Metabo W 17-150 Handleiding

Categorie
Haakse slijpers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NEDERLANDS nl
25
Originele gebruiksaanwijzing
Wij verklaren op eigen en uitsluitende
verantwoording dat: deze haakse slijpers,
geïdentificeerd door type en serienummer *1),
voldoen aan alle relevante bepalingen van de
richtlijnen *2) en normen *3). Technische
documentatie bij *4) - zie pagina 3.
De haakse slijpers zijn samen met originele
Metabo-accessoires geschikt voor het slijpen, het
schuren, het werken met draadborstels en het door-
slijpen van metaal, beton, steen en soortgelijke
materialen, zonder gebruik van water.
Voor schade door oneigenlijk gebruik is alleen de
gebruiker aansprakelijk.
De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en
de bijgevoegde veiligheidsvoorschriften dienen te
worden nageleefd.
Let ter bescherming van uzelf en de
machine op de met dit symbool aange-
geven passages!
WAARSCHUWING – Lees de gebruiksaan-
wijzing om het risico van letsel te vermin-
deren.
WAARSCHUWING Lees alle veiligheids-
voorschriften en aanwijzingen. Worden de
veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in
acht genomen, dan kan dit een elektrische schok,
brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en
aanwijzingen goed met het oog op toekomstig
gebruik.
Geef uw elektrisch gereedschap alleen met deze
documenten aan anderen door.
4.1 Gemeenschappelijke veiligheidsinstruc-
ties voor het schuren, het schuren met
zandpapier, het werken met draadbor-
stels en het doorslijpen:
Toepassing
a) Dit elektrisch gereedschap kan worden
gebruikt als slijpmachine, schuurmachine,
draadborstel en doorslijpmachine. Let op alle
veiligheidsinstructies, aanwijzingen, afbeel-
dingen en gegevens die u bij uw apparaat
ontvangt. Neemt u de volgende aanwijzingen niet
in acht, dan kan dit leiden tot een elektrische schok,
brand en/of ernstig letsel.
b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt
om te polijsten. Toepassingen waarvoor het elek-
trische gereedschap niet bestemd is, kunnen leiden
tot gevaarlijke situaties en lichamelijk letsel.
c) Gebruik geen accessoires die door de fabri-
kant niet speciaal voor dit elektrische gereed-
schap bestemd en aanbevolen zijn. Wanneer u
de accessoires aan uw elektrisch gereedschap kunt
bevestigen, garandeert dit nog geen veilig gebruik.
d) Het toelaatbare toerental van het inzetge-
reedschap dient minstens zo hoog te zijn als
het maximale toerental dat op het elektrisch
gereedschap staat aangegeven. Accessoires die
sneller draaien dan toelaatbaar kunnen breken en
wegvliegen.
e) De buitendiameter en de dikte van het inzet-
gereedschap dienen overeen te komen met de
maataanduidingen van uw elektrische gereed-
schap. Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan
niet voldoende worden afgeschermd of gecontro-
leerd.
f) Inzetgereedschap met draadinzet dient exact
op de slijpspindel van het elektrische
gereedschap te passen. Bij inzetgereedschap
dat met een flens bevestigd is, moet het
opnamegat precies op de flensvorm passen.
Inzetgereedschap dat niet precies op de opname
van het elektrische gereedschap past, draait
ongelijkmatig en trilt zeer sterk, hetgeen kan leiden
tot verlies van controle.
g) Gebruik geen beschadigd inzetgereed-
schap. Controleer inzetgereedschap, zoals
schuurschijven, voor het gebruik altijd op
afsplinteringen en scheuren, steunschijven op
scheuren, (sterke) slijtage en draadborstels op
losse of gebroken draden. Wanneer het elektri-
sche gereedschap of het inzetgereedschap
valt, ga dan na of het beschadigd is of ga over
op onbeschadigd inzetgereedschap. Wanneer
u het inzetgereedschap heeft gecontroleerd en
ingebracht, zorg er dan voor dat u en eventuele
andere personen in de buurt buiten het bereik
van het roterende inzetgereedschap blijven en
laat het apparaat een minuut lang draaien op
het hoogste toerental. In deze testperiode breekt
beschadigd inzetgereedschap meestal.
h) Draag een persoonlijke veiligheidsuitrus-
ting. Draag afhankelijk van de toepassing volle-
dige gezichtsbescherming, oogbescherming
of een veiligheidsbril. Zo nodig draagt u een
stofmasker, gehoorbescherming, veiligheids-
handschoenen of een speciaal schort, die u
bescherming bieden tegen kleine slijp- en
materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen tegen rond-
vliegende voorwerpen, die bij verschillende toepas-
singen ontstaan, beschermd te worden. Stof- of
zuurstofmaskers dienen het stof dat bij de toepas-
sing ontstaat te filteren. Wanneer u lang aan hard
geluid wordt blootgesteld, kan uw gehoor bescha-
digd raken.
1. Conformiteitsverklaring
2. Gebruik volgens de
voorschriften
3. Algemene
veiligheidsvoorschriften
4. Speciale
veiligheidsvoorschriften
NEDERLANDSnl
26
i) Let erop dat andere personen zich op een
veilige afstand van uw werkgebied bevinden.
Iedereen die het werkgebied betreedt, dient
een persoonlijke veiligheidsbescherming te
dragen. Gebroken inzetgereedschap of brok-
stukken van het werkstuk kunnen wegvliegen en
letsel buiten het directe werkgebied veroorzaken.
j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepvlakken wanneer u werkzaam-
heden uitvoert waarbij het inzetgereedschap
verborgen stroomleidingen of het eigen
netsnoer kan raken. Door contact met een span-
ningvoerende leiding kunnen ook metalen appa-
raatonderdelen onder spanning worden gezet en
kan een elektrische schok teweeg worden
gebracht.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Wanneer u de controle over
het apparaat verliest, kan het netsnoer worden
doorgesneden of gegrepen en kan uw hand of uw
arm in het draaiende inzetgereedschap komen.
I) Leg het elektrische gereedschap nooit weg
voordat het inzetgereedschap volledig tot stil-
stand is gekomen. Het draaiende inzetgereed-
schap kan in contact komen met het steunvlak,
waardoor u mogelijk de controle over het elektri-
sche gereedschap verliest.
m) Laat het elektrische gereedschap niet
draaien wanneer u het draagt. Door toevallig
contact met het draaiende inzetgereedschap kan
uw kleding worden gegrepen en kan het inzetge-
reedschap zich in uw lichaam boren.
n) Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van
uw elektrische gereedschap. De motorventilator
trekt stof in de behuizing en een sterke opeenho-
ping van metaalstof kan elektrische gevaren veroor-
zaken.
o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in
de buurt van brandbaar materiaal. Door vonken
kunnen deze materialen vlam vatten.
p) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor
vloeibare koelmedia nodig zijn. Het gebruik van
water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot
een elektrische schok.
4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op
terugslagen en andere gevaarlijke situa-
ties
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg
van draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of
blokkeert, zoals een schuurschijf, steunschijf,
draadborstel, enz. Indien het draaiende inzetge-
reedschap blokkeert of blijft haken, komt het onmid-
dellijk tot stilstand. Hierdoor wordt een ongecontro-
leerd elektrisch gereedschap, tegen de
draairichting van het inzetgereedschap in, op de
plaats van de blokkering versneld.
Wanneer er bijv. een schuurschijf in het werkstuk
blijft haken of blokkeert, kan de rand van de schuur-
schijf die invalt in het werkstuk vastraken, met het
uitbreken van de schuurschijf of een terugslag als
mogelijk gevolg. De schuurschijf beweegt zich dan
naar of vanaf de gebruiker, afhankelijk van de draai-
richting van de schijf bij de plaats van de blokkering.
Hierbij kunnen schuurschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik
van het elektrische gereedschap. Deze kan worden
voorkomen door passende veiligheidsmaatregelen
te nemen, zoals hieronder beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast
en breng uw lichaam en uw armen in zo'n
positie dat u de terugslagkrachten kunt
opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd
de extra greep om tijdens de startfase een zo
groot mogelijke controle over de terugslag-
krachten of reactiemomenten te hebben. De
gebruiker kan door geschikte veiligheidsmaatre-
gelen te nemen de terugslag- en reactiemomenten
beheersen.
b) Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt
van draaiend inzetgereedschap komt. Het inzet-
gereedschap kan zich bij een terugslag over uw
hand bewegen.
c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied
waarin het elektrische gereedschap zich in
geval van een terugslag beweegt. Door de terug-
slag beweegt het elektrische gereedschap zich in
tegengestelde richting ten opzichte van de schuur-
schijf op de plaats van de blokkering.
d) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken,
scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het inzet-
gereedschap niet van het werkstuk terug-
springt en beklemd raakt. Het roterende inzetge-
reedschap heeft de neiging om bij hoeken, scherpe
randen of wanneer het terugspringt, beklemd te
raken. Dit leidt tot verlies van controle of een terug-
slag.
e) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad. Dit
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of
verlies van controle over het elektrische gereed-
schap.
4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren en doorslijpen:
a) Gebruik uitsluitend schuurmiddelen die voor
uw elektrische gereedschap zijn goedgekeurd
en de hiervoor geschikte beschermkap.
Schuurmiddelen die niet geschikt zijn voor het elek-
trische gereedschap kunnen niet voldoende
worden afgeschermd en zijn onveilig.
b) Gebogen slijpschijven dienen zo te zijn
aangebracht, dat het slijpvlak zich onder de
rand van de beschermkap bevindt. Een
verkeerd aangebrachte slijpschijf die buiten de rand
van de beschermkap uitsteekt, kan niet naar
behoren worden afgeschermd.
c) De beschermkap dient veilig op het elektri-
sche gereedschap te worden aangebracht en
voor een maximale veiligheid zo ingesteld te
zijn, dat een zo klein mogelijk deel van het
schuurmiddel open naar de bediener wijst. De
beschermkap beschermt de gebruiker tegen brok-
stukken, een toevallig contact met het schuur-
middel en vonken, die kleding kunnen laten
ontbranden.
d) De schuurmiddelen mogen alleen worden
gebruikt voor de aanbevolen toepassingsmo-
NEDERLANDS nl
27
gelijkheden. Bijv.: Slijp nooit met het zijvlak van
een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn
bestemd voor de materiaalafname met de rand van
de schijf. Door zijwaartse krachtinwerking op deze
schuurmiddelen kan de schijf breken.
e) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in
de juiste grootte en vorm voor de door u
gekozen schuurschijf. Geschikte flenzen steunen
de schuurschijf en gaan zo het risico tegen dat deze
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor andere schuur-
schijven.
f) Gebruik geen versleten schuurschijven van
groter elektrisch gereedschap. Schuurschijven
voor groter elektrisch gereedschap zijn niet
geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner
elektrisch gereedschap en kunnen breken.
4.4 Meer speciale veiligheidsinstructies voor
het doorslijpen:
a) Voorkom een te hoge aandrukkracht of een
blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen
overmatig diepe snedes uit. Bij een overbelas-
ting van de doorslijpschijf wordt ook de neiging tot
schuin wegdraaien of blokkeren en daarmee de
kans op een terugslag of breuk van het schuur-
middel verhoogd.
b) Mijd het gebied voor en achter de roterende
doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het
werkstuk van u af beweegt, kan ingeval van een
terugslag het elektrisch gereedschap met de draai-
ende schijf direct naar u toe worden geslingerd.
c) Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u
het werk onderbreekt, schakel het apparaat
dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf
tot stilstand gekomen is. Probeer nooit om de
nog draaiende slijpschijf uit de snede te
trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel
de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze
op.
d) Schakel het elektrische gereedschap zolang
het zich niet in het werkstuk bevindt nooit
opnieuw in. Laat de slijpschijf eerst het volle
toerental bereiken voordat u voorzichtig verder
gaat met de snede. Anders kan de schijf blijven
haken, uit het werkstuk springen of een terugslag
veroorzaken.
e) Zorg voor een ondersteuning van platen of
grote werkstukken om het risico van een terug-
slag als gevolg van een ingeklemde doorslijp-
schijf te verminderen. Grote werkstukken kunnen
doorbuigen onder hun eigen gewicht. Het werkstuk
dient aan beide kanten van de schijf, en zowel bij de
doorslijpsnede als aan de rand, ondersteund te
worden.
f) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij "inval-
snedes" in bestaande wanden of andere
gebieden die niet ingezien kunnen worden. De
invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in gas-
of waterleidingen, elektrische leidingen of andere
objecten een terugslag veroorzaken.
4.5 Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren met zandpapier:
a) Gebruik geen overgedimensioneerde
schuurbladen maar houd u met betrekking tot
de grootte van de schuurbladen aan de
opgaven van de fabrikant. Schuurbladen die over
de steunschijf uitsteken kunnen letsel veroorzaken
en leiden tot het blokkeren of scheuren van de
schuurbladen of een terugslag.
4.6 Speciale veiligheidsinstructies voor het
werken met draadborstels:
a) Let erop dat de draadborstel ook tijdens het
normale gebruik draadstukken verliest. Over-
belast de draden niet door een te hoge
aandrukkracht. Wegvliegende draadstukken
kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of
de huid heen dringen.
b) Wordt het gebruik van een beschermkap
aanbevolen, zorg er dan voor dat de
beschermkap en de draadborstel niet met
elkaar in aanraking kunnen komen. De diameter
van schijf- en komborstels kan door aandruk- en
centrifugale krachten vergroot worden.
4.7 Overige veiligheidsvoorschriften:
WAARSCHUWING – Draag altijd een veilig-
heidsbril.
Maak gebruik van elastische tussenlagen wanneer
deze bij het schuurmateriaal ter beschikking
gesteld worden en vereist zijn.
Neem de opgaven van de fabrikant van het gereed-
schap of de accessoires in acht! Zorg ervoor dat de
schijven beschermd zijn tegen vet en stoten!
Slijpschijven moeten zorgvuldig volgens de voor-
schriften van de fabrikant bewaard en gehanteerd
worden.
Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt
voor het grofslijpen! Doorslijpschijven mogen niet
onderhevig zijn aan zijwaartse druk.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van spanin-
richtingen. Grote werkstukken dienen voldoende te
worden ondersteund.
Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet
gebruikt, dan mag het einde van de spindel de
gatenbodem van het schuurgereedschap niet
raken. Let erop dat de schroefdraad in het inzetge-
reedschap lang genoeg is om de spindellengte op
te nemen. De schroefdraad van het inzetgereed-
schap moet bij de schroefdraad op de spindel
passen. Zie voor de lengte en de schroefdraad van
de spindel pagina 3 en hoofdstuk 14. Technische
gegevens.
Bij de bewerking, met name van
metaal, kan zich geleidende stof in
de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische
energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan
tijdelijk het risico van een elektrische schok met zich
meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om de
lopende machine zeer regelmatig en grondig door
de achterste ventilatiesleuven uit te blazen met
NEDERLANDSnl
28
perslucht. Hierbij dient de machine stevig te worden
vastgehouden.
Het wordt aanbevolen om gebruik te maken van
een stationaire afzuiginrichting en een aardlekscha-
kelaar (FI) voor te schakelen. Indien de haakse
slijper door de FI-veiligheidsschakelaar wordt uitge-
schakeld, moet de machine gecontroleerd en gerei-
nigd worden. Motorreiniging zie hoofdstuk9. Reini-
ging.
Stoffen afkomstig van bepaalde materialen, zoals
loodhoudende verf, enkele houtsoorten, mineralen
en metaal, kunnen schadelijk zijn voor de
gezondheid. Het aanraken of inademen van deze
stoffen kan bij de gebruiker of personen die zich in
de nabijheid bevinden leiden tot allergische reacties
en/of aandoeningen aan de luchtwegen.
Bepaalde stoffen, zoals van eiken of beuken,
gelden als kankerverwekkend, met name in
verbinding met additieven voor de houtbehandeling
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen).
Asbesthoudend materiaal mag alleen worden
bewerkt door gespecialiseerd personeel.
- Maak zo mogelijk gebruik van een stofafzuiging.
- Zorg voor een goede ventilatie van de werkplaats.
- Het wordt aanbevolen om een stofmasker van
filterklasse P2 te dragen.
Neem de voorschriften in acht die in uw land voor
de te bewerken materialen van toepassing zijn.
Er mogen geen materialen worden gebruikt waarbij
tijdens de bewerking stoffen of dampen vrijkomen
die gevaarlijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest).
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen bij het
werken onder stoffige omstandigheden vrij zijn.
Mocht het nodig zijn om het stof te verwijderen,
ontkoppel dan eerst het elektrisch gereedschap van
het elektriciteitsnet (gebruik niet-metalen voor-
werpen) en voorkom beschadiging van inwendige
delen.
Beschadigde, onronde resp. vibrerende gereed-
schappen mogen niet gebruikt worden.
Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische
geleiders en dragende wanden (statica) voor-
komen.
Bij gebruik van de machine buiten: FI-veiligheids-
schakelaar met max. afschakelstroom (30 mA)
voorschakelen!
De stekker altijd uit het stopcontact halen voordat
instel-, ombouw- of onderhoudswerkzaamheden
worden uitgevoerd.
Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te
worden vervangen. Indien de extra greep defect is
de machine niet gebruiken.
Een beschadigde of gebarsten beschermkap dient
te worden vervangen. Indien de beschermkap
defect is de machine niet gebruiken.
Schakel de machine niet in wanneer veiligheids-
voorzieningen of onderdelen van het gereedschap
ontbreken of defect zijn.
Dit elektrisch gereedschap is niet bestemd om te
polijsten. De garantie vervalt bij gebruik dat niet
volgens de voorschriften plaatsvindt! De motor kan
oververhit en het elektrisch gereedschap bescha-
digd raken. Voor polijstwerkzaamheden bevelen wij
onze haakse polijstmachine aan.
Zie bladzijde 2.
1Steunflens
2Spindel
3Spindelvastzetknop
4 Blokkering (tegen onbedoeld inschakelen, dan wel
voor de continu-inschakeling)*
5 Drukschakelaar (voor het
in-/uitschakelen)
6 Knop (voor het draaien van de hoofdhandgreep)*
7 Hoofdhandgreep
8 Extra greep / extra greep met trillingsdemping *
9 Beschermkap
10 Spanmoer
11 Tweegaatssleutel
12 Hendel (voor het zonder gereedschap verstellen
van de beschermkap)
*
13
Spanner
(voor het zonder gereedschap verstellen
van de beschermkap)
*
14 Schroef (voor het instellen van de spankracht
van de spanner)*
* afhankelijk van de uitrusting/niet in de leve-
ringsomvang
Controleer alvorens het apparaat in gebruik te
nemen of de op het typeplaatje aangegeven
netspanning en netfrequentie overeenkomen met
de gegevens van het elektriciteitsnet.
6.1 Extra greep aanbrengen
Alleen werken wanneer de extra greep (8) is
aangebracht! De extra greep (naar wens) in
het draadgat links, midden of rechts met de hand
stevig inschroeven.
6.2 Beschermkap aanbrengen
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen uitslui-
tend de beschermkap die bestemd is voor het
betreffende slijpelement! Zie ook hoofdstuk 11.
Accessoires!
Beschermkap voor het slijpen
Bestemd voor het werken met afbraamschijven,
lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven.
W 17-150, WX 17-150:
Zie pagina 2, afbeelding D.
- De hendel (12) indrukken en ingedrukt houden.
De beschermkap (9) aanbrengen in de weerge-
geven positie.
- De hendel loslaten en aan de beschermkap
draaien tot de hendel inklikt.
- De hendel indrukken en aan de beschermkap
draaien tot het gesloten deel naar de gebruiker
wijst.
- Controleer of de hendel goed bevestigd is: Hij
dient vergrendeld te zijn en er mag niet aan de
beschermkap kunnen worden gedraaid.
W 17-180, WX 17-180:
Zie pagina 2, afbeelding E.
5. Overzicht
6. Inbedrijfstelling
NEDERLANDS nl
29
- Spanner (13) openen. De beschermkap (9)
aanbrengen in de weergegeven positie.
- De beschermkap zo draaien dat het gesloten
gebied naar de gebruiker wijst.
- Spanner sluiten.
- Indien nodig, de spankracht van de spanner
verhogen door de schroef (14) (bij geopende
spanner) vast te draaien.
Alleen inzetgereedschap
gebruiken waar de
beschermkap minstens 3,4
mm boven uitsteekt.
6.3 Draaibare hoofdhandgreep
Alleen met vergrendelde hoofdhandgreep (7)
werken.
Zie pagina 2, afbeelding A.
- Knop (6) indrukken.
- De hoofdhandgreep (7) kan nu naar beide kanten
90° gedraaid en vergrendeld worden.
- Controleer of de hoofdhandgreep (7) goed beves-
tigd is: Hij dient vergrendeld te zijn en er mag niet
aan kunnen worden gedraaid.
6.4 Netaansluiting
De netstopcontacten moeten met trage smeltzeke-
ringen of leidingbeveiligingsschakelaars
beschermd zijn.
Machines met „X“ in de typeaanduiding:
(Met inge-
bouwde automatische aanloopstroombegrenzing
(zachte aanloop).) De netstopcontacten kunnen
ook met snelle smeltzekeringen of leidingbeveili-
gingsschakelaars beschermd zijn.
Voor alle ombouwwerkzaamheden: de
netstekker uit het stopcontact halen. De
machine moet uitgeschakeld zijn en de spindel
moet stilstaan.
Voor het werken met doorslijpschijven uit
veiligheidsoverwegingen de beschermkap
van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11. Acces-
soires) gebruiken.
7.1 Spil vastzetten
De spindelvastzetknop (3) alleen bij stil-
staande spindel indrukken!
- De spindelvastzetknop (3) indrukken en de
spindel (2) met de hand draaien tot de spindel-
vastzetknop merkbaar inklikt.
7.2 De schuurschijf erop plaatsen
Zie pagina 2, afbeelding B.
- De steunflens (1) op de spindel plaatsen. Deze is
op de juiste wijze aangebracht als hij op de
spindel niet gedraaid kan worden.
- De schuurschijf, zoals in afbeelding B aange-
geven, op de steunflens (1) plaatsen.
De schuurschijf dient gelijkmatig op de steunflens
te liggen. De plaatflens van de doorslijpschijven
dient op de steunflens te liggen.
7.3 Spanmoer bevestigen/losdraaien
Spanmoer (10) bevestigen:
De 2 kanten van de spanmoer zijn verschillend. De
spanmoer als volgt op de spindel schroeven:
Zie pagina 2, afbeelding C.
- A) Bij dunne schuurschijven:
De band van de spanmoer (10) wijst naar boven,
zodat de dunne schuurschijf veilig kan worden
gespannen.
B) Bij dikke schuurschijven:
De band van de spanmoer (10) wijst naar
beneden, zodat de spanmoer veilig op de spindel
kan worden aangebracht.
- De spindel vergrendelen. De spanmoer (10) met
de tweegaatssleutel (11) met de wijzers van de
klok mee vastzetten.
Spanmoer losmaken:
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De span-
moer (10) met de tweegaatssleutel (11) tegen de
wijzers van de klok in afschroeven.
8.1 In-/uitschakelen
De machine altijd met beide handen geleiden!
Eerst inschakelen, dan het
inzetgereedschap
naar het werkstuk brengen.
Het opzuigen van extra stof en spanen door de
machine dient te worden voorkomen. Bij het
in- en uitschakelen moet erop worden gelet dat zich
geen neergeslagen stof in de buurt van de machine
bevindt. De machine na het uitschakelen pas
wegzetten wanneer de motor tot stilstand is
gekomen.
Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine
altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een
stroomonderbreking heeft voorgedaan.
Bij de continu-inschakeling loopt de machine
verder wanneer hij uit de hand wordt
getrokken. Daarom de machine altijd met beide
handen bij de hiervoor bestemde handgrepen vast-
houden, ervoor zorgen dat u stevig staat en gecon-
centreerd werken.
Momentinschakeling:
Inschakelen:
de blokkering (4) indrukken en
vervolgens op de drukschakelaar (5)
drukken. De blokkering (4) loslaten.
Uitschakelen:
De drukschakelaar (5) loslaten.
Continu-inschakeling (afhankelijk van de
uitvoering):
Inschakelen:
de blokkering (4) indrukken en
ingedrukt houden. De drukschakelaar (5)
indrukken en ingedrukt houden. De machine
is nu ingeschakeld. Nu de blokkering (4)
nogmaals indrukken om de drukschakelaar
(5) te vergrendelen (continu-inschakeling).
7. Schuurschijf aanbrengen
8. Gebruik
NEDERLANDSnl
30
Uitschakelen: De drukschakelaar (5) indrukken en
loslaten.
8.2 Tips voor het werk
Schuren en schuren met zandpapier:
De machine matig aandrukken en over het opper-
vlak heen- en weer bewegen, zodat het
werk-stuk-opper-vlak niet te heet wordt.
Grofslijpen: Voor een goed arbeidsresultaat dient u
te werken met een invalshoek van 30° - 40°.
Doorslijpen:
Bij het doorslijpen altijd in tegenge-
stelde richting (zie afbeelding)
werken. Anders bestaat het gevaar dat
de machine ongecontroleerd uit de
snede springt. Werk met een matige,
aan het materiaal aangepaste voorwaartse bewe-
ging. Niet schuin wegdraaien, niet drukken, niet
trillen.
Werken met draadborstels:
De machine matig aandrukken.
Reiniging van de motor: De machine zeer regel-
matig en grondig door de achterste ventilatie-
sleuven uitblazen met perslucht. Hierbij dient de
machine stevig te worden vastgehouden.
Knop (6) voor de instelling van de handgreep:
De knop af en toe doorblazen (in ingedrukte
toestand en in alle 3 posities van de hoofdhand-
greep).
Inschakelingen genereren kortstondige spannings-
dips. Bij ongunstige netomstandigheden kunnen
andere apparaten worden beïnvloed. Bij netimpe-
danties kleiner dan 0,4 Ohm worden geen storingen
verwacht.
Herstartbeveiliging: Wordt de netstekker in het
stopcontact gestoken wanneer de machine inge-
schakeld is of wordt de stroomtoevoer na een
onderbreking weer hersteld, dan start de machine
niet. De machine uit- en weer inschakelen.
Gebruik uitsluitend originele Metabo toebehoren.
Zie bladzijde 4.
Gebruik uitsluitend toebehoren die voldoen aan de
eisen en typische gegevens die in deze gebruiks-
aanwijzing worden weergegeven.
A Beschermkap voor het doorslijpen
Bestemd voor het werken met doorslijpschijven,
diamant-doorslijpschijven.
Aanbrengen zoals beschreven bij „Beschermkap
voor het schuren“ (hoofdstuk 6.2).
B Handbescherming voor het schuren met
zandpapier en het werken met draadbor-
stels
Bestemd voor het werken met steunschijven, slijp-
schijven, draadborstels.
Handbescherming aanbrengen onder de extra
greep opzij.
Compleet accessoireprogramma, zie
www.metabo.com of de accessoirecatalogus.
Reparaties aan elektrisch gereedschap
mogen uitsluitend door een erkend vakman
worden uitgevoerd!
Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat
gerepareerd dient te worden contact op met uw
Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Onderdeellijsten kunt u via www.metabo.com
downloaden.
Het ontstane slijpstof kan schadelijke stoffen
bevatten: Niet met het huisvuil meegeven maar op
de juiste manier naar een depot voor gevaarlijke
afvalstoffen afvoeren.
Neem de nationale voorschriften in acht voor een
milieuvriendelijke verwijdering en de recycling van
afgedankte machines, verpakkingen en toebe-
horen.
Alleen voor EU-landen: Geef uw elektrisch
gereedschap nooit met het huisvuil mee!
Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG
inzake gebruikte elektrische en elektronische appa-
raten en de vertaling hiervan in de nationale wetge-
ving dienen oude elektrische apparaten
gescheiden te worden ingezameld en op milieu-
vriendelijke wijze te worden afgevoerd.
Toelichting bij de gegevens op pagina 3. Wijzi-
gingen in verband met technische ontwikkelingen
voorbehouden.
D
max
= max. diameter van het inzetgereedschap
t
max,1
= max. toelaatbare dikte van het
inzet-gereed-schap in het spanbereik bij
gebruik van de spanmoer (10)
t
max,3
= afbraamschijf/doorslijpschijf:
max. toelaatbare dikte van het inzetge-
reedschap
M = spindelschroefdraad
l = lengte van de schuurspindel
n = onbelast toerental (hoogste toerental)
P
1
= nominaal vermogen
P
2
= afgegeven vermogen
m = gewicht zonder netsnoer
Meetgegevens volgens de norm EN 60745.
Machine van beveiligingsklasse II
~ Wisselstroom
De vermelde technische gegevens zijn
tolerantiewaarden (overeenkomstig de
toepasselijke norm).
9. Reiniging
10. Storingen verhelpen
11. Toebehoren
12. Reparatie
13. Milieubescherming
14. Technische gegevens
NEDERLANDS nl
31
Emissiewaarden
Deze waarden maken een beoordeling moge-
lijk van de emissie van het elektrisch gereedschap
en een vergelijking van de verschillende elektrische
gereedschappen. Afhankelijk van het gebruik, de
toestand van het elektrisch gereedschap of het
inzetgereedschap kan de daadwerkelijke belasting
hoger of lager uitvallen. Neem voor de beoordeling
pauzes en fases met een lagere belasting in
aanmerking. Bepaal op grond van de overeenkom-
stig aangepaste taxatiewaarden maatregelen ter
bescherming van de gebruiker, bijv. organisatori-
sche maatregelen.
Totale trillingswaarde
(vectorsom van drie
richtingen) bepaald volgens EN 60745:
a
h, SG
= trillingsemissiewaarde
(oppervlakken schuren)
a
h, DS
= trillingsemissiewaarde (schuren met
steunschijf)
K
h,SG/DS
= onzekerheid (trilling)
Karakteristiek A-gekwalificeerd geluidsniveau:
L
pA
= geluidsdrukniveau
L
WA
= geluidsvermogensniveau
K
pA
, K
WA
= onzekerheid
Draag gehoorbescherming!

Documenttranscriptie

Originele gebruiksaanwijzing 1. Conformiteitsverklaring Wij verklaren op eigen en uitsluitende verantwoording dat: deze haakse slijpers, geïdentificeerd door type en serienummer *1), voldoen aan alle relevante bepalingen van de richtlijnen *2) en normen *3). Technische documentatie bij *4) - zie pagina 3. 2. Gebruik volgens de voorschriften De haakse slijpers zijn samen met originele Metabo-accessoires geschikt voor het slijpen, het schuren, het werken met draadborstels en het doorslijpen van metaal, beton, steen en soortgelijke materialen, zonder gebruik van water. Voor schade door oneigenlijk gebruik is alleen de gebruiker aansprakelijk. De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en de bijgevoegde veiligheidsvoorschriften dienen te worden nageleefd. 3. Algemene veiligheidsvoorschriften Let ter bescherming van uzelf en de machine op de met dit symbool aangegeven passages! WAARSCHUWING – Lees de gebruiksaanwijzing om het risico van letsel te verminderen. WAARSCHUWING Lees alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen. Worden de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht genomen, dan kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen goed met het oog op toekomstig gebruik. Geef uw elektrisch gereedschap alleen met deze documenten aan anderen door. 4. Speciale veiligheidsvoorschriften 4.1 Gemeenschappelijke veiligheidsinstructies voor het schuren, het schuren met zandpapier, het werken met draadborstels en het doorslijpen: Toepassing a) Dit elektrisch gereedschap kan worden gebruikt als slijpmachine, schuurmachine, draadborstel en doorslijpmachine. Let op alle veiligheidsinstructies, aanwijzingen, afbeeldingen en gegevens die u bij uw apparaat ontvangt. Neemt u de volgende aanwijzingen niet NEDERLANDS nl in acht, dan kan dit leiden tot een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel. b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt om te polijsten. Toepassingen waarvoor het elektrische gereedschap niet bestemd is, kunnen leiden tot gevaarlijke situaties en lichamelijk letsel. c) Gebruik geen accessoires die door de fabrikant niet speciaal voor dit elektrische gereedschap bestemd en aanbevolen zijn. Wanneer u de accessoires aan uw elektrisch gereedschap kunt bevestigen, garandeert dit nog geen veilig gebruik. d) Het toelaatbare toerental van het inzetgereedschap dient minstens zo hoog te zijn als het maximale toerental dat op het elektrisch gereedschap staat aangegeven. Accessoires die sneller draaien dan toelaatbaar kunnen breken en wegvliegen. e) De buitendiameter en de dikte van het inzetgereedschap dienen overeen te komen met de maataanduidingen van uw elektrische gereedschap. Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan niet voldoende worden afgeschermd of gecontroleerd. f) Inzetgereedschap met draadinzet dient exact op de slijpspindel van het elektrische gereedschap te passen. Bij inzetgereedschap dat met een flens bevestigd is, moet het opnamegat precies op de flensvorm passen. Inzetgereedschap dat niet precies op de opname van het elektrische gereedschap past, draait ongelijkmatig en trilt zeer sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van controle. g) Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Controleer inzetgereedschap, zoals schuurschijven, voor het gebruik altijd op afsplinteringen en scheuren, steunschijven op scheuren, (sterke) slijtage en draadborstels op losse of gebroken draden. Wanneer het elektrische gereedschap of het inzetgereedschap valt, ga dan na of het beschadigd is of ga over op onbeschadigd inzetgereedschap. Wanneer u het inzetgereedschap heeft gecontroleerd en ingebracht, zorg er dan voor dat u en eventuele andere personen in de buurt buiten het bereik van het roterende inzetgereedschap blijven en laat het apparaat een minuut lang draaien op het hoogste toerental. In deze testperiode breekt beschadigd inzetgereedschap meestal. h) Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting. Draag afhankelijk van de toepassing volledige gezichtsbescherming, oogbescherming of een veiligheidsbril. Zo nodig draagt u een stofmasker, gehoorbescherming, veiligheidshandschoenen of een speciaal schort, die u bescherming bieden tegen kleine slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen tegen rondvliegende voorwerpen, die bij verschillende toepassingen ontstaan, beschermd te worden. Stof- of zuurstofmaskers dienen het stof dat bij de toepassing ontstaat te filteren. Wanneer u lang aan hard geluid wordt blootgesteld, kan uw gehoor beschadigd raken. 25 nl NEDERLANDS i) Let erop dat andere personen zich op een veilige afstand van uw werkgebied bevinden. Iedereen die het werkgebied betreedt, dient een persoonlijke veiligheidsbescherming te dragen. Gebroken inzetgereedschap of brokstukken van het werkstuk kunnen wegvliegen en letsel buiten het directe werkgebied veroorzaken. j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde greepvlakken wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verborgen stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Door contact met een spanningvoerende leiding kunnen ook metalen apparaatonderdelen onder spanning worden gezet en kan een elektrische schok teweeg worden gebracht. k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend inzetgereedschap. Wanneer u de controle over het apparaat verliest, kan het netsnoer worden doorgesneden of gegrepen en kan uw hand of uw arm in het draaiende inzetgereedschap komen. I) Leg het elektrische gereedschap nooit weg voordat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met het steunvlak, waardoor u mogelijk de controle over het elektrische gereedschap verliest. m) Laat het elektrische gereedschap niet draaien wanneer u het draagt. Door toevallig contact met het draaiende inzetgereedschap kan uw kleding worden gegrepen en kan het inzetgereedschap zich in uw lichaam boren. n) Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van uw elektrische gereedschap. De motorventilator trekt stof in de behuizing en een sterke opeenhoping van metaalstof kan elektrische gevaren veroorzaken. o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt van brandbaar materiaal. Door vonken kunnen deze materialen vlam vatten. p) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor vloeibare koelmedia nodig zijn. Het gebruik van water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische schok. 4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op terugslagen en andere gevaarlijke situaties Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of blokkeert, zoals een schuurschijf, steunschijf, draadborstel, enz. Indien het draaiende inzetgereedschap blokkeert of blijft haken, komt het onmiddellijk tot stilstand. Hierdoor wordt een ongecontroleerd elektrisch gereedschap, tegen de draairichting van het inzetgereedschap in, op de plaats van de blokkering versneld. Wanneer er bijv. een schuurschijf in het werkstuk blijft haken of blokkeert, kan de rand van de schuurschijf die invalt in het werkstuk vastraken, met het uitbreken van de schuurschijf of een terugslag als mogelijk gevolg. De schuurschijf beweegt zich dan naar of vanaf de gebruiker, afhankelijk van de draai26 richting van de schijf bij de plaats van de blokkering. Hierbij kunnen schuurschijven ook breken. Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik van het elektrische gereedschap. Deze kan worden voorkomen door passende veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals hieronder beschreven. a) Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng uw lichaam en uw armen in zo'n positie dat u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd de extra greep om tijdens de startfase een zo groot mogelijke controle over de terugslagkrachten of reactiemomenten te hebben. De gebruiker kan door geschikte veiligheidsmaatregelen te nemen de terugslag- en reactiemomenten beheersen. b) Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt van draaiend inzetgereedschap komt. Het inzetgereedschap kan zich bij een terugslag over uw hand bewegen. c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied waarin het elektrische gereedschap zich in geval van een terugslag beweegt. Door de terugslag beweegt het elektrische gereedschap zich in tegengestelde richting ten opzichte van de schuurschijf op de plaats van de blokkering. d) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken, scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het inzetgereedschap niet van het werkstuk terugspringt en beklemd raakt. Het roterende inzetgereedschap heeft de neiging om bij hoeken, scherpe randen of wanneer het terugspringt, beklemd te raken. Dit leidt tot verlies van controle of een terugslag. e) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad. Dit inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of verlies van controle over het elektrische gereedschap. 4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het schuren en doorslijpen: a) Gebruik uitsluitend schuurmiddelen die voor uw elektrische gereedschap zijn goedgekeurd en de hiervoor geschikte beschermkap. Schuurmiddelen die niet geschikt zijn voor het elektrische gereedschap kunnen niet voldoende worden afgeschermd en zijn onveilig. b) Gebogen slijpschijven dienen zo te zijn aangebracht, dat het slijpvlak zich onder de rand van de beschermkap bevindt. Een verkeerd aangebrachte slijpschijf die buiten de rand van de beschermkap uitsteekt, kan niet naar behoren worden afgeschermd. c) De beschermkap dient veilig op het elektrische gereedschap te worden aangebracht en voor een maximale veiligheid zo ingesteld te zijn, dat een zo klein mogelijk deel van het schuurmiddel open naar de bediener wijst. De beschermkap beschermt de gebruiker tegen brokstukken, een toevallig contact met het schuurmiddel en vonken, die kleding kunnen laten ontbranden. d) De schuurmiddelen mogen alleen worden gebruikt voor de aanbevolen toepassingsmo- NEDERLANDS nl gelijkheden. Bijv.: Slijp nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor de materiaalafname met de rand van de schijf. Door zijwaartse krachtinwerking op deze schuurmiddelen kan de schijf breken. e) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte en vorm voor de door u gekozen schuurschijf. Geschikte flenzen steunen de schuurschijf en gaan zo het risico tegen dat deze breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich onderscheiden van de flenzen voor andere schuurschijven. f) Gebruik geen versleten schuurschijven van groter elektrisch gereedschap. Schuurschijven voor groter elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap en kunnen breken. 4.4 Meer speciale veiligheidsinstructies voor het doorslijpen: a) Voorkom een te hoge aandrukkracht of een blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen overmatig diepe snedes uit. Bij een overbelasting van de doorslijpschijf wordt ook de neiging tot schuin wegdraaien of blokkeren en daarmee de kans op een terugslag of breuk van het schuurmiddel verhoogd. b) Mijd het gebied voor en achter de roterende doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het werkstuk van u af beweegt, kan ingeval van een terugslag het elektrisch gereedschap met de draaiende schijf direct naar u toe worden geslingerd. c) Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u het werk onderbreekt, schakel het apparaat dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf tot stilstand gekomen is. Probeer nooit om de nog draaiende slijpschijf uit de snede te trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze op. d) Schakel het elektrische gereedschap zolang het zich niet in het werkstuk bevindt nooit opnieuw in. Laat de slijpschijf eerst het volle toerental bereiken voordat u voorzichtig verder gaat met de snede. Anders kan de schijf blijven haken, uit het werkstuk springen of een terugslag veroorzaken. e) Zorg voor een ondersteuning van platen of grote werkstukken om het risico van een terugslag als gevolg van een ingeklemde doorslijpschijf te verminderen. Grote werkstukken kunnen doorbuigen onder hun eigen gewicht. Het werkstuk dient aan beide kanten van de schijf, en zowel bij de doorslijpsnede als aan de rand, ondersteund te worden. f) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij "invalsnedes" in bestaande wanden of andere gebieden die niet ingezien kunnen worden. De invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in gasof waterleidingen, elektrische leidingen of andere objecten een terugslag veroorzaken. 4.5 Speciale veiligheidsinstructies voor het schuren met zandpapier: a) Gebruik geen overgedimensioneerde schuurbladen maar houd u met betrekking tot de grootte van de schuurbladen aan de opgaven van de fabrikant. Schuurbladen die over de steunschijf uitsteken kunnen letsel veroorzaken en leiden tot het blokkeren of scheuren van de schuurbladen of een terugslag. 4.6 Speciale veiligheidsinstructies voor het werken met draadborstels: a) Let erop dat de draadborstel ook tijdens het normale gebruik draadstukken verliest. Overbelast de draden niet door een te hoge aandrukkracht. Wegvliegende draadstukken kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of de huid heen dringen. b) Wordt het gebruik van een beschermkap aanbevolen, zorg er dan voor dat de beschermkap en de draadborstel niet met elkaar in aanraking kunnen komen. De diameter van schijf- en komborstels kan door aandruk- en centrifugale krachten vergroot worden. 4.7 Overige veiligheidsvoorschriften: WAARSCHUWING – Draag altijd een veiligheidsbril. Maak gebruik van elastische tussenlagen wanneer deze bij het schuurmateriaal ter beschikking gesteld worden en vereist zijn. Neem de opgaven van de fabrikant van het gereedschap of de accessoires in acht! Zorg ervoor dat de schijven beschermd zijn tegen vet en stoten! Slijpschijven moeten zorgvuldig volgens de voorschriften van de fabrikant bewaard en gehanteerd worden. Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt voor het grofslijpen! Doorslijpschijven mogen niet onderhevig zijn aan zijwaartse druk. Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen voldoende te worden ondersteund. Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet gebruikt, dan mag het einde van de spindel de gatenbodem van het schuurgereedschap niet raken. Let erop dat de schroefdraad in het inzetgereedschap lang genoeg is om de spindellengte op te nemen. De schroefdraad van het inzetgereedschap moet bij de schroefdraad op de spindel passen. Zie voor de lengte en de schroefdraad van de spindel pagina 3 en hoofdstuk 14. Technische gegevens. Bij de bewerking, met name van metaal, kan zich geleidende stof in de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan tijdelijk het risico van een elektrische schok met zich meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om de lopende machine zeer regelmatig en grondig door de achterste ventilatiesleuven uit te blazen met 27 nl NEDERLANDS perslucht. Hierbij dient de machine stevig te worden vastgehouden. Het wordt aanbevolen om gebruik te maken van een stationaire afzuiginrichting en een aardlekschakelaar (FI) voor te schakelen. Indien de haakse slijper door de FI-veiligheidsschakelaar wordt uitgeschakeld, moet de machine gecontroleerd en gereinigd worden. Motorreiniging zie hoofdstuk9. Reiniging. Stoffen afkomstig van bepaalde materialen, zoals loodhoudende verf, enkele houtsoorten, mineralen en metaal, kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Het aanraken of inademen van deze stoffen kan bij de gebruiker of personen die zich in de nabijheid bevinden leiden tot allergische reacties en/of aandoeningen aan de luchtwegen. Bepaalde stoffen, zoals van eiken of beuken, gelden als kankerverwekkend, met name in verbinding met additieven voor de houtbehandeling (chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthoudend materiaal mag alleen worden bewerkt door gespecialiseerd personeel. - Maak zo mogelijk gebruik van een stofafzuiging. - Zorg voor een goede ventilatie van de werkplaats. - Het wordt aanbevolen om een stofmasker van filterklasse P2 te dragen. Neem de voorschriften in acht die in uw land voor de te bewerken materialen van toepassing zijn. Er mogen geen materialen worden gebruikt waarbij tijdens de bewerking stoffen of dampen vrijkomen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest). Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen bij het werken onder stoffige omstandigheden vrij zijn. Mocht het nodig zijn om het stof te verwijderen, ontkoppel dan eerst het elektrisch gereedschap van het elektriciteitsnet (gebruik niet-metalen voorwerpen) en voorkom beschadiging van inwendige delen. Beschadigde, onronde resp. vibrerende gereedschappen mogen niet gebruikt worden. Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische geleiders en dragende wanden (statica) voorkomen. Bij gebruik van de machine buiten: FI-veiligheidsschakelaar met max. afschakelstroom (30 mA) voorschakelen! De stekker altijd uit het stopcontact halen voordat instel-, ombouw- of onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te worden vervangen. Indien de extra greep defect is de machine niet gebruiken. Een beschadigde of gebarsten beschermkap dient te worden vervangen. Indien de beschermkap defect is de machine niet gebruiken. Schakel de machine niet in wanneer veiligheidsvoorzieningen of onderdelen van het gereedschap ontbreken of defect zijn. Dit elektrisch gereedschap is niet bestemd om te polijsten. De garantie vervalt bij gebruik dat niet volgens de voorschriften plaatsvindt! De motor kan oververhit en het elektrisch gereedschap bescha28 digd raken. Voor polijstwerkzaamheden bevelen wij onze haakse polijstmachine aan. 5. Overzicht Zie bladzijde 2. 1 Steunflens 2 Spindel 3 Spindelvastzetknop 4 Blokkering (tegen onbedoeld inschakelen, dan wel voor de continu-inschakeling)* 5 Drukschakelaar (voor het in-/uitschakelen) 6 Knop (voor het draaien van de hoofdhandgreep)* 7 Hoofdhandgreep 8 Extra greep / extra greep met trillingsdemping * 9 Beschermkap 10 Spanmoer 11 Tweegaatssleutel 12 Hendel (voor het zonder gereedschap verstellen van de beschermkap)* 13 Spanner (voor het zonder gereedschap verstellen van de beschermkap)* 14 Schroef (voor het instellen van de spankracht van de spanner)* * afhankelijk van de uitrusting/niet in de leveringsomvang 6. Inbedrijfstelling Controleer alvorens het apparaat in gebruik te nemen of de op het typeplaatje aangegeven netspanning en netfrequentie overeenkomen met de gegevens van het elektriciteitsnet. 6.1 Extra greep aanbrengen Alleen werken wanneer de extra greep (8) is aangebracht! De extra greep (naar wens) in het draadgat links, midden of rechts met de hand stevig inschroeven. 6.2 Beschermkap aanbrengen Gebruik uit veiligheidsoverwegingen uitsluitend de beschermkap die bestemd is voor het betreffende slijpelement! Zie ook hoofdstuk 11. Accessoires! Beschermkap voor het slijpen Bestemd voor het werken met afbraamschijven, lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven. W 17-150, WX 17-150: Zie pagina 2, afbeelding D. - De hendel (12) indrukken en ingedrukt houden. De beschermkap (9) aanbrengen in de weergegeven positie. - De hendel loslaten en aan de beschermkap draaien tot de hendel inklikt. - De hendel indrukken en aan de beschermkap draaien tot het gesloten deel naar de gebruiker wijst. - Controleer of de hendel goed bevestigd is: Hij dient vergrendeld te zijn en er mag niet aan de beschermkap kunnen worden gedraaid. W 17-180, WX 17-180: Zie pagina 2, afbeelding E. NEDERLANDS nl - Spanner (13) openen. De beschermkap (9) aanbrengen in de weergegeven positie. - De beschermkap zo draaien dat het gesloten gebied naar de gebruiker wijst. - Spanner sluiten. - Indien nodig, de spankracht van de spanner verhogen door de schroef (14) (bij geopende spanner) vast te draaien. Alleen inzetgereedschap gebruiken waar de beschermkap minstens 3,4 mm boven uitsteekt. 6.3 Draaibare hoofdhandgreep Alleen met vergrendelde hoofdhandgreep (7) werken. Zie pagina 2, afbeelding A. - Knop (6) indrukken. - De hoofdhandgreep (7) kan nu naar beide kanten 90° gedraaid en vergrendeld worden. - Controleer of de hoofdhandgreep (7) goed bevestigd is: Hij dient vergrendeld te zijn en er mag niet aan kunnen worden gedraaid. 6.4 Netaansluiting De netstopcontacten moeten met trage smeltzekeringen of leidingbeveiligingsschakelaars beschermd zijn. Machines met „X“ in de typeaanduiding: (Met ingebouwde automatische aanloopstroombegrenzing (zachte aanloop).) De netstopcontacten kunnen ook met snelle smeltzekeringen of leidingbeveiligingsschakelaars beschermd zijn. 7. Schuurschijf aanbrengen Voor alle ombouwwerkzaamheden: de netstekker uit het stopcontact halen. De machine moet uitgeschakeld zijn en de spindel moet stilstaan. Voor het werken met doorslijpschijven uit veiligheidsoverwegingen de beschermkap van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11. Accessoires) gebruiken. 7.1 Spil vastzetten De spindelvastzetknop (3) alleen bij stilstaande spindel indrukken! - De spindelvastzetknop (3) indrukken en de spindel (2) met de hand draaien tot de spindelvastzetknop merkbaar inklikt. 7.2 De schuurschijf erop plaatsen Zie pagina 2, afbeelding B. - De steunflens (1) op de spindel plaatsen. Deze is op de juiste wijze aangebracht als hij op de spindel niet gedraaid kan worden. - De schuurschijf, zoals in afbeelding B aangegeven, op de steunflens (1) plaatsen. De schuurschijf dient gelijkmatig op de steunflens te liggen. De plaatflens van de doorslijpschijven dient op de steunflens te liggen. 7.3 Spanmoer bevestigen/losdraaien Spanmoer (10) bevestigen: De 2 kanten van de spanmoer zijn verschillend. De spanmoer als volgt op de spindel schroeven: Zie pagina 2, afbeelding C. - A) Bij dunne schuurschijven: De band van de spanmoer (10) wijst naar boven, zodat de dunne schuurschijf veilig kan worden gespannen. B) Bij dikke schuurschijven: De band van de spanmoer (10) wijst naar beneden, zodat de spanmoer veilig op de spindel kan worden aangebracht. - De spindel vergrendelen. De spanmoer (10) met de tweegaatssleutel (11) met de wijzers van de klok mee vastzetten. Spanmoer losmaken: - Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De spanmoer (10) met de tweegaatssleutel (11) tegen de wijzers van de klok in afschroeven. 8. Gebruik 8.1 In-/uitschakelen De machine altijd met beide handen geleiden! Eerst inschakelen, dan het inzetgereedschap naar het werkstuk brengen. Het opzuigen van extra stof en spanen door de machine dient te worden voorkomen. Bij het in- en uitschakelen moet erop worden gelet dat zich geen neergeslagen stof in de buurt van de machine bevindt. De machine na het uitschakelen pas wegzetten wanneer de motor tot stilstand is gekomen. Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een stroomonderbreking heeft voorgedaan. Bij de continu-inschakeling loopt de machine verder wanneer hij uit de hand wordt getrokken. Daarom de machine altijd met beide handen bij de hiervoor bestemde handgrepen vasthouden, ervoor zorgen dat u stevig staat en geconcentreerd werken. Momentinschakeling: Inschakelen: de blokkering (4) indrukken en vervolgens op de drukschakelaar (5) drukken. De blokkering (4) loslaten. Uitschakelen: De drukschakelaar (5) loslaten. Continu-inschakeling (afhankelijk van de uitvoering): Inschakelen: de blokkering (4) indrukken en ingedrukt houden. De drukschakelaar (5) indrukken en ingedrukt houden. De machine is nu ingeschakeld. Nu de blokkering (4) nogmaals indrukken om de drukschakelaar (5) te vergrendelen (continu-inschakeling). 29 nl NEDERLANDS Uitschakelen: De drukschakelaar (5) indrukken en loslaten. 8.2 Tips voor het werk Schuren en schuren met zandpapier: De machine matig aandrukken en over het oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het werk-stuk-opper-vlak niet te heet wordt. Grofslijpen: Voor een goed arbeidsresultaat dient u te werken met een invalshoek van 30° - 40°. Doorslijpen: Bij het doorslijpen altijd in tegengestelde richting (zie afbeelding) werken. Anders bestaat het gevaar dat de machine ongecontroleerd uit de snede springt. Werk met een matige, aan het materiaal aangepaste voorwaartse beweging. Niet schuin wegdraaien, niet drukken, niet trillen. Werken met draadborstels: De machine matig aandrukken. 9. Reiniging Reiniging van de motor: De machine zeer regelmatig en grondig door de achterste ventilatiesleuven uitblazen met perslucht. Hierbij dient de machine stevig te worden vastgehouden. Knop (6) voor de instelling van de handgreep: De knop af en toe doorblazen (in ingedrukte toestand en in alle 3 posities van de hoofdhandgreep). 10. Storingen verhelpen Inschakelingen genereren kortstondige spanningsdips. Bij ongunstige netomstandigheden kunnen andere apparaten worden beïnvloed. Bij netimpedanties kleiner dan 0,4 Ohm worden geen storingen verwacht. Herstartbeveiliging: Wordt de netstekker in het stopcontact gestoken wanneer de machine ingeschakeld is of wordt de stroomtoevoer na een onderbreking weer hersteld, dan start de machine niet. De machine uit- en weer inschakelen. 11. Toebehoren Gebruik uitsluitend originele Metabo toebehoren. Zie bladzijde 4. Gebruik uitsluitend toebehoren die voldoen aan de eisen en typische gegevens die in deze gebruiksaanwijzing worden weergegeven. A Beschermkap voor het doorslijpen Bestemd voor het werken met doorslijpschijven, diamant-doorslijpschijven. Aanbrengen zoals beschreven bij „Beschermkap voor het schuren“ (hoofdstuk 6.2). B Handbescherming voor het schuren met zandpapier en het werken met draadborstels 30 Bestemd voor het werken met steunschijven, slijpschijven, draadborstels. Handbescherming aanbrengen onder de extra greep opzij. Compleet accessoireprogramma, zie www.metabo.com of de accessoirecatalogus. 12. Reparatie Reparaties aan elektrisch gereedschap mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd! Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat gerepareerd dient te worden contact op met uw Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen www.metabo.com. Onderdeellijsten kunt u via www.metabo.com downloaden. 13. Milieubescherming Het ontstane slijpstof kan schadelijke stoffen bevatten: Niet met het huisvuil meegeven maar op de juiste manier naar een depot voor gevaarlijke afvalstoffen afvoeren. Neem de nationale voorschriften in acht voor een milieuvriendelijke verwijdering en de recycling van afgedankte machines, verpakkingen en toebehoren. Alleen voor EU-landen: Geef uw elektrisch gereedschap nooit met het huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake gebruikte elektrische en elektronische apparaten en de vertaling hiervan in de nationale wetgeving dienen oude elektrische apparaten gescheiden te worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze te worden afgevoerd. 14. Technische gegevens Toelichting bij de gegevens op pagina 3. Wijzigingen in verband met technische ontwikkelingen voorbehouden. Dmax = max. diameter van het inzetgereedschap tmax,1 = max. toelaatbare dikte van het inzet-gereed-schap in het spanbereik bij gebruik van de spanmoer (10) tmax,3 = afbraamschijf/doorslijpschijf: max. toelaatbare dikte van het inzetgereedschap M = spindelschroefdraad l = lengte van de schuurspindel n = onbelast toerental (hoogste toerental) P1 = nominaal vermogen P2 = afgegeven vermogen m = gewicht zonder netsnoer Meetgegevens volgens de norm EN 60745. Machine van beveiligingsklasse II ~ Wisselstroom De vermelde technische gegevens zijn tolerantiewaarden (overeenkomstig de toepasselijke norm). NEDERLANDS nl Emissiewaarden Deze waarden maken een beoordeling mogelijk van de emissie van het elektrisch gereedschap en een vergelijking van de verschillende elektrische gereedschappen. Afhankelijk van het gebruik, de toestand van het elektrisch gereedschap of het inzetgereedschap kan de daadwerkelijke belasting hoger of lager uitvallen. Neem voor de beoordeling pauzes en fases met een lagere belasting in aanmerking. Bepaal op grond van de overeenkomstig aangepaste taxatiewaarden maatregelen ter bescherming van de gebruiker, bijv. organisatorische maatregelen. Totale trillingswaarde (vectorsom van drie richtingen) bepaald volgens EN 60745: ah, SG = trillingsemissiewaarde (oppervlakken schuren) ah, DS = trillingsemissiewaarde (schuren met steunschijf) Kh,SG/DS = onzekerheid (trilling) Karakteristiek A-gekwalificeerd geluidsniveau: LpA = geluidsdrukniveau LWA = geluidsvermogensniveau KpA, KWA = onzekerheid Draag gehoorbescherming! 31
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108

Metabo W 17-150 Handleiding

Categorie
Haakse slijpers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor