Spelverloop:
Er wordt om de beurt met de wijzers van de klok mee
gespeeld. Het kind dat de meeste dubbele motieven heeft
(= twee dezelfde beren naast elkaar op een kaart) mag
beginnen en legt een van zijn berenkaartjes met de afbeel-
ding naar boven op tafel.
Nu is het volgende kind aan de beurt.
• Heb je een kaartje waarop een van de twee beren
afgebeeld is? Dan mag je de passende beer aan de
passende kant leggen. Je mag enkel dezelfde beren
aanleggen! Er ontstaat geleidelijk een lange rij met
kaartjes die ook dwars gelegd kunnen worden.
beneden geschud en – al naar het aantal medespelers – als
volgt verdeeld:
• Als er 2 kinderen spelen, krijgt elk kind 8 kaartjes.
• Als er 3 kinderen spelen, krijgt elk kind 6 kaartjes.
• Als er 4 of 5 kinderen spelen, krijgt elk kind 4 kaartjes.
• Als er 6 kinderen spelen, krijgt elk kind 3 kaartjes.
Elk kind houdt zijn eigen kaartjes gedekt in zijn hand of legt
ze direct voor zich neer op de tafel.
Alle overige kaartjes worden met de afbeelding naar
beneden in het midden van de tafel verdeeld.
2524