van het objectief. Als de
monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en te
voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
B Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron wanneer u de
camera gebruikt of opbergt. Blootstelling aan intens licht kan beschadiging van de CCD-beeldsensor tot
gevolg hebben, waardoor foto's een witte zweem krijgen.
B Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Sterke statische ladingen en sterke
magnetische velden die worden geproduceerd door bijvoorbeeld een radio of televisie, kunnen storingen
veroorzaken in de monitor en gegevens op de geheugenkaart of de interne schakelingen van de camera
beschadigen.
Verzorging van het product
F3
Technische opmerkingen en index
B Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude dag een
verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. U voorkomt
condensatie door de camera in de cameratas of in een plastic tas te doen voordat u deze aan plotselinge
temperatuurverschillen blootstelt.
B Schakel de camera uit voordat u de stroombron of de geheugenkaart verwijdert of
loskoppelt
Verwijder de batterij niet terwijl de camera aanstaat of terwijl beelden worden opgeslagen of gewist. Het
onderbreken van de stroom kan in dat geval leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de interne
schakelingen of het geheugen.
B Opmerkingen over de monitor
Monitoren en elektronische zoekers worden met een extreme mate van precisie gemaakt; minimaal
99,99 % van de pixels zijn werkende, en minder dan 0,01 % ontbreekt of is defect. Het kan voorkomen dat
deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten (wit, rood, blauw of green) of altijd uitstaan (zwart), dit
is geen defect en heeft geen effect op de afbeeldingen vastgelegd door het apparaat.
Witte of gekleurde strepen kunnen zichtbaar zijn wanneer heldere onderwerpen in de monitor worden
gekadreerd. Dit fenomeen, dat we “smear” noemen, doet zich voor wanneer extreem helder licht op de
beeldsensor valt. Dit is eigen aan beeldsensoren en wijst niet op een storing. Smear kan ook de vorm
aannemen van een gedeeltelijke verkleuring op de monitor tijdens de opname. Smear verschijnt niet in
beelden die met de camera werden opgeslagen, behalve bij films en beelden die werden opgeslagen
met Multi-shot 16 geselecteerd voor Continu. Wanneer in deze standen wordt opgenomen, is het aan
te bevelen heldere onderwerpen te vermijden, zoals de zon, weerkaatst zonlicht en elektrische lampen.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
De monitor wordt verlicht met een led-verlichting. Neem contact op met de servicedienst van Nikon als
de monitor zwakker gaat branden of begint te flikkeren.
F4
Technische opmerkingen en index
De batterij
Lees de volgende waarschuwingen in “Voor uw veiligheid” (Aviii-x) voor het gebruik en volg ze op.
Controleer het batterijniveau voordat u de camera gaat gebruiken en laad de batterij zo nodig op.
Verwijder de batterij uit de lader zodra ze volledig is opgeladen. Doet u dat niet, dan is dat nadelig voor de
prestaties van de batterij. Neem waar mogelijk een volledig geladen reservebatterij mee wanneer u
beelden wilt maken van belangrijke gebeurtenissen.
Gebruik de batterij niet bij een omgevingstemperatuur onder 0 °C of boven 40 °C.
Laad de batterij binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5 °C tot 35 °C voor u ze gebruikt.
Wanneer u de batterij in deze camera oplaadt met de lichtnetlaadadapter of een computer, wordt de
batterij niet opgeladen bij batterijtemperaturen onder 0 °C of boven 45 °C.
De batterij kan zeer warm worden tijdens gebruik. Laat de batterij afkoelen voordat u ze oplaadt. Als u
deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kan de batterij beschadigd raken, kunnen de prestaties
afnemen of wordt de batterij mogelijk onvoldoende opgeladen.
Bij koud weer neemt de batterijcapaciteit gewoonlijk af. Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen
voordat u bij koud weer naar buiten gaat om beelden te maken. Houd reservebatterijen bij de hand op
een warme plaats en verwissel ze zo nodig. Een koude batterij die weer op temperatuur is gekomen, kan
soms een deel van de lading terugkrijgen.
Vuil op de contactpunten kan ertoe leiden dat de camera niet werkt. Als de contactpunten van de batterij
vuil worden, veegt u deze voor gebruik af met een schone, droge doek.
Als de batterij gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, plaatst u deze in de camera totdat de batterij
volledig leeg is voordat u deze verwijdert en opbergt. De batterij moet worden bewaard op een koele
plek met een omgevingstemperatuur van 15 °C tot 25 °C. Bewaar de batterij niet op hete of extreem
koude plekken.
Haal de batterij altijd uit de camera of uit de optionele batterijlader wanneer deze niet wordt gebruikt. Als
de batterij geplaatst is, loopt er toch een kleine stroom, zelfs als de batterij niet wordt gebruikt; daardoor
kan de batterij te ver leeglopen en niet langer werken. Als u de camera aan- of uitzet terwijl de batterij
leeg is, kan dit de gebruiksduur van de batterij verkorten.
Laad de batterij minstens één keer om de zes maanden op en laat ze volledig leeglopen voor u ze weer
opbergt.
Nadat u de batterij uit de camera of de optionele batterijlader heeft gehaald, dient u de batterij in een
plastic tas enz. te plaatsen om ze te isoleren voordat u ze op een koele plaats opbergt.
Als de tijd die nodig is voordat een volledig opgeladen batterij leeg is aanzienlijk afneemt bij gebruik op
kamertemperatuur betekent dit dat de batterij moet worden vervangen. Koop een nieuwe EN-EL19-
batterij.
F5
Technische opmerkingen en index
Vervang de batterij als deze niet meer kan worden opgeladen. Gebruikte batterijen bevatten kostbare
grondstoffen. Recycle gebruikte batterijen volgens de plaatselijke voorschriften voor klein chemisch afval.
Lichtnetlaadadapter
Lees de volgende waarschuwingen in “Voor uw veiligheid” (Aviii-x) voor het gebruik en volg ze op.
De lichtnetlaadadapter EH-70P is enkel bedoeld voor gebruik met compatibele toestellen. Gebruik hem
niet met een apparaat van een ander merk of model.
De EH-70P is compatibel met stopcontacten voor AC 100-240 V, 50/60 Hz. Bij gebruik in andere landen
dient u eventueel een stekkeradapter (in de handel verkrijgbaar) te gebruiken. Neem voor meer informatie
over stekkeradapters contact op met uw reisbureau.
Gebruik nooit een lichtnetadapter van een ander merk of model dan de lichtnetlaadadapter EH-70P of
USB-lichtnetadapter. Als u deze waarschuwing niet in acht neemt, kan dat leiden tot oververhitting van of
schade aan de camera.
Geheugenkaarten
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). Zie “Goedgekeurde geheugenkaarten” (F20)
voor de aanbevolen geheugenkaarten.
Houd rekening met de voorzorgsmaatregelen die vermeld zijn in de documentatie bij de geheugenkaart.
Plak geen labels of stickers op geheugenkaarten.
De eerste keer dat u een geheugenkaart in deze camera plaatst die eerder in een ander apparaat werd
gebruikt, dient u deze kaart met deze camera te formatteren. Het is aan te bevelen nieuwe
geheugenkaarten met deze camera te formatteren voor u ze met deze camera gebruikt.
Let op: tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle beelden en andere gegevens
op de geheugenkaart permanent verwijderd. Maak kopieën van beelden die u wilt behouden voor u
de geheugenkaart formatteert.
Als het bericht Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren? wordt weergegeven wanneer de
camera wordt ingeschakeld, moet u de geheugenkaart formatteren. Als er gegevens zijn die u niet wilt
verwijderen, selecteert u Nee. Kopieer de vereiste gegevens naar een computer, enz. Als u de kaart wilt
formatteren, selecteert u Ja. Het bevestigingsvenster verschijnt. Om het formatteren te starten, drukt u op
de k-knop.
Doe het volgende niet tijdens formatteren, terwijl gegevens worden geschreven naar of verwijderd van
de geheugenkaart of tijdens gegevensoverdracht naar een computer. Dit zou tot verlies van gegevens
kunnen leiden of tot schade aan de camera of de geheugenkaart:
- Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet om de batterij of de geheugenkaart te
verwijderen/te plaatsen.
-Zet de camera uit.
- De lichtnetadapter loskoppelen.
Formatteer de geheugenkaart niet met een computer.
F6
Technische opmerkingen en index
Reinigen
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Opslag
Zet de camera uit wanneer u deze niet gebruikt. Controleer of het camera-aan-lampje uit is, voordat
u de camera opbergt. Verwijder de batterij als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt. Berg
de camera niet op bij nafta- of kamfermottenballen of op de volgende plaatsen:
in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren, zoals televisie- of
radiotoestellen
blootgesteld aan temperaturen onder –10 °C of boven 50 °C
slecht geventileerde plaatsen of plaatsen met een vochtigheid van meer dan 60 %
Haal de camera minstens eenmaal per maand uit de opslag om schimmel te voorkomen. Schakel de
camera in en druk een aantal keer op de ontspanknop alvorens de camera weer op te bergen.
Om de batterij op te bergen, houdt u rekening met de voorzorgsmaatregelen in “De batterij” (F4)
in “Verzorging van het product” (F2).
Reinigen en opbergen
Objectief
Raak het objectief niet met uw vingers aan. Verwijder stof of pluisjes met een blaasbalgje
(gewoonlijk een rubberen bal met een spuitmondje waaruit lucht wordt geblazen).
Vingerafdrukken en ander vuil dat niet met een blaasbalgje kan worden verwijderd, kunt u
met een zachte doek van het objectief vegen, waarbij u een ronddraaiende beweging
maakt vanuit het midden van het objectief naar de randen toe. Als u het objectief op deze
manier niet kunt reinigen, veegt u het objectief schoon met een doek die licht is
bevochtigd met objectiefreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder vingerafdrukken en andere
vlekken van de monitor met een zachte, droge doek, waarbij u erop let dat u geen druk op
de monitor uitoefent.
Camerabody
Verwijder vuil, stof of zand met behulp van een blaasbalgje en veeg de camerabody
voorzichtig af met een zachte, droge doek. Na gebruik van de camera aan het strand of in
een andere zanderige omgeving, dient u zand, stof en zout te verwijderen met een droge
doek die licht is bevochtigd met water. Droog de camera daarna grondig af. Let erop dat
vuil of stof in de camera schade kan veroorzaken die niet door de garantie wordt
gedekt.
F7
Technische opmerkingen en index
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst de volgende algemene
problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon erkende servicedienst wendt.
Problemen met de stroomvoorziening, het scherm, instellingen
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
De camera is ingeschakeld,
maar reageert niet.
Wacht totdat de opname beëindigd is.
Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de camera uit.
Als de camera niet uitschakelt, verwijder dan de
batterij of batterijen en plaats ze terug, of, als u een
lichtnetadapter gebruikt, koppel de lichtnetadapter
dan los en sluit hem vervolgens weer aan.
Merk op dat ondanks het feit dat alle gegevens die op
dat moment worden opgenomen verloren zullen
gaan, gegevens die al werden geregistreerd niet
beïnvloed zullen worden door het verwijderen of
loskoppelen van de stroombron.
20, E80
De in de camera geplaatste
batterij kan niet worden
opgeladen.
Controleer alle aansluitingen.
Wanneer de camera aangesloten is op een
computer, wordt de camera mogelijk niet opgeladen
wegens een van de hierna beschreven redenen.
- Uit is geselecteerd voor Opladen via computer
in het setup-menu.
- Het opladen stopt als de camera wordt
uitgeschakeld.
- De batterij kan niet worden opgeladen als de
schermtaal en de datum en tijd van de camera
niet werden ingesteld, of als de datum en tijd
werden gereset nadat de klokbatterij van de
camera leeggeraakt was. Gebruik de
lichtnetlaadadapter om de batterij op te laden.
- Het laden van de batterij kan stoppen als de
computer zich in de slaapstand bevindt.
- Afhankelijk van de computerspecificaties, de
instellingen en de status kan de batterij mogelijk
niet worden opgeladen.
12
74, E71
16, 18
De camera kan niet worden
ingeschakeld.
De batterij is leeg. 20
F8
Technische opmerkingen en index
De camera gaat zonder
waarschuwing uit.
De camera schakelt automatisch uit om stroom te
sparen (automatische uitschakelfunctie).
De camera en de batterij werken mogelijk niet goed
bij lage temperaturen.
De binnenzijde van de camera is heet geworden.
Laat de camera rusten tot de binnenzijde van de
camera afgekoeld is en probeer daarna opnieuw.
De camera schakelt uit als de USB-kabel wordt
losgekoppeld waarmee de camera aangesloten is
op een computer of printer. Sluit de USB-kabel
opnieuw aan.
21
F4
75, 80, E21
Monitor geeft geen beeld.
De camera staat uit.
De batterij is leeg.
De camera is naar de stand-by-stand gegaan om
stroom te sparen. Druk op de hoofdschakelaar,
ontspanknop, A-knop, c-knop of
b (e filmopname)-knop.
Het flitserlampje knippert terwijl de flitser wordt
opgeladen. Wacht tot de flitser opgeladen is.
De camera is op de computer aangesloten via de
USB-kabel.
De camera is op de televisie aangesloten via een
AV-kabel.
20
20
21
45
75, 80
75, E19
Beeld op monitor is niet goed
zichtbaar.
Pas de helderheid van de monitor aan.
De monitor is vuil. Reinig de monitor.
73, E62
F6
Datum en tijd van de opname
zijn onjuist.
Als de cameraklok nog niet is ingesteld, knippert de
aanduiding “Datum niet ingesteld” tijdens het
fotograferen en het opnemen van films. Beelden en
films die werden opgenomen voor de klok werd
ingesteld, krijgen respectievelijk de datum “00/00/
0000 00:00” en “01/01/2014 00:00”. Stel de juiste
datum en het juiste tijdstip in voor Tijdzone en
datum in het setup-menu.
De cameraklok is niet zo nauwkeurig als gewone
uurwerken of klokken. Vergelijk de tijd van de
cameraklok nu en dan met de tijd van een meer
nauwkeurige klok en pas de tijd indien nodig aan.
16, 73, E60
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F9
Technische opmerkingen en index
Opnameproblemen
Er zijn geen aanduidingen op
de monitor te zien.
Info verbergen
is geselecteerd voor
Foto-informatie
in
Monitorinstellingen
van het setup-menu.
73, E62
Datumstempel niet
beschikbaar.
Tijdzone en datum werd niet ingesteld in het setup-
menu.
16, 73, E60
Datum wordt niet op beelden
afgedrukt, zelfs wanneer
Datumstempel
is ingeschakeld.
De huidige opnamestand ondersteunt de functie
Datumstempel niet.
De datum kan niet worden afgedrukt op films.
73, E64
Het scherm voor het instellen
van de tijdzone en de datum
wordt weergegeven wanneer
de camera wordt ingeschakeld.
De klokbatterij is leeg; alle standaardwaarden zijn
hersteld.
16, 18
De standaardwaarden zijn
hersteld.
De camera wordt heet.
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen
van films, wanneer beelden worden verzonden met
behulp van een Eye-Fi-kaart of wanneer de camera
wordt gebruikt op een hete locatie; dit is geen storing.
De camera maakt geluid.
Wanneer Autofocus-stand is ingesteld op Fulltime-
AF of in bepaalde opnamestanden is het mogelijk dat
de camera een hoorbaar scherpstelgeluid produceert.
54, 70, E41,
E57
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
Kan niet overschakelen naar de
opnamestand.
De camera kan niet naar de opnamestand gaan
wanneer hij via de lichtnetlaadadapter verbonden is
met een stopcontact.
12
Er wordt geen beeld
vastgelegd wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt.
Wanneer de camera zich in de weergavestand
bevindt, drukt u op de A-knop, de ontspanknop of
de b (e filmopname)-knop.
Wanneer menu's worden weergegeven, drukt u op
de d-knop.
De batterij is leeg.
Als het flitserlampje knippert, wordt de flitser
opgeladen.
28
4
20
45
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F10
Technische opmerkingen en index
De camera kan niet
scherpstellen.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Probeer de
macro-stand of de stand x (Autom. scènekeuzekn.)
of de onderwerpstand Close-up.
Er kan moeilijk worden scherpgesteld op het
onderwerp.
Stel AF-hulplicht in het setup-menu in op
Automatisch.
Zet de camera uit en weer aan.
32, 35, 49
61
74, E67
20
Beelden zijn onscherp.
Gebruik de flitser.
Verhoog de ISO-waarde.
Schakel Foto VR en/of Bewegingsdetectie in bij
opname van foto's. Schakel Film VR in wanneer u
films opneemt.
Gebruik BSS (Best Shot Selector).
Gebruik een statief om de camera tijdens de
opname te stabiliseren (als u tegelijk de
zelfontspanner gebruikt, zijn de resultaten nog
beter).
45
54, E35
70, 73, E58,
E65, E66
35, E33
47
Strepen licht of gedeeltelijke
verkleuring zichtbaar op de
monitor.
Vegen kunnen optreden wanneer uitzonderlijk helder
licht op de beeldsensor valt. Wanneer wordt
opgenomen met Continu ingesteld op Multi-shot
16 en wanneer films worden opgenomen, is het aan te
bevelen heldere objecten te vermijden, zoals de zon,
weerkaatsingen van de zon en elektrische verlichting.
68, E34,
F3
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F11
Technische opmerkingen en index
Er worden heldere vlekken
weergegeven in beelden die
werden vastgelegd met de flitser.
Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht.
Stel de instelling voor de flitsstand in op W (uit).
46
Flitser treedt niet in werking.
De flitsstand is ingesteld op W (uit).
Er werd een onderwerpstand geselecteerd die de
flitser beperkt.
Aan is geselecteerd voor Knipperdetectie in het
menu Slim portret.
Een functie die de flitser blokkeert, is ingeschakeld.
46
51
55
56
Digitale zoom kan niet worden
gebruikt.
Digitale zoom
is ingesteld op
Uit
in het setup-menu.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de
volgende situaties:
- Wanneer de onderwerpstand Portret,
Nachtportret of Dierenportret geselecteerd is
- Wanneer de stand Slim portret is geselecteerd
- Wanneer Continu is ingesteld op Multi-shot 16
in de stand A (auto)
- Wanneer AF-veldstand is ingesteld op
Onderwerp volgen in de stand A (auto)
74, E67
33
40
54, E33
54, E37
Beeldmodus niet beschikbaar.
Een functie die de Beeldmodus beperkt, is
ingeschakeld.
56
Geen geluid wanneer de sluiter
ontspant.
Uit is geselecteerd voor Sluitergeluid in het
Geluidsinstellingen setup-menu. In bepaalde
opnamestanden en instellingen hoort u geen
geluid, zelfs als Aan geselecteerd is.
De luidspreker is afgedekt. Dek de luidspreker niet
af.
74, E68
2, 24
AF-hulpverlichting gaat niet
aan.
Uit is geselecteerd voor AF-hulplicht in het setup-
menu. De AF-hulpverlichting gaat, afhankelijk van de
positie van het scherpstelveld of de huidige
onderwerpstand, eventueel niet aan, zelfs wanneer
Automatisch is geselecteerd.
74, E67
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F12
Technische opmerkingen en index
Beelden zijn vlekkerig. Het objectief is vuil. Reinig het objectief. F6
Kleuren zijn onnatuurlijk. De witbalans is niet goed aangepast. 35, 54, E30
Willekeurig verspreide pixels
(“ruis”) worden in het beeld
weergegeven.
Het onderwerp is donker en de sluitertijd is te lang of
de ISO-gevoeligheid is te groot. U kunt ruis op de
volgende manieren verminderen:
De flitser gebruiken
Een lagere ISO-waarde instellen
45
54, E35
Willekeurig verspreide pixels
(“ruis”) worden in films
weergegeven.
Wanneer films worden opgenomen terwijl er weinig
licht is, kan het beeld een “korrelig” uitzicht krijgen. Dit
doet zich voor wanneer de ISO-gevoeligheid
toeneemt en wijst niet op een storing.
Beelden zijn te donker
(onderbelicht).
De flitsstand is ingesteld op W (uit).
Het flitsvenster is afgedekt.
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van
de flitser.
Pas de belichtingscorrectie aan.
Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp wordt langs achter verlicht.
Selecteer de onderwerpstand Tegenlicht of stel de
instelling voor de flitsstand in op X (invulflits).
46
24
45
50
54, E35
36, 46
Beelden zijn te helder
(overbelicht).
Pas de belichtingscorrectie aan. 50
Onverwachte resultaten
wanneer de flitser is ingesteld
op V (automatisch met rode-
ogenreductie).
Bij het maken van beelden met V (automatisch met
rode-ogenreductie), de invulflits met synchronisatie
met lange sluitertijd en rode-ogenreductie in de
onderwerpstand Nachtportret, is het mogelijk dat de
Rode-ogenreductie van de camera ten onrechte ook
wordt toegepast op delen van het beeld zonder rode
ogen. Gebruik een andere onderwerpstand dan
Nachtportret en wijzig de flitsstand in een andere
instelling dan V (automatisch met rode-
ogenreductie) en probeer het beeld opnieuw te
maken.
33, 46
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F13
Technische opmerkingen en index
Weergaveproblemen
Huidtinten worden niet
verzacht.
In bepaalde opnameomstandigheden kunnen
huidtinten van gezichten niet worden verzacht.
Voor beelden met vier of meer gezichten probeert u
het effect Huid verzachten in Glamour-
retouchering te gebruiken in het weergavemenu.
59
65, E15
Het opslaan van beelden
neemt enige tijd in beslag.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de
volgende situaties:
Wanneer de functie ruisonderdrukking actief is
Wanneer de flitsstand is ingesteld op
V (automatisch met rode-ogenreductie)
Wanneer de functie Huid verzachten wordt
toegepast tijdens de opname
46
55, 59,
E42
Gekleurde cirkels of
lichtstrepen verschijnen op de
monitor of in beelden.
Wanneer u opneemt met tegenlicht of wanneer een
zeer sterke lichtbron (bijv. zonlicht) in het beeld
voorkomt, kunnen er gekleurde cirkels of lichtstrepen
(beeldschaduwen) zichtbaar zijn. Wijzig de positie van
de lichtbron of kadreer het beeld dusdanig, dat de
lichtbron buiten het beeld valt en probeer opnieuw.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Bestand kan niet worden
weergegeven.
Deze camera kan mogelijk geen beelden
weergeven die werden opgeslagen met een
digitale camera van een ander merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen films weergeven
die werden opgenomen met een digitale camera
van een ander merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen gegevens
weergeven die werden bewerkt op een computer.
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F14
Technische opmerkingen en index
Kan niet op beeld inzoomen.
De zoomweergave kan niet worden gebruikt met
films.
Bij kleine beelden is het mogelijk dat de
zoomverhouding die op het scherm wordt
weergegeven, niet overeenkomt met de effectieve
zoomverhouding.
Deze camera kan mogelijk niet inzoomen op
beelden die werden vastgelegd met een digitale
camera van een ander merk of model.
Kan geen spraakmemo's
opnemen of weergeven
Spraakmemo's kunnen niet worden toegevoegd
aan films.
Spraakmemo's kunnen niet worden gekoppeld aan
beelden die werden vastgelegd met andere
camera's. Spraakmemo's die met een andere
camera aan beelden werden toegevoegd, kunnen
niet worden weergegeven met deze camera.
65, E53
Beelden kunnen niet worden
bewerkt.
Sommige beelden kunnen niet worden bewerkt.
Beelden die reeds werden bewerkt, kunnen niet
opnieuw worden bewerkt.
Er is onvoldoende vrije ruimte in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
Deze camera kan geen beelden bewerken die met
een andere camera vastgelegd zijn.
Bewerkingsfuncties die voor beelden worden
gebruikt, zijn niet beschikbaar voor films.
E11
Beelden worden niet
weergegeven op een televisie.
Videostand is niet correct ingesteld in het setup-
menu.
De geheugenkaart bevat geen beelden. Verwissel
de geheugenkaart. Verwijder de geheugenkaart om
beelden in het interne geheugen weer te geven.
74, E70
14
Nikon Transfer 2 start niet als de
camera is aangesloten op een
computer.
De camera staat uit.
De batterij is leeg.
De USB-kabel niet correct aangesloten.
De camera wordt niet herkend door de computer.
De computer is niet ingesteld om Nikon Transfer 2
automatisch te starten. Voor meer informatie over
Nikon Transfer 2 raadpleegt u de helpinformatie in
ViewNX 2.
20
20
75
77
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F15
Technische opmerkingen en index
Het PictBridge-opstartscherm
wordt niet weergegeven als de
camera aangesloten is op een
printer.
Bij bepaalde PictBridge-compatibele printers wordt
het PictBridge-opstartscherm mogelijk niet
weergegeven en kunnen geen beelden worden
afgedrukt wanneer Automatisch geselecteerd is voor
Opladen via computer in het setup-menu. Stel
Opladen via computer in op Uit en sluit de camera
opnieuw aan op de printer.
74, E71
Voor afdrukken gemarkeerde
beelden worden niet
weergegeven.
De geheugenkaart bevat geen beelden. Verwissel
de geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het
interne geheugen af te drukken.
14
Kan het papierformaat niet
selecteren met de camera.
De camera kan niet worden gebruikt om in de
volgende situaties het papierformaat te selecteren,
zelfs als u afdrukt op een PictBridge-compatibele
printer. Gebruik de printer om het papierformaat te
selecteren.
De printer ondersteunt de papierformaten niet die
door de camera worden opgegeven.
De printer selecteert het papierformaat
automatisch.
75, E24,
E25
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F16
Technische opmerkingen en index
Nikon COOLPIX S6700 digitale camera
Specificaties
Type Digitale compactcamera
Aantal effectieve pixels 20,1 miljoen
Beeldsensor
1
/2,3 inch type CCD; totaal aantal pixels: circa 20,48 miljoen
Objectief NIKKOR objectief met 10× optische zoom
Brandpuntsafstand 4,5–45,0 mm (beeldhoek komt overeen met die van een 25–250 mm
objectief in kleinbeeldformaat [135])
f-waarde f/3,5–6,5
Constructie 10 elementen in 9 groepen
Zoomfactor digitale zoom Tot 4× (beeldhoek komt overeen met die van een circa 1000 mm
objectief in kleinbeeldformaat [135])
Vibratiereductie Lens-shift (foto's)
Lens-shift en elektronische VR (films)
Reductie van
bewegingsonscherpte
Bewegingsdetectie (foto's)
Autofocus (AF) Contrastdetectie-AF
Scherpstelbereik [W]: Circa 50 cm–
[T]: Circa 1,5 m–
Macro-stand: circa 5 cm– (groothoekstand)
(Alle afstanden gemeten vanaf het midden van het voorvlak van het
objectief)
Selectie scherpstelveld Gezichtprioriteit, centrum, handmatig met 99 scherpstelvelden,
onderwerp volgen, AF met doelopsporing
Monitor 7,5 cm (3 inch), circa 230.000 beeldpunten, TFT-LCD scherm met anti-
reflectiecoating en aanpasbare helderheid in 5 niveaus
Beelddekking
(opnamestand)
Circa 98 % horizontaal en 98 % verticaal (vergeleken met het
uiteindelijke beeld)
Beelddekking
(weergavestand)
Circa 98 % horizontaal en 98 % verticaal (vergeleken met het
uiteindelijke beeld)
F17
Technische opmerkingen en index
Opslag
Media Intern geheugen (circa 25 MB), SD/SDHC/SDXC-geheugenkaart
Bestandssysteem Compatibel met DCF, Exif 2.3 en DPOF
Bestandsindelingen Foto's: JPEG
Geluidsbestanden (spraakmemo): WAV
Films: AVI (compatibel met Motion-JPEG)
Beeldformaat
(pixels)
20M (Hoog) [5152×3864P]
20M [5152×3864]
10M [3648×2736]
4M [2272×1704]
2M [1600×1200]
VGA [640×480]
16:9 (14M) [5120×2880]
1:1 [3864×3864]
ISO-waarde (standaard
uitvoergevoeligheid)
ISO 80–1600
ISO 3200 (beschikbaar wanneer de stand Auto wordt gebruikt)
Belichting
Lichtmeetstand Matrixmeting, centrumgericht (bij digitale zoom minder dan 2×),
spotmeting (digitale zoom 2× of meer)
Belichtingsregeling
Geprogrammeerde automatische belichting en belichtingscorrectie
(–2,0 – +2,0 EV in stappen van
1
/
3
EV)
Sluiter Mechanische en CCD elektronische sluiter
Snelheid
1
/2000–1 s
4 s (als de onderwerpstand is ingesteld op Vuurwerk)
Diafragma Elektronisch gestuurde selectie ND-filter (–3,3 AV)
Bereik 2 stappen (f/3,5 en f/11,1 [W])
Zelfontspanner Kan worden geselecteerd uit 10 s en 2 s
F18
Technische opmerkingen en index
Flitser
Bereik (circa)
(ISO-waarde:
Automatisch)
[W]: 0,5–3,5 m
[T]: 1,5–2,0 m
Flitserstand DDL automatisch flitsen met monitorvoorflitsen
Interface Hi-Speed USB
Gegevensoverdrachtprotocol
MTP, PTP
Video-uitgang Kan worden geselecteerd uit NTSC en PAL
In-/uitgang Audio/video (A/V)-uitgang; digitaal I/O (USB)
Ondersteunde talen Arabisch, Bengaals, Bulgaars, Chinees (Vereenvoudigd en Traditioneel),
Tsjechisch, Deens, Nederlands, Engels, Fins, Frans, Duits, Grieks, Hindi,
Hongaars, Indonesisch, Italiaans, Japans, Koreaans, Marathi, Noors,
Perzisch, Pools, Portugees (Europees en Braziliaans), Roemeens, Russisch,
Servisch, Spaans, Zweeds, Tamil, Telugu, Thai, Turks, Oekraïens,
Vietnamees
Voedingsbronnen
Eén oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL19 (meegeleverd)
Lichtnetadapter EH-62G (apart verkrijgbaar)
Oplaadtijd
Circa 2 uur en 40 minuten (wanneer de lichtnetlaadadapter EH-70P wordt
gebruikt en er geen lading overblijft)
Gebruiksduur van de batterij
1
Foto's
Circa 230 opnamen bij gebruik van EN-EL19
Films (effectieve
gebruiksduur van de
batterij voor opname)
2
Circa 50 minuten bij gebruik van EN-EL19
Statiefaansluiting 1/4 (ISO 1222)
Afmetingen
(B × H × D)
Circa 95,3 × 58,2 × 21,4 mm (exclusief uitstekende delen)
Gewicht Circa 137 g (inclusief batterij en SD-geheugenkaart)
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur 0 °C–40 °C
Luchtvochtigheid 85 % of minder (geen condens)
F19
Technische opmerkingen en index
Tenzij anders vermeld, gelden alle cijfers voor een volledig geladen batterij en een
omgevingstemperatuur van 23 ±3 °C, zoals voorgeschreven door de Camera and Imaging
Products Association (CIPA).
1
De gebruiksduur van de batterij is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals het interval tussen
opnamen of de tijd die menu's en beelden worden weergegeven.
2
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 2 GB of niet langer dan 29 minuten. De opname
kan eindigen voor deze limiet wordt bereikt als de temperatuur van de camera te hoog wordt.
Oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL19
Lichtnetlaadadapter EH-70P
B Specificaties
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding.
Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Type Oplaadbare lithium-ion batterij
Capaciteit 3,7 V DC, 700 mAh
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen
(B × H × D)
Circa 31,5 × 39,5 × 6 mm
Gewicht Circa 14,5 g
Invoer 100–240 V AC, 50/60 Hz, 0,07–0,044 A
Uitvoer 5,0 V DC, 550 mA
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen
(B × H × D)
Circa 55 × 22 × 54 mm (exclusief stekkeradapter)
Gewicht Circa 47 g (exclusief stekkeradapter)
F20
Technische opmerkingen en index
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende Secure Digital (SD) geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd voor gebruik met
deze camera.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden aanbevolen om
films op te nemen. De filmopname kan onverwachts stoppen wanneer geheugenkaarten met
een lagere Speed Class-waarde worden gebruikt.
1
Als de geheugenkaart wordt gebruikt met een kaartlezer of vergelijkbaar apparaat, moet u controleren of
het apparaat kaarten van 2 GB ondersteunt.
2
Geschikt voor SDHC. Als de geheugenkaart wordt gebruikt met een kaartlezer of vergelijkbaar
apparaat, moet u controleren of het apparaat geschikt is voor de SDHC-standaard.
3
Geschikt voor SDXC. Als de geheugenkaart wordt gebruikt met een kaartlezer of vergelijkbaar
apparaat, moet u controleren of het apparaat geschikt is voor de SDXC-standaard.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over bovenvermelde kaarten.
We kunnen de prestaties van de camera niet garanderen wanneer geheugenkaarten van andere
fabrikanten worden gebruikt.
SD-geheugenkaart SDHC-geheugenkaart
2
SDXC-geheugenkaart
3
SanDisk 2 GB
1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
TOSHIBA 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Panasonic 2 GB
1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Lexar 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
F21
Technische opmerkingen en index
Informatie over handelsmerken
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Mac en OS X zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Apple Inc., in de V.S. en
andere landen.
Adobe en Acrobat zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems Inc.
De SDXC-, SDHC- en SD-logo's zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
PictBridge is een handelsmerk.
Alle overige handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij uw Nikon-
product worden vermeld, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun
respectieve eigenaars.
FreeType Licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The FreeType Project
(http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
MIT Licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2014 The HarfBuzz Project
(http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz). Alle rechten voorbehouden.
F22
Technische opmerkingen en index
Symbolen
x Stand Autom. scènekeuzekn. ............ 32
A Autostand..................................................... 42
b Onderwerpstand ........................................ 33
D Stand speciale effecten......................... 38
F Stand Slim portret ................................... 40
c Weergavestand.......................................... 28
h Stand Favoriete beelden.................. E5
F Stand Automatisch sorteren......... E9
C Stand Sorteer op datum................ E10
z Setup-menu................................. 73, E59
g (Tele)............................................................. 1, 25
f (Groothoek)............................................ 1, 25
i Zoomweergave ..................................... 1, 63
h Miniatuurweergave......................... 1, 64
j Help............................................................. 1, 33
b (e filmopname)-knop.................. 2, 67
A (Opnamestand)-knop.................... 2, 22
c Weergaveknop................................... 2, 28
k Selectie toepassen-knop.......................... 2
d-menuknop
...................................... 2, 4, 53, 65, 70, 73
l Wissen-knop ............ 2, 30, 72, E54
m Flitsstand .......................................................... 45
n Zelfontspanner............................................ 47
p Macro-stand................................................. 49
o Belichtingscompensatie........................ 50
R ......................................................... E4
A
Aanduiding intern geheugen ........... 7, 20
Aantal resterende opnamen
.................................................................. 20, E29
AF met doelopsporing ... 54, 60, E39
Afdrukken
................. 65, 76, E23, E25, E45
Afdrukopdracht.............................. 65, E45
AF-hulplicht...................................... 74, E67
AF-veldstand.................................... 54, E37
Album................................................................. E8
Autofocus............. 54, 70, E41, E57
Autofocus-stand
.................................... 54, 70, E41, E57
Autom. met rode-ogenred. ....................... 46
Autom. scènekeuzekn.................................... 32
Automatisch flitsen......................................... 46
Automatisch uit.................... 21, 74, E68
Autostand ............................................................. 42
AVI...................................................................... E79
AV-kabel........................... 76, E19, E80
B
Batterij .................................................. 10, 12, 18
Batterijlader........................................ 13, E80
Index
Technische opmerkingen en index
F23
Batterijniveau....................................................... 20
Batterijvak ..................................................... E80
Batterijvergrendeling...................................... 10
Beeld draaien.................................... 65, E52
Beeld terugspelen ................................... E62
Beelden bewerken .................................... E11
Beelden kopiëren.......................... 65, E54
Beeldformaat ................................... 54, E28
Beeldmodus .................. 54, E28, E29
Belichtingscompensatie............................... 50
Best Shot Selector.......................... 35, E33
Bestandsnamen ........................................ E79
Beveiligen .......................................... 65, E50
Bewegingsdetectie...................... 73, E66
Bewolkt........................................................... E30
BSS........................................................... 35, E33
C
Camera aan................................................ 16, 20
Camera-aan-lampje.................................. 1, 20
Centrum.............................................. 62, E38
Close-up k.......................................................... 35
Compressieverhouding ....................... E28
Computer.................................................... 76, 80
Continu................................................ 54, E33
Cross-process o.............................................. 39
D
Daglicht.......................................................... E30
Datum en tijd.................................... 17, E60
Datumnotatie................................... 17, E60
Datumstempel
................ 18, 73, E46, E48, E64
De datum en de tijd afdrukken
.................................................................. 73, E64
Deksel aansluitingen........................................... 1
Deksel batterijvak/geheugenkaartsleuf
..................................................................... 2, 11, 14
Diafragmawaarde ............................................. 27
Diashows............................................ 65, E49
Dierenp. autom. ontsp................................... 37
Dierenportret O ............................................... 37
Digitale zoom ....................... 25, 74, E67
Direct Print......................................... 76, E20
D-Lighting........................................... 65, E13
DPOF................................................................ E45
DPOF-afdrukken........................................ E27
DSCN................................................................ E79
Dynamic Fine Zoom........................................ 25
E
EH-70P............................................................... F19
EN-EL19 ............................................................ F19
Enkelvoudig...................................... 54, E33
Enkelvoudige AF
.................................... 54, 70, E41, E57
Extensie .......................................................... E79
F24
Technische opmerkingen en index
F
Favoriete beelden toevoegen
...................................................................... 66, E5
Favoriete beelden verwijderen
..................................................................... 66, E7
Film VR ................................................. 70, E58
Filmduur ...................................................... 67, 68
Filmmenu........................................... 70, E56
Filmopname......................................................... 67
Filmopties .......................................... 70, E56
Filmweergave....................................................... 71
Firmware-versie.............................. 74, E74
Flitser......................................................................... 45
Flitser uit ................................................................ 46
Flitserlampje................................................. 2, 45
Flitsstand .................................................... 45, 46
Formatteren ........................... 15, 74, E69
Foto VR ................................................. 73, E65
Foto-informatie ......................................... E62
FSCN................................................................. E79
Fulltime-AF.......... 54, 70, E41, E57
Functies die niet tegelijk kunnen worden
gebruikt................................................................... 56
G
Geheugenkaart................................. 14, F20
Geheugenkaarten formatteren
........................................................ 15, 74, E69
Geheugenkaartsleuf........................................ 14
Geluidsinstellingen ...................... 74, E68
Gezichtprioriteit ........................................ E37
Gezichtsherkenning ........................................ 58
Glamour-retouchering................ 65, E15
Glimlachtimer.................................. 55, E43
Gloeilamplicht............................................ E30
Groothoek.............................................................. 25
H
Half indrukken..................................................... 27
Handm. voorinstelling............................ E31
Handmatig ................................................... E38
Helderheid.................................................... E62
Help ........................................................................... 33
High-key G.......................................................... 38
Hoofdschakelaar......................................... 1, 20
Hoogcontrast monochr. F ........................ 38
Huid verzachten.................. 55, 59, E42
I
Identificatie .................................................. E79
In-/uitzoomen..................................................... 25
Ingebouwde microfoon ................................... 1
Intern geheugen ................................................ 15
Intern geheugen formatteren
.................................................................. 74, E69
Invulflits .................................................................. 46
ISO-waarde........................................ 54, E35
J
JPG..................................................................... E79
Technische opmerkingen en index
F25
K
Kalenderweergave .......................................... 64
Kleine afbeelding ........................... 65, E17
Kleuropties ........................................ 54, E36
Knipperdetectie ............................. 55, E44
Knipperwaarsch. ............................ 74, E72
Knopgeluid .................................................. E68
Koelblauw..................................................... E36
L
Laadlampje ................................. 2, 13, E71
Landschap c...................................................... 33
Lange sluitertijd ................................................ 46
Levendig........................................................ E36
Lichtnetadapter ............................. 75, E80
Lichtnetlaadadapter......................................... 12
Low-key H ........................................................... 38
Luidspreker .............................................................. 2
M
Macro-stand ........................................................ 49
Menu Slim portret ........................ 41, E42
Miniatuurweergave ........................................ 64
Monitor................................................. 2, 6, F6
Monitorinstellingen ..................... 73, E62
Multi-selector.......................................................... 2
Multi-shot 16............................................... E33
Museum l .......................................................... 35
N
Nachtlandschap j ......................................... 34
Nachtportret e................................................. 33
Nikon Transfer 2 ....................................... 79, 81
Normale kleur.................................. 54, E36
Nostalgisch sepia E ...................................... 38
O
Objectief ................................................... 1, F16
Objectiefbescherming....................................... 1
Onderwerp volgen.............. E38, E40
Onderwerpstanden .............................. 33, 34
Ontspanknop................................................ 1, 26
Oogje voor camerariem.................................... 1
Oplaadbare Li-ionbatterij...................... F19
Opladen via computer................ 74, E71
Opname............................................ 22, 24, 26
Opnamemenu ................................ 54, E28
Opnamestand ..................................................... 22
Optionele accessoires ........................... E80
Optische zoom ................................................... 25
P
Panorama Assist U ........................ 36, E2
Panorama Maker............................... 36, E4
Papierformaat.......................... E24, E25
Party/binnen f................................................. 34
PictBridge....................... 76, E20, E45
Polsriem ..................................................................... 3
Pop l................................................................... 38
Portret b................................................................ 33
Printer................................................... 76, E20
F26
Technische opmerkingen en index
R
Rode-ogencorrectie ................................ E14
RSCN................................................................. E79
S
Schemeringi .................................................... 33
Schermvullende weergave... 28, 63, 64
Scherpstelaanduiding............................ 7, 26
Scherpstellen .............. 26, 54, 58, E37
Scherpstelveld ......................................... 26, 58
Scherpstelvergrendeling.............................. 62
Schilderij h.......................................................... 38
Selectieve kleur I........................................... 38
Sepia................................................................. E36
Setup-menu ...................................... 73, E59
Sluitergeluid ................................................ E68
Sluitertijd ................................................................ 27
Sneeuw z............................................................ 33
Snel retoucheren............................ 65, E13
Sneleffecten......... 43, 54, E12, E41
Speelgoed- camera-effect 1 m.............. 39
Speelgoed- camera-effect 2 n.............. 39
Sport d................................................................... 34
Spraakmemo..................................... 65, E53
SSCN................................................................. E79
Stand Automatisch sorteren................ E9
Stand Favoriete beelden ......................... E5
Stand Slim portret............................................ 40
Stand Sorteer op datum....................... E10
Stand speciale effecten ................................. 38
Standaardwaarden....................... 74, E74
Statiefaansluiting................................. 2, F18
Strand Z................................................................ 33
Superlevendig k............................................... 38
T
Taal/Language ................................ 74, E70
Tegenlicht o ...................................................... 36
Tele............................................................................. 25
Televisies.............................................. 76, E19
Tijdsverschil ................................................. E60
Tijdzone................................................ 17, E60
Tijdzone en datum....................... 73, E60
TL-licht ............................................................ E30
U
Uitsnede............................................... 63, E18
Uploaden via Eye-Fi..................... 74, E73
USB/AV-uit-aansluiting ........................... 1, 75
USB-kabel.................................. 12, 80, E21
V
Vast bereik automatisch....................... E35
Video-in-aansluiting/audio-in-aansluiting
.............................................................................. E19
Videostand ........................................ 74, E70
ViewNX 2 ................................................................ 77
Voedsel u .............................................................. 35
Volume ................................................. 71, E53
Vuurwerk m......................................................... 35
Technische opmerkingen en index
F27
W
WAV.................................................................. E79
Weergave................................. 28, 71, E53
Weergavemenu ............................. 65, E45
Weergavestand .................................................. 28
Welkomstscherm ........................... 73, E59
Windruisreductie.................... 7, 70, E58
Wissen....................................... 30, 72, E54
Witbalans............................................ 54, E30
Z
Zacht D................................................................. 38
Zelfontspanner................................................... 47
Zelfontspannerlampje ................. 1, 41, 48
Zomertijd .................................. 17, 18, E61
Zonsondergang h ......................................... 33
Zoomknop ........................................... 1, 25, 71
Zoomweergave.................................................. 63
Zwart-wit....................................................... E36
Zwart-wit-kopie n........................................... 35
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk
(behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen)
worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van
NIKON CORPORATION.
YP4A01(1F)
6MN4221F-01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208

Nikon COOLPIX S6700 Referentie gids

Type
Referentie gids