Documenttranscriptie
Gebruikershandleiding
BASIS
BASIS
Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie,
normaal gebruik en het oplossen van problemen in Windows.
GEAVANCEERD
Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde instelling, gebruik en
het oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen.
Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar.
BASIS
1. Inleiding
3. Onderhoud
Belangrijkste voordelen
5
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
65
Functies per model
8
Beschikbare verbruiksartikelen
66
Nuttig om te weten
10
Beschikbare accessoires
67
Informatie over de gebruikershandleiding 11
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 68
Veiligheidsinformatie
12
De tonercassette bewaren
69
Apparaatoverzicht
18
Toner herverdelen
71
Overzicht van het bedieningspaneel
21
De tonercassette vervangen
73
Het apparaat inschakelen
23
De beeldeenheid vervangen
75
Lokaal installeren van het stuurprogramma
24
Accessoires installeren
77
Het stuurprogramma opnieuw installeren 27
De gebruiksduur van de
verbruiksartikelen controleren
80
Instellen van de waarschuwing
2. Menuoverzicht en
basisinstellingen
toner/beeldeenheid bijna op
81
Het apparaat reinigen
82
Menuoverzicht
29
Tips voor het verplaatsen en opbergen
De standaardinstellingen van het apparaat
37
van het apparaat
Afdrukmateriaal en lade
39
Eenvoudige afdruktaken
53
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
59
87
4. Problemen oplossen
Tips om papierstoringen te voorkomen
89
2
BASIS
Papierstoringen verhelpen
90
Informatie over de status-LED
102
Informatie over displaymeldingen
104
5. Bijlage
Specificaties
114
Informatie over wettelijke voorschriften
124
Copyright
135
3
1. Inleiding
In dit hoofdstuk staat informatie die u nodig heeft om het apparaat te gebruiken.
• Belangrijkste voordelen
5
• Functies per model
8
• Nuttig om te weten
10
• Informatie over de gebruikershandleiding
11
• Veiligheidsinformatie
12
• Apparaatoverzicht
18
• Overzicht van het bedieningspaneel
21
• Het apparaat inschakelen
23
• Lokaal installeren van het stuurprogramma
24
• Het stuurprogramma opnieuw installeren
27
Belangrijkste voordelen
Milieuvriendelijk
Gemak
• Dit apparaat beschikt over een Eco-functie waarmee u toner en papier
kunt sparen (zie "Eco-afdruk" op pagina 56).
• U kunt mobiel afdrukken vanaf uw smartphone of met uw computer
door gebruik te maken van de apps voor Samsung Cloud Print
(zie"Samsung Cloud Print" op pagina 198).
• U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen
(zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 231).
• Om papier te besparen kunt u op beide zijden van het papier afdrukken
(dubbelzijdig afdrukken) (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken"
op pagina 231).
• Dit apparaat bespaart automatisch elektriciteit door het stroomverbruik
aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
• We raden aan kringlooppapier te gebruiken om energie te besparen.
Snel afdrukken met hoge resolutie
• U kunt afdrukken met een resolutie tot 1200 x 1200 dpi effectieve output
(600 x 600 x 2 bit).
• Snel on-demand afdrukken.
Voor enkelzijdig afdrukken, tot 45 ppm (A4) of tot 47 ppm (Letter).
• U kunt mobiel afdrukken vanaf uw smartphone of met uw computer
door gebruik te maken van de apps voor Google Cloud Print™ (zie
"Google Cloud Print™" op pagina 200).
• Met Easy Capture Manager kunt u gemakkelijk bewerken en afdrukken
wat u met de toets Print Screen op het toetsenbord hebt vastgelegd (zie
"Easy Capture Manager" op pagina 252).
• Samsung Easy Printer Manager en Afdrukstatus zijn programma's die
de status van het apparaat controleren en u deze doorgeven, en
waarmee u de instellingen van het apparaat kunt aanpassen (zie
"Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 259 of
"Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 263).
• Met Samsung AnyWeb Print kunt u een schermopname of
afdrukvoorbeeld maken van een scherm in Windows Internet Explorer,
en deze bewerken of afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan
in het gebruikelijke programma (zie "Samsung AnyWeb Print" op
pagina 253).
• Met Slim bijwerken kunt u op de nieuwste software controleren en de
nieuwste versie tijdens de installatie van het printerstuurprogramma
installeren. Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.
Belangrijkste voordelen
• Als u toegang hebt tot het internet, kunt u op de website van Samsung
(www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads) terecht voor hulp, ondersteuning,
printerstuurprogramma’s, handleidingen en andere informatie.
Ondersteund verschillende instellingsmethoden
voor draadloze netwerken.
Grote functionaliteit en brede ondersteuning van
toepassingen.
• WPS (Wi-Fi Protected Setup™) gebruiken
- U kunt gemakkelijk verbinding maken met een draadloos netwerk
door de WPS-functie op het apparaat en op een toegangspunt
(draadloze router) te gebruiken.
• Ondersteuning voor verschillende papierformaten (zie "Specificaties
van de afdrukmedia" op pagina 116).
• Watermerken afdrukken: U kunt uw documenten aanpassen met
woorden zoals "CONFIDENTIAL" (zie "Geavanceerde afdrukfuncties
gebruiken" op pagina 231).
• Posters afdrukken: De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw
document worden vergroot en afgedrukt over verschillende vellen
papier die u kunt samenvoegen tot een poster (zie "Geavanceerde
afdrukfuncties gebruiken" op pagina 231).
• U kunt in verschillende besturingssystemen afdrukken (zie
"Systeemvereisten" op pagina 120).
• Het apparaat is uitgerust met een USB- en/of een netwerkinterface.
• Een USB-kabel of netwerkkabel gebruiken
- U kunt verbinding maken met een netwerk en verschillende
instellingen voor het draadloze netwerk configureren met een USBkabel of netwerkkabel.
• Wi-Fi Direct gebruiken
- U kunt eenvoudig vanaf uw mobiele apparaat afdrukken met Wi-Fi
Direct.
Zie "Methoden voor het instellen van een draadloos netwerk" op
pagina 165.
Belangrijkste voordelen
XOA-toepassingen ondersteunen
Het apparaat ondersteunt aangepaste XOA-toepassingen.
• Neem voor de aangepaste XOA-toepassingen contact om met de
provider van de aangepaste XOA-toepassing.
Functies per model
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land.
Software
M453x series
SPL-printerstuurprogramma
Besturingssysteem
Besturingssysteem
M453x series
Windows
●
Mac
●
Linux
●
Unix
●
PCL-printerstuurprogramma
●
PS-printerstuurprogrammaa
●
XPS-printerstuurprogrammaa
●
Samsung Easy Printer
Manager
●
Apparaatinstellin
gen
Samsung-printerstatus
●
Hulpprogramma Direct afdrukkena
●
Samsung AnyWeb Printa
●
SyncThru™ Web Service
●
SyncThru Admin Web Service
●
Easy Eco Driver
●
Easy Capture Manager
●
(●: Ondersteund, leeg: niet ondersteund)
Software
U kunt het printerstuurprogramma en de software installeren
wanneer u de software-cd in het cd-rom-station van uw computer
plaatst.
Selecteer voor Windows het printerstuurprogramma en de
software in het scherm Selecteer de te installeren software en
hulpprogramma's.
a. Download de software van de website van Samsung en installeer deze: (http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads).
Controleer of het besturingssysteem van uw computer de software ondersteunt
voordat u met de installatie begint.
(●: Ondersteund, leeg: niet ondersteund)
Functies per model
Verschillende functies
functies
M453x series
Hi-Speed USB 2.0
●
Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000
Base TX bedraad LAN
●
Netwerkinterface 802.11b/g/n draadloos
○
LANa
Wireless/NFC-kit
○
Eco-afdruk
●
Dubbelzijdig afdrukken
●
USB-geheugeninterface
●
Geheugenmodule (2 GB)
○
Optionele lade (lade 2, lade 3, lade 4, lade
5)
○
Massaopslagapparaat (harde schijf)
○
Korte standaard
○
AirPrint
●
Samsung Cloud Print
●
Google Cloud Print™
●
a. Draadloze netwerkinterfacekaarten (LAN-kaarten) zijn niet in alle landen
verkrijgbaar. In sommige landen kan alleen 802.11 b/g worden gebruikt. Neem
contact op met uw plaatselijke Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat
kocht.
(●: ondersteund, ○: Optioneel, leeg: niet ondersteund)
Nuttig om te weten
Het apparaat drukt niet af.
Er is papier vastgelopen.
• Open de afdruklijst en verwijder het document uit de lijst
(zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 54).
• Open de klep en sluit deze weer (zie "Voorkant" op pagina
19).
• Verwijder het stuurprogramma en installeer deze opnieuw
(zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op
pagina 24).
• Zoek de instructies voor het verwijderen van vastgelopen
papier in deze handleiding en los het probleem op (zie
"Papierstoringen verhelpen" op pagina 90).
• Selecteer uw printer als de standaardprinter in Windows
(zie "Uw apparaat instellen als standaardprinter" op pagina
231).
De afdrukken zijn vaag.
Waar kan ik accessoires of verbruiksartikelen
kopen?
• Vraag na bij een Samsung-distributeur of uw
detailhandelaar.
• Het toner is mogelijk op of ongelijk verdeeld. Schud de
tonercassette (zie "Toner herverdelen" op pagina 71).
• Probeer een andere instelling voor de resolutie (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
• Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 73).
• Kijk op www.samsung.com/supplies. Kies uw land of regio
voor productinformatie.
De status-LED knippert of blijft branden.
• Schakel het apparaat uit en weer in.
• Zoek de betekenis van de LED-indicatorlampjes in deze
handleiding en los het probleem op (zie "Informatie over de
status-LED" op pagina 102).
Waar kan ik het stuurprogramma van de
printer downloaden?
• U kunt op de website van Samsung (www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads) terecht
voor hulp en ondersteuning, printerstuurprogramma’s,
handleidingen en bestelinformatie.
Informatie over de gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en
biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die
doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat.
•
Gooi deze handleiding niet weg, maar bewaar deze ter referentie.
•
Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt.
•
Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen
ondervindt bij gebruik van het apparaat.
•
De termen die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, worden
uitgelegd in het hoofdstuk met de woordenlijst.
•
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met het
door u gekochte apparaat.
•
•
De schermafbeeldingen in deze gebruikershandleiding kunnen afwijken
van de schermweergave van uw apparaat afhankelijk van de firmware/stuurprogrammaversie.
De procedures in deze gebruikershandleiding zijn voornamelijk
gebaseerd op Windows 7.
1
Afspraken
Sommige in deze gebruikershandleiding gebruikte termen zijn
verwisselbaar:
•
Document is synoniem met origineel.
•
Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
•
Apparaat verwijst naar printer of multifunctionele printer.
2
Algemene pictogrammen
Pictogra
m
Tekst
Omschrijving
Biedt gebruikers informatie om het apparaat te
Opgepast beschermen tegen mogelijke mechanische
schade of defecten.
Waarsch
uwing
Gebruikt om gebruikers te waarschuwen voor de
mogelijkheid op persoonlijk letsel.
Biedt aanvullende informatie of gedetailleerde
Opmerkin
uitleg over een functie of voorziening van het
g
apparaat.
1. Inleiding
11
Veiligheidsinformatie
Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen
aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees
deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar
dit document goed nadat u het hebt gelezen.
4
Bedrijfsomgeving
Waarschuwing
3
Belangrijke veiligheidssymbolen
Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het
stopcontact niet geaard is.
Verklaring van alle pictogrammen en symbolen in
dit hoofdstuk
Waarsch
uwing
Gevaren of onveilige praktijken die ernstig letsel of
de dood kunnen veroorzaken.
Opgepas
t
Gevaren of onveilige praktijken die een klein letsel of
eigendomsschade kunnen veroorzaken.
NIET proberen.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of zware
voorwerpen, kaarsen, brandende sigaretten, enzovoort).
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
• Als het apparaat oververhit raakt, komt er rook uit, maakt het
vreemde geluiden of verspreidt het vreemde geuren.
Schakel onmiddellijk de stroomschakelaar uit en koppel het
apparaat los.
• De gebruiker moet bij het stopcontact kunnen om in geval
van nood de stekker uit het stopcontact te kunnen trekken.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware voorwerpen op.
Het trappen op of beknellen van het netsnoer door een zwaar
voorwerp kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan het netsnoer
te trekken; trek de stekker er niet uit met natte handen.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
1. Inleiding
12
Veiligheidsinformatie
5
Opgepast
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het
apparaat niet gebruikt.
Bedieningswijze
Opgepast
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Opgelet, het papieruitvoergebied is heet.
Trek het papier niet uit de printer tijdens het afdrukken.
U kunt brandwonden oplopen.
Dit kan het apparaat beschadigen.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing beschadigd
lijkt, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de hulp in
van een gekwalificeerd technicus.
Houd uw hand niet tussen het apparaat en de papierlade.
U kunt letsel oplopen.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Als het apparaat niet goed werkt nadat u deze instructies hebt
uitgevoerd, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de
hulp in van een gekwalificeerd technicus.
Wees voorzichtig wanneer u papier vervangt of vastgelopen
papier verwijdert.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Nieuw papier heeft scherpe randen die snijwonden kunnen
veroorzaken.
Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren als hij er
moeilijk ingaat.
Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de onderzijde
van het uitvoergebied heet worden. Houd kinderen uit de buurt.
U riskeert een elektrische schok. Neem contact op met een
elektricien om het stopcontact te vervangen.
Zij kunnen brandwonden oplopen.
Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel of
de kabel naar de computer bijten.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken en/of uw
huisdier verwonden.
Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om
vastgelopen papier te verwijderen.
Dit kan het apparaat beschadigen.
Vermijd het stapelen van te veel papier in de papieruitvoerlade.
Dit kan het apparaat beschadigen.
1. Inleiding
13
Veiligheidsinformatie
Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen voorwerpen
in.
Hierdoor kunnen onderdelen warm worden en kan er brand
ontstaan of kan het apparaat beschadigd raken.
Het gebruik van sturingen of instellingen of het uitvoeren van
procedures die afwijken van deze hier vermeld kan resulteren
in gevaarlijke blootstelling aan straling.
Het apparaat wordt gevoed via het netsnoer.
Om de stroom uit te schakelen, trekt u het netsnoer uit het
stopcontact.
6
Installatie/verplaatsen
Waarschuwing
Plaats de machine in een omgeving die voldoet aan de
gestelde specificaties voor werkingstemperatuur en
vochtigheid.
Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat
beschadigen.
Zie "Algemene specificaties" op pagina 114.
Opgepast
Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u het
apparaat verplaatst. De onderstaande informatie bevat slechts
aanbevelingen gebaseerd op het apparaatgewicht. Wanneer
u vanwege uw medische conditie niet kunt tillen, til het
apparaat dan niet op. Voor veilig tillen moet u anderen vragen
om u te helpen en het apparaat altijd met het juiste aantal
personen optillen.
Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade
veroorzaken.
Plaats het apparaat niet in een stoffige of vochtige ruimte of op
een plek waar water lekt.
Til vervolgens het apparaat op deze wijze op:
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
• Een apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag door één
persoon worden opgetild.
• een apparaat dat 20 - 40 kg weegt, moet door twee
personen worden opgetild.
• een apparaat dat meer dan 40 kg weegt, moet door vier of
meer personen worden opgetild.
1. Inleiding
14
Veiligheidsinformatie
Kies een locatie met een vlakke ondergrond en voldoende
ventilatie voor het apparaat. Houd ook rekening met een
ruimte die nodig is voor het deksel en de laden.
Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een slecht
geventileerde ruimte, zoals een kast.
Als het apparaat niet voldoende wordt geventileerd, kan er
brand ontstaan.
De ruimte moet goed geventileerd zijn en het apparaat mag
niet worden blootgesteld aan direct zonlicht, hitte en vocht.
Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of
verlengsnoer aan.
Wanneer u het apparaat langdurig gebruikt of een groot aantal
pagina's in een niet-geventileerde ruimte afdrukt, kan de lucht
vervuild raken en schadelijk worden voor uw gezondheid.
Plaats het apparaat in een goed geventileerde ruimte of open
regelmatig een raam om schonen lucht binnen te laten.
Dit kan de prestaties verminderen en een elektrische schok of
brand veroorzaken.
Het apparaat moet aangesloten worden op een
spanningsbron met hetzelfde energieniveau als op het label.
Plaats het apparaat niet op een onstabiel of schuin oppervlak.
Als u niet zeker bent en het spanningsniveau wilt controleren,
neemt u contact op met de elektriciteitsmaatschappij.
Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade
veroorzaken.
a. AWG: American Wire Gauge
Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWGa of, indien
nodig, een grotere telefoondraad.
Zo niet kan het apparaat beschadigd raken.
7
Onderhoud/controle
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat met uw
apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer gebruikt dat
langer is dan 2 meter voor een apparaat van 110V, moet het
snoer minstens 16 AWG dik zijn.
Zo niet kan het apparaat beschadigd raken en een elektrische
schok of brand veroorzaken.
Opgepast
Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact als u
de binnenkant van het apparaat wilt reinigen. Reinig uw
apparaat niet met benzeen, verdunningsmiddel of alcohol, en
spuit geen water in het apparaat.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
1. Inleiding
15
Veiligheidsinformatie
Zorg ervoor dat het apparaat niet werkt als u
verbruiksartikelen in het apparaat vervangt of de binnenkant
schoonmaakt.
• Verwijder geen kleppen of beveiligingselementen die
vastgeschroefd zijn.
• Fixeereenheden mogen alleen worden hersteld door een
gekwalificeerde servicemedewerker. Reparatie door nietgekwalificeerde technici kan brand of elektrische
schokken veroorzaken.
U kunt letsel oplopen.
Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen.
Kinderen kunnen letsel oplopen.
U mag het apparaat niet zelf demonteren, herstellen of weer
in elkaar steken.
Dit kan het apparaat beschadigen. Neem contact op met een
professioneel technicus als het apparaat gerepareerd moet
worden.
Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die met het
apparaat werd meegeleverd om het apparaat te reinigen en
te bedienen.
Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen.
Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de stekker
stof- en watervrij.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
• Dit apparaat mag alleen worden hersteld door een
medewerker van de technische dienst van Samsung.
8
Gebruik van verbruiksartikelen
Opgepast
Haal de tonercassette niet uit elkaar.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een tonercassette of
fixeereenheid.
Dit kan een explosie of onbeheersbare brand veroorzaken.
Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar u
verbruiksartikelen (bijvoorbeeld tonercassettes) bewaart.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
1. Inleiding
16
Veiligheidsinformatie
Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals
toner, kan het apparaat beschadigen.
Bij schade als gevolg van het gebruik van gerecyclede
verbruiksartikelen zullen reparatiekosten in rekening worden
gebracht.
Volg de onderstaande instructies voor verbruiksartikelen die
tonerstof bevatten (tonercartridge, cassette voor gebruikte
toner, beeldeenheid, enzovoort).
• Volg de instructies voor verwijdering wanneer u de
verbruiksartikelen weggooit. Raadpleeg de plaatselijke
verkoper voor verwijderingsinstructies.
• De verbruiksartikelen mogen niet gewassen worden.
• Gebruik de cassette voor gebruikte toner niet opnieuw
nadat u deze hebt geleegd.
Als u de bovenstaande instructies niet opvolgt, kan dit
resulterende defecten in het apparaat of verontreiniging van
het milieu. De garantie dekt geen kosten die zijn veroorzaakt
door nalatigheid van de gebruiker.
Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen
warm water gebruiken.
Door warm water hecht de toner zich aan de stof. Gebruik
altijd koud water.
Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij
terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het
verwijderen van vastgelopen papier.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
1. Inleiding
17
Apparaatoverzicht
9
Onderdelen
Het werkelijke onderdeel kan verschillen van de onderstaande illustratie. Sommige onderdelen kunnen afhankelijk van de omstandigheden afwijken.
Apparaat
Beknopte installatiehandleiding
Netsnoer
Software-cda
Beeldeenheid
Div. accessoiresb
a. De software-cd bevat de stuurprogramma's van de printer, de gebruikershandleiding en softwaretoepassingen.
b. Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model.
1. Inleiding
18
Apparaatoverzicht
10
Voorkant
• Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
• Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
12
11
10
9
8
7
6
5
4
16
1
2
3
13
14
15
1
Bedieningspaneel
2
Voorkant geheugenmodule (DIMM) a
3
Voorklep
4
Laag onderstela
5
Indicator papierniveau
6
Optionele ladea
7
Lade 1
8
Klep van multifunctionele lade
9
USB-geheugenpoort
10
Knop voorklep
11
Uitvoerlade
12
Gebied voor wireless/NFC-kita
13
Papiergeleiders voor multifunctionele lade
14
Extensie voor multifunctionele lade
15
Beeldeenheidb
16
Tonercassette
a. Optionele functie.
b. Verwijder de tonercassette om toegang de krijgen tot de beeldeenheid.
1. Inleiding
19
Apparaatoverzicht
11
Achterkant
• Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
• Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
1
Wireless/NFC-kita poortklepje
2
Achterklep
3
Aansluiting netsnoer
4
Stroomschakelaar
5
USB-poort
6
EDI-poort voor kaartlezer
7
Netwerkpoort
a. Optionele functie
7
EDI
6
5
1
OUTPUT
5v
2
4
3
1. Inleiding
20
Overzicht van het bedieningspaneel
12
M453xND series
• Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen.
• Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
1
2
3
6
1
Weergavescherm
2
Testblad
3
Eco
4
Numeriek
toetsenblok
8
9
10
11
5
Als u erop drukt, wordt een testpagina afgedrukt.
Overschakelen naar de eco-modus voor het
besparen van toner en papier (zie "Eco-afdruk"
op pagina 56).
U kunt cijfers en tekens invoeren met behulp van
het toetsenblok (zie "Letters en cijfers op het
toetsenblok" op pagina 228).
5
StatusLED
De functie geeft de status van uw printer weer
(zie "Informatie over de status-LED" op pagina
102).
6
Pijl
Door beschikbare waarden bladeren door naar
vorige of volgende opties te gaan.
7
OK
Hiermee bevestigt u de selectie op het scherm.
8
Knop
Hiermee opent u de menumodus en bladert u
door de beschikbare menu's (zie "Toegang tot
het menu" op pagina 29).
9
Terug
Hiermee keert u terug naar het bovenliggende
menu.
10
Aan/uit/
ontwaken
Met deze knop kunt u de stroom in- en
uitschakelen. Of het apparaat weer inschakelen
vanuit de energiebesparingsmodus.
11
Stoppen/
Wissen
7
4
Toont de huidige status en geeft meldingen weer
tijdens het gebruik.
Stopt de huidige bewerking.
1. Inleiding
21
Overzicht van het bedieningspaneel
13
M453xNX series
• Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen.
1
Aanraakscherm
2
Stoppen/
Wissen
• Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar
afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 8).
• Gebruik voor bediening via het aanraakscherm alleen uw vinger. Scherpe
voorwerpen kunnen het scherm beschadigen.
3
4
Hiermee wordt de huidige status
weergegeven en hebt u toegang tot
verschillende beschikbare menu's.
Stopt de huidige bewerking.
Aan/uit/
ontwaken
Met deze knop kunt u de stroom in- en
uitschakelen. Of het apparaat weer
inschakelen vanuit de
energiebesparingsmodus.
LED
De functie geeft de status van uw printer weer
(zie "Informatie over de status-LED" op
pagina 102).
1
2
3
4
1. Inleiding
22
Het apparaat inschakelen
1
Sluit de printer eerst op de netvoeding aan.
Als het apparaat een aan/uit-schakelaar heeft, zet u de schakelaar
aan.
2
1
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw
apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
2
De stroom wordt automatisch ingeschakeld.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u de knop
(Aan/uit/
ontwaken) ingedrukt.
1. Inleiding
23
Lokaal installeren van het stuurprogramma
Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw
computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden,
slaat u de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie
van het stuurprogramma voor een netwerkapparaat (zie "Installeren van
een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 152).
• Wanneer u gebruik maakt van Mac, Linux of UNIX, raadpleegt u
"Installatie voor Mac" op pagina 141, "Installatie voor Linux" op
pagina 143 of "Het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren"
op pagina 159.
• Het installatievenster in deze Gebruikershandleiding kan verschillen
afhankelijk van het apparaat en de gebruikte interface.
• Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter.
1. Inleiding
24
Lokaal installeren van het stuurprogramma
14
Windows
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
3
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster. Klik daarna op Volgende.
4
Selecteer USB in het scherm Type printerverbinding. Klik daarna
op Volgende.
5
Volg de instructies in het installatievenster.
U kunt de softwaretoepassingen selecteren in het venster Selecteer de
te installeren software en hulpprogramma's.
Vanaf het Startscherm van Windows 8
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle
programma's > Toebehoren > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cdrom-station en klik op OK.
•
Voor Windows 8:
Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar
Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App) en
zoekt u Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door
de letter van uw cd-romstation, en klik op OK.
Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf
moet gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en
selecteert u Run Setup.exe.
• Het V4-stuurprogramma wordt automatisch gedownload van
Windows Update als uw computer verbinding heeft met internet Als
dit niet het geval is, kunt u het V4-stuurprogramma handmatig
downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com > zoek
uw product > Ondersteuning of Downloads.
• U kunt de app Samsung Printer Experience downloaden van de
Windows Store. Als u de Windows Store(Store) wilt gebruiken, hebt
u een Microsoft-account nodig.
1 Selecteer vanuit de balk Charms(charms) de optie Zoeken.
2 Klik op Store(Store).
3 Zoek naar en klik op Samsung Printer Experience.
4 Klik op Installeer.
1. Inleiding
25
Lokaal installeren van het stuurprogramma
• Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde softwarecd, wordt het V4-stuurprogramma niet geïnstalleerd. Als u het V4stuurprogramma wilt gebruiken in het Bureaublad scherm, kunt u
het downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads.
• Als u de managementhulpmiddelen voor printers van Samsung wilt
installeren, moet u deze installeren met de meegeleverde softwarecd.
1
Zorg ervoor dat uw computer is ingeschakeld en verbonden met
internet.
2
3
Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld.
Sluit de computer en het apparaat aan met een USB-kabel.
Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd via Windows
Update.
1. Inleiding
26
Het stuurprogramma opnieuw installeren
Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de
onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren.
4
Plaats de software-cd in uw cd-rom-station en installeer het
stuurprogramma opnieuw (zie "Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 24).
15
Windows
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of
Alle programma's > Samsung Printers > Samsung
printersoftware verwijderen.
•
Voor Windows 8:
1 Selecteer vanuit de balk Charms de optie Zoeken >
Apps(App).
2 Zoek naar en klik op Configuratiescherm.
Vanaf het Startscherm van Windows 8
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Klik op de tegel Samsung printersoftware verwijderen in het
Startscherm.
3
Volg de instructies in het venster.
3 Klik op Programma's en onderdelen.
4 Klik met de rechtermuisknop op het stuurprogramma dat u
wilt deïnstalleren en kies Installatie ongedaan maken.
5 Volg de instructies in het venster.
3
Volg de instructies in het installatievenster.
• Als u geen tegel voor Samsung-printersoftware kunt vinden,
deïnstalleert u vanuit de bureaubladmodus.
• Als u de hulpmiddelen voor printermanagement van Samsung wilt
deïnstalleren vanuit het Startscherm, klikt u met de rechtermuisknop
op het programma dat u wilt Installatie ongedaan maken >
Installatie ongedaan maken en volgt u de instructie in het venster.
1. Inleiding
27
2. Menuoverzicht en
basisinstellingen
Dit hoofdstuk levert informatie over de algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen.
• Menuoverzicht
29
• De standaardinstellingen van het apparaat
37
• Afdrukmateriaal en lade
39
• Eenvoudige afdruktaken
53
• Een USB-geheugenapparaat gebruiken
59
Menuoverzicht
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat.
1
M453xND series
Toegang tot het menu
• Een aangevinkte (√) verschijnt naast het geselecteerde menu.
• Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
• Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
• De menu's worden beschreven in de handleiding Geavanceerd (zie "Menu´s met nuttige instellingen" op pagina 205).
1
2
3
4
5
Druk op de knop Menu(
) op het bedieningspaneel.
Druk op de pijltoetsen tot het gewenste menuonderdeel verschijnt en druk op OK.
Herhaal stap 2 als het geselecteerde menu-item submenu’s heeft.
Druk op OK om de selectie op te slaan.
Druk op
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de gereedmodus.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
29
Menuoverzicht
Informatie
(Zie "Informatie" op pagina 207.)
Configuratie
Lay-out
(Zie "Lay-out" op pagina 208.)
Afdrukstand
Demopagina
Staand
Netwerkconfiguratie
Liggend
Info verbruiksartikelen
Marge
Papier
(Zie "Papier" op pagina 209.)
Exemplaren
Lade[x]b
Papierformaat
Papiertype
Grafisch
(Zie "Grafisch" op pagina 210.)
Resolutie
Standaard
Hoge resolutie
Tekst wissen
Uit
Gebruiksteller
Algemene marge
Accounta
Multifunctionele lade
Papierformaat
Minimum
Menuoverzicht
Lade[x]b
Papiertype
Gemiddeld
PCL-tek.
Emulatiemarge
PS-lettertype
Dubbelzijdig
Multifunctionele lade
Papierinvoer
Maximum
Auto
Randverbetering
Uit
Lade[x]b
Lange zijde
Multifunctionele lade
Korte zijde
Lade bevestigen
Lade[x]b
Uit
Normaal
Maximum
Auto CR
Multifunctionele lade
a. Deze functie is alleen beschikbaar als Job Accounting is ingeschakeld in het programma SyncThru™ Web Admin Service.
b. [ladenummer] geeft het ladenummer aan.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
30
Menuoverzicht
Systeeminstellingen
(Zie "Systeeminstellingen/Instelling" op pagina 211.)
Datum & Tijd
Onderhoud
Datumnotatie
Gebr.duur art.
Klokmodus
Ramschijfb
MSD in wachtrij plaatsena
Waarschuwing: papier
bijna op
Taal
Standaardpapier
Tonerbesparing
Energiebesparing
Stille modus
Ontw.gebeurt.
Eco-instel.
Time-out taak
Autom. uitsch.
Time-out voor wachtrij
Best.beleid
Emulatie
(Zie "Emulatie" op pagina 215.)
Type emulatie
Instellingen
Afbeeldingsbeheer
(Zie "Afbeeldingsbeheer" op pagina 216.)
Aangepaste kleur
Standaard
Afdrukdichtheid
Hoogtecorrectie
Relatieve luchtvochtigheid
Taak opnieuw inplannen
Aut. doorgaan
Automatische ladekeuze
Papier vervangen
Ladebeveiliging
Lade-modus
Blanco pagina's overslaan
a. De optie is beschikbaar wanneer het optionele massaopslagapparaat (harde schijf) is geïnstalleerd
b. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
31
Menuoverzicht
Netwerk
(Zie "Netwerk" op pagina 217.)
TCP/IP (IPv4)
DHCP
BOOTP
Stat.
TCP/IP (IPv6)
IPv6-protocol
DHCPv6 config
Ethernet
Ethernetpoort
Ethernet-snel.
802.1x
Wi-Fib
Wi-Fi AAN/UIT
Wi-Fi-instellingen
WPS
Wi-Fi Direct
Wi-Fi-signaal
Wi-Fi-instellingen
wissen.
Protocolbeheer
NFC
Netwerkconfiguratie
Instell. wissen
Directe USB
(Zie "USB" op pagina 222.)
Via USB afdrukken
Bestandsbeheer
Ruimte tonen
Taakbeheera
(Zie "Taakbeheer (Taakstatus)" op pagina
223.)
Actieve taak
Beveiligde taak
Opgeslagen taak
Afdrukken
Verwijderen
Beheerinstellingen
(Zie "Beheerinstellingen" op pagina
219.)
Stempel
Stempel activeren
Item
Tekstgrootte
Opaciteit
Positie
Beheerderswachtwoord wijzigen
Firmware-upgrade
Inst. import.
Inst. export.
Afb. overs.c
Automatisch Afbeelding
overschrijven
Handmatig
Overschrijfmethode
Aantal keren overschrijven
Veilig afdruk.
Beheer van verbruiksartikelen
Toner bijna op
Waarschuwing beeldeenheid
bijna leeg
a. Deze optie is beschikbaar als het optionele geheugen is geïnstalleerd of de ramschijf is gecontroleerd.
b. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de optionele Wireless/NFC-kit is geïnstalleerd.
c. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
32
Menuoverzicht
2
M453xNX series
Pictogra
m
Naam
Omschrijving
Informatie
Drukt verschillende apparaatgegevens en
rapporten af.
Eco
Geeft de Eco-instellingen weer.
Directe USB
Hiermee gaat u naar het USB-menu als een
USB-opslagapparaat op de USB-poort van uw
printer is aangesloten.
• Afhankelijk van het model kunnen sommige menu's uitgegrijsd
worden weergegeven.
Instelling
Hiermee bladert u door de huidige
apparaatinstellingen of verandert u deze.
• De menu's worden beschreven in de handleiding Geavanceerd (zie
"Menu´s met nuttige instellingen" op pagina 205).
Taakstatus
Toont de actieve, voltooide of wachtende
taken.
Teller
Geeft het totaal aantal afgedrukte pagina's
weer.
Help
Bekijk informatie over Help en het oplossen
van problemen.
Tonerstatus
U kunt de tonerstatus zien.
Knop
U kunt de LCD-helderheid en taal instellen en
u kunt de startmenu's bewerken.
Introductie van het Startscherm
U kunt menu's eenvoudig instellen met behulp van het aanraakscherm.
• Het startscherm wordt weergegeven op het aanraakscherm op het
bedieningspaneel.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
33
Menuoverzicht
Informatie
(Zie "Informatie" op
pagina 207.)
Eco
(Zie "Eco" op pagina 221.)
Configuratie
Eco - aan
Demopagina
Uit
Helplijst
Aan
Netwerkconfiguratie
Biedt informatie
Instellingen
Standaardmodus
Taakrapporten
Uit
Lettertypelijst
Aan
Aan-verplichta
Functieconfiguratie
Standaard
Aangepast
USB
(Zie "USB" op pagina 222.)
Afdrukken vanaf
Instelling
(Zie "Systeeminstellingen/Instelling" op pagina 211.)
Systeem
Energ.besparing
Datum & Tijd
Exempl.
Datumnotatie
Ontwaakgebeurteni
s
Auto aanpassen
Klokmodus
Auto Power Off
Dubbelzijdig
MSD in wachtrij plaatsen
Hoogtecorrectie
Papierinvoer
Taal
Vochtigheid
Onderhoud
Taak opnieuw
inplannen
(Opties)
Bestandsbeheer
(Opties)
Verwijd.
Formatteren
Ruimte tonen
Info verbruiksartikelen
Waarschuwing: papier
bijna op
Stille modus
Time-out taak
Tonerbesparing
Archiveringsbeleid
Beeldmgr.
Time-out rij
Stand.formaat
Inst. import.
Lege pagina’s overslaan
Inst. export.
a. Als u de eco-modus met een wachtwoord instelt op de SyncThru™ Web Service (tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco Settings) of de Samsung Easy Printer
Manager (Apparaatinstellingen > Eco), verschijnt het bericht Aan-verplicht. U moet het wachtwoord invoeren om de eco-modus te wijzigen.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
34
Menuoverzicht
Instelling
(Zie "Systeeminstellingen/Instelling" op pagina 211.)
Beheerinstellingena
Toegangscontrole
gebruikers
Verificatie
Stempel
Stempel activeren
Item
Tekstgrootte
Opaciteit
Positie
Beheerderswachtwoord
wijzigen
Firmware upgraden
Afb.
overschr.b
Automatisch
Afbeelding
overschrijven
Handmatig Afbeelding
overschrijven
Methode overschrijven
Tijden overschrijven
Toepassing
Toepassingsbeheer
Nieuwe toepassing installeren
Veilig afdruk.
Beheer van verbruiksartikelen
Toner bijna op
Beeldeenheid is bijna leeg.
Netwerk
TCP/IP (IPv4)
TCP/IP (IPv6)
Ethernet
802.1x
Protocolbeheer
NFC
Netwerkconfiguratie
Inst. wissen
Wi-Fic
Wi-Fi AAN/UIT
Wi-Fi-instellingen
WPS
Wi-Fi Direct
Wi-Fi-signaal
WiFi-inst. wissen
Lay-out
Afdrukstand
Marge
Dubbelzijdig
Papier
Exempl.
Multif. lade
Lade[x]d
Papierinvoer
Bevestiging lade
Gedrag van lade
Automatisch doorgaan
Automatische ladekeuze
Papiervervanging
Ladebeveilig.
Lade-modus
Grafisch
Resolutie
Tekst wissen
Randverbetering
Auto CR
Emulatie
Type emulatie
Instelling
a. U moet een wachtwoord invoeren om toegang te krijgen tot dit menu. Het standaardwachtwoord is sec00000.
b. Deze optie is beschikbaar als het optionele Massaopslagapparaat (harde schijf) geïnstalleerd is.
c. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de optionele Wireless/NFC-kit is geïnstalleerd.
d. [ladenummer] geeft het ladenummer aan.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
35
Menuoverzicht
Taakstatus
(Zie "Taakbeheer (Taakstatus)"
op pagina 223.)
Huidige taak
Teller
(Zie "Teller" op pagina 224.)
Totaal afgedrukt
Help
(Zie "Help" op pagina 225.)
Basisstroom taken
Beveiligde taak
Informatie
Opgeslagen taak
Eco
Taak voltooid
Directe USB
Instelling
Problemen oplossen
Papierstoring in MF-lade
Papierstoring in lade 1
Papierstoring in lade 2
Papierstoring in lade 3
Papierstoring in lade 4
Papierstoring in lade 5
Papierstoring in het apparaat
Papierstoring in het
uitvoergebied
Papierst. in duplex.
QR-code
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
36
De standaardinstellingen van het apparaat
U kunt de instellingen van het apparaat instellen met het programma
Samsung Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service
1
Selecteer Menu(
bedieningspaneel.
) > OK > Systeeminstellingen > OK op het
OF
Voor gebruikers van Windows en Mac:
Selecteer op het model met aanraakscherm
Systeem > Volg. op het aanraakscherm.
• Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het
apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
(Geavanceerde modus inschakelen) > Apparaatinstellingen
(zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261).
• Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de instellingen
van het apparaat instellen via SyncThru™ Web Service > het
tabblad Settings > Machine Settings (zie "SyncThru™ Web
Service gebruiken" op pagina 255).
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het
apparaat opgeven.
Om de standaardinstellingen van het apparaat aan te passen, volgt u de
volgende stappen:
2
(Instelling) >
Selecteer de gewenste optie.
•
Taal: Pas de taal aan die wordt weergegeven op het
bedieningspaneel.
•
Datum & Tijd: U kunt de datum en tijd instellen. Ze worden
afgedrukt in rapporten. Als ze echter verkeerd zijn, moet u ze
wijzigen naar de juiste tijd.
Voer de juiste tijd en datum in, met behulp van de pijltoetsen of het
numeriek toetsenblok (zie "Informatie over het pop-uptoetsenbord" op
pagina 228).
• Maand = 01 t/m 12
• Dag = 01 t/m 31
• Jaar = vier cijfers vereist
• Uur = 01 t/m 12
• Minuut = 00 t/m 59
•
Klokmodus: U kunt uw apparaat zo instellen dat de tijd wordt
weergegeven in de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
37
De standaardinstellingen van het apparaat
•
Energ.besparing: Gebruik deze functie om energie te besparen
als u het apparaat niet gebruikt.
• Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of begint met afdrukken, zal het
apparaat uit de energiespaarstand ontwaken.
• Als u op een willekeurige knop drukt, uitgezonderd de aan/uitknop,
wordt het apparaat wakker uit sluimerstand. Selecteer
(Instelling) > Systeem > Volg. > Ontwaakgebeurtenis > Aan op
het aanraakscherm.
•
3
Hoogtecorrectie: De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de
atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven
zeeniveau waarop het apparaat zich bevindt. Ga na op welke
hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in (zie
"Aanpassing aan luchtdruk of hoogte" op pagina 227).
Druk op OK om de selectie op te slaan.
Druk op het model met aanraakscherm op
(Terug) om de
selectie op te slaan.
4
Druk op de knop
(Stoppen/Wissen) of het home-pictogram
(
) om terug te keren naar de stand-bymodus.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
38
Afdrukmateriaal en lade
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst.
3
Afdrukmedia selecteren
De eigenschappen van het papier, zoals gewicht, samenstelling en vezelen vochtgehalte, hebben een grote invloed op de prestaties van het
apparaat en de afdrukkwaliteit. Houd bij de keuze van afdrukmedia
rekening met het volgende:
•
Het type, formaat en gewicht van het afdrukmateriaal voor uw apparaat
worden beschreven in de specificaties van afdrukmateriaal (zie
"Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116).
•
Gewenst resultaat: de afdrukmedia die u kiest moeten geschikt zijn voor
het doel.
Richtlijnen om afdrukmedia te selecteren
•
Helderheid: sommige afdrukmaterialen zijn witter dan andere en
leveren scherpere en levendigere afbeeldingen op.
Afdrukmedia die niet aan de richtlijnen uit de gebruikershandleiding
voldoen kunnen de volgende problemen veroorzaken:
•
Gladheid van het oppervlak: de gladheid van de afdrukmedia bepaalt
hoe scherp de afdrukken er uitzien op papier.
U kunt afdrukken op verschillende afdrukmedia, zoals op gewoon papier,
enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmedia
die voldoen aan de in deze gebruikershandleiding vermelde richtlijnen.
•
slechte afdrukkwaliteit
•
vastlopen van het papier
•
versnelde slijtage van het apparaat.
• Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmedia aan alle richtlijnen van
deze gebruikershandleiding voldoen en toch geen bevredigende
resultaten opleveren. Dit kan het gevolg zijn van eigenschappen van
de vellen, een onjuiste bediening, een ongewenst temperatuur- en
vochtigheidsniveau of andere variabele omstandigheden waarover
men geen controle heeft.
• Voordat u grote hoeveelheden afdrukmedia koopt, controleert u of
het papier voldoet aan de vereisten in deze handleiding.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
39
Afdrukmateriaal en lade
4
• Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet voldoet aan deze
specificaties, kan dit problemen veroorzaken waarvoor reparatie
vereist is. Zulke reparaties worden niet gedekt door de garantie of
serviceovereenkomst van Samsung.
• Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit
kan uw apparaat beschadigen.
Lade overzicht
Om het formaat te wijzigen, moet u de papiergeleiders aanpassen.
1
2
• Gebruik van ontvlambaar afdrukmateriaal kan brand veroorzaken.
• Gebruik aangegeven afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 116).
• Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit
kan uw apparaat beschadigen.
2
Het gebruik van ontvlambaar materiaal of het achterblijven van
vreemde materialen in de printer kan oververhitting veroorzaken en in
zeldzame gevallen brand.
Hoeveel papier u in de lade kunt plaatsen is afhankelijk van het gebruikte
afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116).
1 Papierlengtegeleider
2 Papierbreedtegeleider
Als u de geleiders niet aanpast, kan dit tot gevolg hebben dat de afdruk
scheef of op de verkeerde plaats afgedrukt wordt, of dat het papier
vastloopt.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
40
Afdrukmateriaal en lade
5
Papier in de lade plaatsen
1
Til de lade een beetje op en trek deze eruit.
2
Druk de papierbreedtegeleider in en trek deze tot aan het einde van
de lade.
Lade 1/ optionele lade
Plaats de afdrukmaterialen die u voor de meeste afdruktaken gebruikt in de
standaardlade. De standaardpapierlade kan tot 550 vellen normaal papier
bevatten (75 g/m2, 20 lb bond).
U kunt een optionele lade kopen (zie "Beschikbare accessoires" op pagina
67).
Het gebruik van fotopapier of gecoat papier kan problemen
veroorzaken die herstellingen vereisen. Dergelijke herstellingen
worden niet gedekt door de garantie- of serviceovereenkomsten.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
41
Afdrukmateriaal en lade
3
Druk de papierlengtegeleider in en trek deze tot aan het einde van
de lade.
4
Buig de papierstapel en waaier het papier uit om de pagina’s van
elkaar te scheiden voor u het papier in de lade plaatst.
5
Plaats het papier in de lade.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
42
Afdrukmateriaal en lade
6
Houd de breedtegeleiders ingedrukt en verschuif ze tot het
gewenste formaat zoals aangegeven op de bodem van de
papierlade.
• Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het
papier, omdat het papier daardoor kan buigen.
• Als u de breedtegeleider niet aanpast, kan het papier vastlopen.
• Gebruik geen papier waarvan de voorste rand opgekruld is. Hierdoor
kan het papier vastlopen of kreukelen.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
43
Afdrukmateriaal en lade
• Plaats niet te veel papier in de lade. Anders kan het papier
vastlopen. Zorg dat het papier niet boven de maximummarkering
aan de binnenzijde van de lade uitkomt.
7
Plaats de lade terug in het apparaat.
Stel het papiertype en -formaat voor de lade in als u een document
wilt afdrukken.
•
Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 51.
Als u problemen ervaart met het laden van papier, controleert u of het
papier voldoet aan de mediaspecificaties (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 116). Plaats vervolgens één vel per keer in de
multifunctionele lade (zie "Afdrukken op speciale afdrukmedia" op
pagina 46).
Multifunctionele lade
• De papierniveau-indicator geeft aan hoeveel papier er in de lade ligt.
De multifunctionele lade kan speciale types en formaten van afdrukmedia
bevatten, zoals postkaarten, notitiekaarten en enveloppen.
Tips voor het gebruik van de multifunctionele lade
•
Plaats slechts één soort, formaat en gewicht van afdrukmateriaal
tegelijk in de multifunctionele lade.
•
Voeg geen papier toe als er nog papier in de multifunctionele lade ligt.
Dit kan papierstoringen veroorzaken. Dit geldt ook voor andere soorten
afdrukmateriaal.
•
Afdrukmedia moeten met de voorzijde naar boven en de bovenkant
eerst in het midden van de multifunctionele lade worden geplaatst.
1
2
1 Vol
2 Leeg
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
44
Afdrukmateriaal en lade
•
Plaats alleen afdrukmateriaal dat aan de specificaties voldoet. Zo
voorkomt u papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit (zie
"Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116).
•
Maak gekrulde briefkaarten, enveloppen en etiketten vlak voor u ze in
de multifunctionele lade plaatst.
1
3
Plaats het papier in de lade.
4
Druk de papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade in en
stel ze in op de breedte van het papier. Oefen niet te veel druk uit.
Het papier kan gaan plooien waardoor een papierstoring ontstaat of
het papier scheeftrekt.
Open de multifunctionele lade en trek, indien nodig, het verlengstuk
eruit.
2
3
1
2
Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van
elkaar te scheiden voor u de originelen plaatst.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
45
Afdrukmateriaal en lade
5
Stel het papiertype en -formaat voor de multifunctionele lade in om
een document af te drukken.
U kunt deze ook instellen via Menu(
)> Papier > een lade selecteren >
Papierformaat of de knop Papiertype op het bedieningspaneel. Voor het
•
model met een aanraakscherm kunt u instellen via
Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 51.
Papier > Volg. > een lade selecteren > Papierformaat of Papiertype op
het aanraakscherm.
6
Afdrukken op speciale afdrukmedia
De onderstaande tabel toont de te gebruiken speciale afdrukmedia voor
elke lade.
De papierinstelling van de machine en het stuurprogramma moeten
overeenkomen om af te drukken zonder dat er een foutmelding voor
verkeerd papier wordt gegeven.
U kunt de papierinstellingen van het apparaat wijzigen met het programma
Samsung Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service
•
(Instelling) >
Voor gebruikers van Windows en Mac:
-
Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het
apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
(Geavanceerde modus inschakelen) > Apparaatinstellingen
(zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261).
-
Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de
instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web
Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie
"SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255).
Vervolgens kunt u het papiertype instellen via het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken > het tabblad Papier > de optie
Type papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
Als u bijvoorbeeld op etiketten wilt afdrukken, selecteert u Etiketten als
Type papier.
• Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om
telkens een vel per keer in te voeren (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 116).
• De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van
de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op
pagina 19).
Zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116 voor papiergewicht
per vel.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
46
Afdrukmateriaal en lade
Types
Lade 1
Optionele
laden
Multifunctionele
lade
Normaal papier
●
●
●
Dik papier
●
●
●
●
Dikker
Dun papier
●
●
●
Katoen
●
●
●
Kleur
●
●
●
Voorbedrukt
●
●
●
Kringlooppapie
r
●
●
●
Envelop
●
●
●
Etiketten
●
●
●
Kaarten
●
●
●
Bankpost
●
●
●
Archiefpapier
●
●
●
Birefhoofd
●
●
●
Geperforeerd
●
●
●
De mediatypes worden getoond in de Voorkeursinstellingen voor
afdrukken. Met de optie papiertype kunt u het papiertype instellen dat
in de lade moet worden geplaatst. Deze instelling verschijnt nu in de
vervolgkeuzelijst zodat u ze kunt selecteren. Op die manier krijgt u de
beste afdrukkwaliteit. Zo niet, wordt de gewenste afdrukkwaliteit
mogelijk niet bereikt
Enveloppen
Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit.
(●: Ondersteund, leeg: niet ondersteund)
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
47
Afdrukmateriaal en lade
Plaats een envelop op de volgende manier om deze te bedrukken.
•
•
Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters,
gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere
synthetische materialen.
•
Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte
kwaliteit.
•
Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal
doorloopt tot in de hoek.
1 Aanvaardbaar
2 Onaanvaardbaar
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren:
-
Gewicht: niet zwaarder dan 90 g/m2, anders kunnen de
enveloppen vastlopen.
-
Samenstelling: plat liggend met minder dan 6 mm opkrullende
rand, zonder lucht.
-
Toestand: geen gekrulde, verkreukelde of beschadigde
enveloppen.
-
Temperatuur: dienen tegen de warmte en druk van het apparaat in
werking te kunnen.
•
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen.
•
Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
•
Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één
zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien
dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur van
het apparaat, ongeveer 170 °C. De extra kleppen en strips kunnen
kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de
fixeereenheid beschadigen.
•
Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet dichter dan
15 mm van de rand van de envelop.
•
Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
48
Afdrukmateriaal en lade
Etiketten
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u uitsluitend
etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
•
-
Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes
vertonen of loskomen van het rugvel.
•
Let op dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal blootligt.
Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens het
afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook kunnen
hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken.
•
Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De klevende
achterzijde mag slechts een keer door het apparaat worden gevoerd.
•
Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes vertonen,
gekreukt of anderszins beschadigd zijn.
Bij de keuze van etiketten dient u rekening te houden met de volgende
factoren:
-
Kleefstoffen: Bestand tegen de fixeertemperatuur van het
apparaat van circa 170 °C (338 °F).
-
Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het rugvel
tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen
de etiketten kunnen de etiketten loskomen van het rugvel. Dit kan
ernstige papierstoringen tot gevolg hebben.
-
Krullen: Moet plat liggen en in geen enkele richting meer dan 13
mm omkrullen.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
49
Afdrukmateriaal en lade
Kartonpapier/papier van een aangepast formaat
Voorbedrukt papier
Bij het plaatsen van voorbedrukt papier moet de bedrukte zijde bovenaan
liggen en mag de voorzijde niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u
het papier om. Er zijn geen garanties wat de afdrukkwaliteit betreft.
•
Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van
de zijkanten van de afdrukmedia.
•
Briefhoofden moeten afgedrukt worden met hittebestendige inkt die niet
smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als ze gedurende 0,1
seconde worden blootgesteld aan de fixeertemperatuur (ongeveer 170
?) van het apparaat.
•
De inkt op het voorbedrukt papier mag niet ontvlambaar zijn en mag de
printerrollen niet beschadigen.
•
Voor u voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of de inkt op
het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van
het voorbedrukt papier, waardoor de afdrukkwaliteit afneemt.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
50
Afdrukmateriaal en lade
Vervolgens kunt u het papiertype instellen via het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken > het tabblad Papier > de optie
Type papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
7
Papierformaat en -type instellen
Nadat u papier in de papierlade hebt geplaatst, stelt u het papierformaat en
de papiersoort in.
1
De papierinstelling van de machine en het stuurprogramma moeten
overeenkomen om af te drukken zonder dat er een foutmelding voor
verkeerd papier wordt gegeven.
OF
Selecteer voor het model met een aanraakscherm
U kunt de papierinstellingen van het apparaat wijzigen met het programma
Samsung Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service
•
Voor gebruikers van Windows en Mac:
-
Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het
apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
(Geavanceerde modus inschakelen) > Apparaatinstellingen
(zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261).
-
Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de
instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web
Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie
"SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255).
U kunt deze ook instellen via Menu(
) > Papier > een lade selecteren >
Papierformaat of de knop Papiertype op het bedieningspaneel. Voor het
model met een aanraakscherm kunt u instellen via
(Instelling) > Papier
Kies de Menu(
) > Papier > de knop Papierformaat of
Papiertype op het bedieningspaneel.
(Instelling) >
Papier > Volg. > en selecteer een lade > Papierformaat of
Papiertype op het aanraakscherm.
2
Selecteer de gewenste lade en de gewenste optie.
Selecteer op het model met aanraakscherm de gewenste optie en
ga naar stap 4.
3
4
Druk op OK om de selectie op te slaan.
Druk op de knop
(Stop/Clear) of het home-pictogram (
terug te keren naar de stand-bymodus.
) om
Als u papier met speciale afmetingen wilt gebruiken, zoals
factuurpapier, selecteert u het tabblad Papier > Grootte > Bewerken...
en stelt u Aang. papierform. inst. in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken in (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
> Volg. > een lade selecteren > Papierformaat of Papiertype op het
aanraakscherm.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
51
Afdrukmateriaal en lade
8
De uitvoersteun gebruiken
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw
apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
Het oppervlak van de uitvoerlade kan warm worden wanneer u veel
pagina's tegelijk afdrukt. Let erop dat u het oppervlak niet aanraakt en
houd kinderen uit de buurt.
De afgedrukte pagina's worden op de uitvoersteun gestapeld en de
uitvoersteun helpt bij het rechtleggen van de afgedrukte pagina's. Vouw de
uitvoersteun uit.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
52
Eenvoudige afdruktaken
Raadpleeg de Handleiding Geavanceerd (zie "Geavanceerde
afdrukfuncties gebruiken" op pagina 231) voor speciale afdrukfuncties.
3
Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
4
De basisafdrukinstellingen, inclusief het aantal kopieën en het
afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken.
9
Afdrukken
Wanneer u gebruik maakt van Mac, Linux of UNIX, raadpleegt u
Handleiding Geavanceerd (zie "Afdrukken vanaf een Mac" op pagina
244, "Afdrukken in Linux" op pagina 246 of "Afdrukken in Unix" op
pagina 248).
Het volgende venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken is voor
Notepad in Windows 7.
1
2
Open het document dat u wilt afdrukken.
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Klik op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken om
gebruik te maken van de geavanceerde afdrukopties. (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
5
Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de
afdruktaak te starten.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
53
Eenvoudige afdruktaken
10
Een afdruktaak annuleren
Een afdruktaak die in een afdrukrij of afdrukspooler wacht om afgedrukt te
worden, annuleert u op de volgende manier:
•
U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het
pictogram van het apparaat (
•
) in de taakbalk van Windows.
U kunt de huidige taak ook annuleren door op
(Stoppen/Wissen)
1
2
Open het document dat u wilt afdrukken.
3
4
Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
Kies Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken wordt
weergegeven.
Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
De schermafbeelding kan variëren afhankelijk van het model.
op het bedieningspaneel te drukken.
11
Voorkeursinstellingen openen
• Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken in deze
gebruikshandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet
omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer.
• Als u een optie selecteert in Voorkeursinstellingen verschijnt er
mogelijk een waarschuwingsteken,
of . Een uitroepteken ( )
wil zeggen dat u deze optie wel kunt selecteren maar dat dit niet
wordt aanbevolen. Het teken wil zeggen dat u deze optie niet kunt
selecteren vanwege de instellingen of omgeving van het apparaat.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
54
Eenvoudige afdruktaken
• U kunt voordat u gaat afdrukken eco-functies toepassen om papier
en toner te besparen (zie "Easy Eco Driver" op pagina 254).
• U kunt de huidige status van het apparaat controleren door op de
knop Printerstatus te drukken (zie "Samsung-printerstatus
gebruiken" op pagina 263).
Voorkeursinstellingen gebruiken
3
4
Klik op Opslaan.
5
Klik op OK. Als u Favorieten opslaat, worden alle huidige
driverinstellingen bewaard.
Vul de naam en beschrijving in en selecteer daarna het gewenste
symbool.
Om een opgeslagen instelling te gebruiken moet u ze selecteren in de
Favorieten tab. Het apparaat is nu ingesteld om af te drukken volgens
de instellingen die u geselecteerd hebt. Om de opgeslagen instellingen
te wissen moet u ze selecteren in de Favorieten tab en klikken op
Wissen.
Met de optie Favorieten die op elk tabblad maar niet op het tabblad
Favorieten en Samsung wordt weergegeven, kunt u de huidige
voorkeurinstellingen opslaan voor toekomstig gebruik.
Volg de volgende stappen om een Favorieten onderdeel te bewaren:
12
1
2
Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in.
Help gebruiken
Vul de naam van het onderdeel in in het vak in Favorieten.
Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken en druk op F1 op uw toetsenbord.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
55
Eenvoudige afdruktaken
13
Eco-afdruk
Met de functie Eco spaart u toner en papier uit. De functie Eco spaart
natuurlijke hulpbronnen en helpt u milieuvriendelijke afdrukken te maken.
Instellen van Eco-modus op het
bedieningspaneel.
1
Selecteer Menu(
bedieningspaneel.
) > Systeeminstellingen > Eco-instel. op het
OF
U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen via
Apparaatinstellingen in het programma Samsung Easy Printer
Manager.
• Als u Windows of Mac gebruikt, kunt u uw instellingen wijzigen via
Samsung Easy Printer Manager >
(Geavanceerde modus
activeren) > Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op
pagina 261).
Selecteer op het model met aanraakscherm
(Eco) >
Instellingen > Volg. op het aanraakscherm.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
Selecteer op het model met aanraakscherm de gewenste optie en
ga naar stap 4.
•
Standaardmodus: In deze modus is de eco-modus
uitgeschakeld.
Als u de ecomodus met een wachtwoord instelt vanaf de SyncThru™
Web Service (Settings tab > Machine Settings > System > Eco
Settings) of Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen >
Eco), verschijnt de On force boodschap. U moet het wachtwoord
invoeren om de eco-modus te wijzigen.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
56
Eenvoudige afdruktaken
•
3
4
Sjabloon selecteren: Volg de instellingen van Syncthru™ Web
Service of Samsung Easy Printer Manager. Voordat u dit item
selecteert, moet u de ecofunctie instellen in SyncThru™ Web
Service ( tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco
Settings) of Samsung Easy Printer Manager
(Apparaatinstellingen > Eco).
Eco-opties
•
Standaardinstelling printer: Volg de instellingen op het
bedieningspaneel van de printer.
•
Geen: Schakelt Eco-modus uit.
•
Afdrukken in ecomodus: Schakelt eco-modus in. Activeer de
verschillende Eco-onderdelen die u wilt gebruiken.
•
Wachtwoord: Als de beheerder heeft ingesteld dat de Eco-modus
moet worden gebruikt, moet u een wachtwoord opgeven om de status
te wijzigen.
Druk op OK om de selectie op te slaan.
Druk op de knop
(Stoppen/Wissen) of het home-pictogram
(
) om terug te keren naar de stand-bymodus.
Eco-modus in het stuurprogramma instellen
Klik op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken om
gebruik te maken van de geavanceerde afdrukopties.(zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
De knop Wachtwoord: U kunt instellen vanaf de SyncThru™ Web
Service (Settings tab > Machine Settings > System > Eco Settings)
of Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen > Eco), de
wachtwoordknop is geactiveerd. Om de afdrukinstellingen te wijzigen,
klikt u op deze knop, voert u het wachtwoord in of neemt u contact op
met de beheerder.
Open het tabblad Eco om de Eco-modus in te stellen. Als u de ecoafbeelding ziet (
), betekent dit dat de eco-modus momenteel is
ingeschakeld.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
57
Eenvoudige afdruktaken
Resultaatsimulator
De Resultaatsimulator toont de resultaten van verlaagde kooldioxideemissies, elektriciteitsverbruik en de hoeveelheid uitgespaard papier,
naargelang de door u gekozen instellingen.
•
De resultaten worden berekend op basis van een totaal aantal van
honderd pagina's zonder blanco pagina, als de Eco-modus is
uitgeschakeld.
•
Zie voor de berekeningscoëfficiënt met betrekking tot CO2, energie en
papier het IEA, de index van het Japanse ministerie van Binnenlandse
Zaken en Communicatie en www.remanufacturing.org.uk. Elk model
gebruikt een ander kengetal.
•
Het elektriciteitsverbruik in afdrukmodus betreft bij dit apparaat het
gemiddelde elektriciteitsverbruik bij afdrukken.
•
De weergegeven hoeveelheid is slechts een schatting omdat de
werkelijke hoeveelheid kan verschillen naargelang het gebruikte
besturingssysteem, computerkracht, programma's, aansluitmethode,
mediatype, mediaformaat, complexiteit van de afdruktaak, enz.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
58
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
14
Over een USB-geheugenapparaat
Er bestaan USB-geheugenapparaten met verschillende
geheugencapaciteiten die meer ruimte bieden voor de opslag van
documenten, presentaties, gedownloade muziek en video’s, hogeresolutieafbeeldingen en alle andere bestanden die u wilt opslaan of
verplaatsen.
Gebruik alleen een USB-geheugenapparaat dat compatibel is, anders
wordt het mogelijk niet herkend.
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw
apparaat.
Uw apparaat ondersteunt USB-geheugenapparaten met FAT16/FAT32 en
sectoren van 512 bytes.
Controleer het bestandssysteem van het USB-geheugenapparaat van uw
leverancier.
Gebruik alleen USB-geheugenapparaten met een USB-connector van het
type A.
A
B
• Verwijder het USB-geheugenapparaat niet als het in gebruik is.
Schade veroorzaakt door onjuist gebruik valt niet onder de garantie.
Gebruik alleen een USB-geheugenapparaat dat over een connector met
een metalen afscherming beschikt.
• Als uw USB-geheugenapparaat bepaalde functies heeft, zoals
beveiligings- en wachtwoordinstellingen, kan uw apparaat het
mogelijk niet automatisch detecteren. Raadpleeg de
Gebruikershandleiding van het USB-geheugenapparaat voor meer
informatie over deze functies.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
59
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
15
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USB-geheugenapparaat
rechtstreeks afdrukken.
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer Menu(
bedieningspaneel.
) > Directe USB > Via USB afdrukken op het
OF
Bestandstypen die door de optie Rechtstreeks afdrukken worden
ondersteund:
•
PRN: Alleen bestanden die zijn gemaakt met het bijgeleverde
stuurprogramma zijn compatibel.
Als u PRN-bestanden afdrukt die op een ander apparaat zijn gemaakt,
zal de afdruk verschillen.
•
TIFF: TIFF 6.0 Baseline
•
JPEG: JPEG Baseline
•
PDF: PDF 1.7 of ouder
Selecteer
(USB) > Afdrukken vanaf > Volgende op het
aanraakscherm.
3
4
Selecteer de gewenste map of het gewenste bestand.
5
6
Raak Afdrukk. aan op het aanraakscherm.
Selecteer het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken of geef een
getal op.
Druk op de knop
(Stop/Clear) of het home-pictogram (
terug te keren naar de stand-bymodus.
) om
Om een document af te drukken vanaf een USB-geheugenapparaat:
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
60
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
Gegevens terugzetten
16
Een back-up maken van uw gegevens
Gegevens in het geheugen van het apparaat kunnen per ongeluk gewist
worden als gevolg van een stroomonderbreking of een fout tijdens het
opslaan. Met een back-up beveiligt u de systeeminstellingen door ze als
back-upbestanden op een USB-geheugenapparaat op te slaan.
1
Sluit het USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer Menu(
bedieningspaneel.
) > Beheerinstellingen > Inst. Import op het
OF
Back-up van gegevens maken
Selecteer
(Instelling) > Systeem > Volg. > Inst. import. op het
aanraakscherm.
1
Sluit het USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer Menu(
bedieningspaneel.
Selecteer Gegevens instellen.
OF
3
4
5
Selecteer
(Instelling > ) Systeem > Volg. > Inst. export. op
het aanraakscherm.
6
Druk op de knop
(Stop/Clear) of het home-pictogram (
terug te keren naar de stand-bymodus.
) > Beheerinstellingen > Inst. Export op het
3
Druk op OK of Ja wanneer het bevestigingsscherm wordt
weergegeven.
4
Druk op de knop
(Stop/Clear) of het home-pictogram (
terug te keren naar de stand-bymodus.
Selecteer het bestand dat u wilt herstellen.
Druk op OK of Ja wanneer het bevestigingsscherm wordt
weergegeven.
) om
) om
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
61
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
17
USB-geheugen beheren
U kunt afbeeldingsbestanden op een USB-geheugenapparaat een voor
een of allemaal tegelijk verwijderen door het apparaat opnieuw te
formatteren.
3
Druk op OK of Ja wanneer het bevestigingsscherm wordt
weergegeven.
4
Druk op de knop
(Stop/Clear) of het home-pictogram (
terug te keren naar de stand-bymodus.
) om
USB-geheugenapparaat formatteren
Bestanden kunnen niet meer worden teruggezet nadat u ze hebt
verwijderd of nadat u het USB-geheugenapparaat opnieuw hebt
geformatteerd. Voordat u ze verwijdert, moet u dan ook nagaan of u ze
niet meer nodig hebt.
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer Menu(
bedieningspaneel.
OF
Een afbeeldingsbestand verwijderen
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer Menu(
) > Directe USB >Bestandsbeheer > Verwijd.
op het bedieningspaneel.
OF
Selecteer
(USB) > Bestandsbeheer > Volgende > selecteer de
gewenste map of het gewenste bestand >
(Opties) >
Verwijd. op het aanraakscherm.
) > Directe USB >Formatteren op het
Selecteer
(Directe USB) > Bestandsbeheer > Volg. > selecteer
de gewenste map of het gewenste bestand >
(Opties) >
Formatteren op het aanraakscherm.
3
Druk op OK of Ja wanneer het bevestigingsscherm wordt
weergegeven.
4
Druk op de knop
(Stop/Clear) of het home-pictogram (
terug te keren naar de stand-bymodus.
) om
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
62
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
De USB-geheugenstatus weergeven
U kunt controleren hoeveel geheugenruimte er nog beschikbaar is voor het
scannen en opslaan van documenten.
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer Menu(
bedieningspaneel.
) > Directe USB >Ruimte controleren op het
OF
Selecteer
(Directe USB) > Ruimte tonen > Volg. op het
aanraakscherm.
3
Op het scherm wordt de beschikbare geheugenruimte
weergegeven.
4
Druk op de knop
(Stop/Clear) of het home-pictogram (
terug te keren naar de stand-bymodus.
) om
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
63
3. Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van
uw apparaat kunt aankopen.
• Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
65
Beschikbare verbruiksartikelen
66
Beschikbare accessoires
67
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
68
De tonercassette bewaren
69
Toner herverdelen
71
De tonercassette vervangen
73
De beeldeenheid vervangen
75
Accessoires installeren
77
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren 80
Instellen van de waarschuwing toner/beeldeenheid bijna op
81
Het apparaat reinigen
82
• Tips voor het verplaatsen en opbergen van het
apparaat
87
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en
onderdelen.
Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer
of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.com/supplies en selecteer uw land/regio voor de contactgegevens van de
klantenservice.
3. Onderhoud
65
Beschikbare verbruiksartikelen
Als benodigdheden aan het einde van hun levensduur zijn, kunt u de volgende verbruiksartikelen bestellen voor uw apparaat:
Type
Tonercartridgea
Beeldeenheidb
Gemiddeld aantal afdrukken
Benaming van onderdeel
Gemiddelde tonercapaciteit: Ong. 7.000 standaard pagina's
MLT-D304S
Gemiddelde tonercapaciteit: Ong. 20.000 standaard pagina's
MLT-D304L
Gemiddelde tonercapaciteit: Ong. 40.000 standaard pagina's
MLT-D304E
Ong. 100.000 pagina's
MLT-R304
a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de gebruiksomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken, afbeeldingen en
het type en formaat van het afdrukmateriaal.
b. Op basis van 3 gemiddelde enkelzijdige pagina's in papierformaat Letter/A4 per taak (en bovengenoemd dekkingspatroon). Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de
omgevingsvoorwaarden, de tijd tussen afdruktaken, afbeeldingen en het type en formaat van het afdrukmateriaal.
De levensduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de opties, het percentage afbeeldingen en de taakmodus.
Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, doet u dit best in het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nieuwe tonercassettes of andere
verbruiksartikelen zijn mogelijk niet compatibel met het apparaat omdat de configuratie van tonercassettes en andere verbruiksartikelen per land kunnen
verschillen.
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van nietoriginele Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere tonercassettes dan
die van Samsung vallen niet onder de garantie van het apparaat.
3. Onderhoud
66
Beschikbare accessoires
U kunt accessoires aanschaffen en installeren om de prestaties en capaciteit van uw apparaat te vergroten.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 8).
Optie
Functie
Benaming van onderdeel
Geheugenmodule
Hiermee breidt u de geheugencapaciteit van uw apparaat uit.
SL-MEM001: 2 GB
Optionele lade
Als u regelmatig papiertoevoerproblemen ondervindt, kunt u een extra
papierlade plaatsen.
SL-SCF4500
Hiermee kunt u de capaciteit van het apparaat uitbreiden en afdrukken op
diverse manieren.
SL-HDK4001
Hiermee kunt u het apparaat eenvoudig verplaatsen met behulp van deze
standaard op wielen.
SL-DSK001S
Deze kit stelt u in staat om uw apparaat als een Wireless- of NFC-apparaat te
gebruiken.
SL-NWE001X
Massaopslagapparaat (harde
schijf)a
Korte standaard
Wireless/NFC-kit
a. Alleen M453xND series.
3. Onderhoud
67
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
U dient de onderhoudsgevoelige onderdelen regelmatig te vervangen om de machine in goede conditie te houden, en problemen met de afdrukkwaliteit
en aanvoerstoringen als gevolg van versleten onderdelen te voorkomen. Onderhoudsgevoelige onderdelen zijn voornamelijk rollen, riemen en
rubbermatten. De vervangingsperiode en betreffende onderdelen kunnen per model verschillen. Laat onderhoudsonderdelen alleen vervangen door een
erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Neem contact op met de oorspronkelijke
leverancier van de machine voor aankoop van onderhoudsonderdelen. Het Samsung Printer Status-programma geeft de vervangingsperiode voor
onderhoudsgevoelige onderdelen aan. Of wanneer uw machine een displayscherm heeft, wordt daarin een bericht weergegeven. De vervangingsperiode
kan afhangen van het gebruikte besturingssysteem, rekenprestaties, toepassingssoftware, verbindingsmethode, papiertype, papierformaat en complexiteit
van de taak.
3. Onderhoud
68
De tonercassette bewaren
Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht,
temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze aanbevelingen te
volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de
langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette.
Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt gebruikt. Idealiter
in een omgeving met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid. Haal de
tonercassette pas uit haar originele, ongeopende verpakking op het
moment dat u de cassette gaat installeren. Als de originele verpakking
ontbreekt, moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met
papier en moet u de cassette in een donkere kast bewaren.
Door de verpakking van de cassette te openen voor u de cassette in gebruik
neemt, zal de levensduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk
verkorten. Bewaar tonercassetten niet op de grond. Volg de onderstaande
procedures om een tonercassette die u uit de printer hebt verwijderd, te
bewaren.
-
Op stoffige plaatsen.
-
In een auto gedurende een lange periode.
-
In een omgeving met corrosieve dampen.
-
In een omgeving met zilte lucht.
1
Behandelingsinstructies
•
Raak het oppervlak van de fotogeleidende drum in de cassette niet aan.
•
Stel de cassette niet bloot aan onnodige trillingen of schokken.
•
Roteer de drum niet handmatig, vooral in de tegengestelde richting. Dit
kan interne schade en een tonerlek veroorzaken.
2
•
Bewaar de cassette in de beschermhoes van de originele verpakking.
•
Bewaar de tonercassette liggend (niet staand) met dezelfde kant boven
als bij de installatie.
•
Bewaar geen verbruiksartikelen onder de volgende omstandigheden:
-
In een omgeving met een temperatuur hoger dan 30 °C.
-
In een omgeving met een luchtvochtigheid van minder dan 20% of
van meer dan 80%.
-
In een omgeving met extreme temperatuur- of
vochtigheidsschommelingen.
-
In direct zon- of kunstlicht.
Gebruik tonercassette
Samsung Electronics raadt het gebruik van andere tonercassettes dan van
Samsung af, met inbegrip van generische, hervulde of gerecycleerde
tonercassettes of tonercassettes van witte producten.
De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan het apparaat
die ontstaan is door het gebruik van een bijgevulde cassette,
gerecyclede cassette of een tonercassette van een ander merk dan
Samsung.
3. Onderhoud
69
De tonercassette bewaren
3
Geschatte gebruiksduur van tonercassette
De geschatte levensduur van een cassette is afhankelijk van de
hoeveelheid toner die afdruktaken vereisen. De eigenlijke capaciteit kan
variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid van de pagina’s waarop u
afdrukt, de omgeving, percentage afbeeldingen, de tijd tussen de
afdruktaken, het type media en het mediaformaat. Als u bijvoorbeeld veel
afbeeldingen afdrukt, wordt er meer toner verbruikt en moet de cassette
waarschijnlijk vaker worden vervangen.
3. Onderhoud
70
Toner herverdelen
Als de tonercassette bijna leeg is:
•
Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten.
•
knippert de Status-LED rood. Er verschijnt mogelijk een bericht op het scherm dat aangeeft dat de toner bijna op is.
•
Het programmavenster Samsung Printing Status van de computer verschijnt en vertelt u welke cassette bijna leeg is (zie "Samsung-printerstatus
gebruiken" op pagina 263).
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms blijven die witte strepen
of lichtere gebieden voorkomen, ook nadat de toner opnieuw is verdeeld.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met
uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
• Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of een schaar, om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
• Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
3. Onderhoud
71
Toner herverdelen
1
2
2
1
3. Onderhoud
72
De tonercassette vervangen
De tonercassette heeft de geschatte levensduur bijna bereikt:
•
De status-LED en het bericht in verband met de toner op het display geven aan dat de tonercassette vervangen moet worden.
•
Het Samsung Printing Status programmavenster van de computer verschijnt en vertelt u welke cartridge bijna leeg is (zie "Samsung-printerstatus
gebruiken" op pagina 263).
Controleer de productcode aan de bovenkant van de tonercassette voordat u deze bestelt of plaatst in uw apparaat (zie "Beschikbare verbruiksartikelen"
op pagina 66).
• Schud de tonercassette grondig. Dit verhoogt de afdrukkwaliteit in het begin.
• De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
• Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of een schaar, om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
• Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
3. Onderhoud
73
De tonercassette vervangen
4
Tonercassette
1
2
1
2
2
3
1
3. Onderhoud
74
De beeldeenheid vervangen
5
Beeldeenheid
1
2
2
2
1
1
3. Onderhoud
75
De beeldeenheid vervangen
2
1
3. Onderhoud
76
Accessoires installeren
6
7
Voorzorgsmaatregelen
•
Koppel het netsnoer los.
Verwijder nooit het toegangspaneel tot het moederbord als de stroom is
ingeschakeld.
Koppel steeds het netsnoer los als u interne of externe accessoires
installeert of verwijdert om het risico op een elektrische schok te
voorkomen.
•
Apparaatopties instellen
Dit apparaat detecteert en stelt automatisch de optionele apparaten in die
u installeert, zoals een optionele lade, geheugen, enz. Als u de optionele
apparaten die u installeerde niet kunt gebruiken in deze driver, kunt u de
optionele apparaten instellen inApparaatopties.
1
Ontlaad statische elektriciteit.
Het moederbord en de interne accessoires (geheugenmodule) zijn
gevoelig voor statische elektriciteit. Voordat u interne accessoires
installeert of verwijdert, moet u de statische elektriciteit van uw lichaam
ontladen door een metalen voorwerp aan te raken, zoals de metalen
achterplaat van een willekeurig apparaat dat op een geaarde
stroombron is aangesloten. Als u voor het beëindigen van de installatie
rondwandelt, herhaalt u deze procedure om nogmaals eventuele
statische elektriciteit te ontladen.
Let op bij de installatie van accessoires: het vervangen van de batterij
in het apparaat valt onder de service. Vervang ze niet zelf. Er bestaat
een explosierisico als de batterij wordt vervangen door een verkeerd
type. Uw dienstverlener dient de oude batterij uit uw apparaat te
verwijderen en deze volgens de in uw land van toepassing zijnde
wetgeving af te voeren.
Klik op het menu Start van Windows.
•
2
3
4
In Windows 8: selecteer in Charms(charms) achtereenvolgens
Zoeken > Instellingen.
In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
•
In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
•
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
•
Zoek voor Windows 8 naar Apparaten en printers.
•
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
In Windows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen.
In Windows 7, Windows 8 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Eigenschappen van printer in het snelmenu.
3. Onderhoud
77
Accessoires installeren
•
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ? staat, kunt u
andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer
selecteren.
5
-
Gebruikersmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen
alleen gebruikers met gebruikermachtiging een afdruktaak
starten.
-
Groepsmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen
alleen groepen met groepsmachtiging een afdruktaak
starten.
Selecteer Apparaatopties.
Het venster Eigenschappen kan variëren afhankelijk van het
stuurprogramma of besturingssysteem dat u gebruikt.
6
Taakaccountbeheer: Hiermee kunt u de gebruiker koppelen
aan de accountidentificatie-informatie bij elk document dat u
afdrukt.
Als u het wachtwoord voor taakaccountbeheer wilt coderen, vinkt u
Wachtwoordcodering taakaccountbeheer aan.
Selecteer de juiste optie.
•
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
7
•
Ladeopties: Selecteer de optionele lade die u heeft
geïnstalleerd. U kunt de lade selecteren.
•
Opslagopties: Selecteer het optionele geheugen dat u heeft
geïnstalleerd. Als deze mogelijkheid aangevinkt is, kunt u de
Afdrukmodus selecteren.
•
Printerconfiguratie: Selecteer de printertaal voor de
afdrukopdracht.
•
Beheerderinstellingen: U kunt de Printerstatus en EMFspooling selecteren.
Aang. papierform. inst.: U kunt een aangepast papierformaat
opgeven.
Klik op OK totdat u het venster Eigenschappen of Eigenschappen
van printer verlaat.
3. Onderhoud
78
Accessoires installeren
8
Een geheugenmodule (DIMM) upgraden
Uw apparaat beschikt over een "dual in-line"-geheugenmodule (DIMM). Gebruik deze geheugenmodule om extra geheugen te installeren. We raden u aan
om alleen DIMM's van Samsung te gebruiken. Uw garantie is niet geldig als blijkt dat het probleem met uw apparaat wordt veroorzaakt door DIMM's van
derden.
Voor het bestellen van optionele accessoires zijn bestelgegevens beschikbaar (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 67).
1
1
2
2
1
2
1
1
2
2
3. Onderhoud
79
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren
Als u regelmatig geconfronteerd wordt met papierstoringen of afdrukproblemen, controleert u het aantal pagina’s dat het apparaat heeft afgedrukt of
gescand. Vervang indien nodig de betrokken onderdelen.
1
Selecteer Menu(
) > Systeeminstellingen > Onderhoud > Gebr.duur art. op het bedieningsscherm.
OF
Voor het model met een aanraakscherm:
Selecteer
(Instelling) > Systeem > Volg. > Onderhoud > Info verbruiksartikelen
OF
Selecteer
2
(Informatie) > Biedt informatie op het aanraakscherm.
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
Selecteer op het model met aanraakscherm de gewenste optie.
3
Druk op de knop
(Stoppen/Wissen) of het home-pictogram (
) om terug te keren naar de stand-bymodus.
3. Onderhoud
80
Instellen van de waarschuwing toner/beeldeenheid bijna op
Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen
of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet.
U kunt de instellingen van het apparaat instellen met het programma Samsung Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service
Voor gebruikers van Windows en Mac:
• Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
modus inschakelen) > Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261).
(Geavanceerde
• Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web Service > het tabblad Settings
> Machine Settings (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255).
1
Selecteer Menu(
) > Beheerinstellingen > Beheer van verbruiksartikelen > Toner bijna op of Waarschuwing Beeldeenheid bijna leeg op
het bedieningspaneel.
Selecteer op het model met aanraakscherm
bijna leeg op het aanraakscherm.
2
(Instelling) > Systeem > Volg. > Onderhoud > Toner bijna op of Waarschuwing beeldeenheid
Selecteer de optie die u wenst en druk op OK om de selectie op te slaan.
Selecteer op het model met aanraakscherm de gewenste optie.
3
Druk op de knop
(Stoppen/Wissen) of het home-pictogram (
) om terug te keren naar de stand-bymodus.
3. Onderhoud
81
Het apparaat reinigen
Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig
schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te verlengen.
• Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de
behuizing verkleuren of vervormen.
• Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om de toner te verwijderen met een zachte, met water
bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u zijn.
9
De buitenkant reinigen
Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte, pluisvrije doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met water, maar let erop dat er geen
water op of in het apparaat terechtkomt.
10
De binnenkant reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat
te reinigen.
3. Onderhoud
82
Het apparaat reinigen
Gebruik een droge pluisvrije doek voor het reinigen van de binnenkant
van het apparaat. Let op dat u de transportrol of andere onderdelen niet
beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of verdunner.
Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat
beschadigen.
3. Onderhoud
83
Het apparaat reinigen
1
1
2
2
3. Onderhoud
84
Het apparaat reinigen
2
2
1
1
3. Onderhoud
85
Het apparaat reinigen
11
Reinigen van de opneemrol
1
2
2
1
3. Onderhoud
86
Tips voor het verplaatsen en opbergen van het apparaat
Beschadigingen door vallen of stoten of klappen vallen niet onder de garantie, vanwege de opzettelijke of onopzettelijke acties van de gebruiker.
•
U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er
schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
•
Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee mensen het apparaat goed vasthouden.
3. Onderhoud
87
4. Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
• Tips om papierstoringen te voorkomen
89
• Papierstoringen verhelpen
90
• Informatie over de status-LED
102
• Informatie over displaymeldingen
104
• In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem
optreedt. Als uw apparaat beschikt over een displayscherm, controleert u eerst het
bericht op het displayscherm om de fout op te lossen.
• Als u in dit hoofdstuk geen oplossing voor uw probleem vindt, raadpleegt u het
hoofdstuk Problemen oplossen in de Handleiding Geavanceerd (zie "Problemen
oplossen" op pagina 272).
• Als u de oplossing niet kunt vinden in deze Gebruikershandleiding of het probleem blijft
aanhouden, neem dan contact op met een servicecentrum.
Tips om papierstoringen te voorkomen
U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te
voorkomen:
•
Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 40).
•
Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
•
Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst.
•
Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
•
Plaats geen verschillende soorten papier in een lade.
•
Gebruik alleen aanbevolen afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 116).
4. Problemen oplossen
89
Papierstoringen verhelpen
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
1
In lade 1
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met
uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
4. Problemen oplossen
90
Papierstoringen verhelpen
2
In optionele lade
• De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
• Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 9).
4. Problemen oplossen
91
Papierstoringen verhelpen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
4. Problemen oplossen
92
Papierstoringen verhelpen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
4. Problemen oplossen
93
Papierstoringen verhelpen
3
In de multifunctionele lade
1
2
4. Problemen oplossen
94
Papierstoringen verhelpen
4
Binnenin het apparaat
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wacht tot het apparaat is afgekoeld voordat u dit gebied aanraakt. Schakel het apparaat uit om het te laten
afkoelen. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met
uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
4. Problemen oplossen
95
Papierstoringen verhelpen
1
2
2
1
4. Problemen oplossen
96
Papierstoringen verhelpen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
4. Problemen oplossen
97
Papierstoringen verhelpen
5
In het uitvoergebied
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wacht tot het apparaat is afgekoeld voordat u dit gebied aanraakt. Schakel het apparaat uit om het te laten
afkoelen. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
4. Problemen oplossen
98
Papierstoringen verhelpen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
4. Problemen oplossen
99
Papierstoringen verhelpen
6
Rond de duplexeenheid
4. Problemen oplossen
100
Papierstoringen verhelpen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
4. Problemen oplossen
101
Informatie over de status-LED
De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan.
• Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 21).
• Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen (zie "Informatie over displaymeldingen" op pagina 104).
• U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 263).
• Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
LED
Status
Uit
Omschrijving
Het apparaat is offline.
Knippert
Als het lampje knippert, is het apparaat bezig met het ontvangen of afdrukken van gegevens.
Aan
• Het apparaat is online en klaar voor gebruik.
Blauw
• Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Bekijk het bericht op
het display. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met afdrukken.
Knippert
(
) Status
Rood
• De tonercassette is bijna leeg. Geschatte levensduur van een cassettea. van de tonercassette is bijna bereikt.
Bereid een nieuwe cassette voor ter vervanging van de oude. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door
de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 71).
• De tonercassette heeft de geschatte levensduur a bijna bereikt. Het wordt aanbevolen de tonercassette te
vervangen (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
• De klep is geopend. Sluit de klep.
Aan
• De papierlade is leeg tijdens het ontvangen of afdrukken van gegevens. Plaats papier in de lade.
• Het apparaat is gestopt als gevolg van een ernstige fout. Bekijk de melding op het display (zie "Informatie over
displaymeldingen" op pagina 104).
• Er is een papierstoring opgetreden (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 90).
4. Problemen oplossen
102
Informatie over de status-LED
LED
(
)aan/uit
Status
Omschrijving
Aan
Het apparaat bevindt zich in energiebesparende modus.
Uit
Het apparaat staat in de gereedmodus of het apparaat is uitgeschakeld.
Blauw
a. De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette. Dit geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen worden
gemaakt met de cassette conform ISO/IEC 19752. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, het percentage van het afdrukgebied, de tijd tussen
afdruktaken, afbeeldingen, media en het formaat van het afdrukmateriaal.
4. Problemen oplossen
103
Informatie over displaymeldingen
Er verschijnen berichten op het display van het bedieningspaneel om de
status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande
tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het
probleem.
7
Foutmeldingen gerelateerd aan vastgelopen
papier
• U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster
Afdrukstatus (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina
263).
Papierst. in duplex.
• Als het bericht niet in de tabel voorkomt, schakelt u het apparaat uit
en weer in en probeert u de afdruktaak opnieuw uit te voeren. Neem
contact op met een medewerker van de klantenservice als het
probleem zich blijft voordoen.
• Als u contact opneemt met de klantenservice, is het nuttig dat u het
bericht op het display doorgeeft aan een medewerker van de
klantenservice.
• Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige
meldingen mogelijk niet op het display.
• [foutnummer] geeft het foutnummer aan.
• [ladenummer] geeft het ladenummer aan.
• [kleur] geeft de kleur van de toner aan.
Melding
Voorgestelde
oplossing
Betekenis
Pap.stor. aan
onderkant
duplexeenh.
Het papier is vastgelopen
bij het dubbelzijdig
afdrukken. Dit geldt
alleen voor apparaten die
over deze functie
beschikken.
Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"Rond de
duplexeenheid" op
pagina 100).
• Papierstoring in
het uitvoergebied
Er is papier vastgelopen
bij de uitgang.
Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"In het uitvoergebied"
op pagina 98).
Er is papier vastgelopen
in het apparaat.
Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"Binnenin het apparaat"
op pagina 95).
Er is papier vastgelopen
in de lade.
Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"In lade 1" op pagina
90).
• Papierstoring in
het uitvoergebied
• Papierstoring in
machine
• Papierstoring
binnenin het
apparaat
Papierstoring in lade
1
4. Problemen oplossen
104
Informatie over displaymeldingen
Melding
• Papierstoring in
lade 2
Betekenis
Voorgestelde
oplossing
Er is papier vastgelopen
in de optionele lade.
Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"In optionele lade" op
pagina 91).
Er is papier vastgelopen
in de multifunctionele
lade.
Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"In de multifunctionele
lade" op pagina 94).
• Papierstoring in
lade 3
• Papierstoring in
lade 4
• Papierstoring in
lade 5
Papierstoring in MFlade
4. Problemen oplossen
105
Informatie over displaymeldingen
8
Meldingen over de tonercassette
Melding
Betekenis
Voorgestelde oplossing
Er is een probleem
met de
beeldeenheid.
Schakel het apparaat uit en
weer in. Neem contact op met
de klantendienst als het
probleem zich blijft voordoen.
• Bereid nieuwe
toner voor
De tonercassette
heeft de geschatte
• Bereid nieuwe
tonercassette
voor
levensduurb bijna
bereikt.
Houd een nieuwe cassette
gereed om de oude cassette
te vervangen. U kunt de
afdrukkwaliteit tijdelijk
verhogen door de toner te
herverdelen (zie "Toner
herverdelen" op pagina 71).
• Breid
beeldeenheid
voor
De geschatte
levensduur van de
toner is bijna
bereikt.
• Fout:
[foutnummer]
Melding
• Plaats nieuwe
cas.
• Levensduur
beëindigd.
Vervangen door
nieuwe
tonercassette
• Beeldeenh.
vervangen
• Einde van
gebruiksduur.
Plaats nieuwe
beeldeenheid
• Fout:
[foutnummer]
• Probleem met
beeldeenheid:
[foutnummer].
Beeldeenheid
opnieuw
installeren
Betekenis
De aangeduide
tonercassette heeft
haar geschatte
Voorgestelde oplossing
Vervang de tonercassette
door een tonercassette van
Samsung die speciaal is
levensduur bereiktb. ontworpen voor uw apparaata
(zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 73).
De aangegeven
beeldeenheid is aan
het einde van de
geschatte
Installeer een originele
beeldeenheid van Samsung
(zie "De beeldeenheid
vervangen" op pagina 75).
levensduurb.
De beeldeenheid is
niet geïnstalleerd.
Installeer de beeldeenheid.
Als de beeldeenheid al is
geïnstalleerd, installeert u
deze opnieuw. Neem contact
op met de klantendienst als
het probleem zich blijft
voordoen.
• Storing
beeldeenheid:
[foutnummer].
Neem contact op
met de
servicedienst
• Bereid nieuwe
beeldeenheid
voor
Bereid een nieuwe
beeldeenheid voor ter
vervanging van de oude (zie
"De beeldeenheid
vervangen" op pagina 75).
4. Problemen oplossen
106
Informatie over displaymeldingen
Melding
• Schud
tonercassette
• Schud en
installeer de
tonercassette.
Vervang
tonercassette als
het probleem zich
blijft voordoen
• Fout:
[foutnummer]
• Probl.
[foutnummer] met
het
tonercassettesyst
eem. Instal.
tonercas.
Opnieuw
• Er is geen
tonercassette
geplaatst
• Geen
tonercassette
geïnstalleerd.
Installeer een
tonercassette
Betekenis
De tonercassette
bevat nog een
kleine hoeveelheid
toner.
Voorgestelde oplossing
U kunt de afdrukkwaliteit
tijdelijk verhogen door de
toner te herverdelen (zie
"Toner herverdelen" op
pagina 71).
Melding
• Beeldeenheid is
niet geplaatst
Er is geen
tonercassette
geplaatst.
Plaats een tonercassette.
Indien geïnstalleerd, probeer
de tonercassette opnieuw te
installeren. Neem contact op
met de klantendienst als het
probleem zich blijft voordoen.
Installeer de tonercassette
opnieuw.
Voorgestelde oplossing
De beeldeenheid is
niet geïnstalleerd.
Plaats de beeldeenheid twee
of drie keer opnieuw. Neem
contact op met de
klantendienst als het
probleem zich blijft voordoen.
Er is een probleem
in de tonercassette.
Schakel het apparaat uit en
weer in. Neem contact op met
de klantendienst als het
probleem zich blijft voordoen.
De tonercassette
die u hebt geplaatst,
is niet geschikt voor
uw apparaat.
Installeer een originele
beeldeenheid van Samsung
die speciaal is ontworpen
voor uw apparaat (zie
"Beschikbare
verbruiksartikelen" op pagina
66).
De beeldeenheid
die u hebt
geïnstalleerd, is niet
geschikt voor uw
apparaat.
Installeer een originele
beeldeenheid van Samsung
die speciaal is ontworpen
voor uw apparaat (zie
"Beschikbare
verbruiksartikelen" op pagina
66).
• Er is geen
beeldeenheid
geplaatst. Plaats
een beeldeenheid
• Fout:
[foutnummer]
Er is geen
tonercassette
geplaatst.
Betekenis
• Tonercassettestori
ng: [foutnummer].
Bel voor
onderhoud
• Toner niet
compatibel
• Tonercassette is
niet compatibel.
Controleer
gebruikershandle
iding
• Beeldeenheid is
niet compatibel
• Beeldeenheid is
niet
compatibel.Raad
pleeg de
handleiding.
4. Problemen oplossen
107
Informatie over displaymeldingen
Melding
• Plaats nieuwe
cas.
• Plaats nieuwe
tonercassette
Betekenis
Voorgestelde oplossing
De aangegeven
tonercassette is
bijna aan het einde
van de geschatte
Als u van een optimale
afdrukkwaliteit wilt blijven
genieten, dient u de
tonercassette te vervangen
wanneer dit bericht verschijnt.
Als u de cassette verder blijft
gebruiken kunnen er
problemen optreden met de
afdrukkwaliteit (zie "De
tonercassette vervangen" op
pagina 73).
levensduurb.
Als het apparaat stopt met
afdrukken, vervangt u de
tonercassette (zie "De
tonercassette vervangen" op
pagina 73).
• Beeldeenh.
vervangen
• Plaats een nieuwe
beeldeenheid
De aangegeven
beeldeenheid is
bijna aan het einde
van de geschatte
levensduurb.
Als u van een optimale
afdrukkwaliteit wilt blijven
genieten, dient u de
beeldeenheid te vervangen
wanneer dit bericht verschijnt.
Als u een beeldeenheid
verder blijft gebruiken,
kunnen er problemen
optreden met de
afdrukkwaliteit (zie "De
beeldeenheid vervangen" op
pagina 75).
Melding
• Afsluittape
verwijderen
• Onvoldoende
toner toegevoerd.
Verwijder de
afdichttape van
de tonercassette
of schud deze
heen en weer.
Neem contact op
met de
klantenservice als
het probleem zich
blijft voordoen.
Betekenis
Voorgestelde oplossing
De afdichtingstape
van de
tonercassette is niet
verwijderd.
Verwijder de afdichtingstape
van de tonercassette (zie "De
tonercassette vervangen" op
pagina 73).
a. Als de tonercassette het eind van de levensduur bereikt heeft, stopt de printer met
afdrukken. In dit geval kunt u kiezen om te stoppen of door te gaan met printen vanaf de
SyncThru™Web Service. (Settings > Machine Settings > System > Setup > Supplies
Management > Toner Cartridge Stop) of Samsung Easy Printer Manager
(Apparaatinstellingen > Systeem > Beheer van verbruiksartikelen > Tonercassette
stoppen). Door deze optie uit te schakelen en door te gaan met afdrukken kan het
systeem van het apparaat beschadigd raken.
b. De geschatte levensduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte
levensduur van een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld
kunnen worden gemaakt met de cassette conform ISO/IEC 19752. Het aantal pagina’s
kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken
en het type en formaat van het afdrukmateriaal.
4. Problemen oplossen
108
Informatie over displaymeldingen
Samsung raadt het gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes
(bijv. hervulde of gerecyclede cassettes) af. Samsung kan de kwaliteit
van niet-originele Samsung-tonercassettes immers niet garanderen.
Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik
van andere tonercassettes dan die van Samsung worden niet gedekt
door de garantie van het apparaat.
Melding
• Verkeerd papier in
MF-lade
Meldingen over de papierlade
Melding
• Uitvoerbak is vol
Betekenis
Voorgestelde oplossing
De uitvoerlade is vol.
Zodra het papier uit de
uitvoerlade is verwijderd,
gaat de printer door met
afdrukken. Neem contact
op met de klantendienst
als het probleem zich blijft
voordoen.
• Papier in
uitvoerlade is vol.
Verwijder
afgedrukt papier
• Alle papierladen
leeg
• Papier is op in alle
laden. Plaats
papier
Alle lades zijn leeg.
Voorgestelde oplossing
Er is geen papier in
de multifunctionele
lade.
Plaats papier in de
multifunctionele lade (zie
"Multifunctionele lade" op
pagina 44).
• [ladenummer]
Verkeerd papier
Het papierformaat dat
u hebt opgegeven in
de
printereigenschappen
komt niet overeen
met het papier dat u
hebt geplaatst.
U kunt de optie Doorgaan
of Annuleren selecteren.
Als u Annuleren
selecteert, wordt de
afdruktaak afgebroken.
Plaats het correcte papier
in de lade. Als u
Doorgaan selecteert, gaat
het apparaat door met
afdrukken.
• [ladenummer] is
geopend
De lade is niet goed
gesloten
Sluit de lade goed tot ze
vastklikt. Neem contact op
met de klantendienst als
het probleem zich blijft
voordoen.
• De MP-lade is leeg.
Vul papier bij.
• Fout papier
[ladenummer]
9
Betekenis
• Cassette
[ladenummer] is
uitgetrokken.
Plaats deze correct
Plaats papier in de lade
(zie "Papier in de lade
plaatsen" op pagina 41).
4. Problemen oplossen
109
Informatie over displaymeldingen
10
Melding
• Fout:
[foutnummer]
Betekenis
Voorgestelde oplossing
Er is een probleem in
de lade.
Controleer de aansluiting
van lade. Neem contact op
met de klantendienst als
het probleem zich blijft
voordoen.
• Probleem met
invoersysteem:
[foutnummer].
Controleer de
aansluiting van
[ladenummer]
• Fout:
[foutnummer]
Er is een probleem in
de lade.
• Storing
invoersysteem:
[foutnummer].
Open en sluit
[ladenummer]
• Papier bijna op in
[ladenummer]
Papier in lade raakt
op.
Open en sluit de lade. Als
het probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met de
onderhoudsdienst
Plaats papier in de lade.
Meldingen over het netwerk
Melding
• IP-conflict
Betekenis
Voorgestelde oplossing
Het IP-adres wordt
elders gebruikt.
Controleer het IP-adres of
vraag een nieuw IP-adres
aan.
• 802,1x netwerkfout Verificatie mislukt.
Controleer het
netwerkverificatieprotocol.
Neem contact op met uw
netwerkbeheerder als dit
probleem zich blijft
voordoen.
• Er is een confl.
tussen dit IP-adr.
en dat van een
ander syst.
Control. dit probl
• 802.1x verificatie
mislukt. Neem
contact op met de
systeembeheerder
• [ladenummer] is
bijna leeg. Vul
papier bij.
• Papier in
De papierlade is leeg. Plaats papier in de lade.
[ladenummer] is op
• [ladenummer] is
leeg. Vul papier bij.
4. Problemen oplossen
110
Informatie over displaymeldingen
11
Melding
Div. meldingen
• Fout: [foutnummer]
Melding
• Voorklep staat open.
Sluit klep
Betekenis
Voorgestelde
oplossing
De klep is niet goed
gesloten.
Sluit de klep goed. Deze
moet vastklikken.
Er is een probleem in
het motorsysteem.
Trek de stekker van het
netsnoer uit het
stopcontact en steek
hem er weer in. Neem
contact op met de
serviceafdeling als het
probleem zich blijft
voordoen.
• Achterklep staat
open. Sluit klep.
• Fout: [foutnummer]
• Probleem met
motorsysteem:
[foutnummer]. Bel
de serviceafdeling
als het probleem
zich blijft voordoen
• Fout: [foutnummer]
• Probleem
[foutnummer] met
fuser. Zet het
apparaat uit en weer
aan. Neem contact
op met klantend. als
probl. zich blijft
voordoen.
Er is een probleem met
de fixeereenheid
(fuser).
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
• Storing motor:
[foutnummer]. Zet
het apparaat uit en
aan. Neem contact
op met de
klantenservice als
het probleem zich
blijft voordoen
• Fout: [foutnummer]
• Storing MSOKsysteem:
[foutnummer]. Neem
contact op met de
klantenservice
• Fout: [foutnummer]
• Fout HDD-systeem:
[foutnummer]. Zet
het apparaat uit en
aan. Neem contact
op met de
klantenservice als
het probleem zich
blijft voordoen
Voorgestelde
oplossing
Betekenis
Er is een probleem in
het motorsysteem.
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Er is een probleem in
het HDD-systeem.
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Er is een probleem in
het HDD-systeem.
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
4. Problemen oplossen
111
Informatie over displaymeldingen
Melding
Betekenis
• Fout: [foutnummer]
Er is een probleem met
de LSU.
Er is een probleem met
het ventilatorsysteem.
• Storing LSU:
[foutnummer]. Zet
het apparaat uit en
aan. Neem contact
op met de
klantenservice als
het probleem zich
blijft voordoen
• Fout: [foutnummer]
• Storing ventilatie:
[foutnummer]. Zet
uit en weer aan.
Neem contact op
met de
klantenservice als
het probleem zich
blijft voordoen
• Fout: [foutnummer]
• Sensorfout:
[foutnummer]. Zet
het apparaat uit en
weer aan. Neem
contact op met de
servicedienst als het
probleem zich blijft
voordoen
Voorgestelde
oplossing
Betekenis
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
• Fout: [foutnummer]
Er is een probleem met
de lamp.
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
• Niet juiste
kam.temp.
Het apparaat staat
opgesteld in een
vertrek met een
ongeschikte
kamertemperatuur.
Verplaats de machine
naar een kamer met
gepaste
kamertemperatuur (see
"Specificaties" op
pagina 114).
De fixeereenheid is
versleten.
Vervang de
fixeereenheid door een
nieuwe. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
• Fout met lamp:
[foutnummer]. Zet
het apparaat uit en
weer aan. Neem
contact op met de
servicedienst als het
probleem zich blijft
voordoen
• De temperatuur van
de ruimte is niet
geschikt voor dit
ingestelde gebruik.
Pas de temperatuur
van de ruimte aan
• Vervang fuser
Er is een probleem in
de sensor.
Voorgestelde
oplossing
Melding
Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
• Plaats een nieuwe
fixeereenheid
4. Problemen oplossen
112
5. Bijlage
In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met betrekking tot toepasbare regelgeving.
• Specificaties
114
• Informatie over wettelijke voorschriften
124
• Copyright
135
Specificaties
1
Algemene specificaties
De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga naar www.samsung.com voor mogelijk gewijzigde
informatie.
Items
Afmetingena
Breedte x Lengte x Hoogte
Omschrijving
M453xND series : 433 x 459,5 x 390,7 mm (17 x 18,1 x 15,4 inch)
M453xNX series : 433 x 459,5 x 408,8 mm (17 x 18,1 x 16,1 inch)
Gewichta
Geluidsniveaub c
Temperatuur
Vochtigheid
Nominaal
Apparaat inclusief
verbruiksartikelen
M453xND series : 23,1 kg (50,9 lbs)
Stand-bymodus
minder dan 30 dB(A)
Afdrukmodus
minder dan 54 dB(A)
Gebruik
10 tot 30°C
Opslag (in verpakking)
-20 tot 40°C
Gebruik
20 tot 80% RV
Opslag (in verpakking)
10 tot 90% RV
Modellen op 110 volt
AC 110 - 127 V
Modellen op 220 volt
AC 220 - 240 V
M453xNX series : 23,3 kg (51,4 lbs)
d
vermogen
5. Bijlage
114
Specificaties
Items
Stroomverbruike
Omschrijving
Gemiddeld vermogen
minder dan 850 W
Stand-bymodus
minder dan 16 W
Energiebesparende modus
minder dan 1,3 W
Uitgeschakelde toestandf
minder dan 0,45 W
a. De afmetingen en het gewicht zijn gebaseerd op een apparaat zonder accessoires.
b. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: basisinstallatie apparaat, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken.
c. Alleen voor China Als het geluid van de apparatuur luider is dan 63 dB (A), moet de apparatuur in een aparte ruimte worden geplaatst.
d. Zie het typeplaatje op het apparaat voor het juiste voltage (V), de frequentie (hertz) en het type stroom (A) voor uw apparaat.
e. Het stroomverbruik is afhankelijk van de status van de machine, de instellingen, de omgevingsvoorwaarden en de meetapparatuur en -methode die het land gebruikt.
f. Stroomverbruik kan alleen volledig worden voorkomen wanneer de voedingskabel niet is aangesloten.
5. Bijlage
115
Specificaties
2
Specificaties van de afdrukmedia
Type
Formaat
gewicht van afdrukmediaa/Capaciteitb
Afmetingen
Lade 1/Optionele lade
Normaal
papier
Multifunctionele lade
Letter
216 x 279 mm
70 tot 90 g/m2
70 tot 90 g/m2
Legal
216 x 356 mm
• 550 vellen van 75 g/m2
• 100 vellen van 75 g/m2
US Folio
216 x 330 mm
A4
210 x 297 mm
Oficio
216 x 343 mm
JIS B5
182 x 257 mm
ISO B5
176 x 250 mm
Executive
184 x 267 mm
A5
148 x 210 mm
Statement
140 x 216 mm
A6
105 x 148 mm
Niet beschikbaar in de optionele lade.
Indexkaart
76 x 127 mm
Niet beschikbaar in lade1/optionele lade.
Ansichtkaart 4 x 6
102 x 152 mm
Niet beschikbaar in de optionele lade.
Ansichtkaart 100 x
148
100 x 148 mm
Niet beschikbaar in de optionele lade.
5. Bijlage
116
Specificaties
Type
Formaat
gewicht van afdrukmediaa/Capaciteitb
Afmetingen
Lade 1/Optionele lade
Multifunctionele lade
Envelop-Monarch
98 x 191 mm
75 tot 90 g/m2
75 tot 90 g/m2
Envelop nr. 9d
98 x 225 mm
• 50 vellen van 75 g/m2
• 10 vellen van 75 g/m2
Envelop Nr. 10
105 x 241 mm
Envelop DL
110 x 220 mm
Envelop C5
162 x 229 mm
75 tot 90 g/m2
Envelop C6
114 x 162 mm
• 50 vellen van 75 g/m2
Dik papier e f
Zie Normaal papier
Zie Normaal papier
91 tot 120 g/m2
Dikker papier
Zie Normaal papier
Zie Normaal papier
Niet beschikbaar in lade1/optionele lade. 164 tot 220 g/m2
Dun papier
Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, Statement
Zie Normaal papier
60 tot 69 g/m2
60 tot 69 g/m2
• 550 vellen
• 100 vellen
Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, A6, Statement
Zie Normaal papier
120 tot 150 g/m2
120 tot 150 g/m2
• 50 vellen
• 10 vellen
Zie Normaal papier
Zie Normaal papier
121 tot 163 g/m2 (32 tot 19,50kg bond)
121 tot 163 g/m2 (32 tot 19,50kg
bond)
Envelop c
Etiketteng h
Kartonpapier
e
• 50 vellen
91 to 120 g/m2
• 10 vellen
5. Bijlage
117
Specificaties
Type
Formaat
gewicht van afdrukmediaa/Capaciteitb
Afmetingen
Lade 1/Optionele lade
Multifunctionele lade
Kringlooppapi Letter, Legal, Oficio,
er
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, Statement
Zie Normaal papier
60 tot 90 g/m2 (16 tot 24 lb bond)
60 tot 90 g/m2 (16 tot 24 lb bond)
Voorbedrukt
Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, Statement
Zie Normaal papier
75 tot 90 g/m2 (20 tot 24 lb bond)
75 tot 90 g/m2 (20 tot 24 lb bond)
Bankpost
Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, Statement
Zie Normaal papier
105 tot 120 g/m2 (28 tot 14,51 kg bond)
105 tot 120 g/m2 (28 tot 14,51 kg
bond)
Gekleurd
papier,
katoenpapier,
geperforeerd
papier
Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, Statement
Zie Normaal papier
75 tot 90 g/m2
75 tot 90 g/m2 (20 tot 24 lb bond)
Briefhoofdh
Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5, Statement
Zie Normaal papier
75 tot 90 g/m2
75 tot 90 g/m2 (20 tot 24 lb bond)
5. Bijlage
118
Specificaties
Type
Formaat
gewicht van afdrukmediaa/Capaciteitb
Afmetingen
Lade 1/Optionele lade
Archiefpapierf Letter, Legal, US
Folio, A4, JIS B5, ISO
B5, Executive, A5,
Statement,
ansichtkaart 4 x 6,
ansichtkaart 100 x
148
Zie Normaal papier
75 tot 90 g/m2 (20 tot 24 lb bond)
Minimaal formaat (aangepast)
76,2 x 127 mm
60 tot 163 g/m2
Maximaal formaat (aangepast)
216 x 356 mm
Multifunctionele lade
75 tot 90 g/m2 (20 tot 24 lb bond)
a. Als het gewicht van het afdrukmateriaal groter is dan 105 g/m2, plaats u de vellen één voor één in de lade.
b. De maximumcapaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van afdrukmedia en de omgevingsomstandigheden.
c. Monarch-envelop en C6-envelop worden niet ondersteund voor optionele lade.
d. Envelop nr. 9 wordt niet ondersteund voor optionele lade(lade3, lade4, lade5).
e. Indexkaart wordt alleen ondersteund door de multifunctionele lade.
f. A6, ansichtkaart 4 x 6 en ansichtkaart 100 x 148 worden niet ondersteund door de optionele lade.
g. Gladheid: 100 tot 250 (sheffield)
h. A6 wordt alleen ondersteund door de multifunctionele lade/lade 1.
5. Bijlage
119
Specificaties
3
Systeemvereisten
Microsoft® Windows®
Vereisten (aanbevolen)
Besturingssysteem
Processor
RAM
Vrije schijfruimte
Windows® XP
Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (256 MB)
1,5 GB
Windows Server® 2003
Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (512 MB)
1,25 GB tot 2 GB
Windows Server® 2008
Intel® Pentium® IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz)
512 MB (2 GB)
10 GB
Windows Vista®
Intel® Pentium® IV 3 GHz
512 MB (1 GB)
15 GB
Windows® 7
Intel® Pentium® IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
1 GB (2 GB)
16 GB
• Ondersteuning voor DirectX® 9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
• DVD-R/W-station
Windows Server® 2008 R2
Intel® Pentium® IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2 GHz of sneller) 512 MB (2 GB)
Windows® 8
Intel® Pentium® IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
Windows® 8.1
• Ondersteuning voor DirectX® 9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
2 GB
10 GB
20 GB
• DVD-R/W-station
Windows Server® 2012
Intel® Pentium® IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2 GHz of sneller) 512 MB (2 GB)
32 GB
Windows Server® 2012 R2
5. Bijlage
120
Specificaties
• Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen.
• Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben.
• Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat.
Mac
Vereisten (aanbevolen)
Besturingssysteem
Processor
Mac OS X 10.5
• Intel® processoren
RAM
Vrije schijfruimte
512 MB (1 GB)
1 GB
• 867 MHz of sneller Power PC G4/G5
Mac OS X 10.6
• Intel® processoren
1 GB (2 GB)
1 GB
Mac OS X 10.7 - 10.9
• Intel® processoren
2 GB
4 GB
5. Bijlage
121
Specificaties
Linux
Items
Vereisten
RedHat® Enterprise Linux WS 5, 6
Fedora12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20
OpenSuSE® 11.2, 11.3, 11.4, 12.1, 12.2, 12.3
Besturingssysteem
Ubuntu 10.04, 10.10, 11.04, 11.10, 12.04, 12.10, 13.04, 13.10, 14.04
SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11
Debian 6, 7
Mint 13, 14, 15, 16
Processor
Pentium IV 2,4GHz (Intel Core™2)
RAM
512 MB (1 GB)
Vrije schijfruimte
1 GB (2 GB)
Unix
Items
Vereisten
Sun Solaris 9, 10, 11 (x86, SPARC)
Besturingssysteem
HP-UX 11.0, 11i v1, 11i v2, 11i v3 (PA-RISC, Itanium)
IBM AIX 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 6.1 7.1 (PowerPC)
Vrije schijfruimte
Tot 100 MB
5. Bijlage
122
Specificaties
4
Netwerkomgeving
Alleen voor draadloze en netwerkmodellen (zie "Functies per model" op pagina 8).
U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het als netwerkprinter te kunnen gebruiken. In de volgende tabel worden de
netwerkomgevingen vermeld die door het apparaat worden ondersteund.
Items
Netwerkinterface
Specificaties
• Ethernet 10/100/1000 Base-TX bedraad LAN
• Netwerkinterface 802.11b/g/n draadloos LAN en Near Field Communication (NFC)a
Netwerkbesturingssysteem
• Windows® XP, Windows Server® 2003, Windows Vista®, Windows® 7, Windows® 8,Windows Server® 2008 R2
• Diverse Linux-besturingssystemen
• Mac OS X 10.5-10.9
• UNIX OS
Netwerkprotocollen
• TCP/IPv4
• DHCP, BOOTP
• DNS, WINS, Bonjour, SLP, UPnP
• Standard TCP/IP Printing (RAW), LPR, IPP, WSD, AirPrint, Google Cloud Print, ThinPrint
• SNMPv 1/2/3, HTTP, IPSec
• TCP/IPv6 (DHCP, DNS, Standard TCP/IP Printing, LPR, SNMPv 1/2/3, HTTP, IPSec)
Draadloze netwerkbeveiliging
• Verificatie: Open Syst., Ged. Sleutel, WPA Zakelijk/Privé, WPA2 Zakelijk/Privé
• Codering: WEP64, WEP128, TKIP, AES
a. Optioneel apparaat.
5. Bijlage
123
Informatie over wettelijke voorschriften
Dit apparaat is ontworpen voor een normale werkomgeving en is
gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften.
Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd deze elementaire
veiligheidsmaatregelen in acht om het risico op brand, elektrische schokken
en letsels te beperken.
5
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in
overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1,
subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders
gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de
vereisten van IEC 60825-1: 2007.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het
lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik,
gebruiksonderhoud of onder de voorgeschreven servicevoorwaarden
personen niet worden blootgesteld aan laserstralen hoger dan Klasse I.
Waarschuwing
De printer mag nooit worden gebruikt of nagekeken als de beschermkap
van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel ze onzichtbaar is, kan de
gereflecteerde laserstraal uw ogen beschadigen.
5. Bijlage
124
Informatie over wettelijke voorschriften
6
8
Veiligheid in verband met ozon
Recycleren
De ozonemissie van dit apparaat ligt onder 0,1 ppm. Ozon is
zwaarder dan lucht. Zet dit apparaat dus op een plaats met
goede ventilatie.
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product, of verwijder ze
op een milieuvriendelijke wijze.
7
9
Energiebesparingsmodus
Alleen voor China
Deze printer is uitgerust met een geavanceerde
energiebesparende technologie die het stroomverbruik
vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt,
wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn
gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
Meer informatie over het ENERGY STAR-programma vindt u
op http://www.energystar.gov
Voor modellen met ENERGY STAR-certificering staat het etiket
van ENERGY STAR op uw apparaat. Controleer of uw apparaat
gecertificeerd is met ENERGY STAR.
;SUHVV01'01;
Website: http://www.samsung.com/cn/support/location/
supportServiceLocation.do?page=SERVICE.LOCATION
5. Bijlage
125
Informatie over wettelijke voorschriften
10
Correcte verwijdering van dit product
(afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur)
(Van toepassing in landen met afzonderlijke
verzamelsystemen)
(Alleen voor de Verenigde Staten)
Verwijder elektronica door deze naar een goedgekeurd recyclingbedrijf te
brengen. Vind recyclingbedrijven bij u in de buurt op onze website:
www.samsung.com/recyclingdirect Of bel (877) 278 - 0799
11
Proposition 65 van de Staat Californië,
Waarschuwing (Alleen voor V.S.)
Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in de
documentatie geeft aan dat het product en zijn elektronische
accessoires (bijv. lader, hoofdtelefoon, USB-kabel) aan het eind van
hun levensduur niet met ander huishoudelijk afval mogen worden
weggegooid. Gelieve deze items te scheiden van andere soorten
afval en ze op een verantwoorde wijze te recyclen met het oog op
een duurzaam hergebruik van materialen en ter voorkoming van
eventuele schade aan het milieu of de gezondheid als gevolg van
een ongecontroleerde afvalverwijdering.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel
waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze
wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers dienen contact op te nemen met hun
leverancier en dienen de voorwaarden en bepalingen van de
verkoopovereenkomst te controleren. Dit product en zijn
elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor
verwijdering worden gemengd.
5. Bijlage
126
Informatie over wettelijke voorschriften
•
12
raadpleeg uw verdeler of een ervaren radio-/televisiemonteur.
Radiofrequentiestraling
FCC-normen (VS)
Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik van
dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
•
dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken
•
en moet alle ontvangen interferentie aanvaarden, inclusief interferentie
die een ongewenste werking kan veroorzaken.
Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor digitale apparaten
van klasse B, zoals vastgelegd in deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen
schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert, gebruikt en
straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet volgens
de richtlijnen wordt geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke interferentie voor
radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd
dat bij een bepaalde installatie geen interferentie optreedt. Als dit apparaat
schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontvangst veroorzaakt, wat u kunt
controleren door het apparaat in en uit te schakelen, raden wij de gebruiker
aan de interferentie te beperken door de volgende maatregelen te treffen:
•
Verplaats de ontvangstantenne of draai ze een andere kant op.
•
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
•
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring
dan die waarop de ontvanger is aangesloten.
Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door
de fabrikant (die ervoor moet zorgen dat het apparaat aan de normen
voldoet) kunnen ertoe leiden dat de toestemming aan de gebruiker om
het apparaat te gebruiken vervalt.
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat blijft binnen de grenzen (limieten van klasse B) voor
stoorsignalen vanuit digitale apparatuur die zijn bepaald in de standaard
voor apparatuur die interferentie zou kunnen veroorzaken, met de titel
"Digital Apparatus", ICES-003 van Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques
applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la
norme sur le matériel brouilleur : “Appareils Numériques”, ICES-003
édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
5. Bijlage
127
Informatie over wettelijke voorschriften
13
Verenigde Staten van Amerika
Federale Communicatiecommissie (FCC)
Intentional emitter overeenkomstig FCC Deel 15
Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de
2,4 GHz/5 GHz-band. Deze sectie is alleen van toepassing als deze
apparaten aanwezig zijn. Controleer het systeemlabel om na te gaan of er
draadloze apparaten aanwezig zijn.
Eventuele draadloze apparaten in uw systeem zijn enkel gekwalificeerd
voor gebruik in de Verenigde Staten van Amerika als er een FCC IDnummer op het systeemlabel staat.
De FCC heeft een algemene richtlijn uitgevaardigd waarin wordt
aangegeven dat de afstand tussen een draadloos apparaat en het lichaam
minstens 20 cm moet bedragen, bij gebruik van het apparaat nabij het
lichaam (uitstekende delen niet meegerekend). Dit apparaat moet op meer
dan 20 cm van het lichaam worden gehouden wanneer de draadloze
apparatuur is ingeschakeld. Het afgegeven vermogen van het draadloze
apparaat of de draadloze apparaten die mogelijk in uw printer zijn
ingebouwd, ligt ruimschoots onder de RF-blootstellingsgrenzen die de FCC
heeft bepaald.
Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee
voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie
accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking van het
apparaat kan veroorzaken.
Draadloze apparaten mogen niet door de gebruiker zelf worden
hersteld. Ze mogen onder geen enkel beding gewijzigd worden.
Wanneer u wijzigingen aanbrengt aan een draadloos apparaat, vervalt
de gebruikerslicentie. Neem voor ondersteuning contact op met de
fabrikant.
FCC-bepaling voor het gebruik in draadloze
LAN’s:
Tijdens de installatie en het gebruik van een combinatie van deze
zender en antenne kan dicht bij de geïnstalleerde antenne de RFblootstellingsgrens van 1 mW/cm2 worden overschreden. Daarom
moet de gebruiker altijd minstens 20 cm afstand houden van de
antenne. Dit apparaat kan niet worden geïnstalleerd met een andere
zender en verzendantenne.
Deze zender mag niet samen met een andere antenne of zender worden
opgesteld of bediend.
5. Bijlage
128
Informatie over wettelijke voorschriften
14
17
Alleen voor Rusland/Kazachstan/Wit-Rusland
Alleen voor Thailand
Deze telecommunicatieapparatuur voldoet aan de technische vereisten
van NTC.
18
De stekker van het netsnoer vervangen (alleen
voor het VK)
Belangrijk
15
Alleen voor Duitsland
16
Alleen voor Turkije
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker
(BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Als u de
zekering vervangt, moet u het juiste type van 13 ampère gebruiken. Nadat
u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de
zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering verloren bent,
mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap hebt op
gezet.
Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht.
Stekkers van 13 ampère zijn het meest voorkomende type in het Verenigd
Koninkrijk en kunnen in de meeste gevallen worden gebruikt. Sommige
(vooral oudere) gebouwen hebben echter geen normale stopcontacten van
13 ampère. U moet een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder
nooit de aangegoten stekker van het netsnoer.
5. Bijlage
129
Informatie over wettelijke voorschriften
19
Als u de aangegoten stekker afsnijdt of weggooit, kunt u hem er niet
meer op bevestigen en riskeert u een elektrische schok te krijgen als u
hem in het stopcontact steekt.
Verklaring van overeenstemming (Europese
landen)
Goedkeuringen en certificeringen
Belangrijke waarschuwing:
Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden
aangesloten.
De aders van het netsnoer hebben de volgende kleurcodering:
• Groen/geel: aarding
• Blauw: neutraal
• Bruin: fase
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet
overeenstemmen met die van de stekker.
Sluit de geel-groene aardedraad aan op de pool die gemarkeerd is met de
letter "E", het aardingssymbool, en geel-groen of groen is gekleurd.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "N" of
zwart is gekleurd.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "L" of
de kleur zwart.
In de stekker, adapter of verdeelkast moet een zekering van 13 ampère zijn
aangebracht.
Samsung Electronics verklaart hierbij dat deze [SL-M453x
series] in overeenstemming is met de essentiële vereisten en
andere relevante bepalingen van de R&TTE-richtlijn 1999/5/EG.
De conformiteitsverklaring vindt u op www.samsung.com. Daar
klikt u op Ondersteuning > Downloadcenter en geeft u de
printernaam (MFP) in om EuDoC te doorzoeken.
1 januari 1995: Richtlijn 2006/95/EC van het Europees Parlement en de
Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften
der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen
bepaalde spanningsgrenzen.
1 januari 1996: Richtlijn 2004/108/EC van de Raad inzake de harmonisatie
van de wetgevingen in de lidstaten betreffende elektromagnetische
compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EC van de Raad inzake radioapparatuur en
eindapparatuur voor telecommunicatie en de onderlinge herkenning van
hun conformiteit. U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung
Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de relevante
richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen, zijn gedefinieerd.
5. Bijlage
130
Informatie over wettelijke voorschriften
EC-certificering
Certificering voor Richtlijn 1999/5/EC inzake radioapparatuur en
eindapparatuur voor telecommunicatie (FAX)
Dit product van Samsung is gecertificeerd door Samsung zelf voor enkeleterminalverbindingen in heel Europa met het openbare telefoonnet (PSTN),
in overeenstemming met richtlijn 1999/5/EC. Het product is ontworpen voor
gebruik met de nationale openbare telefoonnetten en compatibele PBX-en
van de Europese landen:
Indien er problemen optreden, moet u in eerste instantie contact opnemen
met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co., Ltd.
Het product is getest op TBR21. Het European Telecommunication
Standards Institute (ETSI) heeft voor gebruik en toepassing in
overeenstemming met deze norm een adviesdocument gepubliceerd (EG
201 121), waarin opmerkingen en extra voorwaarden staan voor
netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals. Het product is getest op, en
voldoet aan, alle relevante adviezen in dit document.
Europese radiogoedkeuringsinformatie (voor
producten uitgerust met door de EU
goedgekeurde radioapparaten)
Deze printer is bestemd voor gebruik thuis of op kantoor. Mogelijk bevat uw
printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de
2,4/5 GHz-band. Deze sectie is alleen van toepassing als deze apparaten
aanwezig zijn. Controleer het systeemlabel om na te gaan of er draadloze
apparaten aanwezig zijn.
Draadloze apparaten die mogelijk in uw systeem aanwezig zijn
mogen in de Europese Unie of daarmee verbonden regio's
alleen worden gebruikt als een EG-conformiteitsmerkteken op
het systeemlabel staat.
Het afgegeven vermogen van het draadloze apparaat of de draadloze
apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder
de RF-blootstellingsgrenzen die de Europese Commissie in de R&TTErichtlijn heeft vastgelegd.
Krachtens de goedkeuring van draadloze apparaten
gekwalificeerde Europese lidstaten:
EU-landen
5. Bijlage
131
Informatie over wettelijke voorschriften
Europese landen met gebruiksbeperkingen:
EU
EEA/EFTA-landen
Geen beperkingen op dit ogenblik.
20
Mededelingen aangaande normen
Draadloze geleiding
Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de
2,4 GHz/5 GHz-band. De volgende sectie geeft een algemeen overzicht
van beschouwingen die betrekking hebben op het gebruik van een
draadloos apparaat.
Bijkomende beperkingen, waarschuwingen en overwegingen voor
specifieke landen zijn opgenomen in de specifieke landensecties (of
landengroepensecties). De draadloze apparaten in uw systeem zijn
uitsluitend gekwalificeerd voor gebruik in de landen die geïdentificeerd
kunnen worden aan de hand van de markering "Radio gekeurd" op het
systeemclassificatielabel. Als het land waar u het draadloos apparaat wilt
gebruiken niet in de lijst is opgenomen, neemt u contact op met het
plaatselijke instantie voor radiogoedkeuring voor meer informatie over de
vereisten. Draadloze apparaten zijn streng gereguleerd en mogen niet
worden gebruikt.
Het afgegeven vermogen van het draadloze apparaat of de draadloze
apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder
de tot dusver bekende RF-blootstellingsgrenzen. Omdat de draadlozen
apparaten (die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd) minder energie
afgeven dan conform de veiligheidsnormen en aanbevelingen inzake
radiofrequentie is toegestaan, is de producent ervan overtuigd dat deze
apparaten veilig zijn in het gebruik. Ongeacht het vermogensniveau moet
menselijk contact tijdens de normale werking zoveel mogelijk worden
vermeden.
De FCC heeft een algemene richtlijn uitgevaardigd waarin wordt
aangegeven dat de afstand tussen het draadloze apparaat en het lichaam,
voor gebruik van een draadloos apparaat nabij het lichaam (zonder
uitstekende delen), minstens 20 cm moet bedragen. Dit apparaat moet op
meer dan 20 cm van het lichaam worden gehouden, wanneer de draadloze
apparatuur is ingeschakeld en bezig is met zenden.
Deze zender mag niet samen met een andere antenne of zender worden
opgesteld of bediend.
Sommige omstandigheden leggen beperkingen op aan draadloze
apparaten. Hieronder zijn voorbeelden van gebruikelijke beperkingen
opgenomen.
5. Bijlage
132
Informatie over wettelijke voorschriften
Draadloze RF-communicatie kan interferentie veroorzaken met
apparatuur aan boord van burgerluchtvaarttoestellen. De huidige
luchtvaartreglementeringen eisen dat draadloze toestellen aan
boord van een vliegtuig worden uitgeschakeld tijdens de vlucht.
IEEE 802.11- (beter bekend als draadloos Ethernet) en Bluetoothcommunicatieapparaten zijn voorbeelden van draadloze
communicatieapparaten.
In omgevingen waar het risico op interferentie met andere
apparaten of diensten schadelijk is of als dusdanig wordt
beschouwd, kan gebruik van een draadloos apparaat beperkt of
verboden worden. Luchthavens, ziekenhuizen en ruimtes gevuld
met zuurstof en ontvlambare gassen zijn enkele voorbeelden van
omgevingen waar het gebruik van draadloze apparaten beperkt of
verboden kan zijn. Als u zich in een omgeving bevindt waarvan u
niet zeker weet of het gebruik van draadloze apparaten
gesanctioneerd is, vraagt u de plaatselijke autoriteiten om
toelating voor u het draadloze apparaat inschakelt of in gebruik
neemt.
Als uw systeem uitgerust is met een ingebouwd draadloos
apparaat, mag u het draadloos apparaat niet gebruiken tenzij alle
kleppen en schermen op hun plaats zitten en het systeem
compleet is.
Draadloze apparaten mogen niet door de gebruiker zelf worden
hersteld. Ze mogen onder geen enkel beding gewijzigd worden.
Wanneer u wijzigingen aanbrengt aan een draadloos apparaat,
vervalt de gebruikerslicentie. Neem voor ondersteuning contact op
met de fabrikant.
Gebruik alleen stuurprogramma’s die goedgekeurd zijn voor het
land waar het apparaat gebruikt zal worden. Raadpleeg de
systeemherstelkit van de fabrikant of neem contact op met de
technische dienst van de fabrikant voor meer informatie.
Elk land voorziet verschillende beperkingen voor het gebruik van
draadloze apparaten. Aangezien uw systeem uitgerust is met een
draadloos apparaat, moet u, als u van het ene land naar het
andere reist, voorafgaand aan uw vertrek bij de plaatselijke
radiogoedkeuringsinstanties informeren of er beperkingen gelden
voor het gebruik van draadloze apparaten in het land van
bestemming.
5. Bijlage
133
Informatie over wettelijke voorschriften
21
Alleen voor China
5. Bijlage
134
Copyright
© 2014 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met het gebruik van deze
gebruikershandleiding.
•
Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
•
Microsoft, Windows, Windows Vista, Windows 7, Windows 8 en Windows Server 2008 R2 zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation.
•
Google, Picasa, Google Docs, Android en Gmail zijn geregistreerde handelsmerken or handelsmerken van Google Inc.
•
Google Cloud Print is een handelsmerk van Google Inc.
•
iPad, iPhone, iPod touch, Mac en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. AirPrint en het AirPrint-logo
zijn handelsmerken van Apple Inc.
•
Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven of organisaties.
5. Bijlage
135
Copyright
De software geleverd bij dit product bevat open-sourcesoftware. U kunt de complete broncode ter
beschikking krijgen voor een periode van drie jaar na de laatste verzending van dit product door een email te sturen naar:
[email protected]. Het is ook mogelijk om de complete broncode te krijgen
op een fysiek medium, zoals een cd-rom; hiervoor wordt een klein bedrag in rekening gebracht.
Met de volgende URL https://opensource.samsung.com/opensource/M453x_Series/seq/0 wordt u
omgeleid naar een downloadpagina van de beschikbare broncode en de informatie over de opensourcelicentie met betrekking tot dit product. Dit aanbod is geldig voor iedereen die deze informatie
ontvangt.
QR-code
REV 1.01
5. Bijlage
136
Gebruikershandleiding
GEAVANCEERD
GEAVANCEERD
Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde
instelling, gebruik en het oplossen van problemen in verschillende
besturingssystemen.
Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar.
BASIS
Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en
het oplossen van problemen in Windows.
GEAVANCEERD
1. Installatie van de software
3. Menu´s met nuttige instellingen
Installatie voor Mac
141
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
206
Opnieuw installeren voor Mac
142
Informatie
207
Installatie voor Linux
143
Lay-out
208
Opnieuw installeren voor Linux
144
Papier
209
Grafisch
210
Systeeminstellingen/Instelling
211
Emulatie
215
Afbeeldingsbeheer
216
2. Een via een netwerk aangesloten
apparaat gebruiken
Nuttige netwerkprogramma’s
146
Netwerk
217
Instelling bekabeld netwerk
148
Beheerinstellingen
219
Eco
221
Installeren van een stuurprogramma
over het netwerk
152
USB
222
IPv6-configuratie
162
Taakbeheer (Taakstatus)
223
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
165
Teller
224
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
184
Help
225
Ondersteunde mobiele apps
194
AirPrint
196
Samsung Cloud Print
198
Google Cloud Print™
200
4. Speciale functies
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
227
Verschillende tekens invoeren
228
138
GEAVANCEERD
Afdrukfuncties
230
Problemen met het besturingssysteem
288
Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken 242
Afdrukken vanaf een Mac
244
Afdrukken in Linux
246
Afdrukken in Unix
248
5. Nuttige beheerprogramma's
Managementhulpmiddelen gebruiken
251
Easy Capture Manager
252
Samsung AnyWeb Print
253
Easy Eco Driver
254
SyncThru™ Web Service gebruiken
255
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
259
Samsung-printerstatus gebruiken
263
Samsung Printer Experience gebruiken
266
6. Problemen oplossen
Problemen met papierinvoer
273
Problemen met de voeding en het netsnoer
274
Afdrukproblemen
275
Problemen met de afdrukkwaliteit
280
139
1. Installatie van de
software
Dit hoofdstuk levert instructies voor het installeren van essentiële en nuttige software voor gebruik in een
opstelling waarbij het apparaat via een kabel aangesloten is. Een lokale printer is een printer die via een kabel
rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden, slaat u
de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie van het stuurprogramma voor een
netwerkapparaat (zie "Installeren van een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 152).
• Installatie voor Mac
141
• Opnieuw installeren voor Mac
142
• Installatie voor Linux
143
• Opnieuw installeren voor Linux
144
• Als u gebruik maakt van het besturingsysteem Windows, kijkt u in de basishandleiding
voor installatie van het stuurprogramma (zie "Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 24).
• Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter.
Installatie voor Mac
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
3
Dubbelklik op het cd-rom-pictogram op het bureaublad van uw Maccomputer.
•
Voor Mac OS X 10.8 dubbelklikt u op de cd-rom die wordt
weergegeven in de vindfunctie.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS
X.
5
6
7
Klik op Doorgaan.
8
Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke
onderdelen u wilt installeren.
9
10
Voer het wachtwoord in en klik op OK (of Installeer software).
11
Klik op de knop Printer toevoegen om uw printer te selecteren en
deze aan je lijst met printers toe te voegen.
12
13
Klik op Doorgaan.
Selecteer Met USB aangesloten printer in het scherm Type
printerverbinding en klik op Doorgaan.
Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Sluiten.
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Doorgaan.
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
1. Installatie van de software
141
Opnieuw installeren voor Mac
Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de installatie
van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het opnieuw.
1
Open de map Programma's > Samsung > Printer Software
Uninstaller.
2
3
Klik op Doorgaan om de printersoftware te deïnstalleren.
4
5
Voer het wachtwoord in en klik op OK.
Selecteer het programma dat u wilt verwijderen en klik op Installatie
ongedaan maken.
Klik na het deïnstalleren op Sluiten.
Als een apparaat al is toegevoegd, kunt u het verwijderen via
Printerconfiguratie of Afdrukken en faxen.
1. Installatie van de software
142
Installatie voor Linux
Om de printersoftware te onderzoeken, moet u softwarepakketten voor
Linux downloaden van de Samsung-website (http://www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads).
1
Het Unified Linux-stuurprogramma installeren
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de printersoftware
te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met
uw systeembeheerder.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
3
Kopieer het Unified Linux Driver-pakket naar uw systeem.
4
5
6
Pak het pakket uit.
7
Ga verder met de installatie.
8
9
10
11
Start het hulpprogramma voor afdrukken nadat de installatie is
voltooid (ga naar System > Administration > Printing of voer de
opdracht 'system-config-printer' uit in het terminalprogramma).
Klik op de knop Add.
Selecteer uw printer.
Klik op de knop Forward om de printer aan het systeem toe te
voegen.
Open het terminalprogramma en ga naar de map waarnaar u het
pakket hebt gekopieerd.
Ga naar de map uld.
Voer de opdracht './install.sh' uit (als u niet bent aangemeld als root,
voert u de opdracht uit met 'sudo': 'sudo ./install.sh')
1. Installatie van de software
143
Opnieuw installeren voor Linux
Als het printerstuurprogramma niet correct werkt, maakt u de installatie van
het stuurprogramma ongedaan en installeert u het opnieuw.
1
2
Open het Terminalprogramma.
3
Voer de opdracht './uninstall.sh' uit (als u niet bent aangemeld als
root, voert u de opdracht uit met 'sudo': 'sudo ./uninstall.sh')
4
Ga door met het verwijderen van het stuurprogramma.
Ga naar de map uld van het uitgepakte Unified Linux Driverpakket.
1. Installatie van de software
144
2.
Een via een netwerk aangesloten
apparaat gebruiken
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u een apparaat instelt dat via het netwerk aangesloten is en
hoe u de software instelt.
• Nuttige netwerkprogramma’s
146
• Instelling bekabeld netwerk
148
• Installeren van een stuurprogramma over het
netwerk
152
• IPv6-configuratie
162
• Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
165
• De NFC-functie gebruiken (optioneel)
184
• Ondersteunde mobiele apps
194
• AirPrint
196
• Samsung Cloud Print
198
• Google Cloud Print™
200
Nuttige netwerkprogramma’s
Er zijn verschillende programma’s voorhanden om in een netwerkomgeving
de netwerkinstellingen op een eenvoudige manier in te voeren. Zo kan de
netwerkbeheerder diverse apparaten in het netwerk beheren.
• Voordat u onderstaande programma’s gaat gebruiken moet u het IPadres instellen.
• Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
2
SyncThru™ Web Admin Service
Een webgebaseerd apparaatbeheersysteem voor netwerkbeheerders. Met
SyncThru™ Web Admin Service kunt u netwerkapparatuur op een
efficiënte manier beheren en op afstand controleren. U kunt bovendien
problemen oplossen vanaf iedere plek waar u via het internet toegang hebt
tot het bedrijfsnetwerk.
•
Download dit programma op de Samsung website (http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads).
1
SyncThru™ Web Service
Met de in het netwerkapparaat geïntegreerde webserver kunt u het
volgende doen (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 255).
•
Informatie over en status van verbruiksartikelen opvragen.
•
Apparaatinstellingen aanpassen.
•
E-mail-meldingsopties instellen. Als u deze optie instelt, wordt de
apparaatstatus (als de tonercassette leeg is of als er een foutmelding
is) automatisch naar het e-mailadres van een bepaalde persoon
gestuurd.
•
De noodzakelijke netwerkparameters voor het apparaat instellen, zodat
u een verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
146
Nuttige netwerkprogramma’s
3
SetIP instelling bekabeld netwerk
Met dit hulpprogramma kunt u een netwerkinterface selecteren en
handmatig IP-adressen configureren voor gebruik met het TCP/IP-protocol.
•
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows)" op pagina
148.
•
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Mac)" op pagina 149.
•
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux)" op pagina 151.
• Wanneer het apparaat de netwerkpoort niet ondersteunt, kunt u
deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 20).
• TCP/IPv6 wordt door dit programma niet ondersteund.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
147
Instelling bekabeld netwerk
In dit netwerkconfiguratierapport kunt u het MAC-adres en IP-adres van
uw apparaat vinden.
4
Een netwerkconfiguratierapport afdrukken
Voorbeeld:
U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het
bedieningspaneel van het apparaat, waarin de huidige netwerkinstellingen
van uw apparaat worden weergegeven. Dit zal u helpen bij de installatie van
een netwerk.
•
MAC-adres: 00:15:99:41:A2:78
•
IP-adres: 169.254.192.192
5
Het IP-adres instellen
• Wanneer het apparaat de netwerkinterface niet ondersteunt, kunt u
deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 20).
• TCP/IPv6 wordt door dit programma niet ondersteund.
Druk op
Eerst moet u een IP-adres instellen voor het beheren van en afdrukken via
het netwerk. In de meeste gevallen wordt een IP-adres automatisch
toegewezen via een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol
Server) die zich in het netwerk bevindt.
(Instelling) op het aanraakscherm en kies Netwerk >
Netwerkconfiguratie.
•
•
Het apparaat heeft een displayscherm: Druk op de knop Menu(
op het bedieningspaneel en selecteer Netwerk >
Netwerkconfiguratie.
)
Het apparaat heeft een aanraakscherm: Druk op
(Instelling) op
het aanraakscherm en kies Netwerk > Netwerkconfiguratie.
IPv4-configuratie met het programma SetIP
(Windows)
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de
computer uitschakelen via Configuratiescherm > Beveiligingscentrum >
Windows Firewall.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
148
Instelling bekabeld netwerk
De onderstaande instructies kunnen afwijken voor uw model.
1
2
3
4
5
6
7
Download de software van de website van Samsung. Pak de
software vervolgens uit en installeer deze op uw computer. (http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads).
Volg de instructies in het installatievenster.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het
hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport
afdrukken" op pagina 148). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
8
Klik op Toepassen en vervolgens op OK. Het
Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het apparaat
afgedrukt. Bevestig dat alle instellingen juist zijn.
Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel.
IPv4-configuratie met het programma SetIP (Mac)
Schakel het apparaat in.
In het menu Start van Windows selecteert u Alle programma's >
Samsung Printers > SetIP > SetIP.
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de
computer uitschakelen via Systeemvoorkeuren > Beveiliging (of
Beveiliging en privacy) > Firewall.
Klik op het pictogram
(derde van links) in het scherm SetIP om
het TCP/IP-configuratievenster te openen.
De volgende instructies kunnen verschillen per model.
Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In
een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden
toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt
gaan.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
149
Instelling bekabeld netwerk
1
2
3
Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel.
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Voer het wachtwoord in en klik op OK (of Installeer software ).
11
Selecteer Op het netwerk aangesloten printer (bedraad of
draadloos) in het scherm Type printerverbinding en klik op IPadres instellen.
12
Klik op het pictogram
(derde van links) in het scherm SetIP om
het TCP/IP-configuratievenster te openen.
13
Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In
een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden
toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt
gaan.
Dubbelklik op het cd-rom-pictogram op het bureaublad van uw Maccomputer.
•
4
9
10
Voor Mac OS X 10.8 dubbelklikt u op de cd-rom die wordt
weergegeven in de Finder.
Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat alle
toepassingen worden afgesloten. Klik op Doorgaan.
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS
X.
5
6
7
Klik op Doorgaan.
8
Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het
hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport
afdrukken" op pagina 148). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Doorgaan.
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
14
Klik op Apply en vervolgens op OK. Het
Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het apparaat
afgedrukt. Bevestig dat alle instellingen juist zijn.
Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke
onderdelen u wilt installeren.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
150
Instelling bekabeld netwerk
IPv4-configuratie met het programma SetIP
(Linux)
5
Het Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het
apparaat afgedrukt.
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de
computer uitschakelen via System Preferences or Administrator.
De volgende instructies kunnen verschillen per model of
besturingssysteem.
1
Download het programma SetIP vanaf de website van Samsung en
pak het programma uit
2
Dubbelklik op het bestand SetIPApplet.html in de map cdroot/
Linux/noarch/at_opt/share/utils.
3
4
Klik hier om het venster TCP/IP Configuration te openen.
Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In
een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden
toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt
gaan.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het
hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport
afdrukken" op pagina 148). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
151
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
• Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
• Wanneer het apparaat de netwerkinterface niet ondersteunt, kunt u
deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 20).
1
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en
ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld
zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 148).
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
• U kunt het printerstuurprogramma en de software installeren
wanneer u de software-cd in het cd-rom-station van uw computer
plaatst. Voor Windows selecteert u het printerstuurprogramma en de
software in het venster Selecteer de te installeren software en
hulpprogramma's.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle
programma's > Toebehoren > Uitvoeren.
6
Windows
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cdrom-station en klik op OK.
•
De firewallsoftware blokkeert mogelijk de netwerkcommunicatie.
Schakel de firewall op de computer uit, voordat u het apparaat met het
netwerk verbindt.
Voor Windows 8:
Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar
Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App) en
zoekt u Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door
de letter van uw cd-romstation, en klik op OK.
Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf
moet gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en
selecteert u Run Setup.exe.
3
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster. Klik daarna op Volgende.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
152
Installeren van een stuurprogramma over het
4
Selecteer Netwerk in het scherm Type printerverbinding. Klik
daarna op Volgende.
5
Volg de instructies in het installatievenster.
1
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en
ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld
zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 148).
2
Ga naar Charms(charms), selecteer Instellingen > Pcinstellingen wijzigen > Apparaten.
3
Klik op Een apparaat toevoegen.
Vanaf het Startscherm van Windows 8
• Het V4-stuurprogramma wordt automatisch gedownload van
Windows Update als uw computer verbinding heeft met internet Als
dit niet het geval is, kunt u het V4-stuurprogramma handmatig
downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com > zoek
uw product > Ondersteuning of Downloads.
• U kunt de app Samsung Printer Experience downloaden van de
Windows Store. Als u de Windows Store(Store) wilt gebruiken, hebt
u een Microsoft-account nodig.
a Selecteer vanuit de balk Charms(charms) de optie Zoeken.
b Klik op Store(Store).
c Zoek naar en klik op Samsung Printer Experience.
d Klik op Installeer.
• Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde softwarecd, wordt het V4-stuurprogramma niet geïnstalleerd. Als u het V4stuurprogramma wilt gebruiken in het Bureaubladscherm, kunt u
het downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads.
• Als u de managementhulpmiddelen voor printers van Samsung wilt
installeren, moet u deze installeren met de meegeleverde softwarecd.
De gedetecteerde apparaten worden op het scherm weergegeven.
4
Klik op de modelnaam of de hostnaam die u wilt gebruiken.
U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het
bedieningspaneel van het apparaat, waarop de hostnaam van het
huidige apparaat wordt weergegeven (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148).
5
Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd via Windows
Update.
De modus installatie op de achtergrond
De modus installatie op de achtergrond is een installatiemethode die geen
tussenkomst van de gebruiker vereist. Zodra u met de installatie start,
worden het stuurprogramma van het apparaat en de software automatisch
op uw computer geïnstalleerd. U kunt de installatie op de achtergrond ook
starten door /s of /S in het opdrachtvenster te typen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
153
Installeren van een stuurprogramma over het
Opdrachtregelparameters
De volgende tabel geeft opdrachten weer die kunnen worden gebruikt in het
opdrachtvenster.
De volgende opdrachtregels zijn effectief en worden gehanteerd
wanneer de opdracht gebruikt wordt met /s of /S. /h, /H of /? zijn
uitzonderlijke opdrachten die alleen gebruikt kunnen worden.
Opdrachtregel
/s of /S
Definitie
Start installatie op de
achtergrond.
Omschrijving
Hiermee worden
apparaatstuurprogramma's
geïnstalleerd zonder UI's
op te roepen en zonder
tussenkomst van de
gebruiker.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
154
Installeren van een stuurprogramma over het
Opdrachtregel
/p"<poortnaam>"
of /
P"<poortnaam>"
Definitie
Specificeert de
printerpoort.
Er wordt een
netwerkpoort
gemaakt aan de
hand van de
standaard TCP/
IP-poortmonitor.
Voor een lokale
poort moet deze
poort op het
systeem bestaan
voor deze door
een opdracht
wordt
gespecificeerd.
Omschrijving
Opdrachtregel
De printerpoortnaam kan
worden opgegeven als IPadres, hostnaam, lokale
USB-poortnaam,
IEEE1284-poortnaam of
netwerkpad.
/a"<dest_path>" of
/A"<dest_path>"
• /p'\\computer_name
\shared_printer' of
'\\xxx.xxx.xxx.xxx\share
d_printer', waarbij
'\\computer_name\shar
ed_printer' of
'\\xxx.xxx.xxx.xxx\share
d_printer' het
netwerkpad naar de
printer vormt door twee
slashes, de
computernaam of het
lokale IP-adres van de
pc die de printer deelt op
te geven, en de
gedeelde naam van de
printer.
Specificeert het doelpad
voor de installatie.
Het doelpad moet
een volledig
gekwalificeerd
pad zijn.
Voorbeeld:
• /p"xxx.xxx.xxx.xxx"
waarin "xxx.xxx.xxx.xxx"
staat voor het IP-adres
van de netwerkprinter. /
p"USB001", /P"LPT1:", /
p"hostnaam"
Definitie
/n"<Printernaam>"
of /
N"<Printernaam>"
Specificeert de
printernaam. De
printerinstantie zal
worden gemaakt conform
de opgegeven
printernaam.
Omschrijving
Aangezien
apparaatstuurprogramma's
geïnstalleerd moeten
worden op een voor het
besturingssysteem
specifiek pad, is deze
opdracht alleen van
toepassing op
toepassingssoftware.
Met deze parameter kunt u
naar wens printerinstanties
toevoegen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
155
Installeren van een stuurprogramma over het
Opdrachtregel
/nd of /ND
Definitie
Omschrijving
Geeft de opdracht het
geïnstalleerde
stuurprogramma niet in te
stellen als standaard
apparaatstuurprogramma
.
Het geeft aan dat het
geïnstalleerde
apparaatstuurprogramma
niet het standaard
apparaatstuurprogramma
op uw systeem zal zijn als
er meer dan een
printerstuurprogramma is
geïnstalleerd. Als er geen
apparaatstuurprogramma
op uw systeem is
geïnstalleerd, is deze optie
niet van toepassing omdat
het Windowsbesturingssysteem het
geïnstalleerde
printerstuurprogramma als
standaardstuurprogramma
zal instellen.
Opdrachtregel
Definitie
Omschrijving
/x of /X
Maakt gebruik van
bestaande
apparaatstuurprogramma
bestanden om de
printerinstantie te maken
als deze al is
geïnstalleerd.
Deze opdracht biedt een
mogelijkheid om een
printerinstantie te
installeren die
gebruikmaakt van
geïnstalleerde
printerstuurprogrammabes
tanden zonder een
bijkomend
stuurprogramma te
installeren.
/
up"<printernaam>"
of /
UP"<printernaam>
"
Verwijdert alleen de
opgegeven
printerinstantie en niet de
stuurprogrammabestand
en.
Deze opdracht biedt een
mogelijkheid om alleen de
opgegeven printerinstantie
van uw systeem te
verwijderen zonder effect
op andere
printerstuurprogramma's.
Hiermee zullen de
printerstuurprogramma's
niet van uw systeem
worden verwijderd.
/d of /D
Verwijdert alle
apparaatstuurprogramma
's en toepassingen van
uw systeem.
Deze opdracht verwijdert
alle geïnstalleerde
apparaatstuurprogramma's
en toepassingssoftware
van uw systeem.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
156
Installeren van een stuurprogramma over het
7
Opdrachtregel
Definitie
Omschrijving
/v"<share name>"
of /V"<share
name>"
Deelt het geïnstalleerde
apparaat en voegt andere
platformstuurprogramma'
s toe voor Point & Print.
Alle ondersteunde
apparaatstuurprogramma's
van het Windowsbesturingssysteem worden
geïnstalleerd en gedeeld
met de opgegeven <share
name> voor Point & Print.
/o of /O
Opent de map Printers
en faxapparaten na
installatie.
/h, /H of /?
Toont het gebruik van de opdrachtregel.
Mac
1
Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en
ingeschakeld is.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
3
Dubbelklik op het cd-rom-pictogram op het bureaublad van uw Maccomputer.
Deze opdracht opent de
map Printers en
faxapparaten na installatie
op de achtergrond.
•
Voor Mac OS X 10.8 dubbelklikt u op de cd-rom die wordt
weergegeven in de Finder.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS
X.
5
6
7
Klik op Doorgaan.
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Doorgaan.
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
157
Installeren van een stuurprogramma over het
8
Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke
onderdelen u wilt installeren.
9
10
Voer het wachtwoord in en klik op OK (of Installeer software ).
11
Klik op de knop Printer toevoegen om uw printer te selecteren en
deze aan je lijst met printers toe te voegen.
12
13
14
Klik op IP en selecteer HP Jetdirect - Socket in Protocol.
15
16
17
18
Selecteer Op het netwerk aangesloten printer (bedraad of
draadloos) in het scherm Type printerverbinding en klik op
Doorgaan.
8
Linux
Om de printersoftware te onderzoeken, moet u softwarepakketten voor
Linux downloaden van de Samsung-website (http://www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads).
1
Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en
ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet bovendien zijn
ingesteld.
2
3
Kopieer het Unified Linux Driver-pakket naar uw systeem.
4
5
6
Pak het pakket uit.
7
8
Ga verder met de installatie.
Open het terminalprogramma en ga naar de map waarnaar u het
pakket hebt gekopieerd.
Typ het IP-adres van uw apparaat in het invoerveld Adres.
Typ de wachtrijnaam in het invoerveld Wachtrij. Als u de
wachtrijnaam voor uw apparaatserver niet kunt bepalen, probeert u
eerst de standaardwachtrij.
Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt, selecteert u
Printersoftware selecteren en uw apparaatnaam in Druk af via.
Klik op Voeg toe.
Klik op Doorgaan.
Ga naar de map uld.
Voer de opdracht "./install.sh" uit (als u niet bent aangemeld als
root, voert u de opdracht uit met "sudo" als "sudo ./install.sh").
Start het hulpprogramma voor Printing nadat de installatie is
voltooid (ga naar System > Administration > Printing of voer de
opdracht "system-config-printer" uit in het terminalprogramma).
Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Sluiten.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
158
Installeren van een stuurprogramma over het
9
10
Klik op de knop Add.
11
Klik op de knop Forward om de printer aan het systeem toe te
voegen.
Selecteer AppSocket/HP JetDirect en voer het IP-adres van het
apparaat in.
Een netwerkprinter toevoegen
1
2
3
4
5
Dubbelklik op Unified Driver Configurator.
6
7
8
Selecteer uw apparaat en klik op Next.
9
UNIX
• Controleer of uw printer het besturingssysteem UNIX ondersteunt,
voordat u het UNIX-stuurprogramma installeert (zie
"Besturingssysteem" op pagina 8).
• De commando's zijn gemarkeerd met "". Wanneer u de commando's
invoert, moet u geen "" typen.
• Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Besturingssysteem"
op pagina 8).
Klik op Add Printer.
Het venster Add printer wizard wordt geopend. Klik op Next.
Selecteer Network printer en klik op de knop Search.
Het IP-adres en de modelnaam van de printer worden in de lijst
weergegeven.
Om het UNIX-printerstuurprogramma te gebruiken moet u eerst het UNIXprinterstuurprogrammapakket installeren en vervolgens de printer instellen.
U kunt het UNIX-printerstuurprogrammapakket downloaden van de website
van Samsung (http://www.samsung.com > zoek uw product >
Ondersteuning of Downloads).
Het UNIX-printerstuurprogrammapakket
installeren
Voer de beschrijving van de printer in en klik op Next.
Nadat de software is toegevoegd klikt u op Finish.
De installatieprocedure is identiek voor alle varianten van het
bovengenoemde UNIX-besturingssysteem.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
159
Installeren van een stuurprogramma over het
1
Download het UNIX-stuurprogrammapakket van de website van
Samsung en pak het uit op uw computer.
2
Zorg dat u machtigingen voor de hoofdmap heeft.
“su -"
3
Kopieer het juiste stuurprogrammabestand naar de UNIX-computer.
Raadpleeg de handleiding van uw UNIX-besturingssysteem voor meer
informatie.
4
“gzip -d < voor de pakketnaam in | tar xf -"
In sommige UNIX-besturingssystemen, zoals Solaris 10, zijn zojuist
toegevoegde printers mogelijk niet ingeschakeld en/of kunnen geen
taken ontvangen. In dat geval moet u de volgende twee opdrachten
uitvoeren in de root-terminal:
“accept <printer_name>"
“enable <printer_name>"
De installatie van het
printerstuurprogrammapakket ongedaan maken
de uitgepakte map.
Voer het installatiescript uit.
“./install –i”
install is het installatiescriptbestand dat wordt gebruikt om het
UNIX-printerstuurprogrammapakket te installeren/deïnstalleren.
Gebruik de opdracht "chmod 755 install" om de uitvoering van het
installatiescript te machtigen.
7
Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel. Hiermee wordt het
venster van de wizard Add Printer Wizard geopend. Stel in dit
venster de printer op de volgende manier in:
Pak het UNIX-printerstuurprogrammabestand uit.
Op IBM AIX gebruikt u bijvoorbeeld de volgende commando's:
5
6
8
Het hulpprogramma moet gebruikt worden om de geïnstalleerde printer
uit het systeem te verwijderen.
a Voer de opdracht "uninstallprinter" uit vanaf de terminal.
Hierdoor wordt Uninstall Printer Wizard geopend.
De geïnstalleerde printers verschijnen in de vervolgkeuzelijst.
b Selecteer de printer die u wilt verwijderen.
c Klik op Delete om de printer uit het systeem te verwijderen.
Voer de opdracht ./install –c uit om de resultaten van de installatie
te controleren.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
160
Installeren van een stuurprogramma over het
d Voer de opdracht ./install –d uit om de installatie van het volledige
pakket ongedaan te maken.
e Voer de opdracht ./install –c uit om de resultaten van het
verwijderen te controleren.
6
Typ het IP-adres of de DNS-naam van de printer in het tekstvak
Device voor netwerkprinters. Op IBM AIX met jetdirect kunt u alleen
Queue type invoeren. U kunt geen numeriek IP-adres invoeren.
7
Queue type toont de verbinding als lpd of jetdirect in de
overeenkomstige keuzelijst. Op Sun Solaris OS is bovendien een
usb type beschikbaar.
8
9
Selecteer Copies om het aantal exemplaren in te stellen.
Gebruik de opdracht ./install –i om de binaire gegevens opnieuw te
installeren.
De printer instellen
Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel om de printer toe te voegen
aan uw UNIX-systeem. Hiermee wordt het venster van de wizard Printer
toevoegen geopend. Stel in dit venster de printer op de volgende manier in:
1
2
3
Typ de naam van de printer.
4
Geef in het veld Description een beschrijving van de printer op. Dit
is optioneel.
5
Geef in het veld Location een beschrijving van de printer op.
Schakel de optie Collate in om exemplaren gesorteerd af te
drukken.
10
Schakel de optie Reverse Order in om exemplaren in omgekeerde
volgorde af te drukken.
11
Schakel de optie Make Default in om deze printer in te stellen als
standaardprinter.
12
Klik op OK om de printer toe te voegen.
Selecteer het juiste printermodel uit de lijst van modellen.
Voer een beschrijving in voor het type van uw printer in het veld
Type. Dit is optioneel.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
161
IPv6-configuratie
10
IPv6 wordt alleen juist ondersteund in Windows Vista of latere versies.
Het apparaat ondersteunt de volgende IPv6-adressen voor het afdrukken
vanaf het netwerk en voor netwerkbeheer.
•
Via het bedieningspaneel
IPv6 activeren
Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6-adressen (adres
begint met FE80).
•
Stateless Address: automatisch door een netwerkrouter
geconfigureerd IPv6-adres.
•
Stateful Address: Door een DHCPv6-server geconfigureerd IPv6adres.
•
Manual Address: Door de gebruiker handmatig geconfigureerd IPv6adres.
Het openen van de menu's kan verschillen per model (zie
"Menuoverzicht" op pagina 29).
1
Selecteer Menu(
) > Netwerk > TCP/IP (IPv6) > IPv6-protocol
op het bedieningspaneel.
OF
Selecteer
(Instelling) > Netwerk > Volg. > TCP/IP (IPv6) >
IPv6-protocol op het aanraakscherm.
Volg in een IPv6-netwerkomgeving de volgende procedure om het IPv6adres te gebruiken.
2
3
Selecteer Aan met de pijlen op het aanraakscherm.
Zet het apparaat uit en weer aan.
Als u het printerstuurprogramma installeert, moet u niet zowel IPv4 als
IPv6 configureren. We raden aan om IPv4 of IPv6 te configureren.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
162
IPv6-configuratie
DHCPv6 adresconfiguratie
11
Via de SyncThru™ Web Service
Als uw netwerk gebruikmaakt van een DHCPv6-server kunt u een van de
volgende opties instellen voor standaard dynamische host-configuratie.
1
Selecteer Menu(
) > Netwerk > TCP/IP (IPv6) > DHCPv6 config
op het bedieningspaneel.
IPv6 activeren
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer. Typ het
IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld
en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service,
moet u zich aanmelden als beheerder. Geef de standaard-ID en het
standaardwachtwoord op die hieronder worden weergegeven. We
raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen.
Selecteer
(Instelling) > Netwerk > Volg. > TCP/IP (IPv6) >
DHCPv6 config. op het aanraakscherm.
2
Selecteer de gewenste optie met de pijlen en raak
om de selectie op te slaan.
(Terug) aan
•
Router: Gebruik DHCPv6 alleen als een router erom vraagt.
•
Altijd gebruiken: gebruik DHCPv6 altijd, ook als de router er
niet om vraagt.
•
Nooit gebruiken: gebruik DHCPv6 nooit, ook niet als een router
erom vraagt.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
3
Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend,
plaatst u de muisaanwijzer op Settings bovenaan in de menublak
en klikt u op Network Settings.
4
5
6
7
Klik op TCP/IPv6 in het linkerdeelvenster van de website.
Schakel het selectievakje IPv6 Protocol in om IPv6 te activeren.
Klik op de knop Apply.
Zet het apparaat uit en weer aan.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
163
IPv6-configuratie
• U kunt ook DHCPv6 instellen.
• Ga als volgt te werk om het IPv6-adres handmatig in te stellen:
Schakel het selectievakje Manual Address in. Vervolgens wordt het
tekstvak Address/Prefix geactiveerd. Voer de rest van het adres in
(bijv. 3FFE:10:88:194::AAAA. "A" is de hexadecimaal 0 tot 9, A tot
F).
3
Voer de IPv6-adressen in (bijv. http://[FE80::215:99FF:FE66:7701]).
De adressen moeten tussen vierkante haakjes ("[ ]")worden geplaatst.
IPv6-adresconfiguratie
1
Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6-adressering
als URL ondersteunt.
2
Selecteer een van de IPv6-adressen (Link-local Address,
Stateless Address, Stateful Address, Manual Address) uit het
netwerkconfiguratierapport (zie "Een netwerkconfiguratierapport
afdrukken" op pagina 148).
•
Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6-adressen
(adres begint met FE80).
•
Stateless Address: automatisch door een netwerkrouter
geconfigureerd IPv6-adres.
•
Stateful Address: Door een DHCPv6-server geconfigureerd
IPv6-adres.
•
Manual Address: Door de gebruiker handmatig geconfigureerd
IPv6-adres.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
164
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
13
• Als u op het apparaat een draadloos netwerk wilt gebruiken,
controleert u de optielijsten en neemt u contact op met uw verkoper
om de optie te bestellen (zie "Beschikbare accessoires" op pagina
67). Wanneer u een Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie) koopt,
installeert u de kit door de stappen te volgen in de meegeleverde
gids van de Wireless-kit (draadloze LAN-optie). Na het installeren
van de Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie), stelt u het apparaat
in om de functie te kunnen gebruiken.
• Controleer of uw apparaat een draadloos netwerk ondersteunt.
Afhankelijk van het model is een draadloos netwerk mogelijk niet
beschikbaar (zie "Functies per model" op pagina 8).
12
Naam van draadloos netwerk en
netwerkwachtwoord
Draadloze netwerken vereisen een hoger beveiligingsniveau. Als u voor het
eerst een toegangspunt installeert, worden een netwerknaam (SSID), het
type beveiliging en een netwerkwachtwoord voor het netwerk gegenereerd.
Vraag uw netwerkbeheerder om deze informatie voordat u verder gaat met
de installatie van het apparaat.
Methoden voor het instellen van een draadloos
netwerk
U kunt de instellingen van uw draadloze netwerk configureren vanaf het
apparaat of de computer. Kies de instellingsmethode uit de onderstaande
tabel.
• Sommige installatiemethoden voor het draadloze netwerk zijn
mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het model of land.
• Raadpleeg het probleemoplossingshoofdstuk (zie "Problemen met
draadloze netwerken oplossen" op pagina 180), wanneer er zich
problemen voordoen tijdens de instelling van het draadloze netwerk
of de installatie van het stuurprogramma.
• Het wordt ten strengste aangeraden dat u het wachtwoord instelt op
Access Points (Toegangspunten). Als u het wachtwoord niet instelt
op Acces Points (Toegangspunten) kunnen onbekende apparaten,
waaronder pc's, smartphones en printers, mogelijk illegaal toegang
krijgen. Raadpleeg de gebruikershandleiding Acces Points
(Toegangspunten) voor de wachtwoordinstellingen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
165
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
Type verbinding
Met toegangspunt
Beschrijving & Gebruiksaanwijzing
Verbinding maken met een netwerk
• Zie "Instellen via het scherm/
aanraakscherm" op pagina 166.
Nadat de verbinding met het draadloze netwerk is gemaakt, moet u een
apparaatstuurprogramma installeren om vanuit een toepassing te
kunnen afdrukken (zie "Installeren van een stuurprogramma over het
netwerk" op pagina 152).
• Zie "Instellen via USB-kabel
(aanbevolen)" op pagina 170 als u
Windows gebruikt.
• Zie "Instellen via USB-kabel
(aanbevolen)" op pagina 173 als u
Mac gebruikt.
1
• Zie "Een netwerkkabel gebruiken" op
pagina 175.
Zonder
toegangspunt
Wi-Fi Direct
gebruiken
OF
Zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen
instellen" op pagina 178.
14
Instellen via het scherm/aanraakscherm
Voor u begint moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloos netwerk
kennen, evenals de netwerksleutel als deze is gecodeerd. Deze gegevens
zijn ingesteld toen het toegangspunt (of de draadloze router) werd
geïnstalleerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u niet vertrouwd bent
met de draadloze omgeving waarin u werkt.
Selecteer Menu(
) > Netwerk > Wi-Fi > Wi-Fi-instellingen op
het bedieningspaneel.
Druk op het model met aanraakscherm op
(Instelling) >
Netwerk > Volg. > Wi-Fi > Wi-Fi-instellingen.
2
Selecteer de gewenste installatiemethode.
•
Lijst doorz. (aangeraden): Het apparaat geeft een lijst met
beschikbare netwerken. Nadat een netwerk is geselecteerd,
vraagt de printer naar de bijbehorende beveiligingscode.
•
Aangepast: In deze modus kunnen gebruikers hun eigen SSID
handmatig invoeren of wijzigen, of de details van de
beveiligingsoptie kiezen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
166
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
Opnieuw verbinding maken met het netwerk
Als de draadloze netwerkverbinding verbroken wordt, wordt automatisch
opnieuw geprobeerd een verbinding tot stand te brengen met het
toegangspunt (of de draadloze router) met behulp van de eerder gebruikte
instellingen voor de draadloze verbinding en het adres.
In de volgende gevallen wordt automatisch een nieuwe verbinding met
het draadloze netwerk tot stand gebracht:
• Het apparaat wordt uit- en weer aangezet.
• Het toegangspunt (of de draadloze router) wordt uit- en weer
ingeschakeld.
Annuleren van het maken van een verbinding
Als u het verbinden met een draadloos netwerk wilt annuleren terwijl dit
proces wordt uitgevoerd, drukt u op de knop
(Stoppen/Wissen) op het
bedieningspaneel en laat u deze weer los. Wacht 2 minuten voordat u
opnieuw verbinding met het draadloze netwerk probeert te maken.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
167
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
•
15
Netwerkcomputer (alleen in de PIN-modus)
Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) gebruiken
Als uw printer en een toegangspunt (of draadloze router) Wi-Fi Protected
Setup™ (WPS) ondersteunen, kunt u de instellingen voor de beveiligde
draadloze netwerkverbinding eenvoudig configureren.
• Als u het draadloze netwerk wilt gebruiken in de
infrastructuurmodus, koppelt u de netwerkkabel los van het
apparaat. Of u de knop WPS (PBC) gebruikt of het PIN-nummer
invoert om verbinding te maken met het toegangspunt, hangt af van
het toegangspunt (of de draadloze router) die u gebruikt. Raadpleeg
de gebruikershandleiding bij het toegangspunt (of de draadloze
router) dat u gebruikt voor meer informatie.
• Wanneer u de WPS-knop gebruikt om het draadloos netwerk in te
stellen, kunnen de beveiligingsinstellingen wijzigen. Vergrendel de
WPS-optie in de beveiligingsinstellingen van het huidige draadloze
netwerk om dit te voorkomen. De naam van de optie kan verschillen
afhankelijk van het toegangspunt (of draadloze router) dat/die u
gebruikt.
Uw type kiezen
Met WPS kunt u op twee manieren een verbinding met een draadloos
netwerk tot stand brengen voor uw apparaat.
•
Met de PBC (Push Button Configuration)-methode kunt u uw
apparaat verbinding laten maken met een draadloos netwerk door WPS
op uw apparaat in te schakelen en op de WPS-knop (of PBC-knop) op
een toegangspunt (of draadloze router) met ondersteuning voor WPS
te drukken.
•
Bij de PIN (Personal Identification Number)-methode kunt u uw
apparaat verbinding laten maken met een draadloos netwerk door de
meegeleverde PIN-gegevens in te voeren op een toegangspunt dat (of
draadloze router die) WPS ondersteunt.
De fabrieksinstelling voor uw apparaat is de modus PBC. Deze wordt
aanbevolen voor een gewone draadloze netwerkomgeving.
Wat u nodig hebt
•
Controleer of het toegangspunt (of de draadloze router) Wi-Fi Protected
Setup™ (WPS) ondersteunt.
•
Controleer of uw apparaat Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) ondersteunt.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
168
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
Aansluiten in PBC-modus
1
5
Kies Menu(
) > Netwerk > Wi-Fi > WPS op het
bedieningspaneel.
Plaats de meegeleverde software-cd in het cd-romstation en volg de
instructies op het scherm om het draadloze netwerk in te stellen.
Verbinding maken in PIN-modus
OF
Druk op het model met aanraakscherm op
Netwerk > Volg. > Wi-Fi > WPS.
2
3
(Instelling) >
Druk op het model met aanraakscherm op
Netwerk > Volg. > Wi-Fi > WPS.
Raak OK aan wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
Raak de knop WPS (PBC) op het toegangspunt (of de draadloze
router) aan.
De berichten worden in de onderstaande volgorde op het LCDdisplay weergegeven:
a Verbinden: Het apparaat is bezig verbinding te maken met het
toegangspunt (of de draadloze router).
b Verbonden: Als het apparaat verbonden is met het draadloze
netwerk, blijft de WPS-LED branden.
c AP-SSID: nadat er een verbinding is gemaakt met het draadloos
netwerk, verschijnt de SSID van het toegangspunt op het
display.
Kies Menu(
) > Netwerk > Wi-Fi > WPS op het
bedieningspaneel.
OF
Druk op Aansluiten via PBC.
Informatievenster wordt weergegeven waarin een verwerkingstijd
voor verbinden wordt aangegeven van 2 minuten.
4
1
2
3
4
(Instelling) >
Druk op Aansluiten via PIN.
Raak OK aan wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
De achtcijferige PIN-code verschijnt op het display.
U moet binnen twee minuten de achtcijferige PIN-code invoeren op
de computer die is aangesloten op het toegangspunt (of de
draadloze router).
De berichten worden in de onderstaande volgorde op het LCDdisplay weergegeven:
a Verbinden: het apparaat maakt een verbinding met het
draadloos netwerk.
b Verbonden: Als het apparaat verbonden is met het draadloze
netwerk, blijft de WPS-LED branden.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
169
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
c AP-SSID: nadat er een verbinding is gemaakt met het draadloos
netwerk, verschijnt de SSID van het toegangspunt op het
display.
5
Plaats de meegeleverde software-cd in het cd-romstation en volg de
instructies op het scherm om het draadloze netwerk in te stellen.
16
Instellen met Windows
•
Een apparaat met een daarop geïnstalleerde interface voor draadloze
netwerken
•
USB-kabel
Opzetten van de netwerkinfrastructuur
1
2
Controleer of de USB-kabel op het apparaat is aangesloten.
Zet de computer, het toegangspunt en het apparaat aan.
Snelkoppeling naar programma Samsung Easy Wireless Setup
zonder CD: Als u het printerstuurprogramma eenmaal hebt
geïnstalleerd, hebt u zonder cd toegang tot het programma Samsung
Easy Wireless Setup (zie "Managementhulpmiddelen gebruiken" op
pagina 251).
Instellen via USB-kabel (aanbevolen)
Wat u nodig hebt
•
Toegangspunt
•
Netwerkcomputer
•
Software-cd die bij het apparaat is geleverd
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
170
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
3
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
6
Selecteer in het scherm Stelt u uw printer voor de eerste keer in?
de optie Ja, ik wil het draadloze netwerk voor mijn printer
instellen. Klik daarna op Volgende.
Als uw printer al is verbonden met het netwerk, selecteert u Nee,
mijn printer is al verbonden met mijn netwerk.
7
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle
programma's > Toebehoren > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cdrom-station en klik op OK.
•
Voor Windows 8:
Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar
Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App) en
zoekt u Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door
de letter van uw cd-romstation, en klik op OK.
Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf
moet gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en
selecteert u Run Setup.exe.
4
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster. Klik daarna op Volgende.
5
Selecteer Draadloos in het scherm Type printerverbinding. Klik
daarna op Volgende.
Na de zoekactie toont het venster de draadloze netwerkapparaten.
Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u wilt gebruiken
en klik op Volgende.
Als u de netwerknaam van uw keuze niet kunt vinden of als u de
draadloze configuratie handmatig wilt instellen, klikt u op
Geavanceerde instelling.
• Voer de naam van het draadloze netwerk in: Typ de SSID van het
toegangspunt (de SSID is hoofdlettergevoelig).
• Werkingsmodus: Selecteer Infrastructuur.
• Verificatie: selecteer een verificatietype.
Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt
gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is.
Ged. sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met de juiste
WEP-sleutel heeft toegang tot tot het netwerk.
WPA Privé of WPA2 Privé: Selecteer deze optie als u wilt dat de
afdrukserver wordt geverifieerd op basis van een vooraf gedeelde
WPA-sleutel. Hierbij wordt een gedeelde geheime sleutel gebruikt
(de zogenaamde vooraf gedeelde wachtwoordzin), die handmatig
wordt geconfigureerd op het toegangspunt en elk van de
bijbehorende clients.
• Codering: Selecteer de codering (Geen, WEP64, WEP128, TKIP,
AES).
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
171
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
• Netwerkwachtwoord: Voer de sleutelwaarde van het
netwerkwachtwoord in.
9
• Netwerksleutel bevestigen: Bevestig de sleutelwaarde van het
netwerkwachtwoord.
Als uw printer Wi-Fi Direct ondersteunt en deze functie is
uitgeschakeld, verschijnt het overeenkomstige scherm.
Als u Wi-Fi Direct wilt inschakelen, selecteert u het selectievakje en
klikt u op Volgende. Wilt u dit niet, klik dan op Volgende.
• WEP-sleutelindex: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de
juiste WEP-sleutelindex.
Als het toegangspunt is beveiligd, verschijnt het beveiligingsvenster
voor het draadloos netwerk.
Voer het netwerkwachtwoord van het toegangspunt (of de router) in.
8
Als het venster van de netwerkverbinding verschijnt, verwijdert u de
netwerkkabel. Klik daarna op Volgende. De verbinding met de
netwerkkabel kan storing veroorzaken bij het zoeken naar draadloze
apparaten.
• Met Samsung Easy Printer Manager kunt u Wi-Fi Direct opbouwen (zie
"Wi-Fi Direct installeren" op pagina 178).
• Naam Wi-Fi Direct: De standaard Wi-Fi Direct-naam is de modelnaam en
is maximaal 22 tekens lang.
• Wachtwoordinstelling is de numerieke reeks en tussen de 8 en 64 tekens
lang.
10
Als het instellen van het draadloze netwerk is voltooid, verwijder dan
de USB-kabel tussen de computer en de printer. Klik op Volgende.
11
Volg de instructies in het installatievenster.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
172
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
17
Instellen met Mac
3
Dubbelklik op het cd-rom-pictogram op het bureaublad van uw Maccomputer.
•
Wat u nodig hebt
•
Toegangspunt
•
Netwerkcomputer
•
Software-cd die bij het apparaat is geleverd
•
Een apparaat met een daarop geïnstalleerde interface voor draadloze
netwerken
•
USB-kabel
Instellen via USB-kabel (aanbevolen)
1
2
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS
X.
5
6
7
Klik op Doorgaan.
8
Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Doorgaan.
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke
onderdelen u wilt installeren.
Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en aan
staat.
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Voor Mac OS X 10.8 dubbelklikt u op de cd-rom die wordt
weergegeven in de vindfunctie.
9
Voer het wachtwoord in en klik op OK (of Installeer software).
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
173
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
10
Selecteer Configuratie van draadloos netwerk in het scherm
Type printerverbinding en klik op Doorgaan.
• Verificatie: selecteer een verificatietype.
Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt
gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is.
Ged. sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met de juiste
WEP-sleutel heeft toegang tot tot het netwerk.
WPA Privé of WPA2 Privé: Selecteer deze optie als u wilt dat de
afdrukserver wordt geverifieerd op basis van de vooraf gedeelde
WPA-sleutel. Hierbij wordt een gedeelde geheime sleutel gebruikt
(de zogenaamde vooraf gedeelde wachtwoordzin), die handmatig
wordt geconfigureerd op het toegangspunt en elk van de
bijbehorende clients.
• Codering: selecteer de codering. (Geen, WEP64, WEP128, TKIP,
AES)
• Netwerkwachtwoord: Voer de sleutelwaarde van het
netwerkwachtwoord in.
• Netwerksleutel bevestigen: Bevestig de sleutelwaarde van het
netwerkwachtwoord.
11
Na de zoekactie toont het venster de draadloze netwerkapparaten.
Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u wilt gebruiken
en klik op Volgende.
Als u de draadloze configuratie handmatig instelt, klikt u op
Geavanceerde instelling.
• WEP-sleutelindex: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de
juiste WEP-sleutelindex:.
Als de beveiliging van het toegangspunt is ingeschakeld, verschijnt het
beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk.
Voer het netwerkwachtwoord van het toegangspunt (of de router) in.
• Voer de naam van het draadloze netwerk in: Typ de SSID van het
toegangspunt (de SSID is hoofdlettergevoelig).
• Werkingsmodus: Selecteer Infrastruct..
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
174
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
12
Als uw printer Wi-Fi Direct ondersteunt en deze functie is
uitgeschakeld, verschijnt het overeenkomstige scherm.
Als u Wi-Fi Direct wilt inschakelen, selecteert u het selectievakje en
klikt u op Volgende. Wilt u dit niet, klik dan op Volgende.
14
Het instellen van het draadloze netwerk is voltooid. Nadat de
installatie is voltooid, klikt u op Afsluiten.
18
Een netwerkkabel gebruiken
Wanneer apparaten de netwerkpoort niet ondersteunen, kunt u deze
functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 20).
Uw apparaat is netwerkcompatibel. Om uw apparaat netwerkcompatibel te
maken, moet u enkele configuratieprocedures doorlopen.
• Nadat de verbinding met het draadloze netwerk is gemaakt, moet u
een apparaatstuurprogramma installeren om vanuit een toepassing
te kunnen afdrukken (zie "Installeren van een stuurprogramma over
het netwerk" op pagina 152).
• Met Samsung Easy Printer Manager kunt u Wi-Fi Direct opbouwen
(zie "Wi-Fi Direct installeren" op pagina 178).
• Neem contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die uw
draadloos netwerk heeft ingesteld voor informatie over uw
netwerkconfiguratie.
• Naam Wi-Fi Direct: De standaard Wi-Fi Direct-naam is de
modelnaam en is maximaal 22 tekens lang.
• Wachtwoordinstelling is de numerieke reeks en tussen de 8 en 64
tekens lang.
Wat u nodig hebt
13
Als de instellingen van het draadloze netwerk voltooid zijn, koppelt u
de USB-kabel tussen de computer en de printer los.
•
Toegangspunt
•
Netwerkcomputer
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
175
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
•
Software-cd die bij het apparaat is geleverd
•
Een apparaat met een daarop geïnstalleerde interface voor draadloze
netwerken
•
Netwerkkabel
Een netwerkconfiguratierapport afdrukken
U kunt bepalen welke netwerkinstellingen voor uw apparaat worden
gebruikt door een netwerkconfiguratierapport af te drukken.
Het draadloze netwerk van het apparaat
configureren
Voordat u begint, moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloze
netwerk en de netwerksleutel (als deze is gecodeerd) weten. Deze
gegevens zijn ingesteld toen het toegangspunt (of de draadloze router)
werd geïnstalleerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u niet vertrouwd
bent met de draadloze omgeving waarin u werkt.
Om parameters van het draadloos netwerk te configureren, kunt u
SyncThru™ Web Service gebruiken.
zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148.
SyncThru™ Web Service gebruiken
IP-adres instellen via het programma SetIP
(Windows)
Dit programma wordt gebruikt om het IP-adres van uw apparaat handmatig
in te stellen met behulp van het MAC-adres, om te communiceren met het
apparaat. Het MAC-adres is een hardwareserienummer van de
netwerkinterface dat u terugvindt in het netwerkconfiguratierapport
terugvindt.
zie "Het IP-adres instellen" op pagina 148.
Controleer de status van de kabelverbinding voor u begint met de
configuratie van de parameters voor het draadloze netwerk.
1
Controleer of de netwerkkabel op de printer is aangesloten. Als dat
niet het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op het apparaat
aansluiten.
2
Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Voorbeeld:
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
176
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
3
Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
4
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. We raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen
te wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Network Settings.
6
7
8
Klik op Wi-Fi > Wizard.
9
Selecteer de Network Name(SSID) in de lijst.
19
Het Wi-Fi-netwerk in- of uitschakelen
Als uw apparaat een LCD-display heeft, kunt u Wi-Fi ook in-/
uitschakelen via het menu Network op het bedieningspaneel van het
apparaat.
1
Controleer of de netwerkkabel op het apparaat is aangesloten. Als
dat niet het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op het
apparaat aansluiten.
2
Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Voorbeeld:
Klik op Next.
Als het venster met beveiligingsinstellingen voor draadloze
netwerken verschijnt, voert u het geregistreerde wachtwoord
(netwerkwachtwoord) in en klikt u op Next.
3
Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
Het bevestigingsvenster verschijnt. Controleer de instellingen van
het draadloze netwerk. Als de instellingen juist zijn, klikt u op Apply.
4
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. We raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen
te wijzigen.
Ontkoppel de netwerkkabel (standaard of netwerk). Als het goed is,
communiceert uw apparaat nu draadloos met het netwerk.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
177
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Network Settings.
6
7
Klik op Wi-Fi.
U kunt het Wi-Fi-netwerk in- en uitschakelen.
• U kunt uw mobiele apparaat niet verbinden met het internet via WiFi Direct op uw printer.
• De lijst met ondersteunde protocollen kan verschillen per model. WiFi Direct-netwerken ondersteunen niet IPv6-, netwerkfilterings-,
IPSec-, WINS- en SLP-diensten.
• Er kunnen maximaal 4 apparaten via Wi-Fi Direct worden
aangesloten.
20
Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen
Wi-Fi Direct is een gemakkelijk te installeren, peer-topeerverbindingsmethode tussen de gecertificeerde Wi-Fi Direct-printer en
een mobiel apparaat, dat voorziet in een veilige verbinding en betere
doorvoer dan de ad-hocmodus.
Met Wi-Fi Direct kunt u uw printer aansluiten op een Wi-Fi Direct-netwerk,
terwijl deze ook verbonden is met een toegangspunt. U kunt ook
tegelijkertijd gebruik maken van een bekabeld netwerk en een Wi-Fi Directnetwerk, zodat meerdere gebruikers documenten kunnen openen en
afdrukken via Wi-Fi Direct en het bekabelde netwerk.
Wi-Fi Direct installeren
U kunt de Wi-Fi Direct-optie inschakelen volgens een van de volgende
methoden.
Via een computer die verbonden is met een USB-kabel
(aanbevolen)
Wanneer de installatie van het stuurprogramma voltooid is, kan de
Samsung Easy Printer Manager worden gebruikt om de Wi-Fi Directinstellingen te wijzigen.
Samsung Easy Printer Manager is alleen beschikbaar voor gebruikers
van Windows en Mac.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
178
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
Selecteer in het menu StartProgramma’s of Alle programma's >
Samsung Printers > Samsung Easy Printer Manager >
Apparaatinstellingen > Netwerk.
•
Wi-Fi Direct Aan/Uit: Kies Aan om in te schakelen.
•
Apparaatnaam: Voer de naam van de printer in om uw printer te
kunnen zoeken op een draadloos netwerk. De standaardnaam van uw
apparaat is de modelnaam.
•
•
•
IP-adres: Voer het IP-adres van de printer in. Dit IP-adres wordt
gebruikt op uw lokale netwerk en niet voor het bekabelde of draadloze
netwerk. Wij raden u aan om het standaard lokale IP-adres te gebruiken
(het standaard lokaal IP-adres van de printer voor Wi-Fi Direct is
192.168.3.1)
Groepsgebruiker: Schakel deze optie in om de printer toe te wijzen
aan de Wi-Fi Direct-groepsgebruiker. De Groepsgebruiker
functioneert op dezelfde manier als het draadloze toegangspunt. Wij
raden u aan deze optie in te schakelen.
Netwerkwachtwoord: Wanneer uw printer een Groepsgebruiker is,
heeft u een Netwerkwachtwoord nodig om andere mobiele apparaten
te verbinden met uw printer. U kunt het netwerkwachtwoord zelf
instellen, of u kunt het netwerkwachtwoord dat standaard gegenereerd
wordt, laten onthouden.
Vanaf het apparaat
1
Selecteer Menu(
bedieningspaneel.
) > Netwerk > Wi-Fi > Wi-Fi Direct op het
OF
Druk op het model met aanraakscherm op
Netwerk > Volg. > Wi-Fi > Wi-Fi direct.
2
(Instelling) >
Schakel Wi-Fi Direct in en stel andere opties in.
Vanaf een computer met netwerkverbinding
Wanneer uw printer een netwerkkabel of een draadloos toegangspunt
gebruikt, kunt u Wi-Fi Direct inschakelen en configureren via SyncThru™
Web Service.
1
Ga naar SyncThru™ Web Service en kies Settings > Network
Settings > Wi-Fi > Wi-Fi Direct™.
2
Schakel Wi-Fi Direct™ in en stel andere opties in.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
179
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
Het mobiele apparaat instellen
21
Problemen met draadloze netwerken oplossen
•
•
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor het mobiele apparaat na het
instellen van Wi-Fi Direct op uw printer om Wi-Fi Direct in te stellen op
het mobiele apparaat.
Na het inschakelen van Wi-Fi Direct moet u de toepassing voor mobiel
afdrukken downloaden (bijvoorbeeld: Samsung Mobile printer) om af te
kunnen drukken vanaf uw smartphone.
• Wanneer u de printer heeft gevonden waar u verbinding mee wilt
leggen vanaf uw mobiele apparaat, selecteert u de printer en gaat
het LED-lampje op de printer branden. Wanneer u op de WPS-knop
van de printer drukt, wordt er verbinding gemaakt met uw mobiele
apparaat.
Problemen tijdens het instellen of de installatie
van het stuurprogramma
Printers niet gevonden
•
Mogelijk staat uw printer niet aan. Zet de computer en printer aan.
•
De USB-kabel tussen de computer en het apparaat is niet aangesloten.
Verbind de printer met uw computer door middel van de USB-kabel.
•
De printer ondersteunt geen draadloze netwerken. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de printer op de software-cd die bij het
apparaat is geleverd en zorg dat u beschikt over een draadloze
netwerkprinter.
• Wanneer uw mobiele apparaat Wi-Fi Direct niet ondersteunt, moet u
de netwerksleutel van een printer invoeren in plaats van op de WPSknop te drukken.
Verbindingsprobleem - SSID niet gevonden
•
De printer kan de door u geselecteerde of ingevoerde netwerknaam
(SSID) niet vinden. Controleer de netwerknaam (SSID) op uw
toegangspunt en probeer opnieuw verbinding te maken.
•
Uw toegangspunt is uitgeschakeld. Zet het toegangspunt aan.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
180
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
Verbindingsprobleem - Ongeldige beveiliging
•
De beveiliging is niet op de juiste manier geconfigureerd. Controleer de
beveiliging die op het toegangspunt en de printer is geconfigureerd.
Verbindingsprobleem - Algemene verbindingsfout
•
Uw computer ontvangt geen signaal van uw apparaat. Controleer de
USB-kabel en de stroomtoevoer van de printer.
Verbindingsprobleem - Verbonden bedraad netwerk
•
De printer is verbonden met een netwerkkabel. Koppel de netwerkkabel
los van uw apparaat.
Als u in DHCP-modus niet kunt afdrukken, wordt het probleem
waarschijnlijk veroorzaakt door het automatisch gewijzigde IP-adres.
Vergelijk het IP-adres van het product met dat van de printerpoort.
Hoe kunt u vergelijken:
1 Druk het netwerkinformatierapport van uw printer af en controleer
het IP-adres (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op
pagina 148).
2 Controleer het IP-adres van de printerpoort op uw computer.
a Klik op het menu Start van Windows.
• In Windows 8: selecteer in Charms(charms)
achtereenvolgens Zoeken > Instellingen.
b Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en
faxapparaten.
Verbindingsprobleem - Het IP-adres toewijzen
• Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
•
• In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm
> Hardware > Apparaten en printers.
Schakel het toegangspunt (of de draadloze router) en het apparaat uit
en weer in.
Fout bij verbinding met pc
•
Het geconfigureerde netwerkadres kan geen verbinding maken tussen
uw computer en het apparaat.
-
c
d
Voor een DHCP-netwerkomgeving
Het apparaat ontvangt automatisch het IP-adres (DHCP) als de
toewijzingsmethode voor het IP-adres is ingesteld op DHCP.
e
f
• In Windows 7/ Windows 8: selecteer achtereenvolgens
Configuratiescherm > Apparaten en printers.
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
In Windows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen.
In Windows 7/Windows 8 of Windows Server 2008 R2: selecteer
in de contextmenu's de optie Eigenschappen van printer.
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ► staat,
kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
Klik op het tabblad Poort.
Klik op de knop Poort configureren...
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
181
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
g Controleer of de Printernaam of het IP-adres: hetzelfde is als op
de netwerkconfiguratiepagina.
3 Wijzig het IP-adres van de printerpoort als het niet overeen komt met
het adres op het netwerkinformatierapport.
Als u de installatie-cd wilt gebruiken om het IP-adres van de poort te
wijzigen, maakt u verbinding met een netwerkprinter. vervolgens
opnieuw verbinding te maken met het IP-adres.
-
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het toegangspunt (of de
draadloze router) voor specifieke informatie.
•
Mogelijk is uw computer, het toegangspunt (of de draadloze router) of
de printer niet ingeschakeld.
•
Controleer de draadloze ontvangst van het signaal rond het apparaat.
Als de router ver van de printer staat of als er een obstakel in de weg
staat, kan dat de ontvangst van het signaal bemoeilijken.
•
Schakel het toegangspunt (of de draadloze router), de printer en de
computer uit en weer aan. Soms kan dat helpen om de communicatie
met het netwerk te herstellen.
•
Controleer of firewallsoftware (V3 of Norton) de communicatie
blokkeert.
Voor een statische netwerkomgeving
De printer gebruikt het statische adres als de toewijzingsmethode
voor het IP-adres op de computer is ingesteld op Statisch.
Voorbeeld:
Als de netwerkgegevens van de computer als volgt zijn:
▪
IP-adres: 169.254.133.42
▪
Subnetmasker: 255.255.0.0
Als de computer en de printer op hetzelfde netwerk zijn aangesloten
maar niet kunnen worden gevonden, blokkeert de firewall-software
mogelijk de communicatie. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de
firewall-software voor informatie over het uitschakelen van de firewall.
Probeer vervolgens nogmaals of de printer kan worden gevonden.
Dan zijn dit de netwerkgegevens van het apparaat:
▪
IP-adres: 169.254.133.43
▪
Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker van de
computer.)
▪
Gateway: 169.254.133.1
Andere problemen
Als zich tijdens het gebruik van de printer in een netwerk problemen
voordoen, controleert u de volgende punten:
•
Controleer of het IP-adres van het apparaat juist is toegewezen. U kunt
het IP-adres controleren door het netwerkconfiguratierapport af te
drukken.
•
Controleer of het toegangspunt (of de draadloze router) met een
wachtwoord beveiligd is. Als er een wachtwoord is ingesteld, neemt u
contact op met de beheerder van het toegangspunt (of de draadloze
router).
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
182
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
•
Controleer het IP-adres van de printer. Installeer het
printerstuurprogramma opnieuw en wijzig de instellingen om een
verbinding te maken met het apparaat op het netwerk. Bij DHCP is het
mogelijk dat het toegewezen IP-adres verandert als het apparaat lange
tijd niet wordt gebruikt of als het toegangspunt opnieuw is ingesteld.
Registreer het MAC-adres van het product als u de DHCP-server
configureert op het toegangspunt (of de draadloze router). Dan kunt u
altijd het ingestelde IP-adres gebruiken dat is ingesteld met behulp van
het MAC-adres. U kunt het MAC-adres van uw apparaat vinden door
een netwerkconfiguratierapport af te drukken (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 148).
•
Controleer de draadloze omgeving. Mogelijk kunt u geen verbinding
maken met het netwerk in de infrastructuuromgeving waar u
gebruikersgegevens moet invoeren voordat u een verbinding hebt
gemaakt met een toegangspunt (of draadloze router).
•
Dit apparaat ondersteunt alleen IEEE 802.11b/g/n en Wi-Fi. Andere
draadloze communicatietypes (b.v. Bluetooth) worden niet
ondersteund.
•
Het apparaat moet zich binnen het bereik van het draadloos netwerk
bevinden.
•
De printer mag niet in de buurt staan van obstakels die het draadloze
signaal kunnen blokkeren.
•
De printer mag niet in de buurt staan van andere elektronische
apparaten die het draadloze signaal kunnen verstoren.
Er zijn veel apparaten die het draadloze signaal kunnen verstoren,
waaronder magnetrons en bepaalde Bluetooth-apparaten.
•
Telkens als de configuratie van uw toegangspunt (of draadloze router)
verandert, moet u het draadloze netwerk van het product opnieuw
instellen.
•
Er kunnen maximaal 4 apparaten via Wi-Fi Direct worden aangesloten.
Verwijder grote metalen voorwerpen die zich tussen het toegangspunt
(of de draadloze router) en het apparaat bevinden.
Controleer of er geen palen, muren of steunpilaren van metaal of beton
tussen de printer en het draadloze toegangspunt (of de draadloze
router) staan.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
183
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
• Het gebruik van een andere behuizing of batterij dan meegeleverd
met het mobiele apparaat of van een metalen behuizing of
afdekplaatje kan het NFC-signaal blokkeren.
Als u op het apparaat de NFC-functie wilt gebruiken, controleert u de
optielijsten en neemt u contact op met uw verkoper om de functie te
bestellen (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 67). Wanneer u
een Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie) koopt, installeert u de kit
door de stappen te volgen in de meegeleverde gids van de Wireless/
NFC-kit (draadloze LAN-optie). Na het installeren van de Wireless-kit
(draadloze LAN-optie), stelt u het apparaat in om de functie te kunnen
gebruiken.
Met de NFC-printer (Near Field Communication) kunt u direct vanaf uw
mobiele apparaat afdrukken door uw mobiele apparaat boven de NFC-tag
op uw Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie) te houden. U hoeft geen
printerstuurprogramma te installeren of verbinding te maken met een
toegangspunt. U moet alleen een mobiel apparaat hebben dat NFC
ondersteunt. Om deze functie te gebruiken, moeten mobiele apps worden
geïnstalleerd op uw mobiele apparaat. Standaard is NFC ingeschakeld op
uw apparaat.
• Als er nog steeds geen communicatie tussen de NFC-apparaten
mogelijk is,
- verwijdert u de hoes of afdekking van het mobiele apparaat en
probeert u het opnieuw.
- Plaats de batterij van het mobiele apparaat terug en probeer het
opnieuw.
22
Vereisten
•
Alleen in Android OS 4.1 of hoger wordt de Wi-Fi Direct-functie op uw
mobiele apparaat automatisch ingeschakeld wanneer u de NFC-functie
inschakelt. Als u de NFC-functie wilt gebruiken, kunt u uw mobiele
apparaat het beste bijwerken naar Android 4.1 OS of hoger.
• Afhankelijk van het materiaal van de behuizing van het mobiele
apparaat werkt NFC-herkenning mogelijk niet goed.
• De overdrachtssnelheid is afhankelijk van het mobiele apparaat dat
u gebruikt.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor het model met een NFC-tag
(zie "Apparaatoverzicht" op pagina 18).
Voor NFC en Wi-Fi Direct geschikt mobiel apparaat met Android OS 4.0
of hoger waarop de ondersteunde mobiele apps zijn geïnstalleerd.
•
Printer waarop de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld (zie "Wi-Fi Direct
installeren" op pagina 178).
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
184
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
23
24
Verwante apps
De app Samsung Mobile Print Pro gebruiken
Er zijn een aantal apps die kunnen worden gebruikt in combinatie met de
NFC-functie. De apps kunnen worden gedownload uit de Google Play
Store.
U kunt de app gebruiken om een verificatie/registratie te verkrijgen van de
Samsung Mobile Print Pro-app.
•
Verificatie van het mobiele apparaat
Samsung Mobile Print: Hiermee kunnen gebruikers foto's,
documenten en webpagina's direct vanaf hun smartphone of tablet
afdrukken, scannen (alleen als de printer scannen ondersteunt) en
faxen (alleen als de printer faxen ondersteunt) (zie "De app Samsung
Mobile Print gebruiken" op pagina 191).
•
Samsung Mobile Print Pro: Hiermee kunnen gebruikers eenvoudig
een verificatie verkrijgen. Deze app biedt een manier om
gebruikersverificatie uit te voeren met uw mobiele apparaat (zie "De
app Samsung Mobile Print Pro gebruiken" op pagina 185).
•
Samsung Mobile Print Manager: Hiermee kunnen gebruikers functies
voor klonen en draadloze instellingen gebruiken met hun mobiele
apparaat (zie "De app Samsung Mobile Print Manager gebruiken" op
pagina 187).
1
Open de app Samsung Mobile Print Pro.
Als Samsung Mobile Print Pro niet is geïnstalleerd op uw mobiele
apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
2
Voer de id en het Password in.
Indien nodig typt u ID en wachtwoord in om u aan te melden. Als u
zich voor de eerste keer bij de printer aanmeldt, typt u onderstaand
standaard-ID en -wachtwoord. We raden u om veiligheidsredenen
aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
185
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
3
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
Registratie met het mobiele apparaat
) op
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
1
Open de app Samsung Mobile Print Pro.
Als Samsung Mobile Print Pro niet is geïnstalleerd op uw mobiele
apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
2
Druk op het pictogram
scherm.
in het Samsung Mobile Print Pro-
3
4
Selecteer On in het menu Phone login set as default.
De id van het mobiele apparaat wordt weergegeven in het Samsung
Mobile Print Pro-scherm.
Druk op Registration.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
5
Voer de id, het Wachtwoord, het Domein en de Toegangscode in
en klik op OK.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
186
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
De Passcode is vereist wanneer de beheerder kiest voor de methode
met Two-Factor Authentication. U moet een wachtwoordcode
invoeren ter verificatie. Het wachtwoord en de wachtwoordcode
moeten van elkaar verschillen. U kunt Two-Factor Authentication
selecteren via SyncThru™ Web Service > Security > User Access
Control > Authentication > Authentication Method > Options >
Login Method > Two-Factor Authentication.
6
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
7
Er wordt op het aanraakscherm van de printer een bericht
weergegeven dat de registratie is voltooid.
25
) op
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
De app Samsung Mobile Print Manager gebruiken
Als u meer dan één printer hebt en u op alle printers dezelfde instellingen
wilt gebruiken, kunt u dat eenvoudig regelen met de app Samsung Mobile
Print Manager. Raak met uw mobiele telefoon de NFC-tag van uw printer
aan om de instellingen te kopiëren. Tik op de printer waar u de instellingen
aan wilt overdragen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
187
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
Exporteren (instellingen naar uw mobiele
apparaat kopiëren)
1
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer (zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina
178).
2
Open de app Samsung Mobile Print Manager op uw mobiele
apparaat.
5
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
) op
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Als Samsung Mobile Print Manager niet is geïnstalleerd op uw
mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps,
Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
3
4
Druk op Exporteren.
• Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk
niet op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de
locatie van de NFC-tag op uw mobiele apparaat voordat u deze
functie gebruikt.
Typ de juiste gegevens bij ID en Wachtwoord en klik vervolgens op
OK.
Indien nodig typt u ID en wachtwoord in om aan te melden. Als het
uw eerste keer is dat u aanmeld op de printer, typt u onderstaand
standaard ID en wachtwoord. We raden u om veiligheidsredenen
aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
• Tijdens het klonen wordt het apparaat vergrendeld.
6
7
Selecteer de gewenste instellingen en druk op OK.
Volg de instructies op het scherm van het mobiele apparaat.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
188
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
Importeren (instellingen toepassen op het
apparaat)
1
2
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer (zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina
178).
Open de app Samsung Mobile Print Manager op uw mobiele
apparaat.
5
6
7
Selecteer de instellingen die u wilt kopiëren.
Volg de instructies op het scherm van het mobiele apparaat.
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
) op
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Als Samsung Mobile Print Manager niet is geïnstalleerd op uw
mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps,
Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
3
4
Druk op Importeren.
Typ de juiste gegevens bij ID en Wachtwoord en klik vervolgens op
OK.
Indien nodig typt u ID en wachtwoord in om aan te melden. Als het
uw eerste keer is dat u aanmeld op de printer, typt u onderstaand
standaard ID en wachtwoord. We raden u om veiligheidsredenen
aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
• Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk
niet op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de
locatie van de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze
functie gebruikt.
• Tijdens het klonen wordt het apparaat vergrendeld.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
189
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
Instellingen voor draadloos
3
U kunt de instellingen voor draadloos van uw telefoon naar uw printer
kopiëren door uw mobiele apparaat tegen de NFC-tag van uw printer te
houden.
Indien nodig typt u het ID en wachtwoord in om u aan te melden. Als
u zich voor de eerste keer bij de printer aanmeldt, typt u onderstaand
standaard-ID en -wachtwoord. We raden u aan om het wachtwoord
om veiligheidsredenen te wijzigen.
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moeten de Wi-Fi-instellingen op
uw mobiele apparaat zijn ingesteld.
1
Open de app Samsung Mobile Print Manager op uw mobiele
apparaat.
Als Samsung Mobile Print Manager niet is geïnstalleerd op uw
mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps,
Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
2
Typ de juiste gegevens bij ID en Wachtwoord en klik vervolgens op
OK.
4
•
ID: admin
•
Password: sec00000
Als het toegangspunt (of de draadloze router) is verbonden,
verschijnt er een venster met een bevestiging. Klik dan op OK. Als
er geen verbinding is met het toegangspunt (of de draadloze router),
selecteert u het gewenste toegangspunt (of de draadloze router) en
klikt u op OK. Klik daarna nogmaals op OK.
Op het mobiele apparaat wordt het Samsung Mobile Print Proscherm weergegeven.
Druk op Wi-Fi Setup.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
190
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
5
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
26
) op
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
De app Samsung Mobile Print gebruiken
Samsung Mobile Print is een gratis toepassing waarmee gebruikers
foto's, documenten en webpagina's direct vanaf hun smartphone of tablet
kunnen afdrukken, scannen (alleen bij multifunctionele printers) en faxen
(alleen bij multifunctionele printers).
Afdrukken
1
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer.
2
Open de app Samsung Mobile Print.
Als Samsung Mobile Print niet is geïnstalleerd op uw mobiele
apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de
app. Probeer het vervolgens opnieuw.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
6
Volg de instructies op het scherm van het mobiele apparaat.
3
4
Selecteer afdrukmodus.
Selecteer de inhoud die u wilt afdrukken.
Wijzig de afdrukoptie indien nodig door op het pictogram
drukken.
te
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
191
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
5
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
27
) op
Wacht een aantal seconden terwijl het mobiele apparaat een taak
naar de printer verstuurt.
Registreren van Google Cloud-printer
1
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer (zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina
178).
2
Open de app Samsung Mobile Print.
Als Samsung Mobile Print niet is geïnstalleerd op uw mobiele
apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de
app. Probeer het vervolgens opnieuw.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
6
3
4
Selecteer het statuspictogram van het apparaat.
Selecteer Google Cloud Print > Registreer Google Cloud Printer.
Het apparaat start met afdrukken.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
192
De NFC-functie gebruiken (optioneel)
5
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
) op
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
6
Geef in het pop-upvenster de bevestiging op voor uw printer.
Uw printer is nu geregistreerd bij de service ™Google Cloud Print.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
193
Ondersteunde mobiele apps
28
29
Beschikbare apps
•
Samsung Mobile Print: Samsung Mobile Print is een gratis
toepassing waarmee gebruikers foto's, documenten en webpagina's
direct vanaf hun smartphone of tablet kunnen afdrukken, scannen
(alleen bij multifunctionele printers) en faxen (alleen bij multifunctionele
printers). Samsung Mobile Print is niet alleen compatibel met uw
Android- en iOS-smartphones maar ook met uw iPod Touch en tabletpc. Het verbindt uw mobiele apparaat met een printer van Samsung die
met het netwerk is verbonden of met een draadloze printer via een WiFi-toegangspunt. U hoeft geen nieuw stuurprogramma te installeren of
netwerkinstellingen te configureren: u hoeft alleen de toepassing
Samsung Mobile Print te installeren en deze detecteert automatisch
compatibele Samsung-printers. Behalve het afdrukken van foto's,
webpagina's en PDF's kunt u met deze toepassing ook scannen. Als u
een multifunctioneel apparaat van Samsung hebt, kunt u elk gewenst
document scannen naar een document met de indeling JPG, PDF of
PNG en deze snel en eenvoudig op uw mobiele apparaat weergeven
(zie "De app Samsung Mobile Print gebruiken" op pagina 191).
•
Samsung Mobile Print Pro: Hiermee kunnen gebruikers eenvoudig
een verificatie verkrijgen. Deze app biedt een manier om
gebruikersverificatie uit te voeren met uw mobiele apparaat (zie "De
app Samsung Mobile Print Pro gebruiken" op pagina 185).
•
Samusng Mobile Print Manager: Hiermee kunnen gebruikers functies
voor klonen en draadloze instellingen gebruiken met hun mobiele
apparaat (zie "De app Samsung Mobile Print Manager gebruiken" op
pagina 187, "Instellingen voor draadloos" op pagina 190).
Apps downloaden
Voor het downloaden van apps gaat u naar de toepassingenwinkel (Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat en zoekt u naar Samsung
Mobile Print/Samsung Mobile Print Pro/Samusng Mobile Print
Manager. U kunt ook naar iTunes op uw computer gaan voor Appleapparaten.
•
•
Samsung Mobile Print
-
Android: Zoek naar Samsung Mobile Print in de Play Store en
download de app.
-
iOS: Zoek naar Samsung Mobile Print in de App Store en
download de app.
Samsung Mobile Print Pro/Samusng Mobile Print Manager
-
Android: Zoek naar Samsung Mobile Print Pro of Samusng
Mobile Print Manager in de Play Store en download de app.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
194
Ondersteunde mobiele apps
30
Ondersteund mobiel besturingssysteem
•
•
Samsung Mobile Print
-
Android OS 2.3 of hoger
-
iOS 5.0 of hoger
Samsung Mobile Print Pro/Samusng Mobile Print Manager
-
Voor NFC en Wi-Fi Direct geschikt mobiel apparaat met Android 4.0
of hoger waarop de ondersteunde mobiele apps zijn geïnstalleerd
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
195
AirPrint
4
Alleen machines met AirPrint-certificering kunnen worden gebruikt met
de functie AirPrint. Controleer op de doos waarin uw machine geleverd
is of de machine gecertificeerd is voor AirPrint.
Met AirPrint kunt u rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf uw
iPhone, iPad en iPod touch met de nieuwste versie van iOS.
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. Geef de standaard-ID en het standaardwachtwoord op die
hieronder worden weergegeven. We raden u aan om het
wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Settings > Network Settings.
6
Klik op Raw TCP/IP, LPR, IPP of mDNS .
31
AirPrint instellen
Bonjour(mDNS)- enIPP-protocollen zijn vereist om de AirPrint-functie te
kunnen gebruiken op uw apparaat. U kunt de AirPrint-functie inschakelen
volgens een van de volgende methoden.
1
2
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden.
Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
U kunt het IPP- of mDNS-protocol inschakelen.
32
Afdrukken via AirPrint
De iPad-handleiding geeft bijvoorbeeld de volgende instructies:
1
Open de e-mail, foto, internetpagina of het document dat u wilt
afdrukken.
2
3
Raak het bewerkingpictogram aan (
4
Raak de knop Afdrukken aan. Druk het af.
Voorbeeld:
3
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
).
Selecteer de naam van uw printerstuurprogramma en het
optiemenu om de gegevens in te stellen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
196
AirPrint
Afdruktaak annuleren: Klik op pictogram van het afdrukcentrum
(
) in het multi-taskinggebied om de afdruktaak te annuleren of het
overzicht van de afdruktaak te bekijken. U kunt in het afdrukcentrum op
annuleren klikken.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
197
Samsung Cloud Print
Samsung Cloud Print is een gratis cloudservice waarmee u kunt afdrukken
of scannen met uw Samsung-printer of MFP vanaf uw smartphone of tablet.
Nadat u de Samsung Cloud Print-app heeft geïnstalleerd, kunt u registreren
bij de Samsung Cloud Print-service met alleen uw mobiele nummer ter
verifiëring. Er is geen andere login vereist, maar u kunt de app wel koppelen
aan uw Samsung-account als u dat wenst.
Als u op de knop (
) in de Samsung Cloud Print-app drukt, kunnen
1
2
Open de webbrowser.
3
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
4
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service,
moet u zich aanmelden als beheerder. Typ het onderstaande
standaard-ID en het standaard-Password. We raden u aan om het
wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen.
uw mobiele apparaat en printer gekoppeld worden via NFC, een QRcode of het handmatig invoeren van een MAC-adres. Zodra ze
gekoppeld zijn, kunt u vanaf iedere locatie afdrukken en scannen.
Voer in het adresveld het IP-adres van de printer in en druk
vervolgens op de Enter-toets of klik op Ga naar.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
33
Uw printer registreren in de Samsung
Cloudserver.
Registreren via de webbrowser
5
Zodra het venster SyncThru™ Webservice opent, klikt u op
Instellingen > Netwerkinstellingen > Samsung Cloud Print.
6
7
Het Samsung Cloud Print-protocol inschakelen.
Uw printer is nu geregistereerd in de Samsung Cloud Print-service.
• Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een
(draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
198
Samsung Cloud Print
34
Afdrukken met Samsung Cloud Print
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een
(draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet.
Afdrukken via een toepassing of mobiel
apparaat.
De volgende stappen vormen een voorbeeld voor het gebruiken van de
Samsung Cloud Print-app met een Android-telefoon.
1
Een printer registreren vanaf een toepassing op
een mobiel apparaat
Als u geen Samsung Cloud Print-app op uw mobiele telefoon hebt
geïnstalleerd, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat om de app te zoeken en te
downloaden.
De volgende stappen vormen een voorbeeld voor het gebruiken van de
Samsung Cloud Print-app met een Android-telefoon.
1
Open de Samsung Cloud Print-app.
Als u geen Samsung Cloud Print-app op uw mobiele telefoon hebt
geïnstalleerd, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat om de app te zoeken en te
downloaden.
2
3
Druk op de knop (
Open de Samsung Cloud Print-app.
2
3
4
Tik op de knop Opties van het document dat u wilt afdrukken.
Stel indien nodig de gewenste afdrukopties in.
Tik op Taak verzenden.
) in de Samsung Cloud Print-app.
Uw mobiele apparaat en printer of MFP kunnen gekoppeld worden
via NFC, een QR-code of het handmatig invoeren van een MACadres.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
199
Google Cloud Print™
Met Google Cloud Print™ kunt u gegevens afdrukken via uw smartphone,
tablet of een ander apparaat dat met internet is verbonden. U hoeft alleen
uw Google-account bij de printer te registreren om de service Google Cloud
Print™ te kunnen gebruiken. U kunt uw document afdrukken of mailen
vanuit Chrome OS, de Chrome-browser of een Gmail™/ Google Docs™toepassing op uw mobiele apparaat. U hoeft het printerstuurprogramma
dus niet op uw mobiele apparaat te installeren. Raadpleeg de Googlewebsite (http://www.google.com/cloudprint/learn/ of http://
support.google.com/cloudprint) voor meer informatie over Google Cloud
Print™.
Als de netwerkomgeving van de printer gebruikmaakt van een
proxyserver, moet u het IP-adres en het poortnummer van de proxy
configureren bij Proxy Setting. Neem contact op met uw
netwerkprovider of -beheerder voor meer informatie.
5
6
Klik op Register.
U moet worden geverifieerd als beheerder. Geef de standaard-ID en
het standaardwachtwoord op die hieronder worden weergegeven.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
35
Uw Google-account registreren op de printer
7
Registreren via de app Samsung Mobile Print
Als u deze functie wilt gebruiken, moet de Samsung Mobile Print-app
zijn geïnstalleerd op uw telefoon.
1
2
3
4
Geef in het pop-upvenster de bevestiging op voor uw printer.
Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™.
Registreren via de Chrome-browser
• Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een
(draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet.
Open de app Samsung Mobile Print op uw mobiele apparaat.
• U moet van tevoren een Google-account maken.
Selecteer de apparaatinstellingen.
Selecteer Google Cloud Print.
Voer de naam en beschrijving van uw printer in.
1
2
Open de Chrome-browser.
Ga naar www.google.com.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
200
Google Cloud Print™
3
4
Meld u aan bij de Google-website met uw Gmail™-adres.
5
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
6
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service,
moet u zich aanmelden als beheerder. Typ het onderstaande
standaard-ID en het standaard-Password. We raden u om
veiligheidsredenen aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
9
De verschijnt een pop-upvenster met de bevestiging.
Voer in het adresveld het IP-adres van de printer in en druk
vervolgens op de Enter-toets of klik op Ga naar.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
Klik op Register.
Als u uw browser hebt ingesteld om pop-ups te blokkeren, verschijnt het
bevestigingsvenster niet. Sta pop-ups van deze site toe.
10
11
Klik op Finish printer registration.
Klik op Manage your printers.
Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™.
In de lijst worden apparaten weergegeven die gereed zijn voor
Google Cloud Print™.
36
Als de netwerkomgeving gebruikmaakt van een proxyserver, moet u
het IP-adres en het poortnummer van de proxy te configureren bij
Settings > Network Settings > Google Cloud Print > Proxy Setting.
Neem contact op met uw netwerkprovider of -beheerder voor meer
informatie.
7
Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend,
klikt u op Settings > Network Settings > Google Cloud Print.
8
Voer de naam en beschrijving van uw printer in.
Uw Google-account registreren op de printer
Registreren via de app Samsung Mobile Print
Als u deze functie wilt gebruiken, moet de Samsung Mobile Print-app
zijn geïnstalleerd op uw telefoon.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
201
Google Cloud Print™
1
2
3
4
Open de app Samsung Mobile Print op uw mobiele apparaat.
Selecteer de apparaatinstellingen.
Selecteer Google Cloud Print.
Voer de naam en beschrijving van uw printer in.
Als de netwerkomgeving gebruikmaakt van een proxyserver, moet u
het IP-adres en het poortnummer van de proxy configureren bij Proxy
Setting. Neem contact op met uw netwerkprovider of -beheerder voor
meer informatie.
5
1
2
3
4
Open de Chrome-browser.
5
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
6
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service,
moet u zich aanmelden als beheerder. Typ het onderstaande
standaard-ID en het standaard-Password. We raden u aan om het
wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen.
Klik op Register.
Geef in het pop-upvenster de bevestiging op voor uw printer.
6
Klik op Finish.
Ga naar www.google.com.
Meld u aan bij de Google-website met uw Gmail™-adres.
Voer in het adresveld het IP-adres van de printer in en druk
vervolgens op de Enter-toets of klik op Ga naar.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™.
Als de netwerkomgeving gebruikmaakt van een proxyserver, moet u
het IP-adres en het poortnummer van de proxy te configureren bij
Settings > Network Settings > Google Cloud Print > Proxy Setting.
Neem contact op met uw netwerkprovider of -beheerder voor meer
informatie.
Registreren via de Chrome-browser
• Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een
(draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet.
• U moet van tevoren een Google-account maken.
7
Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend,
klikt u op Settings > Network Settings > Google Cloud Print.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
202
Google Cloud Print™
8
9
Voer de naam en beschrijving van uw printer in.
Klik op Register.
De verschijnt een pop-upvenster met de bevestiging.
Als u uw browser hebt ingesteld om pop-ups te blokkeren, verschijnt het
bevestigingsvenster niet. Sta pop-ups van deze site toe.
10
11
Afdrukken via een toepassing of mobiel
apparaat.
De volgende stappen zijn een voorbeeld van het gebruik van Google
Docs™ op een mobiele telefoon met Android.
1
Installeer de toepassing Cloud Print op uw mobiele apparaat.
Als u die toepassing nog niet hebt, kunt u deze in de Android Market of
App Store downloaden.
Klik op Finish printer registration.
Klik op Manage your printers.
Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™.
In de lijst worden apparaten weergegeven die gereed zijn voor
Google Cloud Print™.
37
Afdrukken met Google Cloud Print™
Het afdrukproces is afhankelijk van de toepassing of het apparaat dat u
gebruikt. U kunt de lijst bekijken met toepassingen die de service Google
Cloud Print™ ondersteunen.
2
3
4
5
6
7
Open de toepassing Google Docs™ vanaf uw mobiele apparaat.
Tik op de knop Opties
van het document dat u wilt afdrukken.
Tik op de knop Verzenden (
).
Tik op de knop Cloud Print (
).
Stel indien nodig de gewenste afdrukopties in.
Tik op Click here to Print.
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een
(draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
203
Google Cloud Print™
Afdrukken via de Chrome-browser
De onderstaande stappen zijn een voorbeeld van hoe u de Chromebrowser kunt gebruiken.
1
2
3
Start Chrome.
4
Klik op Afdrukken. Er verschijnt een nieuw tabblad met
afdrukopties.
5
6
Selecteer Afdrukken via Google Cloud Print.
Open het document of de e-mail die u wilt afdrukken.
Klik op het moersleutelpictogram (
de browser.
) in de rechterbovenhoek van
Klik op de knop Afdrukken.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
204
3. Menu´s met nuttige
instellingen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde
apparaatinstellingen instelt.
• Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
206
•
Informatie
207
•
Lay-out
208
•
Papier
209
•
Grafisch
210
•
Systeeminstellingen/Instelling
211
•
Emulatie
215
•
Afbeeldingsbeheer
216
•
Netwerk
217
•
Beheerinstellingen
219
•
Eco
221
•
USB
222
•
Taakbeheer (Taakstatus)
223
•
Teller
224
• Help
225
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
In dit hoofdstuk worden alle beschikbare functies voor dit model beschreven om gebruikers te helpen deze functies te begrijpen. U kunt controleren welke
functies beschikbaar zijn voor ieder model in de Basishandleiding (zie "Menuoverzicht" op pagina 29). Hier volgen een aantal tips voor het gebruiken van
dit hoofdstuk
•
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling van het apparaat en het gebruik van de functies van het apparaat. Druk
op Menu(
) of raak het aanraakscherm aan om toegang te krijgen tot deze menu’s.
•
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
•
Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder Menu(
•
Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
) of aanraakscherm (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 21).
3. Menu´s met nuttige instellingen
206
Informatie
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Item
Netwerkconfigurati
e
Hiermee drukt u een overzicht af van de huidige
netwerkconfiguratie van het apparaat.
Demopagina
Druk de demopagina af om te controleren of uw
apparaat goed werkt.
Biedt informatie
Een pagina met gegevens over verbruiksartikelen
afdrukken.
Gebruiksteller
Drukt een gebruikspagina af. De pagina met
gebruiksinformatie bevat het totaal aantal afgedrukte
pagina’s.
Drukt het menuoverzicht met de lay-out en de huidige
instellingen van dit apparaat af.
Account
Hiermee drukt u voor elke gebruiker een rapport af
met aantal afdrukken. Deze optie is alleen
beschikbaar als de invoegtoepassing Job Accounting
is ingeschakeld via SyncThru™ Web Admin Service.
Drukt een overzicht van de globale instellingen van
het apparaat af.
PCL-tek.
De lijst met PCL-lettertypen afdrukken.
PS-lettertype
De lijst met PS-lettertypen afdrukken.
Om de menuopties te wijzigen:
•
Druk op Menu(
•
Selecteer op het model met aanraakscherm
) > Informatie op het bedieningspaneel.
(Informatie) > op het
aanraakscherm.
Item
• Menuoverzicht
• Helplijst
Configuratie
Omschrijving
Omschrijving
Als in dit configuratierapport een QR-code
staat, kunt u deze code scannen met uw
smartphone of tablet om informatie over de
printer te zien. U kunt de QR-code ook
gebruiken om de printer te registreren in
Samsung Cloud Print™ (zie "Samsung Cloud
Print" op pagina 198).
3. Menu´s met nuttige instellingen
207
Lay-out
Item
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
• Algemene marge: Hiermee wordt de marge voor
elke zijde van het papier ingesteld.
Marge
Om de menuopties te wijzigen:
Beschrijving
• Multifunctionele lade: Stelt de papiermarge in de
multifunctionele lade in.
• <Lade X>: Stelt de papiermarges in de laden in.
•
Druk op Menu(
•
Selecteer op het model met aanraakscherm
• Emulatiemarge: Stelt de papiermarge voor de
emulatie-afdrukpagina in.
) > Lay-out op het bedieningspaneel.
(Instelling) > Lay-out
Als u op beide zijden van het papier wilt afdrukken kiest
u de bindrand.
op het aanraakscherm.
• Uit: Hiermee schakelt u deze optie uit.
Item
Beschrijving
• Lange zijde
Selecteert de richting waarin informatie wordt afgedrukt
op een pagina.
• Staand
Dubbelzijdig
• Korte zijde
Afdrukstand
• Liggend
3. Menu´s met nuttige instellingen
208
Papier
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
Item
• Lade bevestigen
• Bevestiging lade
Omschrijving
Activeert de melding ter bevestiging van de lade.
Als u een lade opent en sluit, wordt een venster
geopend met de vraag om het papierformaat en
-type van de zojuist geopende lade in te stellen.
a. [ladenummer] geeft het ladenummer aan.
•
Druk op Menu(
) > Papier op het bedieningspaneel.
•
Selecteer op het model met aanraakscherm
(Instelling) > Papier op
het aanraakscherm.
Item
Omschrijving
Exemplaren
Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren.
Multifunctionele lade/
• Papierformaat: Selecteert het standaard
papierformaat.
Lade[x]a
• Papiertype: Selecteert het type papier dat
zich momenteel in de lade bevindt.
Bepaalt welke papierlade standaard wordt
gebruikt.
Papierinvoer
Auto: Hiermee wordt automatisch de
lade geselecteerd met papier van
dezelfde afmetingen als het origineel.
3. Menu´s met nuttige instellingen
209
Grafisch
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
•
Druk op Menu(
) > Grafisch op het bedieningspaneel.
•
Selecteer op het model met aanraakscherm
(Instelling) > Grafisch
op het aanraakscherm.
Item
Omschrijving
Resolutie
Specificeert het aantal afgedrukte punten per inch (dpi
- dots per inch). Hoe hoger de instelling, hoe scherper
de tekens en afbeeldingen worden afgedrukt.
Tekst wissen
Drukt de tekst donkerder af dan op een normaal
document.
Auto CR
Met deze optie kunt u een harde return plaatsen aan
het einde van een regel, zeer handig voor Unix- of
DOS-gebruikers.
Randverbetering
Gebruikers kunnen de scherpte van tekst en
afbeeldingen aanpassen om de leesbaarheid te
verbeteren.
3. Menu´s met nuttige instellingen
210
Systeeminstellingen/Instelling
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Item
Stel in na welke wachttijd de printer overschakelt
naar de energiebesparende modus.
Energiebesparing
Om de menuopties te wijzigen:
•
Druk op Menu(
•
Selecteer op het model met een aanraakscherm
) > Systeeminstellingen op het bedieningspaneel.
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd geen
gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik
automatisch verlaagd.
Als deze optie Aan is, voert u de volgende
handelingen uit om het apparaat uit de
energiespaarstand te laten ontwaken:
(Instelling) >
Systeem of Gedrag van lade op het aanraakscherm.
Beschrijving
Ontw.gebeurt.
• Papier in een lade plaatsen.
• De voorklep openen of sluiten.
Item
Beschrijving
• Een lade verwijderen of een lade in de printer
plaatsen.
Datum & Tijd
Hiermee stelt u de datum en tijd in.
Datumnotatie
Hiermee stelt u de datumnotatie in.
Stelt de indeling voor het weergeven van de tijd in,
12-uur of 24-uur.
Time-out taak
Klokmodus
Als er gedurende een bepaalde periode geen
gegevens worden ontvangen, wordt een taak
afgesloten. U kunt instellen hoe lang het apparaat
moet wachten voordat de taak wordt afgesloten.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, worden
afdruktaken die van het netwerk naar het
massaopslagapparaat (harde schijf) van het
apparaat zijn verzonden, in de wachtrij geplaatst.
Time-out voor
wachtrij
U kunt de tijd instellen om de tijdelijk gestopte
afdruktaak te laten wachten.
Hoogtecorrectie
Afdrukkwaliteit optimaliseren op basis van de
hoogte boven zeeniveau ("Aanpassing aan
luchtdruk of hoogte" op pagina 227).
MSD in wachtrij
plaatsen
Taal
Stelt de taal van de tekst op het bedieningspaneel
in.
Vochtigheid
• Standaardpapier
• Stand.formaat
Hiermee kunt u het standaard papierformaat
selecteren.
Hiermee optimaliseert u de afdrukkwaliteit aan de
hand van de relatieve luchtvochtigheid in de
omgeving.
3. Menu´s met nuttige instellingen
211
Systeeminstellingen/Instelling
Item
Taak opnieuw
inplannen
Beschrijving
Item
Wanneer een taak wordt gepauzeerd vanwege
verkeerd papier of de fout Papier is op, schakelt de
functie Taak opnieuw inplannen de gepauzeerde
taak naar de volgende taak als de volgende taak kan
worden afgedrukt zonder papierfouten.
Bepaalt of de printer door moet gaan met afdrukken
als waargenomen wordt dat het gebruikte papier
niet overeenkomt met de instellingen.
Automatische
ladekeuze
• 30 Sec: Als er een papierstoring optreedt, wordt
er een foutbericht getoond. De printer zal
ongeveer 30 seconden wachten, het bericht
automatisch wissen en doorgaan met afdrukken.
• Uit: Als het type of formaat papier niet
overeenkomt, wacht het apparaat tot u de juiste
papiersoort invoert.
Hiermee bepaalt u of het apparaat moet doorgaan
met afdrukken als wordt vastgesteld dat het
gebruikte papier niet overeenkomt met de
instellingen. Als bijvoorbeeld lade 1 en lade 2 zijn
gevuld met hetzelfde papierformaat, drukt het
apparaat automatisch af vanuit lade 2 als het papier
op is in lade 1.
Deze optie wordt niet weergegeven als u
Automatisch hebt geselecteerd bij
Invoerlade in het printerstuurprogramma.
• 0 Sec: Met deze optie kunt u toch doorgaan met
afdrukken als het geselecteerde papierformaat
niet overeenkomt met het papier in de lade.
Aut. doorgaan
Beschrijving
Papier vervangen
Hiermee wordt het ingestelde papierformaat in het
printerstuurprogramma automatisch vervangen om
inconsistenties tussen A4- en Letter-papier te
voorkomen. Als u bijvoorbeeld A4-papier in de lade
hebt geplaatst, maar u het papierformaat in het
printerstuurprogramma op Letter hebt ingesteld, zal
het apparaat afdrukken op A4-papier en
omgekeerd.
Ladebeveiliging
Hiermee kunt u instellen of u de functie
Automatische ladekeuze voor een bepaalde lade
wilt gebruiken. Als u deze functie bijvoorbeeld
inschakelt voor lade 1, wordt lade 1 bij de
ladewisseling uitgesloten.
3. Menu´s met nuttige instellingen
212
Systeeminstellingen/Instelling
Item
Lade-modus
Beschrijving
Beschrijving
• Gebr.duur art./Info verbruiksartikelen: Via dit
menu-item kunt u zien hoeveel afdrukken er zijn
gemaakt en hoeveel toner er nog in de cassette
zit.
• Dynamic: Als u een lade opent en sluit wanneer
het type of formaat papier niet overeenkomt,
worden de papierinstellingen (formaat en type)
automatisch gewijzigd in de voor de taak vereiste
instellingen. (Als u de lade opent en sluit in de
modus Dynamic, gaat het apparaat ervan uit dat
het papier in de lade is vervangen met papier van
het juiste type en formaat vereist voor de taak.)
• Statisch: De lade-instellingen wijzigen niet als u
de lade opent en sluit.
Blanco pagina's
overslaan
Item
• Ramschijf: Schakelt de Ramschijf in of uit voor
het beheren van afdruktaken.
Onderhoud
• Waarschuwing: papier bijna op: Hiermee kunt
u het alarm instellen voor als het papier bijna op
is.
• Tonerbesparing: Als u deze modus activeert,
gaat uw tonercassette langer mee en zijn de
kosten per pagina lager dan wanneer u in de
normale modus afdrukt. Dit gaat echter wel ten
koste van de afdrukkwaliteit.
De printer detecteert de afdrukgegevens van de
computer ongeacht of de pagina leeg is of gegevens
bevat. U kunt instellen dat de pagina moet worden
afgedrukt of overgeslagen.
• Beeldmgr.: In dit menu kunt u het contrast
aanpassen.
Afb. overs.
Tonerbesparing
U kunt het apparaat instellen om de opgeslagen
gegevens in het geheugen te overschrijven. Het
apparaat overschrijft de gegevens met andere
patronen waardoor de oorspronkelijke gegevens
niet meer kunnen worden teruggehaald.
Als u deze modus activeert, gaat uw tonercassette
langer mee en zijn de kosten per pagina lager dan
wanneer u in de normale modus afdrukt. Dit gaat
echter wel ten koste van de afdrukkwaliteit.
3. Menu´s met nuttige instellingen
213
Systeeminstellingen/Instelling
Item
Stille modus
Beschrijving
Met dit menu kan de hoeveelheid lawaai tijdens het
afdrukken verminderd worden. Dit kan wel de
afdruksnelheid en -kwaliteit verminderen.
Item
Autom. uitsch.
Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen en
milieuvriendelijke afdrukken maken (zie "Ecoafdruk" op pagina 56).
Schakelt het apparaat automatisch uit als het een
bepaalde tijd in de sluimerstand staat. Deze
tijdsduur is ingesteld in Autom. uitsch. > Aan >
Time-out.
• Om het apparaat weer aan te zetten, dient
• Standaardmodus: Selecteer of de Eco-modus
in- of uitgeschakeld wordt.
Eco-instel.
Beschrijving
u op de knop
(Aan/uit/ontwaken) op
het bedieningspaneel te drukken (zorg
ervoor dat de stroom is ingeschakeld).
• Als u het printerstuurprogramma of
Samsung Easy Printer Manager uitvoert,
wordt de tijdsduur automatisch verlengd.
Gedwongen: Schakelt de Eco-modus in. Als
een gebruiker de Eco-modus wil
uitschakelen, moet deze het wachtwoord
invoeren.
• Als het apparaat aan het netwerk is
verbonden of een afdruktaak uitvoert,
werkt de functie Autom. uitsch. niet.
• Sjabloon selecteren: Kiest het ingetelde ecosjabloon via de SyncThru™ Web Service.
Archiveringsbeleid
Als een bestandsnaam die u invoert al aanwezig is
in het geheugen, kunt u de naam wijzigen of het
bestand overschrijven.
3. Menu´s met nuttige instellingen
214
Emulatie
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
•
Druk op Menu(
) > Emulatie op het bedieningspaneel.
•
Selecteer op het model met aanraakscherm
(Instelling) > Emulatie
op het aanraakscherm.
Item
Beschrijving
Type emulatie
De apparaattaal definieert hoe de computer met het
apparaat communiceert.
Instellingen
Stelt de gedetailleerde instellingen voor het
geselecteerde emulatietype in.
3. Menu´s met nuttige instellingen
215
Afbeeldingsbeheer
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
•
Druk op Menu(
) > Afbeeldingsbeheer op het bedieningspaneel.
•
Selecteer op het model met aanraakscherm
(Instelling) > Systeem
> Onderhoud > Beeldmgr. op het aanraakscherm.
Item
Beschrijving
In dit menu kunt u het contrast kleur per kleur
aanpassen.
• Standaard: Hiermee worden de kleuren
automatisch geoptimaliseerd.
Aangepaste kleur
• Afdrukdichtheid: Hiermee kunt u handmatig de
kleurdichtheid van de afdruk aanpassen. Wijzig de
afdrukdichtheid.
Er wordt aanbevolen om de instelling Standaard te
gebruiken voor de beste kleurkwaliteit.
3. Menu´s met nuttige instellingen
216
Netwerk
Optie
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Selecteer het passende protocol en de
configuratieparameters voor gebruik in de
netwerkomgeving (zie "Het IP-adres instellen" op
pagina 148).
Om de menuopties te wijzigen:
•
Druk op Menu(
) > Netwerk op het bedieningspaneel.
•
Selecteer op het model met aanraakscherm
TCP/IP (IPv4)
Er moeten heel wat parameters ingesteld
worden. Als u niet zeker bent, laat u ze
ongemoeid of raadpleegt u de
netwerkbeheerder.
(Instelling) > Netwerk
op het aanraakscherm.
U kunt deze functie ook gebruiken via de SyncThru™ Web Service.
Open de webbrowser vanaf uw netwerkcomputer en typ het IP-adres
van uw apparaat. Als de SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt
u op Settings > Network Settings (zie "SyncThru™ Web Service
gebruiken" op pagina 255).
Omschrijving
TCP/IP (IPv6)
Selecteer deze optie om gebruik te maken van een
IPv6-netwerkomgeving (zie "IPv6-configuratie" op
pagina 162).
Configureer de ethernetpoort en de
overdrachtsnelheid van het netwerk.
Ethernet
Zet het apparaat uit en aan nadat u deze
instelling hebt gewijzigd.
802.1x
U kunt de gebruikersverificatie voor
netwerkcommunicatie instellen. Raadpleeg uw
netwerkbeheerder voor details.
3. Menu´s met nuttige instellingen
217
Netwerk
Optie
Wi-Fi
Omschrijving
Selecteer deze optie om gebruik te maken van het
draadloze netwerk (zie "Installatie van draadloos
netwerk (optioneel)" op pagina 165).
U kunt de protocollen activeren of uitschakelen.
Protocolbeheer
Netwerkconfigurat
ie
Zet het apparaat uit en aan nadat u deze
instelling hebt gewijzigd.
Deze lijst toont informatie over de netwerkverbinding
en -configuratie van uw apparaat (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina
148).
Hiermee zet u de standaard netwerkinstellingen terug.
Instell. wissen
Schakel het apparaat uit en weer in.
3. Menu´s met nuttige instellingen
218
Beheerinstellingen
• Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s
mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze
opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op
pagina 29).
Item
Omschrijving
U kunt de stempelfunctie inschakelen.
• Stempel activeren: U kunt de stempelfunctie
activeren.
• U moet een wachtwoord invoeren om toegang te krijgen tot dit menu.
Het standaardwachtwoord is sec00000.
• Item: U kunt de items selecteren die moeten worden
afgedrukt op de afdruk, zoals tijd, datum, enz.
Stempel
Om de menuopties te wijzigen:
• Tekstgrootte: U kunt de tekstgrootte selecteren,
zoals klein, normaal, groot.
•
Druk op Menu(
• Opaciteit: Hiermee kunt u de transparantie van de
stempel selecteren.
•
Selecteer op het model met aanraakscherm
) > Beheerinstellingen op het bedieningspaneel.
• Positie: Hiermee stelt u de positie van de stempel
in.
(Instelling) >
Beheerinstellingen op het aanraakscherm.
Item
User Access
Control
Omschrijving
U kunt de gebruikerstoegang tot een machine beheren.
Beheerderswacht Wijzigt het wachtwoord voor toegang tot de
woord wijzigen
Beheerinstellingen van het apparaat.
Firmware
upgraden
• Verificatie: Selecteer de verificatiemodus.
U kunt deze functie ook gebruiken in
SyncThru™ Web Service. Open de
webbrowser vanaf uw netwerkcomputer en typ
het IP-adres van uw apparaat. Als SyncThru™
Web Service wordt geopend, klikt u op het
tabblad Security > User Access Control.
Als u de nieuwste firmware wilt bijwerken, stelt u deze
optie in op 'Aan' en downloadt u het firmwarebestand.
U kunt toepassingen installeren of verwijderen.
Toepassing
• Toepassingsbeheer: U kunt geïnstalleerde
toepassingen verwijderen of inschakelen/
uitschakelen.
• Nieuwe toepassing installeren: U kunt een nieuwe
toepassing installeren via een USB.
Veilig afdruk.
U kunt de aanmeldmethode van beveiligd afdrukken
instellen
3. Menu´s met nuttige instellingen
219
Beheerinstellingen
Item
Omschrijving
Beheer van
verbruiksartikele
n
• Toner bijna op: Als er geen toner meer in de
tonercassette zit, verschijnt een bericht waarin de
gebruiker wordt gevraagd om de tonercassette te
vervangen. U kunt de weergave van dit bericht in- en
uitschakelen.
• Waarschuwing beeldeenheid bijna leeg: Hiermee
kunt u het alarm instellen voor als de beeldeenheid
bijna leeg is.
Inst. import.
Importeert de op een USB-geheugenstick opgeslagen
gegevens naar het apparaat (zie "Back-up van
gegevens maken" op pagina 61).
Inst. export.
Exporteert de op het apparaat opgeslagen gegevens
naar een USB-geheugenstick (zie "Gegevens
terugzetten" op pagina 61).
3. Menu´s met nuttige instellingen
220
Eco
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
•
Selecteer op het model met aanraakscherm
aanraakscherm.
(Eco) > op het
Item
Omschrijving
Eco - aan/Eco - uit
Geef de huidige ecomodus weer en wijzig de optie aan/
uit.
Hiermee kunt u eco-gerelateerde instellingen
configureren en standaardinstellingen wijzigen.
Instellingen
• Standaardmodus: Hiermee kunt u de
standaardmodus in- of uitschakelen.
• Functieconfiguratie: Selecteer de
Standaardmodus of de Aangepast modus. Indien u
de modus Aangepast kiest kunt u de instellingen
instellen die van toepassing zijn voor de Eco-modus.
3. Menu´s met nuttige instellingen
221
USB
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
•
Selecteer op het model met aanraakscherm
aanraakscherm.
Item
(USB) > op het
Omschrijving
Afdrukken vanaf
Selecteer een bestand om af te drukken.
Bestandsbeheer
Selecteer een bestand om te verwijderen. U kunt het
USB-apparaat formatteren.
Ruimte tonen
Hiermee wordt de resterende ruimte weergegeven.
3. Menu´s met nuttige instellingen
222
Taakbeheer (Taakstatus)
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
•
Selecteer op het model met aanraakscherm
het aanraakscherm.
Item
( Taakstatus) > op
Omschrijving
Huidige taak
Toont de lijst van taken die worden uitgevoerd en die in
de wachtrij staan.
Beveiligde taak
Geeft de beveiligde afdruktaken weer op de schijf.
Opgeslagen taak
Geeft de opgeslagen afdruktaken weer op de schijf.
Taak voltooida
Toont de lijst van voltooide taken.
a. Deze optie is alleen beschikbaar op het aanraakscherm.
3. Menu´s met nuttige instellingen
223
Teller
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
•
Selecteer op het model met aanraakscherm
aanraakscherm.
Item
Totaal afgedrukt
(Teller) > op het
Omschrijving
Toont het totaal aantal afgedrukte pagina’s.
3. Menu´s met nuttige instellingen
224
Help
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 29).
Om de menuopties te wijzigen:
•
Selecteer op het model met aanraakscherm
aanraakscherm.
Item
(Help) > op het
Omschrijving
Basisstroom
taken
Toont de basismethode om uw afdruktaak te starten.
Problemen
oplossen
Toont de informatie om problemen op te lossen.
QR-code
U kunt de QR-code op het scherm scannen met uw
smartphone of tablet om informatie over de printer te
zien. U kunt de QR-code ook gebruiken om de printer
in Samsung Cloud Print™ te registreren (zie "Samsung
Cloud Print" op pagina 198)
3. Menu´s met nuttige instellingen
225
4. Speciale functies
In dit hoofdstuk worden speciale afdrukfuncties verklaard.
• Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
227
• Verschillende tekens invoeren
228
• Afdrukfuncties
230
• Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken 242
• Afdrukken vanaf een Mac
244
• Afdrukken in Linux
246
• Afdrukken in Unix
248
De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7.
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt
bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De
volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de
beste afdrukkwaliteit.
U kunt de hoogte ook instellen via de optie Systeeminst. of de optie
Systeem op het display van het apparaat (zie "Systeeminstellingen/
Instelling" op pagina 211).
U kunt de hoogte instellen waarop uw apparaat is geplaatst. De
afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk die afhankelijk
is van de hoogte boven het zeeniveau waarop het apparaat zich bevindt.
Het is daarom belangrijk om de juiste hoogte in te stellen.
•
Normaal: 0-1.000 m
•
Hoog 1: 1.000-2.000 m
•
Hoog 2: 2.000-3.000 m
•
Hoog 3: 3.000-4.000 m
•
Hoog 4: 4.000-5.000 m
U kunt de hoogte instellen met het programma Samsung Easy Printer
Manager of SyncThru™ Web Service
Voor gebruikers van Windows en Mac:
•
Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het
apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
(Geavanceerde modus inschakelen) > Apparaatinstellingen
(zie "Apparaatinstellingen" op pagina 261).
•
Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de instellingen
van het apparaat instellen via SyncThru™ Web Service > het tabblad
Settings > Machine Settings (zie "SyncThru™ Web Service
gebruiken" op pagina 255).
4. Speciale functies
227
Verschillende tekens invoeren
U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren.
Toets
1
Letters en cijfers op het toetsenblok
Toegewezen cijfers, letters of tekens
0
&+-,0
*
*%^_~!#$()[]
(Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw
netwerkidentificatiegegevens)
• Alleen M453xND series.
#
• Afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties kan uw
apparaat andere speciale tekensets bevatten.
#=|?":{}<>;
(Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw
netwerkidentificatiegegevens)
• Enkele van de volgende sleutelwaarden verschijnen mogelijk niet
afhankelijk van de taak die u uitvoert.
2
Informatie over het pop-uptoetsenbord
Toets
Toegewezen cijfers, letters of tekens
1
@/.’1
2
ABCabc2
3
DEFdef3
4
GHIghi4
5
JKLjkl5
6
MNOmno6
7
PQRSpqrs7
8
TUVtuv8
9
WXYZwxyz9
• Alleen M453xNX series.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor modellen met een
aanraakscherm.
• Enkele van de volgende toetsen verschijnen mogelijk niet afhankelijk
van de taak die u uitvoert.
U kunt alfabetische tekens, cijfers, diakritische tekens of speciale symbolen
invoeren met behulp van het pop-uptoetsenbord op het weergavescherm.
Dit toetsenbord is net zo vormgegeven als een normaal toetsenbord, voor
meer gebruiksgemak voor de gebruik.
4. Speciale functies
228
Verschillende tekens invoeren
Raak het invoergebied aan waar u alfabetische tekens, cijfers, diakritische
tekens of speciale symbolen moet invoeren en het toetsenbord wordt op het
scherm weergegeven.
nr.
5
4
3
5
2
6
1
7
9
nr.
1
2
3
4
Toets
Toets
Omschrijving
Verwijdert alle tekens in het invoergebied.
6
Hiermee schakelt u tussen alfanumerieke tekens en cijfers
of speciale symbolen.
7
Hiermee slaat u het ingevoerde resultaat op en sluit u het
invoergebied.
8
9
Hiermee schakelt u tussen diakritische tekens.
Hiermee voert u een spatie in tussen tekens. U kunt ook een
pauze invoegen.
8
Omschrijving
Hiermee verplaatst u de cursor tussen tekens in het
invoergebied.
Hiermee wisselt u tussen hoofd- en kleine letters.
Hiermee keert u terug naar het hogere menu.
Hiermee verwijdert u tekens uit het invoergebied.
4. Speciale functies
229
Afdrukfuncties
• Voor basisfuncties voor het afdrukken, raadpleeg de
Basishandleiding (zie "Eenvoudige afdruktaken" op pagina 53).
4
In Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista kiest u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
In Windows 7/8 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken in de contextmenu’s.
• Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model
of optionele onderdelen die zijn toegevoegd aan het apparaat (zie
"Functies per model" op pagina 8).
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken ►
staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
3
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
1
Klik op het menu Start van Windows.
•
2
3
In Windows 8: selecteer in Charms(charms) achtereenvolgens
Zoeken > Instellingen.
Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en
faxapparaten.
•
Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
•
In Windows 7/8 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten
en printers.
•
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
5
6
Wijzig de instellingen op elk tabblad.
Klik op OK.
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor
elke afdruktaak wijzigen.
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
4. Speciale functies
230
Afdrukfuncties
4
5
Uw apparaat instellen als standaardprinter
1
Klik op het menu Start van Windows.
•
2
3
4
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
In Windows 8: selecteer in Charms(charms) achtereenvolgens
Zoeken > Instellingen.
XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in een
XPS-bestandsindeling.
• Zie "Functies per model" op pagina 8.
Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en
faxapparaten.
• Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden op
Windows Vista OS of een recentere versie.
•
Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
• Installeer extra geheugen wanneer een XPS-taak niet wordt
afgedrukt omdat de printer onvoldoende geheugen heeft.
•
In Windows 7/8 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten
en printers.
•
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
Selecteer uw apparaat.
Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
standaard instellen.
• Voor modellen waarbij het XPS-stuurprogramma beschikbaar is via
de website van Samsung, http://www.samsung.com > zoek uw
product > Ondersteuning of Downloads.
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een
bestand.
Als bij het item Als standaard instellen voor Windows 7 of Windows
Server 2008 R2 het teken ► staat, kunt u andere
printerstuurprogramma’s selecteren die met de geselecteerde printer
verbonden zijn.
4. Speciale functies
231
Afdrukfuncties
1
Kruis het selectievak Afdrukken naar bestand in het venster
Afdrukken aan.
2
3
Klik op Afdrukken.
Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch
opgeslagen in Mijn documenten, Documents and Settings of
Gebruikers. De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw
besturingssysteem of het gebruikte programma.
4. Speciale functies
232
Afdrukfuncties
Speciale afdrukfuncties verklaard
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de toepassing
om de afdrukinstellingen te wijzigen. De printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van de gebruikte printer.
• Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
• Selecteer het menu Help, of klik op de knop
"Help gebruiken" op pagina 55).
Item
uit het venster, of druk op F1 op uw toetsenbord, en klik op de optie waar u meer over wilt weten (zie
Omschrijving
Meerdere pagina’s per vel U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de
pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken.
Poster afdrukken
U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier drukken
om ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken.
Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts
op het tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken.
4. Speciale functies
233
Afdrukfuncties
Item
Omschrijving
Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het
afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
Boekje afdrukkena
• Als u een boekje wilt maken, moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
8
9
• De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Kies de Grootte-optie onder het tabblad
Papier om te kijken welke papierformaten beschikbaar zijn.
• Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Selecteer
alleen beschikbaar papier (papier waarbij geen
of
staat).
4. Speciale functies
234
Afdrukfuncties
Item
Omschrijving
U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het
document opgeven.
•
U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
•
Als uw printer geen duplexeenheid heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere pagina van het document af.
Hierna verschijnt er een bericht op uw computer.
•
De functie Blanco pagina's overslaan werkt niet als u de dubbelzijdige optie heeft ingeschakeld.
•
U wordt afgeraden dubbelzijdig af te drukken op speciale afdrukmedia, zoals etiketten, enveloppen of dik papier. Dit kan een papierstoring veroorzaken
of het apparaat beschadigen.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties
niet van toepassing op uw apparaat.
Tweezijdig afdrukken
• Standaardinstelling printer: Als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u hebt opgegeven
op het bedieningspaneel van de printer.
• Geen: Hiermee schakelt u deze functie uit.
• Lange zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die bij boekbinden wordt gebruikt.
• Korte zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die voor kalenders wordt gebruikt.
• Omgekeerd dubbelzijdig afdrukken: Schakel deze optie in om de afdrukvolgorde om te keren bij het dubbelzijdig afdrukken.
4. Speciale functies
235
Afdrukfuncties
Item
Papieropties
Watermerk
Omschrijving
Wijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een percentage in te voeren
waarmee het document vergroot of verkleind wordt.
Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document. U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters
"DRAFT" of "CONFIDENTIAL" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s af te drukken.
• Koptekst: U kunt de geselecteerde tekst toevoegen aan de linker-, midden- of rechterbovenzijde.
• Voettekst: U kunt de geselecteerde tekst toevoegen aan de linker-, midden- of rechteronderzijde.
Watermerk
(Een watermerk maken)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
b Op het tabblad Geavanceerd selecteert u Bewerken... in de keuzelijst Watermerk.
c Voer een tekst in het vak Tekst watermerk in. U kunt maximaal 256 tekens invoeren.
Als u het selectievakje Alleen eerste pagina inschakelt wordt het watermerk alleen op de eerste pagina afgedrukt.
d Watermerkopties selecteren.
U kunt de naam, stijl, kleur, grootte en grijswaarde van het lettertype selecteren in het gedeelte Tekenstijl, en de hoek van het
watermerk instellen in het gedeelte Uitlijning en hoek van watermerk.
e Klik op Toevoegen om het nieuwe watermerk aan de lijst Huidige watermerken toe te voegen.
f Wanneer u klaar bent met bewerken klikt u op OK of Afdrukken tot u het menu Afdrukken verlaat.
4. Speciale functies
236
Afdrukfuncties
Item
Watermerk
(Een watermerk
bewerken)
Watermerk
(Een watermerk
verwijderen)
Omschrijving
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken... in de vervolgkeuzelijst Watermerk.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de
opties.
d Klik op Wijzigen als u de wijzigingen wilt opslaan.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
a
b
c
d
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken... in de vervolgkeuzelijst Watermerk.
Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Wissen.
Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/SPL-printerstuurprogramma (zie "Software" op pagina 8).
Overlaya
Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer is opgeslagen in een speciale bestandsindeling
en die in een willekeurig document kan worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorgedrukte formulieren
en papier met een briefhoofd. In plaats van een voorgedrukt briefhoofd kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde
informatie bevat. Als u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het
apparaat te plaatsen. U drukt het briefhoofd gewoon als overlay op uw document af.
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of afbeelding.
• Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van de documenten die u met de overlay afdrukt. Maak
geen overlay met een watermerk.
• De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken.
4. Speciale functies
237
Afdrukfuncties
Item
Overlaya
(Een nieuwe
paginaoverlay maken)
Omschrijving
a Maak of open een document met de tekst of afbeelding die u voor de overlay wilt gebruiken. Zorg ervoor dat de tekst of
afbeelding precies op de plaats staat waar ze als overlay moet worden afgedrukt.
b Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het document als een overlay wilt opslaan.
c Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Maken in de vervolgkeuzelijst Overlay.
d Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Opslaan als in het venster Bestandsnaam. Selecteer indien nodig de
map waarin u het overlaybestand wilt opslaan. Standaard is dit de map C:\Formover.
e Klik op Opslaan.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja.
g Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de harde schijf van uw computer.
a
b
c
d
e
Overlaya
(Een paginaoverlay
gebruiken)
Maak of open het document dat u wilt afdrukken.
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Klik op het tabblad Geavanceerd.
Selecteer Overlay afdrukken van de vervolgkeuzelijst Overlay.
Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijsten Overlaybes. 1 of Overlaybes. 2, selecteer dan Laden van
de Overzicht overlays Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster
Laden.
Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden
afgedrukt. Selecteer de overlay in de vervolgkeuzelijst Overzicht overlays.
f Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld, verschijnt
telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een
overlay op uw document wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch op uw document
afgedrukt.
g Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
De geselecteerde overlay wordt op uw document afgedrukt.
4. Speciale functies
238
Afdrukfuncties
Item
Overlaya
(Een paginaoverlay
verwijderen)
Omschrijving
a
b
c
d
e
f
Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het tabblad Geavanceerd.
Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst.
Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen.
Klik op Wissen.
Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja.
Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Paginaoverlays die u niet meer gebruikt, kunt u
verwijderen.
4. Speciale functies
239
Afdrukfuncties
Item
Omschrijving
• Deze functie is alleen beschikbaar als u het optionele geheugen of optionele massaopslagapparaat (harde schijf) hebt geïnstalleerd (zie
"Verschillende functies" op pagina 9).
•
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze
opties niet van toepassing op uw apparaat.
•
U kunt deze functie inschakelen door de optie Opslagopties in te schakelen (zie "Apparaatopties instellen" op pagina 77).
• Als u het massaopslagapparaat (harde schijf) niet op het apparaat installeert, biedt de functie Ramschijf slechts 3 opties: Normaal,
Proefafdruk en Vertrouwelijk.
de standaard Afdrukmodus is Normaal, en is bedoeld om af te drukken zonder het afdrukbestand op te slaan in het geheugen.
•
Normaal: in deze modus wordt uw document afgedrukt zonder het op te slaan in het optioneel geheugen.
•
Proefafdruk: deze modus is handig als u meer dan een exemplaar wilt afdrukken. U kunt eerst een exemplaar afdrukken om te controleren en
daarna de andere exemplaren afdrukken.
•
Vertrouwelijk: deze modus wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten. U moet een wachtwoord invoeren om af te
drukken.
•
Opslaan: Selecteer deze instelling om een document op het massaopslagapparaat (harde schijf) op te slaan zonder het af te drukken.
•
Opslaan en afdrukken: Deze modus wordt gebruikt wanneer een document tegelijkertijd wordt opgeslagen en afgedrukt.
•
Wachtrij: deze optie is handig om een grote hoeveelheid gegevens te verwerken. Als u deze instelling selecteert, wordt het document op het
massaopslagapparaat (harde schijf) in een afdrukwachtrij geplaatst en vervolgens van daaruit afgedrukt. Op die manier wordt de belasting van
de computer lager.
•
Afdrukschema: selecteer deze instelling om het document op een opgegeven tijdstip af te drukken.
Afdrukmodus
• Taaknaam: Deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand zoekt via het bedieningspaneel.
•
Gebruikersnaam: Deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand zoekt via het bedieningspaneel. Automatisch wordt de
gebruikersnaam weergegeven waarmee u zich bij Windows aanmeldt.
•
Voer het wachtwoord in: Als de Eigenschap van het geselecteerde document beveiligd is, moet u het wachtwoord voor het document
invoeren. Deze optie wordt gebruikt om een opgeslagen bestand te laden via het bedieningspaneel.
• Wachtwoord bevestigen: Voer het wachtwoord ter bevestiging opnieuw in.
4. Speciale functies
240
Afdrukfuncties
Item
Omschrijving
Met deze optie kunt u afdrukken met de gegeven machtiging.
• Gebruikersmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen alleen gebruikers met gebruikermachtiging een afdruktaak starten.
• Groepsmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen alleen groepen met groepsmachtiging een afdruktaak starten.
Taakaccountbeheer
• Klik op het vraagteken
weten.
in de rechterbovenhoek van het venster en klik vervolgens de optie waarover u meer wilt
• Beheerders kunnen Taakaccountbeheer inschakelen en machtigingen instellen op het bedieningspaneel of via
SyncThru™ Web Admin Service.
a. Deze optie is alleen beschikbaar als u het XPS-stuurprogramma gebruikt.
4. Speciale functies
241
Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken
• U kunt geen PDF-bestanden afdrukken die met een wachtwoord
worden beschermd. Schakel de wachtwoordfunctie uit en probeer
opnieuw af te drukken.
• Hulpprogramma Direct afdrukken is mogelijk niet beschikbaar
afhankelijk van model of optionele onderdelen die zijn toegevoegd
aan het apparaat (zie "Software" op pagina 8).
• Of een PDF-bestand kan worden afgedrukt met het Hulpprogramma
Direct afdrukken hangt af van de manier waarop het PDF-bestand is
gemaakt.
• Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windowsbesturingssystemen.
• Het programma Hulpprogramma Direct afdrukken ondersteunt PDF
versie 1.7 en lager. Bestanden van latere versies moet u openen om
te kunnen afdrukken.
6
Wat is het Hulpprogramma direct afdrukken?
7
Hulpprogramma Direct afdrukken is een programma dat PDF-bestanden
rechtstreeks naar uw printer stuurt om ze af te drukken zonder dat u deze
bestanden hoeft te openen.
Dit programma installeren:
Download de software van de website van Samsung. Pak de software
vervolgens uit en installeer deze op uw computer: (http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads).
• Optioneel geheugen of een massaopslagapparaat (harde schijf)
moet geïnstalleerd zijn op uw apparaat om met dit programma (zie
"Verschillende functies" op pagina 9) bestanden af te drukken.
• U kunt geen PDF-bestanden afdrukken waarvoor een
afdrukbeperking geldt. Schakel de functie voor de afdrukbeperking
uit en probeer opnieuw af te drukken.
Afdrukken
Er zijn verschillende manieren waarop u kunt afdrukken met het
Hulpprogramma Direct afdrukken.
1
Selecteer in het menu Start Programma's of Alle programma's >
Samsung Printers > Hulpprogramma Direct afdrukken >
Hulpprogramma Direct afdrukken.
Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend.
2
Selecteer uw printer uit de vervolgkeuzelijst Printer selecteren en
klik op Bladeren.
3
Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en klik op Openen.
Het bestand wordt nu toegevoegd aan de sectie Bestanden
selecteren.
4. Speciale functies
242
Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken
4
5
Pas de printerinstellingen naar wens aan.
Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
8
Via het contextmenu
1
Klik met de rechtermuisknop op het PDF-bestand dat u wilt
afdrukken en kies Direct afdrukken.
Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend. Het
PDF-bestand is hierin al toegevoegd.
2
3
4
Kies het te gebruiken apparaat.
De apparaatinstellingen aanpassen.
Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
4. Speciale functies
243
Afdrukken vanaf een Mac
10
Printerinstellingen wijzigen
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
9
Een document afdrukken
Als u afdrukt met een Mac, moet u in elke toepassing die u gebruikt de
instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de
onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Mac:
Open een toepassing en selecteer Afdrukken in het menu Bestand. De
printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is
afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is
afgezien van de naam vergelijkbaar met het onderstaande venster.
11
Meerdere pagina's per vel afdrukken
1
2
Open het af te drukken document.
3
Selecteer papierformaat, -oriëntatie, -schaal en andere opties, en
zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.
4
5
Open het menu Bestand en klik op Afdrukken.
6
Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling
(Documentinstellingen in enkele toepassingen).
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt
afdrukken.
Klik op Afdrukken.
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een
goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.
1
Open een toepassing en selecteer Afdrukken uit het menu
Bestand.
2
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand. Selecteer in
de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina’s dat u op
één vel papier wilt afdrukken.
3
4
Kies de andere te gebruiken opties.
Klik op Afdrukken.
Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af.
4. Speciale functies
244
Afdrukken vanaf een Mac
12
Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en de tweede kopie
op hetzelfde vel papier worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van
het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt.
Dubbelzijdig afdrukken
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie
"Verschillende functies" op pagina 9).
13
Help gebruiken
Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de
pagina's wilt inbinden. De bindopties zijn:
•
Lange kant binden: dit is de klassieke opmaak die bij het boekbinden
wordt gebruikt.
•
Korte kant binden: deze optie wordt vaak gebruikt voor kalenders.
1
2
3
4
5
Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het
onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster
met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma
beschikt.
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand van uw Mac-toepassing.
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand.
Selecteer een bindrichting in de optie Dubblezijdig.
Kies de andere te gebruiken opties.
Als u op Afdrukken klikt, drukt de printer op beide zijden van het
papier af.
4. Speciale functies
245
Afdrukken in Linux
8
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Klik op Print.
Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet
beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. U kunt eventueel oneveneven pagina's afdrukken via het lp- of lpr-afdruksysteem of andere
toepassingen.
14
Afdrukken vanuit een toepassing
Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common
UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw
printer afdrukken.
1
2
Open het af te drukken document.
Open het menu File en klik op Page Setup (Print Setup in een
aantal toepassingen).
15
Bestanden afdrukken
U kunt tekst, afbeeldingen en PDF-bestanden afdrukken op dit apparaat
door de standaard-CUPS-methode rechtstreeks vanaf de opdrachtregel uit
te voeren. U werkt dan met het CUPS lp- of lpr-programma. U kunt deze
bestanden afdrukken met de onderstaande opdrachtnotatie.
lp -d <printernaam> -o <optie> <bestandsnaam>"
3
Selecteer papierformaat en afdrukstand en zorg ervoor dat uw
apparaat is geselecteerd. Klik op Apply.
4
5
6
Open het menu File en klik op Print.
7
Wijzig indien nodig andere afdrukopties in elk tabblad.
Raadpleeg de man-pagina voor lp of lpr op uw systeem voor meer
informatie.
Selecteer het apparaat waarmee u wilt afdrukken.
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt
afdrukken.
4. Speciale functies
246
Afdrukken in Linux
16
Printereigenschappen configureren
U kunt de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype wijzigen
met het hulpprogramma voor afdrukken van het besturingssysteem.
1
Start het hulpprogramma voor afdrukken (ga naar System >
Administration > Printing of voer de opdracht 'system-configprinter' uit in het terminalprogramma).
2
3
4
Dubbelklik op uw printer.
Wijzig de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype.
Klik op de knop Apply.
4. Speciale functies
247
Afdrukken in Unix
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie
"Verschillende functies" op pagina 9).
Druk op Properties om gebruik te maken van de printerfuncties die uw
printerstuurprogramma biedt.
5
Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak.
17
Doorgaan met de afdruktaak
18
Printerinstellingen wijzigen
Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst of PS-bestand om
af te drukken.
1
Voer de opdracht "printui <file_name_to_print>" uit.
U wilt bijvoorbeeld "document1" afdrukken.
Het UNIX-printerstuurprogramma Print Job Manager waarin de gebruiker
verschillende afdrukopties kan selecteren in printer Properties.
De volgende sneltoetsen kunnen worden gebruikt: "H" voor Help, "O" voor
OK, "A" voor Apply en "C" voor Cancel.
printui document1
Hiermee wordt Print Job Manager van het UNIXprinterstuurprogramma geopend waarin de gebruiker verschillende
afdrukopties kan instellen.
2
3
4
Selecteer een printer die reeds is toegevoegd.
Het tabblad General
•
Paper Size: Hiermee kunt u naar eigen keuze het papierformaat
instellen op A4, Letter of andere papierformaten.
•
Paper Type: hiermee kiest u het type papier. Beschikbare opties uit de
keuzelijst zijn: Printer Default, Plain en Thick.
•
Paper Source: Kiest uit welke lade het papier gehaald moet worden.
De standaardinstelling is Auto Selection.
•
Orientation: hiermee selecteert u de richting waarin informatie wordt
afgedrukt op een pagina.
Selecteer de afdrukopties uit het venster, zoals Page Selection.
Selecteer in Number of Copies hoeveel exemplaren u nodig hebt.
4. Speciale functies
248
Afdrukken in Unix
•
Duplex: hiermee worden beide zijden van het papier bedrukt om papier
te besparen.
Het tabblad Margins
•
Use Margins: Hiermee stelt u de marges van het document in. De
marges zijn standaard uitgeschakeld. De gebruiker kan de marges
instellen door de waarde in de respectieve velden aan te passen.
Standaard worden deze waarden bepaald door het geselecteerde
papierformaat.
•
Unit: Hiermee kunt u de eenheden wijzigen in points, inches of
centimeters.
Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet
beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief kunt u het
lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het
afdrukken van even en oneven pagina's.
•
Multiple pages: Hiermee worden meerdere pagina's afgedrukt op één
vel papier.
•
Page Border: Hiermee kunt een van de randstijlen kiezen (bv.: Singleline hairline, Double-line hairline).
Het tabblad Image
Het tabblad Printer-Specific Settings
Selecteer verschillende opties in de JCL en General frames om
verschillende instellingen aan te passen. Deze opties zijn specifiek voor de
printer en afhankelijk van het PPD-bestand.
Op dit tabblad kunt u de helderheid, resolutie of de positie van een
afbeelding op uw document wijzigen.
Het tabblad Text
Stel de tekenafstand, regelafstand of de kolommen op de afdruk in.
4. Speciale functies
249
5. Nuttige
beheerprogramma's
Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt
benutten.
• Managementhulpmiddelen gebruiken
251
• Easy Capture Manager
252
• Samsung AnyWeb Print
253
• Easy Eco Driver
254
• SyncThru™ Web Service gebruiken
255
• Samsung Easy Printer Manager gebruiken
259
• Samsung-printerstatus gebruiken
263
• Samsung Printer Experience gebruiken
266
Managementhulpmiddelen gebruiken
Samsung biedt verschillende managementhulpmiddelen voor Samsungprinters.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Selecteer in het menu StartProgramma’s of Alle programma’s.
•
Als u Windows 8 gebruikt, gaat u naar Charms(charms) en
selecteert u Zoeken > Apps(App).
3
4
Zoek naar Samsung-printer.
5
Klik op de managementhulpmiddelen die u wilt gebruiken.
Onder Samsung-printer ziet u geïnstalleerde
managementhulpmiddelen.
• Nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd, kunt u bepaalde
managementhulpmiddelen rechtstreeks openen vanuit het
Startscherm door op de bijbehorende tegel te klikken.
• Als u Windows 8 gebruikt, kunt u nadat het stuurprogramma is
geïnstalleerd, bepaalde managementhulpmiddelen rechtstreeks
openen vanuit het Startscherm door op de bijbehorende tegel te
klikken.
5. Nuttige beheerprogramma's
251
Easy Capture Manager
• Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of optionele onderdelen die zijn toegevoegd aan het apparaat (zie "Software" op
pagina 8).
• Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 8).
Druk op het toetsenbord op de toets Print screen om tegelijkertijd een schermafbeelding te maken en Easy Capture Manager te starten. U kunt nu
gemakkelijk uw schermafbeelding onbewerkt of bewerkt afdrukken.
5. Nuttige beheerprogramma's
252
Samsung AnyWeb Print
• Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of optionele onderdelen die zijn toegevoegd aan het apparaat (zie "Software" op
pagina 8).
• Deze functie is alleen beschikbaar voor gebruikers met een Windows- of Macintosh-besturingssysteem (zie "Software" op pagina 8).
Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel
eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma.
Download de software van de website van Samsung. Pak de software vervolgens uit en installeer deze op uw computer: (http://www.samsung.com > zoek
uw product > Ondersteuning of Downloads).
5. Nuttige beheerprogramma's
253
Easy Eco Driver
Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 8).
Met Easy Eco Driver kunt u eco-functies toepassen om papier en toner te besparen voordat u afdrukt.
De functie Easy Eco Driver biedt u ook de mogelijkheid tot simpele bewerkingen zoals het verwijderen van afbeeldingen en tekst, en nog meer. U kunt
instellingen die u vaak gebruikt, opslaan als voorinstelling.
Gebruiken:
1 Open een document dat u wilt afdrukken.
2 Open het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
3 Selecteer op het tabblad Favorieten de optie Eco Printing Preview.
4 Klik op OK > Afdrukken in het venster. Er verschijnt een voorbeeldvenster.
5 Selecteer de opties die u wilt toepassen op het document.
U kunt een voorbeeld van de toegepaste functies bekijken.
6 Klik op Afdrukken.
Als u Easy Eco Driver bij iedere afdruktaak wilt gebruiken, selecteert u het selectievakje Easy Eco Driver starten voor afdrukken van taak op het tabblad
Basis van het venster met afdrukvoorkeuren.
5. Nuttige beheerprogramma's
254
SyncThru™ Web Service gebruiken
• Voor SyncThru™ Web Service is minimaal Internet Explorer 6.0 of
hoger vereist.
• De uitleg over SyncThru™ Web Service in deze
gebruikershandleiding kan afhankelijk zijn van de opties en het
model, en komt mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
• Alleen voor draadloos model (zie "Software" op pagina 8).
1
1
Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
2
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. Geef de standaard-ID en het standaardwachtwoord op die
hieronder worden weergegeven. We raden u aan om het
wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
SyncThru™ Web Service weergeven
2
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
SyncThru™ Web Service-overzicht
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
Aanmelden bij SyncThru™ Web Service
Afhankelijk van uw model zullen sommige menu's mogelijk niet
verschijnen.
Voor u de opties in SyncThru™ Web Service kunt instellen, moet u zich
aanmelden als beheerder. U kunt SyncThru™ Web Service nog altijd
gebruiken zonder u aan te melden, maar u zult geen toegang hebben tot
het tabblad Settings en het tabblad Security.
5. Nuttige beheerprogramma's
255
SyncThru™ Web Service gebruiken
Het tabblad Information
Het tabblad Security
Op dit tabblad wordt algemene informatie over het apparaat weergegeven.
U kunt diverse gegevens controleren, waaronder de resterende
hoeveelheid toner. U kunt ook rapporten afdrukken, zoals een
foutenrapport.
Op dit tabblad kunt u de beveiligingsgegevens van uw systeem en van het
netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad
weer te geven.
•
•
Active Alerts: Toont de waarschuwingen die in het apparaat zijn
gegenereerd en hun ernst.
Supplies: Toont hoeveel pagina´s zijn afgedrukt en hoeveel toner er
nog in de cassette zit.
•
Usage Counters: Toont de gebruiksteller van het aantal vellen per type
afdruk: enkelzijdig en dubbelzijdig.
•
Current Settings: Toont informatie over het apparaat en het netwerk.
•
Print information: Drukt rapporten af zoals systeemgerelateerde
rapporten, e-mailadressen en lettertyperapporten.
Het tabblad Settings
Op dit tabblad kunt u de configuratie van uw apparaat en netwerk instellen.
U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven.
•
Het tabblad Machine Settings: Stelt de door uw machine geleverde
opties in.
•
Het tabblad Network Settings: Toont opties voor de netwerkomgeving.
Stelt opties in zoals TCP/IP en netwerkprotocollen.
•
System Security: Stelt de gegevens van de systeembeheerder in en
schakelt tevens de apparaatfuncties in- of uit.
•
Network Security: Stelt instellingen voor HTTPs, IPSec, IPv4/IPv6
filtering, 802.1x en verificatieservers in.
•
User Access Control: Hiermee worden gebruikers ingedeeld in
verschillende groepen op basis van de rol van de afzonderlijke
gebruikers. De machtigings-, verificatie- en accountinstellingen van
elke gebruiker worden bepaald door de rol die aan de groep is
toegewezen.
•
System Log: U kunt logboeken van gebeurtenissen die in het apparaat
zij gebeurd bijhouden. De beheerder kan de gebruiksinformatie van het
apparaat met behulp van systeemlogbestanden registreren en
beheren. De systeemlogbestanden worden op de harde schijf (HHD)
van het apparaat opgeslagen. Wanneer de harde schijf vol is, worden
de oude gegevens gewist. Gebruik de exportfunctie om belangrijke
auditgegevens te exporteren en op te slaan.
5. Nuttige beheerprogramma's
256
SyncThru™ Web Service gebruiken
Het tabblad Maintenance
3
E-mailmelding instellen
Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te
upgraden en contactgegevens voor het versturen van e-mails in te stellen.
U kunt ook een verbinding maken met de website van Samsung of
stuurprogramma’s downloaden door het menu Link te selecteren.
•
Firmware Upgrade: Bijwerken van de firmware van uw apparaat.
•
Application Management: U kunt toepassingen/licenties toevoegen of
verwijderen. Als u een toepassing toevoegt, moet u de licentie activeren
van de geïnstalleerde toepassing. Sommige toepassingen hebben
mogelijk geen licentie. Deze functie is ook beschikbaar vanaf het
apparaat.
•
Back-up/terugzetten: U kunt een back-up maken van de configuraties
van het apparaat en de configuratie terugzetten wanneer er een
probleem is met het apparaat. De opgeslagen (back-up) bestanden
kunnen ook gebruikt worden voor de configuratie van andere
apparaten.
•
Wi-Fi-interface: U kunt het Wi-Fi-menu in- of uitschakelen.
•
Contact Information: Geeft de contactgegevens weer.
•
Link: Toont koppelingen naar nuttige websites waar u informatie kunt
downloaden of lezen.
U kunt e-mails ontvangen over de status van uw apparaat door deze optie
in te stellen. Door gegevens, zoals IP-adressen, hostnaam, e-mailadressen
en SMTP-servergegevens in te stellen zal de apparaatstatus (tonercassette
leeg of machinefout) automatisch naar het e-mailadres van een bepaald
persoon worden verzonden. Deze optie wordt mogelijk vaker gebruikt door
een apparaatbeheerder.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat.
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
3
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
Selecteer Machine Settings > E-mail Notification op het tabblad
Settings.
5. Nuttige beheerprogramma's
257
SyncThru™ Web Service gebruiken
4
Als u de server voor uitgaande e-mail nog niet hebt geconfigureerd,
gaat u naar Settings > Network Settings > Outgoing Mail
Server(SMTP) om de netwerkomgeving te configureren voor u emailmelding instelt.
4
Schakel het selectievakje voor Enable in om E-mail Notification te
gebruiken.
5
Klik op de knop Add om een gebruiker van e-mailmelding in te
stellen.
Stel de naam van de ontvanger in en het (de) e-mailadres(sen) met
meldingsitems waarvoor u een waarschuwing wilt ontvangen.
6
Informatie over de systeembeheerder instellen
Deze instelling is nodig om gebruik te kunnen maken van de optie emailmelding.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat.
1
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
Klik op Apply.
Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet verzonden
kunnen worden. Neem in dat geval contact op met de
netwerkbeheerder.
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
2
3
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
Selecteer op het tabblad SecuritySystem Security > System
Administrator
4
Voer de naam, het telefoonnummer, locatie en e-mailadres van de
beheerder in.
5
Klik op Apply.
5. Nuttige beheerprogramma's
258
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
5
• Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model
of optionele onderdelen die zijn toegevoegd aan het apparaat (zie
"Software" op pagina 8).
• Deze functie is alleen beschikbaar voor gebruikers met een
Windows- of Macintosh-besturingssysteem (zie "Software" op
pagina 8).
• Voor Samsung Easy Printer Manager met Windows is minimaal
Internet Explorer 6.0 of hoger vereist.
Informatie over Samsung Easy Printer Manager
Openen van het programma:
Voor Windows:
Kies Start > Programma’s of Alle programma's > Samsung Printers >
Samsung Easy Printer Manager.
Mac-gebruikers,
Samsung Easy Printer Manager is een programma waarbinnen alle
printerinstellingen van Samsung op een enkele plaats samengebracht zijn.
Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met
omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze
functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsungprinter. Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende interfaces
waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface en een interface voor
gevorderde gebruikers. Overschakelen tussen de twee interfaces is
eenvoudig: klik gewoon op een knop.
Open de map Toepassingen’s > de map Samsung > Samsung Easy
Printer Manager.
De Samsung Easy Printer Manager-interface bestaat uit verschillende
kaders die in de onderstaande tabel worden beschreven:
5. Nuttige beheerprogramma's
259
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
De schermafbeelding kan verschillen, afhankelijk van het
besturingssysteem dat u gebruikt.
Printerlijst
1
De printerlijst geeft printers weer die geïnstalleerd zijn
op uw computer en netwerkprinters die zijn toegevoegd
met netwerkverkenning (alleen in Windows).
Printerinformat In dit kader staat algemene informatie over uw
ie
apparaat. U kunt deze informatie controleren, zoals de
naam van het printermodel, het IP-adres (of
poortnummer) en de printerstatus.
U kunt de Gebruikershandleiding bekijken.
2
Knop Problemen oplossen: Deze knop
verandert in Probleemoplossingsgids als er
een fout optreedt. U kunt direct naar het
desbetreffende deel in de
gebruikershandleiding gaan.
Programmainformatie
Bevat koppelingen voor overschakeling naar
geavanceerde instellingen (wisselen van
gebruikersinterface), vernieuwen,
voorkeursinstellingen, hulp en informatie over het
programma.
3
Met de knop
kunt u de interface wijzigen in
de interface voor gevorderde gebruikers (zie
"Overzicht interface instellingen voor
gevorderde gebruikers" op pagina 261).
5. Nuttige beheerprogramma's
260
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
6
Snelkoppeling
en
Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke
functies. Dit gedeelte bevat ook koppelingen naar
toepassingen in de geavanceerde instellingen.
4
Als u op het apparaat verbinding maakt met een
netwerk, wordt het venster SyncThru™ Web
Service weergegeven.
Inhoud
Toont informatie over de geselecteerde printer, het
niveau van de toner en het papier. De informatie wijzigt
naargelang de gekozen printer. Niet alle apparaten
beschikken over deze functie.
Benodigdhede
n bestellen
Klik op de knop Bestellen in het deelvenster om
verbruiksartikelen te bestellen. U kunt online
reservetonercassette(s) bestellen.
5
6
Selecteer het menu Help of klik op de knop
de optie waar u meer over wilt weten.
Overzicht interface instellingen voor gevorderde
gebruikers
De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de beheerder van
het netwerk en de printers.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat.
Apparaatinstellingen
U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals papier, indeling, emulatie,
netwerk en afdrukinformatie instellen.
in het venster, en klik op
5. Nuttige beheerprogramma's
261
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
Waarschuwingsinstellingen (alleen voor
Windows)
Dit menu bevat instellingen gerelateerd aan de waarschuwingen over
fouten en storingen.
•
Printerwaarschuwing: Levert instellingen met betrekking tot wanneer
waarschuwingen ontvangen worden.
•
E-mailwaarschuwing: Levert opties met betrekking tot het ontvangen
van waarschuwingen via e-mail.
•
Overzicht van waarschuwingen: Levert een geschiedenis met
betrekking tot waarschuwingen gerelateerd aan het apparaat en de
toner.
Taakaccountbeheer
Levert een overzicht van informatie over de verdeling van afdruktaken per
specifieke gebruiker. Deze verdeling kan aangemaakt en toegepast worden
op apparaten via taakaccountancysoftware zoals SyncThru™- of de
CounThru™-administratiesoftware.
5. Nuttige beheerprogramma's
262
Samsung-printerstatus gebruiken
Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer
controleert en u daarvan op de hoogte houdt.
• Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze
gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte
besturingssysteem.
• Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw
apparaat (zie "Specificaties" op pagina 114).
• Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windowsbesturingssystemen (zie "Software" op pagina 8).
7
Overzicht Samsung-printerstatus
Als er een fout optreedt tijdens het gebruik van het apparaat, kunt u de fout
controleren in Samsung-printerstatus. Samsung-printerstatus wordt
automatisch geïnstalleerd wanneer u de apparaatsoftware installeert.
U kunt Samsung-printerstatus ook handmatig opstarten. Ga naar
Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Basis > de
knop Printerstatus.
Deze pictogrammen verschijnen op de Windows-taakbalk:
5. Nuttige beheerprogramma's
263
Samsung-printerstatus gebruiken
Picto
gram
Betekent
Omschrijving
Normaal
Het apparaat staat klaar voor gebruik en er zijn
geen fouten of waarschuwingen.
Waarschuwing
Het apparaat is in een toestand waarin er in de
toekomst een fout kan optreden. Dit is
bijvoorbeeld als het niveau van de toner laag is,
wat kan leiden tot de toner-leegstatus.
Fout
Er is minstens één fout in het apparaat.
Gebruikershand
leiding
1
U kunt de Gebruikershandleiding bekijken.
Deze knop verandert in
Probleemoplossingsgids als er een fout
optreedt. U kunt direct naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
5. Nuttige beheerprogramma's
264
Samsung-printerstatus gebruiken
Biedt informatie
U kunt het percentage resterende toner in de
cassette(s) weergeven. Het apparaat en het aantal
tonercassette(s) in het bovenstaande venster
kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte
printer. Niet alle apparaten beschikken over deze
functie.
Optie
U kunt instellingen voor waarschuwingen
gerelateerd aan afdruktaken opgeven.
Benod.
bestellen
U kunt online reservetonercassette(s) bestellen.
Afdrukken
annuleren
• Afdrukken annuleren : Als er een afdruktaak in
de afdrukwachtrij of printer staat, annuleert u alle
printtaken van de gebruiker die in de
afdrukwachtrij of printer staan.
2
3
4
of
5
Sluiten
• Sluiten : Afhankelijk van de status van het
apparaat of de ondersteunde functies kan de
knop Sluiten mogelijk verschijnen om het
statusscherm te sluiten.
5. Nuttige beheerprogramma's
265
Samsung Printer Experience gebruiken
Samsung Printer Experience is een Samsung-toepassing die beheer en
instellingen van Samsung-apparaten in één locatie combineert. U kunt
apparaatinstellingen instellen, verbruiksartikelen bestellen, handleidingen
voor probleemoplossing bestellen, de website van Samsung bezoeken en
informatie over aangesloten systemen controleren. Deze toepassing wordt
automatisch gedownload vanaf de Windows Store(Store) als het apparaat
is aangesloten op een computer met een internetverbinding.
De schermafbeelding kan verschillen afhankelijk van het model dat u
gebruikt.
Alleen beschikbaar voor gebruikers van Windows 8.
8
Alles over Samsung Printer Experience
De toepassing openen,
Vanaf het Startscherm selecteert u de tegel Samsung Printer Experience
(
).
De interface van Samsung Printer Experience biedt verschillende nuttige
functies, zoals beschreven in de volgende tabel:
1
Printerinformat
ie
In dit kader staat algemene informatie over uw
apparaat. U kunt informatie over de machine
controleren, zoals de status, de locatie, het IP-adres
en het resterende tonerniveau.
5. Nuttige beheerprogramma's
266
Samsung Printer Experience gebruiken
2
Gebruikershan
dleiding
U kunt de Gebruikershandleiding bekijken. U moet
verbinding hebben met internet om deze functie te
gebruiken.
6
Deze knop verandert in
Probleemoplossingsgids als er een fout
optreedt. U kunt direct naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
Apparatenlijst
en Laatst
gescande
afbeelding
In de scannerlijst worden apparaten weergegeven
die Samsung Printer Experience ondersteunen.
Onder het apparaat ziet u de laatst gescande
afbeeldingen. Uw apparaat moet verbinding hebben
met een netwerk om van hieraf te scannen. Dit
gedeelte is voor gebruikers met multifunctionele
printers.
9
Printers toevoegen/verwijderen
3
4
Bestellen
Verbruiksartike
len
Klik op deze knop om nieuwe tonercassettes online
te bestellen. U moet verbinding hebben met internet
om deze functie te gebruiken.
Ga naar
Samsung
Koppelingen naar de Samsung-printerwebsite. U
moet verbinding hebben met internet om deze functie
te gebruiken.
nter
Instellingen
5
U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals
papier, indeling, emulatie, netwerk en
afdrukinformatie instellen via SyncThru™ Web
Service. Uw apparaat moet verbinding hebben met
een netwerk. Deze knop is uitgeschakeld wanneer
uw apparaat is aangesloten via een USB-kabel.
Als u geen printers hebt toegevoegd aan de Samsung Printer Experience
of als u een printer wilt toevoegen/verwijderen, volgt u de onderstaande
instructies.
U kunt alleen op het netwerk aangesloten printers verwijderen/
toevoegen.
Een printer toevoegen
1
Ga naar Charms(charms) en selecteer Instellingen.
U kunt ook met de rechtermuisknop op de pagina Samsung Printer
Experience klikken en Instellingen selecteren.
2
Selecteer Printer toevoegen
5. Nuttige beheerprogramma's
267
Samsung Printer Experience gebruiken
3
Selecteer de printer die u wilt toevoegen.
10
Afdrukken vanuit Windows 8
U kunt de toegevoegde printer zien.
Als u de markering
ziet, kunt u ook op de markering
printers toe te voegen.
klikken om
In dit gedeelte worden veelvoorkomende afdruktaken vanuit het
Startscherm uitgelegd.
Eenvoudige afdruktaken
Een printer verwijderen
1
Ga naar Charms(charms) en selecteer Instellingen.
U kunt ook met de rechtermuisknop op de pagina Samsung Printer
Experience klikken en Instellingen selecteren.
2
3
4
Selecteer Printer verwijderen.
1
2
3
4
Open het af te drukken document.
Ga naar Charms(charms) en selecteer Apparaten.
Selecteer uw printer in de lijst
Selecteer de printerinstellingen, zoals het aantal exemplaren en de
afdrukstand.
Selecteer de printer die u wilt verwijderen.
Klik op Ja.
U kunt zien dat de geselecteerde printer niet meer op het scherm
wordt weergegeven.
5. Nuttige beheerprogramma's
268
Samsung Printer Experience gebruiken
5
Klik op Afdrukken om de afdruktaak te starten.
Een afdruktaak annuleren
U kunt als volgt een afdruktaak annuleren in een afdrukwachtrij of
afdrukspooler:
•
U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het
pictogram van het apparaat (
•
) in de taakbalk van Windows.
U kunt de huidige afdruktaak ook annuleren door te drukken op de knop
(Stoppen/Wissen) op het bedieningspaneel.
Meer instellingen openen
Het scherm kan afwijken afhankelijk van het model of de opties.
U kunt meer afdrukparameters instellen.
1
2
3
4
Open het document dat u wilt afdrukken.
Ga naar Charms(charms) en selecteer Apparaten.
Selecteer uw printer in de lijst
Klik op Meer instellingen.
5. Nuttige beheerprogramma's
269
Samsung Printer Experience gebruiken
Het tabblad Basis
Het tabblad Geavanceerd
Basis
Papierinstellingen
Met deze optie kunt u de basisinstellingen voor afdrukken kiezen, zoals het
aantal exemplaren, de afdrukstand en het documenttype.
Met deze optie kunt u de basisspecificaties voor het verwerken van papier
instellen.
Eco-instellingen
Lay-outinstellingen
Met deze optie kunt u meerdere pagina's per kant afdrukken om materiaal
te besparen.
Met deze optie kunt u de verschillende manieren instellen om uw document
vorm te geven.
5. Nuttige beheerprogramma's
270
Samsung Printer Experience gebruiken
Het tabblad Beveiliging
Sommige functies zijn niet beschikbaar afhankelijk van het model of de
opties. Als dit tabblad onzichtbaar of uitgeschakeld is, betekent dit dat
deze functies niet worden ondersteund.
Deze optie wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke
documenten. U moet een wachtwoord invoeren om het document te
kunnen afdrukken.
De deelfunctie gebruiken
Met Samsung Printer Experience kunt u via de deelfunctie afdrukken
vanuit andere toepassingen die op de computer zijn geïnstalleerd.
Deze functie is alleen beschikbaar voor het afdrukken van bestanden
met de indelingen jpeg, bmp, tiff, gif en png.
Taakaccountbeheer
1
Selecteer de inhoud die u wilt afdrukken vanuit een andere
toepassing.
2
In Charms(charms) selecteert u Delen > Samsung Printer
Experience.
3
Selecteer de printerinstellingen, zoals het aantal exemplaren en de
afdrukstand.
4
Klik op Afdrukken om de afdruktaak te starten.
Met deze optie kunt u afdrukken met de gegeven machtiging.
Vertrouwelijk afdrukken
5. Nuttige beheerprogramma's
271
6. Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
• Problemen met papierinvoer
273
• Problemen met de voeding en het netsnoer
274
• Afdrukproblemen
275
• Problemen met de afdrukkwaliteit
280
• Problemen met het besturingssysteem
288
Voor fouten die optreden tijdens het installeren en instellen van de draadloze software,
raadpleegt u de sectie met probleemoplossingen in het hoofdstuk over het instellen van
het draadloze netwerk (zie "Problemen met draadloze netwerken oplossen" op pagina
180).
Problemen met papierinvoer
Toestand
Voorgestelde oplossing
Het papier loopt vast tijdens het
afdrukken.
Verwijder het vastgelopen papier.
Papier kleeft aan elkaar.
• Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade.
• Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt.
• Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit.
• In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven.
Invoerprobleem met een aantal vellen
tegelijk.
Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier van hetzelfde soort
en hetzelfde formaat en gewicht.
Afdrukpapier wordt niet ingevoerd.
• Verwijder vastgelopen papier in het apparaat.
• Het papier werd niet goed in de lade gelegd. Verwijder het papier en plaats het op de juiste manier in de lade.
• Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier.
• Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
Het papier blijft vastlopen.
• Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. Gebruik de lade voor handmatige invoer als u
op speciaal materiaal afdrukt.
• U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
• Misschien zitten er materiaalresten in het apparaat. Open de voorklep en verwijder de resten.
Enveloppen trekken scheef of worden
niet goed ingevoerd.
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten de envelop net
raken).
6. Problemen oplossen
273
Problemen met de voeding en het netsnoer
Start het apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum.
Toestand
Het apparaat krijgt geen stroom,
of de verbindingskabel tussen de
computer en het apparaat is niet goed
aangesloten.
Voorgestelde oplossing
1 Sluit de printer eerst op de netvoeding aan.
Als het apparaat een knop
(Aan/uit/ontwaken) op het bedieningspaneel heeft, drukt u hierop.
2
1
2 Controleer de USB-kabel of de netwerkkabel aan de achterkant van het apparaat.
3 Verwijder de USB-kabel of de netwerkkabel aan de achterkant van het apparaat en plaats de kabel opnieuw.
6. Problemen oplossen
274
Afdrukproblemen
Toestand
Het apparaat drukt niet
af.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat krijgt geen stroom.
Voorgestelde oplossing
Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het apparaat een knop
(Aan/
uit/ontwaken) op het bedieningspaneel heeft, drukt u hierop.
Het apparaat is niet als standaardprinter
geselecteerd.
Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows.
Controleer het volgende:
• De klep is niet gesloten. Sluit de klep.
• Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 90).
• De papierlade is leeg. Plaats papier (zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 41).
• Er is geen tonercassette geplaatst. Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
• Zorg dat het beschermingsmateriaal is verwijderd van de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als er een systeemfout optreedt.
De verbindingskabel tussen de computer en
het apparaat is niet goed aangesloten.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan (zie "Achterkant" op
pagina 20).
De verbindingskabel tussen de computer en
het apparaat is mogelijk defect.
Sluit de kabel indien mogelijk aan op een andere computer die naar behoren werkt
en druk een document af. U kunt ook proberen om een andere kabel voor uw
apparaat te gebruiken.
De poortinstelling is niet juist.
Controleer de printerinstellingen in Windows om vast te stellen of de afdruktaak
naar de juiste poort wordt gestuurd. Als uw computer meerdere poorten heeft,
controleert u of het apparaat op de juiste poort is aangesloten.
6. Problemen oplossen
275
Afdrukproblemen
Toestand
Het apparaat drukt niet
af.
Mogelijke oorzaak
Voorgestelde oplossing
Het apparaat is mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Controleer de Voorkeursinstellingen voor afdrukken om na te gaan of alle
afdrukinstellingen correct zijn.
Mogelijk is het printerstuurprogramma niet
goed geïnstalleerd.
Deïnstalleer het stuurprogramma van uw printer en installeer het programma
opnieuw.
Het apparaat werkt niet goed.
Kijk of het display van het bedieningspaneel een systeemfout aangeeft. Neem
contact op met een medewerker van de klantenservice.
Het document is zo groot dat er niet voldoende
ruimte op de harde schijf van de computer is
om toegang te krijgen tot de afdruktaak.
Maak extra ruimte op de harde schijf vrij en druk het document opnieuw af.
De uitvoerlade is vol.
Wanneer het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat het apparaat door met
afdrukken.
Het apparaat haalt
papier uit de verkeerde
invoer.
De papieroptie die in Voorkeursinstellingen
voor afdrukken is geselecteerd is mogelijk
onjuist.
In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het tabblad Papier
in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 54). Selecteer de juiste papierbron. Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma (zie "Help gebruiken" op pagina 55).
Een afdruktaak wordt
uiterst langzaam
afgedrukt.
Mogelijk is de afdruktaak zeer complex.
Maak de pagina minder complex of wijzig de instellingen voor de afdrukkwaliteit.
6. Problemen oplossen
276
Afdrukproblemen
Toestand
De helft van de pagina is
blanco.
Het apparaat drukt wel
af, maar de tekst is niet
correct, vervormd of
niet volledig.
Mogelijke oorzaak
Voorgestelde oplossing
Mogelijk is de afdrukstand verkeerd ingesteld. Wijzig de afdrukstand in het desbetreffende programma (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma (zie "Help gebruiken" op pagina 55).
Het ingestelde papierformaat stemt niet
overeen met het formaat van het papier in de
lade.
Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma
overeenstemt met het papier in de papierlade. Controleer of het papierformaat dat
is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier dat is
geselecteerd in het programma dat u gebruikt (zie "Voorkeursinstellingen openen"
op pagina 54).
De kabel van het apparaat zit los of is defect.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Druk een document
af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit de kabel en het apparaat
indien mogelijk aan op een andere computer en druk een document af dat u eerder
wel correct hebt kunnen afdrukken. Als dit alles niet helpt, probeert u een nieuwe
printerkabel.
Het verkeerde printerstuurprogramma is
geselecteerd.
Controleer in het afdrukmenu van de toepassing of u de juiste printer hebt
geselecteerd.
De softwaretoepassing werkt niet naar
behoren.
Probeer een document af te drukken vanuit een andere toepassing.
Het besturingssysteem werkt niet naar
behoren.
Sluit Windows af en start de computer opnieuw op. Schakel het apparaat uit en
weer in.
6. Problemen oplossen
277
Afdrukproblemen
Toestand
Er worden blanco
pagina’s afgedrukt.
Mogelijke oorzaak
De tonercassette is leeg of beschadigd.
Voorgestelde oplossing
Herverdeel indien nodig het tonerpoeder. Vervang indien nodig de tonercassette.
• Zie "Toner herverdelen" op pagina 71.
• Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73.
Mogelijk bevat het bestand blanco pagina’s.
Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat.
Mogelijk is een onderdeel van het apparaat
defect (bijvoorbeeld de controller of het
moederbord).
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Het apparaat drukt het
PDF-bestand niet juist
af. Sommige delen van
afbeeldingen, tekst of
illustraties ontbreken.
Incompatibiliteit tussen het PDF-bestand en
de Acrobat-producten.
Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een
afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in.
De afdrukkwaliteit van
foto’s is niet goed. De
afbeeldingen zijn niet
duidelijk.
De resolutie van de foto is zeer laag.
Verklein de afmetingen van de foto. Als u de afmetingen van de foto in het
programma vergroot, wordt de resolutie verlaagd.
Er komt voor het
afdrukken ter hoogte
van de uitvoerlade
stoom uit het apparaat.
Het gebruik van geperforeerd papier kan damp
veroorzaken tijdens het afdrukken.
Dit is geen probleem. Ga gewoon door met afdrukken.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
6. Problemen oplossen
278
Afdrukproblemen
Toestand
Mogelijke oorzaak
Voorgestelde oplossing
Het apparaat drukt geen
aangepaste
papierformaten zoals
rekeningpapier af.
Het papierformaat en de
papierformaatinstelling komen niet overeen.
Stel het juiste papierformaat in onder Aangepast in het tabblad Papier in
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 54).
Het afgedrukte papier
krult op.
De instelling voor de papiersoort klopt niet.
Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar
Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het
type in op Dun papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
6. Problemen oplossen
279
Problemen met de afdrukkwaliteit
Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel
om het probleem te verhelpen.
Toestand
Lichte of vage afdrukken
Voorgestelde oplossing
• Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe tonercassette
(zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
• Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.
• Als de hele pagina te licht is, is de afdrukresolutie te laag ingesteld of is de tonerbespaarstand ingeschakeld. Wijzig de
afdrukresolutie en schakel de energiebesparende modus uit. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma.
• Een combinatie van vage plekken en vegen kan erop wijzen dat de tonercassette moet worden gereinigd. Reinig de
binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82).
• Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat
reinigen" op pagina 82). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van
de klantenservice.
De bovenste helft van het
papier is lichter bedrukt dan
de rest van het papier.
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
• Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
6. Problemen oplossen
280
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Tonervlekken
Voorgestelde oplossing
• Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.
• Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82).
A aB bC c
A aB bC c
A aB bC c
A aB bC c
A aB bC c
Onregelmatigheden
• Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice (zie
"Het apparaat reinigen" op pagina 82).
Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen:
• Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af.
A aBb C
A aBb C
A aBb C
A aBb C
A aBb C
• Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer papier van een
ander merk.
• Een hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige delen toner afstoten.
Probeer een ander soort of merk papier.
• Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dik papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.
Witte vlekken
Er verschijnen witte vlekken op de pagina:
• Het papier is te ruw en er valt veel papierstof op de interne onderdelen van het apparaat, wat erop wijst dat de rol vuil kan
zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82).
• Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen"
op pagina 82).
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.
6. Problemen oplossen
281
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Verticale strepen
Voorgestelde oplossing
Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont:
• Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de tonercassette in het apparaat. Verwijder de
tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
Als de pagina witte verticale strepen vertoont:
• Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat
reinigen" op pagina 82). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van
de klantenservice.
Zwarte of gekleurde
achtergrond
Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond):
• Gebruik papier met een lager gewicht.
• Controleer de omgevingsvoorwaarden: bijzonder droge omstandigheden of een hoge luchtvochtigheid (meer dan 80% RV)
kunnen aanleiding geven tot een grijzere achtergrond.
• Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
• Herverdeel de toner grondig (zie "Toner herverdelen" op pagina 71).
Tonervegen
• Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82).
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
• Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
6. Problemen oplossen
282
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Verticaal terugkerende
afwijkingen
Voorgestelde oplossing
Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont:
• De tonercassette is mogelijk beschadigd. Als de problemen zich na het afdrukken blijven voordoen, vervangt u de oude
tonercassette door een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
• Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat. Als de afwijkingen zich op de achterkant van de pagina
bevinden zal het probleem waarschijnlijk na enkele pagina’s vanzelf verdwijnen.
• De fixeereenheid is mogelijk beschadigd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Schaduwvlekken
A
Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de afdruk voorkomen.
• Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open
op het moment dat u het gaat gebruiken zodat het papier niet te veel vocht opneemt.
• Wijzig de afdruklay-out als er schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te voorkomen dat wordt afgedrukt op een
gebied met overlappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen veroorzaken.
Of selecteer Dik papier in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 54).
• Als het gehele oppervlak van een afgedrukte pagina wordt bedekt met schaduwvlekken, kiest u een andere afdrukresolutie
in het softwareprogramma of in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina
54). Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er
momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben.
• Als u een nieuwe tonercassette gebruikt, moet u de toner eerst herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 71).
6. Problemen oplossen
283
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Er blijven tonerdeeltjes
hangen rond vetgedrukte
tekens of donkere foto’s.
Voorgestelde oplossing
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
• Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
• Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er
momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben.
Misvormde tekst
• Als tekst er vervormd uitziet ("uitgehold" effect) is het papier mogelijk te glad. Probeer een ander soort papier.
Papier schuin
• Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
A aBb
A aBb C
A aBb C
A aBb C
A aBb C c
Cc
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
• Let erop dat de geleiders niet te dicht en niet te ver af staan van de stapel papier.
6. Problemen oplossen
284
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Gekruld of gegolfd
Voorgestelde oplossing
• Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is.
• Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Vouwen of kreuken
• Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
• Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Achterkant van afdrukken is
vuil
• Mogelijk lekt een tonercassette. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82).
6. Problemen oplossen
285
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Volledig gekleurde of zwarte
pagina’s
A
Losse toner
Voorgestelde oplossing
• Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
• Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op
pagina 73).
• Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
• Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 82).
• Controleer de papiersoort, de dikte en de kwaliteit van het papier.
• Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 73).
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van
de klantenservice.
Openingen in tekens
Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden moeten zijn:
• Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier. Verwijder het papier en draai het om.
A
• Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties.
6. Problemen oplossen
286
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Horizontale strepen
Voorgestelde oplossing
Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende:
• De tonercassette is mogelijk verkeerd geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
• Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op
pagina 73).
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker
van de klantenservice.
Krullen
Als het afgedrukte papier opkrult of als het papier niet wordt ingevoerd, doet u het volgende:
• Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
• Wijzig de papierinstelling op de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik
op het tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dun papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54).
• Op enkele vellen verschijnt
herhaaldelijk een onbekende
afbeelding.
Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een hoogte van 1.000 m of hoger. Een dergelijke hoogte kan de afdrukkwaliteit
beïnvloeden (bijv. losse toner of een vage afdruk). Stel uw apparaat in op de juiste hoogte (zie "Aanpassing aan luchtdruk of
hoogte" op pagina 227).
• Losse toner
• Vage afdruk of vervuiling
6. Problemen oplossen
287
Problemen met het besturingssysteem
1
Algemene Windows-problemen
Toestand
Voorgestelde oplossing
Tijdens de installatie verschijnt het
bericht "Bestand in gebruik".
Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows weer op.
Installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
Het bericht "Algemene
beschermingsfout", "OEuitzondering", "Spool 32" of
"Ongeldige bewerking" verschijnt.
Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
De berichten "Kan niet afdrukken" of
"Er is een time-outfout in de printer
opgetreden" verschijnen.
Deze meldingen kunnen tijdens het afdrukken verschijnen. Wacht gewoon even tot het apparaat klaar is met
afdrukken. Als het bericht verschijnt als de printer klaar staat voor gebruik of nadat de afdruk is voltooid, controleert
u de aansluiting en gaat u na of er een fout is opgetreden.
Samsung Printer Experience wordt
niet weergegeven wanneer u klikt op
Meer instellingen.
Samsung Printer Experience is niet geïnstalleerd. Download de app uit de Windows Store(Store) en installeer
deze.
Apparaatgegevens worden niet
weergegeven wanneer u op het
apparaat in Apparaten en printers
klikt.
Selecteer het selectievakje Eigenschappen van printer. Klik op de tab Poorten.
(Configuratiescherm > Apparaten en printers > Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en
selecteer Eigenschappen van printer)
Als de poort is ingesteld op Bestand of LPT, verwijdert u de selectiemarkering en selecteert u TCP/IP, USB of WSD.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Microsoft Windows die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over foutmeldingen in Windows.
6. Problemen oplossen
288
Problemen met het besturingssysteem
2
Veelvoorkomende Mac-problemen
Toestand
Het apparaat drukt het PDF-bestand
niet juist af. Sommige delen van
afbeeldingen, tekst of illustraties
ontbreken.
Voorgestelde oplossing
Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als
afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Bepaalde letters worden niet normaal
weergegeven tijdens het afdrukken
van het voorblad.
Mac OS kan bij het afdrukken van het voorblad het gebruikte lettertype niet maken . Normale letters en cijfers worden
normaal weergegeven op het voorblad.
Als u op een Mac-computer een
document afdrukt met Acrobat
Reader 6.0 of hoger, worden de
kleuren niet op de juiste wijze
afgedrukt.
Controleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma overeenkomt met de resolutie-instelling in Acrobat
Reader.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Macintosh die bij uw computer is geleverd voor meer informatie over foutmeldingen in Mac OS.
6. Problemen oplossen
289
Problemen met het besturingssysteem
3
Algemene Linux-problemen
Toestand
Voorgestelde oplossing
Als u meer dan één exemplaar
afdrukt, wordt het tweede exemplaar
niet afgedrukt.
Dit probleem doet zich voor in Ubuntu 12.04 vanwege een probleem in het standaard CUPS-filter 'pdftops'. Werk het
pakket 'cups-filters' bij naar versie 1.0.18 om het probleem te verhelpen ('pdftops' is onderdeel van het pakket 'cupsfilters').
De sorteeroptie kan niet worden
uitgeschakeld in het dialoogvenster
voor afdrukken.
Voor sommige distributies treedt een probleem op bij de verwerking van de sorteeroptie in het dialoogvenster voor
afdrukken van GNOME. U kunt dit probleem oplossen door de standaardwaarde voor de sorteeroptie in te stellen op
False met het systeemhulpprogramma voor afdrukken (voer 'system-config-printer' uit met het terminalprogramma).
Er wordt altijd dubbelzijdig afgedrukt. Dit probleem met dubbelzijdig afdrukken doet zich voor in het in Ubuntu 9.10 CUPS-pakket. Werk de CUPS-versie
bij naar 1.4.1-5ubuntu2.2.
De printer kan niet worden
toegevoegd via het hulpprogramma
voor afdrukken van het systeem.
Dit probleem treedt op in Debian 7 vanwege een fout in het pakket 'system-config-printer' van Debian 7 (http://
bugs.debian.org/cgi-bin/bugreport.cgi?bug=662813 in het systeem voor het bijhouden van fouten in Debian).
Gebruik een andere methode om de printer toe te voegen (bijvoorbeeld via CUPS WebUI)
Wanneer u tekstbestanden opent, zijn
de instellingen voor papierformaat en
afdrukstand uitgeschakeld in het
dialoogvenster voor afdrukken.
Dit probleem treedt op in Fedora 19 en heeft betrekking op de teksteditor 'leafpad' in Fedora 19. Gebruik een andere
teksteditor, bijvoorbeeld 'gedit'.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die bij uw computer werd geleverd voor meer informatie over Linux-foutberichten.
6. Problemen oplossen
290
Problemen met het besturingssysteem
4
Veelvoorkomende PostScript-problemen
De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PS-taal en kunnen optreden als er meerdere printertalen worden gebruikt.
Probleem
Het PostScript-bestand kan
niet worden afgedrukt
Mogelijke oorzaak
Mogelijk is het PostScript-stuurprogramma
niet correct geïnstalleerd.
Oplossing
• Installeer het PostScript-stuurprogramma (zie "Installatie van de software"
op pagina 140).
• Druk een configuratiepagina af en controleer of u kunt afdrukken in PS.
• Neem contact op met de klantenservice als het probleem zich blijft
voordoen.
Het rapport Fout
limietcontrole wordt
afgedrukt
De afdruktaak is te complex.
Maak de pagina minder complex of breid het geheugen uit.
Er wordt een PostScriptfoutenpagina afgedrukt
De afdruktaak is mogelijk geen PostScripttaak.
Controleer of de afdruktaak een PostScript-taak is. Controleer of de
softwaretoepassing verwacht dat er een installatiebestand of PostScriptheaderbestand naar het apparaat wordt gestuurd.
De optionele lade is niet
geselecteerd in het
stuurprogramma
Het printerstuurprogramma is niet
geconfigureerd om de optionele lade te
herkennen.
Open de eigenschappen van het stuurprogramma, selecteer het tabblad
Apparaatopties en stel de ladeoptie in (zie "Apparaatopties instellen" op
pagina 77).
Als u op een Mac-computer
een document afdrukt met
Acrobat Reader 6.0 of hoger,
worden de kleuren niet op de
juiste wijze afgedrukt.
Mogelijk komt de resolutie-instelling in het
printerstuurprogramma niet overeen met de
resolutie-instelling in Acrobat Reader.
Controleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma
overeenkomt met de resolutie-instelling in Acrobat Reader.
6. Problemen oplossen
291
Contact SAMSUNG worldwide
If you have any comments or questions regarding Samsung products,
contact the Samsung customer care center.
Country/Region
BANGLADESH
Country/Region
ALGERIA
ARGENTINE
ARMENIA
AUSTRALIA
AUSTRIA
AZERBAIJAN
Customer Care Center
www.samsung.com/
n_africa/support
0800-333-3733
www.samsung.com/
ar/support
0-800-05-555
www.samsung.com/
support
BOLIVIA
www.samsung.com/
au/support
BOSNIA
0800 - SAMSUNG (0800 7267864)
www.samsung.com/
at/support
BOTSWANA
0-88-555-55-55
www.samsung.com/
support
8000-GSAM (8000-4726)
www.samsung.com/
ae/support (English)
BAHRAIN
BELARUS
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
810-800-500-55-500
www.samsung.com/
in/support
02-201-24-18
www.samsung.com/
be/support (Dutch)
www.samsung.com/
support
BELGIUM
BRAZIL
BULGARIA
BURUNDI
CAMEROON
WebSite
09612300300
WebSite
021 36 11 00
1300 362 603
Customer Care Center
www.samsung.com/
be_fr/support
(French)
800-10-7260
www.samsung.com/
cl/support
[HHP] 4828210
051 331 999
www.samsung.com/
support
8007260000
www.samsung.com/
support
0800-124-421 (Demais
cidades e regiões)
www.samsung.com/
br/support
4004-0000 (Capitais e grandes
centros)
800 111 31, Безплатна
телефонна линия
www.samsung.com/
bg/support
200
www.samsung.com/
support
7095- 0077
www.samsung.com/
africa_fr/support
Contact SAMSUNG worldwide
292
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
Customer Care Center
1-800-SAMSUNG (726-7864)
CANADA
CHILE
CHINA
COLOMBIA
800-SAMSUNG (726-7864)
[HHP] 02-24828200
WebSite
Country/Region
www.samsung.com/
ca/support(English)
CYPRUS
www.samsung.com/
ca_fr/support
(French)
CZECH
www.samsung.com/
cl/support
400-810-5858
www.samsung.com/
cn/support
Bogotá 600 12 72Gratis desde
cualquier parte del país 01
8000 112 112 ó desde su
celular #SAM(726)
www.samsung.com/
co/support
DENMARK
COSTA RICA
CROATIA
Cote D’ Ivoire
00-800-1-SAMSUNG (7267864)
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
072 726 786
8000 0077
www.samsung.com/
africa_fr/support
www.samsung.com/
gr/support
800-SAMSUNG (800-726786)
www.samsung.com/
cz/support
70 70 19 70
www.samsung.com/
dk/support
1-800-751-2676
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
499999
www.samsung.com/
support
1-800-10-72670
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
1-800-SAMSUNG (72-6786)
ECUADOR
www.samsung.com/
hr/support
EGYPT
WebSite
8009 4000 only from landline,
toll free
DOMINICA
DRC
0-800-507-7267
Customer Care Center
www.samsung.com/
latin_en/
support(English)
08000-726786
16580
www.samsung.com/
eg/support
Contact SAMSUNG worldwide
293
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
EIRE
Customer Care Center
0818 717100
800-6225
EL SALVADOR
ESTONIA
FINLAND
FRANCE
www.samsung.com/
ie/support
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
800-7267
www.samsung.com/
ee/support
030-6227 515
www.samsung.com/
fi/support
01 48 63 00 00
www.samsung.com/
fr/support
0180 6 7267864*
www.samsung.com/
de/support
GHANA
GREECE
0-800-555-555
Customer Care Center
0800-10077
80111-SAMSUNG (80111 726
7864) only from land line(+30)
210 6897691 from mobile and
land line
www.samsung.com/
gr/support
1-800-299-0013
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
GUATEMALA
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
800-2791-9267
800-2791-9111
HONDURAS
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
(852) 3698 4698
HONG KONG
WebSite
www.samsung.com/
africa_en/support
0302-200077
1-800-299-0033
[HHP] 0180 6 M SAMSUNG
bzw.
0180 6 67267864* (*0,20 €/
Anruf aus dem dt. Festnetz,
aus dem Mobilfunk max. 0,60
€/Anruf)
GEORGIA
Country/Region
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
0180 6 SAMSUNG bzw.
GERMANY
WebSite
www.samsung.com/
hk/support (Chinese)
www.samsung.com/
hk_en/support
(English)
www.samsung.com/
support
Contact SAMSUNG worldwide
294
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
HUNGARY
INDIA
INDONESIA
IRAN
ITALIA
JAMAICA
JAPAN
Customer Care Center
0680SAMSUNG (0680-726786)0680PREMIUM (0680773-648)
www.samsung.com/
hu/support
1800 3000 8282 - Toll
Free1800 266 8282 - Toll Free
www.samsung.com/
in/support
021-56997777
www.samsung.com/
id/support
08001128888
KAZAKHSTAN
Country/Region
KENYA
www.samsung.com/
iran/support
KYRGYZSTAN
800-SAMSUNG
(800.7267864)[HHP]
800.Msamsung
(800.67267864)
www.samsung.com/
it/support
LATVIA
1-800-234-7267
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
1-800-SAMSUNG (726-7864)
0120-363-905
LITHUANIA
www.samsung.com/
jp/support
06 5777444
www.samsung.com/
levant/support
(English)
8-10-800-500-55-500
(GSM:7799, VIP care 7700)
www.samsung.com/
support
Customer Care Center
LUXEMBURG
MACAU
MACEDONIA
www.samsung.com/
support
183-CALL (183-2255)
www.samsung.com/
ae/support (English)
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
8-10-800-500-55-500
www.samsung.com/
kz_ru/support
8000-7267
www.samsung.com/
lv/support
8-800-77777
www.samsung.com/
lt/support
261 03 710
www.samsung.com/
support
0800 333
www.samsung.com/
support
023 207 777
1800-88-9999
MALAYSIA
MEXICO
WebSite
0800 545 545
KUWAIT
021-8255
0800-22273
JORDAN
WebSite
603-77137477 (Overseas
contact)
www.samsung.com/
my/support
01-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/
mx/support
Contact SAMSUNG worldwide
295
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
MOLDOVA
MONGOLIA
MONTENEGRO
MOROCCO
MOZAMBIQUE
MYANMAR
NAMIBIA
NIGERIA
NETHERLANDS
NEW ZEALAND
Customer Care Center
WebSite
0-800-614-40
www.samsung.com/
support
7-495-363-17-00
www.samsung.com/
support
020 405 888
www.samsung.com/
support
080 100 2255
www.samsung.com/
n_africa/support
847267864 / 827267864
www.samsung.com/
support
01-2399888
www.samsung.com/
support
08 197 267 864
www.samsung.com/
support
0800-726-7864
www.samsung.com/
africa_en/support
0900-SAMSUNG (09007267864) (€ 0,10/Min)
www.samsung.com/
nl/support
0800 726 786
www.samsung.com/
nz/support
Country/Region
Customer Care Center
001-800-5077267
www.samsung.com/
latin/
support(Spanish)
NICARAGUA
NORWAY
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
815 56480
www.samsung.com/
no/support
800-SAMSUNG (800 - 726
7864)
www.samsung.com/
ae/support (English)
OMAN
PAKISTAN
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
0800-Samsung (72678)
www.samsung.com/
pk/support
800-7267
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
800-0101
PANAMA
WebSite
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
Contact SAMSUNG worldwide
296
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
Customer Care Center
009-800-542-0001
PARAGUAY
PERU
WebSite
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
0-800-777-08
www.samsung.com/
pe/support
PHILIPPINES
www.samsung.com/
ph/support
www.samsung.com/
pl/support
POLAND
0 801-172-678* lub +48 22
607-93-33 *[HHP] 0 801-672678* lub +48 22 607-93-33**
(koszt połączenia według taryfy
operatora)
808 20 7267
www.samsung.com/
pt/support
1-800-682-3180
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
PUERTO RICO
Customer Care Center
800-CALL (800-2255)
QATAR
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
1-800-10-7267864 [PLDT]1800-8-7267864 [Globe landline
and Mobile]02-4222111 [Other
landline]
PORTUGAL
Country/Region
RWANDA
ROMANIA
RUSSIA
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
SERBIA
SINGAPORE
www.samsung.com/
ae/support (English)
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
9999
www.samsung.com/
support
08008 726 78 64 (08008
SAMSUNG )Apel GRATUIT
www.samsung.com/
ro/support
8-800-555-55-55
www.samsung.com/
ru/support
920021230
www.samsung.com/
sa/support
SAUDI ARABIA
SENEGAL
WebSite
www.samsung.com/
sa_en/support
(English)/
800-00-0077
www.samsung.com/
africa_fr/support
011 321 6899
www.samsung.com/
rs/support
1800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com/
sg/support
Contact SAMSUNG worldwide
297
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
Customer Care Center
WebSite
Country/Region
080 697 267090 726 786
www.samsung.com/
rs/si
TADJIKISTAN
0800 - SAMSUNG(0800-726
786)
www.samsung.com/
sk/support
TAIWAN
0860 SAMSUNG (726 7864)
www.samsung.com/
support
TANZANIA
SPAIN
0034902172678[HHP]
0034902167267
www.samsung.com/
es/support
THAILAND
SRI LANKA
009411754054000941159000
00
www.samsung.com/
support
1969
www.samsung.com/
support
SLOVENIA
SLOVAKIA
SOUTH AFRICA
SUDAN
SWEDEN
www.samsung.com/
se/support
0800 726 78 64 (0800SAMSUNG)
www.samsung.com/
ch/support (German)
TURKEY
www.samsung.com/
ch_fr/support
(French)
TUNISIA
18252273
SYRIA
www.samsung.com/
levant/support
(English)
U.A.E
WebSite
8-10-800-500-55-500
www.samsung.com/
support
0800-329999
www.samsung.com/
tw/support
0800 755 755
www.samsung.com/
support
0-2689-3232,1800-29-3232
www.samsung.com/
th/support
1-800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
TRINIDAD &
TOBAGO
0771 726 7864 (SAMSUNG)
SWITZERLAND
Customer Care Center
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
444 77 11
www.samsung.com/
tr/support
80-1000-12
www.samsung.com/
n_africa/support
800-SAMSUNG (800 -726
7864)
www.samsung.com/
ae/support (English)
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
Contact SAMSUNG worldwide
298
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
UK
U.S.A
Customer Care Center
WebSite
0330 SAMSUNG (7267864)
www.samsung.com/
uk/support
VENEZUELA
1-800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com/
us/support
VIETNAM
-Consummer
Electonics
U.S.A (Mobile
Phones)
UGANDA
ZAMBIA
1-800-SAMSUNG (72-6786)
[HHP] 1-888-987-HELP(4357)
www.samsung.com/
us/support
0800 300 300
www.samsung.com/
support
0-800-502-000
www.samsung.com/
ua/support
(Ukrainian)
UKRAINE
Customer Care Center
WebSite
0-800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com/
ve/support
1800 588 889
www.samsung.com/
vn/support
0211 350370
www.samsung.com/
support
www.samsung.com/
ua_ru/support
(Russian)
000- 405-437-33
URUGUAY
UZBEKISTAN
Country/Region
www.samsung.com/
latin/
support(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/
support(English)
8-10-800-500-55-500
www.samsung.com/
support
Contact SAMSUNG worldwide
299
Verklarende woordenlijst
AppleTalk
De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het
product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt
gebruikt en verband houdt met afdrukken.
AppleTalk is een octrooirechtelijk beschermde suite van door Apple Inc
ontwikkelde protocollen voor computernetwerken. Deze suite was
opgenomen in de oorspronkelijke Mac (1984) en wordt nu door Apple
ingezet voor TCP/IP-netwerken.
802.11
802.11 bevat een reeks standaarden voor draadloze-netwerkcommunicatie
(WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/MAN-Standards Committee (IEEE
802).
802.11b/g/n
802.11b/g/n kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte van 2.4
GHz. 802.11b ondersteunt een bandbreedte tot maximaal 11 Mbps,
802.11n ondersteunt een bandbreedte tot 150 Mbps. 802.11b/g/napparaten kunnen interferentie ondervinden van magnetrons, draadloze
telefoons en Bluetooth-apparaten.
Toegangspunt
Bitdiepte
Een grafische computerterm die beschrijft hoeveel bits er nodig zijn om de
kleur van één pixel in een bitmapafbeelding te vertegenwoordigen. Een
hogere kleurdiepte geeft een breder scala van te onderscheiden kleuren.
Naarmate het aantal bits toeneemt, wordt het aantal mogelijke kleuren te
groot voor een kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans monochroom
of zwart-wit genoemd.
BMP
Een grafische bitmapindeling die intern wordt gebruikt door het grafische
subsysteem van Microsoft Windows (GDI) en algemeen wordt gebruikt als
een eenvoudige grafische bestandsindeling op dat platform.
Een toegangspunt of draadloos toegangspunt (AP of WAP) is een apparaat
dat draadlozecommunicatieapparaten verbindt in een draadloos netwerk
(WLAN) en dienst doet als een centrale zender en ontvanger van WLANradiosignalen.
Verklarende woordenlijst
300
Verklarende woordenlijst
BOOTP
Dekkingsgraad
Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een
netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen. Dit gebeurt
doorgaans in het bootstrapproces van computers of de daarop uitgevoerde
besturingssystemen. De BOOTP-servers wijzen aan iedere client een IPadres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen computers met
een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen voordat een
geavanceerd besturingssysteem wordt geladen.
Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij het afdrukken
te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld dat een vel A4papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat. Dus als het papier of origineel
ingewikkelde afbeeldingen of veel tekst bevat, is de dekkingsgraad en
daarmee het tonergebruik hoger.
Sorteren
Kommagescheiden waarden (CSV). CSV is een type bestandsindeling.
CSV wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen verschillende
toepassingen. Deze bestandsindeling wordt in Microsoft Excel gebruikt en
is min of meer de norm geworden in de IT-sector, ook op nietMicrosoftplatformen.
Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak bestaande uit meerdere
exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie Sorteren is
ingeschakeld, wordt eerst een volledige set afgedrukt voordat de overige
kopieën worden gemaakt.
CSV
DADF
Configuratiescherm
Een bedieningspaneel is het platte, doorgaans verticale, gedeelte waarop
de bedienings- of controle-instrumenten worden weergegeven. Deze
bevinden zich doorgaans aan de voorzijde van het apparaat.
De dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADF) is een
scanmechanisme waarmee een origineel automatisch wordt ingevoerd en
omgedraaid, zodat het apparaat beide zijden van het papier kan inscannen.
Standaard
De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit de
verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of wordt geïnitialiseerd.
Verklarende woordenlijst
301
Verklarende woordenlijst
DHCP
Matrixprinter
Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/
servernetwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt configuratieparameters
naar de DHCP-clienthost die deze gegevens opvraagt om deel te kunnen
uitmaken van een IP-netwerk. DHCP biedt ook een mechanisme voor de
toewijzing van IP-adressen aan clienthosts.
Een matrixprinter is een printer met een printerkop die heen en weer loopt
over de pagina en afdrukt door middel van aanslagen, waarbij een van inkt
voorzien lint tegen het papier wordt geslagen, zoals bij een typemachine.
DIMM
DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor resolutie die wordt gebruikt
voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt een hogere DPI tot
een hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en een groter
bestandsformaat.
De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat met
geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op, zoals
afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens.
DPI
Duplex
DLNA
DLNA (Digital Living Network Alliance) is een standaard waarmee
apparaten in een thuisnetwerk gegevens met elkaar kunnen uitwisselen via
het netwerk.
Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het
apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer
met een duplexeenheid kan afdrukken op beide zijden van een vel papier
tijdens één printcyclus.
DNS
DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie
opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het internet.
Verklarende woordenlijst
302
Verklarende woordenlijst
Afdrukvolume
Ethernet
Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte pagina’s per
maand die de printerprestaties niet beïnvloedt. Doorgaans heeft de printer
een beperkte levensduur, zoals een bepaald aantal pagina’s per jaar. De
levensduur duidt de gemiddelde afdrukcapaciteit aan, meestal binnen de
garantieperiode. Als het afdrukvolume bijvoorbeeld 48 000 pagina’s per
maand (20 werkdagen) bedraagt, beperkt de printer het aantal pagina’s tot
2 400 per dag.
Ethernet is een op frames gebaseerde computernetwerktechnologie voor
LAN’s. Hiermee worden de bedrading en de signalen gedefinieerd voor de
fysieke laag en frameformaten en protocollen voor de MAC/
gegevenskoppelingslaag van het OSI-model. Ethernet wordt meestal
gestandaardiseerd als IEEE 802.3. Het is sedert de jaren ’90 van afgelopen
eeuw de meest gebruikte LAN-technologie.
EtherTalk
ECM
Foutcorrectiemodus (ECM) is een optionele verzendmodus voor
foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems van Klasse
1. Hiermee worden fouten tijdens de verzending van faxen, die soms
worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch opgespoord
en gecorrigeerd.
Emulatie
Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten
worden behaald als met een ander.
Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander
systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt. Emulatie
is gericht op de exacte reproductie van extern gedrag, in tegenstelling tot
simulatie; dit houdt verband met een abstract model van het systeem dat
wordt gesimuleerd, vaak met betrekking tot de interne staat.
Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor
computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Mac
(1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken.
FDI
Interface extern apparaat (FDI) is een kaart die in het apparaat is
geïnstalleerd zodat andere apparaten van derden, bijvoorbeeld een
muntautomaat of een kaartlezer, kunnen worden aangesloten. Met deze
apparaten kunt u laten betalen voor afdrukservices die worden uitgevoerd
met uw apparaat.
FTP
Protocol voor bestandsuitwisseling (FTP) is een algemeen gebruikt
protocol voor de uitwisseling van bestanden via een willekeurig netwerk dat
het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals internet of een intranet).
Verklarende woordenlijst
303
Verklarende woordenlijst
Fixeereenheid
Massaopslagapparaat (harde schijf)
Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal
fixeert. De eenheid bestaat uit een rol die het papier verwarmt en een rol
die druk uitoefent. Nadat toner op het papier is aangebracht, maakt de
fixeereenheid gebruik van hitte en druk om ervoor te zorgen dat de toner
aan het papier hecht. Dat verklaart ook waarom het papier warm is als het
uit een laserprinter komt.
Een massaopslagapparaat (harde schijf), doorgaans een harde of vaste
schijf genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal gecodeerde
gegevens opslaat op snel draaiende platen met een magnetisch oppervlak.
IEEE
Gateway
Het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is een
internationale professionele non-profitorganisatie voor de bevordering van
elektrische technologie.
Een verbinding tussen computernetwerken of tussen computernetwerken
en een telefoonlijn. Gateways worden veel gebruikt omdat het computers of
netwerken zijn die toegang bieden tot andere computers of netwerken.
IEEE 1284
Grijswaarden
Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven
worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende
grijstinten weergegeven.
Halftoon
Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal punten te
variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot aantal punten, terwijl
lichtere gebieden uit een kleiner aantal punten bestaan.
De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het IEEE (Institute
of Electrical and Electronics Engineers). De term "1284-B" verwijst naar
een bepaald type connector aan het uiteinde van de parallelle kabel die kan
worden aangesloten op het randapparaat (bijvoorbeeld een printer).
Intranet
Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen,
netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar
telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige manier
bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te laten uitvoeren. De
term kan nu en dan ook enkel verwijzen naar de meest zichtbare dienst, de
interne website.
Verklarende woordenlijst
304
Verklarende woordenlijst
IP-adres
IPX/SPX
Een Internet Protocol-adres (IP-adres) is een uniek nummer dat apparaten
gebruiken om elkaar te identificeren en informatie uit te wisselen in een
netwerk met behulp van de Internet Protocol-standaard.
IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced Packet
Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door de
besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX bieden beide
verbindingsservices aan die vergelijkbaar zijn met TCP/IP, waarbij het IPXprotocol vergelijkbaar is met IP en SPX vergelijkbaar is met TCP. IPX/SPX
was in eerste instantie bedoeld voor LAN’s (lokale netwerken) en is een
bijzonder efficiënt protocol voor dit doel (doorgaans overtreffen de
prestaties die van TCP/IP in een LAN).
IPM
IPM (Afbeeldingen per minuut) is een eenheid waarmee de snelheid van
een printer wordt gemeten. Het IPM-cijfer geeft het aantal vellen papier aan
dat een printer binnen één minuut eenzijdig kan bedrukken.
ISO
IPP
IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel
afdrukken als het beheren van afdruktaken, mediaformaat, resolutie,
enzovoort. IPP kan lokaal of via het internet voor honderden printers
worden gebruikt en ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en
codering, waardoor het een veel effectievere en veiligere afdrukoplossing
is dan eerdere oplossingen.
De Internationale organisatie voor standaardisatie (ISO) is een
internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld is uit
vertegenwoordigers van nationale standaardiseringsorganisaties. De ISO
produceert wereldwijd industriële en commerciële normen.
ITU-T
De Internationale Telecommunicatie Unie is een internationale organisatie
die is opgericht voor de standaardisering en regulering van internationale
radio- en telecommunicatie. De belangrijkste taken omvatten
standaardisering, de toewijzing van het radiospectrum en de organisatie
van onderlinge verbindingen tussen verschillende landen waarmee
internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt. De -T in ITUT duidt op telecommunicatie.
Verklarende woordenlijst
305
Verklarende woordenlijst
ITU-T No. 1 chart
MAC-adres
Gestandaardiseerd testdiagram dat is gepubliceerd door ITU-T voor het
verzenden van faxdocumenten.
Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat aan een
netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een unieke naam van 48
bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12 hexadecimale tekens die telkens
per twee worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e). Dit adres
wordt doorgaans door de fabrikant in een netwerkinterfacekaart (NIC)
geprogrammeerd en gebruikt als een hulpmiddel aan de hand waarvan
routers apparaten kunnen vinden in grote netwerken.
JBIG
JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de compressie
van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of kwaliteit, die
ontworpen is voor de compressie van binaire afbeeldingen, in het bijzonder
voor faxen, maar ook voor andere afbeeldingen.
JPEG
JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest gebruikte
standaardcompressiemethode voor foto’s. Deze indeling wordt gebruikt
voor het opslaan en verzenden van foto’s over het internet.
LDAP
LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een netwerkprotocol voor
het zoeken in en aanpassen van directoryservices via TCP/IP.
LED
Een LED (Light-Emitting Diode) is een halfgeleider die de status van een
apparaat aangeeft.
MFP
Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoorapparaat dat
verschillende functies in één fysieke behuizing combineert, bijvoorbeeld
een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en scanner.
MH
MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het beperken van
de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden verzonden om
een afbeelding te versturen. MH wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MH is
een op een codeboek gebaseerd lengtecoderingsschema dat
geoptimaliseerd werd om op een doeltreffende wijze witruimtes te
comprimeren. Aangezien de meeste faxen voornamelijk uit witruimte
bestaan, kan hiermee de verzendtijd van de meeste faxen tot een minimum
worden teruggebracht.
Verklarende woordenlijst
306
Verklarende woordenlijst
MMR
OPC
MMR (Modified Modified READ) is een compressiemethode die wordt
aanbevolen door ITU-T T.6.
Organische fotogeleider (OPC) is een mechanisme dat een virtuele
afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit een
laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig.
Modem
Indien een beeldeenheid een drum bevat, wordt het oppervlak van de drum
op den duur aangetast door het gebruik in de printer. De drum moet dan ook
regelmatig worden vervangen, omdat deze slijt door het contact met de
ontwikkelborstel van de cassette, het reinigingsmechanisme en het papier.
Een apparaat dat een draaggolfsignaal moduleert om digitale informatie te
coderen en een dergelijk signaal demoduleert om de verzonden informatie
te decoderen.
MR
MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen
door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn met behulp van MH. De
volgende regel wordt vergeleken met de eerste, het verschil wordt
vastgesteld en vervolgens worden de verschillen gecodeerd en verzonden.
NetWare
Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell, Inc.
Aanvankelijk maakte dit systeem gebruik van coöperatieve multi-tasking
om verschillende services op een pc te kunnen uitvoeren en waren de
netwerkprotocollen gebaseerd op de klassieke Xerox XNS-stack.
Tegenwoordig ondersteunt NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX.
Originelen
Het eerste exemplaar van bijvoorbeeld een document, foto of tekst, dat
wordt gekopieerd, gereproduceerd of omgezet om volgende exemplaren te
verkrijgen, maar dat zelf niet van iets anders is gekopieerd of afgeleid.
OSI
OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is
ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization).
OSI biedt een standaard modulaire benadering van netwerkontwerp
waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in
hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van
boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk,
gegevenskoppeling en fysiek.
Verklarende woordenlijst
307
Verklarende woordenlijst
PABX
Printerstuurprogramma
PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch
telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming.
Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden en
gegevens over te brengen van de computer naar de printer.
PCL
Afdrukmedia
Printeropdrachttaal (PCL) is een paginabeschrijvingstaal (PDL) die
ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is uitgegroeid tot een
norm in de branche. PCL werd aanvankelijk ontwikkeld voor de eerste
inkjetprinters en is in verschillende versies verschenen voor thermische
printers, matrix- en laserprinters.
Het materiaal, zoals papier, enveloppen, etiketten en transparanten, dat in
een printer, scanner, fax of kopieerapparaat kan worden gebruikt.
PPM
PDF
Pagina’s per minuut (PPM) is een methode voor het meten van de snelheid
van een printer en verwijst naar het aantal pagina’s dat een printer in één
minuut kan afdrukken.
PDF (Portable Document Format) is een door Adobe Systems ontwikkelde
bestandsindeling voor het weergeven van tweedimensionale documenten
in een apparaat- en resolutieonafhankelijke indeling.
PRN-bestand
PostScript
Een interface voor een apparaatstuurprogramma waarlangs software kan
communiceren met het apparaatstuurprogramma via standaard invoer-/
uitvoeraanroepen, waardoor veel taken worden vereenvoudigd.
PS (PostScript) is een paginabeschrijvings- en programmeertaal die
voornamelijk gebruikt wordt voor e-publishing en desktop publishing. - die
in een interpreter wordt uitgevoerd om een afbeelding te produceren.
Protocol
Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het
gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert.
Verklarende woordenlijst
308
Verklarende woordenlijst
PS
SMB
Zie PostScript.
SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk
wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en
diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt
tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen
onderling.
PSTN
Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare
circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een
bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd.
RADIUS
RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een protocol voor
gebruikersidentificatie en accounting op afstand. RADIUS laat toe om
verificatiegegevens zoals gebruikersnamen en wachtwoorden met behulp
van een AAA-concept (authentication, authorization en accounting) voor
het beheer van de netwerktoegang.
Resolutie
De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per inch). Hoe
hoger de dpi, hoe hoger de resolutie.
SMTP
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor e-mailverkeer
over het internet. SMTP is een relatief eenvoudig op tekst gebaseerd
protocol waarbij één of meer ontvangers van een bericht worden
aangegeven, waarna de berichttekst wordt verzonden. Het is een clientserverprotocol, waarbij de client een e-mailbericht verzendt naar de server.
SSID
SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos netwerk
(WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos netwerk gebruiken
dezelfde SSID om met elkaar te communiceren. De SSID’s zijn
hoofdlettergevoelig en kunnen tot 32 tekens lang zijn.
Subnetmasker
Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het netwerkadres om
te bepalen welk deel van het adres het netwerkadres is en welk deel het
hostadres.
Verklarende woordenlijst
309
Verklarende woordenlijst
TCP/IP
Tonercassette
TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol): de set
communicatieprotocollen die de protocolstack implementeren waarop het
internet en de meeste commerciële netwerken draaien.
Een soort fles of container die in apparaten zoals printers wordt gebruikt en
die toner bevat. Toner is een poeder dat in laserprinters en
kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en
afbeeldingen op afdrukpapier. Toner wordt gefixeerd door een combinatie
van hitte en druk vanuit de fixeereenheid, waardoor het zich aan de vezels
in het papier gaat hechten.
TCR
Verzendrapport (TCR) geeft de details van elke verzending weer, zoals de
taakstatus, het verzendresultaat en het aantal verzonden pagina’s. Er kan
worden ingesteld dat dit rapport na elke taak of alleen na een mislukte
verzending wordt afgedrukt.
TIFF
TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor
bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft de
afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de scanner. TIFFafbeeldingen maken gebruik van tags: trefwoorden die de kenmerken
definiëren van de in het bestand opgenomen afbeelding. Deze flexibele en
platformonafhankelijke indeling kan worden gebruikt voor illustraties die
met diverse beeldverwerkingstoepassingen zijn gemaakt.
TWAIN
Een standaard voor scanners en software. Als een TWAIN-compatibele
scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een
scan worden gestart vanuit het programma; Dit is een API voor het
vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft
Windows en Apple Mac.
UNC-pad
UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om gedeelde
netwerkbronnen te benaderen in Windows NT en andere Microsoftproducten. De notatie van een UNC-pad is:
\\<servernaam>\<naam_gedeelde_bron>\<aanvullende map>
Verklarende woordenlijst
310
Verklarende woordenlijst
URL
WEP
URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van
documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel van het
adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en het tweede deel
geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar de informatiebron zich
bevindt.
WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat
gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde beveiligingsniveau als
een bedraad LAN te garanderen. WEP beveiligt gegevens door deze via
radiogolven te coderen, zodat ze veilig van het ene punt naar het andere
kunnen worden verzonden.
USB
WIA
USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers Forum, Inc.
ontwikkelde standaard om computers en randapparatuur met elkaar te
verbinden. In tegenstelling tot de parallelle poort is USB ontworpen om een
enkele computer-USB-poort tegelijkertijd met meerdere randapparaten te
verbinden.
WIA (Windows Imaging Architecture) is een beeldverwerkingsarchitectuur
die oorspronkelijk werd gebruikt in Windows Me en Windows XP. Een scan
kan vanuit deze besturingssystemen worden gestart door middel van een
WIA-compatibele scanner.
WPA
Watermerk
Een watermerk is een herkenbare afbeelding of patroon dat helderder
oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt gehouden. Watermerken
werden voor het eerst in 1282 in het Italiaanse Bologna gebruikt door
papiermakers om hun product te merken. Ze werden ook toegepast in
postzegels, papiergeld en andere officiële documenten om fraude te
voorkomen.
WPA (Wi-Fi Protected Access) is een klasse van systemen voor de
beveiliging van draadloze (Wi-Fi) computernetwerken die ontwikkeld werd
voor een betere beveiliging van WEP.
Verklarende woordenlijst
311
Verklarende woordenlijst
WPA-PSK
WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPA-modus
voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een gedeelde sleutel of een
gedeeld wachtwoord wordt geconfigureerd in het draadloze toegangspunt
(WAP) en draadloze laptop- of desktopapparaten. WPA-PSK genereert een
unieke sleutel voor elke sessie tussen een draadloze client en de daarmee
geassocieerde WAP voor een betere veiligheid.
WPS
WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard voor het tot stand brengen
van een draadloos thuisnetwerk. Als uw draadloze toegangspunt WPS
ondersteunt, kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk
configureren zonder computer.
XPS
XML-papierspecificatie (XPS) is een specificatie voor een
paginabeschrijvingstaal (PDL) en een nieuw uitwisselbaar
documentformaat dat door Microsoft is ontwikkeld. Dit vectorgebaseerd
apparaatonafhankelijk documentformaat is gebaseerd op XML en op een
nieuw afdrukpad.
Verklarende woordenlijst
312
Index
A
aanraakscherm
toetsenbord
228
accessoires
bestellen
67
installeren
77
afdrukfunctie
230
afdrukken
afdrukken naar een bestand
231
de standaardafdrukinstellingen
wijzigen
dubbelzijdig afdrukken
Mac
een document afdrukken
Windows
230
245
53
mobileprint
194
speciale afdrukfuncties
233
UNIX
248
afdrukken via google cloud
200
afdrukken via samsung cloud print
198
toepassing
49
conventie
het papierformaat instellen
51
het papiertype instellen
51
D
kartonpapier
50
draadloos
speciale media
46
voorbedrukt papier
50
afdrukmedia
richtlijnen
WPS
verbinding verbreken
257
11
169
draadloos netwerk
39
netwerkkabel
175
116
231
algemene pictogrammen
Linux
246
AnyWeb Print
253
Mac
244
apparaatopties
77
196
11
apparaatoverzicht
195
beheren
etiketten
instellen als standaardapparaat
mobiel besturingssysteem
33
C
AirPrint
244
aanraakscherm
47
242
één vel papier
Mac
21
envelop
afdrukken gebruiken
meerdere paginas afdrukken op
bedieningspaneel
afdrukmateriaal
uitvoersteun gebruiken
het hulpprogramma Direct
B
achterkant
20
voorkant
19
E
ecoafdruk
56
een document afdrukken
Linux
246
Mac
244
UNIX
248
Index 313
Index
F
voorschriften
foutmelding
104
functies
5
eigenschappen van afdrukmateriaal 116
205
functies van het apparaat
instellingen voor favorieten voor
afdrukken
geheugen
79
general settings
211
H
eco
21
schermafdruk
21
L
speciale afdrukmedia gebruiken
informatie over de statusLED
informatie over wettelijke
M
afdrukken
244
40
een optionele lade bestellen
67
voor een via een USBkabel verbonden
142
apparaat
installatie van het stuurprogramma
lade plaatsen
44
papierformaat en type instellen
51
208
afdrukken
246
algemene Linuxproblemen
290
besturingsbestand opnieuw installeren
102
122
systeemvereisten
de grootte van de lade aanpassen
Linux
I
151
besturingsbestand opnieuw installeren
148, 176
242
SetIP gebruiken
40
layout
hulpprogramma Direct afdrukken
247
breedte en lengte instellen
55, 245
help gebruiken
het programma SetIP
46
printereigenschappen
Mac
papier in de multifunctionele
handmatige invoermultifunctionele lade
158
een USBkabel verbonden apparaat
143
installeren
lade
geheugen uitbreiden
voor het verbonden netwerk
stuurprogramma van een met
knoppen
gebruiken
251
55
K
G
managementhulpmiddelen
124
voor een via een USBkabel verbonden
144
apparaat
installatie van het stuurprogramma
voor het verbonden netwerk
157
SetIP gebruiken
149
stuurprogramma van een met
een USBkabel verbonden
apparaat installeren
141
systeemvereisten
121
veelvoorkomende Macproblemen
289
meerdere pagina's op één vel afdrukken nup
Mac
244
menu
Index 314
Index
Mac
UNIX
Windows
219
counter
224
direct USB
222
eco
221
emulatie
215
info
207
taakstatus
223
onderdelen voor onderhoud
68
teller
224
optionele lade
67
Linux
bestellen
67
probleem
menuoverzicht
numeriek toetsenblok
238
plaatsen
44
maken
238
verwijderen
239
217
het programma SetIP 148, 149, 151, 176
papier
problemen
afdrukproblemen
papierstoring
papier verwijderen
90
installatieomgeving
123
tips om papierstoringen te voorkomen
89
instelling bekabeld netwerk
148
158
288
besturingssysteem
209
165
162
247
275
problemen met betrekking
installatie van draadloos netwerk
introductie van netwerkprogrammas 146
263
printervoorkeursinstellingen
P
netwerk
291
problemen met het
afdrukken
stuurprogrammainstallatie
Linux
problemen oplossen
algemene informatie
44
IPv6configuratie
PostScriptstuurprogramma
overlay afdrukken
N
227
Printerstatus
gebruikstips
algemene instelling
aanpassing aan de hoogte
21
O
29, 207
Multifunctionele lade
157
159
152
plaatsing van het apparaat
Beheerinstellingen
plaatsen
tot netvoeding
274
problemen met de afdrukkwaliteit
280
problemen met papierinvoer
273
R
reinigen
papier in de multifunctionele lade
binnenkant
82
plaatsen
44
buitenkant
82
plaatsen in lade 1
41
opneemrol
86
speciale media
46
Index 315
Index
S
opslaan
69
info
12
toner herverdelen
71
symbolen
12
samsung printer experience
266
Samsungprinterstatus
263
service contact numbers
292
Speciale functies
226
specificaties
114
afdrukken
116
installatie van het stuurprogramma
afdrukmedia
uitvoersteun gebruiken
status
voor het verbonden netwerk
51
Unix
SyncThru Web Service
systeemvereisten
159
122
beheren
62
255
gegevensbackup
61
toepassing beheren
257
USBgeheugenapparaat
afdrukken
60
USBkabel
T
228
installeren
tonercassette
142, 144
stuurprogrammainstallatie 24, 27, 141, 143
behandelingsinstructies
69
de cassette vervangen
73
geschatte levensduur
70
nietoriginele Samsung en bijgevulde
69
cassettes
uw apparaat reinigen
66
80
tonercassette
70
tonercassette vervangen
73
verklarende woordenlijst
300
W
watermerk
bewerken
237
maken
236
verwijderen
237
werken met
besturingsbestand opnieuw
tekens invoeren
bestellen
geschatte levensduur van
159
255
66
verbruiksartikelen controleren
248
USBflashgeheugen
algemene informatie
beschikbare verbruiksartikelen
de gebruiksduur van de
Unix
21, 22
stuurprogrammainstallatie
52
UNIX
standaardinstellingen
instellingen voor lade
verbruiksartikelen
U
82
toetsenbord
228
Windows
installatie van het stuurprogramma
voor het verbonden netwerk
V
SetIP gebruiken
veiligheid
stuurprogramma van een met
152
148, 176
Index 316
Index
een USBkabel verbonden
apparaat installeren
systeemvereisten
24, 27
120
veelvoorkomende problemen
onder Windows
288
Index 317