38
REINIGING EN ONDERHOUD
Reinig de kookplaat, wanneer deze is afgekoeld, na ieder
gebruik om aankoeken van vuil te voorkomen.
•
Gebruik een schone doek, absorberend keukenpapier en een
vloeibaar reinigingsmiddel.
•
Gebruik geen schuurmiddelen, agressieve reinigingsmiddelen
of reinigingsmiddelen op basis van chloor, of pannensponsjes.
•
Zorg ervoor dat er geen zure of basische substanties (azijn,
zout, citroensap e.d.) op de kookplaat achterblijven.
Geëmailleerde kookplaat
•
Geëmailleerde delen moeten afgewassen worden met een
spons en zeepsop of andere niet-schurende producten.
•
Maak de oppervlakken droog met een zachte doek. Als zure
substanties zoals citroensap, tomatensaus, azijn e.d. lange
tijd op het email achterblijven, wordt dit dof.
Roestvrijstalen kookplaat
•
Roestvrijstalen delen moeten worden afgespoeld met water en
worden afgedroogd met een zachte, schone doek of een zeem.
•
Gebruik bij hardnekkig vuil een speciaal niet-schurend
reinigingsmiddel of een beetje warme azijn.
•
N.B.: Bij regelmatig gebruik van de kookplaat kan er een
verkleuring rond de branders optreden door de hoge temperatuur.
Reinigen van de branders en de roosters
•
Branders en roosters kunnen worden verwijderd en
afgewassen met geschikte reinigingsmiddelen.
•
Droog ze daarna zorgvuldig af en plaats ze terug.
•
Zorg er bij modellen met een veiligheidsventiel voor, dat de
sensor bij iedere brander schoon blijft.
•
Zorg er bij kookplaten met elektrische ontsteking voor dat de
elektrode schoon blijft, zodat de vonken op de juiste manier
kunnen afgaan. De ontstekingsbougies moeten zeer
zorgvuldig worden gereinigd.
•
N.B.: Om schade aan de elektrische ontsteking te voorkomen
mag de kookplaat niet gebruikt worden wanneer de branders
niet op hun plaats zitten.
Gasafsluiters
•
De gasafsluiters moeten regelmatig gereinigd worden;
dit mag
uitsluitend gedaan worden door een gekwalificeerd technicus
.
•
Als de gasafsluiters niet naar behoren werken, neem dan
contact op met de Klantenservice.
Correcte positie van de branders
•
Het is zeer belangrijk om te controleren of de branderspreider
(F)
en de branderafdekking
(C)
(zie afbeelding) perfect
geplaatst zijn; als deze uit hun zitting verplaatst worden
kunnen er ernstig problemen optreden.
•
Zorg ervoor dat de elektrode
(S)
altijd schoon is, zodat de
vonken kunnen afgaan.
•
Zorg er bij modellen met een veiligheidsventiel voor dat de sensor
(T)
bij iedere brander schoon is, zodat het veiligheidsventiel op
de juiste manier afgesteld kan worden. Zowel de sensor als de
ontstekingsbougie moeten zorgvuldig gereinigd worden.
Brander met drievoudige krans
•
Deze brander moet op de juiste manier geplaatst worden
(zie afbeelding), waarbij u ervoor zorgt dat de uitsteeksels in de
behuizing vallen zoals aangegeven wordt door de pijl.
•
Als de brander op de juiste manier geplaatst is, draait hij niet.
•
Plaats afdekking
(A)
en ring
(B)
op de juiste manier in hun
behuizingen.
3nl66016.fm Page 38 Monday, August 19, 2002 11:58 AM